NL8202021A - Schuifsluiting voor houders voor smelten. - Google Patents

Schuifsluiting voor houders voor smelten. Download PDF

Info

Publication number
NL8202021A
NL8202021A NL8202021A NL8202021A NL8202021A NL 8202021 A NL8202021 A NL 8202021A NL 8202021 A NL8202021 A NL 8202021A NL 8202021 A NL8202021 A NL 8202021A NL 8202021 A NL8202021 A NL 8202021A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sliding
slide
housing
plate
closure
Prior art date
Application number
NL8202021A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stopinc Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stopinc Ag filed Critical Stopinc Ag
Publication of NL8202021A publication Critical patent/NL8202021A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D41/00Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
    • B22D41/08Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like for bottom pouring
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D41/00Casting melt-holding vessels, e.g. ladles, tundishes, cups or the like
    • B22D41/14Closures
    • B22D41/22Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings
    • B22D41/24Closures sliding-gate type, i.e. having a fixed plate and a movable plate in sliding contact with each other for selective registry of their openings characterised by a rectilinearly movable plate

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Casting Support Devices, Ladles, And Melt Control Thereby (AREA)
  • Sliding Valves (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)
  • Drawers Of Furniture (AREA)
  • Casings For Electric Apparatus (AREA)
  • Bearings For Parts Moving Linearly (AREA)
  • Furnace Charging Or Discharging (AREA)

Description

'>_ S. a P Kon/HPJS/11
Stopinc Aktiengesellschaft, Baar (Schweiz).
Schuifsluiting voor houders voor smelten.
De uitvinding betreft een schuifsluiting voor houders voor smelten van de soort zoals vermeld in de kop van conclusie 1.
Bij een bekende schuifsluiting van deze soort (bijvoor- 5 beeld uit het Duitse ter inzage gelegde octrooischrift 22.27.501) wordt de op de vaste plaats bevestigde, vuurvaste bodemplaat dopr een aan de houder voor smelten bevestigde montageplaat opgenomen. Het sluitingshuis omvat de schuifeen-* heid met de vuurvaste schuifplaat en is aan een van zijn 10 langszijden aan de genoemde montageplaat bevestigd. Voor de bedrijfsmatige verbinding van het huis en de montageplaat is aan iedere langszijde van het huis een kniehefboomsluiting bevestigd, die voor het sluiten van het huis gelijktijdig bediend .moeten worden, waarbij de tussen de schuifslede en de 15 schuifplaat bevindende spanorganen - een veelvoud van in de slede vrijliggende drukveren - eveneens gespannen worden. Bij geopende kniehefboomsluitingen en weggezwenkt huis kan de schuifplaat (alsook de bodemplaat) verwijderd worden, en eerst dan zijn de drukveren voor controle of vernieuwing toe-20 gankelijk. De door de drukveren op de schuifplaat uitgeoefende aandrukkrachten zijn naar grootte en verdeling direct van de ligging van de aan het huis bevestigde schuifslede - en daarmee van de ligging van het huis zelf - met betrekking tot de montageplaat afhankelijk. Omdat de beschreven kniehefboom-25 sluitingen toch een veelvoud aan scharnierplaatsen omvatten en dikwijls ook onder hoge mechanische belasting bediend worden, is een gelijkblijvende bedrijfsstand van het huis niet of slechts bij veelvuldige controle - en onderhoudsoponthoud - gewaarborgd. Er bestaat zodoende bij de bekende inrichting 30 het gevaar van verschillen in en ongelijkmatig verdeelde aandrukkrachten tussen de beide afsluitplaten.
8202021 4 ·* -2-
Daarentegen bestaat het doel van de huidige uitvinding daarin, om bij een schuifsluiting van bovengenoemde soort een zo goed mogelijk gelijkblijvende en gelijkmatig verdeelde aandrukdruk aan de glijvlakken van de sluitingsplaten te ver-5 zekeren en daarmee ook een "scheefzakken” ("Verkannten") van de schuifplaat tijdens de bekrachtiging te vermijden. Deze eis is bijzonder belangrijk, wanneer met eenzelfde schijvenpaar een groter aantal open- en sluitbewegingen zonder oponthoud uitgevoerd moeten worden.
10 Dit doel wordt met de karakteristieke kenmerken van con clusie 1 bereikt. Bij de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding vormt’ het afsluitingshuis een in zich gesloten, passing makende verbinding tussen de lagering van de bodemplaat en de geleidingen van de schuifslede, waardoor niet alleen de bo-15 vengenoemde moeilijkheden vermeden, maar ook aanzienlijke constructieve vereenvoudigingen verkregen worden.
De maatregelen volgens de conclusies 2 en 3 maken het mogelijk, om de afsluiting zonder inwerking van de spanorganen te monteren respectievelijk te demonteren. Met de maat-20 regelen.van de conclusies 4 en 5 wordt bereikt, dat de druk-verdeling over de glijvlakken ook onafhankelijk van de schuifstand gelijkmatig is en conclusie 6 maakt een medenemen tussen schuifslede en schuifplaat zonder schadelijke kante-lingsmomenten mogelijk. De conclusies 7 en 8 hebben betrek-25 king op twee varianten van het sluitingshuis, welke de eenvoudige in- en uitbouw van de schuifeenheid mogelijk maken. Tenslotte heeft conclusie 9 betrekking op de precieze positionering van de schuifplaat in de geopende stand, wat eerst door de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van het slui-30 tingshuis zinvol wordt.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding worden in de hiernavolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden in samenhang met de tekening getoond.
Fig.1 toont een onderaanzicht, 35 fig.2 een langsdoorsnede, en fig.3 een doorsnede loodrecht op de schuifrichting van een schuifsluiting volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld in de geopende stand, en in de bodem van een houder voor smelten ingebouwd; 82 0 2 0 2 1 ......... -3- fig.4 toont een gedeeltelijk weggebroken onderaanzicht van een ander uitvoeringsvoorbeeld, en fig.5 dezelfde variant met de ene helft in doorsnede en de andere helft in zijaanzicht.
5 Bij de beschrijving van het eerste uitvoeringsvoorbeeld wordt de ingebouwde toestand van de schuifsluiting aan de houder voor smelten, weergegeven in de figuur 2 en 3, gebruikt. Daarentegen zijn in het aanzicht volgens figuur 1 de delen van de houder voor smelten weggelaten. Bij houders voor 10 smelten 1, uit welke de sluiting de afvoer van een smelt regelt, kan betrekking hebben op een smeltoven, een houder voor warmhouden van een smelt, een behandelings- of transporthou-der of dergelijke. Hij bestaat zoals gebruikelijk uit een metalen mantel 2, welke met een vuurvaste bemetseling 3 be-15 kleed is. In het uitloopgebied van de houder is een vuurvaste gatsteen 4 met de doorvloeiboring 5 in de bemetseling 3 aangebracht; deze gatsteen 4 vormt de gesloten verbinding met de op de vaste plaats bevestigde bodemplaat 20 van de shuiting via een ringvormige mortelvoeg 8. Voor het uitnemen van het 20 in hoofdzaak rechthoekige sluitingshuis 10 omgeeft de metalen mantel 2 een overeenkomstige uitsparing 6. Een tussenlaag 7 bestaande uit slecht warmtegeleidend, vuurvast materiaal dient als warmte-isolering ten opzichte van de metalen, in de bemetselipg 3 uitstekende huisbodem 11.
25 De hoofdbestanddelen van de schuifsluiting zijn het me talen sluitingshuis 10, de op de vaste plaats bevestigde, vuurvaste bodemplaat 20 en de schuifeenheid 30 met de vuurvaste schuifplaat 40. Op bekende wijze vormen de opening 5 in de gatsteen 4, de boringen in de bodemplaat 20 en in de 30 schuifplaat 40 alsook de boring in een op de schuifplaat aansluitende tuit 43, in de weergegeven geopende toestand van de sluiting, een doorgaand uitgietkanaal 50. Door beweging van de schuifeenheid 30 naar de gesloten stand, op doelmatige wijze uitgevoerd middels een hydraulische cylinder 25, wordt 35 het kanaal en daarmee het uitvloeien van de smelt uit de houder 1 onderbroken; de positie van de schuifeenheid 30 in de gesloten stand is links in figuur 2 middels streep-punt lijnen aangegeven. Het begrip "vuurvast" wordt met het oog op gebruik met verschillende (en verschillend heten) smelten in 40 8 2 0 2 0 2 1 -4- het kader van de onderhavige uitvinding in het algemeen zo beschreven, dat de betreffende, met de smelt direct in aanraking komende delen respectievelijk materialen tegenover deze voldoende bestand zullen zijn.
5 Het sluitingshuis 10 omvat een bodem 11, voorwanden 12 en zijwanden 14. Voor de losmaakbare bevestiging van de sluiting aan de houdermantel 2 is het huis 10 van afstaande oren 13 voorzien. De bodemplaat 20 is in het huis zelf, namelijk in een uitsparing 15 in diens bodem 11 gelagerd en daarbij 10 door een steunvlak 16 onderin de uitsparing 15 tegenover het huis precies uitgericht. De bodemplaat 20 bestaat op doelmatige wijze, zoals weergegeven, uit twee delen, namelijk een de doorvloeiboring en de glijvlakken 49 omvattend schijfdeel 22 en een dit schijfdeel ten opzichte van het huis 10 isole-15 rende, warmte isolerende tussenlaag 21.· Op soortgelijke wijze is ook de schuifplaat 40 uit het de glijvlakken omvattende schijfdeel 42 en de warmte tegenhoudende tussenlaag 41‘samengesteld, waarbij de schuifplaat zich tegen een zorgvuldig bewerkt steunvlak 39 in een metalen schuifplaat-draagraam 38 20 afsteunt.
Op' de tegenover de bodem 11 liggende zijde is het huis 10 open. Het omvat twee parallelle geleidingsranden 18, welke glijbanen 23 voor de schuifslede 32 vormen en met de zijwanden 14 losmaakbaar, bij voorkeur middels schroeven verbonden 25 zijn. De geleidingsranden 18 liggen daarbij op de bewerkte eindvlakken 17 van de zijwanden 14, waardoor een precieze, parallelle uitlijning en een vooraf bepaalde afstand tussen het steunvlak 16 van de bodemplaat 20 en de glijbanen'23 van de schuifslede 32 voortdurend gewaarborgd is. Het sluitings-30 huis 10 vormt dus een stijve bouweenheid, welke de genoemde steunvlakken 16 met de geleidingsranden 18 respectievelijk hun glijbanen 23 door hun vorm%>assend en gelijkblijvend verbindt. Zijdelings wordt de schuifslede 32 bij zijn lineaire verschuiving tussen de bewerkte binnenvlakken 19 van de zij-35 wanden 14 doorgevoerd.
De schuifeenheid 30 is uit de schuifslede 32 en de door hem gescheiden draagraam 38 voor de schuifplaat 40 samengesteld. Voor de sluitingsbekrachtiging is een over een beugel 24 aan het huis 10 bevestigde hydraulische slagcylinder 25 40 8 2 0 2 0 2 1 -5- - opgenomen, waarvan de schuifstangkop 26 in een uitsparing van de schuifslede 32 aangrijpt. Twee in de schuifslede 32 bevestigde meeneembouten 36 steken tot in passende boringen van het draagraam 38 uit, waardoor deze met de schuifplaat 40 in 5 de schuifrichting door de schuifslede 32 meegenomen wordt.
Het draagraam 38 omvat behalve de schuifplaat 40 een vuurvaste uitgiethuls 43, welke onder aan het schuifdeel 42 aansluit en met deze bij voorkeur via een mortelvoeg verbonden is.
In de naar de aandrijving toegekeerde voorwand 12 van 10 het huis is een de zuigerstang omgevende huls 27 geschroefd, die met een tegenmoer 29 geborgd is en waarvan een voorvlak 28 in het inwendige van het huis een aanslag voor de schuif-slede 32 in de geopende stand van de schuifeenheid vormt. Daardoor kunnen de boringen van de beide sluitingsplaten pre-15 cies ten opzichte van elkaar uitgericht worden.
In de schuifslede 32 zijn spanorganen 34 bevestigd, welke tegen het draagraam 38 en daarmee indirect tegen de schuifplaat 40 gespannen zijn en deze laatste met het glij-vlak 49 tegen de bodemplaat 20 laten aanliggen. De inwendige 20 opbouw van het spanorgaan 34 is duidelijk in de figuur 2 links a'angegeven: een verend deel 37, bij voorkeur een stel schotelveren, is in een langsboring van het spanorgaan gevoerd en tussen een band van een axiaal beweegbaar bevestigde stamper 35 en de kop van het spanorgaan gespannen. Het uit-
2 R
stekende, boveneinde van de stamper 35 ligt tegen het draagraam 38, waarbij het verende deel 37 rond een bepaalde maat samengedrukt is en een overeenkomstige kracht via de stang op het draagraam uitoefent.
De beide spanorganen 34 zijn in van schroefdraad voor-30 ziene boringen 33 van de schuifslede 32 geschroefd en tegen een aanslagvlak (handvlak) 31 vastgetrokken. Zij zijn van de van de schuifplaat 40 afg^keerde zijde af in de schuifslede 32 bevestigd, wat mogelijk is, doordat deze zijde van de slede vrij ligt, omdat het huis 10 hier open is.
35 Bij de montage of de demontage van de sluiting worden de spanorganen eruit geschroefd respectievelijk zover losgeschroefd, dat de aandrukkracht tussen de platen 20 en 40 wegvalt. Na het losmaken van de losmaakbaar bevestigde gelei-dingsranden 18 kunnen de schuifeenheid 30 en de bodemplaat 20 40 uit het huis verwijderd worden. Op deze wijze is het contro- 8202021 -6- leren respectievelijk het uitwisselen van de sluitingsplaten gemakkelijk mogelijk. Dankzij de beschreven, in zich gesloten constructie van het huis met stijve verbinding tussen het steunvlak 16 voor de bodemplaat en de glijbanen 23 voor de 5 geleidingsranden 18 van het huis ontstaat automatisch een precies gedefinieerde "basis" voor de schuifslede met betrekking tot de bodemplaat. Daardoor blijft ook de door de spanorganen 34 uitgeoefende aandrukkracht binnen vooraf bepaalde, nauwe grenzen (bij gegeven afmetingen en gegeven voorspanning iO van de veren 37), wanneer aan het einde van de montage het spanorgaan ingeschroefd en op de aanslag vastgetrokken wordt.
Door de navolgend beschreven, verdere maatregelen is er verder voor gezorgd, dat de druk per eenheid van oppervlak tussen de sluitingsplaten 20 en 40 geheel gelijkmatig over de *5 glijvlakken 49 verdeeld is, en wel in iedere schuifstand en ook tijdens de bekrachtiging van de sluiting.
Een eerste constructieve maatregel bestaat hierin, dat de spanorganen met betrekking tot de afmetingen van de schuifplaat 40 symmetrisch in de schuifslede 32 bevestigd 20 zijn en wel zowel in de schuifrichting alsook loodrecht daarop, wat uit figuur 1 duidelijk is: enerzijds zijn de spanorganen 34 op gelijke afstand ten opzichte van de schijven-symmetrieaslijn 48 aangebracht, welke ten opzichte van de schuifrichting loodrecht loopt, en aangezien het 25 slechts om twee spanorganen gaat, liggen zij bovendien op de in de schuifrichting lopende schijvenrsymmetrieaslijn 49 (de omtrek van het glijvlak van het schijfdeel 42 is in figuur 1 gestreept getekend). Het glijvlak van de bodemplaat 20 respectievelijk van het schijfdeel 22 strekt zich over dezelfde 30 breedte uit als welke die van het schijfdeel 42 van de schuifplaat, toch is de bodemplaat in de schuifrichting zodanig verlengd, dat de schuifplaat in iedere schuifstand met alle vlakken aanligt. Dit betekent, dat het onderlinge draagvlak (afdichtvlak) 49 tussen de beide schijven altijd even 35 groot is en daarmede - bij gegeven aandrukkracht van het spanorgaan - ook de oppervlaktedruk, dat wil zeggen dat de kracht per eenheid van oppervlak constant blijft. Het beschreven meenemen van de schuifplaat door aangrijping van de meeneembouten 36 in boringen van het draagraam 38 maakt ten-slotte een precieze geleiding van de schuifplaat tijdens de schuifbekrachtiging mogelijk.
8202021 ........-7-
De krachtaangrijping van de bouten 36 vindt bij benadering ter hoogte van het glijvlak 49 plaats, en bovendien zijn de bouten, zoals uit figuur 1 te zien is, op de ten opzichte van de schuifrichting loodrecht staande schijven-symmetrieaslijn 5 48 gelegen. Door dit soort van meeneemverbinding is gewaar borgd, dat de gelijkmatige verdeling van de oppervlaktedruk ook tijdens de schuifbeweging in ruime mate gehandhaafd blijft.
De gelijkblijvende en gelijkmatig verdeelde oppervlakte-10 druk aan de glijvlakken is synoniem met het vermijden van schadelijke kantelingsmomenten en randdrukken. Het resulteert hierin, dat een buitengewoon geringe en gelijkmatige slijtage, niet alleen aan de glijvlakken van de sluitingsplaten, maar ook aan de metalen glijvoeringen tussen de schuifslede 15 en het huis. Het voortdurende, nauw aanliggen van de platen verhindert ook een toetreden van lucht langs de glijvlakken naar de uitvloeiende smelt en vooral een "naar binnen trekken" van metaaltongen tussen de platen tijdens de schuifbe-krachtiging. Deze eigenschappen van de beschreven schuifslui-20 ting maken een groot aantal open- en sluitbewegingen zonder oponthoud mogelijk en maken de afsluiting in het bijzonder geschikt voor het doseren van smeltmengsels, bijvoorbeeld bij het vormgieten, in het bijzonder bij het ingieten van niet ferrometalen.
25 De in de figuren 4 en 5 weergegeven variant van de schuifsluiting volgens de uitvinding onderscheidt zich van het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 tot en met 3 vooral in de vormgeving van het huis. Daarentegen zijn sommige onderdelen gelijk bij het beschreven voorbeeld en met gelijke 30 referentiecijfers voorzien. Volgens figuur 4 en 5 zijn de geleidingsranden 18', welke de glijbanen 23' voor de schuifslede 32 vormen, met het huis 10 respectievelijk zijn zijwanden 14 monolitisch uitgevoerd. Om desondanks de in- en uitbouw van de schuifeenheid en de bodemplaat mogelijk te maken, 35 omvat het huis 10 een wegneembare voorwand 52. Deze voorwand is voorzien van twee zijdelings uitstekende lijsten of veren 53, die in groeven 54 aan de einden 14' van de huis-zijwanden aangrijpen. De voorwand 52 kan zodoende (na het losmaken van een niet weergegeven montageborg) in de richting van de groe-40 ven 54 uitgeschoven worden, waarop - bij uitgeschroefde spanorganen 34 - de gehele schuifeenheid ge- Λ O Λ η λ λ j -8- makkelijk via de schuifrichting uit het huis 10 verwijderd kan worden. Op doelmatige wijze is, zoals weergegeven, de naar de aandrijving toegekeerde zijde van de huis-voorwand 52 wegneembaar bevestigd, de bekrachtigingscylinder 25 kan dan 5 direct op de voorwand 52 bevestigd worden, en wordt bij verwijdering van de voorwand met de cylinder ook de schuifstang-kop 26 van de schuifslede 32 ontkoppeld.
In vergelijking met het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 tot en met 3 zijn hier vier spanorganen 34 aange-10 bracht. Zij zijn wederom symmetrisch met betrekking tot de uitzetting van de schuifplaat 40 in de schuifslede 32 bevestigd, waarin zij paarsgewijs dezelfde afstand tussen de schijven-symmetrieaslijnen 47 en 48 hebben.
Voor het overige is de variant volgens figuur 4 en 5 15 hetzelfde opgebouwd als het eerste uitvoeringsvoorbeeld en bezit ook in hoofdzaak dezelfde eigenschappen en voordelen» 8202021

Claims (10)

1. Schuifsluiting voor houders voor smelten, met een op een vaste plaats gelagerde bodemplaat, een sluitingshuis en een ten opzichte van de bodemplaat lineair verschuifbare ver-schuifeenheid, welke een aan het huis bevestigde slede, een 5 met de slede in meeneemverbinding staande schuifplaat en in de slede bevestigde spanorganen omvat, welke spanorganen tegen de schuifplaat voorgespannen zijn, om deze tegen de bodemplaat' aan te laten liggen, met het kenmerk, dat het sluitingshuis (10) een tegenover geleidingen (18,18') voor de 10 schuifslede (32) aanliggend ondersteuningsvlak (16) voor de lagering van de bodemplaat (20) heeft en een dit ondersteu-ningsvlak (16) met de genoemde geleidingen (18,18') op vooraf bepaalde afstand verbindende, stijve bouweenheid vormt.
2. Schuifsluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de schuifslede (32) met de van de schuifplaat (40) afgekeerde zijde vrijligt en de spanorganen van deze zijde af aangebracht zijn.
3. Schuifsluiting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de spanorganen (34) in van schroefdraad voorziene borin- 20 gen (33) van de schuifslede (32) geplaatst zijn en tegen een aanslagvlak (31) van de schuifslede (32) zijn vastgetrokken.
4. Schuifsluiting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spanorganen (34) met betrekking tot de afmetingen van de schuifplaat (40) zowel in schuif- 25 richting als ook loodrecht daarop symmetrisch in de schuifslede (32) bevestigd zijn en dat de afmetingen van de bodemplaat (20) zo groot zijn, dat de schuifplaat (40) in iedere schuifstand met zijn gehele vlak aanligt.
5. Schuifsluiting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 30 dat enkel en alleen twee spanorganen (34) aanwezig zijn, welke op de in de schuifrichting verlopende schijf-symmetrieas-lijn (47) in de schuifslede (32) bevestigd zijn. 35 82 0 2 0 2 1 -10-
6. Schuifsluiting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schuifslede (32) twee bij voorkeur op de ten opzichte van de schuifrichting loodrecht staande schijf-symmetrieaslijn (48) bevestigde meeneembouten 5 (36) omvat, welke in uitsparingen in een draagraam (38) voor de schuifplaat (40) aangrijpen.
7. Schuifsluiting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het sluitingshuis (10) geleidings-randen (18) omvat, welke glijbanen (23) voor de schuifslede 10 (32) vormen en voor het vrijgeven van de schuifeenheid (30) losmaakbaar bevestigd zijn.
8. Schuifsluiting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het sluitingshuis (10) een voor vrijgeven van de schuifeenheid (30) wegneembare voorwand (52) « 15 omvat.
9. Schuifsluiting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat geleidingsranden (18'), welke glijbanen (23') voor de schuifslede (32) vormen, monolitische delen van het sluitingshuis (10) vormen. 20
820. OEI
NL8202021A 1981-05-19 1982-05-14 Schuifsluiting voor houders voor smelten. NL8202021A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH325581 1981-05-19
CH3255/81A CH653933A5 (de) 1981-05-19 1981-05-19 Schiebeverschluss fuer schmelzegefaesse.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8202021A true NL8202021A (nl) 1982-12-16

Family

ID=4252017

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202021A NL8202021A (nl) 1981-05-19 1982-05-14 Schuifsluiting voor houders voor smelten.

Country Status (23)

Country Link
US (2) US4424958A (nl)
JP (1) JPS57195576A (nl)
KR (1) KR830009830A (nl)
AU (1) AU8378382A (nl)
BE (1) BE893165A (nl)
BR (1) BR8202871A (nl)
CA (1) CA1214636A (nl)
CH (1) CH653933A5 (nl)
DD (1) DD201983A5 (nl)
DE (1) DE3208101C2 (nl)
ES (1) ES8304824A1 (nl)
FR (1) FR2506192B1 (nl)
GB (1) GB2100840B (nl)
IL (1) IL65748A0 (nl)
IN (1) IN157193B (nl)
IT (1) IT1147894B (nl)
LU (1) LU84160A1 (nl)
NL (1) NL8202021A (nl)
NO (1) NO821648L (nl)
PL (1) PL236488A1 (nl)
SE (1) SE8203040L (nl)
SU (1) SU1243611A3 (nl)
ZA (1) ZA823509B (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4556157A (en) * 1982-05-24 1985-12-03 Flo-Con Systems, Inc. Pressure fluid teeming valve and method
DE3241987C2 (de) * 1982-11-10 1986-12-11 Mannesmann Ag, 4000 Duesseldorf Kippbarer Lichtbogenofen
US4474362A (en) * 1983-03-24 1984-10-02 Flo-Con Systems, Inc. Valve and method and components thereof
US4602729A (en) * 1983-03-24 1986-07-29 Flo-Con Systems, Inc. Stationary plate and well nozzle for use in a sliding gate valve
CH659872A5 (de) * 1983-09-02 1987-02-27 Stopinc Ag Verschlussplatte fuer einen schiebeverschluss.
US4601041A (en) * 1984-05-04 1986-07-15 Mannesmann Aktiengesellschaft Electrode mounting in DC arc furnace vessels
US4582232A (en) * 1984-06-19 1986-04-15 Flo-Con Systems, Inc. Valve, clamp, refractory and method
DE3512798C1 (de) * 1985-04-10 1986-02-06 Stopinc Ag, Baar Schiebeverschluss fuer Metallschmelze enthaltende Gefaesse
DE3538499C1 (de) * 1985-10-30 1987-05-07 Didier Werke Ag Feuerfeste Verschleissplatte fuer Schieberverschluesse an metallurgischen Gefaessen
US4799649A (en) * 1986-07-15 1989-01-24 Flo-Con Systems, Inc. Injection valve components and method
US4824079A (en) * 1986-07-15 1989-04-25 Flo-Con Systems, Inc. Injection valve components and method
EP0277146B2 (de) * 1986-08-20 1993-07-14 Stopinc Aktiengesellschaft Schiebeverschluss am ausguss eines metallschmelze enthaltenden gefässes
US4746102A (en) * 1987-03-20 1988-05-24 Bethlehem Steel Corporation Drain hole design for ladle
EP0400256B1 (en) * 1989-06-02 1993-12-22 NUOVA SANAC S.p.A. Slide-gate pouring appliance for ladles and similar devices
EP0578680B1 (de) * 1991-04-06 1995-12-20 Technometal Gesellschaft Für Metalltechnologie Mbh SCHIEBERVERSCHLUSS FüR SCHMELZEGEFÄSSE
AU661966B2 (en) * 1991-04-08 1995-08-17 Caterpillar Inc. Automatic vehicle speed retarding control
ES2122857B1 (es) * 1995-03-17 1999-07-01 Deguisa S A Cierre de corredera para controlar el flujo de metal fundido desde un recipiente de colada.
US5626164A (en) * 1995-08-02 1997-05-06 Vesuvius Crucible Company Crack resistant valve plate assembly for a molten metal slide gate valve
EP1138419A1 (fr) * 2000-03-29 2001-10-04 Vesuvius Crucible Company Cale d'un dispositif de clamage de plaque réfractaire dans un valve à tiroir
DE10033904A1 (de) * 2000-07-12 2002-01-31 Stopinc Ag Huenenberg Schieberverschluss zum Vergiessen von Metallschmelze, sowie eine dazugehörige feuerfeste Platteneinheit
US20030178195A1 (en) * 2002-03-20 2003-09-25 Agee Mark A. Method and system for recovery and conversion of subsurface gas hydrates
WO2005054726A2 (en) * 2003-11-26 2005-06-16 Ross Valve Manufacturing Co., Inc. Tensioning device
RU2475332C2 (ru) * 2008-05-16 2013-02-20 Кросаки Харима Корпорейшн Шиберное разливочное устройство
HUE025832T2 (en) * 2013-09-10 2016-04-28 Refractory Intellectual Property Gmbh & Co Kg Casting sink and mold
EP3424618B1 (de) * 2017-07-05 2021-03-10 Refractory Intellectual Property GmbH & Co. KG Schiebeverschluss für ein metallschmelze enthaltendes gefäss

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH478613A (de) * 1968-07-12 1969-09-30 Interstop Ag Schiebeverschluss für mit einer Bodenausgussöffnung versehene Behälter zum Giessen von flüssigen Metallen, insbesondere Stahl
CH523730A (de) * 1970-05-25 1972-06-15 Interstop Ag Schieberverschluss an Behälter für flüssige Schmelzen
US4063668A (en) * 1971-06-07 1977-12-20 United States Steel Corporation Ladle gate valve
IE36371L (en) * 1971-06-07 1972-12-07 Uss Eng & Consult Gate valve for a foundry ladle
US3765579A (en) * 1972-05-10 1973-10-16 United States Steel Corp Linearly movable gate mechanism
GB1440916A (en) * 1972-07-26 1976-06-30 Flogates Ltd Sliding gate valve assemblies
US3764042A (en) * 1972-08-03 1973-10-09 United States Steel Corp Reciprocable slidable gate with rotating slide element
US3866806A (en) * 1973-03-01 1975-02-18 United States Steel Corp Operating mechanism for slidable gates and method of operating slide gate
NL7416416A (nl) * 1973-12-21 1975-06-24 Zimmermann & Jansen Gmbh Schuifafsluiting voor een gietpan voor vloeibaar metaal.
ES437798A1 (es) * 1974-05-24 1977-05-16 Metacon Ag Procedimiento para el montaje de cierres de corredera para cucharas de colada.
GB1492534A (en) * 1974-11-04 1977-11-23 Flogates Ltd Pouring of metals
CA1103921A (en) * 1976-10-15 1981-06-30 Earl P. Shapland Throttling molten metal teeming valve
GB1568654A (en) * 1978-03-02 1980-06-04 Flogates Ltd Molten metal pouring equipment
SE441421B (sv) * 1978-09-25 1985-10-07 Uss Eng & Consult Anordning for reglering av metallflodet fran tapphalet i en gjutskenk
CH640442A5 (de) * 1979-05-25 1984-01-13 Stopinc Ag Drehschiebeverschluss fuer metallurgische gefaesse, insbesondere stahlgiesspfannen.

Also Published As

Publication number Publication date
CA1214636A (en) 1986-12-02
IL65748A0 (en) 1982-08-31
ES512124A0 (es) 1983-04-01
SU1243611A3 (ru) 1986-07-07
SE8203040L (sv) 1982-11-20
IN157193B (nl) 1986-02-01
GB2100840A (en) 1983-01-06
US4424958A (en) 1984-01-10
US4524956A (en) 1985-06-25
IT1147894B (it) 1986-11-26
BE893165A (fr) 1982-08-30
JPS6226862B2 (nl) 1987-06-11
CH653933A5 (de) 1986-01-31
LU84160A1 (de) 1982-12-13
ZA823509B (en) 1983-03-30
NO821648L (no) 1982-11-22
DE3208101A1 (de) 1982-12-09
ES8304824A1 (es) 1983-04-01
AU8378382A (en) 1982-11-25
FR2506192A1 (fr) 1982-11-26
GB2100840B (en) 1985-10-02
DD201983A5 (de) 1983-08-24
BR8202871A (pt) 1983-04-26
FR2506192B1 (fr) 1986-03-07
DE3208101C2 (de) 1989-09-21
JPS57195576A (en) 1982-12-01
KR830009830A (ko) 1983-12-23
IT8248412A0 (it) 1982-05-13
PL236488A1 (nl) 1982-12-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8202021A (nl) Schuifsluiting voor houders voor smelten.
US3567082A (en) Casting installation
TWI515300B (zh) 用於盛裝熔融金屬之容器的滑動封閉件及用於滑動封閉件之卡式盒
US4063668A (en) Ladle gate valve
DK142692B (da) Lukkeplademekanisme til styring af udstrømningen af flydende metal gennem en udstøbningsåbning i en beholder.
NL8501726A (nl) Vuurvaste plaat voor een schuifklep en werkwijze voor de montage ervan.
US4867428A (en) Device for clamping fireproof plates in metal frames of slide-valve shutters
US5698129A (en) Sliding gate valve for a metallurgical vessel
JP4391022B2 (ja) 溶融金属を含有するコンテナ用のスライディング・ゲート・バルブ
US3618834A (en) Sliding gate closure for bottom-pour vessel removable as a unit
US3501068A (en) Bottom-pour teeming vessel with sliding gate and pouring tube
CN112334251B (zh) 用于冶金容器的、优选用于连铸系统的中间包的滑动封闭件
KR910021276A (ko) 주조레이들의 바닥주입구멍을 위한 폐색장치
US3779424A (en) Operating mechanisms and method for slidable-gate closures
DE3869609D1 (de) Feuerfester plattensatz fuer dreiplattenschieberverschluesse.
JP3066710B2 (ja) スライドゲ−トの面圧負荷装置
WO2000050188A1 (en) Slide gate
HU226153B1 (en) Sliding closure for casting molten metal
BR0005238B1 (pt) lingoteira de seção larga para a fundição contìnua vertical em carga dos metais.
US4401296A (en) Electro-metal smelting furnace with taphole arranged at the bottom
US3685705A (en) Sliding gate valve having spring biased slide
US4256291A (en) Three-positions sliding gate valve
JP2882682B2 (ja) 注湯速度制御装置
JPS5928431B2 (ja) 鋳なべの滑り閉鎖機の組立の方法及び装置
EP1838478A1 (en) A sliding gate valve for a metallurgical vessel

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed