NL8201616A - Filterinrichting voor het afscheiden van vaste deeltjes uit vloeistoffen. - Google Patents

Description

# * N/30.905-tM/f.

Filterinrichting. voor het afscheiden van vaste deeltjes uit vloeistoffen.

De uitvinding heeft betrekking op een filterinrichting voor het afscheiden van vaste deeltjes uit vloeistoffen in een huis met een in het inwendige van een centrale verdeelbuis uitmondende toevoer, waarbij de ver-5 deelbuis over zijn lengte van een groot aantal in radiale richting verlopende toevoerboringen voorzien is, die telkens in filterkamers met filters uitmonden, met een afvoer uit een achter de filters aangebrachte ruimte voor heldere vloeistof en met een verplaatsbare terugspoelinrichting, 10 die achter elkaar een of meerdere filterkamers telkens gedurende korte tijd met een onder een lagere druk dan de in de ruimte voor heldere vloeistof heersende druk staande vuil-afvoerinrichting verbindt.

Een filterinrichting van deze soort is 15 bijvoorbeeld in het Duitse Offenlegungsschrift 2.629.151 beschreven. De filtrering geschiedt daarbij van binnen naar buiten. In het bijzonder bij de filtrering van zeer visceuze vloeistoffen, zoals bijvoorbeeld in de textielsector voor de behandeling van cellulosemengsels het geval is, moeten de 20 filterelementen regelmatig gereinigd worden. Om deze reden is in het genoemde Offenlegungsschrift een terugspoelinrich-ting beschreven, waarbij periodiek alle filterelementen teruggespoeld en de verontreinigingen daarbij afgevoerd worden.

Dit wordt daarbij door twee aan een holle verbindingsstang 25 bevestigde zuigers bereikt, die verschuifbaar in het inwendige van de verdeelbuis aangebracht zijn en die telkens de te reinigen filterelementen met een inrichting verbinden, die onder een lagere druk staat dan de druk, die in de ruimte voor heldere vloeistof heerst. Op deze wijze worden de ver-30 ontreinigingen van het oppervlak van de filters afgespoeld.

Nadelig bij deze filterinrichting is echter de vorm en uitvoering van de filterelementen. Elk filter-element bestaat uit een stervormig gevouwen filtereenheid.

Als zich tijdens het bedrijf vuil in de filterhoeken verza-35 melt, welft deze naar buiten. Op deze manier worden de vouw-plaatsen extreem belast; in het bijzonder wegens de talrijke wisselbelastingsspanningen tijdens de drukopbouw en de druk- 8201616

i V

-2- afbouw (filtratie en terugspoelingl, zodat ze breken. Door de breukplaatsen komt dan troebele vloeistof in de ruimte voor heldere vloeistof, waaronderdö^kwaliteit van de gefiltreerde vloeistof leidt. Bovendien wordt het vuil tijdens 5 het terugspoelen in de vouwplaatsen vastgehouden, waardoor het filterweefsel zich zeer snel verlegt.

De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een filterinrichting van de bovengenoemde soort te verschaffen, die zeer veel presteert, in het bijzonder waarvan de 10 filterelementen hoge belastingen kunnen uithouden.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de filterkamers in wezen als ringvormige ruimte uitgevoerd zijn en de filters van buiten naar binnen doorstroomde filterkaarsen zijn, waarbij telkens de beide kopzijden 15 van de filterkaarsen naar de ruimte voor heldere vloeistof toe open zijn.

Hoewel de stroming van de te filtreren vloeistof van binnen naar buiten geschiedt, vindt de eigenlijke filtrering in de filterkamersvan buiten naar binnen 20 plaats. Dit leidt tot een hoog filteroppervlak. Gelijktijdig kunnen echter de ruimten voor troebele vloeistof, namelijk de filterkamers, klein gehouden worden. Doordat de filterkaarsen aan beide kopzijden naar de ruimte voor heldere yloeistof toe open zijn, worden gelijkmatige afvoerstromen 25 en gelijkmatige belastingen voor de filterkaarsen bereikt.

Alnaargelang van de diameter van de ver-deelbuis en de lengte ervan kunnen talrijke filterkaarsen aangehracht zijn. Zo kunnen meerdere filterkaarsen concentrisch aan resp, over de omtrek van de verdeelbuis aange-30 bracht zijn en daarmee een compleet filterelement vormen.

Als de lengte van de verdeelbuis een veelvoud groter is dan de complete filterelementen, wat in het algemeen het geval zal zijn, kunnen aanvullend ook nog meer filterelementen achter elkaar aangebracht worden.

35 De van buiten naar binnen doorstroomde filterkaarsen kunnen zeer robuust uitgevoerd worden, waardoor de hoge belastingen tijdens de filtratie en de terug-spoeling tijdens het reinigingsproces geen problemen opleveren, Als terugspoelinrichting kunnen verschillende inrich-40 tingen toegepast worden.

8201616 * * -3-

Een voordelige oplossing hiervoor is de in hefc:Duitse Offenlegungsschrift 2.629.151 beschreven terugspoel··-inrichting met de beide zuigers. Natuurlijk zijn echter binnen het kader van de uitvinding ook nog andere terugspoel-5 inrichtingen denkbaar; zo bijvoorbeeld een terugspoelinrich-ting, waar elk afzonderlijk filterelement teruggespoeld wordt.

In de onderconclusies en in het hierna aan de hand van de tekening nader beschreven uitvoeringsvoor-10 beeld zijn verdere uitvoeringen van de uitvinding en de daarmee bereikbare voordelen beschreven.

Zo stelt bijvoorbeeld de opname en legering van de filterkaarsen in een schijf met een deksel of met een schijf en een spiegel—symmetrisch ten opzichte daarvan lig-15 gende tweede schijf, die telkens een groot aantal van over hun omtrek verdeelde opneemboringen voor de filterkamer hebben, een constructief eenvoudige en snel te monteren oplossing voor.

Een wezenlijk voordeel bestaat ook daarin, 20 dat bij beschadiging van een filterkaars alleen deze kaars uitgewisseld moet worden en niet zoals bij de bekende systemen het gehele filterelement.

Daarbij kunnen de opneemboringen in de schijven gelijktijdig ook: de ringruimten vormen, waarin de toe-25 voerboringen uitmonden. Van voordeel is ook als telkens bij twee in langsrichting van de verdeelbuis achter elkaar liggende rijen van filterelementen met filterkaarsen in de buitenste omtrekszone uittredespleten tussen twee tegen elkaar aan liggende schijven vrijgehouden zijn.

30 Door een dergelijke aanbrenging en uitvoe ring van filterelementen en filterkaarsen ontstaan zeer gelijkmatige afvoerstroken en ook gelijkmatige belastingen tijdens de filtratie en de terugspoeling van de filteropper-vlakken.

35 Ter verhoging van de filtercapaciteit kunnen in radiale richting boven de verdeelbuis twee of meer rijen filterelementen achter elkaar aangebracht zijn, waarbij de verder buitenliggende filterkaarsen aan de toevoerzijden door overeenkomstige toevoerboringen, die door de verder 40 binnen liggende filterruimten van vloeistof voorzien worden 8201616 -4- of eveneens direct door van de verdeelbuizen uitgaande toe-voerboringen van trodsele vloeistof voorzien worden.

Om plaatsredenen kan het van voordeel zijn als in een huis twee of meer evenwijdig aan elkaar liggende 5 verdeelbuizen met filterelementen aan de omtrek aangebracht zijn, waarbij een gemeenschappelijke ruimte voor heldere vloeistof aangebracht is. Op deze manier kunnen meerdere filtereenheden in een gemeenschappelijk huis aangebracht worden.

10 Een verdere ontwikkeling volgens de uitvin ding, waarbij de verplaatsbare terugspoelinrichting uit ten minste een in het inwendige van de verdeelbuis in de langs-richting verplaatsbare zuiger bestaat, die op een holle schuifbuis aangebracht en van in radiale richting verlopende 15 boringen voorzien is, die met toevoerboringen tot dekking brengbaar zijn, bestaat hierin, dat de zuiger van minder boringen is voorzien dan er toevoerboringen naar de folterkamers van een langssectie aanwezig zijn en dat de zuiger om zijn langsas draaibaar is. De zuiger kan evenzo stervormig 20 uitgevoerd zijn om daarmede de niet aan de terugspoelhandeling deelnemende filterkaarsen optimaal van trodaele vloeistof te voorzien.

Deze oplossing die onafhankelijk van de soort en de vorm van de folterkamer en de filterkaarsen is, 25 verschaft een wezenlijk intensievere reiniging van de filter-oppervlakken bij de terugspoeling. Inplaats van een terug-spoeling van alle filtervlakken, die dienovereenkomstig over de omtrek verdeeld zich op een langssectie bevinden, wordt slechts telkens een deel van de filteroppervlakken van deze 30 langssectie teruggespoeld. Op deze manier wordt de reini-gingswerking verhoogd. Het is slechts vereist, dat de zuiger dienovereenkomstig gedraaid wordt, wat bijvoorbeeld tactge-wijs zo geschieden kan, dat na elkaar alle toevoerboringen van een filterelement in lijn komen te liggen met de boringen 35 in de zuiger.

Voor het uitsparen van toevoerboringen en voor het verminderen van het dode volume aan de troebele en terugspoelzijde is het voordeel als telkens een toevoer-boring voor de verzorging van twee aan de omtrek naast elkaar 40 liggende filterkamers aangebracht is. Op deze manier zijn 8201616 > > -5- slechts half zo veel toevoerboringen als filterkamers vereist.

Een eenvoudige oplossing voor de vereiste toevoerboringen voor de verzorging van overige filterelemen-ten met troebele vloeistof bestaat hierin, dat de zuiger van 5 vier kruisvormig aangebrachte boringen voorzien is. Natuurlijk zijn echter binnen het kader van de uitvinding ook nog andere uitvoeringen en opstellingen mogelijk, zo bijvoorbeeld de uitvoering van de zuiger voor de terugspoeling met slechts ëën, twee, drie of een veelvoud van afneemarmen en afneem-10 boringen. Door deze oplossing is het mogelijk, dat tijdens het terugspoelen van een bepaald aantal filterkaarsen, de overige filterkaarsen van het betreffende filtereenheid verder deelnemen aan de filtratie.

Hierna wordt een uitvoeringsvoorbeeld van 15 de uitvinding, waaruit verdere kenmerken van de uitvinding blijken aan de hand van de tekening in principe beschreven. Hierin toont: fig. 1 een langsdoorsnede door de filter- inrichting; 20 fig. 2 een uitsnijding op grotere schaal van een deel van de langsdoorsnede met de volgens de uitvinding toegepaste filterkaarsen in ringvormige filterelementen ingebouwd; fig. 3 een doorsnede III-III volgens fig.

25 1? fig. 4 een met de doorsnede III-III overeenkomende doorsnede volgens een andere uitvoering van de uitvinding; fig. 5 een uitsnijding van een met de 30 doorsnede III-III overeenkomende doorsnede met meerdere boven elkaar liggende filterkaarsen in een ringvormig filter-element.

De filterinrichting heeft een huis I met een toevoer 2, een afvoer 3 en een terugspoeluitgang 4. In 35 het huis 1 is centraal een verdeelbuis 5 aangebracht, waarvan het mantelvlak van een groot aantal toevoerboringen 6 is voorzien, die telkens in filterkamers 7 uitmonden. De filters zijn als filterkaarsen 8 uitgevoerd, die in opneem-boringen 9 van schijven 10 opgenomen zijn. De schijven 10 40 zijn op de verdeelbuis 5 geschoven en met hun opneemboringen 8201616

t P

-6- telkens paarsgewijs in hoofdzaak spiegelsymmetriseh ten opzichte van elkaar aangebracht, waardoor ze telkens een rij filterkaarsen 8, die op een langssectie van de verdeelbuis 5 over de omtrek ervan verdeeld aangebracht zijn, zeker vast-5 houden en daarmee een compleet ringvormig filterelement vormen.

Inplaats van telkens twee spiegelsymmetriseh ten opzichte van elkaar aangebrachte schijven 10, kan eventueel ook telkens slechts êén schijf toegepast worden, ter-10 wijl de filterkaarsen van een rij aan de andere zijde in boringen van een deksel zitten.

De filterkaarsen 8 zijn aan beide kopzijden open. Evenzo zijn de schijven 10 in het bereik van de kopzijden van de filterkaarsen aan hun kopzijden van openingen 15 11. voorzien. Verder zijn de schijven 10 zo uitgevoerd, resp. zo op de verdeelbuis 5 geschoven, dat telkens tussen twee tegen elkaar aanliggende schijven 10, die telkens aan twee aan elkaar grenzende rijen filterkaarsen 8 toegevoegd zijn, in de buitenste omtrekszone uittredespleten 12 zijn gevormd, 20 die met de openingen 11 en daarmee met de binnenruimten van de filterkaarsen 8 in verbinding staan. Op deze manier wordt een verbinding naar de ringvormige ruimte 13 voor heldere vloeistof verschaft, van waaruit de afvoer 3 voor heldere vloeistof plaatsvindt. Inplaats van uittredespleten 12 kunnen 25 natuurlijk ook overeenkomstige kanalen, zoals bijvoorbeeld boringen, in de schijven aangebracht worden, die een verbinding tussen de ruimte 13 voor heldere vloeistof en het inwendige van de kaarsen resp. de openingen 11 vormen.

Om een nauwkeurige scheiding van het troebe-30 le ruimtedeel van het heldere ruimtedeel te verschaffen, zijn telkens afdichtingen 14 tussen twee schijven 10, afdichtingen 15 tussen de filterkaarsen 8 en de schijven 10 en afdichtingen 16 tussen de schijven 10 en de verdeelbuis 5 aangebracht.

De filterkamers 7 zijn telkens als ringvor-35 mige ruimten uitgevoerd, die door telkens twee schijven.10 en telkens een omtrekswand van een filterkaars 8 begrensd zijn. De toevoerboringen 6 monden daarbij ongeveer in de middelste zone in de filterkamers 7 uit. Gelijktijdig zijn de schijven 10 in deze zone van indraaiingen 17 resp. een 40. verspringing voorzien, waardoor een betere verdeling van de 8201616 « γ -7- toestromende vloeistof wordt verkregen.

Een deel van de toevoerboringen 6 voor een om-treksrij wordt door een van radiale boringen 18 voorziene aanstuur schijf .19 gevormd, die tussen de beide voor het opne-5 men van een rij filterkaarsen 8 en de schijven 10 geklemd is. Deze schijf 19 maakt een nauwkeurig stromingstechnische aansturing van het filterelement mogelijk. Natuurlijk kan zo nodig de aanstuurschijf 19 ook weggelaten worden. Voor een precieze en eenvoudige opneming in de schijven 10 zijn deze 10 voorzien van kopringen 20, waarin ook de afdichtingen 15 liggen. Via de kopringen 20 2ijn dë filterkaarsen 8 passend in de opneemboringen van de schijven 10 aangebracht. De diameters van de kopringen 20 zijn daarbij iets groter dan de diameter van elke bijbehorende filterkaars 8, waarmee de 15 grootte van de ringvormige filterkamers' vastgelegd wordt.

7

Voor de vereenvoudiging van de fabricage zijn de opneemboringen 9 en de openingen 11 als gemeenschappelijke getrapte boringen uitgevoerd.

De schijven 10 worden samen met de daartussen 20 liggende aanstuurschijven 19 door een spaninrichting 21 op de verdeelbuis 5 in de axiale richting vastgeklemd.

De terugspoelinrichting heeft twee verschuifbare zuigers 22, die op een holle schuifbuis 23, die in het inwendige van de verdeelbuis 5 aangebracht is, bevestigd zijn.

25 Elke zuiger 22 is in de langsrichting van een of meer gaten 24 voorzien, zodat tijdens de reiniging van Silterelementen vloeistof ook in de achter de zuiger 22 aangebrachte toevoerboringen 6 kan komen. Inplaats van twee zuigers 22 kunnen natuurlijk ook slechts een of zelfs meerdere zuigers - naargelang 30 van het aantal van de achter elkaar liggende filterkorven -toegepast worden.

De schuifbuis 23 is van een verstelinrichting 25 voorzien, die vanuit een niet nader afgebeeld drijfwerk 26 versteld kan worden. Op deze manier kan de zuiger 22 in 35 de langsrichting verplaatst worden.

In overeenstemming met het aantal van de op een langssectie van de verdeelbuis 5 over de omtrek ervan verdeelde boringen 6 kan elke zuiger 22 van hetzelfde aantal van in radiale richting verlopende boringen 27 voorzien worden, die 40 in lijn kunnen worden gebracht met de toevoerboringen 6. Even- 8201616 # · -8- tueel kan de zuiger 22 daarbij van een, twee of meer achter elkaar liggende rijen boringen 27 voorzien zijn, zodat zo nodig stapsgewijs meerdere achter elkaar liggende filter-kaarsen gereinigd kunnen worden.

5 Inplaats van dat in de zuiger of zuigers 22 hetzelfde aantal boringen 27 als toevoerboringen 6 aanwezig zijn, kunnen ook zonodig belangrijk minder boringen 27 in elke zuiger 22 aanwezig zijn.

Zo zijn bijvoorbeeld in fig. 3 slechts IQ vier boringen 27 afgeheeld, die kruisvormig aangebracht zijn. Deze boringen 27 gaan daarbij uit van de binnenruimte van de schuifbuis 23 en monden dienovereenkomstig in vier toevoerboringen 6. Op deze manier worden de filterkamers 7, die met de toevoerboringen 6 in verbinding staan, dienovereenkomstig 15 intensief gespoeld. Aansluitend wordt de verdeelbuis 23 samen met de zuiger of zuigers 22 door een niet nader afge-beelde draai-inrichting om een takt gedraaid, zodat vier andere filterkamers 7 dienovereenkomstig teruggespoeld en daarmee van aanhechtende verontreinigingen gereinigd worden. 2Q Natuurlijk kan inplaats van vier boringen 27 ook willekeurige andere aantallen, bijvoorbeeld, twee, drie, zes, acht, twaalf enz. toegepast worden. In het algemeen zal men een zodanig aantal toepassen, dat een overeenkomstig veelvoud daarvan overeenkomt met het totale aantal 25 toevoerboringen 6.

In fig. 4, die met de doorsnede van fig. 3 overeenkomt, is een ander uitvoeringsvoorbeeld afgeheeld, dat echter in wezen overeenkomt met het bovenstaand beschreven voorbeeld. Het enige verschil bestaat slechts hierin, 30 dat de toevoerboringen 6 telkens twee naburig ten opzichte van elkaar liggende filterkamers 7 van troebele vloeistof voorzien respectievelijk gemeenschappelijk aan de terug-spoelinrichting aangesloten kunnen worden. Op die manier is het aantal toevoerboringen gehalveerd. Een verder voordeel 35 van deze uitvoering bestaat hierin, dat de toevoeren in wezen tangentiaal in de filterkamers 7 uitmonden, waardoor een werveleffect voor een betere filtrering en terugspoeling ontstaat.

De vermindering van het aantal toevoer-40 boringen in de totale omtrek leidt tot een goedkopere fabri- 8201616 -9- * · cage en bij bepaalde produkten tot een beter filtratie-effect.

Aan de terugspoeluitgang 4 heerst een lagere druk, in het algemeen de atmosferische druk,, zodat 5 een overeenkomstig drukverval tussen de ruimte voor heldere vloeistof waarin bijvoorbeeld een bedrijfsdruk van 50 bar kan heersen, aanwezig is. Door de maatregel wordt een slags-gewijze reiniging respectievelijk terugspoeling van verontreinigingen bereikt, die zich op de filterkaarsen afgezet 10 hebben.

De zuiger 22 kan continu of trapsgewijs in het inwendige van de verdeelbuis 5 in de langsrichting verplaatst worden. Wórdt daarbij een verbinding tussen de toevoerboringen 6 en de boringen 27 in de zuiger 22 gevormd, 25 dan wordt daarmee gelijktijdig via de holle schuifbuis 23, de doorgang 28 in de schuifbuis en de ringruimte 29 een verbinding met de terugspoeluitgang 4cpvormd. Door het daarmede ontstane drukverval in de betreffende filterruim-ten 7 worden terugstromingen in de filterruimten bereikt 20 en verontreinigingen, die zich op het filteroppervlak afgezet hebben, via de kanalen 6, 27, 28 naar de terugspoeluitgang 4 afgevoerd.

Ter verhoging van het prestatievermogen van de filterinrichting kunnen - zoals in fig. 5 in een 25 uitsnijding is aangeduid - op een langssectie meerdere boven elkaar liggende rijen filterkaarsen aangebracht worden.

Daarbij kunnen de radiaal buiten liggende filterkaarsen door de telkens verder naar binnen liggende filterkamers van vloeistof voorzien worden of deze bezitten afzonderlijke 30 toevoerboringen, die eveneens van de verdeelbuis uitgaan.

Om plaatsredenen zal men daarbij in het algemeen de boven elkaar liggende filterkaarsenrijen versprongen ten opzichte van elkaar aanbrengen, waarbij eventueel de toevoerboringen van de verder naar buiten liggende filterkaarsen tussen de 35 verder naar binnen liggende filterkaarsen doorgevoerd kunnen worden.

Een andere mogelijkheid'lom op een zo klein mogelijke ruimte een hoog aantal filterelementen onder te brengen, kan hierin bestaan, dat in een huis twee of meer 40 evenwijdig aan elkaar liggende verdeelbuizen met filterkaar- 8201616 * · -10- sen aan de omtrek aangebracht zijn. Daarbij kan dan een gemeenschappelijke ruimte voor heldere vloeistof aangebracht zijn. Evenzo is een achter elkaar schakeling van filterele-menten mogelijk.

5 De filterkaarsen kunnen op eenvoudige wij ze een cilindervorm bezitten. Natuurlijk zijn echter ook nog andere uitvoeringen mogelijk. Wezenlijk is alleen dat ter verkrijging van een groot oppervlak en een gunstige doorstroming de filters bij de filtratie van buiten naar binnen door-10 stroomd worden, waarbij de de toevoer van troebele vloeistof aan de filterkamers, zoals beschreven, om redenen van de optimale aansturing en van het geringe troebele en terug-spoelvolume vanuit het inwendige van het filterelement naar de filterkaarsen geschiedt.

8201616

Claims (19)

1. Filterinrichting voor het afscheiden van vaste deeltjes uit vloeistoffen in een huis met een in het inwendige van een centrale verdeelbuis uitmondende toevoer, waarbij de verdeelbuis over zijn lengte van een groot 5 aantal in radiale richting verlopende toevoerboringen voorzien is, die telkens in filterkamers met filters uitmonden, met een afvoer uit een achter de filters aangebrachte ruimte voor heldere vloeistof en met een verplaatsbare terugspoel-inrichting, die achter elkaar een of meer filterkamers tel-10 kens gedurende korte tijd met een onder een lagere druk dan de in de ruimte voor heldere vloeistof heersende druk staande vuilafvoerinrichting verbindt, met het kenmerk,. dat de filterkamers (7) in wezen als ringvormige ruimte uitgevoerd zijn en de filtérs van buiten naar binnen 15 doorstroomde filterkaarsen {8} zijn, waarbij telkens de beide kopzijden van de filterkaarsen (81 naar de ruimte (13) voor heldere vloeistof toe open zijn.

2. Filterinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat om de verdeelbuis (5) meer- 20 dere in de huislangsrichting achter elkaar aangebrachte rijen van over de omtrek ervan verdeelde filterkaarsen (8) aan-gehracht zijn.

3. Filterinrichting volgens conclusie 1 of 2, m et het kenmerk, dat telkens de filter- 25 kaarsen (81 van een omtreksrij in opneemboringen (9) van ten minste een op de verdeelbuis geschoven schijf (10) aangebracht zijn, waarbij de kopzijden van de schijf (10) in het bereik van de filterkaarsenkopzijden van openingen (11) voorzien zijn, die naar de ruimte (13) voor heldere vloei-30 stof toe open zijn.

4. Filterinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat telkens de filterkaarsen (81 van een omtreksrij tussen twee in wezen spiegelsymme-trisch ten opzichte van elkaar liggende schijven (10) inge- 35 legd zijn,

5. Filterinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de filterkaarsen (8) van kopringen (201 voorzien zijn, en via deze in de schijven 8201616 -12- (10) vastgehouden worden.

6. Filterinrichting volgens conclusie 4 of 5/ met het kenmerk, dat de kopringen (20) een grotere diameter hebben dan de filterkaarsen (8) en de opneembo- 5 ringen (9) samen met de filterkaarsen (8) de ringvormige filterkamers (7) vormen, waarin de toevoerboringen (6) uitmonden.

7. Filterinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de opneemboringen (9) in 10 het gebied, waarin de toevoerboringen (6) uitmonden zijn voorzien van indraaiingen (17) die de filterruimte (7) vergroten.

8. Filterinrichting volgens conclusie 6 of 7,met het kenmerk, dat een gedeelte van de toe- 15 voerboringen (6) voor een omtreksrij door een van radiale boringen (18) voorziene aanstuurschijf (19) is gevormd, die tussen de beide schijven (10) geklemd is.

9. Filterinrichting volgens êën der conclusies 3-8, met het kenmerk, dat de op de verdeel- 20 buis (5) achter elkaar geschoven schijven (10) gemeenschappelijk vastgespannen zijn.

10. Filterinrichting volgens één der conclusies 3-9, met het kenmerk, dat telkens tussen twee in de langsrichting van de verdeelbuis (5) achter elkaar 25 liggende rijen filterkaarsen (8) in de buitenste omtrekszone uittredespleten (12) tussen twee tegen elkaar aanliggende schijven (10) vrijgehouden zijn.

11. Filterinrichting volgens één der conclusies 1—10, met het kenmerk, dat de filterkaarsen 30 (8) een cilindervorm hebben en de toevoerboringen (6) ten minste bij benadering in de middenzone van de cilinders in de ringvormige filterruimte (7) uitmonden.

12. Filterinrichting volgens één der conclusies l-ll, met het kenmerk, dat in de radiale 35 richting boven de verdeelbuis (5) twee of meer rijen filterkaarsen (8) achter elkaar respectievelijk boven elkaar aangebracht zijn.

13. Filterinrichting volgens conclusie 12, met het kenmer k,dat de toevoerboringen (6) voor 40 de filèrkamers (71 van verder naar buiten liggende filterkaar- 8201616 -13- sen (8) telkens van de naburige verder naar binnen liggende filterkamers aftakken.

14. Filterinrichting volgens conclusie 12,met het kenmerk, dat de achter elkaar respec-5 tievelijk boven elkaar liggende filterkaarsenrijen versprongen ten opzichte van elkaar aangebracht zijn en de toevoer-boringen (6) van de verder naar buiten liggende filterkaarsen van de verdeelbuis (5) uit tussen de verder naar binnen liggende filterbuizen doorgevoerd zijn.

15. Filterinrichting volgens een der con clusies 1-14, met het kenmerk, dat in een huis (1) twee of meer evenwijdig aan elkaar liggende verdeelbuizen (5) met filterkaarsen (8) aan de omtrek aangebracht zijn, waarbij een gemeenschappelijke ruimte (13) voor heldere 15 vloeistof aangebracht is.

16. Filterinrichting voor het afscheiden van vaste deeltjes uit vloeistoffen in een huis met een in het inwendige van een centrale verdeelbuis uitmondende toevoer, waarbij de verdeelbuis over zijn lengte van een groot aantal 20 in radiale richting verlopende toevoerboringen voorzien is, die telkens in filterkamers met filters uitmonden, met een afvoer uit een achter de filters aangebrachte ruimte voor heldere vloeistof en met een verplaatsbare terugspoelinrich-ting, die achter elkaar een of meerdere filterkamers telkens 25 gedurende korte tijd met een onder een lagere druk dan de in de ruimte voor heldere vloeistof heersende druk staande vuilafvoerinrichting verbindt, waarbij de verplaatsbare terug-spoelinrichting uit ten minste een in het inwendige van de verdeelbuis in de langsrichting verplaatsbare zuiger bestaat, 30 die op een holle schuifbuis aangebracht en van in radiale richting verlopende boringen voorzien is, die met toevoerboringen tot dekking brengbaar zijn, met het kenmerk, dat de zuiger (221 van minder boringen (27) is voorzien als er toevoerboringen (61 naar de filterkamers (7) 35 van een langssectie aanwezig zijn en dat de zuiger (22) om zijn langsas draaibaar is.

17. Filterinrichting volgens conclusie 16,met het kenmerk, dat de zuiger (22) taktgewijs zo draaibaar is, dat achter elkaar alle toevoerboringen (6) 4Q in lijn met de boringen (271 worden gebracht. 8201616 — s. -14-

18. Filterinrichting volgens conclusie 16 of 17, met het Icenmer k,dat de zuiger (22) van vier kruisvormig aangebrachte boringen (27) voorzien is.

19. Filterinrichting volgens êên der 5 conclusies 1-18, met het kenmerk, dat telkens een toevoerboring (6) voor de verzorging van twee aan de omtrek naast elkaar liggende filterkamers (7) aangebracht is. 8201616