NL8201383A - Werkwijze voor het verminderen van het volume en het inkapselen van water bevattend, licht-radioaktief afvalmateriaal. - Google Patents

Werkwijze voor het verminderen van het volume en het inkapselen van water bevattend, licht-radioaktief afvalmateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL8201383A
NL8201383A NL8201383A NL8201383A NL8201383A NL 8201383 A NL8201383 A NL 8201383A NL 8201383 A NL8201383 A NL 8201383A NL 8201383 A NL8201383 A NL 8201383A NL 8201383 A NL8201383 A NL 8201383A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
waste material
water
organic liquid
process according
azeotropic mixture
Prior art date
Application number
NL8201383A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gen Electric
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gen Electric filed Critical Gen Electric
Publication of NL8201383A publication Critical patent/NL8201383A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21FPROTECTION AGAINST X-RADIATION, GAMMA RADIATION, CORPUSCULAR RADIATION OR PARTICLE BOMBARDMENT; TREATING RADIOACTIVELY CONTAMINATED MATERIAL; DECONTAMINATION ARRANGEMENTS THEREFOR
    • G21F9/00Treating radioactively contaminated material; Decontamination arrangements therefor
    • G21F9/04Treating liquids
    • G21F9/06Processing
    • G21F9/16Processing by fixation in stable solid media
    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21FPROTECTION AGAINST X-RADIATION, GAMMA RADIATION, CORPUSCULAR RADIATION OR PARTICLE BOMBARDMENT; TREATING RADIOACTIVELY CONTAMINATED MATERIAL; DECONTAMINATION ARRANGEMENTS THEREFOR
    • G21F9/00Treating radioactively contaminated material; Decontamination arrangements therefor
    • G21F9/04Treating liquids
    • G21F9/06Processing
    • G21F9/08Processing by evaporation; by distillation
    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21FPROTECTION AGAINST X-RADIATION, GAMMA RADIATION, CORPUSCULAR RADIATION OR PARTICLE BOMBARDMENT; TREATING RADIOACTIVELY CONTAMINATED MATERIAL; DECONTAMINATION ARRANGEMENTS THEREFOR
    • G21F9/00Treating radioactively contaminated material; Decontamination arrangements therefor
    • G21F9/04Treating liquids
    • G21F9/06Processing
    • G21F9/16Processing by fixation in stable solid media
    • G21F9/167Processing by fixation in stable solid media in polymeric matrix, e.g. resins, tars

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)
  • Separation, Recovery Or Treatment Of Waste Materials Containing Plastics (AREA)
  • Macromonomer-Based Addition Polymer (AREA)
  • Heat Treatment Of Water, Waste Water Or Sewage (AREA)
  • Sealing Material Composition (AREA)
  • Addition Polymer Or Copolymer, Post-Treatments, Or Chemical Modifications (AREA)
  • Vaporization, Distillation, Condensation, Sublimation, And Cold Traps (AREA)

Description

* *-s ^ S 2348-1166 " P & c
Werkwijze voor het verminderen van het volume en het inkapselen van water bevattend, licht-radioaktief afvalmateriaal.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op het behandelen van water bevattende afvalmaterialen in de vorm van een oplossing of brij om zich doelmatig van deze materialen te ontdoen. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op het uit de weg ruimen van water bevattende 5 radioaktieve afvalmaterialen uit kernenergie-installaties, en verschaft een volumevermindering en een veilig opslaan of begraven van deze materialen.
Met "licht" water gemodereerde en gekoelde kernenergie-installaties vereisen veel-omvattende behandelingsvoorzieningen ten einde het water binnen voorgeschreven grenzen voor de radioaktiviteit en de zuiverheid te houden.
10 Met het water meegevoerde corrosieprodukten worden geaktiveerd tijdens hun doorvoer door de reaktorkem en sommige splijtingsprodukten lekken uit de splijtstofbundels en komen in het water terecht. De behandelingsmethoden voor het zuiveren van dit water geven effluenten van regenereringsoplossingen voor ionenuitwisseling, die gewoonlijk gevormd worden door oplossingen van 15 natriumsulfaat, filtreerslib dat gekombineerd is met ionenuitwisselingma-terialen of andere filtreerhulpmiddelen, en af val- ionenuitwisselingsharsen, die alle enigszins radioaktief zijn. Deze afvalmaterialen vereisen inkapseling om "uitlogen" door grondwater tot een minimum te beperken en deze materialen te kunnen begraven ten. einde ze definitief uit de weg te ruimen.
20 Tot nu toe heeft men deze afvalmaterialen gemengd met beton, asfalt of ureum-formaldehydeharsen als inkapselingsmaterialen. Deze methoden verschaffen echter geen belangrijke volumevermindering, en in het geval van inkapselen door beton neemt: .het volume toe. In de laatste jaren zijn be-gravings- en transportkosten aanzienlijk toegenomen, hetgeen vermindering 25 van het volume van het te begraven materiaal en derhalve vermindering van het afvalmateriaalvolume vein groot economisch belang maakt.
Het "uitlogen" van radioaktieve materialen uit het begraven afvalmateriaal door het grondwater is ook een zeer gevoelige kwestie geworden. Geen van de bovengenoemde inkapselingsmaterialen verschaft een "uitloog"» 30 snelheid die laag genoeg is over een langdurige periode om moeilijkheden op dit gebied te vermijden.
Andere methoden voor het uit de weg ruimen van radioaktief afvalmateriaal worden besproken in Amerikaanse octrooischrift 4.077.901, volgens welke literatuurplaats de oplossing of brij van radioaktief afval wordt 35 gedispergeerd in een polymerisatiemiddel dat een vast polymeer om het afvalmateriaal vormt zodat men zich van het afvalmateriaal kan ontdoen. Verder bespreekt het Amerikaanse octrooischrift 4.119.560 de dehydratering van 8201383 ♦ 1 t Λ - 2 - de afvalmaterialen met een verhitte inerte drager, waarbij het gedroogde afvalmateriaal uiteindelijk wordt ingekapseld in een gepolymeriseerd epoxy-materiaal ten einde zich vein het afvalmateriaal te kunnen ontdoen.
De uitvinding verschaft een methode en een systeem voor het ont-5 wateren van een afvalstroom door azeotropische destillatie onder toepassing van een niet in water oplosbare koolwaterstof, en inkapseling van het residu van het ontwaterde afvalmateriaal met een organisch polymeer. 'In de voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding kan een polymeriseerbaar monomeer als component dienen van het azeotropische mengsel ter vergemak-10 kelijking van de verwijdering van water, en dit monomeer gaat vervolgens deel uit maken van het inkapselingspolymeer.
De bijgevoegde tekening is een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Volgens de uitvinding past men azeotropisch drogen toe ter ver-15 wijdering van water uit verontreinigde oplossingen of brijen. De destillatie-temperaturen. zijn steeds lager dan het kookpunt van de laagstkokende component van het mengsel. Het ontwaterde afvalmateriaal, waarvan het volume verminderd is en dat bij voorkeur bevochtigd is met een polymeriseerbaar monomeer, wordt vervolgens ingekapseld. door kombinatie met een co-reaktief polymeer 20 dat hètnzich daarin bevindende afvalmateriaal omhult.
In de voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding gebruikt men een polymeriserend monomeer, zoals styreen, voor het verkrijgen van het azeotropische mengsel en als co-reaktiecomponent voor het verkrijgen van het inkapselende polymeer. Derhalve kan dezelfde vloeistof die een component 25 van het azeotropische mengsel voor het ontwateren verschaft, behouden worden met en/of teruggevoerd naar het afvalmateriaal ter verkrijging van het inkapselende polymeer.
In de tekening is bij wijze van voorbeeld een systeem 10 voor het ontwateren en inkapselen van afval weergegeven dat de volgens de onderhavige 30 werkwijze toegepaste stappen alsmede geschikte middelen voor het uitvoeren van de onderhavige werkwijze toelicht.
Men voert water bevattend afvalmateriaal naar een vat 12 van het systeem 10 voor het verwijderen van water en het inkapselen volgens de uitvinding. Vat 12 is voorzien van een geschikt verhittingsorgaan, zoals 35 een mantel 14 voor een verhittingsmedium, bijv. stoom of heet water, en van een mengorgaan voor het kombineren van de zich hierin bevindende bestanddelen, bijv. een mengschoep 16 met een aandrijfinrichting zoals een motor. Het vat 12 bevat een toevoer-inlaat 18 voor het invoeren van water bevattend afvalmateriaal, en een uitlaat 20, die zich bij voorkeur onderin 8201383 * £ - 3 - het vat bevindt, voor het hieruit af voeren van de inhoud.
Een in water onoplosbare organische vloeistof wordt uit een reservoir hiervan, bijv- vat 22, in het vat 12 gevoerd om gemengd te worden met het water bevattende afvalmateriaal, onder vorming van een mengsel van de 5 organische vloeistof met het water, welk mengsel een lage kooktemperatuur bezit.
Men kan een aantal organische uitgangsmaterialen in het systeem toepassen. Zo kan men bijv. styreen uit vat 22 toevoeren en dit materiaal toepassen voor het vormen van het azeotropische mengsel met water voor het 10 verwijderen van water, of men kan styreen bevattende materialen, zoals in de handel verkrijgbare onverzadigde polyesters of hardbare, eindstandig vinyl bevattende esters uit vat 22 toevoegen waarbij het als component aanwezige styreen gebruikt wordt voor het vormen van het azeotropische mengsel met water.
15 Het systeem 10 kan voorzien zijn van een aantal voorraadhouders 22, 22', enz., om aan het vat 12 een azeotropisch mengsel en/of polymeer vormende middelen toe te voeren.
Het vat 12 kan zonodig ook voorzien zijn van een voorraadhouder, bijv. houder 24, voor een geschikt middel voor het regelen van de polymeri-20 satie, bijv. een polymerisatie-inhibitor, zoals mono-t.butylhydrochinon, of een polymerisatiekatalysator of hardingsmiddel zoals benzylperoxide.
Wanneer men aan het vat 12, dat waterhoudend afvalmateriaal bevat, een in. water onoplosbare organische vloeistof, zoals bijv. het poly-meriseerbare monomeer styreen of viny1tolueen, toevoert, wordt de organische 25 vloeistof in het water gedispergeerd onder vorming, van een azeotropisch mengsel met een betrekkelijk lage kooktemperatuur. Bij verhitting van het azeotropische mengsel, bijv. met stoom in mantel 14 wordt het laag kokende mengsel van water en organische vloeistof verdampt en het dampvormige mengsel in een met het verdampingsvat 12 verbonden koeler 28 gevoerd. Men 30 kan de verdamping van het azeotropische mengsel bevorderen en de temperatuur hiervan verlagen door de atmosferische druk in het vat verlagen. De druk in het vat kan verlaagd worden door middel van een verbinding met een vacuumbron 26 zoals een vacuumpomp.
De uit water en organisch materiaal bestaande damp van het ver-35 dampte;azeotropische mengsel wordt in de koeler 28 afgekoeld tot een vloeistof en het condensaat wordt naar een scheidingsinrichting 30 voor het scheiden van vloeistoffen gevoerd. De twee vloeistoffasen worden in de scheidingsinrichting gescheiden en de waterfase wordt uit deze inrichting afgevoerd.
8201383 ë * v - 4 -
De in water onoplosbare organische vloeistoffase, die zich boven de waterfase bevindt, wordt in de scheidingsinrichting 30 gedecanteerd en kan in het verdampingsvat 12 teruggevoerd worden om opnieuw gebruikt te worden of kan worden afgevoerd. De afgescheiden en gerecirculeerde organische 5 vloeistof kan worden gebruikt voor het vormen van een azeotropisch mengsel met water voor een bij lage temperatuur plaatsvindende verdamping bij een continu proces, of kan eenvoudig teruggevoerd worden voor een hierna volgende charge bij een discontinue werkwijze.
Derhalve kan het ontwateren van het water bevattende afvalmateriaal 10 worden voortgezet tot iedere mate van verwijdering van het watergehalte door vernieuwen of recirculeren van de organische vloeistof voor het handhaven van het azeotropische mengsel en de verdamping hiervan.
Wanneer een geschikte mate van volumevermindering door ontwateren van het water bevattende afvalmateriaal is bereikt, kan inkapselen van het 15 resterende afvalmateriaal met een organisch polymeer plaatsvinden.
Men kan' polymeriserende middelen, katalysator, verdere monomeren of onverzadigde voorpolymeren naar vat 12 voeren uit iedere bron of kombi-natie van bronnen hiervan en in iedere vorm. Organische materialen die polymeriseren volgens gebruikelijke reakties kunnen vers uit voorraadhouders 20 22, 22', enz., in vat 12 worden gevoerd om gekombineerd te worden met het afvalmateriaal en voor het inkapselen hiervan.. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt echter ten minste één van de bestanddelen van de polymerisatie voor het inkapselen bij voorkeur als component van het laag kokende azeotropische mengsel toegepast wannneer dit uitvoer-25 baar of mogelijk is bij het ontwateren. Wanneer een organische vloeistof geschikt is voor de dubbele funktie van het vormen van het azeotropische \bestanddeel/ mengsel met het water en het Vormen., van. een..._Y^ van het inkapselende polymeer, behoeft het slechts uit de koeler 28 en de scheidingsinrichting 30 te worden gerecirculeerd in het verdampingsvat 12, waarin het deelneemt 30 aan de vorming van het inkapselende polymeer. Uiteraard kan een deel van het (de) polymeer vormende bestanddeel (bestanddelen) verschaft worden door recirculatie van de verdamping van het azeotropische mengsel en een deel kan vers worden toegevoerd. Ook kan men een component voor het verkrijgen van het polymeer toepassen voor het verkrijgen van het azeotropische mengsel 35 en naar het vat 12 recirculeren, terwijl een of meer andere componenten voor het polymeer direkt vers in het vat voor het inkapselen kunnen worden gevoerd.
In ieder geval zijn de polymeersamenstellingen en dé bij hun vorming toegepaste polymerisatiereakties en polymeriserende middelen en 8201383
, V
% - 5 - dergelijke, d.w.z. monomeren, katalysatoren en hardingsmiddelen, bekende en gebruikelijke samenstellingen, reakties en bestanddelen. Zie bijv. de in de Amerikaanse octrooischriften 4.077.901 en 4.119.560 beschreven polymeren.
5 Onverzadigde polyesters, hardbare, eindstandig vinyl bevattende esters en epoxypolymeren zijn in het algemeen geschikt voor het inkapselen van af val en vormen voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding.
Polyesters en divinylesters zijn voorbeelden van geschikte polymeren die styreen of vinyltolueen als monomeer kunnen bevatten. Een repre-10 sentatief onverzadigd polyester-polymeer is een reaktieprodukt van ftaal-zuur, maleienzuur en. een veelwaardige alcohol. Een representatieve hardbare, eindstandig vinyl bevattende ester is een bis(acrylaatester) van een diol.
De onderstaande werkwijze licht een uitvoeringsvorm van de uitvinding toe waarbij een polymeer zoals een onverzadigde polyester of di-15 vinylester en een. monomeer van het styreen- of vinyltolueentype, dat als component van het azeotropische mengsel en het inkapselende polymeer dient, worden toegepast. In een geschikt, met stoom verhit bad, zoals in de tekening weergegeven (12), kombineert men styreen met een water bevattend afvalma-teriaal dat 20 gew.% natriumsulfaat bevat ten einde een effluent van een 20 regeneratie-oplossing van een ionenuitwisseling na te bootsen. Men voegt styreen toe in een hoeveelheid van circa 17 kg per 100 kg natriumsulfaat in het water van het afvalmateriaal. Het mengsel wordt verwarmd en gehouden op zijn kookpunt van 94° C bij atmosferische druk en het azeotropische mengsel van water-styreen wordt gevormd en verdampt in een verhouding van circa 25 59,1 % styreen en circa 40,9 % water. De damp wordt verzameld en gecondenseerd; daar water en styreen onoplosbaar in elkaar zijn, worden de twee fasen gescheiden, het water op iedere geschikte wijze afgevoerd en het styreen gerecirculeerd naar de afvaloplossing of -brij in het vat.. De recirculatie van het styreen wordt voortgezet totdat praktisch al het water 30 uit de hoeveelheid van 100 kg natriumsulfaat is verwijderd. Op dit punt stijgt de temperatuur met het uitdrijven van resterend azeotropisch styreen-watermengsel, en de temperatuurstijging geeft de verwijdering van het water aan.
Circa 26 kg polyester- of divinylester-bestanddelen worden aan 35 het ontwaterde afvalmateriaal toegevoegd en hierdoor gedispergeerd door mengen. De bestanddelen van de betreffende polymeersamenstelling kunnen afzonderlijk worden ingevoerd, bijv. uit de weergegeven voorraadhouders 22, 22', enz., of in de vorm van een in de handel verkrijbaar samenstel van de bestanddelen. Circa 0,3 kg katalysator, bijv. benzylperoxide, wordt 8201383 - 6 - aan de andere componenten in het vat 12 toegevoegd, en de kombinatie van polymeriserende materialen en ontwaterd afvalmateriaal in een houder 32 afgevoerd. In plaats hiervan kan het middel voor het aktiveren van de polymerisatie, zoals een katalysator of hardingsmiddel, toegepast worden nadat 5 de polymeerbestanddelen en het ontwaterde afvalmateriaal uit het verdam-pingsvat zijn verwijderd. Bij beide methoden bevindt het afvalmateriaal zich binnen het (de) polymeriserende bestanddeel (bestanddelen) tijdens het plaatsvinden van de polymerisatie, waardoor een vaste massa verschaft wordt, waarin het ontwaterde afvalmateriaal omsloten is binnen een polymeer dat 10 "uitlogen" tegengaat of in sterke mate voorkomt. De volumevermindering van een 20%'s natriumsulfaatoplossing tot een vast produkt loopt uiteen van een faktor. 4 tot een faktor 10.
Er zijn polymerisatiekatalysatoren beschikbaar die bij een bepaalde temperatuurwaarde werkzaam worden. Derhalve kan men de katalysator 15 samen met de andere polymeriserende middelen in een azeotropisch mengsel voeren en het ontwateren door verdamping van het azeotropische mengsel beneden de aktiveringstemperatuur van de katalysator uitvoeren om de polymerisatie te verhinderen totdat een adequaat volume water verwijderd is.
Na het afvóeren van het mengsel van afvalmateriaal en polymeer in de produkt-20 trommel 32, wordt de trommel verhit om de polymerisatie op gang te brengen. Eventueel resterende katalysator in vat 12 geeft geen polymerisatie van de volgende charge daar de temperatuur waarbij de katalysator werkzaam wordt, niet bereikt wordt.
In de handel verkrijgbare samenstellingen van styreen bevattende 25 polymeerbestanddelen, bevatten vaak polymerisatie-inhibitors om de voortijdige polymerisatie van het styreen te voorkomen. Men kan verlaagde druk toepassen om de ontwatering bij lagere of gematigdere temperaturen uit te voeren die verenigbaar zijn met de inhibitor en styreen bevattende samenstelling, en de polymerisatie uitvoeren bij hierna toegepaste hogere tem-30 peraturen.
Representatieve polymeersamenstellingen van het epoxy-type,of de bestanddelen hiervoor, bevatten geen styreen of een vergelijkbaar bestanddeel dat een azeotropisch mengsel met water vormt. Bij toepassing van een inkapselingspolymeer van het epoxy-type, wordt derhalve een geschikte, 35 in water onoplosbare organische vloeistof, zoals benzeen, tolueen, een petroleumether, een keton of een aldehyde, opgenomen in of toegevoegd aan het water bevattende afvalmateriaal in een hoeveelheid die geschikt is om het azeotropische mengsel, met het water te vormen. Zo zijn bijv. de azeotropische kooktemperaturen en samenstellingen voor twee van deze organische 8201383 '•φ - 7 - vloeistoffen bij atmosferische druk als volgt:
Azeotroop Kooktemperatuur Samenstelling damp
gew.% B^O
Benzeen-H^O 69,3°G 8,9 5 Tolueen-H20 84,1°C 19,6
Behalve dat de organische vloeistof voor de vorming van het azeotropische mengsel onoplosbaar in water is om een gemakkelijke afscheiding van water mogelijk te maken, dient deze vloeistof een kooktemperatuur te bezitten die aanzienlijk beneden de kooktemperaturen van de bestand-10 delen van de polymeersamenstelling ligt indien al deze componenten tegelijkertijd moeten worden opgenomen. Ook dient de vloeistof zodanig te worden gekozen dat een azeotropisch mengsel met een minimale kooktemperatuur wordt verschaft, en hoe groter de hoeveelheid water in het azeotropische mengsel is des te doelmatiger verloopt de ontwatering.
15 Hieronder volgt een voorbeeld van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding onder toepassing van een inkapselend polymeer van het epoxy-type: men voert een water-houdend afvalmateriaal, dat circa 20:gew.% -natriumsulfaat bevat, in het vat 12 dat tolueen en een epoxyhars van de diglycidylether van bisfenol-A (Epon 828, Shell Chemical Co.) bevat. Het 20 afvalmateriaal wordt toegevoerd totdat circa 100 kg Na^SO^ is opgehoopt.
Men houdt de'..temperatuur in het vat op circa 85° C terwijl het azeotropische mengsel van water en tolueen verdampt, en voert het tolueen terug terwijl het water wordt afgevoerd. Een temperatuurstijging geeft aan dat praktisch al het water verwijderd is, waarbij de volumevermindering ongeveer het 25 zevenvoudige bedraagt. Vervolgens wordt het tolueen bij circa 1110 C verdampt ten einde het uit de epoxyhars en het afvalmateriaal te verwijderen; het verdampte tolueen wordt gecondenseerd en bewaard om opnieuw gebruikt te worden.
Het residu van afvalmateriaal en epoxyhars wordt gemengd om de 30 hars door het afvalmateriaal te verdelen; een hardingsmiddel, bestaande uit 5-6 gew. dln. diethylaminopropyamine per 100 gew.dln. van de epoxyhars wordt toegevoegd en met het residu gemengd en men brengt een harding tot stand om het afvalmateriaal in het vaste epoxy-polymeer op te sluiten.
8201383

Claims (25)

1. Werkwijze voor het verwijderen van water uit water bevattend afvalmateriaal en het inkapselen van het verkregen ontwaterde afvalmateriaal, met het kenmerkldat men (a) een in water onoplosbare organische vloeistof, die een laag kokend 5 azeotropisch mengsel met water vormt, kombineert met water en niet-vluchtig afvalmateriaal, en het azeotropische mengsel verhit om watercen organische vloeistof te verdampen en daardoor het afvalmateriaal te ontwateren; en (b) een polymeriseerbaar materiaal door het ontwaterde afvalmateriaal dis-pergeert en een polymere inkapseling om het ontwaterde afvalmateriaal vormt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat men als in water onoplosbare organische vloeistof een polymeriseerbaar monomeer gebruikt.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat men als poly meriseerbaar monomeer styreen en/of vinyltolueen gebruikt.
3 « - 8 -
4. Werkwijze volgens conclusies 1^3, met het kenmerk dat men als in water onoplosbare organische vloeistof een polymeriserende component toepast die de polymere inkapseling om het ontwaterde afvalmateriaal.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk dat men een co-polymeriserend middel met het monomeer kombineert ter vorming van de poly- 20 mere inkapseling om het ontwaterde afvalmateriaal.
6. Werkwijze volgens conclusies 2-5,met het kenmerk dat men een polymerisatiekatalysator aan het monomeer toevoegt ter vorming van de polymere inkapseling om het ontwaterde afvalmateriaal.
7. Werkwijze volgens conclusies 1-6, met het kenmerk dat het poly-25 meer, dat het ontwaterde afvalmateriaal inkapselt, een polyester, di-vinyl- ester en/of een epoxyhars is.
8. Werkwijze volgens conclusies 1-7, met het kenmerk dat men als in water onoplosbare organische vloeistof een polymeriseerbaar monomeer toepast en het monomeer van het water van het verdampte azeotropische 30 mengsel scheidt en kombineert met ontwaterd afvalmateriaal ter vorming van een polymere inkapseling om het ontwaterde afvalmateriaal.
9. Werkwijze volgens conclusies 1-8, met het kenmerk dat het afvalmateriaal radio-aktieve bestanddelen bevat.
10. Werkwijze voor het verminderen van het volume water in water be-35 vattend afvalmateriaal en het inkapselen van het verkregen ontwaterde afvalmateriaal, met het kenmerk dat men: (a) een in water oplosbare organische vloeistof, die met water een azeotropisch mengsel met lage kooktemperatuur vormt, kombineert met afvalmateriaal 8201383 r ί - 9 - "w. S Λ bevattend water, en het azeotropische mengsel verhit ten einde het water en de organische vloeistof te verdampen en daardoor het afvalmateriaal te . ontwateren; (b) de organische vloeistof van het water van het verdampte azeotropische 5 scheidt; en (c) een polymeriserend middel door het ontwaterde afvalmateriaal dispergeert, en een polymere inkapseling om het ontwaterde afvalmateriaal vormt.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk dat men de van het water van het verdampte azeotropische mengsel gescheiden organische 10 vloeistof terugwint en met het afvalmateriaal kombineert.
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk dat men als in water onoplosbare, organische vloeistof een polymeriseerbaar monomeer gebruikt.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk dat men als poly-15 meriseerbaar monomeer styreen gebruikt.
14. Werkwijze volgens conclusies 10-13, met het kenmerk dat men als in water onoplosbare organische vloeistof een polymeriseerbaar monomeer toepast, en het monomeer na afscheiding van het water van het verdampte azeotropische mengsel terugwint en met het afvalmateriaal kombineert om 20 dit in te kapselen.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat men een co-polymeriserend materiaal met het monomeer kombineert ter vorming van het inkapselende polymeer om het afvalmateriaal.
16. Werkwijze volgens conclusies 12-15, met. het kenmerk dat men een 25 polymerisatiekatalysator aan het monomeer toevoegt ter vorming van het inkapselende polymeer om het afvalmateriaal.
17. Werkwijze volgens conclusies 10t16, met het kenmerk dat het polymeer, dat het afvalmateriaal inkapselt, een copolymeer is dat gekozen wordt uit onverzadigde polyesters, hardbare, eindstandig vinyl bevattende 30 esters en epoxyharsen.
18. Werkwijze volgens conclusies 10-17, met het kenmerk dat men de verhitting van het azeotropische mengsel ter verdamping van het water en organische vloeistof hieruit uitvoert bij een lage temperatuur beneden de kooktemperatuur van het water met het zich daarin bevindende oplosbare 35 afvalmateriaal.
19. Werkwijze volgens conclusies 10-18, met het kenmerk dat het afvalmateriaal radioaktieve bestanddelen bevat.
20. Werkwijze voor het verminderen van het volume water in water bevattend radioaktief afvalmateriaal en het inkapselen van het verkregen 8201383 \ ·; * - ίο - ontwaterde radioaktieve afvalmateriaal met een polymeer, materiaal, met het kenmerk dat men (a) een in water onoplosbare organische vloeistof, die met water een azeo-tropisch mengsel met lage kooktemperatuur vormt, kombineert met radioaktief 5 afvalmateriaal bevattend water, en het azeotropische mengsel verhit op een lage temperatuur beneden circa 100° C ten einde het water en de organische vloeistof te verdampen en daardoor het afvalmateriaal te ontwateren; (b) de organische vloeistof van het water van het verdampte azeotropische mengsel scheidt en de..afgescheiden organische vloeistof met het afvalma- 10 teriaal kombineert; en (c) een polymeriserend middel voor het ontwaterde radioaktieve afvalmateriaal dispergeert, en een polymere inkapseling om het ontwaterde radioaktieve afvalmateriaal vormt.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk dat de in water 15 onoplosbare vloeistof een polymeriseerbaar monomeer is en het polymerise- rende middel vormt.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk dat het poly-meriseerbare monomeer styreen is.
23. Werkwijze volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk dat men 20 een polymerisatiekatalysator aan het monomeer toevoegt ter vorming van het inkapselende polymeer om het radioaktieve afvalmateriaal.
24. Werkwijze volgens conclusies 20.23, met het kenmerk dat het polymeer, waardoor het radioaktieve afvalmateriaal wordt ingekapseld, een · copolymeer is dat gekozen wordt uit onverzadigde polyesters, hardbare, 25 eindstandig vinyl bevattende esters en epoxyharsen.
25. Werkwijze, volgens conclusies 20-24, met het kenmerk dat het polymeer, waardoor het radioaktieve afvalmateriaal wordt ingekapseld, een epoxy-polymeer is, en de in water onoplosbare organische vloeistof van het azeotropische mengsel gevormd wordt door ten minste één van de 30 volgende verbindingen: benzeen, tolueen, petroleumether,. een keton en een aldehyde. 8201383
NL8201383A 1981-04-02 1982-04-01 Werkwijze voor het verminderen van het volume en het inkapselen van water bevattend, licht-radioaktief afvalmateriaal. NL8201383A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/250,439 US4434074A (en) 1981-04-02 1981-04-02 Volume reduction and encapsulation process for water containing low level radioactive waste
US25043981 1981-04-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8201383A true NL8201383A (nl) 1982-11-01

Family

ID=22947756

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201383A NL8201383A (nl) 1981-04-02 1982-04-01 Werkwijze voor het verminderen van het volume en het inkapselen van water bevattend, licht-radioaktief afvalmateriaal.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4434074A (nl)
JP (1) JPS57166600A (nl)
KR (1) KR890002386B1 (nl)
BE (1) BE892745A (nl)
CH (1) CH658334A5 (nl)
DE (1) DE3211221C2 (nl)
ES (1) ES8405990A1 (nl)
FR (1) FR2503438B1 (nl)
GB (1) GB2096390B (nl)
IT (1) IT1151710B (nl)
NL (1) NL8201383A (nl)
SE (1) SE8202108L (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3710319A1 (de) * 1987-03-28 1988-10-06 Wilhelm Geiger Gmbh & Co Verfahren zur langfristigen und umweltfreundlichen entsorgung von industriestaeuben mit wasserloeslichen anteilen, insbesondere von filterstaub aus muellverbrennungsanlagen
MX168680B (es) * 1987-11-06 1993-06-02 Rohm & Haas Metodo de solidificacion y encapsulacion que utiliza particulas de polimero de nucleo, cubierta
DD293219A5 (de) * 1988-12-14 1991-08-22 ������@������������k�� Verfahren zum aufbereiten von borverbindungen und radionuklide enthaltendem abwasser
US4992217A (en) * 1989-06-09 1991-02-12 Spinello Ronald P Apparatus and method for sterilizing, destroying and encapsulating medical implement wastes
US5401444A (en) * 1989-06-09 1995-03-28 Spintech Inc. Apparatus and method for verifiably sterilizing, destroying and encapsulating regulated medical wastes
US5078924A (en) * 1989-06-09 1992-01-07 Spinello Ronald P Apparatus and method for verifiably sterilizing, destroying and encapsulating regulated medical wastes
GB9217594D0 (en) * 1992-08-19 1992-09-30 Reads Plc Process for the treatment of sludge
US5434334A (en) * 1992-11-27 1995-07-18 Monolith Technology Incorporated Process for treating an aqueous waste solution
US5512730A (en) * 1993-11-30 1996-04-30 Spintech Inc. Self sterilizing hypodermic syringe and method
US6387274B1 (en) 2000-03-28 2002-05-14 Chem-Nuclear Systems, Llc System and method for the removal of radioactive particulate from liquid waste
WO2009055661A2 (en) * 2007-10-24 2009-04-30 Bemis Manufacturing Company Methods and apparatus for collecting and disposing of sharps
US10618104B2 (en) 2017-10-10 2020-04-14 General Electric Company Core with thermal conducting conduit therein and related system and method
US11148331B2 (en) 2017-10-10 2021-10-19 General Electric Company Mold system including separable, variable mold portions for forming casting article for investment casting
US11027469B2 (en) 2017-10-10 2021-06-08 General Electric Company Mold system including separable, variable mold portions for forming casting article for investment casting

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3954526A (en) * 1971-02-22 1976-05-04 Thiokol Corporation Method for making coated ultra-fine ammonium perchlorate particles and product produced thereby
DE2363474C3 (de) * 1973-12-20 1986-02-13 Kernforschungszentrum Karlsruhe Gmbh, 7500 Karlsruhe Verfahren zur Verfestigung von im wesentlichen organischen, radioative oder toxische Stoffe enthaltenden Abfallflüssigkeiten
US4077901A (en) 1975-10-03 1978-03-07 Arnold John L Encapsulation of nuclear wastes
DE2714672A1 (de) 1976-04-02 1977-11-10 Bofors Ab Verfahren zum abtrennen von festen, radioaktiven bestandteilen aus fluessigem abfall und ueberfuehren in einheiten fuer die langzeitlagerung
US4119560A (en) * 1977-03-28 1978-10-10 United Technologies Corporation Method of treating radioactive waste

Also Published As

Publication number Publication date
ES511042A0 (es) 1984-06-16
KR840000047A (ko) 1984-01-30
DE3211221C2 (de) 1986-08-21
DE3211221A1 (de) 1982-10-14
GB2096390B (en) 1985-01-30
FR2503438B1 (fr) 1988-05-27
IT1151710B (it) 1986-12-24
KR890002386B1 (ko) 1989-07-02
JPS6134118B2 (nl) 1986-08-06
CH658334A5 (de) 1986-10-31
GB2096390A (en) 1982-10-13
US4434074A (en) 1984-02-28
IT8220376A0 (it) 1982-03-25
ES8405990A1 (es) 1984-06-16
JPS57166600A (en) 1982-10-14
FR2503438A1 (fr) 1982-10-08
SE8202108L (sv) 1982-10-03
BE892745A (fr) 1982-10-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8201383A (nl) Werkwijze voor het verminderen van het volume en het inkapselen van water bevattend, licht-radioaktief afvalmateriaal.
US3929586A (en) Process for treatment of organic solvent-containing waste sludges
US5298530A (en) Process of recovering components from scrap polyester
US5092983A (en) Process for separating extractable organic material from compositions comprising said extractable organic material intermixed with solids and water using a solvent mixture
US3480515A (en) Method and apparatus for vapor compression distillation and vapor washing of impure water
CN102076471A (zh) 一种萃取聚酰胺-6的连续方法
US3365395A (en) Process for treating sewage with a halogenated hydrocarbon solvent
US3875212A (en) Process for continuously synthesizing acrylic acid esters
US4569787A (en) Process and apparatus for treating radioactive waste
US4383888A (en) Process for concentrating radioactive combustible waste
FR2479478A1 (fr) Scintillateur organique liquide en emulsion polymerisable, ses applications au comptage radio-actif et procede pour le detruire
US4476048A (en) Method of treating radioactive waste water
CA1159761A (en) Method of and apparatus for the treatment of radioactive waste water from nuclear power plants
US4715992A (en) Filter element reduction method
Miller et al. Volume reduction and encapsulation process for water containing low level radioactive waste
US5681449A (en) Process for producing oil from organic material-containing sludge
Park et al. Conversion of tire waste using subcritical and supercritical water oxidation
US4235737A (en) Method for treating radioactive liquids
US6660881B2 (en) Process for producing (meth)acrylic ester
CA2091508C (en) Process to separate inorganic sludges containing non-volatile hydrocarbons
US5149440A (en) Emulsion resolution
JPS5815079B2 (ja) 核燃料再処理施設からの放射性廃棄物処理方法
CN103804264A (zh) 处理dcp结晶母液的方法
JP3318520B2 (ja) 油化方法
JPS588714A (ja) 洗浄溶媒の回収方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: PACIFIC NUCLEAR SYSTEMS, INC.

BV The patent application has lapsed