NL8200949A - Doosvormig laadbord, in het bijzonder voor de rijping van kaas. - Google Patents

Description

^ .ivjj- —S

Doosvormig laadbord, in het bijzonder voor de rijping van kaas.

Tijdens het rijpingsproces van kaas heeft deze de neiging, als gevolg van de zachte struktuur en de zwaartekracht zijdelings uit te zakken en te vervormen, hetgeen vooral bij cheddarkaas met een vierkante of rechthoekige doorsnede een groot bezwaar is, omdat 5 daardoor het uiterlijk van de kazen onaantrekkelijk wordt en het grootste voordeel van rechthoekige kazen, namelijk weinig afval en een gemakkelijke hantering, verloren gaat.

In het Britse octrooischrift 937.441 is voorgesteld, het bovenbeschreven bezwaar op te heffen door de te rijpen kazen te 10 verpakken in rechthoekige kartonnen dozen, waarbij de inwendige afmetingen overeenkomen met de uitwendige afmetingen van de kazen en door elke zijde van de dozen te bedekken met een plank en door in twee loodrecht op elkaar staande richtingen stalen banden om de planken te spannen, zodat de kazen in de dozen alzijdig onder druk 15 wordt geplaatst, waardoor uitzakken en vervormen wordt voorkomen.

Een groot bezwaar van deze bekende methode is echter, dat het aanbrengen en na rijping van de kaas weer verwijderen van de stalen banden en plankjes, alsmede het verzamelen, opslaan en verzenden daarvan zeer arbeidsintensief is.

20 Volgens de uitvinding wordt voor het rijpingsproces van de bovenbeschreven kazen gebruik gemaakt van een doosvormig laadbord, dat in de uitvoeringsvorm met een rechthoekige bodem en vier vast met de bodem en met elkaar verbonden, opstaande zijwanden wel bekend is.

25 De uitvinding kan echter ook worden toegepast op produkten met een andere dan een rechthoekige vorm al dan niet verpakt in dozen welke alzi j dig.moaten werden opgesloten en daarna vrij gemaakt, b ij voorbeeld bij verlijmde voorwerpen of bekistingen.

De uitvinding heeft betrekking op een doosvormig laadbord, 30 voorzien van een bodem en van twee of meer onderling verbonden ópstaande zijwanden.

Volgens de uitvinding is ten minste één zijwand aan beide zijranden op en neer beweegbaar ten opzichte van de bodem met de 8200949 - 2 - i * 1 > aangrenzende zijwanden verbonden door ten 'minste twee strippen, die schamierbaar op de zijwanden zijn gemonteerd en is tenminste één andere zijwand vast met de bodem verbonden.

Volgens de uitvinding kan de bodem van het doosvormige laad-5 bord rond, of ook wel ellipsvormig zijn gemaakt, in het algemeen zodanig dat de zijwanden convex buitenwaarts zijn gekromd.

Op een dergelijke, bijvoorbeeld ronde bodem met de gedeeltelijk cirkelvormige zijwanden kunnen ronde voorwerpen alzijdig in het horizontale vlak onder druk worden gebracht, in het bijzonder al of 10 niet verpakte ronde kazen, waarvan de diameter iets groter is dan die van de bodem. Dit geschiedt door het laadbord met de bodem te ondersteunen op een plaatvormige verhoging of steun op de vloer, die zo dik is, dat wanneer de onderrand van de beweegbare zijwand naast de plaatvormige steun op de vloer rust, de scharnierstrippen evenwijdig aan 15 de plaatvormige steun respectievelijk de vloer liggen. Door nu de afmetingen en de vorm van de bodem en/of van de voorwerpen zodanig te kiezen, dat de voorwerpen aan de zijde van de beweegbare zijwand over een kleine afstand zijdelings buiten de bodem uitsteken, kan men de voorwerpen met de beweegbare zijwand alzijdig onder druk zetten, 20 door het gevulde laadbord met een vorkheftruck van de plaatvormige steun op te tillen en weg te halen en het laadbord op de vloer naast de'plaatvormige steun te laten zakken, zodat de beweegbare zijwand door het gewicht op het laadbord omhoog wordt gedrukt en tegelijker-, tijd door de schamierstrippen naar binnen wordt bewogen, zodat deze 25 beweegbare zijwand tegen de voorwerpen aandrukt. De voorwerpen kunnen ook van boven af onder druk worden gezet door de hoogte van de zijwanden zo groot te kiezen, dat de bovenste voorwerpen over een kleine afstand boven de zijwanden uitsteken en door een gevuld laadbord boven op het eerste laadbord te plaatsen, waarbij de bodem van het 30 bovenliggende laadbord de voorwerpen in het onderste laadbord vertikaal onder druk zet. De voorwerpen in het bovenste laadbord van een stapel laadborden kunnen met een plaat en daarop geplaatste gewichten vertikaal onder druk worden gezet.

De uitvinding berust op het inzicht, dat de beweegbare zij-35 wand(en) van het laadbord ten opzichte van de bodem daarvan evenwij- 8200949 r t * * - 3 - dig aan zichzelf naar buiten en naar binnen kunnen worden verplaatst door middel van het gewicht van de op de bodem rustende voorwerpen.

Bij toepassing van bijvoorbeeld een laadbord met een driehoekige bodem en drie opstaande zijwanden, waarvan de ene op de volgens 5 de uitvinding voorgestelde wijze is uitgevoerd, kan men bijvoorbeeld in driehoekige dozen verpakte kazen of andere soortgelijke voorwerpen in het horizontale vlak in drie richtingen onder druk zetten.

Dit geschiedt op soortgelijke wijze als bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm. Bij deze uitvoeringsvorm met een driehoekige bodem 10 zijn de afmetingen en de vorm van de bodem en/of van de voorwerpen zodanig gekozen, dat de voorwerpen in de lagen alzijdig op elkaar aansluiten en de lagen aan de zijde van de beweegbare zijwand over een kleine .afstand zijdelings buiten de andere zijwanden uitsteken.

De lagen voorwerpen kunnen van boven af op dezelfde wijze in verti-15 kale richting onder druk worden gezet als bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm.

De uitvinding heeft ook betrekking op een doosvormig laadbord, voorzien van een rechthoekige bodem en van vier opstaande, onderling verbonden zijwanden. Volgens de uitvinding is één paar 20 tegenover elkaar staande zijwanden aan beide zijranden op en neer beweegbaar ten opzichte van de bodem met de aangrenzende zijwanden verbonden door tenminste twee strippen, die schamierbaar op de zijwanden zijn gemonteerd en is het andere paar tegenover elkaar staande zijwanden vast met de bodem verbonden.

25 Bij deze uitvoeringsvorm staan de vast met de. bodem verbonden zijwanden op een afstand van elkaar, die kleiner is dan de breedte van de laag dozen of andere produkten en voorwerpen in vrij gestapelde toestand, zodat zij bij het vullen van het laadbord tussen de twee vaste zijwanden reeds in die richting onder druk worden gebracht.

30 De twee andere tegenover elkaar staande zijwanden worden op dezelfde wijze als bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm op de lagen dozen of andere produkten en voorwerpen aangedrukt, terwijl de druk loodrecht op de lagen dozen of andere produkten en voorwerpen eveneens op dezelfde wijze als bij de bovenbeschreven uitvoeringsvorm wordt 35 uitgeoefend.

8200949 V · - 4 -

Bij een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van een doosvormig laadbord, voorzien van een rechthoekige bodem en van vier met de bodem en onderling verbonden opstaande zijwanden, zijn volgens de uitvinding alle zijwanden aan beide zijranden op en neer beweegbaar ten 5 opzichte van de bodem met elkaar verbonden door tenminste twee strippen, die schamierbaar op de zijwanden zijn gemonteerd en is aan elke hoek van het laadbord de onderste strip tussen de scharnierpunten op de zijwanden draaibaar gemonteerd op een draaipen, die aan de bodem is bevestigd, zodanig dat wanneer de onderranden van de zijwanden en 10 het ondervlak van de bodem in e'en vlak liggen en in elke hoek van het laadbord de draaipen zich op een afstand x van dat vlak bevindt, de schamierhartlijn van de laatstgenoemde strip aan de ene zijwand zich op een afstand x + y van dat vlak bevindt en de schamierhartlijn van die strip aan de andere zijwand zich op een afstand van x - y van dat 15 vlak bevindt en de langshartlijn van de schamierstrippen een scherpe hoek insluit met de bodem van het laadbord.

Wanneer bij deze uitvoeringsvorm van het laadbord de bodem boven bijvoorbeeld de vloer wordt ondersteund door een plaatvormige steun, waarvan de dikte zodanig is, dat bij op de vloer drukken van 20 het ene paar tegenover elkaar staande zijwanden de schamierstrippen in een stand evenwijdig aan de plaatvormige steun respectievelijk de bodem komen te staan, dan heeft de afstand tussen de zijwanden van elk paar de maximale waarde bereikt. Deze afstanden komen overeen met de lengte respectievelijk breedte van een laag dozen of andere voor-25 werpen en producten in het laadbord, die alzijdig op elkaar aansluiten. Wanneer het laadbord is gevuld wordt het laadbord van de plaatvormige steun weggehaald en op de vloer gezet en wordt de bodem dear het gewicht van de dozen op de vloer gedrukt, waarbij door de schar-nierstrippen tevens het andere paar zijwanden met de onderrand op de 30 vloer wordt gedrukt en de zijwanden door de schamierstrippen binnenwaarts worden getrokken, waardoor de dozen in het horizontale vlak in twee richtingen onder druk worden gezet. De druk in vertikale richting wordt op dezelfde wijze als bij de bovenbeschreven uitvoeringsvormen bereikt.

35 Door toepassing van het laadbord volgens de uitvinding kan 8200949 - 5 - een grote besparing op de uit te voeren arbeid worden bereikt, omdat voor het werken met het laadhord bijvoorbeeld slechts twee personen nodig zijn, een voor het hanteren van het laadbord met de vorkheftruck en een voor het vullen en ledigen van de laadborden, welke 5 werkzaamheden eventueel ook door één persoon zouden kunnen worden uitgevoerd.

Een ander voordeel van het laadbord volgens de uitvinding is, dat een geleidelijker afkoeling van het product, in het bijzonder kaas, bereikbaar is, hetgeen een betere kwaliteit van de kaas, een regel- 10 matiger product en een betere struktuur van de kaas met zich meebrengt.

De laadborden volgens de uitvinding kunnen met de vorkheftruck ook worden geledigd, wanneer deze is voorzien van een kantel-inrichting, zodat de laadborden kunnen worden opgetild en vervolgens over een hoek van 180 graden kunnen worden omgekeerd en zo geledigd.

15 De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een voor keursuitvoeringsvorm van het doosvormige laadbord volgens de uitvinding nader worden toegelicht.

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van het doosvormige laadbord volgens de uitvinding; 20 figuur IA is een schematisch perspectivisch aanzicht op een grotere schaal van het deel I van figuur 1 en toont het laadbord in de stand voor het vullen op een verhoging; figuur 1B komt overeen met figuur 1A en toont het laadbord in de gevulde stand; 25 figuur 2 is een aanzicht van een hoek van de bodem van het laadbord; figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2; figuur 4 is een bovenaanzicht van een hoek van de bodem van het laadbord; 30 figuur 5 is een zijaanzicht van figuur 4; figuur 6 is een vooraanzicht van het linker deel van een zijwand van het laadbord; figuur 7 is een doorsnede volgens de lijn VII-VII in figuur 6, waarbij tevens de verbinding tussen twee aangrenzende zijwanden 35 met een schamierstrip is getekend; 8200949 * · - 6 - figuur 8 is een vooraanzicht van het rechter deel van de zijwand volgens figuur 6 van het laadbord; figuur 9 is een zijaanzicht van figuur 8; figuur 10 is een doorsnede volgens de lijn X-X in figuur 8; 5 figuur 11 is een vooraanzicht van het linker deel van een andere zijwand van het laadbord; en figuur 12 is een vooraanzicht van het rechter deel van de zijwand van het. laadbord volgens figuur 11.

Uit figuur 1 blijkt, dat het doosvormige laadbord volgens de 10 uitvinding in wezen bestaat uit een rechthoekige bodem 1 en uit vier zijwanden 2, 3, 4 en 5, De zijwanden 2, 3, 4 en 5 zijn aan elke hoek van het laadbord met elkaar verbonden door twee op afstand boven elkaar geplaatste schamierstrippen 6 en 7, die door middel scharaiertappen 8 met de zijwanden zijn verbonden en waarbij de onderste schamierstrip 15 6 tevens draaibaar is gemonteerd op een draaipen 9, die vast aan de bodem 1 van het laadbord is bevestigd. De scharaiertappen 8 zijn op de tegenover elkaar staande zijwanden 2 en 3 aangebracht op een lagere hoogte dan de schamiertappen 8 op het andere paar tegenover elkaar staande zijwanden 4 en 5, zodat wanneer de bodem 1 op een bepaalde 20 afstand boven een stavlak, bijoorbeeld de vloer, wordt ondersteund op een verhoging 1 ’ (figuur 1A), de schamierstrippen in een horizontale stand kunnen worden gebracht, waarbij de zijwanden 2, 3 en 4, 5 paarsgewijze op de grootst mogelijke afstand van elkaar staan en een paar zijwanden, bijvoorbeeld 4 en 5, met hun onderrand op de vloer rusten.

25 Wanneer nu het laadbord van de verhoging 1' wordt weggehaald, bijvoorbeeld met een vorkheftruck, en op de vloer wordt neergezet, wordt de bodem 1 door het gewicht van de zich bijvoorbeeld in het doosvormige laadbord bevindende kartonnen dozen met kaas naar beneden gedrukt, totdat de bodem 1 en de zijwanden 2, 3 op de grond rusten, 50 figuur 1B. Daarbij bewegen de zijwanden 2, 3 en 4, 5 paarsgewijze naar elkaar toe, zodat de kaasdozen in twee loodrecht op elkaar staande richtingen op druk worden belast.

Door de doosvormige laadborden boven op elkaar te stapelen kunnen de kaasdozen ook in vertikale richting op druk worden belast en 55 wel op de volgende wijze. De hoogte van de zijwanden 2, 3 en 4, 5 boven • 8200949 t - 7 - de bodem van het laadbord is zodanig gekozen, dat de bovenste laag dozen over een kleine afstand, bijvoorbeeld ± 3 a 4 mm, boven de bovenrand van de zijwanden uitsteekt. Door nu de bodem van het bovenliggende gevulde laadbord op de kaasdozen in het onderste gevulde 5 laadbord te laten rusten, worden deze dus ook in vertikale richting op druk belast. Het bovenste laadbord van een stapel laadborden kan men aan de bovenzijde afdekken met een paneel, waarop gewichten of andere zware voorwerpen worden geplaatst.

Nu wordt een gedetailleerde beschrijving van een voorkeurs-10 uitvoeringsvorm van het doosvormige laadbord volgens de uitvinding gegeven.

De rechthoekige bodem 1, zie vooral de figuren 4 en 5, bestaat uit twee freems 10 en 11 van vierkante buis, die door in de vier hoeken op de freems 10 en 11 vastgelaste vierkante poten 12 op 15 afstand van elkaar zijn gehouden. Het freem 10 is aan de bovenzijde afgedekt met een dekplaat 13 en het freem 11 is aan de onderzijde afgedekt met een onderplaat 14, zie ook de figuren 2 en 3, die door lassen aan de buizenfreems 10 en 11 zijn bevestigd. De buizenfreems 10 en 11 kunnen eventueel nog zijn versterkt met een of meer in het 20 vlak van het freem liggende vierkante buizen 10’,.bijvoorbeeld van hetzelfde materiaal als de freems zelf. De poten 12, die eveneens van vierkante buis zijn vervaardigd, zijn met twee zijvlakken evenwijdig aan en met de twee andere zijvlakken loodrecht op het vertikale bissectricevlak van de hoek van de bodem 1, dat loodrecht op de 25 bodem 1 staat, geplaatst, zodat een langsmiddenvlak van de poten 12 in het bissectricevlak ligt en het andere langsmiddenvlak loodrecht op het bissectricevlak staat. In het midden van de poot 12 is in het bissectricevlak een bus 15 in de poot 12 bevestigd, waarvan de hartlijn een hoek van 45 graden insluit met de zijranden van de 30 bodem 1, respectievelijk de zijwanden 2, 3, 4 en 5 van het laadbord, en die op een afstand x boven het oppervlak van de bodem 1 ligt. De functie van de bus 15 zal hierna nader worden toegelicht.

Uit figuur 5 blijkt, dat tussen de freems 10 en 11 van de bodem 1 een vrije ruimte aanwezig is. In deze ruimte kunnen 35 de vorken van een vorkheftruck worden gestoken om het laadbord te 8200949 t - 8 -

» A

hanteren bij het vullen en ook hij het ledigen. Wanneer de vorkheftruck is voorzien van een kantelinrichting, kan men daarmee het laad-bord ondersteboven keren en zo ledigen.

In de figuren 6, 7, 8, 9 en 10 is een paar tegenover elkaar 5 staande rechthoekige zijwanden 2 en 3 van het laadbord volgens de uitvinding getekend. De zijwanden 2 en 3 zijn onderling gelijk uitgevoerd en zijn voorzien van een buisfreem 16 van hetzelfde materiaal als de freems 10 en 11 van de bodem 1. De freems 16 zijn in het midden van hun hoogte voorzien van een horizontale verstijvingsbuis 10 17 van hetzelfde materiaal. Het buizenfreem 16 is aan de binnenzijde, dus aan de naar de inhoud van het laadbord toegekeerde zijde, voorzien van een afdekplaat 18. De vertikale zijwanden van het buizenfreem 16 zijn, zoals uit figuur 7 blijkt, onder een hoek van 45 graden naar buiten toe afgeschuind, waarvan de bedoeling hierna nader 15 zal worden toegelicht. De zijwanden 2, 3 zijn voorzien van een voet 19, die door vierkante poten 20 met het freem 16 is verbonden. De voet 19 ligt in een vlak met het freem 16 en is van hetzelfde buis-materiaal als het freem 16 vervaardigd, maar is korter dan het freem 16, zoals duidelijk uit de figuren 6 en 8 blijkt. De poten 20, 20 die van hetzelfde buismateriaal zijn als de poten 12, zijn evenwijdig aan en in dezelfde stand als de poten 12 van de bodem 1 geplaatst, zie figuur 3. In de beide poten 20 is onder een hoek van 45 graden met de zijwand 2, 3 een bus 21 geplaatst (figuur 10), waarvan de functie hierna nader zal worden toegelicht. De hartlijn van de bussen 25 21 ligt op een afstand x - y van de onderrand van de zijwanden 2 en 3.

Nabij de bovenrand van de zijwanden 2 en 3 (figuur 6 en 7) is aan beide zijranden een bus 22 gemonteerd, waarvan de hartlijn een hoek van 45 graden insluit met de zijwand en die op een afstand a boven de bus 21 ligt. De bus 22 is vastgelast op een steunplaat 30 23, die evenwijdig aan de bus 22 aan het freem 16 is vastgelast.

De afdekplaat 18 van de zijwanden 2 en 3 is aan de zijranden van de wanden 2 en 3 over een hoek van 135 graden omgebogen en aan de vertikale stijlen van het freem 16 bevestigd.

Aan de buitenzijde van de bovenregel van het freem 16 zijn 35 twee of meer centreerlippen 24 bevestigd, waarvan het bovenste uit- » 8200949 , ' * - 9 - stekende deel onder een kleine hoek naar buiten is omgebogen en die dienen voor het centreren van de zijwanden 2 en 3 van een bovenliggend laadbord, wanneer de laadborden op elkaar worden gestapeld.

In de figuren 11 en 12 zijn de beide andere tegenover elkaar 5 staande zijwanden 4 en 5 van het doosvormige laadbord volgens de uitvinding getekend. De zijwanden 4 en 5 zijn op dezelfde wijze als de zijwanden 2 en 3 opgebouwd uit een freem 16, een verstijvings-buis 17, een afdekplaat 18, een voet 19, poten 20, bussen 21 en 22, steunplaten 23 en centreerlippen 24 en zijn gelijk aan de zijwanden 10 2 en 3, behalve wat betreft de hoogte van de hartlijnen van de bussen 21 en 22 boven de onderrand van de zijwanden. De hartlijnen van de bussen 21 liggen op een afstand x + y boven de onderrand van de zijwanden 4 en 5, waarbij de afstand tussen de bussen 21 en 22 weer a bedraagt, evenals bij de andere tegenover elkaar staande zijwanden 15 2 en 3.

In elke hoek van het laadbord zijn telkens een zijwand 2 of 3 en een zijwand 4 of 5 beweegbaar met elkaar verbonden door een onderste schamierstrip 6 (figuren 2 en 3) en een bovenste scharnier strip 7 (figuur 7). De schamierstrip 6 ter hoogte van de bodem 1 van het 20 laadbord is met een boring aan het ene einde scharaierbaar gemonteerd op de bus 21 van een zijwand 2 of 3 en met een boring aan het andere einde op een bus 2t van een zijwand 4 of 5. De schamierstrip 6 is aan beide einden met een tussenring 25, een bout 26 en een moer 27 op de bus 21 opgesloten, waarbij de afstand tussen de tussenring 25 25 en de poot 20 iets groter is dan de dikte van de strip 6, om speling voor de schamierbeweging te krijgen.

De schamierstrip 6 is midden tussen de boringen voor de bussen 21 voorzien van een derde boring, die op een lijn ligt met de andere twee boringen. De schamierstrip 6 is met deze derde boring schar-20 nierbaar gemonteerd op de bus 15, die in de poot 12 van de bodem 1 van het laadbord is bevestigd en is op de bus 15 opgesloten door een tussenring 28, een bout 29 en een moer 30. Het naar buiten uitstekende deel van de bus 15 is zo lang gemaakt, dat de strip 6 evenwijdig aan zichzelf in langsrichting van de bus 15 verplaatsbaar is, waarvan 35 de bedoeling hierna zal worden toegelicht. De hartlijnen van de bus- 8200949 - 10 - sen 21 en 15 zijn evenwijdig aan elkaar, liggen in een vlak en staan onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de zijwanden 2, 3 en 4, 5 en de schamierstrip 6 staat loodrecht op deze hartlijnen.

5 De schamierstrip 7 in elke hoek nabij de bovenrand van de zijwanden 2, 3 en 4, 5 (figuren 6 en 7) is aan het ene einde met een boring schamierbaar gemonteerd op de bus 22 aan de zijwand 2 of 3 en met een boring aan het andere einde schamierbaar op eenzelfde bus 22 aan de zijwand 4 of 5. De schamierstrip 7 is 10 aan beide einden met een tussenring 31, een bout 32 en een moer 33 op de bus 22 opgesloten, zodanig dat de strip 7 vrij schamierbaar is. De hartlijnen van de twee bussen 22 zijn evenwijdig aan elkaar, . . ✓/ liggen m een vlak en staan onder een hoek van 45 graden ten opzichte van de zijwanden 2, 3 en 4, 5 en de schamierstrip 7 staat 15 loodrecht op deze hartlijnen.

De werking van het doosvormige laadbord volgens de uitvinding is als volgt:

Het lege laadbord wordt met behulp van een vorkheftruck opgetild en met de bodem 1 geplaatst op de plaatvormige verhoging 20 1’ .... (zie figuur 1A), waarvan de dikte zo groot is, dat de hartlijnen van de bussen 15 en 21 en van de bussen 22 en de strippen 6 en 7 in een vlak evenwijdig aan het vlak van de steun 1' komen te liggen. Daarbij staan dan de tegenover elkaar staande zijwanden 2 en 3 en de tegenover elkaar staande zijwanden 4 en 5 25 op de grootst mogelijke afstand van elkaar en rusten de zijwanden 4, 5 naast de plaatvormige steun 1f of verhoging op de grond of de vloer van de ruimte, waar het laadbord staat. De afstand tussen de zijwanden 2 en 3 en tussen de zijwanden 4 en 5 komt in deze vulstand van het laadbord (figuur 1A) overeen met de lengte res-30 pectievelijk breedte van een laag van bijvoorbeeld met kaas gevulde dozen. Het laadbord wordt nu gevuld met in rechthoekige dozen verpakte kaas, of andere verpakkingen en/of voorwerpen, tot op een hoogte, waarbij de bovenrand van de bovenste laag dozen of andere voorwerpen over een kleine afstand (3 a 4 mm) boven de bovenrand 35 van de zijwanden 2, 3 en 4, 5 uitsteekt. Dan wordt het gevulde 8200949 V * * -- - 11 - laadbord weer met de heftruck opgetild en naast de plaatvormige steun 1' met de bodem van het laadbord op de vloer neergelaten, waarbij dankzij het gewicht van de kaasdozen op de bodem en omdat de zijwanden 4, 5 op de vloer rusten, de draaipen 9 naar beneden gedrukt en 5 daarmee de schamierstrippen 6 om de hartlijn van de bus 21 op de zijwanden 4 en 5 naar beneden gedraaid, zodat de zijwanden 2 en 3 naar beneden worden getrokken en samen met de zijwanden 4 en 5 op de vloer komen te rusten. Daarbij worden de schamierstrippen 7 eveneens over dezelfde hoek in dezelfde richting gedraaid, zodat de zijwanden 2,:;3 10 en 4, 5 paarsgewijze naar elkaar toe worden bewogen en de kaasdozen of andere voorwerpen in twee loodrecht op elkaar staande horizontale richtingen op druk worden belast. Bij de beweging van de zijwanden 2, 3 en 4, 5 naar elkaar toe bewegen de schamierstrippen 6 evenwijdig aan zichzelf op de bussen 15 in de richting van de poten 12.

15 Omdat de bovenste laag kaasdozen over een kleine afstand boven de bovenrand van de zijwanden uitsteekt worden de kaasdozen bij het stapelen van de laadborden eveneens in vertikale richting op druk belast door de bodem van het bovenliggende laadbord. Deze vertikale druk kan nooit groter worden dan een voorafbepaalde maximale 20 waarde, omdat wanneer de zijwanden met hun onderranden op de vloer of op de zijwanden van een onderliggend laadbord zijn ondersteund, de bodem van de laadborden niet verder naar beneden kan bewegen. De kaasdozen in het bovenste laadbord van een stapel kunnen in vertikale richting op druk worden belast met een afdekplaat, waarop gewichten 25 of andere zware voorwerpen worden geplaatst.

Hoewel hierboven een voorkeursuitvoeringsvorm van het doosvormige laadbord volgens de uitvinding is beschreven, heeft de uitvinding ook betrekking op een doosvormig laadbord, voorzien van een bodem en van twee of meer onderling verbonden opstaande zijwanden.

30 Volgens de uitvinding is daarbij tenminste één zijwand aan beide zijranden op en neer beweegbaar ten opzichte van de bodem met de aangrenzende zijwanden verbonden door tenminste twee strippen, die schamierbaar op de zijwanden zijn gemonteerd en is tenminste 8200949 « , · - 12 - een andere zijwand vast met de bodem verbonden. Deze uitvoeringsvorm van het doosvormige laadbord volgens de uitvinding is niet in de tekening weergegeven.

Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een doosvormig 5 laadbord, voorzien van een rechthoekige bodem en van vier opstaande, onderling verbonden zijwanden.

Daarbij is volgens de uitvinding een paar tegenover elkaar staande zijwanden aan beide zijranden op en neer beweegbaar ten opzichte van de bodem met de aangrenzende zijwanden verbonden door 10 tenminste twee strippen, die schamierbaar op de zijwanden zijn gemonteerd en is het andere paar tegenover elkaar staande zijwanden vast met de bodem verbonden. Ook deze uitvoeringsvorm van het doosvormige laadbord volgens de uitvinding is niet in de tekening weergegeven.

8200949

Claims (7)

1. Doosvormig laadbord, voorzien van een bodem en van twee of meer onderling verbonden opstaande zijwanden, met het kernnetrk, dat tenminste één zijwand aan beide zijranden op en neer beweeg— baar ten opzichte van de bodem met de aangrenzende zijwanden is 5 verbonden door tenminste twee strippen, die schamierbaar op de zijwanden, zijn gemonteerd en dat tenminste één andere zijwand vast met de bodem is verbonden.

2. Doosvormig laadbord, voorzien van een rechthoekige bodem en van vier opstaande, onderling verbonden zijwanden, met het 10 kenmerk, dat een paar tegenover elkaar staande zijwanden aan beide zijranden op en neer beweegbaar ten opzichte van de bodem met de aangrenzende zijwanden is verbonden door tenminste twee strippen, die scharnierbaar op de zijwanden zijn gemonteerd en dat het andere paar tegenover elkaar staande zijwanden vast met de bodem 15 is verbonden.

3. Doosvormig laadbord, voorzien van een rechthoekige bodem en van vier met de bodem en onderling verbonden opstaande zijwanden, met het kenmerk, dat alle zijwanden (2, 3, 4, 5) aan beide zijranden op en neer beweegbaar ten opzichte van de bodem (1) met 20 elkaar*zijn verbonden door tenminste twee strippen (6, 7), die, schamierbaar (8) op de zijwanden zijn gemonteerd en dat aan elke hoek van het laadbord de onderste strip (6) tussen de scharnierpunten (8) op de zijwanden draaibaar is gemonteerd op een draai-pen (9), die aan de bodem is bevestigd, zodanig dat wanneer de 25 onderranden van de zijwanden en het ondervlak van de bodem in één vlak liggen en in elke hoek van het laadbord de draaipen zich op een afstand x van dat vlak bevindt, de schamierhartlijn van de laatstgenoemde strip (6) aan de ene zijwand (4, 5) zich op een afstand x + y van dat vlak bevindt en de schamierhartlijn van 30 die strip (6) aan de andere zijwand (2, 3) zich op een afstand van x - y van dat vlak bevindt en de langs-hartlijn-en van de scharnierstrippen (6, 7) een scherpe hoek insluiten met de bodem (1) van het laadbord.

4. Doosvormig laadbord volgens conclusie 3, met het kenmerk, 8200949 <1 - 14 - dat in elke hoek van het laadbord de hartlijn van de draaipen (9) evenwijdig aan het ondervlak van de bodem (1) in het bissectrice-vlak vandehoek van de bodem ligt, dat de hartlijnen van de bijbehorende scharnieren (8) op de zijwanden (2, 3; 4, 5) evenwijdig • · // 5 zijn aan, m een vlak liggen, met en op gelijke afstand van de hartlijn van de draaipen zijn aangebracht, waarbij de onderste schar-nierstrip (6) loodrecht op die hartlijnen staat en dat de bovenste scharnierstrip (7) even lang is als en evenwijdig is aan de onderste scharnierstrip.

5. Doosvormig laadbord volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de draaipen (9) en de scharnieren (8) van de strippen (6, 7) op de zijwanden (2, 3; 4, 5) zijn voorzien van cylindrische bussen (15, respectievelijk 21), die zijn bevestigd in boringen in poten (12, respectievelijk 20) van de bodem (1) respectievelijk 15 de zijwanden (2, 3; 4, 5).

6. Doosvormig laadbord volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de onderste scharnierstrip (6) evenwijdig aan zichzelf verschuifbaar op de bijbehorende bus (15) is gemonteerd en dat de strippen (6, 7) op de bussen (21) op de zijwanden (2, 3; 4, 5) 20 zijn opgesloten door middel van afstandsringen (25, respectievelijk 31) en bouten (26, respectievelijk 32) en moeren (27, respectievelijk 33).

7. Doosvormig laadbord, in het bijzonder voor het alzijdig onder druk zetten van voorwerpen, in. hoofdzaak zoals beschreven in 25 de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. / 8200949