NL8200947A - Elektrische lampeenheid. - Google Patents

Elektrische lampeenheid. Download PDF

Info

Publication number
NL8200947A
NL8200947A NL8200947A NL8200947A NL8200947A NL 8200947 A NL8200947 A NL 8200947A NL 8200947 A NL8200947 A NL 8200947A NL 8200947 A NL8200947 A NL 8200947A NL 8200947 A NL8200947 A NL 8200947A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lamp
module
mounting member
coiled
plate
Prior art date
Application number
NL8200947A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Westinghouse Electric Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Westinghouse Electric Corp filed Critical Westinghouse Electric Corp
Publication of NL8200947A publication Critical patent/NL8200947A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J61/00Gas-discharge or vapour-discharge lamps
    • H01J61/02Details
    • H01J61/56One or more circuit elements structurally associated with the lamp

Landscapes

  • Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)
  • Vessels And Coating Films For Discharge Lamps (AREA)
  • Discharge Lamps And Accessories Thereof (AREA)
  • Fastening Of Light Sources Or Lamp Holders (AREA)
  • Common Detailed Techniques For Electron Tubes Or Discharge Tubes (AREA)

Description

t - 1 -
V
v i &
Elektrische lampeenheid.
De uitvinding heeft betrekking op elektrische lampeenheden van compacte grootte, die gebruik maken van een gekronkelde lagedruk elektrische ontladingslamp als lichtbron en geschikt zijn voor gebruik in verlichtings-5 armaturen voor woningen en zakelijke verblijven, welke ontworpen zijn voor lampen van het gloeilamptype.
Fluorescentielampeenheden, die speciaal geconstrueerd zijn voor toepassing in gebruikelijke verlichtings-armaturen met schroefdraadfittingen zijn zeer bekend in 10 de techniek. Een lampeenheid van dit type met een cilindrisch omhulsel, dat concentrische ringvormige afscheidingen bevat (of is vervaardigd van buis, dat over zichzelf gebogen is voor het verschaffen van een U-vormige buis of een, die is verdraaid in spiraalvorm) , wordt 15 beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.551.736 (Doehner). De fluorescentielampcomponent heeft tandcontacten, die het mogelijk maken, de lamp in te pluggen in een ballasteenheid,die op zijn beurt kan worden gekoppeld met een schroefdraad-type basisorgaan, dat de starter 20 en condensatorcomponenten van de lampbekrachtigingsketen bevat.
Een lampsamenstel met een inplugaanpasorgaan, dat een gebruikelijke rechte buisvormige fluorescentie-lamp accommodeert en de lamp koppelt aan een van schroef-25 draad voorziene basiscomponent, die een ballasttransformator bevat en het daardoor mogelijk maakt om het lampsamenstel te schroeven in een gloeilampfitting, wordt beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.815.080 (Summa).
In de Britse octrooiaanvrage 2.003.314 (Moerkens 30 e.a.), gepubliceerd 9 maart 1979, wordt een lampeenheid beschreven, die een U-vormige fluorescentielamp bevat, ingesloten door een buisvormig glasomhulsel, en daarmee samengemonteerd op een huis, dat de ballast- en starter-componenten van de lampbedrijvingsschakeling bevat, en 35 eindigend in een schroefdraad-type basis voor inpassen in een fitting, ontworpen voor gloeilampen. Fluorescentie-verlichtingen, bestaande uit een drievoudig-U-gebogen 8200947 -2- * * fluorescentielamp, gemonteerd op een moduul, die schake-lingscomponenten (zoals een ballast) bevat, en begrensd door bladachtige contacten op een inschroefbasisorgaan, worden beschreven in het Japanse modelpatent 437.859 5 (Takeda e.a.) en geregistreerd 20 september 1976 en 20 december 1977 op de modelaanvragen Showa 49-28293 en Showa 49-28295.
De Amerikaanse octrooiaanvrage Serial No. 011.832 (Skwirut e.a.) beschrijft een compacte lampeenheid, 10 die een drievoudig-U-gebogen fluorescentielampcomponent bevat, die wordt gedragen binnen een geventileerd bescherm-omhulsel door een moduul, die eveneens is geventileerd en een lampondersteuningsorgaan bevat en verschillende lampschakelingscomponenten, en wordt begrensd door een 15 inschroeftype basis. De fig. 8 uitvoering van deze aanvrage beschrijft een inplug-type fluorescentielamp en moduulcombinatie.
De Amerikaanse octrooiaanvrage Serial No. 097.279 (Young) beschrijft een overeenkomstige lampeenheid, die 20 een grotere veelvoudig U-gebogen fluorescentielamp bevat, die een hogere lichtopbrengst heeft en is gemonteerd binnen een geventileerd beschermomhulsel door een basismoduul, eveneens voorzien van ventilatie-openingen, en is geconstrueerd voor het steunen van de lampcomponent 25 en het accommoderen van verschillende schakelingscomponenten.
De Amerikaanse octrooiaanvrage Serial No. 092.278 (Morton) beschrijft een geventileerde enkeleindige fluorescentielampeenheid, die een multi-ü-gebogen lampcomponent bevat, gemonteerd op een basiscomponent van een 30 zodanige constructie, dat deze niet alleen de lampcomponent steunt, maar ook de ballast- en condensator-componenten van de bedieningsschakeling insluit en fysisch scheidt.
Hoewel de lampsamenstellen van de eerdere stand 35 der techniek bevredigend zijn vanuit het standpunt van het verschaffen van een compacte fluorescentielampeenheid, bruikbaar in gloeilamp-type fittingen en armaturen, was de constructie van de basismoduul in sommige eenheden zodanig, dat alleen de lampcomponent kon worden verwijderd 40 van de eenheid en vervangen. Verder was het lamponder- 8200947 ! .¾ > * - 3 - steunende gedeelte van de moduul zo ontworpen, dat deze de vrije luchtstroom door de eenheid enigermate beperkte, zelfs in die gevallen, waar het steunorgaan van openingen was voorzien.
5 Dienovereenkomstig voorziet de onderhavige uitvinding in een elektrische lampeenheid, geschikt voor gebruik in verlichtingsapparatuur, welke een lichtbron van compacte grootte vereist, welke lampeenheid een lagedruk elektrische ontladingslamp omvat, die een gekronkeld 10 omhulsel heeft, gevormd van buisvormig lichtdoorlatend glasachtig materiaal, en bevattende een ioniseerbaar medium en een paar elektrodes, waarbij het gekronkelde omhulsel een gekronkeld ontladingskanaal bepaalt van een zodanige configuratie, dat de einden van het omhulsel 15 nabij elkaar geplaatst zijn, welke ontladingslamp een basisorgaan heeft, dat de einden van het gekronkelde omhulsel verenigt en uitstekende contactelementen inhoudt, verbonden met de respectievelijke elektrodes, een be-schermhuis van lichtdoorlatend materiaal, dat de gekronkelde 20 ontladingslamp insluit, een moduul, losneembaar bevestigd aan het beschermingshuis en begrensd door een basis-connectorcomponent, geschikt voor het losneembaar aansluiten van de fittingorganen van het verlichtingsapparaat, elektrische geleidingsorganen binnen de moduul, verbonden 25 met de basisconnectorcomponent, en middelen, die de moduul elektrisch en mechanisch koppelen aan de gekronkelde ontladingslamp, omvattende een plaatvormig montage-orgaan, dat (a) is bevestigd aan inwendige gedeelten van de moduul, en daardoor in opgehangen, zich dwars uitstrekkerlde 30 positie wordt gehouden binnen de moduul afgelegen van de basisconnectorcomponent, zodat het montage-orgaan en de moduul een kamer definiëren, en een integraal sub-samenstel vormen, (b) elektrische ontvangstorganen omvat, geplaatst in glijpas-inplugingrijping met de uitstekende contact- \ 35 elementen van de gekronkelde ontladingslamp, en welke de ontladingslamp verbinden met de elektrische geleidings-middelen, gelegen binnen de moduul, en (c) een verankerings-orgaan heeft, dat het basiseinde van de ontladingslamp losneembaar aangrijpt, en de lamp in tussengepaste opstaande 40 relatie houdt met het montage-orgaan, zodat de ontladings- ' 8200947 - 4 - lamp en het beschermhuis beide kunnen worden losgemaakt en gescheiden van de moduul.
Op gewenste wijze bevat een compacte lampeenheid volgens de uitvinding een gekronkelde fluorescentielamp, 5 gesteund binnen een geventileerd beschermhuis door een geventileerde eenheid, die het basisorgaan omvat en het plaatvormige montage-orgaan heeft, dat niet alleen de lampcomponent en verschillende schakelingscomponenten op een zodanige wijze steunt, dat zij alle gemakkelijk 10 kunnen worden vervangen, maar zodanig is geconstrueerd, dat de stroom van koellucht door de geventileerde moduul- en beschermhuisorganen van de eenheid wordt versterkt in plaats van beperkt. Volgens een voorkeursuitvoering kunnen deze zeer wenselijke funktionele 15 en commerciële voordelen worden verkregen door een afzonderlijk gevormd plaatvormig montage-orgaan in dwarspositie binnen de moduul te bevestigen en dit te voorzien van verschillende connector-en/of lamphouder-componenten en bijzonderheden, die maken, dat het 20 mechanisch en elektrisch de fluorescentielamp en de verbruikbare schakelingscomponenten aan de moduul koppelt op plug-in-wijze. In toevoeging is het plaatvormige montage-orgaan van zodanige afmeting en zodanig georiënteerd, dat de omtrek ervan naar binnen op afstand gelegen is 25 van het omringende deel van de moduul, waardoor een zich omtreksgewijze uitstrekkende doorgang wordt verschaft, die waarborgt, dat lucht vrij kan stromen door de lampeenheid via de ventilatie-openingen in de moduul en omhullingscomponenten.
30 Teneinde de uitvinding verder te verduidelijken, zullen geschikte uitvoeringsvormen ervan thans bij wijze van voorbeeld worden beschreven onder verwijzing naar de tekening. In de tekening toont: fig. 1 een zijaanzicht van een compacte fluores-35 centielampeenheid, fig. 2 en 3 respectievelijk vlakke boven- en onderaanzichten van de lampeenheid, getoond in fig. 1, fig. 4 een lengtedoorsnee op vergrote schaal volgens IV-IV van fig. 2, 40 fig. 3 een overeenkomstige doorsnee door de 8200947 I i - 5 - lampeenheid volgens V-V van fig. 2, fig. 6 een vergrote dwarsdoorsnede van de lampeenheid volgens VI-VI van fig. 1, fig. 7 een uiteengenomen zijaanzicht van de 5 verschillende componenten, waaruit de lampeenheid van fig, 1 bestaat, fig. 8 een uiteengenomen aanzicht in perspectief van het moduul-sub-samenstel, dat wordt gebruikt in de lampeenheid van fig. 1, waarbij de wijze is toegelicht, 10 waarin de verschillende componenten aan elkaar en de schakelingscomponenten zijn gekoppeld, fig. 9 een aanzicht in perspectief op vergrote schaal van de inplugfluorescentielampcomponent, die wordt gebruikt in de lampeenheid, getoond in fig. 1, 15 fig. 10 een vlak aanzicht op vergrote schaal van het plaatvormige montage-orgaan, dat wordt gebruikt in de uitvoering van fig. 1, de fig. 11 en 12 dwarsdoorsneden door het montage-orgaan volgens XI-XI en XII-XII van fig. 10, 20 fig. 13 een schakelschema van de lampbedienings- schakeling, welke een integraal deel vormt van de compacte lampeenheid van fig. 1, fig. 14 een vergroot aanzicht in perspectief van een andere vorm van een inplugfluorescentielampcomponent, 25 die kan worden gebruikt bij een lampeenheid volgens de uitvinding, en fig. 15 een uiteengenomen aanzicht in perspectief van een alternatieve vorm van een moduul-sub-samenstel, dat een montageplaat heeft, die het mogelijk maakt om 30 de ballast- en startercomponenten te maken in de vorm van inplugcomponenten samen met de gekronkelde fluorescentielamp.
Hoewel de onderhavige uitvinding met voordeel kan worden toegepast in verschillende soorten lampsamen-stellen, die geschikt zijn dankzij hun kleine fysische 35 afmeting en hoge helderheid voor huis- en kantoorverlichting, is zij in het bijzonder geschikt voor toepassing in samenhang met inschroef-type lampeenheden, welke lagedruk-type ontladingslampen gebruiken (bijv. fluorescentie-lampen) als lichtbron, en de uitvinding wordt daarom aan 40 de hand van dit laatste toegelicht en beschreven.
8200947 i · ‘ f - 6 -
Een compacte lampeenheid 16, waarin de uitvinding is belichaamd, is getoond in fig. 1 en bestaat uit drie basiscomponenten, nl. (1) een lagedruk ontladings-lamp, bijv. een fluorescentielamp L met een gekronkeld 5 lichtdoorlatend omhulsel,- gevormd van buisvormig glasachtig materiaal, (2) een lichtdoorlatend huis, bijv. een omhulsel C, dat de lampcomponent beschermend omsluit, en (3) een moduul M, gekoppeld aan de omhulsel- en lamp-componenten, en begrensd door een geschikte basisconnector 10 18, bedoeld om ingepast te worden en in ingrijping te komen met de fitting van de verlichtingsarmatuur, waarin de lampeenheid zal worden gebruikt. De gekronkelde fluorescentielamp L is van drievoudig U-gebogen constructie en het omhulsel C is van cilindrische vorm met een koepel-15 vormig einde, voorzien van een reeks sleufopeningen 19 (meer duidelijk getoond in fig. 2), die het mogelijk maken dat hete lucht wordt geventileerd naar de atmosfeer gedurende het bedrijf van de lampeenheid 16. Het lichaamsdeel 20 van de moduul M is taps verlopend en conusvormig 20 volgens deze speciale uitvoering en is verder voorzien van een reeks ventilatie-openingen of aperturen 21, opdat een stroom koele lucht kan gaan door de eenheid. De basisconnector 18 steekt uit van het ingesnoerde einde van de moduul M en kan van het inschroeftype zijn, zoals 25 getoond, of van het bajonettype, al naar gelang de fittings-vorm van de verlichtingsarmatuur of het apparaat, waarin de lampeenheid 16 moet worden gebruikt. Zoals getoond in fig. 3 zijn de ventilatie-openingen 21 gerangschikt op op afstand gelegen intervallen rond de conische wand 30 20 van de moduul M teneinde een optimale luchtkoeling van de lampeenheid te geven.
Een ballastcomponent 22 is eveneens gelegen binnen de lampeenheid 16 en verbonden met de fluorescentielamp L op een wijze, die hierna zal worden beschreven.
35 Zoals getoond in de fig. 4 en 5 wordt de gekronkelde fluorescentielamp L in opstaande positie gehouden binnen het omhulsel C door een basisorgaan 24, dat is bevestigd aan de verzegelde buisvormige uiteinden van het omhulsel. Het basisorgaan is bevestigd aan een 40 plaatvormig orgaan 28, dat zich dwars uitstrekt over de 8200947 , * t - 7 - moduul M en is bevestigd aan opstaande verhevenheden 30, die uitsteken van het binnenoppervlak van het moduul-lichaam 20. Het orgaan 28 dient als montagecomponent voor de lamp L en verschillende onderdelen van de elektrische 5 schakeling, zoals hierna zal worden uiteengezet.
Zoals duidelijker getoond in fig, 9 heeft de fluorescentielamp L een gekronkeld omhulsel, gevormd van gebruikelijk glasbuis, dat is gebogen voor het vormen van drie verenigde U-vormige segmenten, die zodanig zijn 10 gearrangeeerd, dat de verzegelde einden van het omhulsel zijn gelegen aangrenzend aan elkaar. Het lampomhulsel bestaat dienovereenkomstig uit vier rechte buisvormige segmenten 20, 30, 31 en 32, verbonden door drie U-vormige segmenten 33, 34 en 35. Het U-vormig gebogen segment 15 34 is op gewenste wijze voorzien van een buisvormige nippel of punt 36, die zorgt voor een koelgebied binnen de lamp gedurende het bedrijf, hetgeen helpt om de kwik-dampdruk te regelen. De einden van de omhulselsegmenten 29, 32 zijn verbonden door het basisorgaan 24, dat is 20 gesegmenteerd of op andere wijze bevestigd aan het omhulsel in omsluitende betrekking met de verzegelde einden daarvan. Volgens deze uitvoeringsvorm is het basisorgaan 23 voorzien van een paar van apertuur voorziene vlakke delen 25, die zich lateraal uitstrekken en kunnen worden 25 bevestigd door geschikte bevestigingsorganen aan het plaatvormige montage-orgaan 28 van de moduul M. Geschikte contacteringselementen zoals metaalpennen 27 steken uit van de bodem van de lampbasis 24 en worden verbonden met elektrodes, verzegeld binnen de uiteinden van het omhulsel, 30 waardoor het mogelijk wordt gemaakt, dat de gekronkelde fluorescentielamp L wordt geplugd in en gemakkelijk verwijderd uit de moduul M. Vanzelfsprekend is het gekronkelde omhulsel voorzien van een inwendige bekleding van geschikt fosformateriaal, en bevat het een ioniseerbaar medium 35 zoals een vastgestelde dosering van kwik en een startgas in overeenstemming met standaard lampfabrikagepraktijk.
Nu weer terugkerende naar de figuren 4 en 5 valt daar op te merken, dat de vlakke delen 25 van het basisorgaan 24 zijn bevestigd aan de montageplaat 28 met 40 bevestigingsschroeven 26, zodat de gekronkelde fluores- 8200947 - 8 - centielamp L stevig is gezeteld op de plaat en vergrendeld in opstaande positie binnen het beschermingsomhulsel C.
De plaat 28 is op zijn beurt hecht bevestigd aan de moduul M door een ander stel bevestigingsschroeven 39 (zie fig. 4), 5 die uitsteken door geschikte versterkte van opening voorziene delen 40 van de montageplaat, en ingrijpen in de respectievelijke verhevenheden 30, die uitsteken van de binnenwand van de moduul M. De basispennen 27 van de fluorescentielamp L zijn in aangrijping met elektri-10 sche opneemelementen 55, 56 (fig. 5), gedragen door de montageplaat 28 (zoals hierna zal worden uiteengezet en is getoond in fig. 8), welke elementen op hun beurt zijn verbonden met geïsoleerde geleiders 41 en een ver-bindingsblok 42 aan de ballastcomponent 22 en het gebruike-15 lijke starterorgaan, dat bestaat uit een gloeischakelaar 43 en condensator 44, dat de lamp L start met behulp van voorverhitting. ·
Zoals valt op te merken, steekt het centrale deel 45 van de montageplaat 28 uit in de moduul M en 20 definieert het een doosachtige zak of holte, welke het ondereinde van de langwerpige ballastcomponent 32 accomo-deert, zodat de ballast in gestabiliseerde opstaande positie wordt gehouden in de centrale opening of ruimte, gedefinieerd door de U-gebogen segmenten van de , gekronkelde 25 lamp L. De ballastcomponent 22 is dienovereenkomstig stevig vergrendeld in telescopische en genestelde betrekking met de U-vormige segmenten van de fluorescentielamp L door de plaat 28. Zoals getoond is het verbindingsblok 42 gezeteld tegen de bodem van het doosachtige deel 45 van 30 de plaat 28, en omvat het een aantal bevestigingsschroeven 46, die de ingestoken einden van de verschillende draad-geleiders 41 vergrendelen in aangrijping met pencontacten, die uitsteken van de bodem van de ballastcomponent 22 in het verbindingsblok. De elektrische schakelirygselementen 35 (met uitzondering van het bovenste deel van de inductieve ballast 22) en verschillende verbindingen zijn dienovereenkomstig gelegen binnen de kamer, die wordt bepaald door het lichaamsdeel 20 van de moduul M en de montageplaat 28, die zich uitstrekt over de top van de moduul. De verschil-40 lende geleiders 41 worden op gewenste wijze op hun plaats 1 82 0 0 9 4 7 - 9 - gehouden door geschikte middelen zoals een strip kleef-pleister 47, gewikkeld rond het doosachtige gedeelte 45 van de plaat 28.
Een belangrijk aspect van de onderhavige uit-5 vinding is gelegen in het feit, dat de plaatvormige montage-component 28 niet alleen dienst doet als een "interface"-orgaan, dat mechanisch en elektrisch de gekronkelde lamp L en geassocieerde schakelingscomponenten aan elkaar en de moduul M koppelt, maar dit doet op een zodanige wijze, 10 dat dat vrije doorgang van lucht door de lampeenheid 16, wanneer deze laatste wordt bedreven in een brandpositie met hetzij de basis omhoog hetzij de basis omlaag, niet wordt versperd maar in plaats daarvan wordt vergroot.
Dit wordt bereikt door de montageplaat 28 kleiner te 15 maken dan het omringende deel van de moduul M en de plaat zodanig te plaatsen, dat de omtreksranden ervan binnenwaarts op afstand zijn gelegen van het lichaam -20 van de moduul en de rand van het beschermomhulsel C, zoals het duidelijkst is getoond in fig. 6. De resulterende ruimte 20 of spleet tussen de omtreksrand van de plaat 28 en de omringende delen van de moduul M en het beschermomhulsel C dient als doorgangsweg 48, die zich uitstrekt rond de gehele omtrek van de plaat en wordt gedeeltelijk geblokkeerd door de gebogen buitenrand van de lampbasis 24. Zoals 25 aangegeven door de pijlen in de fig. 4, 5 en 6, stroomt, wanneer de lampeenheid 16 brandt in een stand met de basis beneden, een "gordijnachtige" stroom koele lucht vrij van de geventileerde moduul M door de periferale doorgangsweg 48 en naar boven door het beschermomhulsel C 30 rond de gekronkelde lamp L langs de tussenruimte tussen beschermomhulsel en lamp en naar buiten via de ventilatieopeningen 19 in de bovenzijde van het beschermomhulsel.
Het spreekt vanzelf, dat, wanneer de lampeenheid 16 wordt bedreven in een positie met de basis aan de bovenzijde, 35 de luchtstroom in de tegenovergestelde richting zal zijn.
De luchtstroom zorgt aldus voor convectiekoeling van de fluorescentielamp L en voorkomt, dat deze werkt bij een overmatig hoge temperatuur, waardoor de daling in lichtopbrengst als gevolg van de stijging van de druk van de 40 kwikdamp binnen het lampomhulsel, welke anders zou optreden, 8200947 - 10 - wordt vermeden.
Vanzelfsprekend kan de luchtkoeling van de lampeenheid 16 nog verder worden verbeterd, indien de lampbasis 24 zodanig wordt gecontoureerd, dat de gebogen 5 buitenrand ervan in lijn ligt met de omtrek van de ondergelegen montageplaat 28, waardoor het mogelijk wordt gemaakt om lucht te laten stromen door de periferale doorgang 28 rond de gehele omtrek van de plaat. Deze kleine modificatie kan worden gedaan, indien maximale 10 luchtkoeling van de eenheid vereist of gewenst is.
Zoals getoond in fig. 5 is de montageplaat 28 bij voorkeur voorzien van een opening 49, die lamppunt 36 van de lamp L opneemt en veel groter is dan deze, zodat er ook lucht stroomt rond dit puntsegment en dit koelt 15 (zoals aangegeven door de pijlen).
Zoals valt te zien in fig. 6, steken verschillende omtreksgewijs op. afstand gelegen nokken 50 uit van de rand van de plaat 28. Deze nokken dienen als aanslagen voor een paar tongachtige elementen 51, 20 waardoor een glijvergrendelingsverbinding met de gegleufde randdelen 52 van de moduul M (getoond in fig. 4) tot stand wordt gebracht. Het beschermomhulsel C is op deze wijze losneembaar bevestigd aan de moduul M en kan worden losgemaakt en verwijderd van de eenheid 16 samen met 25 de fluorescentielamp L en de ballastcomponent 22. Deze zeer voordelige aspecten zijn in meer detail getoond in fig. 7. Zoals getoond zijn de beschermcomponent C, de gekronkelde fluorescentielamp L en de ballastcomponent 22 alle losneembaar bevestigd aan het moduulsubsamenstel 30 in telescopische tussenpassingsrelatie door de montageplaat en verschillende connectororganen, eerder beschreven, teneinde de gewenste compactheid en gemakkelijke vervanging van de lamp en de ballastcomponenten mogelijk te maken.
35 De wijze, waarop het plaatvormige montage-orgaan is gekoppeld aan de moduul M, de inductieve ballastcomponent 22 en andere schakelingselementen voor het vormen van een integraal subsamenstel, is getoond in fig. 8. Zoals te zien is, verbinden de verschillende geïsoleerde 40 geleiders 41 de aansluitingen van de schroefdraadtype 8200947 - 11 - basisconnector 18 met de pencontacten 54 op de bodem van de ballastcomponent 22 door middel van het verbindings-blok 42 en de bevestigingsschroeven 46 ervan, welke worden vastgemaakt, nadat de ballastcomponent is ingeschoven in 5 het doosachtige gedeelte van de plaat 28. De geleiders 41 verbinden tevens de gloeischakelaar 43 en de condensator 44 in parallelrelatie met een paar inplugopneemcontacten 55, welke samen met een tweede paar van dergelijke opneem- j contacten 56, verbonden met de basisconnector 18 en het j 10 verbindingsblok 42, met kracht worden ingepast in j geschikte openingen 57 in de montageplaat 28 en vormen j zodoende een inplughouder voor de penaansluitingen 24 j i van de fluorescentielamp L. De plaat 28 is vergrendeld j in opgehangen dwarspositie binnen de moduul M (in vlakke 15 relatie met de gegleufde randdelen 52 ervan) door schroeven 39, die inpassen in geschikte, op afstand gelegen openingen in de plaat en grijpen de drie naar boven uitstekende verhevenheden 30, gevormd op de binnenwand van het moduullichaam 20 aan. De plaat 28 bevat tevens de 20 opening 29, die het afhangende lamppuntsegment 39 van het lampomhulsel opneemt, en tevens dienst doet als convectie-koelorgaan voor dit kritische deel van de gekronkelde fluorescentielamp L, zoals eerder werd beschreven.
Een meer gedetailleerde beschrijving van het 25 plaatvormige montageorgaan 28 is getoond in de fig. 10-12.
Zoals getoond is de plaat bij voorkeur gevormd uit êên stuk van geschikt isolatiemateriaal zoals een kunststof en bezit de eerdergenoemde openingen 57 en opening 49 voor accommodatie van de elektrische inplugcontacten 55, 30 56 en de buispunt 36 van het lampomhulsel. Het doosachtige gedeelte 45 van de plaat is tevens voorzien van een sleuf 58 voor de pennen 54 van de ballastcomponent 22, wanneer deze laatste wordt ingeschoven in de harnasplaat.
De delen van de plaat 28 rond de openingen voor de 35 verschillende bevestigingsschroeven 26, 39 en de inplug-connectoren 55, 56 zijn versterkt door verhevenheden 38, 40 en 60, die het de montageplaat mogelijk maken om de fysische belasting van de verschillende gemonteerde componenten te dragen zonder breken. De ballastcomponent 40 22 en het koelende puntgedeelte 36 van de lamp L zijn 8200947 - 12 - in gebroken lijn getoond in de fig. 11 en 12 teneinde te laten zien hoe deze delen inpassen in de plaat 28.
Fig. 13 geeft een schema van de verschillende schakelingselementen en de wijze, waarop deze zijn ver-5 bonden met de gekronkelde fluorescentielamp L teneinde deze te starten en bedrijven, wanneer de lampeenheid 16 is aangesloten op een wisselstroombron. Zoals getoond is de startercomponent S. (bestaande uit de gloeischakelaar 43 en de ruisonderdrukkingscondensator 44) in serie ver-10 bonden met de lampelektrodes via de geleiders 41, zodat de lamp L start op de gebruikelijke voorverhittingswijze.
De geleiders 41 verbinden tevens de inductieve ballast-component 22 in serie met de lampelektrodes en de starter S op de gebruikelijke wijze, teneinde de lampstroom 15 gedurende bedrijf te regelen.
Een alternatieve vorm van gekronkelde fluorescentielamp La, die gemakkelijker kan worden in- en uitgeplugd uit het montageplaatgedeelte 28 van de moduul M, is getoond in fig. 14. Het lampomhulsel is van dezelfde 20 drievoudige ü-gebogen vorm als in de vorige uitvoering, maar heeft zijn eind-ü-beengedeelte 29a en 32a bevestigd aan een basisorgaan 24a, dat geen vlakke uitbreiding heeft en derhalve geen bevestigingsorgaan of schroeven vereist voor het verankeren van de lamp aan de harnasplaat. 25 Teneinde te waarborgen, dat de basispennen 27a vast worden vergrendeld in elektrisch contact met de elektrische opneemorganen 55, 56, gedragen door de plaat 28, kan het plaatorgaan zijn gevormd op een zodanige wijze, dat het een ondiepe uitsparing heeft, die op nestelende wijze 30 het basisorgaan 24a ontvangt en aldus een nauwsluitende tussenpassing en drukpassing vormt van de componenten.
Indien gewenst of vereist, kunnen insnappaselementen eveneens zijn aangebracht aan de zijden van de basis 24a en/of in het basisopnemende deel van de montageplaat, 35 teneinde een meer positieve vergrendelingswerking te verkrijgen.
Een alternatieve vorm van een moduulplaat-subsamenstel, dat het mogelijk maakt, dat de gloeischake-laarcomponent wordt ingeplugd in en verwijderd uit de 40 montageplaat samen met de ballastcomponent en de gekronkelde 8200947 -13- fluorescentielamp, is getoond in fig. 15. Zoals te zien is, wordt deze structureel voordelige uitvoering verkregen door de gloeischakelaar te scheiden van de condensator 44a en deze te plaatsen binnen een kleine 5 cilindrische houder voor het vormen van een component 43a, die wordt ingeplugd in een geschikt opneemorgaan of bus 62, gemonteerd op de bovenzijde van het plaatorgaan 28a. Geschikte geleiders (niet getoond) op het bodemvlak van de plaat verbinden de gloeischakelaarcomponent 43a met 10 de inplugcontacten 55a, 56a, wanneer deze laatste worden ingestoken in de plaatopeningen 57a, zodat de gloeischakelaar en condensator zijn verbonden op dezelfde parallelle wijze als tevoren. Volgens deze uitvoering is verder het verbindingsblok binnen de moduul Ma 15 weggelaten en vervangen door opneemorganen (niet getoond), die een integraal deel van het doosachtige deel 45a van de montageplaat 28a omvatten en funktioneren als een inplugbus voor de pennen 54a van de ballastcomponent 22a. De andere structurele aspecten en koppelingsarrange-20 menten van het alternatieve moduul-plaatsubsamenstel, getoond in fig. 15, zijn identiek aan die, tevoren beschreven in samenhang met de andere uitvoering.
Het beschermomhulsel C is bij voorkeur vervaardigd van een geschikt helder of transparant hoge-25 temperatuur kunststofmateriaal. De lampbasisorgaan 24, 24a en de lichaamsdelen 20, 20a van de modulen M en Ma, kunnen eveneens zijn vervaardigd van geschikt kunststofmateriaal met de juiste sterkte en temperatuurbestendige eigenschappen.
- conclusies - 8200947

Claims (17)

1. Elektrische lampeenheid geschikt voor gebruik in een verlichtingsapparaat/ dat een lichtbron van compacte grootte vereist, met het kenmerk, dat de lampeenheid een lagedruk elektrische ontladingslam omvat 5 met een gekronkeld lampomhulsel, gevormd van buisvormig lichtdoorlatend glasachtig materiaal, en een ioniseerbaar medium bevat en een paar elektrodes, welk gekronkeld omhulsel een gekronkeld ontladingskanaal definieert van een zodanige configuratie, dat de einden van het omhulsel 10 zijn geplaatst in de nabijheid van elkaar, welke ontladings-lamp een basisorgaan heeft, die de einden van het gekronkelde lampomhulsel verbindt en uitstekende contactelementen heeft, verbonden met de respectievelijke elektroden, een bescherm-huis van lichtdoorlatend materiaal, dat de genoemde 15 gekronkelde ontladingslamp omsluit, een moduul, losneembaar bevestigd aan het beschermhuis en begrensd door een basis-connectorcomponent, bedoeld voor het losneembaar ingrijpen in fittingsorganen van het verlichtingsapparaat, elektrische geleidingsorganen binnen de moduul, verbonden met de 20 genoemde basisconnectorcomponent, en middelen, die de moduul elektrisch en mechanisch koppelen aan de gekronkelde ontladingslamp, omvattende een plaatvormig montage-orgaan, dat (a) is bevestigd aan inwendige delen van de moduul en daardoor in opgehangen dwarspositie wordt gehouden 25 binnen de moduul afgelegen van de basisconnectorcomponent, zodat het genoemde montage-orgaan en de moduul een kamer definiëren en een integraal subsamenstel vormen, (b) elektrische opneemcontacten omvat, geplaatst in glijpasinplug-verbinding met de uitstekende contactelementen van de 30 gekronkelde ontladingslamp, en welke de ontladingslamp verbinden met de elektrische geleidingsorganen, aangebracht binnen de moduul en (c) verankeringsorganen heeft, die op losneembare wijze het basiseiiide van de ontladingslamp aangrijpen en de lamp in tussengepaste opstaande relatie 35 houden met het montage-orgaan, zodat de ontladingslamp en het beschermhuis beide kunnen worden losgemaakt en gescheiden van de moduul. 8200947 - 15 -
2. Lampeenheid volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de gekronkelde ontladingslamp een fluorescentielamp omvat, en dat een gloeischakelaarcomponent eveneens is gemonteerd op het plaatvormige montage-orgaan 5 en losneembaar wordt gehouden in een zodanige positie door opneembusorganen, die een integraal deel vormen van het montage-orgaan en de gloeischakelaarcomponent in voorverhittingsstartrelatie verbinden met de fluorescentielamp via de elektrische geleidingsorganen, aangebracht 10 binnen de moduul.
3. Lampeenheid volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de gekronkelde ontladingslamp een fluorescentielamp omvat, en dat een ballastcomponent eveneens is gemonteerd op het plaatvormige montage-orgaan, 15 en losneembaar wordt gehouden in een zodanige betrekking door verbindingsmiddelen, gedragen door het montage-orgaan, en die de ballastcomponent verbinden met de fluorescentielamp via de elektrische geleidingsorganen, aangebracht binnen de moduul.
4. Lampeenheid volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de gekronkelde fluorescentielamp een lampomhulsel heeft van een zodanige configuratie, dat een ongehinderd gebied zich uitstrekt naar boven in het gekronkelde lampomhulsel vanaf het plaatvormige montage-25 orgaan, en dat de ballastcomponent van langwerpige configuratie is en zodanig georiënteerd, dat deze is geplaatst in het ongehinderde gebied binnen de gekronkelde fluorescentielamp.
5. Lampeenheid volgens conclusie 4, m e t het 30 kenmerk, dat een middengedeelte van het plaatvormige montage-orgaan is gecontoureerd voor het definiëren van een holte, die zich uitstrekt naar het basisconnectoreinde van de moduul, en dat een gedeelte van de langwerige ballastcomponent op nestelende wijze is geplaatst in de 35 genoemde holte en zodoende in telescopische tussengepaste relatie is met het montage-orgaan. 8200947 - 16 -
6. Lampeenheid volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat een gloeischakelaar-startercomponent eveneens is gemonteerd op het plaatvormige montage-orgaan en losneembaar wordt gehouden in een zodanige positie 5 door opneembusorganen, die een integraal deel vormen van het montage-orgaan, en de gloeischakelaarcomponent verbinden met de gekronkelde fluorescentielamp via de elektrische geleidingsorganen, aangebracht binnen de moduul, zodanig dat de fluorescentielamp, het beschermhuis, de ballast- 10 component en de gloeischakelaar-startercomponent alle kunnen worden losgemaakt en gescheiden van het moduul-montageplaat-subsamenstel.
7. Lampeenheid volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de moduul en het beschermhuis elk 15 ten minste één ventilatie-opening hebben, en dat het plaatvormige montage-orgaan kleiner is dan en op afstand gelegen van het omringende deel van de moduul, en daardoor een zich omtreksgewijs uitstrekkende doorgang oplevert, die in samenwerking met de ventilatie-openingen in de 20 moduul en het beschermhuis het mogelijk maken, dat lucht vrij kan stromen door de lampeenheid in bedrijf met resulterende convectiekoeling van de bekrachtigde ontladings-lamp.
8. Lampeenheid volgens conclusie 7, m e t het 25 kenmerk, dat de relatieve afmetingen en plaatsingen van de moduul en het plaatvormige montage-orgaan zodanig zijn, dat de luchtdoorgang zich uitstrekt over een hoofdgedeelte van de omtrek van het montage-orgaan.
9. Lampeenheid volgens conclusie 8, m e t het 30 kenmerk, dat de grootte en vorm van het beschermings-huis met betrekking tot die van de gekronkelde ontladings-lamp zodanig zijn, dat het huis op afstand is gelegen van de zijden van het lampomhulsel, en de lucht die door de periferale doorgangsweg gaat, stroomt langs de tussenruimte 35 van lampomhulsel en huis.
10. Lampeenheid volgens conclusie 7, 8 of 9, m e t 8200947 - 17 - het kenmerk^ dat het plaatvormige montage-orgaan is gelegen aan het einde van de moduul tegenover gelegen aan de basisconnectorcomponent, en dat de moduul-kamer wordt bepaald door'het gedeelte van de moduul, 5 die zich uitstrekt tussen het montage-orgaan en de basisconnectorcomponent, en dat de elektrische geleidings-organen zijn- gelegen binnen de genoemde kamer.
11. Eenheid volgens conclusie 7, 8 of 9, m e t het kenmerk, dat het plaatvormige montage-orgaan 10 een voorgevormd kunststoforgaan omvat, en dat de moduul een aantal op afstand gelegen inwendige verhevenheden heeft, die uitsteken naar de gekronkelde ontladingslamp en dienen als ondersteuningsorganen voor het kunststof-montage-orgaan.
12. Lampeenheid volgens ëën der conclusies 7 - 11, m'ie t het kenmerk, dat de gekronkelde ontladingslamp een fluorescentielamp omvat, die een aantal ü-vormig gebogen lampomhulselsecties heeft, dat de lampcontact-elementen metaalpennen omvatten, in vastgestelde positie 20 gehouden door het lampbasisorgaan, en dat de elektrische opneemcontactorganen in ingeplugde verbinding met het basiseinde van de fluorescentielamp een opneemhuls omvat, gedragen door het plaatvormige montage-orgaan.
13. Lampeenheid volgens conclusie 12, m e t het 25 kenmerk, dat het lampbasisorgaan een paar zich zijdelings uitstrekkende nokdelen heeft, bevestigd aan het plaatvormige montage-orgaan door losneembare bevestigings-organen.
14. Lampeenheid volgens conclusie 12 of 13, m e t 30 het kenmerk, dat de basisconnectorcomponent van de moduul van het inschroeftype is, en dat het bodemgedeelte van de moduul en het plaatvormige montage-orgaan bestaan uit kunststofmateriaal.
15. Lampeenheid volgens conclusie 12, 13 of 14, 35 met het kenmerk, dat de gekronkelde fluorescen- 8200947 - 18 - tielamp van drievoudig ü-gebogen constructie is, en dat een inductieve ballastcomponent van langwerpige configuratie is gemonteerd op het montage-orgaan en zich uitstrekt opwaarts daar vandaan in genestelde relatie 5 met de drie U-vormige segmenten van het lampomhulsel.
16. Lampeenheid volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat een U-vormig '.gebogen gedeelte van het lampomhulsel, dat aangrenzend is aan het montage-orgaan, een afhangend puntsegment heeft, dat uitsteekt 10 naar het montage-orgaan en een kwikdarapdruk-regulerings-gebied bepaalt binnen de gekronkelde fluorescentielamp, en dat het montage-orgaan een opening daarin heeft, die het puntsegment van het lampomhulsel opneemt, en van voldoende grootte is om het mogelijk te maken, dat 15 een gedeelte van de lucht, die stroomt door de lampeenheid, kan gaan door de genoemde opening en aldus zorgen voor convectiekoeling van het puntsegment van het lampomhulsel.
17. Lampeenheid volgens conclusie 16, me the t kenmerk, dat het lamphuis een cilindrisch gevormd 20 beschermomhulsel omvat, dat een aantal ventilatie-openingen heeft, die hoofdzakelijk zijn gelegen aan de bovenzijde van het beschermomhulsel, dat de moduul kegelvormig is en eveneens een aantal ventilatie-openingen heeft, en dat de ballastcomponent is gekoppeld met inplugtype opneem-25 organen, gedragen door het montage-orgaan, hetgeen het mogelijk maakt om de ballastcomponent gemakkelijk los te maken en te verwijderen van de moduul :samen met de fluorescentielamp en het beschermomhulsel. 8200947
NL8200947A 1981-03-23 1982-03-08 Elektrische lampeenheid. NL8200947A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/246,502 US4375607A (en) 1981-03-23 1981-03-23 Compact lamp unit having plug-in fluorescent lamp and module components
US24650281 1981-03-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200947A true NL8200947A (nl) 1982-10-18

Family

ID=22930944

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200947A NL8200947A (nl) 1981-03-23 1982-03-08 Elektrische lampeenheid.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4375607A (nl)
JP (1) JPS57182902A (nl)
CA (1) CA1165797A (nl)
DE (1) DE3210005A1 (nl)
GB (1) GB2095464B (nl)
NL (1) NL8200947A (nl)

Families Citing this family (47)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8005112A (nl) * 1980-09-11 1982-04-01 Philips Nv Lagedrukkwikdampontladingslamp.
HU181323B (en) * 1981-05-08 1983-07-28 Egyesuelt Izzolampa High-frequency system of additional resistor for electric discharge lamp
JPS57202056A (en) * 1981-06-05 1982-12-10 Toshiba Corp Fluorescent lamp unit
US4485331A (en) * 1981-12-11 1984-11-27 Gte Products Corporation Fluorescent lamp holder
US4503360A (en) * 1982-07-26 1985-03-05 North American Philips Lighting Corporation Compact fluorescent lamp unit having segregated air-cooling means
US4570105A (en) * 1983-09-20 1986-02-11 Engel Herman J Electrical adapter for use in connection with fluorescent lamps
KR850003187Y1 (ko) * 1983-12-05 1985-12-24 신광기업주식회사 형광등
US4495443A (en) * 1984-01-27 1985-01-22 Cummings John H Compact fluorescent lamp combination, and method of making it
DE3432675A1 (de) * 1984-09-05 1986-03-13 Patent-Treuhand-Gesellschaft für elektrische Glühlampen mbH, 8000 München Kompakte niederdruckentladungslampe
DE3439171A1 (de) * 1984-10-25 1986-05-07 Patent-Treuhand-Gesellschaft für elektrische Glühlampen mbH, 8000 München Einseitig gesockelte quecksilberdampfniederdruckentladungslampe
US4683402A (en) * 1985-04-25 1987-07-28 Truman Aubrey Adaptors for fluorescent lamps
JPS6228310U (nl) * 1985-08-06 1987-02-20
US4855635A (en) * 1986-02-18 1989-08-08 Gte Products Corporation Fluorescent lamp unit with magnetic field generating means
WO1987005436A1 (en) * 1986-03-05 1987-09-11 American Light Corporation Fluorescent-bulb replacement unit for an incandescent bulb
US4931696A (en) * 1987-02-26 1990-06-05 Gte Products Corporation Fluorescent lamp starter assembly
GB2209431A (en) * 1987-09-02 1989-05-10 Fook Tin Plastic Factory Limit A discharge lamp provided with a removable ballast unit
JPH0677403B2 (ja) * 1988-05-17 1994-09-28 神保電器株式会社 放電灯用照明器具
US5316473A (en) * 1988-06-17 1994-05-31 Dentsply Research & Development Corp. Light curing apparatus and method
US4878159A (en) * 1988-10-11 1989-10-31 Gte Products Corporation Fluorescent lamp having removable jacket
DE4037947A1 (de) * 1990-04-09 1992-06-04 Holzer Walter Compact-leuchtstofflampe
DE4011213A1 (de) * 1990-03-19 1991-09-26 Holzer Walter Compact-leuchtstofflampe
EP0447957A3 (en) * 1990-03-19 1992-04-29 Walter Holzer Compact fluorescent lamp
RU2108637C1 (ru) * 1990-03-19 1998-04-10 Сенатор х.ц.Др.х.ц.Инж. Вальтер Хольцер Компактная люминесцентная лампа
US5367229A (en) * 1991-03-28 1994-11-22 Yang Thien S Lamp ballasts
GB2256754A (en) * 1991-06-01 1992-12-16 Thorn Lighting Ltd Electrical connection for fluorescent lamp.
US5390096A (en) * 1992-10-22 1995-02-14 Progressive Technology In Lighting, Inc. Replacement compact fluorescent lamp assembly
DE4313018A1 (de) * 1993-04-21 1994-12-22 Kuemmerling Andreas Kompakte Leuchtstofflampe
US5717277A (en) * 1993-04-30 1998-02-10 The Regents, University Of California Compact fluorescent lamp using horizontal and vertical insulating septums and convective venting geometry
DE29500786U1 (de) * 1995-01-19 1995-04-06 Piruzram, Mansur, 95180 Berg Energiesparlampe
DE19501500A1 (de) * 1995-01-19 1996-07-25 Mansur Piruzram Energiesparlampe
DE19509112A1 (de) * 1995-03-16 1996-09-19 Holzer Walter Kompaktleuchtstofflampe mit kreisrundem Gasentladungsgefäß
US5720548A (en) * 1995-11-14 1998-02-24 Progressive Technology In Lighting, Inc. High luminance fluorescent lamp assembly
DE19624860A1 (de) * 1996-04-04 1997-10-09 Peter Grimm Elektronische Entladungslampe
JP3115826B2 (ja) * 1996-07-01 2000-12-11 松下電子工業株式会社 電球形蛍光灯
FR2763742A1 (fr) * 1997-05-26 1998-11-27 H B Ind Lampe fluocompacte monobloc
US6140751A (en) * 1998-03-30 2000-10-31 General Electric Company Electrolytic capacitor heat sink
JP3324570B2 (ja) 1999-06-16 2002-09-17 松下電器産業株式会社 電球形蛍光ランプ
US6502962B1 (en) * 2000-10-23 2003-01-07 Fire Products Company Cover assembly for a light
US7758223B2 (en) 2005-04-08 2010-07-20 Toshiba Lighting & Technology Corporation Lamp having outer shell to radiate heat of light source
USD654192S1 (en) 2009-05-13 2012-02-14 Lighting Science Group Coporation Body portion of a lamp
USD652564S1 (en) 2009-07-23 2012-01-17 Lighting Science Group Corporation Luminaire
EP2473773B1 (en) * 2009-09-03 2018-10-17 Philips Lighting Holding B.V. Led lamp
US20110080739A1 (en) * 2009-10-02 2011-04-07 Shantha Totada R Light with Replaceable Light Source
USD663446S1 (en) 2010-05-04 2012-07-10 Lighting Science Group Corporation Body portion of a bulb
USD659266S1 (en) 2010-05-04 2012-05-08 Lighting Science Group Corporation Luminaire
USD658791S1 (en) 2010-05-04 2012-05-01 Lighting Science Group Corporation Luminaire
USD666750S1 (en) 2012-02-13 2012-09-04 Lighting Science Group Corporation Luminaire

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3551736A (en) * 1968-04-02 1970-12-29 Gunther Anthony Doehner Fluorescent lamps constructed for use in conventional light fixtures
DE2125638A1 (de) * 1971-05-24 1972-12-07 Doehner G Fluoreszierender Beleuchtungskörper
US3815080A (en) * 1973-04-12 1974-06-04 F Summa Fluorescent lamp adapter assembly
NL174104C (nl) * 1977-08-23 1984-04-16 Philips Nv Lampeenheid.
US4311942A (en) * 1977-09-21 1982-01-19 Spellman High Voltage Electronics Corp. Compact fluorescent lamp and method and means for magnetic arc spreading
US4173730A (en) * 1978-07-11 1979-11-06 Westinghouse Electric Corp. Compact fluorescent lamp unit having integral circuit means for DC operation
US4300073A (en) * 1979-02-13 1981-11-10 Westinghouse Electric Corp. Screw-in type lighting unit having a convoluted tridimensional fluorescent lamp
US4337414A (en) * 1979-11-26 1982-06-29 Westinghouse Electric Corp. Compact fluorescent lamp having convoluted tubular envelope of tridimensional configuration, method of making such envelope, and lighting unit incorporating such lamp
US4270071A (en) * 1979-11-26 1981-05-26 Westinghouse Electric Corp. Composite base and ballast member for compact single-ended fluorescent lamp

Also Published As

Publication number Publication date
GB2095464B (en) 1985-01-09
JPS57182902A (en) 1982-11-11
DE3210005A1 (de) 1982-10-21
GB2095464A (en) 1982-09-29
CA1165797A (en) 1984-04-17
US4375607A (en) 1983-03-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8200947A (nl) Elektrische lampeenheid.
US4414489A (en) Compact electric discharge lamp-and-ballast unit, and plug-in ballast module therefor
RU2719338C2 (ru) Модульные соединители для осветительного устройства в сборе
US4688874A (en) Arrangement in electric discharge lamps
US5128590A (en) Compact fluorescent lamp
US4503358A (en) Fluorescent lamp having separate cooling means for ballast and fluorescent tube
US5759054A (en) Locking, wire-in fluorescent light adapter
US4300073A (en) Screw-in type lighting unit having a convoluted tridimensional fluorescent lamp
US6400104B1 (en) Fluorescent lamp assembly with nightlight
US4092562A (en) Fluorescent lamp unit for multiple installation
US4459648A (en) Recessed lighting fixture and lamp mount therefor
US4748545A (en) Illumination systems
US4939629A (en) Compact luminaire including a double-ended lamp
US6162096A (en) Reflector assembly socket which accepts a PL lamp
US4809142A (en) Integrated lighting device
US4475064A (en) Means for controlling lumen output in power consumption of phosphor excitable lamps
US4278911A (en) Circular fluorescent lamp unit
MX2007000766A (es) Ensamble de lampara y portalampara.
US6283604B1 (en) Electro luminescent illuminator
US4853508A (en) Lighting device for an oven to be exposed to microwave energy, in particular a household oven
JP2006100277A (ja) 電気的なシールドを備えた誘電体バリア放電ランプ
JP4915012B2 (ja) 誘電体バリア放電ランプ及び所属の安定抵抗器を備えた照明システム
US6020682A (en) Fluorescent lamp with replaceable lamp part
US4563729A (en) Double-insulated, compact, folded fluorescent tube fixture
US6164797A (en) End mount ballast- socket bridge

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: NORTH AMERICAN PHILIPS LIGHTING CORPORATION

BA A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed