NL8200713A - Spaninrichting. - Google Patents

Spaninrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8200713A
NL8200713A NL8200713A NL8200713A NL8200713A NL 8200713 A NL8200713 A NL 8200713A NL 8200713 A NL8200713 A NL 8200713A NL 8200713 A NL8200713 A NL 8200713A NL 8200713 A NL8200713 A NL 8200713A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping device
locking
screw
housing
screw sleeve
Prior art date
Application number
NL8200713A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rud Ketten Rieger & Dietz
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rud Ketten Rieger & Dietz filed Critical Rud Ketten Rieger & Dietz
Publication of NL8200713A publication Critical patent/NL8200713A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G11/00Means for fastening cables or ropes to one another or to other objects; Caps or sleeves for fixing on cables or ropes
    • F16G11/12Connections or attachments, e.g. turnbuckles, adapted for straining of cables, ropes, or wire

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Devices For Conveying Motion By Means Of Endless Flexible Members (AREA)

Description

i * N.0. 30.891 χ
Spaninrichting
De uitvinding heeft betrekking op een spaninrichting voor spanstrengen met tenminste éën voor het veranderen van de afstand tussen twee aansluitkoppen dienende schroefinrichting waartoe een schroefspil en een schroefhuls behoren, die beide tenminste gedeeltelijk door een 5 tegen draaien geborgd met de schroefspil verbonden huis zijn omgeven, en met een draaivergrendeling voor de schroefinrichting, die een borg-element en een hierbij behorende afvlakking op het buiten de afvlakking cilindrische buitenvlak van de schroefhuls bezit.
Spaninrichtingen van dit type gebruikt men in het bijzonder voor 10 het vastsjorren van voorwerpen, die op voertuigen getransporteerd worden. Daarbij worden als spanstrengen geregeld kettingen, kabels en/of banden gebruikt, die men met behulp van sluitingen, kousen, lussen of dergelijke op de aansluitkoppen aansluit.
Het is gebleken dat bij spaninrichtingen van het beoogde type de 15 vergrendeling van de spaninrichtingen in gespannen toestand problemen met zich brengt. Zo moet bij een bekende spaninrichting (Duits octrooi-schrift 58 08 09) waarvan het huis van boringen voor het opnemen van een splitpen is voorzien, die in de grendelstand met een deel van zijn omtrek tegen een afvlakking van een tot de spaninrichting behorende 20 schroefhulssteun voor het inbrengen van de splitpen eerst de afvlakking in een met de boringen op ién lijn liggende stand worden gebracht.
Eerst nadat dit is gebeurd kan de splitpen worden ingebracht en aansluitend door ombuigen van de einden van de splitpen worden geborgd.
Het is duidelijk dat niet slechts het inbrengen en buigen van de split-25 pen, maar ook het latere verwijderen ervan moeilijk en tijdrovend is. Van bijzonder nadeel is de borging met een splitpen in die gevallen waarin de spanstrengen na een bepaalde tijdsperiode nagespannen moeten worden, omdat voor elk naspannen de splitpen volledig uit zijn opening moet worden verwijderd en veelal het gevaar bestaat dat hij verloren 30 gaat.
Om de beschreven redenen heeft men naar andere mogelijkheden voor het vergrendelen van spaninrichtingen gezocht. De gevonden oplossingen (Duitse ter inzage gelegde octrooiaanvragen 28 02 288, 28 02 293) zijn weliswaar gemakkelijker te behandelen maar zijn eveneens nog niet vol-35 ledig bevredigend.
Aan de uitvinding ligt het doel ten grondslag een spaninrichting van het aangegeven type te verschaffen waarvan de draaivergrendeling bij het spannen automatisch wordt overwonnen, na het spannen echter au 8200713 4 2 tomatisch in de spanstand wordt overgebracht, waaruit hij slechts door het bedienen van een ontgrendelingsorgaan verwijderbaar is.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat de afvlakking via een schouder in het cilindrische buitenvlak van de schroefhuls 5 overgaat, dat het borgelement tussen een borgstand en een vrijgeefstand heen en weer beweegbaar op het huis en/of een met het huis verbonden deel is gelegerd, dat het. borgelement door een veer tegen de afvlakking of de schouder wordt gedrukt, dat het borgelement bij het inschroeven van de schroefspil in de schroefhuls onder overwinning van de kracht 10 van de veer door de afvlakking of de schouder uit de borgstand in de vrijgeefstand kan worden gedrukt, terwijl hij bij het uitschroeven van de schroefspil uit de schroefhuls slechts door een ontgrendelingsorgaan uit de borgstand in de vrijgeefstand kan worden overgebracht.
De spaninrichting volgens de uitvinding geeft het voordeel dat hij 15 buitengewoon gemakkelijk te behandelen is. Bij het spannen behoeft de gebruiker zich geen zorgen te maken over de draaiborg, omdat deze slechts in één richting werkt en als gevolg daarvan slechts bij het lossen van de spaninrichting moet worden bediend. Het ontgrendelen van de draaiborg is eenvoudig en kan zonder hulp van gereedschappen ook on-20 der ongunstige omstandigheden, zoals optreden bij slechte weersomstandigheden en duisternis, snel plaats hebben.
Aan de hand van een tekening waarin uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader besproken.
25 Fig. 1 toont in perspectief een aanzicht van een spaninrichting met gedemonteerde draaiborg.
Fig. 2 toont een doorsnede door de in de spaninrichting volgens fig. 1 aangebrachte draaiborg.
Fig. 3 toont gedeeltelijk in doorsnede een spaninrichting met een 30 anders uitgevoerde draaiborg.
Fig. 4 toont een doorsnede over de lijn IV-IV in fig. 3.
Fig. 5 toont een bovenaanzicht op een deel van een verdere spaninrichting .
Fig. 6 toont een doorsnede over de lijn VI-VI in -fig. 5.
35 Fig. 7 toont een met fig. 6 overeenkomstige doorsnede door een spaninrichting met een anders uitgevoerde draaiborg.
Fig. 8 toont een met fig. 6 overeenkomstige doorsnede door een spaninrichting met een verdere draaiborg..
In fig. 1 is met 1 het huis van een spaninrichting aangegeven 40 waarvan de principiële opbouw bijvoorbeeld bekend is uit de Duitse ter 8200713 i 9 3 inzage gelegde octrooiaanvrage 28 22 549. Uit het ene einde van het huis 1 steekt een schroefhuls 2 die aan één einde een aansluitkop 3 draagt. Aan het andere einde van het huis bevindt zich een door een deel van een wartel gevormde aansluitkop 4. In de schroefhuls 3 steekt 5 een tegen draaien geborgde met het huis 1 verbonden schroefspil 5 (zie fig. 2). De schroefhuls 2 en de schroefspil 5 vormen een schroefinrichting met behulp waarvan de afstand tussen de aansluitkoppen 3 en 4 kan worden veranderd.
Met het huis 1 is een ringvormig deel 6 verbonden, dat de schroef-10 huls omsluit en dient voor het legeren van een draaiborg. De schroef-spil is in het gebied van zijn buitenvlak voorzien van een afvlakking 7 en een schouder 8. Met de afvlakking 7 en de schouder 8 werkt een door een borgzuiger gevormd borgelement 9 samen. Dit borgelement 9 wordt ___y . /£- n door een veerytegen een slagbegrenzingsaanslag 11 gedrukt, die wordt 15 gevormd door een van een binnenzeskant 12 voorziene schroefstift. Met het borgelement 9 is via een stang 13 een als ontgrendelingsknop uitgevoerd ontgrendelingsorgaan 14 verbonden.
Een veer 15, die met zijn ene einde in een uitsparing 16 van het borgelement 9 steekt en die met zijn andere einde tegen de bodem van 20 een uitsparing 17 in een deel 6 steunt, drukt het borgelement 9 tegen de slagbegrenzingsaanslag 11 en de schouder 8.
Bij het spannen van de spaninrichting worden het huis 1 en de schroefspil 5, in fig. 2 gezien, synchroon links omgedraaid. Bij een verdere omdraaiing wordt het borgelement 11 eveneens eenmaal door de 25 schouder 8 tegen de invloed van de veer 15 in in de uitsparing 17 teruggestoten. Na het spannen heeft een korte terugdraaiing van het huis 1 rechtsom plaats tot het borgelement 9 in de in fig. 2 weergegeven stand rust. Een verdere draaiing van het huis uit de weergegeven stand rechtsom is niet mogelijk, deze wordt in het bijzonder door het tegen 30 de afvlakking 7 drukkende borgelement 9 verhinderd. Wil men de spaninrichting lossen dan moet het ontgrendelingsorgaan 14 worden bediend, waardoor het borgelement 9 tegen de werking van de veer 15 in, gezien in fig. 2, naar rechts uit zijn borgstand kan worden verwijderd.
Terwijl bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 een in hoofd-35 zaak tangentiaal op de schroefhuls 2 legerbaar borgelement 9 wordt gebruikt, past men bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 3 en 4 een borgelement 18 toe, dat door een tweearmige om een as 19 zwenkbare hefboom wordt gevormd. Het borgelement 18 is van een aanslagvlak 20 voorzien, waartegen een kogel 21 drukt, die onder de invloed van een 40 veer 22 staat. Door de veer wordt het borgelement 18 automatisch in de 8200713 4 in fig, 3 weergegeven stand gedrukt. In deze stand ligt het borgelement, zoals uit fig. 4 blijkt, met één zijvlak tegen de schouder 8 van de schroefhuls 2. Uit de weergegeven stand kan het borgelement 18 door het uitoefenen van een druk op een bedieningsuitsteeksel 36 in de in 5 fig. 3 met een stippellijn aangegeven stand worden overgebracht. In de met een stippellijn aangegeven stand wordt het borgelement 18 ook dan gedrukt als de schroefhuls 2 in fig. 4 gezien een draaibeweging rechtsom uitvoert. Een dergelijke draaibeweging heeft plaats bij het spannen van de spaninrichting, waarbij in dit geval voor het inleiden van de 10 draaibeweging in de schroefhuls 2 een knevel 23 dient.
De spaninrichting volgens fig. 5 komt wat zijn principiële opbouw betreft verregaand overeen met de spaninrichting volgens fig. 3. Bij het laatste uitvoeringsvoorbeeld gebruikt men borgelementen 24, 25, 26 van het in de fig. 6 tot 8 aangegeven type, dat wil zeggen borgelemen-15 ten die door een in hoofdzaak radiaal op de schroefhuls 2 heen en weer beweegbare klink worden gevormd. Voor het vasthouden van de borgelementen 24, 25, en 26 dient steeds een gekromde bladveer 27, die van een geleidingssleuf 28 is voorzien. Het ene einde 29 van de bladveer 27 is niet verliesbaar op het huis 1 bevestigd, terwijl het andere einde 30 20 hetzij een klink draagt hetzij deze vormt. Tussen het huis 1 en de gekromde bladveer 27 wordt heen en weer beweegbaar een spreidelement 31 geleid. Het spreidelement 31 is door de geleidingssleuf 28 met een ont-grendelknop 32 verbonden, die het verschuiven van de spreidelementen vanaf het einde 30 van de bladveer in de richting naar het einde 29 van 25 de bladveer 27 mogelijk maakt.
Bij de uitvoeringsvoorbeelden volgens de fig. 6 en 7 bezit elke schroefhuls steeds slechts één afvlakking 7 en een schouder 8. Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 8 daarentegen is de schroefhuls 2 van twee afvlakkingen 7 en steeds twee bij elke afvlakking 7 aangebrachte 30 schouders 8 voorzien. Om ook in dit geval een ongehinderd spannen mogelijk te maken bezit het borgelement een rand 22, die in fig. 8 gezien een draaibeweging van de schroefhuls rechtsom toelaat. Met 34 en 35 zijn nokken aangegeven die dienen voor het vasthouden van het spreidelement 31.
35 Uit de hierboven gegeven beschrijving blijkt dat in alle beschre ven uitvoeringsvoorbeelden door de draaiborg een ongehinderd spannen van de spaninrichting mogelijk is, een ongewenst ontspannen echter automatisch wordt verhinderd. De gebruiker van de spaninrichting volgens de uitvinding behoeft met andere woorden na het beëindigen van het -40 spannen geen borgelementen te bedienen. Het borgen treedt in het bij- 8200713 5 zonder automatisch op. Ook als de spaninrichting moet worden gelost moet de gebruiker êén bedieningsorgaan bedienen.
8 2 0 0 / ΐ3

Claims (17)

1. Spaninrichting voor spanstrengen met tenminste êên voor het veranderen van de afstand tussen twee aansluitkoppen dienende schroef-inrichting waartoe een schroefspil en een schroefhuls behoren, die beide tenminste gedeeltelijk door een tegen draaien geborgd met de 5 schroefspil verbonden huis zijn omgeven, en met een draaiborg voor de schroefinrichting, die een borgelement en een hierbij behorende afvlak-king op het buiten de afvlakking cilindrische buitenvlak van de schroefhuls bezit, met het kenmerk, dat de afvlakking (7) via een schouder (8) in het cilindrische buitenvlak van de schroefhuls (2) 10 overgaat, dat het borgelement (9;18;24;25;26) tussen een borgstand en een vrijgeefstand heen en weer beweegbaar op het huis (1) en/of een met het huis (1) verbonden deel (6) is gelegerd, dat het borgelement (9;18;24;25;26) door een veer (15;22;27) tegen de afvlakking (7) of de schouder (8) gedrukt wordt, dat het borgelement C9;. 18;24;25;26) bij in-15 schroeven van de schroefspil (5) in de schroefhuls (2) onder overwinning van de kracht van de veer (15;22;27) door de afvlakking (7) of de schouder (8) uit de borgstand in de vrijgeefstand kan worden gedrukt terwijl hij bij het uitschroeven van de schroefspil (5) uit de schroefhuls (2) slechts door een ontgrendellngsorgaan (14;36;32) uit de borg-20 stand in de vrijgeefstand kan worden overgebracht.
2. Spaninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het borgelement (9) door een in hoofdzaak tangentiaal op de schroefhuls (2) heen en weer beweegbare borgcilinder wordt gevormd.
3. Spaninrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 25 borgzuiger (9) een slagbegrenzingsaanslag (11) bezit.
4. Spaninrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de slagbegrenzingsaanslag (11) bestaat uit een evenwijdig met de langs-hartlijn van de schroefhuls (2) aangebrachte schroefstift.
5. Spaninrichting volgens een van de conclusies 2 tot 4, met het 30 kenmerk, dat de borgzuiger (9) van een buiten het buitenoppervlak van het huis (1) stekende ontgrendelingsknop (14) is voorzien.
6. Spaninrichting volgens een van de conclusies 2 tot 5 met het kenmerk, dat de borgzuiger (9) een uitsparing (16) bezit voor het opnemen van een deel van de veer (15).
7. Spaninrichting volgns conclusie 1 met het kenmerk, dat het borgelement (18) wordt gevormd door een in hoofdzaak radiaal op de schroefhuls (2) heen en weer beweegbare grendelhefboom.
8. Spaninrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de 8200713 borghefboom (18) van een aanslagvlak (20) voor een onder de invloed van een veer (22) staande kogel (21) is voorzien.
9. Spaninrichting volgens conclusie 7 of 8 met het kenmerk, dat de borghefboom (18) is voorzien van een bedieningsuitsteeksel (36)«
10. Spaninrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het borgelement (24,25,26) wordt gevormd door een in hoofdzaak radiaal op de schroefhuls (2) heen en weer beweegbare klink,
11. Spaninrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het borgelement' (24,25,26) op een bladveer (27) is aangebracht.
12. Spaninrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat iên einde (29) van de bladveer (27) op het huis (1) is bevestigd, terwijl op het andere einde (30) de klink is aangebracht.
13. Spaninrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat tussen het huis (1) en de bladveer (27) een spreidelement heen en 15 weer beweegbaar is geplaatst.
14. Spaninrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de bladveer (27) van nokken (34, 35) voor het borgen van de spreidelemen-ten (31) in verschillende standen is aangebracht.
15. Spaninrichting volgens een van de conclusies 11 tot 14, met 20 het kenmerk, dat de bladveer (27) gekromd is en zich uitstrekt over tenminste een deel van de omtrek van het huis (1).
16. Spaninrichting volgens een van de conclusies 13 tot 15, met het kenmerk, dat de bladveer (27) van een geleidingssleuf (28) voor het spreidelement (31) en van een hiermede verbonden ontgrendelingsknop 25 (32) is voorzien.
17. Spaninrichting volgens een van de conclusies 1 tot 16, met het kenmerk, dat over de omtrek van de schroefhuls (2) verdeeld een aantal afvlakkingen (7) en schouders (8) is aangebracht (fig. 8). =3SS=3=S==53 8200713
NL8200713A 1981-03-10 1982-02-23 Spaninrichting. NL8200713A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3110171 1981-03-10
DE3110171A DE3110171C2 (de) 1981-03-10 1981-03-10 Spannvorrichtung

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200713A true NL8200713A (nl) 1982-10-01

Family

ID=6127458

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200713A NL8200713A (nl) 1981-03-10 1982-02-23 Spaninrichting.

Country Status (6)

Country Link
AT (1) AT390487B (nl)
BE (1) BE892398A (nl)
DE (1) DE3110171C2 (nl)
GB (1) GB2094917B (nl)
IT (2) IT1150258B (nl)
NL (1) NL8200713A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2264991A (en) * 1992-02-18 1993-09-15 Mcdowall Wallace Ltd Tensioning devices for elongate, flexible connectors

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB153142A (en) * 1919-09-03 1920-11-04 Clifford James Thompson Improvements in and relating to turn buckles
DE580809C (de) * 1931-07-30 1933-07-17 Karl Renzmann Spannschraube
US2810595A (en) * 1953-02-12 1957-10-22 George W Purdy Turnbuckles

Also Published As

Publication number Publication date
DE3110171C2 (de) 1983-07-07
GB2094917A (en) 1982-09-22
DE3110171A1 (de) 1982-09-23
GB2094917B (en) 1985-04-24
IT8221063V0 (it) 1982-03-09
ATA74282A (de) 1989-10-15
BE892398A (fr) 1982-07-01
IT8220028A0 (it) 1982-03-09
AT390487B (de) 1990-05-10
IT1150258B (it) 1986-12-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4878270A (en) Rope tie-down apparatus
EP0980299B1 (en) Adjustable clamping jaw
EP1187702B1 (de) Exzenterspannzwinge
NL8100260A (nl) Transportinrichting, in het bijzonder voor drukprodukten.
DE29911663U1 (de) Kinderschutzgitter
FR2527463A1 (fr) Dispositif a roue a rochet pour la fermeture de chaussure de ski
EP0117466B1 (en) A device for selectively locking and releasing a rope member extending therethrough
EP2050591A1 (en) Anti-skid device with mounting from the outside
FR2499431A1 (fr) Pince a sertir
AU754221B2 (en) Guide bar mount for a tree harvester
WO2005039923B1 (de) Bandspanner und zugehörige spannbacken
NL8200713A (nl) Spaninrichting.
DE20214820U1 (de) Werkbank für Fahrräder
DE10013262A1 (de) Einwegkraftübertragung
US5511453A (en) Pliers for mounting purposes
US2600394A (en) Wire-hose-clamp applying device
EP0474328A1 (en) Vehicle hand-brake assembly
CA1141592A (en) Tensioning device, especially for tie-down chains
DE2149937C3 (de) Selbsttätige Nachstellvorrichtung für die Bremsbacken einer Innenbackenbremse
DE2716397C2 (de) Sicherheitseinrichtung
US3527125A (en) Full stroke compelling mechanism
GB1111644A (en) Automatic adjuster for internal shoe-drum brakes
DE10236473B4 (de) Spulgerät
US5038443A (en) Jiffy sure grip line holder
US3537152A (en) Snap-on and quick release connector

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed