NL8200558A - Stelsel voor het samenvoegen en weer uitsplitsen van twee videosignalen. - Google Patents

Description

’ ί ’ * *&' . 4r - 1 -

Jongenelen Video Roosendaal B.V., te Roosendaal.

Stelsel voor het samenvoegen en weer uitsplitsen van twee videosignalen.

De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het samenvoegen en weer uitsplitsen van twee videosignalen op een gemeenschappelijke drager, dat in het bijzonder voor driedimensionale videoprojectie kan worden toe-5 gepast. .

Het is bekend om met behulp van video-grootbeeldprojectoren een driedimensionaal televisiebeeld in kleur te projecteren. Als uitgangspunt wordt hierbij met twee videobeelden gewerkt. Deze beelden worden door twee camera's 10 opgenomen, daarna gescheiden verder verwerkt, welke verwerking bijvoorbeeld in het bijzonder uit montagewerkzaamheden kunnen bestaan, en tenslotte worden de beelden gescheiden geprojecteerd. Om de beelden waar te kunnen nemen moet door de kijker een speciale bril worden gedragen om de afzonderlijke beelden 15 door elk oog apart te kunnen waarnemen, zodat het geheel bij een juiste projectiewijze als een driedimensionaal beeld wordt ervaren.

Dit bekende stelsel bezit het nadeel dat wanneer het opgenomen driedimensionale beeld eerst geregis-20 treerd wordt voordat dit wordt weergegeven, de twee aparte 3-D kleurenbeelden op twee gescheiden videorecorders moeten worden opgenomen.

Een verder nadeel wordt door de synchro-nisatiemoeilijkheden bij het weer afspelen van de beide video-25 recorders gevormd, omdat de door de beide videorecorders afge- 8200558 ϊ · i ψ - 2 - geven videosignalen nauwkeurig ten opzichte van elkaar gesynchroniseerd moeten zijn, om op het scherm geen verschuiving van de aparte 3-D kleurenbeelden te verkrijgen.

De uitvinding heeft ten doel om een stel-5 sel van de bovengenoemde soort te verschaffen, dat de boven opgesomde nadelen mist. Om ditdsel te bereiken wordt voor het registreren van de twee 3-D kleurenbeelden van slechts ëën videorecorder gebruik gemaakt, waardoor de uit de twee camera’s afkomstige videosignalen afwisseld raster voor raster worden 10 opgenomen.

Zoals bekend worden volgens de PAL-video-norm 50 rasters per seconde toegepast en bij de NDSC-video-norm 60 rasters per seconde, hoewel 25 respectievelijk 30 beelden per seconde voor de continuïteit van de beeldoverdracht 15 voldoende zou zijn. Van dit 50 of 60-tal rasters per seconde worden door de enkele videorecorder dus van iedere camera slechts 25 respectievelijk 30 rasters opgenomen. Bij de weergave op de T.V.-schermen treedt nu echter een hinderlijke flikkering op. Om dit te voorkomen en het gewenste aantal van 50 20 respectievelijk 60 rasters per seconde te verkrijgen, wordt de video-informatie volgens de uitvinding over twee opeenvolgende rasters gespreid.

Bij 50 rasters per seconde wordt in de 1/50 seconde van de weergave van het voor de linker projector 25 bestemde halve beeld ook de rechter projector van een half beeld voorzien. Dit wordt bereikt door op hetzelfde moment het laatste door de rechter projector weergegeven halve beeld langs elektronische weg te herhalen. Daarna wordt het linker halve beeld op overeenkomstige wijze op het moment ten behoeve 30 van de linker projector herhaald, dat er door de videorecorder weer een rechter half beeld voor de rechter projector wordt afgegeven. Hierdoor worden fluctuaties in de beeldhelderheid ondervangen en kan het boven vermelde hinderlijke flikkeren worden voorkomen, zodat dientengevolge met een enkelvoudige 35 videorecorder kan worden volstaan. Het verrassende van de uitvinding is dat op deze wijze ondanks het in technische kringen 8200558 f - 3 -

Ar t bestaande vooroordeel om per videoprojector beelden toe te passen, die als hetware uit de helft van het normaal hiervoor toegepaste aantal beeldregels bestaat, toch driedimensionale beel- . den van uitstekende kwaliteit worden verkregen.

5 Het bovengenoemde stelsel voor het sa menvoegen en weer uitsplitsen van twee videosignalen op een gemeenschappelijke drager kan niet alleen voor driedimensionale videoprojectie worden toegepast, doch ook voor: a) het registreren op een videoband, 10 waarvan de informatie dan verder synchroon wordt verwerkt; b) het archieveren van videobanden; c) het synchroon afspelen van twee videobeelden vanaf een videorecorder op twee videomonitoren of projectiescherm; 15 d) het uitzenden via bijvoorbeeld een straalverbinding, waarna de informatie vervolgens aan de ont-vangzijde weer wordt gedecodeerd.

De uitvinding zal thans aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

20 Figuur 1 geeft een eerste uitvoerings vorm van een codeerschakeling volgens de uitvinding weer, die voor het registreren en synchroon weergeven van twee afzonderlijke beelden kan worden gebruikt; figuur 2 geeft de bLj de uitvoerings-25 vormen van figuur 1 behorende decodeerschakeling voor de synchrone weergave van twee afzonderlijke beelden weer; figuur 3 geeft een tweede uitvoeringsvorm van de codeerschakeling volgens de uitvinding weer, die bijvoorbeeld voor het archieveren kan worden gebruikt; 30 figuur 4 geeft de bij de uitvoerings vorm volgens figuur 3 behorende schakeling voor het decoderen van gearchieveerde videobanden weer; figuur 5#geeft een derde uitvoeringsvorm van de codeerschakeling volgens de uitvinding weer, die 35 voor 3-D videoprojectie kan worden gebruikt; 8200558 0 - 4 - « » # figuur 6 geeft de bij de derde uitvoeringsvorm volgens figuur 5 behorende decodeerschakeling voor 3-D videoprojectie weer; figuur 7 geeft een ter toelichting die-5 nend blokschema voor het coderen volgens de uitvinding weer; en figuur 8 geeft een ter toelichting dienend blokschema voor het decoderen volgens de uitvinding weer.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 10 worden de van de camera’s, filmscanners of video-afspelers 1 en 2 afkomstige signalen aan een elektronische schakelaar 3 toegevoerd, die door het uitgangssignaal uit de bij de camera’s 1 en 2 behorende synchronisatiegenerator 4 wordt bestuurd, hetgeen aan de hand van de figuren 7 en 8 nog nader zal worden besproken. 15 Deze elektronische schakelaar 3 wordt bij toepassing van de PAL-videonorm elke 1/50ste seconde op een andere ingang omgeschakeld, zodat op de uitgang ervan de 1/50ste seconde het videosignaal van camera 1 komt te staan, de tweede 1/50ste seconde uit videosignaal van camera 2 enz. Dit samengestelde 20 multiplex achtige videosignaal wordt aan een videorecorder 5 of aan een zender zoals bijvoorbeeld een straalzender 6 toegevoerd. Het door de videorecorder opgenomen videosignaal kan zonder meer in een videoband 30 worden bewaard.

De aldus bewaarde band 30 kan vervolgens 25 in de video-afspeler 12 van figuur 2 worden afgespeeld, doch ook is het mogelijk om bij een directe weergave van de twee afzonderlijke beelden de video-afspeler door een ontvanger 12 te vervangen, waardoor direct het door de straalzender 6 uitgezonden multiplex achtige signaal wordt opgevangen. Het videosig-30 naai uit de video-afspeler of ontvanger 12 wordt enerzijds direct aan de ene ingang van de elektrische schakelaar 13 toegevoerd en anderzijds aan een rastervertragingsschakeling 17 waardoor het videosignaal over êën raster wordt vertraagd. De uitgang van deze rastervertragingsschakeling 17 is met een synchro-35 nisatie-afscheidingsschakeling 14 verbonden, waardoor een raster 8200558 Λ - 5 - * ' -* identificatie-impuls V/2 wordt opgewekt, die aan de elektronische schakelaar 13 wordt toegevoerd. De uitgang van de raster-vertragingsschakeling 17 is met de tweede ingang van de elektronische schakelaar 13 verbonden. Deze elektronische schakelaar 5 13 bestaat uit een dubbelpolige wisselschakelaar, waardoor de ene 1/50ste seconde de beide ingangen rechtstreeks met de beide uitgangen van de schakelaar worden verbonden en de volgende 1/50ste seconde de beide ingangen gekruist met de beide uitgangen van de schakelaar worden verbonden. Op deze beide uit-10 gangen van de elektronische schakelaar 13 is een eerste televisietoestel of eerste monitor 18 respectievelijk een tweede televisietoestel of tweede monitor 19 aangesloten.

Doordat het voor elk televisietoestel beschikbare halve beeld door de rastervertragingsschakeling 15 17 over een rasterperiode wordt vertraagd, komt op het-scherm van het betreffende televisietoestel weer de informatie voor een continu beeld beschikbaar. Voor de kijker wordt hierdoor een rustig egaal beeld gevormd, omdat tijdens de donkere periode van het ontbrekende raster geïnterlinieerd het halve beeld 20 van het voorgaande raster in het televisiebeeld wordt ingevuld.

In figuur 3 is een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding afgebeeld, die op een codeerschakeling voor het archieveren betrekking heeft. Overeekomstige blokken 25 zijn door overeenkomstige verwijzingscijfers aangeduid. Het zal duidelijk zijn dat voor de blokken 1 en 2 er dan geen camera’s maar alleen filmscanners of video-afspelers worden toegepast, en dat de videoband 30 dan deel van een uitgebrei-der videoband-archief 30’ uitmaakt.

30 De schakeling volgens figuur 4 komt in hoofdzaak weer met dat volgens figuur 2 overeen, waarbij de op een televisietoestel of een monitor betrekking hebbende blokken 18 en 19 echter door een eerste videorecorder 15 respectievelijk een tweede videorecorder 16 zijn vervangen.

35 De blokschema's volgens de figuren 5 en 8200558

V

« . - 6 - 6 hebben betrekking op een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding die voor driedimensionale videoprojectie kan worden gebruikt,

De codeerschakeling volgens figuur 5 5 komt voor een groot gedeelte met die volgens figuur 1 overeen, behalve dat de videoband met de door de videorecorder 5 opgenomen informatie als eerste mogelijkheid in een videobandenarchief 31 kan worden bewaard, alsmede als tweede mogelijkheid weer in de videorecorder 5 kan worden afgespeeld en het uit-10 gangssignaal ervan aan een straalzender 6 kan worden toegevoerd en dit uitgangssignaal als derde mogelijkheid aan een schakeling 32 voor verdere synchrone verwerking ervan kan worden toegevoerd,

In figuur 6 is de decodeerschakeling 15 van de op driedimensionale videoprojectie betrekking hebbende derde uitvoeringsvorm van de uitvinding afgebeeld. Dit schema komt in hoofdzaak met dat van figuur 2 overeen, waarbij de televisietoestellen of monitoren 18 respectievelijk 19 echter door een eerste of linker projector 41 respectievelijk door 20 een tweede of een rechter projector 42 zijn vervangen. De werking van het stelsel volgens de uitvinding zal thans meer gedetailleerd aan de hand van de blokschema’s volgens de figuren 7 en 8 worden verklaard.

In het blokschema volgens figuur 7 25 is het door de camera 1 afgegeven videosignaal symbolisch door de onder 45° gearceerde rasters 1 in figuur A weergegeven. Het videosignaal van camera 2 is symbolisch door de horizontaal gearceerde rasters 2 in figuur B afgebeeld. In figuur C is door 1 het poortschakelsignaal voor de eerste met de camera 1 ver-30 bonden ingang van de elektronische schakelaar 3 weergegeven en door 2 het poortschakelsignaal voor de tweede ingang van deze schakelaar 3. Gedurende de tijd dat het poortschakelsignaal 1 hoog is is het poortschakelsignaal 2 laag en omgekeerd. Deze schakelsignalen zijn synchroon aan de door de synehronisatie-35 generator 4 afgegeven rasteridentificatie-impulsen V/2. In de videorecorder 5 worden afwisselend de met de rasters 1 en 2 8200558 - 7 - overeenkomende halve beeldinformaties opgeslagen, hetgeen in figuur D is geïllustreerd.

Wanneer de videoband met het in de video-recorder 5 opgenomen multiplex achtige videosignaal weer 5 in de videoafspeler 12 van de decodeerschakeling volgens figuur 8 wordt afgespeeld, komt op de uitgang een multiplex achtig videosignaal te staan, dat symbolisch door de rasters 1, 2 in figuur F is afgeheeld, waarbij deze figuur F identiek aan figuur D is. In de rastervertragingsschakeling wordt de 10 symbolische afbeelding volgens figuur 7 over ëén raster vertraagd, zoals dit door figuur E wordt weergegeven, die de stand met het raster 2 begint. De werking van de elektronische schakelaar 13 is reeds aan de hand van figuur 2 toegelicht, waarbij het door de recorders, de monitoren of de projectors 15 51 en 52 opgeslagen of weergegeven beeld symbolisch met dat van de figuren G respectievelijk H overeenkomt, dat tenslotte alleen de rasters 1 respectievelijk 2 in continue aaneenschakeling achter elkaar bevat.

Hoewel verwacht zou worden dat bij de 20 boven omschreven methode een aanzienlijke verslechtering van de beeldkwaliteit door het wegvallen van de informatie van elk tweede raster optreedt, blijkt dit in de praktijk nauwelijks waarneembaar, hetgeen het gevolg van het feit is, dat het ontbrekende geïnterlinieerde raster na het decoderen van de beel-25 den door een herhaling van het voorafgaande raster wordt vervangen, dat hiertoe over de tijdsperiode van een raster wordt vertraagd en geïnterlinieerd in de af te beelden video-infor-matie wordt ingevuld. Bij het decoderen worden aan de vertraagde video-informatie synchronisatiesignalen in de juiste fase 30 toegevoegd. Door de geïnterlinieerde herhaling van het voorafgaande halve beeld met de correcte fase en amplitude uit te voeren, wordt bovendien voorkomen dat bij de weergave van de beelden op een T.V.-monitor of een videoprojector een hinderlijke flikkering van 25 Hertz optreedt.

35 8200558

Claims (5)

1. Stelsel voor het opnemen, overdragen en/of registreren en/of weergeven van twee kleurenvideobeelden, dat in het bijzonder voor driedimensionale videoprojectie:· kan worden gebruikt en 5 waarvan de opneemsectie twee afzonderlijke kleurensignaalbronnen bevat en de registreer- of weergeefsectie twee videorecorders of twee weergeeftoestellen van videobeelden, met het kenmerk, dat de opneemsectie een codeerschakeling bevat waaraan synchroon aan de bij de kleurensignaalbronnen behorende rastersynchronisatie-10 impulsen afwisselend een half beeld met de tijdsduur van de ras-tezperiode van de ene kleurensignaalbron en een half beeld van de andere kleurensignaalbron wordt toegevoerd en waardoor een tweevoudig raster-multiplexkleurensignaal wordt afgegeven; en dat de registreer- of weergeefsectie een decodeerschakeling bevat, 15 waaraan het genoemde raster-multiplexkleurensignaal wordt toegevoerd, waardoor dit signaal weer in twee afzonderlijke halve beelden wordt gesplitst en elk beeld op zodanige wijze over de tijdsduur van een raster wordt vertraagd, dat op de twee uitgangen van de decodeerschakling twee continue kleurenbeeldsignalen beschikbaar 20 komen.

2;. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ’ codeerschakeling een codeersynchronisatiegenerator (4) bevat, waar aan het bij de kleurensignaalbronnen (1,2) behorende rastersynchro-nisatiesignaal wordt toegevoerd en waardoor een kanteelvorxnig -raster-25 identificatiesignaal (S) wordt afgegeven waarvan de impulsbreedte met de tijdsduur van de rasterperiode overeenkomt, en esielectroni-sche codeerschakelaar (3) met twee signaalingangen, een schakelin-gang en een uitgang, waarvan de beide signaalingangen respectievelijk op de genoemde signaalkleurenbronnen (1, 2) zijn aangesloten, 30 de schakelingang op de synchronisatiegenerator (4) is aangesloten, en de uitgang op een schakeling (5 en 6, 31, 32) voor de verdere verwerking van het door de electronische codeerschakelaar (3) afgeleide tweevoudige multiplexrasterkleurensignaal (D).

3. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 35 decodeerschakeling een rastervertragingsschakeling (17) met één signaalingang en één signaaluitgang bevat, een electronische deco- 8200558 t c · . • -9- deerschakeiaar (13) met twee signaalingangen, twee signaaluitgangen eneerschakelingang, waaraan een decodeersynchronisatiesignaal wordt toegevoerd en waardoor een rasteridentificatiesignaal wordt afgegeven, terwijl het van een video-af speler of ontvanger (12) 5 afkomstige kleurensignaal enerzijds direct aan de eerste ingang van de electronische decodeerschakelaar (13) wordt toegevoerd en anderzijds via de rastervertragingsschakeling (17) aan de tweede ingang van de electronische decodeerschakelaar (17), waarvan de schakelingang op de uitgang van de genoemde decodeersynchronisatie-10 generator (14) is aangesloten, waarbij op de twee uitgangen van de decodeerschakelaar (17) een eerste (15, 18, 41, 51) resp. een tweede (16, 19, 42, 52) toestel voor het registreren of weergeven van videobeelden (G, H) zijn aangesloten.

4. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op de 15 uitgang van de codeerschakeling van de opneemsectie een straalzender (6) voor een gebruikelijke televisienorm is aangesloten, en dat het tweevoudige raster-multiplexkleurensignaal in de registreer- of weergeefsectie via een kleurensignaalontvanger (12) voor dezelfde televisienorm aan de decodeerschakeling wordt toege-20 voerd.

5. Stelsel in hoofdzaak als beschreven in de beschrijving en/of afgebeeld in de figuren. 8200558