NL8200346A - Ventilatieinrichting voor huishoudelijke apparaten, in het bijzonder voor bakovens. - Google Patents

Description

V » ) * -1- VO 3018

Ventilatieinrichting voor huishoudelijke apparaten, in het "bijzonder voor bakovens.

De uitvinding heeft betrekking op een ventilatieinrichting voor huishoudelijke apparaten, in het bijzonder voor bakovens, met een ventilator, bij voorkeur een tangentiaal ventilator, die met de drukzijde is aangesloten op een afvoerkanaal.

5 Bij dergelijke ventilatieinrichtingen, in het bijzonder bij bakovens, beoogt men de afmetingen van de ventilator zo klein mogelijk te houden en niettegenstaande dat een grote luchttransportcapaciteit bij stabiele en steile drukkarakteristiek te verkrijgen. Dit wordt wezenlijk beïnvloed door de grootte van de dwarsdoorsnede van het afvoer-10 kanaal aan de drukzijde van de ventilator. Bij bekende ventilatorinrichtingen bevindt zich aan de drukzijde van de ventilator een en luchfc-uittreedopening vormende luchtuittreedschacht, waarbij de begrenzings-wanden van het.afvoerkanaal zich direkt aan deze luchtuittreedschacht . . .

aansluiten. Hierbij ontstaat, in het bijzonder bij relatief hoog toeren-15 tal van de ventilatorwaaier een verhoudingsgewijs instabiele drukkarakteristiek en een in de praktijk onbevredigende luchttransportcapaciteit.

Doelstelling van de uitvinding is een ventilatieinrichting van de in de aanhef genoemde soort zo uit te voeren, dat bij beperkte bouwmaten van de ventilator in het ventilatorsysteem een zo groot moge-20 lijke hoeveelheid lucht wordt getransporteerd bij stabiele en steile drukkarakteristiek.

Daartoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt dóórdat aan de drukzijde van de ventilator een de luchtuittreedopening van de ventilator in de draairichting van de ventilatorwaaier begrenzende, 25 vast opgestelde luchtafbreekrand is aangebracht, waaraan een in wezen radiaal van de ventilator afstaande, met de luchtuittreedopening een rechte hoek makend scherm grenst, waarop een eveneens op een afstand van de luchtuittreedopening gelegen begrenzingswand van het afvoerkanaal aansluit.

30 Door de aanwezigheid van het van de luchtuittreedopening af leidende scherm in samenhang met de afbreekrand wordt het mogelijk de aan de kant van de afbreekrand het afvoerkanaal begrenzende begrenzingswand op een afstand van de luchtuittreedopening te plaatsen, zodat de uitblaasdoorsnede in vergelijking met bekende ventilatieinrichtingen 35 wezenlijk kan worden vergroot. Hierbij verhindert het in wezen radiaal 8200346 ; -2- geplaatste scherm recirculatie van de uitstromende lucht door drukop-houw voor dit scherm te verhinderen. Op deze wijze verkrijgt men een buitengewoon stabiele en steile drukkarakteristiek bij de ventilator en daarmede een zeer grote luchttransportcapaciteit.

5 Door de maatregel volgens de uitvinding volgens conclusie 2 wordt de luchttransportcapaciteit vergroot doordat voor het afbreken van de door de ventilatorschoepen van de ventilatorwaaier getransporteer-de lucht en voor het van richting doen veranderen van deze lucht naar de luchtuittreedopening van de ventilator toe niet slechts een smalle 10 rand verantwoordelijk is, doch. dat zich in de wigvormige tussenruimte tussen het afbreekvlak en de buitenomtrek van de ventilatorwaaier een druk opbouwt, die de afbreekwerking aan de afbreekrand wezenlijk verbetert. Verdere voordelen en details van de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van het in de tekening weergegeven en hierna De-15 schreven uitvoeringsvoorbeeld.

In de figuur 'is met het verwij zings cijfer 1 een slechts in grove omtrekken weergegeven gedeelte van de omkasting van een bakoven aangeduid. In deze omkasting 1 is bijv. in het bovengedeelte, bijv. in een verzamelruimte 2 een tangentiaal ventilator 3 gemonteerd met 20 zuigzijde k en drukzijde 5- Aan de drukzijde van de ventilator 3 is een afvoerkanaal 6 op luchttechnis.che wijze aangesloten, welk kanaal bestaat uit een bovenste begrenzingswand 7, een in wezen cylindrisch. in de vrije ruimte uitmondend kanaalgedeelte 8, een schuine begrenzings— wand 9, alsmede uit verdere, achter de drukzijde van de ventilator 3 25 geplaatste kanaalgedeelten, resp. begrenzingswanden, bijv, 10. Op bekende wijze is de ventilator 3 voorzien van een in de richting van de pijl.draaibare ventilatorwaaier.31 inet schuin geplaatste schoepen 12,

De drukzijde 5 wordt begrensd door een’luchtuittreedopening 13, die wordt gevormd door een tangentiaal verlopende wand lU, door zijwanden 15, 30. alsmede door een in wezen radiaal verlopend luchtgeleidingsvlak 16.

Dit luchtgeleidingsvlak 16 gaat uit van een met 17 aangeduide afbreekrand, waarop een daarmede een geheel vormend door een plaatdeel gevormd afbreekvlak 18 aansluit, waarbij de afbreekrand 17 op een afstand ten opzichte van de omtrek van de ventilatorwaaier 11 is aangebracht en het 35 afhreekylak 18 in de draairichting van de ventilatorwaaier tot dichtbij de omtrek van de waaier nadert, zodat tussen het afbreekvlak 18 en de buitenomtrek van de ventilatorwaaier eeh wigyormige holle ruimte ontstaat, 8200346 ’ “ “ -3-

Aan het tegenover de afbreekrand 17 liggende eind van het afhreekvlak 18 en wederom hiermede een geheel vormend bevindt zich. in de vorm van een stuk plaat een in wezen radiaal verlopend scherm 20, dat zoveel mogelijk zonder speling tegen de begrenzingswand 9 aansluit, Zoals met 5 onderbroken lijnen is weergegeven, bestaat de mogelijkheid een scherm 19' direkt van de afbreekrand 17 uitgaand aan te brengen, welke tezamen met het luchtgeleidingsvlak 16 een Y -vormig profiel' geeft, In dit geval wordt evenwel de afbreekrand 17 tot zeer dicht bij de omtrek van de ventilatorwaaier 11 geplaatst, 10 Bij het bedrijven van de ventilatorinrichting wordt bijv, de in het inwendige van de omkasting 1 van de bakoven verwarmde lucht, d.w.z. uit de omgeving van de bakruimte door de ventilator 3 in de richting van de pijl aangezogen en wordt door de ventilatorwaaier JJ naar de drukzijde getransporteerd. Bij de afbreekrand 17 wordt de ge— 15 transporteerde lucht van de ventilatorwaaier 11 afgesneden, waarbij in de wigvormige holle ruimte .19 druk wordt ongebouwd, -welke’ een volledig · afsnijden en omkeren van de getransporteerde lucht naar de drukzijde van de ventilator in de pijlrichting garandeert. Omdat de doorsnede binnen het afvoerkanaal 6 - bepaald door de afstand a tussen de onder-20 . ste begrenzingswand 9 en de bovenste tangentiele wand 1^ - belangrijk groter is dan de doorsnede van de eigenlijke luchtuittreedopening 13 ontstaan slechts zeer weinig drukverliezen, d.w.z. er wordt een zeer grote luchttransportcapaciteit met stabiele en steile drukkarakteristiek bereikt bij de ventilator 3, Hierbij wordt recirculatie van de uitge-25 blazen lucht, d.w.z, een stromingstechnische kortsluiting tussen de drukzijde en de zuigzijde ^ van de ventilator 3 doelmatig verhinderd door het scherm 20, resp. 19', dat direkt aansluit op de onderste he— grenzingswahd 9· 8 2 0 0 3 4 6 """ .

Claims (4)

1. Ventilatieinrichting voor huishoudelijke apparaten, in het bijzonder bakovens, met een ventilator, bij voorkeur een tangentiaal ventilator, die met de drukzijde is aangesloten op een afvoerkanaal, 5 methet kenmerk, dat aan de drukzijde (5) van de ventilator (3) een de luchtuittreedopening (13) van de ventilator in de draairichting van de ventilatorwaaier (11) begrenzende, vast opgestelde luchtafbreekrand (17) is aangebracht, waaraan een in wezen radiaal van de ventilator afstaande, met de lucht-uittreedopening een rechte hoek makend scherm 10 (20; 19') grenst, waarop een eveneens op een afstand van de luchtuit treedopening gelegen begrenzingswand (9) van het afvoerkanaal (6) aansluit.

2. Ventilatieinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afbreekrand (17) op een afstand van de buitenomtrek van de ven- 15 tilatorwaaier (11) is geplaatst, op welke afbreekrand een zich in de draairichting van de ventilatorwaaier verlopende, de .omtrek van de ventilatorwaaier naderend afbreekvlak (18) aansluit.

3. Ventilatieinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan het tegenover de afbreekrand (17) liggende einde van het af- 20 breekvlak (18) een scherm (20) is aangebracht, dat bij voorkeur hiermede een geheel vormt. Ventilatieinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de afbreekrand (17) een de luchtuittreedopening (13) vormend in wezen radiaal luchtgeleidingsvlak (16) 25 aansluit.

5. Ventilatieinrichting volgens conclusie kt met het kenmerk, dat het luchtgeleidingsvlak (16), het scherm (20) en eventueel het afbreekvlak (18) uit een stuk plaat bestaan. - 82 0 0 3 4 6 .....................................