NL8200095A - Pompinrichting voor het transporteren van in het bijzonder een dik vloeibaarachtig medium. - Google Patents
Pompinrichting voor het transporteren van in het bijzonder een dik vloeibaarachtig medium. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8200095A NL8200095A NL8200095A NL8200095A NL8200095A NL 8200095 A NL8200095 A NL 8200095A NL 8200095 A NL8200095 A NL 8200095A NL 8200095 A NL8200095 A NL 8200095A NL 8200095 A NL8200095 A NL 8200095A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rotor
- pump housing
- partitions
- rotors
- slots
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F04—POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
- F04C—ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
- F04C2/00—Rotary-piston machines or pumps
- F04C2/30—Rotary-piston machines or pumps having the characteristics covered by two or more groups F04C2/02, F04C2/08, F04C2/22, F04C2/24 or having the characteristics covered by one of these groups together with some other type of movement between co-operating members
- F04C2/34—Rotary-piston machines or pumps having the characteristics covered by two or more groups F04C2/02, F04C2/08, F04C2/22, F04C2/24 or having the characteristics covered by one of these groups together with some other type of movement between co-operating members having the movement defined in groups F04C2/08 or F04C2/22 and relative reciprocation between the co-operating members
- F04C2/344—Rotary-piston machines or pumps having the characteristics covered by two or more groups F04C2/02, F04C2/08, F04C2/22, F04C2/24 or having the characteristics covered by one of these groups together with some other type of movement between co-operating members having the movement defined in groups F04C2/08 or F04C2/22 and relative reciprocation between the co-operating members with vanes reciprocating with respect to the inner member
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F04—POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
- F04C—ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
- F04C13/00—Adaptations of machines or pumps for special use, e.g. for extremely high pressures
- F04C13/001—Pumps for particular liquids
- F04C13/002—Pumps for particular liquids for homogeneous viscous liquids
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S100/00—Presses
- Y10S100/903—Pelleters
- Y10S100/907—Rotary
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Rotary Pumps (AREA)
- Reciprocating Pumps (AREA)
- Details And Applications Of Rotary Liquid Pumps (AREA)
- Non-Positive Displacement Air Blowers (AREA)
- Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)
- On-Site Construction Work That Accompanies The Preparation And Application Of Concrete (AREA)
- Nozzles (AREA)
- Dairy Products (AREA)
Description
έ - -- 4 * 81.5134/AA/MvC .
Door aanvraagster wordt als uitvinder genoemd: Gijsbert de Fockert
Korte aanduiding: pompinrichting voor het transporteren van in het bijzonder een dik vloeibaarachtig medium.
De uitvinding heeft betrekking op een pompinrichting omvattende een pomphuis met een aanvoer en een afvoer voor een te transporteren medium, en een in het pomphuis aangebracht en door middel van een aandrijfinrich- * ting ten opzichte van het pomphuis draaibaar aangedreven rotor, die aan 5 haar buitenomtrek voorzien is van een aantal axiale sleuven, waarin ten opzichte van de rol in hoofdzaak radiaal verschuifbare schotten zijn opgenomen, waarbij de schotten tijdens elke omwenteling van de rol afwisselend ten minste gedeeltelijk in en uit de sleuven geschoven worden en daarbij over het door de rotor doorlopen traject van de aanvoer naar de afvoer het 10 medium van de aanvoer naar de afvoer transporteren.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 73.13492. Bij de bekende inrichting worden als gevolg van de rotatie van de rotor de schotten door centrifugaalkrachten radiaal in respectievelijk uit de sleuven verschoven. Indien het te transporteren medium gevormd 15 wordt door een dik vloeibaarachtig medium, zoals boter of deegmateriaal, bestaat het gevaar, dat de schotten niet of niet voldoende ver uit de sleuven geschoven worden. In dat geval zal de transportcapaciteit van de pompinrichting tot vrijwel nul gereduceerd worden. Zelfs indien nog enige transportcapaciteit zou overblijven kan dit bezwaarlijk zijn wanneer een 20 continu voortgaand uitgangsprodukt met een homogene dichtheid vanuit : de inrichting verkregen moet worden, hetgeen o.a. gewenst is bij de verwerking van boter- of deegwaren.
Het verschuiven van de schotten binnen de sleuven van de rotor wordt verder bemoeilijkt door de wrijving van de schotten tegen de binnenwanden 25 van de sleuven, die des te groter is naarmate de door het medium uitge oefende krachten op de buiten de rotor stekende gedeelten van de schotten groter zijn. Omdat deze krachten mede afhankelijk zijn van de stroperigheid en de massa van het te transporteren medium zullen de verschuivingen van de schotten beïnvloed worden door dat medium en bij een dik vloeibaarachtig 30 medium afwijken van het gewenste verplaatsingspatroon dat de schotten tijdens de omwenteling van de rotor moeten doorlopen, zodat ook hierdoor de 8200095 > * ï '4 - 2 - transportcapaciteit nadelig beïnvloed wordt.
De uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende pompinrichting op te heffen.
De pompinrichting volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, 5 dat elk schot aan de axiale uiteinden ervan voorzien is van geleide-elementen, die tijdens de rotatie van de rotor geleid worden binnen twee tegenover de uiteinden van de rotor in de respectievelijke zijwanden van het pomphuis gevormde groeven, die elk een zodanig geleidelijk verlopende lusvorm hebben, dat elk schot ten minste nabij een axiaal tegen de rol 10 steunende eindrand van een schraapelement van de afvoer geheel in de respectievelijke sleuf geschoven is.
Bij de pompinrichting volgens de uitvinding zijn de grootten van de op de schotten uitgeoefende centrifugaalkrachten en de wrijvingskrachten met de binnenwanden van de sleuven van geen belang. De schotten zullen 15 bij de inrichting volgens de uitvinding tijdens elke omwenteling van de rotor steeds volgens het vooraf bepaalde gewenste patroon binnen de sleuven verschoven worden. Hierdoor zal de transportcapaciteit van de pompinrichting niet beïnvloed worden door het medium dat getransporteerd moet worden. Hierdoor en als gevolg van het tegen de rotor steunende schraapelement 20 kan de maximale transportcapaciteit van de inrichting bereikt worden, terwijl vanuit de afvoer een uitgangsprodukt met een homogene dichtheid verkregen kan worden. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de pompinrichting volgens de uitvinding is uitgevoerd met een tweede, parallel aan de andere rotor, binnen het pomphuis aangebrachte rotor, die is voorzien van een aan-25 tal axiale sleuven met daarbinnen in hoofdzaak radiaal verschuifbare schotten met aan de uiteinden daarvan aangebrachte geleide-elementen, die samenwerken met een tweede aan het eerste paar gelijksoortige paar in de zijwanden van het pomphuis gevormde groeven, en een tweede met de tweede rotor samenwerkend schraapelement van de afvoer, waarbij de draairichting 30 van de beide rotors in eikaars grensgebied naar de afvoer gericht is en de sleuven tevens een zodanige vorm hebben dat de schotten van de ene rotor in het grensgebied vrijwel tegen de andere rotor uitgeschoven zijn.
Met deze voorkeursuitvoeringsvorm van de pompinrichting volgens de uitvinding kan een nog dikker vloeibaarachtig medium getransporteerd 35 worden. Dit is mogelijk, doordat bij de aanvoer minder snel een door het medium gevormde en door zichzelf in stand gehouden koepel gevormd wordt, waarbij de schotten geen greep op het aangevoerde medium zouden krijgen. Deze voorkeursuitvoeringsvorm heeft bovendien als voordeel, dat de transportcapaciteit ervan, onder de voorwaarde dat het volume van de twee 40 rotors tezamen gelijk is aan het volume van de rotor van de uitvoering met 8200095 i 4 > » - 3 - een enkele rotor met eventueel evenredig bredere schotten, groter is dan die van de uitvoering met een enkele rotor.
Bij de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de rotors bij voorkeur horizontaal aangebracht en wordt de aanvoer gevormd door een houder die uitmondt 5 boven het grensgebied van de rotors. Ook een zeer dik vloeibaarachtig medium zal bij deze uitvoeringsvorm vrijwel altijd tussen de schotten geraken .
Opdat elk schraapelement zo goed mogelijk de respectievelijke rotor nabij de afvoer schoonschraaft heeft de eihdrand van elk schraapelement in 10 de breedte ervan bij voorkeur een holronde vorm die overeenstemt met de bolronde vorm van de respectievelijke rotor.
Teneinde te vermijden dat een schraapelement door een onjuiste instelling ervan of als gevolg van trillingen in de sleuven kunnen steken en daardoor de inrichting kunnen beschadigen is de breedte van de eindrand 15 van elk schraapelement bij voorkeur groter dan die van de sleuven van de rspectievelijke rotor.
De geleide-elementen kunnen elk gevormd worden door een stift, doch worden bij voorkeur gevormd door een wielvormig element.
De radiaal ten opzichte van een rotor te verschuiven randen van de 20 schotten van elke rotor zijn in de draairichting van de rotor bij voorkeur divergerend afgeschuind. Hierdoor zullen de schotten een betere greep op een dik vloeibaarachtig medium verkrijgen dan bij afgeronde randen en zal de aanraking tegen een tegenovergelegen loopvlak respectievelijk tegen de buitenomtrek van de andere rol nauwer zijn dan bij een rechthoekige door-25 snede van de schotten.
Voor het verkrijgen van een homogeen continu voortgaand uitgangs-produkt met een homogene dichtheid en met instelbare afmetingen van de stromingsdoorsnede ervan wordt de afvoer bij voorkeur gevormd door een trechtervormige houder waarvan de grootte van de uitstromingsopening instel-30 baar is.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van een in de tekening getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de pompinrichting volgens de uitvinding. In de tekening toont:
Fig. 1 een gedeeltelijk doorgesneden vooraanzicht van de pompin-35 richting;
Fig. 2 een dwarsdoorsnede van de pompinrichting volgens fig. 1 volgens de lijn II—II·
De in de figuren getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van de pompinrichting volgens de uitvinding omvat een pomphuis 1, waarin enerzijds een aan-40 voer 2 en anderzijds een afvoer 3 uitmonden. Het pomphuis 1 omvat een voor- 8200095 * * + 1 - 4 - \i/and 4, een achterwand 5, een linkerzij wand 6, en een rechterzij wand 7.
Het aanvoerelement 2 is via de verbindingsstaven 8 verbonden met het pomphuis 1 en het aanvoerelement 3 is via verbindingsstaven 9 met het pomphuis 9 verbonden. Het pomphuis 1 is op een gestel 10 aangebracht.
5 Binnen het pomphuis 1 zijn tussen de zijwanden 6 en 7 ervan op af dichtende wijze twee parallelle rotors 11 en 12 aangebracht. De rotors 11 en 12 zijn elk om hun hartlijn verdraaibaar door middel van een door de zijwanden 6 en 7 van het pomphuis 1 gevoerde as 13 respectievelijk 14.
Elke as 13, 14 is voorzien van aan de zijwanden 6, 7 van het pomphuis 1 10 bevestigde lagerelementen 15. Een van de assen, bijvoorbeeld de as 13 van de rotor 11, is aan één uiteinde voorzien van een tandwiel 16 die samenwerkt met een niet getoonde ketting, die samenwerkt met een niet getoonde aandrijfinrichting. De aan de andere kant van het pomphuis 1 gelegen uiteinden van de assen 13 en 14 zijn elk voorzien van een in elkaar grijpend 15 tandwiel 17. De niet getoonde aandrijfinrichting geeft via de eveneens niet getoonde ketting een zodanige draairichting aan de as 13, dat de rotors volgens de pijlen 18 en 19 binnen het pomphuis 1 gedraaid worden.
Elke rotor 11, 12 is voorzien van een aantal in de omtrek ervan gevormde axiale sleuven 20 respectievelijk 21 waarin radiaal ten opzichte .
20 van de rotors 11, 12 verschuifbare langwerpige schotten 22 respectievelijk 23 zijn opgenomen. Aan elk tegenover de zijwanden 6, 7 van het pomphuis 1 gelegen uiteinde is elk schot 22, 23 voorzien van axiaal uitstekende ge-leide-elementen 24 respectievelijk 25, die in deze uitvoeringsvorm elk gevormd worden door een door middel van een schroef 26 met het respectieve-25 lijke uiteinde van de schot 22 of 23 verbonden kogellagerwiel. De aan weerszijden van elk schot aangebrachte geleide-elementen 24, 25 worden binnen overeenkomstige in de zijwanden 6 en 7, van het pomphuis 1 gevormde groeven 27 voor de rotor 11 en groeven 28 voor de rotor 12 met respectievelijke hartlijnen 29 en 30 geleid.
30 De groeven 27, 28 hebben een zodanig geleidelijk verlopende vorm, dat de schotten 22, 23 in het gebied waar aanvoer 2 in het pomphuis 1 uitmondt radiaal uit de rotors 11, 12 steken, terwijl zij tenminste in het gebied waar het pomphuis 1 uitmondt in de afvoer 3, waar aan de afvoer 3 bevestigde schraapelementen 31, 32 tegen de rotors 11 respectievelijk 12 35 steunen, geheel binnen de rotors 11 respectievelijk 12 geschoven zijn.
In het grensgebied 33 van de rotors 11, 12 zijn de schotten 22, respectievelijk 23 bij voorkeur zodanig ver uitgeschoven, dat de uitstekende uiteinden ervan tegen de tegenover gelegen rotor 12 respectievelijk 11 steunen.
8200095 Λ- «
* V
- 5 -
Tijdens bedrijf zal een binnen de aanvoer 2 aangevoerd medium door de uitstekende schotten 22, 23 via het grensgebied 33 van de rotors 11, 12 naar de afvoer 3 getransporteerd worden, waarbij het medium de afvoer 3 via een uitstromingsopening 34 ervan de pompinrichting verlaat.
5 Doordat de schotten 22, 23 onafhankelijk van de grootten van de daarop uitgeoefende centrifugaalkrachten radiaal binnen de sleuven 20, 21 van de rotors 11, 12 verschoven kunnen worden, kan zelfs een dik vloeibaarachtig medium zoals boter- of deegmateriaal, vanuit de aanvoer 2 naar de uitstromingsopening 34 van de afvoer 3 getransporteerd worden.
10 De vorm en de afmetingen van de aanvoer 2 en van de afvoer 3 dragen ertoe bij dat een continu uitgevoerd uitgangsprodukt met een homogene dichtheid vanuit de uitstromingsopening 34 verkregen kan worden. Dit is o.a. van belang bij het vakrijgen van een eindloos plakkaatvormig boter-of deegprodukt vanuit de uitstromingsopening 34, bij welke toepassing 15 onder de uitstromingsopening 34 een, in de figuren niet getoonde, transportband is geplaatst, die met een bepaalde aan de snelheid van de rotors 11, 12 gerelateerde snelheid wordt aangedreven. Mede voor deze toepassing is de afvoer 3 trechtervormig uitgevoerd en is de uitstromingsopening 34 door middel van een schuif 35 instelbaar.
20 De schraapelementen hebben bij voorkeur een aan de omtrek van de rotors 11, 12 aangepast holrond steunoppervlak 36, 37 zodat een goede aanraking met de rotors 11, 12 verkregen wordt en een goede schraapwerking verzekerd wordt.
Omdat voor het verkrijgen van een zo goed mogelijke schraapwerking 25 de schraapelementen 31, 32 zo dicht mogelijk tegen de rotors 11, 12 geplaatst moeten worden, verdient het de voorkeur dat, ter voorkoming dat als gevolg van bijv. trillingen de schraapelementen 31, 32 tijdens het draaien van de rotors 11, 12 in de sleuven 20, 21 kunnen steken, de steun-oppervlakken 36, 37 van de schraapelementen 31, 32 breder zijn dan de 30 sleuven 20, 21.
Elk schot 22, 23 heeft bij voorkeur een afgeschuind uitwendig eind-oppervlak 38, 39 met een zodanige richting, dat de scherpe hoeken van de schotten 22, 23 in de transportrichting wijzen. Hierdoor zullen de uit de rotors 11, 12 verschoven uiteinden van de schotten 22, 23 in het gebied 35 40 boven het grensgebied 33 van de rotors 11, 12 een betere greep hebben op het uit de aanvoer 2 aangevoerde medium en zal in het grensgebied 33 een nauw contact mogelijk zijn tegen de tegenover gelegen rotor 12 resp.
11.
Een eenvoudiger, niet getoonde, uitvoeringsvorm van de pompinrichting 8200095 τ > * * - 6 - volgens de uitvinding omvat slechts een enkele rotor, waarbij de uitgeschoven uiteinden van de schotten over een gedeelte van het traject dat doorlopen wordt vanaf de aanvoer naar de afvoer bij voorkeur tegen een gesloten loopvlak van het pomphuis steunen. De in de figuren getoonde 5 uitvoeringsvorm verdient echter de voorkeur, omdat in het gebied (bij 40) waar de aanvoer 2 in het pomphuis 1 uitmondt een te transporteren dik vloeibaarachtig medium minder snel een koepel in stand zal kunnen houden, terwijl bij een uitvoering met een enkele rotor de vorming en instandhouding van een koepel kan leiden tot een sterk gereduceerde transport-10 capaciteit.
Hoewel de pompinrichting volgens de uitvinding in het bijzonder bedoeld is voor het transporteren van een dik vloeibaarachtig medium is het niettemin geschikt voor het transporteren van vele soorten stoffen, waaronder korrelachtig materiaal.
* - conclusies - 8200095
Claims (8)
1. Ponpinrichting omvattende een pomphuis met een aanvoer en een afvoer voor een te transporteren medium,en een in het pomphuis aangebracht en door middel van een aandrijfinrichting ten opzichte van het pomphuis draaibaar aangedreven rotor, die aan haar buitenomtrek voorzien is van 5 een aantal axiale sleuven, waarin ten opzichte van de rol in hoofdzaak verschuifbare schotten zijn opgenomen, waarbij de schotten tijdens elke omwenteling van de rol afwisselend ten minste gedeeltelijk in en uit de sleuven geschoven worden en daarbij over het door de rotor doorlopen traject van de aanvoer naar de afvoer het medium van de aanvoer naar de afvoer 10 transporteren. met het kenmerk, ..... dat elk schot aan de axiale uiteinden ervan voorzien is van geleide-elementen, die tijdens de rotatie van de rotor geleid worden binnen twee tegenover de uiteinden van de rotor in de respectievelijke zijwanden van 15 het pomphuis gevormde groeven, die elk een zodanig geleidelijk verlopende lusvorm hebben, dat elk schot tenminste nabij een axiaal tegen de rol steunende eindrand van een schraapelement van de afvoer geheel in de resp. sleuf geschoven is.
2. Pompinrichting volgens conclusie 1, 20 gekenmerkt door een tweede, parallel aan de andere rotor, binnen het pomphuis aangebrachte rotor, die is voorzien van een aantal axiale sleuven met daarbinnen in hoofdzaak radiaal verschuifbare schotten met aan de uiteinden daarvan aangebrachte geleide-elementen, die samenwerken met een tweede aan het eerste paar gelijksoortige paar in de zijwanden 25 van het pomphuis gevormde groeven, en een tweede met de tweede rotor samenwerkend schraapelement van de afvoer, waarbij de draairichting van de beide rotors in eikaars grensgebied naar de afvoer gericht is en de sleuven tevens een zodanige vorm hebben dat de schotten van de ene rotor in het grensgebied vrijwel tegen de andere rotor uitgeschoven zijn.
3. Pompinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rotors horizontaal zijn aangebracht en de aanvoer gevormd wordt door een houder die uitmondt boven het grensgebied van de rotors.
4. Pompinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, 35 met het kenmerk, 8200095 - a - dat de eindrand van elk schraapelement in de breedte ervan een holronde vorm heeft die overeenstemt met de bolronde vorm van de respectievelijke rotor.
5. Pompinrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, 5met het kenmerk, dat de breedte van de eindrand van elk schraapelement groter is dan die vande sleuven van de respectievelijke rotor. —
6. Pompinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 10 dat elk geleide-element gevormd wordt door een wielvormig element.
7. Pompinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de radiaal ten opzichte van een rotor te verschuiven randen van de schotten van elke rotor in de draairichting van de rotor divergerend zijn 15 afgeschuind.
8. Pompinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afvoer gevormd wordt door een trechtervormige houder waarvan de grootte van de uitstromingsopening instelbaar is. φ 82 0 0 0 9 5
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8200095A NL8200095A (nl) | 1982-01-12 | 1982-01-12 | Pompinrichting voor het transporteren van in het bijzonder een dik vloeibaarachtig medium. |
EP83200024A EP0083955B1 (en) | 1982-01-12 | 1983-01-07 | A pumping system suitable for conveying a high consistency material |
DE8383200024T DE3363556D1 (en) | 1982-01-12 | 1983-01-07 | A pumping system suitable for conveying a high consistency material |
AT83200024T ATE19901T1 (de) | 1982-01-12 | 1983-01-07 | Pumpeneinrichtung fuer das foerdern dickfluessiger medien. |
JP58001825A JPS58122383A (ja) | 1982-01-12 | 1983-01-11 | 高粘稠物質の移送に適するポンプ構体 |
CA000419339A CA1201622A (en) | 1982-01-12 | 1983-01-12 | Pumping system suitable for conveying a high consistency material |
AU10312/83A AU552849B2 (en) | 1982-01-12 | 1983-01-12 | Pump for viscous material |
US06/670,811 US4584934A (en) | 1982-01-12 | 1984-11-13 | Apparatus for producing a homogenous flexible layer of material from blocks of highly consistent material, such as butter or margarine |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8200095A NL8200095A (nl) | 1982-01-12 | 1982-01-12 | Pompinrichting voor het transporteren van in het bijzonder een dik vloeibaarachtig medium. |
NL8200095 | 1982-01-12 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8200095A true NL8200095A (nl) | 1983-08-01 |
Family
ID=19839066
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8200095A NL8200095A (nl) | 1982-01-12 | 1982-01-12 | Pompinrichting voor het transporteren van in het bijzonder een dik vloeibaarachtig medium. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4584934A (nl) |
EP (1) | EP0083955B1 (nl) |
JP (1) | JPS58122383A (nl) |
AT (1) | ATE19901T1 (nl) |
AU (1) | AU552849B2 (nl) |
CA (1) | CA1201622A (nl) |
DE (1) | DE3363556D1 (nl) |
NL (1) | NL8200095A (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DK158121C (da) * | 1987-09-21 | 1990-09-03 | Gadan Maskinfab | Indretning til jaevn udlaegning af ostekoagel i et presse- eller forpressekar |
DE3800516A1 (de) * | 1988-01-11 | 1989-07-20 | Seewer Ag Burgdorf | Vorrichtung zum beschichten von teigbaendern mit fett |
WO1993008403A1 (en) * | 1991-10-25 | 1993-04-29 | Southern Group Limited | Vane pump |
DE202006008820U1 (de) * | 2006-06-03 | 2006-08-17 | Frymakoruma Ag | Homogenisator-Vorrichtung mit horizotal gelagerten Zahnkränzen |
US9073019B2 (en) | 2010-04-19 | 2015-07-07 | Cheese & Whey Systems, Inc. | Blade arrangement for a food processing vat |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE371C (de) * | 1877-07-05 | A. VON LIEBHABER in Tegel | Vorrichtung an doppelcylindrigen rotirenden Dampfmaschinen zur Steuerung bezw. Umsteuerung derselben | |
US913927A (en) * | 1909-01-02 | 1909-03-02 | Franklin Tompkins | Rotary engine. |
US2487721A (en) * | 1944-08-09 | 1949-11-08 | Borg Warner | Engaging impellers pump |
FR979568A (fr) * | 1948-12-03 | 1951-04-27 | Manutention Mecanique | Pompe pour transport des mélanges hétérogènes |
GB707837A (en) * | 1951-06-02 | 1954-04-21 | Hans Bolliger | Improvements in rotary pumps |
DE1176351B (de) * | 1960-10-07 | 1964-08-20 | Rudolph Scheffus Maschinenfabr | Strang- oder Bandpresse mit zwei walzen-aehnlichen Koerpern zum Zufuehren von Teigen, Pasten oder Fettmassen in die Druckkammer der Presse |
DE1941673A1 (de) * | 1969-08-16 | 1971-02-18 | Barmag Barmer Maschf | Zahnradpumpe mit keilfoermig verjuengten Einzugskammern |
DE2601347A1 (de) * | 1976-01-15 | 1977-07-28 | Wibau Gmbh | Pumpe, insbesondere zur foerderung von zementbeton o.dgl. |
US4182301A (en) * | 1977-12-28 | 1980-01-08 | Dean Joe O | Rotary internal combustion engine |
US4239470A (en) * | 1979-02-23 | 1980-12-16 | Kamyr, Inc. | Thick stock pump having flexible blades |
JPS5538520A (en) * | 1978-09-08 | 1980-03-18 | Tamuron:Kk | Reflection-refraction type telephoto lens |
-
1982
- 1982-01-12 NL NL8200095A patent/NL8200095A/nl not_active Application Discontinuation
-
1983
- 1983-01-07 AT AT83200024T patent/ATE19901T1/de not_active IP Right Cessation
- 1983-01-07 EP EP83200024A patent/EP0083955B1/en not_active Expired
- 1983-01-07 DE DE8383200024T patent/DE3363556D1/de not_active Expired
- 1983-01-11 JP JP58001825A patent/JPS58122383A/ja active Granted
- 1983-01-12 CA CA000419339A patent/CA1201622A/en not_active Expired
- 1983-01-12 AU AU10312/83A patent/AU552849B2/en not_active Ceased
-
1984
- 1984-11-13 US US06/670,811 patent/US4584934A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS58122383A (ja) | 1983-07-21 |
US4584934A (en) | 1986-04-29 |
AU1031283A (en) | 1983-07-21 |
AU552849B2 (en) | 1986-06-26 |
ATE19901T1 (de) | 1986-06-15 |
EP0083955A1 (en) | 1983-07-20 |
EP0083955B1 (en) | 1986-05-21 |
JPH0477159B2 (nl) | 1992-12-07 |
CA1201622A (en) | 1986-03-11 |
DE3363556D1 (en) | 1986-06-26 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US9776797B2 (en) | High efficiency conveyor assembly | |
EP2145846B1 (en) | Transfer mechanism for use with a food processing system | |
EP0411174B1 (en) | Distribution device for coating foodstuffs | |
JP2003164802A (ja) | コーティング材料の層を調製する方法と装置、およびコーティング装置 | |
NL8200095A (nl) | Pompinrichting voor het transporteren van in het bijzonder een dik vloeibaarachtig medium. | |
NL8200005A (nl) | Steuninrichting voor een buisvormige transportband. | |
US4154560A (en) | Endless belt pump | |
US3513477A (en) | Apparatus for measuring and feeding food dressing material | |
GB2039266A (en) | Constant rate hopper discharge apparatus | |
US2152500A (en) | Flour dusting machine | |
US3913174A (en) | Method and apparatus for removing skin from chicken necks | |
US4170195A (en) | Developing apparatus for developing latent electrostatic images | |
US2886902A (en) | Drying trough with conveyor | |
RU94001116A (ru) | Роторное устройство | |
CH674471A5 (nl) | ||
US1393003A (en) | Drying apparatus | |
NL7908397A (nl) | Inrichting voor het bijeengaren van stortgoed. | |
US3580162A (en) | Cheese kneading apparatus | |
JPS6052772B2 (ja) | 生地の帯状連続吐出装置 | |
NL8220097A (nl) | Inrichting voor het vervaardigen van omhulde voedingproducten. | |
FI60338B (fi) | Elevatortank foer uppsamling och utmatning av rotfrukter | |
JPS6052771B2 (ja) | 生地の帯状連続吐出装置 | |
US212648A (en) | Improvement in salt-drying apparatus | |
JPS6052773B2 (ja) | 生地の帯状連続吐出装置 | |
JP2019071883A (ja) | 食品用コーティング装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |