NL7908397A - Inrichting voor het bijeengaren van stortgoed. - Google Patents

Description

t- I--ΓΊ

Aanvrager: Machinefabriek A.Wijnveen(xe Ede.

Titel:"Inrichting voor het bijeengaren van stortgoed”.

1 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bijeen garen van stortgoed, in het bijzonder te gebruiken in samenwerking met een zuigmond van een met behulp van stromende lucht werkende transport-installatie.

5 Voor het lossen van stortgoed uit bijvoorbeeld scheepsruimen wordt dikwijls gebruik gemaakt van zuiginstallaties, die het stortgoed verder transporteren, bijvoorbeeld naar silo's. Het stortgoed bestaat dan uit korrelige of poedervormige produkten. Er zijn echter verschillende soorten produkten die niet gemakkelijk naar de zuigmond van de installatie vloeien 10 om door de luchtstroom meegezogen te kunnen worden. Met behulp van schoppen werd dan met mankracht het materieel naar de zuigmond gevoerd.

Men heeft getracht dit bezwaar te ondervangen door bij de zuigmond een horizontale of verticale frais aan te brengen, dan wel in of bij de zuigmond een kettingschraper aan te brengen, doch de mogelijkheden hier-15 van waren beperkt.

Het doel van de uitvinding is bij een zuigmond eeninrichtirg voor het bijeengaren en omwoelen van stortgoed te verschaffen, die belangrijke voordelen heeft ten opzichte van de bekende inrichtingen.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat beweegbare en 20 aangedreven schraaporganen om een centraal middengebied zijn opgesteld, waarbij de schraaporganen met hun werkzame zijden in de richting van het centrale middengebied beweegbaar zijn en dat het middengebied is ingericht voor het opnemen van een zuigmond.

Het voordeel hiervan is dat een relatief groot werkvlak wordt ver-25 kregen, terwijl het stortgoed door de schraaporganen in losse toestand naar de zuigmond wordt gevoerd.

Door het brede werkvlak van de inrichting kan nu ook materiaal onder de gangboorden van het schip worden verwijderd, waarbij de transport installatie met zijn zuigmond in de normale werkstand kan blijven.

30 Door de naar het centrale middengebied werkzame schraaporganen heffen optredende krachten elkaar op en behoeven niet door het schip of door de zuigbuis van de installatie te worden opgevangen.

\ 790 83 97 / ' - 3 - 1 Ter wille van de duidelijkheid zijn in figuur 1 slechts twee groe pen en in figuur 2 slechts drie groepen van schraaporganen afgeheeld# De groepen van schraaporganen zijn dus in een krans rondom het centrale middengebied 2 opgesteld en elke groep heeft de vorm van een schoepenrad.

5 De schoepenraderen zijn gemonteerd onder een drager 7 in de vorm van een ringvormige plaat met een centrale opening voor het opnemen van de koker 5· De assen van de schoepenraderen zijn met hun einden gemonteerd in steunplaten 8.

Het is duidelijk dat wanneer de schoepenraderen met de schraap-10 organen 1 in de richting van de pijl 3 draaien de schoepen of schraaporganen 1 van elke groep aan de van de drager 7 afgekeerde zijden naar elkaar toe bewegen. Hierdoor wordt het materiaal dat opgezogen dient te worden en zich onder de inrichting bevindt maar ook direct naast de inrichting naar het centrale middengebied 2 verplaatst % ‘ 15 ' .

Elk schoepenrad is gevormd door een op de as 6 ondersteunde schijf 9 waaraan, aan beide zijden, de schoepen of schraaporganen 1 zijn bevestigd,

De diameter van schijf 9 is hierbij een weinig groter dan de diar-20 meter van een omschreven cirkel om de schoepen. Hierdoor steekt de schijf 9 een weinig buiten de schoepen of schraaporganen 1 uit, zoals duidelijk in figuur 3 zichtbaar is en in figuur 1 met de afstand van a is aangegeven,

Het doel hiervan zal nog worden toegelicht.

In het getekende uitvoeringsvoorbeeld zijn alle schoepenraderen, 25 samengesteld uit een schijf 9 niet schraaporganen 1, voorzien van een tandkrans gevormd door nokken 10. Indien echter de assen 6 met de schijven 9 mee zouden draaien en deze assen onderling gekoppeld worden kan ook een gedeelte van het aantal schoepen-raderen van een tandkrans zijn voorzien.

Het verdient echter aanbeveling alle schoepenraderen van een tandkrans te 30 voorzien omdat de tandkransen kunnen bijdragen in het losschrapen of omwoelen van het te transporteren stortgoed. De door de nokken 10 gevormde tandkransen staan in ingrijping met een rondsel 11, waarvan in figuur 1 slechts één is afgebeeld, terwijl aan de rechterzijde van figuur 2 slechts twee rondsels 11 zijn aangegeven. Ter wille van de duidelijkheid zijn aan 35 de linkerzijde van figuur 2 geen rondsels getekend,

G

I 790 83 97 — 2 — « £ 1 Be uitvinding· maakt het ook mogelijk praktische uitvoering aan de inrichting te geven, doordat groepen schraaporganen in een krans rondom het centrale middengebied zijn opgesteld en de schraaporganen in elke groep de vorm van een schoepenrad hebben, waarvan de as is gekoppeld aan 5 aandrijfmiddelen.

Het is nu mogelijk met zeer geringe kracht horizontaal met de inrichting door het schip te bewegen, omdat de draaiende schoepenraderen de inrichting naar de gestuurde kant trekken· Boor toepassing van bijvoorbeeld acht schoepenraderen wordt een zeer regelmatige toevoer naar de 10 zuigaond verkregen, terwijl de schoepen aan het produkt reeds een begin-snelheid geven· Hierdoor wordt een betere benutting van de capaciteit van de transportinstallatie verkregen. Bovendien kan de inrichting zich gemakkelijk'over de vloer van een laadruimte bewegen zonder dat deze wordt beschadigd.

15 Be uitvinding heeft als bijzonder voordeel dat aan de zuigmond ook d.ir..v. de vele schoepen lucht wordt gedoseerd, zodat een goed mengsel van lucht •’en te.zuigen produkt in de zuigmond komt, waardoor een optimale benutting van.de. zuigcapaciteit wordt, verkregen. . . . . . ,

Be uitvinding zal worden toegelicht aan dfè hand van de bijgaande tekening, waarin 20 figuur 1 een verticale axiale doorsnede van de inrichting volgens de uitvinding toont; figuur 2 een onderaanzicht van de helft van deze inrichting, waarbij in het rechter gedeelte schraaporganen zijn verwijderd en figuur 5 een aanzicht in perspectief van de in figuren 1 en 2 getoonde 25 inrichting is en gemonteerd op een zuigbuis van een transportinstallatie·

Be inrichting voor het bijeengaren van stortgoed bezit aangedreven schraaporganen 1 die zijn opgesteld om een centraal middengebied 2. Be werkzame zijden van de schraaporganen 1 bewegen in de richting naar dit centrale middengebied, zoals is aangegeven met de pijlen 5· Het centrale 50 middengebied is ingericht voor het opnemen van een zuigmond en de hierbij behorende zuigbuis, waarvan in figuur 3 een gedeelte 4 is afgebeeld. Beze zuigbuis past door een centrale koker 5 van de inrichting. Be schraaporganen 1 zijn in groepen opgesteld en de schraaporganen van elke groep zijn draaibaar om een as 6, die tangehtiaal ten opzichte van het centrale 35 middengebied 2 verloopt.

7908397 d - 4 - 1 Zoals duidelijk uit figuur 3 "blijkt zijn de nokken 10 die de tand- krans vormen aan de zijkant van de schijven 9 aangebracht, waardoor de omtrek van elke schijf 9 vrij van de tandkrans is· Mede in verband met de afstand a tussen de buitenkant van de schraaporganen 1 ontstaan nu als 5 het ware gladde loopwielen waarop de inrichting kan steunen. Hierdoor zal een bodem van een laadruimte niet door de schraaporganen 1 en door de nokken 10 kunnen worden beschadigd. Wanneer bovendien een zuigbuis van een transportinstallatie zijdelings wordt verplaatst om een zo groot mogelijk oppervlak van een laadruimte te bestrijken zullen de omtrekken van de 10 schijven 9 aan die zijde van de inrichting waar naar toe de zuigbuis wordt ' verplaatst een grotere druk op de bodem van de laadruimte of op het stortgoed uitoefenen en de draaiing van de schoepraderen zullen dan krachten opwerken die het zijdelings verplaatsen van de zuigbuis ondersteunen. Hierdoor kan de zuigbuis gemakkelijk en met minder krachtverbruik worden 15 verplaatste

Voorts blijkt uit de figuren 1 en 3 dat de schoepenraderen in de vorm van de schijven 9 met de schraaporganen 1 geheel vrij onder de drager 7 liggen. Hierdoor kan de inrichting zich goed in het te transporteren materiaal ingraven en ook de zijkanten van de inrichting zijn dan actief 20 werkzaam om het materiaal om te woelen en naar de zuigmond in het centrale middengebied 2 te voeren.

De drager 7 is voorzin van een conische kap 12. De conische vorm van de kap verdient de voorkeur omdat hierdoor de inrichting niet onder de gangboorden van een vaartuig kan haken, wanneer het materiaal uit het 25 gedeelte van de laadruimte onder deze gangboorden moet worden verwijderd.

Door de conische kap 12 ontstaat tussen deze en de drager 7 een ruimte voor het onderbrengen van een aandrijfinrichting in de vorm van een hydraulische motor 13 met op zijn as een kettingwiel 14. Met behulp van een ketting 15 en een kettingwiel 16 (figuur 2) worden de rondsels 11 aan-50 gedreven. Het is niet noodzakelijk dat elk rondsel 11 door een afzonder lijke motor A 3 wordt aangedreven· Wanneer bijvoorbeeld acht schoepenraderen worden toegepast kan met twee motoren 13 worden volstaan en de rondsels 11, waarvan de assen 17 in kussenblokkën 18 zijn ondersteund kunnen elkaar aandrijven. Hiertoe zijn de assen 17 onderling gekoppeld 55 met behulp van een inrichting 19 die een hoek tussen deze assen \

Vv7 90 8 3 97 -5 - *5 ^ gedurende him draaiing toelaat· De kusseriblokken zijn onder tegen de drager 7 gemonteerd en de ketting 15 kan door een sleuf in de drager 7 lopen· - conclusies - , /-' 790 83 97

Claims (4)

1. Inrichting voor het bijeengaren van stortgoed, in het bijzonder te gebruiken in samenwerking met een zuigmond van een met behulp van -stromende lucht werkende traiisportinstallatie, met het kenmerk, dat beweegbare en aangedreven schraaporganen om een centraal 5 middengebied zijn opgesteld, waarbij de schraaporganen met hun werkzame zijden in de richting van het centrale middengebied beweegbaar zijn en dat het middengebied is ingericht voor het opnemen van een zuigmond·

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de schraaporganen in groepen zijn opgesteld en de schraaporganen van elke 10 groep draaibaar zijn om een as die tangentiaal ten opzichte van het centrale middengebied verloopt. 3« Inrichting volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de groepen schraaporganen in een krans rondom het centrale middengebied zijn opgesteld· 15 4* Inrichting volgens conclusies 1-3» met het kenmerk, dat de schraaporganen in elke groep de vorm van een schoepenrad hebben·

5· Inrichting volgens conclusies 1-4» met het kenmerk, dat de schoepenraderen onder een van een centrale opening voorziene drager rondom deze opening zijn gemonteerd, waarbij de schoepenraderen 20 aandrijfbaar zijn met gelijke draairichting en de schoepen van de raderen aan de van de drager afgekeerde zijde naar elkaar toe draaien. 6* Inrichting volgens conclusies 1-5*met het kenmerk, dat elk schoepenrad is gevormd door een op een as ondersteunde schijf waaraan de schoepen zijn bevestigd, waarbij de diameter van de schijf 25 een weinig groter is dan de diameter van een omschreven cirkel om de schoepen· I 790 83 97 - 7 - <r » 1 7o Inrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat tenminste een gedeelte van het aantal schoepenraderen is voorzien van een tandkrans die een ingrijping is met een op de drager ondersteund rondsel· 5 8* Inrichting volgens conclusies 6 en 7» met het kenmerk, dat de tandkrans is aangebracht aan de zijkant van de schijf, waarbij de omtrek van de schijf vrij van de tandkrans is· 9o Inrichting volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de schoepenraderen geheel vrij onder de drager zijn opgesteld, welke 10 drager is voorzien van een conische kap· 10* Inrichting volgens conclusies 1-9» met het kenmerk, dat op de drager onder de kap één of meer aandrijfinrichtingen voor de rondsels van de schoepenraderen zijn aangebracht·

11· Met behulp van stromende lucht werkende transport installatie voor-15 zien van een zuigmond, met het kenmerk, dat de zuigmond is voorzien van een inrichting volgens één of meer van de conclusies 1 —11· 790 8 3 97 ! t