NL8105875A - Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder een met vaste brandstof gestookte ketel. - Google Patents

Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder een met vaste brandstof gestookte ketel. Download PDF

Info

Publication number
NL8105875A
NL8105875A NL8105875A NL8105875A NL8105875A NL 8105875 A NL8105875 A NL 8105875A NL 8105875 A NL8105875 A NL 8105875A NL 8105875 A NL8105875 A NL 8105875A NL 8105875 A NL8105875 A NL 8105875A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bellows
sliding
rod
parts
valve
Prior art date
Application number
NL8105875A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dsw Dienst Sociale Werkvoorzie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dsw Dienst Sociale Werkvoorzie filed Critical Dsw Dienst Sociale Werkvoorzie
Priority to NL8105875A priority Critical patent/NL8105875A/nl
Priority to DE19823243616 priority patent/DE3243616A1/de
Priority to IT24852/82A priority patent/IT1155019B/it
Priority to FR8221318A priority patent/FR2519126B1/fr
Publication of NL8105875A publication Critical patent/NL8105875A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05DSYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
    • G05D23/00Control of temperature
    • G05D23/01Control of temperature without auxiliary power
    • G05D23/12Control of temperature without auxiliary power with sensing element responsive to pressure or volume changes in a confined fluid
    • G05D23/121Control of temperature without auxiliary power with sensing element responsive to pressure or volume changes in a confined fluid characterised by the sensing element
    • G05D23/122Control of temperature without auxiliary power with sensing element responsive to pressure or volume changes in a confined fluid characterised by the sensing element using a plurality of sensing elements

Description

- 1 - » ' »
Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder een met vaste brandstof gestookte ketel.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder met vaste brandstof gestookte ketel, tegen een te hoge temperatuur van het door de ketel verwarmde water, 5 welke inrichting een klep omvat voor het openen van een afvoer voor het te hoog verwarmde water, welke klep wordt bestuurd door twee balgen, die enerzijds aanliggen tegen een vast deel van de inrichting en anderzijds tegen een verschuifbaar orgaan, dat de klep kan openen wanneer de 10 met de balgen verbonden voelers een watertemperatuur waarnemen liggend boven een bepaalde waarde, waarbij ëën balg op zich voldoende is voor het openen van de klep.
Bij deze bekende inrichting geschiedt het aanbrengen van twee balgen uit veiligheidsoverwegingen, 15 daar de mogelijkheid aanwezig is, dat een balg stukgaat.
De andere balg moet dan nog in staat zijn de afvoerklep m te openen wanneer dit noodzakelijk is.
Een nadeel van deze bekende inrichting is echter, dat niet direkt wordt waargenomen wanneer ëën der 20 balgen stuk is gegaan. Het gevaar kan zich dus voordoen, dat gedurende lange tijd slechts ëën balg werkzaam is, welke balg uiteraard ook stuk kan gaan met alle gevolgen vandien.
Terwijl door het gebruik van twee balgen de 25 beveiligingsinrichting op zich en de montage ervan aanmerkelijk duurder wordt, is daarmee toch geen optimale beveiliging verkregen.
De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en verschaft daartoe een beveiligingsinrichting 30 van het bovenaangegeven type, die daardoor is gekenmerkt,' dat het verschuifbare orgaan zodanig is uitgevoerd, dat een signaleringselement wordt bediend wanneer ëën der balgen bij toename van de door de voeler ervan waargenomen watertemperatuur een andere verlenging ondergaat dan 35 de andere balg.
De inrichting signaleert dus zelf, wanneer de balgen niet meer beide evenveel uitzetten, dat wil 8105875 r « - 2 - zeggen wanneer een balg stuk is, waarbij onder de balg eveneens verstaan wordt de daarmee verbonden voeler en de capillaire leiding die de balg met de voeler verbindt.
Het signaleringsorgaan kan daarbij verschil-5 lende vormen bezitten en bijvoorbeeld direkt visueel waarneembaar zijn, terwijl ook een indirekt visueel of akoestisch waarneembaar signaal kan worden gegeven wanneer zich de bovengenoemde afwijkende toestand voordoet.
Op deze wijze wordt men dan gewaarschuwd dat 10 êên der balgen niet meer goed funktioneert, hoewel het dan nog niet beslist noodzakelijk is de inrichting direkt te vervangen, daar de andere balg nog voor de beveiliging van de verwarmingsketel zorgt.
Volgens een uitwerking van de uitvinding J.5 bestaat het verschuifbare orgaan uit twee delen, welke delen ten opzichte van elkaar dezelfde stand blijven innemen zolang de balgen in dezelfde mate uitzetten en zich ten opzichte van elkaar verplaatsen wanneer dat niet meer het geval is, welke onderlinge verplaatsing 20· wordt gesignaleerd.
Volgens een- eerste uitwerking van de uitvinding werkt elk van de twee delen van het verschuifbare orgaan samen met één balg en werkt met de schuifdelen een signaleringselement samen, dat door de schuifdelen 25 in een niet-werkzame stand wordt gehouden zolang de schuifdelen ten opzichte van elkaar een zelfde stand blijven innemen en welk element een signalerende werking uitoefent wanneer de schuifdelen zich ten opzichte van elkaar verplaatsen.
3CL Wanneer de beide schuifdelen zich ten opzichte van elkaar verplaatsen houdt dit in, dat êên der balgen stuk is of niet meer op de juiste wijze funktioneert en het signaleringselement zal dan een stand gaan innemen afwijkend van de normale stand.
35 Volgens een verdere uitwerking begrenzen de schuifdelen tegenover elkaar liggend tezamen een nagenoeg cilindrische opening, waarin het signaleringselement is opgenomen in de vorm van een, ongeveer volgens de hartlijn van de opening lopende in lengte- en dwars-40, richting beweegbaar opgestelde stang, die is voorzien 8105875 - 3 - * f van een rondom lopende kraag met een in hoofdzaak driehoekige dwarsdoorsnede als gezien in lengterichting van de stang, waarbij het topdeel van de kraag, door middel van een op de stang inwerkende veer, wordt aangedrukt tegen een 5 tweede eveneens in hoofdzaak driehoekige kraag, die is aangebracht op het binnenoppervlak van de cilindrische opening begrensd door de schuifdelen, welke tweede kraag slechts een doorlopende aanslagrand vormt zolang de schuifdelen dezelfde stand ten opzichte van elkaar 10 innemen.
Zolang dus beide balgen werkzaam zijn zullen de beide inwendig op de schuifdelen aangebrachte kraagdelen één doorlopende kraag vormen, met een inwendige diameter die kleiner is dan de uitwendige diameter van de op de 15 stang aanwezige kraag. Bij overeenkomstige verplaatsingen van de balgen zal de stang over dezelfde afstand worden verplaatst, tegen de erop uitgeoefende veerdruk in.
Wanneer nu echter ëën der balgen niet meer op de juiste wijze funktioneert, zal het kraagdeel 20 yan het ene schuifdeel zich verplaatsen ten opzichte van het andere kraagdeel en door de op de stang uitgeoefende veerdruk zal de kraag van de stang zijdelings wegglijden langs het ene kraagdeel, wat mogelijk is doordat de stang in dwarsrichting enigszins beweegbaar is opgesteld.
25 De kraag van de stang zal langs het ene kraagdeel heen bewegen, in aanraking komen met het andere kraagdeel en daar in dwarsrichting overheen schuiven en er zich langs verplaatsen, waarna de stang verder in lengterichting kan worden weggedrukt door de erop inwerkende 30- veer.
Het naar buiten toe gedrukte einde van de stang kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een rode knop, die dan uit de inrichting naar buiten toe steekt en als waarschuwingssignaal dient, 35 De stang kan ook zorgen voor het bedienen van een elektrisch contact, dat een visueel op akoestisch signaal in werking stelt.
Volgens een verdere uitwerking kan op het binnen de inrichting liggende einde van de stang een 40. veer zijn aangebracht, die enerzijds aanligt tegen een 8105875 ψ % - 4 - met de stang verbonden deel en anderzijds tegen een secundaire klep, een en ander zodanig, dat de klep door de veer gesloten wordt gehouden zolang de kraag van de stang aanligt tegen de beide kraagdelen van de schuifdelen, 5 terwijl de klep een waterafvoer opent zodra de stang de beide kraagdelen is gepasseerd wanneer deze niet meer tegenover elkaar liggen.
Op deze wijze kan er dus voor worden gezorgd, dat er een zekere waterlekkage optreedt, die uiteraard 10 wel klein zal worden gehouden maar die toch waarschuwt, dat er iets aan de installatie mankeert. In een dergelijk geval zal men er het snelste toe ©vergaan de beveiligings-inrichting te vervangen of te doen vervangen.
Volgens een andere uitwerking van de uitvinding 15 worden de delen van het verschuifbare orgaan gevormd door een eerste schuifdeel, dat zoveel mogelijk tegen de balgen wordt aangedrukt gehouden en door een tussen dit schuifdeel en de balgen liggend schuif-zwenkdeel, dat is voorzien van twee boringen, die samenwerken met 20 de balgen of met daarmee verbonden delen voor het vormen van scharnierpunten voor dit schuif-zwenkdeel, waarbij het schuif-zwenkdeel onder invloed van een erop werkende kracht zal verzwenken ten opzichte van de ene balg wanneer de tweede balg een geringere verlenging ondergaat dan 25 de eerste balg waardoor de betreffende boring van het schuif-zwenkdeel vrijkomt van de tweede balg, waarbij door een verzwenking van het schuif-zwenkdeel een signalerings-element wordt bediend.
Volgens een verdere uitwerking wordt het 30. signaleringselement gevormd door een stang, waarvan de hartlijn evenwijdig loopt met de zwenkas van het schuif-zwenkdeel, welke stang door dit schuif-zwenkdeel geblokkeerd wordt gehouden zolang het schuif-zwenkdeel met beide balgen samenwerkt, terwijl bij een verzwenkende 35 beweging van het schuif-zwenkdeel de stang wordt vrijgegeven en onder invloed van een veer wordt weggedrukt.
Volgens een nadere uitwerking kan hierbij de stang met een schuin weglopende kant door de veer aangedrukt worden tegen het schuif-zwenkelement, zodat 40.. de stang zelf zorgt voor het verzwenken van dit element 8105875 - 5 - wanneer dit vrijkomt van één der balgen.
Op deze wijze wordt een bijzonder eenvoudige constructie verkregen, die slechts weinig aanvullende onderdelen vereist.
5 Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan de klepsteel, van de door de balgen bestuurde klep, zich tussen de beide balgen en evenwijdig daarmee uitstrekken en aan zijn vrije einde zijn voorzien van een orgaan waarmee de klep van de zitting kan worden getild voor 10 het controleren van de werking ervan, terwijl de signaleringsstang excentrisch ten opzichte van de klepsteel is opgesteld met de hartlijn ervan lopend in een vlak gaande door de hartlijn van de klepsteel en haaks op het vlak gaande door de hartlijnen van de beide 15 balgen.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat de signaleringsstang, bij zijn verplaatsing die duidt op het stukgaan van êên der balgen, een afdekorgaan van een deel van de 20. inrichting wegdrukt.
Dit afdekorgaan kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een kap, die lospassend op het einde van de inrichting is aangebracht en welke kap bijvoorbeeld het woord "defekt" afdekt, zodat na het wegdrukken van de kap 25. dit woord duidelijk zichtbaar is.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand va,n uitvoeringsvoorbeelden, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 een doorsnede toont over een eerste 30. uitvoeringsvorm van de inrichting? fig. 2 een doorsnede toont over een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting; fig. 3 een doorsnede toont over het bovenste deel van de inrichting van fig. 1 volgens de lijn III-lll; 35 @η fig. 4 een doorsnede toont volgens de lijn IV-IV van fig. 3.
De in fig. 1 weergegeven inrichting omvat het huis 1 met daarin het doorstroomkanaal 2, dat met ^ zijn linkereinde is aangesloten op een van de verwarmings- 8105875 * * - 6 - \ ketel afkomende leiding en met zijn rechtereinde op een afvoerleiding, die bijvoorbeeld uitkomt in een riolering.
De doorstroming van water door het kanaal 2 5 wordt verhinderd door middel van de klep 3, die afdichtend aan kan liggen tegen de zitting 4. De klep 3 wordt in zijn gesloten stand gehouden door middel van de veer 5, die enerzijds aanligt tegen de klep 3 en anderzijds tegen een deksel 6, dat het huis 1 afsluit en daarmee is 10 verbonden door middel van niet weergegeven bouten.
Het huis 1 is voorzien van een holte 7, die wordt afgedicht door middel van het deksel 8, dat met behulp van niet weergegeven schroeven is vastgezet op het huis 1.
15 In de holte 7 bevinden zich twee balgen 9, die elk zijn voorzien van een capillair 10, dat loopt naar de plaats waar de temperatuur van het water moet worden gemeten.
Het ene einde van elk der balgen ligt aan 20 tegen het deksel 8 en het andere einde tegen een schuif-deel 11. De schuifdelen 11 worden enerzijds geleid door de cilindrische binnenwand van de holte 7 en anderzijds door het deksel 8, dat daartoe samenwerkt met half-cilindrische poten 12 van de schuifdelen, welke poten 25 tezamen een cilindrische holte 13 vormen, waar doorheen 'de signaleringsstang 14 loopt.
De schuifdelen 11 kunnen samenwerken met het binnen de holte 7 liggende einde van de klepsteel 15 van de klep 3. Wanneer de door de capillairen 10 waar-30, genomen watertemperatuur stijgt zullen de balgen 9 uitzetten en bij een te hoge watertemperatuur zullen de balgen 9 via de schuiforganen 11 de klepsteel 15 naar boven toe schuiven, zodat de klep 3 van de zitting 4 wordt getild en het water met een te hoge temperatuur 35 ofwel de ontwikkelde stoom naar een riool of dergelijke toe kan stromen.
Door de klep 3 en de klepsteel 15 heen loopt een kanaal 16, dat gesloten wordt gehouden door middel van de secundaire klep 17, die onder invloed staat van 4CL de veer 18 welke anderzijds aanligt tegen een op de 8105875 -7- * * signaleringsstang 14 aangebrachte ring 19.
De signaleringsstang 14 is verder voorzien van een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak driehoekige kraag 20, die door de werking van de veren 18 steeds aangedrukt 5 wordt gehouden tegen twee kraagdelen 21, die zijn aangebracht op de binnenwand van de halfcilindrische poten 12 van de schuifdelen 11. Zolang de beide kraagdelen 21 tegenover elkaar liggen, doordat de balgen dezelfde lengte hebben, zal de kraag 20 van de signalerings-10 stang 14 de kraagdelen 21 niet kunnen passeren.
Ter wille van de duidelijkheid is in fig. 1 de kraag 20 op een zekere afstand van de kraagdelen 21 getekend, maar het zal duidelijk zijn dat in de praktijk de kragen tegen elkaar aanliggen.
15 Wanneer nu één der balgen niet meer op de juiste wijze funktioneert, zullen de beide kraagdelen 21 op een bepaald moment een in hoogte verschillende stand innemen. Het schuine oppervlak van de kraag 20 van de stang 14 zal dan in dwarsrichting over het 20 schuine oppervlak van het ene kraagdeel 21 gaan glijden, zodat de stang 14 zich eveneens in dwarsrichting zal verplaatsen totdat de rand van de kraag 20 over de rand van het kraagdeel 21 heen glijdt zodat de stang iets naar buiten toe zal gaan bewegen totdat de kraag 20 25 ervan aan komt te liggen tegen het kraagdeel 21 van het andere schuifdeel 11. Het schuine oppervlak van de kraag 2Q zal dan weer in dwarsrichting wegglijden over het schuine oppervlak van dit andere kraagdeel 21, zodat de stang 14 ook weer in dwarsrichting zal bewegen 30 in tegengestelde zin als de eerste keer, totdat ook nu weer de rand van de kraag 20 over de rand van het kraagdeel 21 heenglijdt en de stang 14 door de veer 18 verder naar buiten toe wordt gedrukt.
De stang 14 kan zich daarbij zo ver verplaatsen, 35 dat de veer 18 geen of nagenoeg geen verende werking meer iiitoefent op de klep 17, zodat deze klep zal opengaan en water via het kanaal 16 naar buiten toe zal stromen.
Zoals reeds boven gezegd signaleert het 4 Cl wegstromende water dat de inrichting niet meer geheel 8105875 - 8 - bedri j fszeker is.
Er kan ook worden afgezien van het aanbrengen van het kanaal 16 en van de klep 17, wanneer de stang 14 wordt gebruikt voor het direkt of indirekt geven van een 5 visueel of akoestisch signaal.
De inrichting weergegeven in de fig. 2-4 omvat het huis 31, met daarin het doorstroomkanaal 32, dat weer is aangesloten op een toe- en een afvoerleiding.
De doorstroming,door het kanaal 32 wordt 10 verhinderd door middel van de klep 33, die afdichtènd aan kan liggen tegen de zitting 34. De klep 33 wordt in zijn gesloten stand gehouden door middel van de veer 35, die enerzijds aanligt tegen de klep 33 en anderzijds tegen een in het huis 31 geschroefd deksel 36, 15 waarbij tussen de verschillende onderdelen afdichtingen zijn aangebracht om het naar buiten toe stromen van het water te voorkomen.
Door het deksel 36 heen ètrekt zich de klepsteel 37 uit, die aan :zijn boveneinde is voorzien van een 20 kraag 38 waar het schuifdeel 39 tegenaan kan komen te liggen. Direkt onder het schuifdeel 39 bevindt zich het schuif•'-zwenkdeel 40 en daaronder bevinden zich de balgen 41, waarvan de einden 42 vast zijn opgenomen in het deksél 36.
25 De balgen 41 worden omringt door een cilindrisch huisdeél 43, dat aan het deksel 36 is vastgezet door middel van de bouten 44 en anderzijds is afgesloten door een deksel 45. Het huisdeel 43 is voorzien van een opening waar doorheen de capillairen 46 van de balgen 41 30 kunnen worden gevoerd.
Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 3 loopt evenwijdig met de klepsteel 37 een signalerings-stang 47, die naar boven toe wordt gedrukt door middel van een veer 48, en is voorzien van een schuin weglopende 35 uitsparing 49, die samenwerkt met een rand 50 van het schuif-zwenkdeel 40, waarvan de vorm in het bij.zonder blijkt uit fig, 4. Dit schuif-zwenkdeel 40 is voorzien van twee boringen 51, waarin de einden 52 van de balgen 41 zijn opgenomen.
40' Door middel van dc veer 53 wordt het schuif deel 8105875 - 9 - 39 tegen de balgeinden 52 aangehouden en de veer 53 ligt anderzijds aan tegen het deksel 45, De klepsteel 37 loopt door het deksel 45 heen en is aan zijn einde voorzien van een handgreep 54, die scharnierend is bevestigd 5 door middel van de pen 55. De handgreep 54 is zodanig uitgevoerd,dat bij verdraaiing ervan in de richting aangegeven met de pijl P de klep 33 van de zitting 34 kan worden afgetild om te kunnen controleren of de klep kan worden geopend.
10 Het einde van het huisdeel 43 is afgesloten door een kap 56, die eveneens om de handgreep 54 heenvalt en die op het huisdeel 43 wordt vastgehouden door middel van een kraag-groefverbinding 57, terwijl de kap 56 is vervaardigd uit een enigszins flexibel materiaal.
15 De werking van de inrichting is nu als volgt.
Zolang de balgen 41 evenveel langer worden onder inwerking van een verhoogde temperatuur van het water in de verwarmingsketel, blijven de einden 52 van de balgen 41 opgenomen in de boringen 51 van het 20 schuif-zwenkdeel 40 en drukken zij dit deel, tezamen met het schuifdeel 39 naar boven toe, als gezién in de fig.
2 en 3. Bij een te hoge watertemperatuur komt het schuif-deel 39 aan te liggen tegen de kraag 38 van de klepsteel 37, zodat de klep 33 van de zitting 34 wordt opgetild.
25 Wanneer nu door het stukgaan van één der balgen de ene balg 41 wel langer wordt, wordt het schuif-zwenkdeel 40 door deze balg meegenomen maar komt de ene boring 51 van het schuif-zwenkdeel 40 vrij van het einde 52 van de andere balg, zodat het schuif-zwenkdeel 30 40 om het einde 52 van de nog in takt zijnde balg zal gaan verzwenken onder invloed van de kracht die er op wordt uitgeoefend door het schuine deel 49 van de signale-ringsstang 47. De signaleringsstang 47 is vrij beweegbaar door een opening 57 in het schuifdeel 39 heen en zal 35 dan door de veer 48 naar buiten toe worden gedrukt en daarbij de kap 56 van het huisdeel 43 wegdrukken, doordat de kap 56 zodanig flexibel is, dat de kraag-groefverbinding 57 wordt verbroken.
Doordat de stang 47 naar buiten toe blijft 40. steken, kan de kap 56 niet meer op de defekte inrichting 8105875 * w - 10 - worden aangebracht.
Op de rand van het huisdeel 43, welke rand zichtbaar wordt na verwijdering van de kap 56, kan bijvoorbeeld het woord "defekt" zijn vermeld, zodat 5 men is gewaarschuwd, dat er iets met de inrichting niet in orde is. Uiteraard kan de signaleringsstang 47 ook worden gebruikt voor het inschakelen van een visueel of akoestisch signaal, bijvoorbeeld langs elektrische weg.
10 In het bovenstaande zijn slechts enkele mogelijke uitvoeringsvormen beschreven, zoals deze in de tekening zijn weergegeven. Het zal echter duidelijk zijn, dat het ook mogelijk is op andere wijze een signaal te verschaffen, dat er op duidt, dat de delen 15 van het verschuifbare orgaan niet meer een zelfde stand ten opzichte van elkaar innemen.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 zouden bijvoorbeeld het kanaal 16, de klep 17 en de signaleringsstang 14 kunnen worden weggelaten en de schuifdelen 11 20 door een veer tegen de balgen 9 aangedrukt künnen worden gehouden, waarbij de poten 12 van de schuifdelen 11 massief kunnen worden uitgevoerd. Tegen de beide uiteinden van de poten 12 aan kan dan een reflecterend orgaan worden aangedrukt gehouden, dat zich dus dwars op de 25 lengterichting van de schuifdelen 11 uitstrekt. Op dit orgaan kan een lichtstraal worden gericht en het gereflecteerde licht kan worden waargenomen. Wanneer de schuifdelen 11 ten opzichte van elkaar een andere stand gaan innemen zal ook de stand van het reflecterende 30 orgaan een wijziging ondergaan, wat invloed zal hebben op het gereflecteerde licht. De wijziging in de mate van reflectie kan worden omgezet in een signaal.
Het zal duidelijk zijn dat nog vele andere wijzigingen kunnen worden aangebracht, zonder buiten de 35 uitvindingsgedachte te vallen.
- conclusies - 8105875

Claims (11)

1. Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder met vaste brandstof gestookte ketel, tegen een te hoge temperatuur van het door de ketel verwarmde water, welke inrichting een 5 klep omvat voor het openen van een afvoer voor het te hoog verwarmde water, welke klep wordt bestuurd door twee balgen, die enerzijds aanliggen tegen een vast deel van de inrichting en anderzijds tegen een verschuifbaar orgaan, dat de klep kan openen wanneer de met de balgen 10 verbonden voelers een watertemperatuur waarnemen liggend boven een bepaalde waarde, waarbij één balg op zich voldoende is voor het openen van de klep, met het kenmerk, dat het verschuifbare orgaan zodanig is uitgevoerd, dat een signaleringselement wordt bediend 15 wanneer één der balgen bij toename van de door de voeler ervan waargenomen watertemperatuur een andere verlenging ondergaat dan de andere balg.
2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het verschuifbare orgaan uit twee 20 delen bestaat, welke delen ten opzichte van elkaar dezelfde stand blijven innemen zolang de balgen in dezelfde mate uitzetten en zich ten opzichte van elkaar verplaatsen wanneer dat niet meer het geval is, welke onderlinge verplaatsing wordt gesignaleerd.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk van de twee delen van het verschuifbare orgaan samenwerkt met één balg en dat met de schuifdelen een signaleringselement samenwerkt, dat door de schuifdelen in een niet-werkzame 30 stand wordt gehouden zolang de schuifdelen ten opzichte van elkaar een zelfde stand blijven innemen en welk element een signalerende werking uitoefent wanneer de schuifdelen zich ten opzichte van elkaar verplaatsen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t 35 het kenmerk, dat de schuifdelen tegenover elkaar 8105875 V V- - 12 - liggend tezamen een nagenoeg cilindrische opening begrenzen, waarin het signaleringselement is opgenomen in de vorm van een, ongeveer volgens de hartlijn van de opening lopende in lengte- en dwarsrichting beweegbaar 5 opgestelde stang, die is voorzien van een rondom lopende kraag met een in hoofdzaak driehoekige dwarsdoorsnede als gezien in lengterichting van de stang, waarbij het topdeel van de kraag, door middel van een op de stang inwerkende veer, wordt aangedrukt tegen een tweede 10 eveneens in hoofdzaak driehoekige kraag, die is aangebracht op het binnenoppervlak van de cilindrische opening begrensd door de schuifdelen, welke tweede kraag slechts een doorlopende aanslagrand vormt zolang de schuifdelen dezelfde stand ten opzichte van elkaar 15 innemen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat op het binnen de inrichting liggende einde van de stang een veer is aangebracht, die enerzijds aanligt tegen een met de stang verbonden deel en ander- 20 zijds tegen een secundaire klep, een en ander zodanig, dat de klep door de veer gesloten wordt gehouden zolang de kraag van de stang aanligt tegen de beide kraagdelen van de schuifdelen, terwijl de klep een waterafvoer opent zodra de stang de beide kraagdelen is gepasseerd wanneer 25 deze niet meer tegenover elkaar liggen.
6. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de delen van het verschuifbare orgaan worden gevormd door een eerste schuifdeei, dat zoveel mogelijk tegen de balgen wordt aangedrukt gehouden 30 en door een tussen dit schuifdeel en de balgen liggend schuif-zwenkdeel, dat is voorzien van twee boringen die samenwerken met de balgen of met daarmee verbonden delen voor het vormen van scharnierpunten voor dit schuif-zwenkdeel, waarbij het schuif-zwenkdeel onder invloed 35 van een erop werkende kracht zal verzwenken ten opzichte van de ene balg wanneer de tweede balg een geringere verlenging ondergaat dan 'de eerste balg waardoor de betreffende boring van het schuif-zwenkdeel vrijkomt 8105875 ί * - 13 - van de tweede balg, waarbij door een verzwenking van het schuif-zwenkdeel een signaleringselement wordt bediend.
7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het 5 kenmerk, dat het signaleringselement wordt gevormd door een stang, waarvan de hartlijn evenwijdig loopt met de zwenkas van het schuif-zwenkdeel, welke stang door dit schuif-zwenkdeel geblokkeerd wordt gehouden zolang het schuif-zwenkdeel met beide balgen 10 samenwerkt, terwijl bij een verzwenkende beweging van het schuif-zwenkdeel de stang wordt vrijgegeven en onder invloed van een veer wordt weggedrukt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de stang met een schuin weglopende 15 kant door de veer wordt aangedrukt tegen het schuif-zwenkelement, zodat de stang zelf zorgt voor het ver-zwenken van dit element wanneer dit vrijkomt van êën der balgen.
9. Inrichting volgens één der conclusies 6-8, 20 met het kenmerk, dat de klepsteel, van de door de balgen bestuurde klep, zich tussen de beide balgen en evenwijdig daarmee uitstrekt en aan zijn vrije einde is voorzien van een orgaan waarmee de klep van de zitting kan worden getild voor het controleren 25 van de werking ervan, terwijl de signaleringsstang excentrisch ten opzichte van de klepsteel is opgesteld met de hartlijn ervan lopend in een vlak gaande door de hartlijn van de klepsteel en haaks op het vlak gaande door de hartlijnen van de beide balgen. 3Q
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het signaleringselement de vorm heeft van een signalerings-stang, die bij zijn verplaatsing, duidend op het stukgaan van êên der balgen, een afdekorgaan van een deel van 35 de inrichting wegdrukt. 8105875 - 14 -
11. Inrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 9 8105875
NL8105875A 1981-12-28 1981-12-28 Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder een met vaste brandstof gestookte ketel. NL8105875A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105875A NL8105875A (nl) 1981-12-28 1981-12-28 Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder een met vaste brandstof gestookte ketel.
DE19823243616 DE3243616A1 (de) 1981-12-28 1982-11-25 Vorrichtung zur sicherung eines heizkessels, insbesondere eines mit festem brennstoff geheizten kessels
IT24852/82A IT1155019B (it) 1981-12-28 1982-12-20 Dispositivo per proteggere una caldaia di riscaldamento,spezialmente una caldaia riscaldata con combustibile solido
FR8221318A FR2519126B1 (fr) 1981-12-28 1982-12-20 Dispositif de surete equipant une cuve de chauffage, notamment a combustible solide

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105875 1981-12-28
NL8105875A NL8105875A (nl) 1981-12-28 1981-12-28 Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder een met vaste brandstof gestookte ketel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8105875A true NL8105875A (nl) 1983-07-18

Family

ID=19838621

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105875A NL8105875A (nl) 1981-12-28 1981-12-28 Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder een met vaste brandstof gestookte ketel.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3243616A1 (nl)
FR (1) FR2519126B1 (nl)
IT (1) IT1155019B (nl)
NL (1) NL8105875A (nl)

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1688092A (en) * 1922-03-20 1928-10-16 Smith Chetwood Combination relief valve
FR1292283A (fr) * 1961-03-21 1962-05-04 Jouvenel & Cordier Dispositif de contrôle de discordance de l'action de deux appareils de commande, tels que vérins, manoeuvrant simultanément
DE1523536B2 (de) * 1965-08-14 1973-04-19 Industrie Werke Karlsruhe Augsburg AG, 7500 Karlsruhe Anordnung zur selbsttaetigen regelung von physikalischen groessen
AT350301B (de) * 1974-01-10 1979-05-25 Samson Ag Temperaturregler
US4215816A (en) * 1978-02-09 1980-08-05 United Aircraft Products, Inc. Thermally controlled valve with safety inspection feature
AT371240B (de) * 1980-02-20 1983-06-10 Schwarz Alois Einrichtung zur waermeabfuhr aus einem heizkessel

Also Published As

Publication number Publication date
DE3243616C2 (nl) 1992-12-24
IT1155019B (it) 1987-01-21
IT8224852A0 (it) 1982-12-20
FR2519126B1 (fr) 1985-11-15
IT8224852A1 (it) 1984-06-20
DE3243616A1 (de) 1983-07-07
FR2519126A1 (fr) 1983-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR960001999B1 (ko) 유체제어밸브와 누출검출 및 억제수단을 구비한 시스템
US4770134A (en) Engine preheater
AU2006200915B2 (en) Flowmeter
US5019678A (en) Fluid flow switches with low flow resistance
NL8100326A (nl) Op een tank gemonteerd vulmechanisme.
US3952691A (en) Fluid pressure sensor device
US3969923A (en) Leak detector
NL8105875A (nl) Inrichting voor het beveiligen van een verwarmingsketel, in het bijzonder een met vaste brandstof gestookte ketel.
US5048791A (en) Shut off valve
NL7906371A (nl) Inrichting ter isolatie van een ontlastingsklep.
US5058623A (en) Valve assembly
US4961068A (en) Domestic sewer alarm
US5103859A (en) Float chamber
US3730204A (en) Temperature responsive safety valve stems
US3335997A (en) Valve controlled by a thermal motor
US685930A (en) Valve.
US808929A (en) Automatic gas danger-signal.
US10307700B2 (en) Contamination indicator
KR900008880Y1 (ko) 가스보일러의 온수온도 감지장치
US873324A (en) Automatic valve.
US1774805A (en) Relief valve for hot-water systems
JP2019105569A (ja) 漏水検知装置
RU2092733C1 (ru) Обратный клапан
US20230288243A1 (en) Level sensor
US1570899A (en) Thermostatic valve

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed