NL8104354A - Laminair stromingselement. - Google Patents

Description

" -*^ι.

ί < Ν.0.30459 1

Laminair s tromingselement.

De uitvinding heeft betrekking op een laminair stromingselement voor installatie in een fluldumstromingskanaal, welk stromingselement is opgebouwd uit vlakke plaatjes die aan een zijde voorzien zijn van groeven uitmondend in een uitganasopening in het plaatje, welke plaat-5 jes opeen gestapeld zijn tot een pakket waardoor de groeven kanalen vormen van zodanige afmetingen dat het fluldum laminair door de genoem-de kanalen stroomt en de uitgangsopeningen tesamen een uitgangskannl vormen.

Een dergelijk laminair stromingselement is beschreven in het USA 10 octrooischrift 3.851.526. Dergelijke laminaire stromingselementen wor-den, zoals ook in dit Amerikaanse octrooischrift 3.851.526 is gelllus-treerd, bijvoorbeeld toegepast in fluldurnstroming smeters, waarin de fluidumdoorstroomhoeveelheid in een fluidumstromingskanaal wordt geme-ten aan de hand van een klein deel van de fluidumstroming, afgetakt van 15 de hoofdstroom, dat door een dun buisvormig meetkanaal wordt geleid met zodanige afmeting dat de stroming in dit meetkanaal laminair is. Een eerste vereiste bij dergelijke metingen is dat de fluidumstroming wordt verdeeld in een hoofdstroom en een meetstroom op zodanige wijze dat er een exacte verhoudingsrelatie bestaat tussen de twee stromingen. 0m dat 20 te bereiken moet de stroming in het fluldumstromingskanaal zelf ook laminair zijn. Dat wordt bereikt met behulp van een stromingselement vol-gens het U.S.A. octrooischrift 3.851.526, dat voorzien is van een groot aantal stromingskanalen, waarin de stroming laminair is. Het laminaire stromingselement wordt daarbij geplaatst in het fluldumstromingskanaal 25 op zodanige wijze dat het fluldum gedwongen wordt door de kanalen in het stromingselement te stromen. Voor en achter het laminaire stromingselement wordt een laminair meetkanaal op het fluldumstromingskanaal aangesloten. 0m een nauwkeurige meting mogelijk te maken moet het percentage van de stroming dat door dit meetkanaal loopt nauwkeurig be-30 kend zijn. Over het in het hoofdstroomkanaal geplaatste stromingselement ontstaat een drukval, en zolang de stroming laminair is is de stroomsnelheid direct evenredig met de drukval en omgekeerd evenredig met de viscositeit. Afhankelijk van de dimensionering kan nu een vaste verhouding worden bepaald tussen de stroming in het meetkanaal en de 35 stroom in het hoofdstroomkanaal. Een en ander is voor de deskundige be-kend en behoeft geen nadere toelichting.

De plaatjes waaruit het bekende, in het U.S.A. octrooischrift 3.851.526 gelllustreerde stromingselement is opgebouwi zijn voorzien 8104354 t * 2 van groeven die verlopen vanaf de rand van het plaatje naar een in het midden van het plaatje aangebrachte opening. Deze plaatjes worden tijdens de montage in het f 1 uidtimstromingskanaal gepositioneerd met behulp van daartoe geschikte hulpmiddelen, bijvoorbeeld centreerpennen die 5 verlopen door speciaal daartoe in de plaatjes aangebrachte verdere o-peningen of door een pen die dezelfde diameter heeft als de central© o-pening en waarop de plaatjes tijdens de assemblage worden geschoven.

Het pakket van op deze wijze onderling correct gepositioneerde plaatjes wordt in het fluldumstromingskanaal tegen een daartoe aangebrachte 10 schouder gedukt door een schroefelement dat ingeschroefd kan worden in een van schroefdraad voorzien wandgedeelte van het fluidumstromingskanaal stroomopwaarts van het platenpakket. Dit schroefelement is voorzien van een centrale boring die verloopt vanaf het stroomopwaartse uiteinde van het element, alsmede een aantal radiale boringen die ener-15 zijds uitmonden in deze centrale boring en anderzijds uitmonden in een ruimte aan de buitenzijde van het schroefelement stroomopwaarts van het platenpakket.

Tijdens bedrijf stroomt het fluldum door de centrale boring en door de radiale boringen van het schroefelement naar de ruimte tussen 20 dit schroefelement en de kanaalwand en stroomopwaarts van het platenpakket. Vanuit deze ruimte stroomt het fluldum door de aan de cilindri-sche buitenwand van het pakket van plaatjes uitmondende, door de groeven gevormde kanalen naar de centrale opening van het platenpakket. Om-dat deze centrale opening aan de stroomopwaartse zijde van het pakket 25 is afgedicht door de kopse wand van het schroefelement stroomt het fluldum vandaar stroomafwaarts verder door het fluldumstromingskanaal. Een nadeel van deze construktie is dat het schroefelement waarmee het platenpakket tegen de schouder in de kanaalwand wordt gedrukt tamelijk in-gewikkeld van vorm is omdat het fluldum via radiale openingen in dit 30 schroefelement naar de cylindrische buitenwand van het platenpakket ge-leid moet worden. Verder moet dit schroefelement ook zorgen voor de af-dichting van de centrale afvoeropening aan de stroomopwaartse zijde.

Daarnaast moeten de vorm van het kanaal en de afmetingen van de plaatjes zodanig woreden gekozen dat er voldoende vrije ruimte aan de 35 buitenzijde van het platenpakket aan de ingangszijde van de laminaire stromingskanalen door dit pakket overblijft.

Bovendien zijn afzonderlijke hulpmiddelen in de vorm van centreer-elementen nodig tijdens de bevestiging van een platenpakket in het fluid urns tromingskanaal.

40 De totale stromingsweerstand van dit bekende stromingselement kan 8 1 0 4 3 54.

f l 3 worden ingesteld door een geschikte. keuze van het aantal plaatjes dat tot een pakket wordt samengevoegd. Hoe groter dit aantal plaatjes hoe kleiner de totale stromingsweerstand zal zijn. Wanneer uitgegaan wordt van een soort plaatjes met een zelfde aantal kanalen dan is echter 5 slechts een stapsgewijze verandering van de stromingsweerstand moge-lijk. Alleen wanneer plaatjes met verschillende aantallen kanalen worden gebruikt is het mogelijk om een nauwkeuriger benadering van een vooraf gewenste waarde te verkrijgen.

De uitvinding heeft nu ten doel de bovengenoemde nadelen althans 10 gedeeltelijk te elimineren en een laminair stromingselement te ver-schaffen , dat op eenvoudige wijze en met eenvoudige middelen kan worden gemonteerd en waarvan de stromingsweerstandswaarde veel nauwkeuriger kan worden ingesteld, terwijl toch in principe plaatjes van een en hetzelfde type worden gebruikt.

15 Aan deze doelstelling wordt bij een laminair stromingselement van bovengenoemde soort voldaan, doordat de groeven in de plaatjes verlopen tussen een excentrisch aangebrachte ingangsopening en de uitgangsopening, welke ingangsopeningen tesamen een ingangskanaal vormen en dat de buitenste plaatjes van een pakket geen groeven bezitten en alleen voor-20 zien zijn van een ingangs- respectievelijk uitgangsopening of -openin-gen.

Daardoor wordt bereikt dat het fluldum het stromingselement bin-nenkomt aan de voorzijde en niet eerst naar de cylindrische wand van het element geleid behoeft te worden.

25 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn zowel de ingangs- als de uitgangsopening of -openingen excentrisch aange-bracht. Dat geeft de mogelijkheid om een centrale opening aan te bren-gen ten behoeve van montagemiddelen om de plaatjes tot een pakket samen te stellen, bijvoorbeeld een bout en een moer. Constructietechnisch 30 leidt dit tot een zeer eenvoudige configuratie.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het element volgens de uitvinding is in elk gegroefd plaatje slechts een ingangsopening en een uitgangsopening aanwezig, welke openingen diametraal tegenover elkaar liggen. Daarbij hebben de buitenste plaatjes van het pakket slechts een 35 excentrisch aangebrachte opening, waarbij de opening in het voorste stroomopwaartse plaatje in lijn ligt met de ingangsopeningen van de tussenliggende plaatjes en de opening in het achterste stroomafwaarts gelegen plaatje in lijn ligt met de uitgangsopeningen van de tussenliggende plaatjes.

40 Bij een op dergelijke wijze uitgevoerd stromingselement is het mo- 8104354 . ί ' 4 gelijk ora een aantal pakketten van plaatjes op elkaar te plaatsen zoda-zodanig dat telkens het achterste, stroomafwaartse plaatje van het ene pakket tevens dienst doet als voorste stroomopwaartse plaatje van het in stroomafwaarts richting daarop volgende pakket van plaatjes. Door 5 deze serieschakeling van pakketten is het mogelijk am. de stromingsweer-stand van het totale samengestelde element te vergroten. Door een juis-te keuze van het aantal plaatjes per pakket en door een juiste keuze van het aantal pakketten dat op deze wijze in serie wordt geschakeld kan een grote verscheidenheid aan stromingsweerstandswaarden van het 10 laminaire stromingselement worden ingesteld.

Verdere voordelen en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de navolgende meer gedetailleerde beschrijving, waarin wordt verwezen naar de bijgaande figuren.

Figuur la toont een eerste uitvoeringsvorm van een stromingsplaat-15 je voor een laminair stromingselement volgens de uitvinding.

Figuur lb toont een gedeeltelijke doorsnede door het plaatje van figuur la, volgens de lijn lb in figuur la.

Figuur 2 illustreert de opbouw van een laminair stromingselement gebruik makend van plaatjes volgens figuur 1.

20 Figuur 3a illustreert de serieschakeling van tot pakketten gecom- bineerde plaatjes volgens figuur 1.

Figuur 3b illustreert het elektrische analogon van het stromingselement uit figuur 3a.

Figuur 4 illustreert een tweede uitvoeringsvorm van een stromings-25 plaatje voor een laminair stromingselement volgens de uitvinding.

Figuur 5 illustreert de opbouw van een laminair stromingselement gebruik makend van plaatjes volgens figuur 4.

Figuur 6 illustreert de opbouw van een laminair stromingselement gebruik makend van plaatjes volgens figuur 4, bestemd voor een andere 30 wijze van installeren.

Figuur 7 illustreert de toepassing van een laminair stromingselement volgens figuur 6.

Figuur 8 illustreert een derde uitvoeringsvorm van een stromings-plaatje voor een laminair stromingselement volgens de uitvinding.

35 Figuur 9 illustreert schematisch een massastromingsmeter waarin een laminair stromingselement volgens de uitvinding wordt toegepast.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een plaatje dat deel uitmaakt van het laminaire stromingselement volgens de uitvinding. Dit ronde plaatje is voorzien van twee diametraal tegenover elkaar gelegen 40 openingen 2 en 3 en tussen deze openingen verlopende groeven 4 in een 8104354 ? * 5 zijkant van het plaatje. De openingen 2 en 3 hebben in dit voorbeeld een halve maanvorm maar kunnen ook anders gevormd zijn. In het midden van het plaatje is een centrale vierkante opening 5 aangebracht die enerzijds wordt gebruikt om de plaatjes in de juiste stand te fixeren 5 en anderzijds de mogelijkheid biedt om bijvoorbeeld door middel van een bout en een moer de plaatjes op elkaar te bevestigen en zodoende een pakket samen te stellen. Het is natuurlijk ook mogelijk om een rood gat 5 toe te passen en de plaatjes via een of meer paspennen tijdens de as-semblage in de juiste stand te houden. Ook kunnen op een vooraf bepaal-10 de plaats langs de rand vlakke kantjes worden gevormd aan de plaatjes 1 die tijdens de assemblage voor de centrering benut kunnen worden. Fi-guur lb toont een gedeeltelijke doorsnede door het plaatje ter plaatse van de groeven 4, volgens de lijn lb in figuur la. Deze groeven kunnen bijvoorbeeld door middel van etsen in het plaatje worden aangebracht 15 alhoewel ook andere methoden kunnen worden toegepast. De afmetingen van de groeven moeten zodanig worden gekozen dat, wanneer de plaatjes op elkaar geplaatst worden en de groeven zodoende kanalen vormen een la-minaire stroming door deze kanalen ontstaat. Het is aan de deskundige op dit terrein bekend hoe de groeven gedimensioneerd moeten worden om 20 een laminaire stroming te bereiken. Nadere details zijn bijvoorbeeld te vinden in het genoemde Amerikaanse octrooischrift 3.851.526.

Figuur 2 laat in een schematisch aanzicht zien op welke wijze met behulp van deze plaatjes een laminair stromingselement kan worden opge-bouwd. Twee plaatjes van de soort zoals gelllustreerd is in figuur 1, 25 te weten de plaatjes 12 en 13 worden op elkaar geplaatst en aan de voor- en de achterzijde worden de plaatjes 11 respectievelijk 14 aangebracht die alleea voorzien zijn van een ingangsopening 15 respectievelijk uitgangsopening 16 en die niet voorzien zijn van groeven. Zoals schematisch in figuur 2 met pijlen is aangegeven zal het fluldum bin-30 nenstromen via de ingangsopening 15 van het afsluitplaatje 11 en de daarmee in lijn liggende openingen 17 en 18 van de stromingsplaatjes 12 respectievelijk 13. Doordat de plaatjes dicht tegen elkaar aan liggen zijn de groeven 4 in elk van de plaatjes 12 en 13 door het telkens na-burige plaatje afgesloten en vormen zodoende kanalen waardoor het flul-35 dum laminair stroomt. Via deze kanalen komt het fluldum terecht bij de aan de onderzijde gelegen uitgangsopeningen 19 en 20 van de plaatjes 17 respectievelijk 18 die in lijn liggen met de uitgangsopening 16 van het afsluitplaatje 14. Via deze uitgangsopening verlaat het fluldum dan het laminaire stromingselement zoals met pijlen in de figuur is aangege-40 ven.

8104354 * v 6

De stromingsweerstand van dit laminaire stromingselement is afhan-kelijk van het aantal plaatjes dat tot een pakket wordt samengevoegd. Hoe groter het aantal plaatjes is, hoe kleiner de stromingsweerstand zal zijn. Worden eehter slechts plaatjes met telkens een zelfde aantal 5 groeven gebruikt dan is op deze wijze· alleen een stapsgewijze variatie van de stromingsweerstand mogelijk.

Figuur 3 geeft nu aan dat het dankzij de configuratie van de plaatjes mogelijk is om door serieschakeling van verdere pakketten de stromingsweerstand te verhogen. De plaatjes 21, 22, 23 en 24 vormen een 10 platenpakket dat gelijk is aan het pakket dat gelllustreerd is in figuur 2. Daaraan zijn in figuur 3 nu de plaatjes 25, 26 en 27 toegevoegd welke samen met het plaatje 24 eveneens een soortgelijk pakket vormen. Tesamen kunnen de plaatjes 21 tot en met 27 dus beschouwd worden als de serieschakeling van twee van de pakketten, die afzonderlijke in figuur 15 2 zijn gelllustreerd. Ook in deze figuur is met pijlen aangegeven op welke wijze het fluldum door dit stromingselement stroomt. Door deze serieschakeling van pakketten wordt de totale stromingsweerstand van het stromingselement groter.

Deze combinatie kan vergeleken worden met een elektrisch weer-20 standsnetwerk met een serieschakeling van groepen onderling parallel geschakelde weerstanden. Dit elektrische analogon van het stromingselement uit figuur 3a is getoond in figuur 3b. De weerstanden 31, 32 en 33 zijn onderling parallel geschakeld evenals de weerstanden 34, 35 en 36. De combinatie van de weerstanden 31-33 staat in serie met de combinatie 25 van weerstanden 34-36. Door toevoegen van verdere parallelweerstanden aan of het weglaten van weerstanden van een parallelcombinatie van de weerstanden 31-33 respectievelijk 34-36 kan de totaalweerstand van de betreffende combinatie worden vergroot respectievelijk verkleind, waar-door ook de totaalweerstand van het netwerk als geheel groter respec-30 tievelijk kleiner wordt. Door verdere paralleleombinaties van weerstanden in serie schakelen in dit netwerk kan de totale weerstand van het netwerk worden vergroot. Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat, uitgaande van allemaal identieke weerstanden, door een geschikte combinatie van het aantal weerstanden in een parallelschakeling en een ge-35 schikte keuze van het aantal parallelschakelingen dat in serie wordt geschakeld, een groot aantal verschillende weerstandswaarden van het netwerk als geheel kan worden gerealiseerd.

Een overeenkomstige situatie geldt voor de serieschakeling van pakketten met laminaire stromingsplaatjes zoals ge'illustreerd is in fi-40 guur 3a. Uitgaande van plaatjes met allemaal gelijke aantallen groeven .........

8104354 ', ;ϊ 7 is het toch mogelijk om, door variatie van het aantal in serie gescha-kelde pakketten en het aantal plaatjes per pakket een laminair stromingselement op te bouwen met een groot aantal verschillende stromings-weerstandswaarden, waaronder velen die niet met een enkelvoudig pakket 5 van plaatjes gerealiseerd kunnen worden.

Figuur 4 illustreert een tweede uitvoeringsvorm van een plaatje dat in het stromingselement volgens de uitvinding kan worden gebruikt.

Dit plaatje is voorzien van vier openingen 41, 42, 43 en 44 die excen-trisch op de getoonde wijze zijn aangebracht. Tussen de openingen 41 en 10 42 verloopt een eerste groep van groeven 45 en tussen de openingen 43 en 44 verloopt een tweede groep van groeven 46. Verder zijn, om de plaatjes door middel van bijvoorbeeld twee bouten en moeren tot een pakket op elkaar te kunnen bevestigen de montagegaten 47 en 48 aanwe-zig.

15 - Figuur 5 illustreert op welke wijze een aantal van deze in figuur 4 getoonde plaatjes 40 tot een pakket kan worden samengesteld en illustreert tevens hoe de voorste en achterste afsluitplaten er in dit ge-val uitzien. Ook in deze figuur is met pijlen aangegeven hoe het flui-dum in dit geval via twee parallelle wegen door het stromingselement 20 stroomt. Zoals blijkt uit deze figuur is de voorste afsluitplaat 51 al-leen voorzien van de openingen 41 en 43 terwijl de achterste afsluitplaat 54 alleen voorzien is van de openingen'42 en 44. De tussen gele-gen platen 52 en 53 zijn uitgevoerd zoals geillustreerd is in figuur 4.

Zoals figuur 5 illustreert doen voor de bovenste weg de openingen 25 41 dienst als ingangsopeningen en de openingen 42 dienst als uitgangs- openingen. Voor de onderste weg doen de openingen 43 dienst als ingangsopeningen en treedt het fluidum uit via de openingen 44.

Ook met deze uitvoeringsvorm van de plaatjes is het mogelijk om een aantal pakketten elk met eventueel een verschillend aantal plaatjes 30 in serie te schakelen op de wijze als schematisch aangegeven is in figuur 3a, waardoor een groot aantal verschillende weerstandswaarden kan worden ingesteld.

De in figuur 4 geillustreerde uitvoeringsvorm van het plaatje biedt tevens de mogelijkheid om het laminaire stromingselement op ande-35 re wijze in het fluidumkanaal te monteren. De tot nu toe beschreven la-mainaire stromingselementen zijn in principe bestemd om in een fluidum-kanaal zelf te worden gemonteerd op de wijze die geillustreerd is in figuur 9. In het fluidumkanaal 71 is een schot 74 geplaatst op de wijze als geillustreerd is in figuur 7. In de zijwand van het fluidumkanaal 40 71 is ter plaatse van dit schot 74 een opening aangebracht. Op de wijze 8104354 V- v 8 als schematisch gelllustreerd is in figuur 7 wordt dan aan de zijkant van het fluidumkanaal 71 een platenpakket 72 aangebracht. De middelen waarmee dit platenpakket is gemonteerd zijn niet in detail weergegeven· Belangrijk is alleen dat het schot 74 aansluitend aanrust tegen het 5 platenpakket 72 en dat onder dit platenpakket 72 een vrije ruimte 73 aanwezig is. Het fluldum wordt nu zoals met pijlen is aangegeven ge-dwongen allereerst dit platenpakket in de ene richting te passeren tot in de vrije ruimte 73 onder het platenpakket en vandaar het platenpakket in een tweede richting te passeren naar de stroomafwaartse zijde 10 van het fluldumdoorstroomkanaal.

Figuur 6 geeft aan op welke wijze het fluldum in dat geval door het platenpakket, opgebouwd uit de voorste afsluitplaat 61, de tussenliggende van groeven voorziene platen 62 en 63, en de achterste afsluitplaat 64, stroomt. Het fluldum volgt zoals met pijlen is 15 aangegeven vanaf de binnenkomst eerst de bovenste weg, treedt rechts boven in figuur 6 uit en wordt gedwongen om via de onderste weg terug te keren.

Het voordeel van de wijze van monteren gelllustreerd in figuur 7 is dat het platenpakket gemakkelijk toegankelijk is voor plaatsiqg en 20 onderhoud ervan zonder dat in het fluldumkanaal zelf behoeft te worden ingegrepen.

Figuur 8 toont een derde uitvoeringsvorm van een stromingsplaatje volgens de uitvinding. Het plaatje 81 bevat in dit geval vier openingen 82, 83, 84 en 85. Een eerste groep van groeven 86 verloopt tussen de 25 openingen 82 en 83 en een tweede groep van groeven 87 verloopt tussen de openingen 84 en 85. In het midden van het plaatje is een centrale vierkante opening 88 voor centreer- en assemblagedoeleinden aangebracht.

Worden een aantal van deze plaatjes in dezelfde stand samenge-30 voegd tot een pakket met ter afsluiting aan de stroomopwaartse zijde een plaatje zonder groeven en alleen de openingen 83 en 84 en aan de stroomafwaartse zijde een plaatje zonder groeven en' alleen de openingen 82 en 85, dan ontstaat een stroomelement waar het fluldum via twee wegen doorheen kan stromen op soortgelijke wijze als gelllustreerd is 35 in figuur 5. Het fluldum komt in dit voorbeeld binnen via de openingen 83 of 84 en verlaat het element via de openingen 82 en 85.-

Ook met deze uitvoeringsvorm kunnen diverse pakketten met zonodig-verschillende aantallen plaatjes in serie geschakeld worden.

Het zal duidelijk zijn dat er ook uitvoeringsvormen mogelijk zijn 40 met groter even aantal onderling equiangulair gepositioneerde openin- 8104354 * ·ϊ 9 gen, twee aan twee toebehorend bij groepen van groeven.

Figuur 9 tenslotte toont de toepassing van het stromingselement volgens de uitvinding in een massastromingsmeter 97. Het platenpakket 91 is in het kanaal 90 gemonteerd door middel van een buisdeel 92 met 5 uitwendige schroefdraad, dat ingeschroefd is in het linker van schroef-draad voorziene deel van het kanaal 90 en zodoende het platenpakket 91 tegen een schouder 93 in het kanaal drukt. dm een goede afdichting te verkijgen is voor de schouder 93 een 0-ring 94 geplaatst. De plaatjes zijn allereerst met behulp van de bout 95 en moer 96 tot een pakket 10 samengesteld en daarna is dit pakket met behulp van het schroefdraad-element 92 in het kanaal 90 gemonteerd.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de ge-toonde uitvoeringsvormen maar dat diverse modificaties en wijzigingen binnen kader van de uitvinding mogelijk zijn. In de uitvoeringsvormen 15 met meerdere groepen van groeven kan bijvoorbeeld in elke groep van groeven een verschillend aantal groeven worden toegepast, waardoor het aantal mogelijkheden om de stromingsweerstandswaarde van een stromingselement opgebouwd uit onderling gelijke plaatjes te varieren aanzien-lijk toeneemt.

20 Ook behoeven de afzonderlijke groeven in een groep niet noodzake- lijkerwijze rechtlijnig te verlopen, ze kunnen ook via een niet-recht-lijnig patroon worden aangebracht.

8104354

Claims (6)

1. Laminair stromingselement voor Installatie in een fluldumstro-mingskanaal, welk stromingselement is opgebouwd uit vlakke plaatjes die aan een zijde voorzien zijn van groeven uitmondend in een uitgangsope-5 ning in het plaatje, welke plaatjes opeen gestapeld zijn tot een pakket waardoor de groeven kanalen vormen van zodanige afmetingen dat het flu-idum laminair door de genoemde kanalen stroomt en de uitgangsopeningen tesamen een uitgangskanaal vormen, met het kenmerk, dat de groeven in de plaatjes verlopen tussen een excentrisch aangebrachte ingangsopening 10 en de uitgangsopening, welke ingangsopeningen tesamen een ingangskanaal vormen en dat de buitenste plaatjes van een pakket geen groeven bezit-ten en alleen voorzien zijn van een ingangs- respectievelijk uitgangsopening of -openingen.

2. Laminair stromingselement volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat zowel de ingangs- als de uitgangsopening of -openingen excentrisch zijn aangebracht.

3. Laminair stromingselement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in elk gegroefd plaatje een ingangsopening en £€n uitgangsopening aanwezig is diametraal tegenover elkaar.

4. Laminair stromingselement volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elk plaatje een aantal ingangsopeningen en een corresponderend aan-tal uitgangsopeningen bezit alsmede een corresponderend aantal tussen elk paar ingangs-/uitgangsopeningen verlopende afzonderlijke groepen van groeven. ·

5. Laminair stromingselement volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elk plaatje voorzien is van twee paren groeven of een veelvoud van twee paren groeven met bijbehorende ingangs- en uitgangsopeningen en dat uitwendige middelen aanwezig zijn om de fluidumstroming via een eerste groep of eerste groepen van groeven van de inlaatzijde naar de 30 uitlaatzijde van het stromingselement te geleiden en vervolgens via een tweede groep of tweede groepen van groeven van de uitlaatzijde naar de inlaatzijde te geleiden

6. Laminair stromingselement volgens een der voorgaande conclu-sies, met het kenmerk, dat een aantal pakketten op elkaar geplaatst is 35 zodanig dat het achterste plaatje van het ene pakket tevens dienst doet als voorste plaatje van het daarop volgende pakket. *************** 8104354 :··&»· -. ___.. -___