NL8104008A - Verstelbare inrichting voor het uitspreiden van een buisvormig gebreide stof. - Google Patents

Description

- 1 - » ƒ

Verstelbare inrichting voor het uitspreiden van een buisvormig gebreide stof.

Bij het behandelen van buisvormige ge-1 breide stoffen is het gebruikelijk de buisvormige stof te lei den over een inrichting voor het inwendig uitspreiden daarvan, welke inrichting de stofbuis zijdelings tot een betrekkelijk 5 platte vorm en gelijkblijvende breedte uitzet. Bij het behande-^ len in "droge1’ toestand, xrordt de stof op de inrichting voor het uitspreiden daarvan veelal behandeld met stoom, en dan direct afgevoerd in een behandelingsstation, zoals een paar kalander-rollen, een drukkrimpstation en dergelijke. In bepaalde ge-10 vallen wordt de uitgespreide stof van de inrichting voor het uitspreiden afgevoerd in een natte behandelingsinrichting, zoals een kussen. Vertegenwoordigende uitvoeringsvormen van bekende inrichtingen voor het uitspreiden zijn bijvoorbeeld beschreven in het Austra-lische octrooischrift 1.478.250 en het 15 Amerikaanse octrooischrift 2.228.001. Bij deze bekende inrichtingen voor het uitspreiden, omvat het gestel daarvan op onderlinge afstand tegenover elkaar liggende gestelgedeelten, die gewoonlijk beweegbare banden dragen, die de binnenrandwanden aangrijpen van de uitgespreide stof.' 20 Bij de dwarswerkhartlijn van het ge stel van de inrichting voor het uitspreiden, zijn tegenover elkaar liggende paren, zogenoemde voerrollen, die met gegroefde randaandrijfrollen door de stofwand aangrijpen. Wanneer de randaandrijfrollen zijdelings tot in aanraking met een hori-25 zontaai geplaatst gestel van de inrichting voor het uitspreiden worden bewogen, wordt het gestel van de inrichting zowel vertikaal alsmede horizontaal geplaatst en gedragen \ •i \ % 8104008 v» ’ * ' * • 2' ' ' -'-·· *_,j door de onderling aangrijpende geometrie van de uitwendige rand- i i t aandrijfrollen en de inwendige paren voerroliën. i

De breedte van een inrichting voor het uitspreiden van buis- I i • vormige stoffen wordt gewoonlijk door verstellen tot stand gebracht -

, I

5 - door middel van een inwendige afstandsstaaf, die zich vanaf één ! ! i i zijde naar de andere van het gestel uitstrekt volgens de dwarswerk- i ! hartlijn, waarbij verschillende constructies in de bekende inrichting- ! en zijn verschaft voor het verstellen van de lengte van de afstands- . staaf. Een voordelige uitvoeringsvorm van een dergelijke verstelling 10 j is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.228.001. Dit 1 mechanisme bevat een beweegbare grendelhefboom, die met de hand kan ! | worden aangegrepen voor het mogelijk maken van een telescopische . , I beweging van de elementen van de afstandsstaaf. ! j Bij bekende uitrustingen is het altijd nodig de behandelings- 15 | lijn stil te zetten ten einde de breedteverstelling tot stand te j 1 brengen van het gestel van de inrichting voor het uitspreiden. Dit i is vereist, doordat de inrichting volledig is omsloten door de ! bewegende buisvormige stof, waarbij de enige manier voor het toegang verkrijgen tot het inwendige mechanisme door de wand van de stof is.: 20 ; Wanneer de behandelingslijn is stilgezet, is het gewoonlijk mogelijk het verstelmechanisme te bedienen.door het vervormen van de wand van de stof, waarbij met "gevoel” wordt gewerkt. In bepaalde gevallen is het echter nodig een opening te snijden in de stof ten einde een breedteverstelling uit te voeren. j 25 Zelfs in gevallen,waarbij het niet nodig is de stof open te snijden of te vervormen, werken de praktische moeilijkheden bij het : ; tijdelijk stilzetten van de behandelingslijn voor breedteverstelling _ . van de inrichting voor het uitspreiden in ernstige mate het aan- brengen van dergelijke verstellingen gedurende een behandelingskring-30 j loop tegen. Indien in dit verband de stof stilstaand wordt gehouden · gedurende een tijdvak in een behandelingsfase, zoals een kalander, ' een inrichting voor het samendrukken of een kussen, kan de stof af- j' ! wijken van de voorschriften in het gebied, dat is blootgesteld aan ; een bovenmatige tijd in de behandelingsfase, waarbij de stof kan > 35 1 worden uitgesneden en weggedaan. Onder de beste omstandigheden omvat ί 8104008 \® - * . -% % r . ' 3 : , ! ,de breedteverstelling althans een ongewenste en tijdrovende onder- | ;breking van de overigens ononderbroken behandeling».

j Tot nu toe zijn pogingen ondernomen een automatische ver- } t .

ίstelling te verschaffen door het toepassen van veerconstructies in ι 5 samenhang met de afstandsstaaf, welke veerconstructies de tegenover ί 'elkaar liggende zijden van de gestellen van de inrichting voor het : uitspreiden in een scheidingsrichting drukken. Deze constructies ·! ; zijn echter niet praktisch gebleken, omdat de werkzame veerkracht { ' aanzienlijk afneemt bij toenemende breedte, waarbij in het algemeen ; 10 -een grotere kracht nodig is voor het op grotere breedten houden van ! :de gestellen van de inrichting voor het uitspreiden dan op kleinere ; | ’ i I breedten. - j i : Overeenkomstig de uitvinding is een gestelconstructie voor j :een inrichting voor het uitspreiden verschaft, waarbij een meegevend ! i 15 middel met een betrekkelijk gelijkblijvende kracht is voorzien voor i i ;het meegevend handhaven van de scheiding van de gestellen van de j . j ίinrichting voor het uitspreiden op een wijze voor het mogelijk maken' ; i van het uitzetten en samentrekken van de breedte van de inrichting i !voor het uitspreiden onder de regeling van de uitwendige randaan-20 drijfrollen binnen een redelijk verstelbereik en zonder bovenmatige 1 „ ^verandering in de aanrakingsdruk op de stofwand, die. zich bevindt tussen de vloerrollen en de randaandrijfroliën. Meer in het bijzonder bevat de onderhavige inrichting een gestel, waarbij de tegenover 'elkaar liggende gestelelementen zijn verbonden door een telescopisch 25 afstandssamenstel, dat in een richting voor het verlengen of wijder :worden wordt gedrukt door een zogenoemde gasveer, die binnen de

'I

. ίgrenzen van zijn verlenging een redelijk gelijkblijvend bereik heeft· * . ! 'van uitdrukkrachten. De uitvoering is zodanig, dat binnen het bereik: ‘van de werking van de telescopische afstandseenheid, de breedte van

30 :het gestel van de inrichting voor het uitspreiden doeltreffend kan J

,worden geregeld door het vergroten en verkleinen van de afstand van : !de uitwendige randaandrijfrollen. Dit kan door het verstellen tijdens ίbedrijf tot stand worden gebracht met de hand of van een op afstand {liggend regelstation. Bovendien leent de uitvoering zich voor het i 35 'automatisch, ononderbroken op breedte bewaken en verstellen ten einde ! ί .__ ... ... , . .. . —*·..♦ . _ - · «4i 8104008 V c ^ ' k e

t ' · ... I

! een grotere gelijkblijvendheid te bereiken in de behandelde breedte 1 i

j van de stof. I

, i i J In zijn eenvoudigste uitvoeringsvorm omvat de onderhavige : ! inrichting voor het uitspreiden een telescopisch afstandssamenstel, ! . i 5 , dat kan worden verlengd tussen tegenover elkaar liggende gestel-

l I

I gedeelten van de inrichting bij de dwarswerkhartlijn, en dient voor : . i ; I het verschaffen van het mechanisch in lijn brengen van de gestel- , i 1 gedeelten voor het in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar houden daarvan.

• Met het telescopische samenstel hangt een uitdrukbare gasveereenheid • . ! .. .. i 10· . samen, die zodanig is verbonden, dat hij kan worden geïsoleerd van niet axiale krachten, en die is opgenomen in een telescopische ' . huisconstructie om vrij te zijn van aanraking met de stof, die over : i i de inrichting voor het uitspreiden gaat. Gewoonlijk kan een instal- ‘ j ' latie voor het uitspreiden of het gestel zijn voorzien van twee of

! I

15 , drie .afstandseenheden met gegradueerde afmetingsbereiken, die het ! volledige breedtevermogen dekken van de behandelingslijn. Het werkings- ; bereik van elk der eenheden is voldoende voor het mogelijk maken van i een automatische breedteverstelling gedurende het behandelen van een i gegeven stof, waarbij het echter nodig of wenselijk kan zijn afstands- 20 ’ eenheden te verwisselen wanneer de behandelingslijn wordt ingesteld * ! voor het behandelen van een andere soort stof of een stof met een ! andere afmeting, hetgeen duidelijk is. In dit verband kunnen de meegeefbare afstandseenheden snel losmaakbaar samenhangen met de primaire gestelgedeelten van de inrichting voor het uitspreiden, 25 zodat het veranderen van de uitrusting voor het behandelen van ver- ' schillende soorten stoffen, op een versnelde wijze tot stand kan 'worden gebracht. ' | ' De meegeefbare, telescopische afstandseenheid bestaat uit i i ! een paar telescopisch in elkaar passende buisvormige gedeelten, die : 30 , een onregelmatige dwarsdoorsnede kunnen hebben en niet alleen dienen ! voor het omsluiten en beschermen van de gasveereenheid, maar ook voor ; het verschaffen van mechanische steun voor de gestelgedeelten van de ! ! inrichting voor het uitspreiden tegen rechtlijnige verplaatsing, i 1 ;· Wanneer de buisvormige gedeelten een onregelmatige dwarsdoorsnede .1 1 35 !· hebben, dienen zij aanvullend voor het weerstaan van een draaiver- ,

8 1 0 4 0 0 S

% Α· » ν' .

5 ί ί plaatsing. Bij een andere voordelige uitvoeringsvorm, wordt de j structurele steun voor de gestelgedeelten van de inrichting voor het; ! i :uitspreiden verschaft door op onderlinge afstanden liggende, teles- j

| copisch samenhangende elementen, die zich schrijlings over het gasveer-! I

5 element bevinden, waarbij de gehele telescopische constructie met I

i ,inbegrip van de gasveer is omsloten in een buigzaam, balgvormig huis.

. ; De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de j i .tekening, waarin: j < i fig. 1 een bovenaanzicht is van een stof-afwerklijn, die de ; 10 .onderhavige, verstelnare, gestelconstructie omvat voor de inrichting • voor het uitspreiden, j fig. 2 een bovenaanzicht is van het in fig. 1 weergegeven i i gestel van de inrichting voor het uitspreiden, ! fig. 3 een gedeelte toont van de onderhavige, veerkrachtige,

I . I

15 afstandseenheid, die kan worden opgenomen in de inrichting volgens ,

: I

de figuren 1 en 2, i fig. k een doorsnede is volgens de lijn IV-IV in fig. 3» fig. 5 een lengtedoorsnede toont van een andere uitvoerings-, vorm van de veerkrachtig onder druk staande afstandseenheid voor · 20 ; opneming in de inrichting volgens de figuren 1 en 2, j 1 fig. 6 een doorsnede is volgens de lijn VI-VI in fig. 5» en , fig. 7 een lengtedoorsnede toont van een andere uitvoeringsvorm van de veerkrachtig onder druk staande afstandseenheid voor ! opneming in de inrichting volgens de figuren 1 en 2.

25 Onder verwijzing naar de tekening, en op de eerste plaats j naar figuur 1 daarvan, is een gebruikelijke afwerklijn weergegeven ) .

voor een buisvormig gebreide stof, welke lijn werkzaam is voor het ; I in een platte vorm met een gelijkblijvende breedte uitspreiden van j ! de stof, het met stoom behandelen en dan kalanderen van de uitge- j 30 · spreide stof, en het dan opwinden van de stof wanneer deze uit het 1 kalanderstation komt. Een gestel 10 (zie figuur 2)van de inrichting i . i voor het uitspreiden bestaat uit op onderlinge afstand tegenover : elkaar liggende gestelgedeelten 11, 12, die in het midden zijn ver-; . ! · i { bonden door een afstandssamenstel 13i dat hierna gedetailleerder ί 33 ί wordt beschreven. De betreffende gestelgedeelten 11, 12 bevatten L ....... .....j 8 1 0 4 0 0.8 ^ c · ' .6

NV

'· · . I

middensteunen 1^, 15 waaraan op onderlinge afstand liggende paren < voerrollen 16, 17 zijn gemonteerd. Gestelverlengingen 18-, 19 en 20 ί 21 strekken zich in tegengestelde richtingen uit vanaf de betref- j ! fende steunen 1^, 15» waarbij daaraan een aantal leischijven 22 is | 5 gemonteerd. Aan de leischijven 22 en.de voerrollen 16, 17 zijn bij-! behorende paren bovenstroomse riemen 23 en benedenstroomse riemen 2k gemonteerd, welke riemen de inwendige randen kunnen aangrijpen ! van een buisvormig gebreide stof, die over het gestelsamenstel van i • . i , de inrichting voor het uitspreiden gaat. | 10 Overeenkomstig bekende beginselen, zijn de paren voerrollen ! : 16, 17 convex geprofileerd aan hun buitenomtrekken voor het opnemen ; ; in concaaf geprofileerde buitenomtrekken van uitwendige randaandrijf- rollen 25, 26. De constructie is zodanig, dat wanneer de randaan- ! i drijfrollen tot in stevige aangrijping op de betreffende paren j 15 : voerrollen worden bewogen, het gehele gestel van de inrichting voor.j . het uitspreiden zowel is geplaatst alsmede wordt gedragen door de ' ... .. . - | _ randaandrijfroliën. i

Zoals weergegeven in figuur 1, zijn de randaandrijfrollen 25., t * 26 gemonteerd aan wagens 27, die verschuifbaar worden gedragen door ! 20 dwarsleistangen 28, 29« Een gegroefde as 30 hangt verschuifbaar samen ."met de wagens 27» en kan worden aangedreven door een uitwendige j krachtbron (niet weergegeven) voor het met voorafgestelde regelbare snelheden draaien van de randaandrijfrollen 25» 26« De randaandrijf-wagens 27 zijn ook verbonden met een schroefas 31, die aan zijn , i . 25 einden een tegengestelde schroefdraad heeft, en regelbaar kan worden i gedraaid door een middel, zoals een motor 32. Wanneer de as 30 wordt gedraaid, worden de randaandrijfwagens 27 samen met betrekking tot ; « j de lengtehartlijn van de uitrusting naar binnen of naar buiten !

' . I

| bewogen. j 30 Wanneer de randaandrijfrollen de paren voerrollen 16, 17 ’ t j dragend aangrijpen, veroorzaakt het draaien van de randaandrijfrollen, hetgeen door de stofwand werkzaam is, het draaien van de voerrollen i 16, 17 en een bijbehorende beweging van de bovenstroomse en beneden- ! stroomse riemen 23, Overeenkomstig bekende beginselen, kunnen de 35 ' benedenstroomse voerrollen dieper zijn gegroefd dan de bovenstroomse L _ ..... _____; 8104008 7 V \ » ! * ‘ ...... ......

> I

rollen, zodat de benedenstroomse riemen met een iets lagere snelheid bewegen dan de bovenstroomse riemen. Wanneer dit wordt gedaan, wordt , , de stof regelbaar overgevoerd tot op het benedenstroomse gedeelte , t van de inrichting voor het uitspreiden vanaf het bovenstroomse 5 ! gedeelte, hetgeen in vele gevallen gewenst is. · j

Bij de in figuur 1 weergegeven inrichting, is hetgestel ; daarvan voorzien van een invoergedeelte 33 in de vorm van een buig- '· ; . ' zame draad. De binnenkomende stofbuis wordt over het invoergedeelte ;

? I

; aangebracht, zijdelings gestrekt en inwendig aangegrepen door de 10 .bovenstroomse riemen 23· Vervolgens wordt de stof geregeld op het ; gestel van de inrichting voor het uitspreiden getrokken en voortbe- .

; worden door de beweging van de riemen. Na het binnengaan van het ! , ' benedenstroomse gedeelte van het gestel van de inrichting voor het | J I uitspreiden, gaat de stof gewoonlijk door een stooragedeelte 3^·» dat .

i 15 , een bekende constructie kan hebben, en kan de stof daarna op gebruike- !lijke wijze door een kalandertrap 35 gaan, bestaande uit een paar ' (tegenover elkaar liggende kalanderrollen, welke rollen een roldruk : uitoefenen op de stof. De bepaalde behandeling is echter niet van j I belang voor de uitvinding, waarbij het duidelijk is, dat het gedeelte 20 1 voor het uitspreiden de stof kan leveren aan een willekeurige · ! jverdere behandeling. Bij het weergegeven stelsel gaat de gekalandeerde 1 stof een opwindtrap 36 binnen, waar de stof wordt opgewonden rond 1 een kernstang 37 voor het gemakkelijk daarna hanteren daarvan.

Overeenkomstig de vroegere praktijk, zijn afstandsstaaf-25 samenstellen, opgenomen in de gestellen van de inrichting voor het • uitspreiden, uitgevoerd voor het grendelend vastzetten van het gestel van de inrichting voor het uitspreiden in een willekeurige, vooraf- ; ingestelde, in breedte verstelde stand. Na het voorinstellen van de : breedte van de inrichting voor het uitspreiden, wordt de inrichting ; « 30 tussen de randaandrijfrollen geplaatst, welke rollen dan geregeld ’in voldoende mate naar elkaar worden bewogen voor het aangrijpen en ; ' mechanisch dragen van het gestel van de inrichting voor het uit- j spreiden. Het naar binnen verstellen van de randaandrijfrollen wordt ! natuurlijk zorgvuldig gedaan voor het niet uitoefenen van een boven-35 matige dwarsdruk op het gestel van de' inrichting voor het uitspreiden, * * r 8104008 - \ \ '8 ί - · * -· * *'Ί ' · . j •waarbij in bepaalde bekende inrichtingen, maatregelen zijn getrof- j :fen voor het regelbaar beperken van de mate van deze druk door de j j .toepassing van een regelbaar tot stilstand komende aandrijfmotor 32 ' j !en/of schakelmiddelen, saraenhangende met het plaatsingsmechanisme ί 5 voor de wagens. In ieder geval wordt de breedte van het gestel van ! 'de inrichting voor het uitspreiden vooraf tot stand gebracht, waarbij ‘de randaandrijfrollen in aangrijping worden gebracht op het vooraf i * · ingestelde gestel. j ] Overeenkomstig de uitvinding echter is een bijzondere en 1 . 10 nieuwe constructie verschaft voor het meegeefbaar scheiden van de ;gestelgedeelten 11, 12 van de inrichting voor het uitspreiden, zodat. !de werkbreedte van het gestel van de inrichting voor het uitspreiden, tijdens bedrijf wordt bepaald door de stand van de randaandrijfrol- · j. · .len 25, 26 binnen de werkingsgrenzen van het afstandssamenstel 13· j » 15 Onder het meer in het bijzonder verwijzen naar de figuren ! « · 1 2-4, omvat het afstandsstaafsamenstel 13 een op onderlinge afstand j 'liggend paar telescopisch in elkaar passende buizen 4o en stangen 41.

IAan een einde zijn de buizen 40 vast bevestigd aan een jukstaaf 42, ; . .

lwaarbij de stangen 41 aan het tegenover liggende einde vast zijn ! 20 bevestigd aan een soortgelijke jukstaaf 43. Verbindingspennen 44, 45 j ^ zijn vastgezet aan en strekken zich naar buiten uit vanaf de betref-: ,fende jukstaven 42, 43, en kunnen telescopisch worden opgenomen in .hulzen 46, 47, die vast zijn gemonteerd aan de betreffende gestelgedeelten 11, 12 van de inrichting voor het uitspreiden. Zoals weer-· 25 gegeven in figuur 3, zijn de buiteneinden van de verbindingspennen 44, 45 voorzien van naar buiten openende sleuven 48, uitgevoerd voor ihet opnemen van pennen 49, die zich diametraal uitstrekken door de ίbinnenzijden van de buisvormige koppelingshulzen 46, 47. De passing !tussen de verbindingspennen 44, 45 en hun betreffende koppelings- ' 30 hulzen 46, 47 is betrekkelijk nauw, zodat wanneer de pennen in de i jhulzen zijn gestoken en aangrijpen op de pennen 49, het afstandsstaaf- samenstel dient voor het dragen van de gestelgedeelten 11, 12 van de; • · . 1 inrichting voor het uitspreiden tegen een zwaaibeweging naar en ( -.vanaf elkaar bij elk einde daarvan, en ook tegen een draaibeweging | . i 1 35 irond de dwarswerkhartlijn door het afstandsstaafsamenstel, waardoor 1 j *· S . . 4.

u.. , 8104008 9 % % wordt verzekerd, dat de gestelgedeelten 11, 12 van de inrichting voor het uitspreiden te allen tijde in hoofdzaak evenwijdig worden gehouden, !indien dat gewenst is, of althans in een voorafgesteld verband in •eenzelfde vlak. De betreffende gestelgedeelten van de inrichting voor 5 het uitspreiden kunnen binnen de telescoopgrenzen van de buizen en j stangen ko en **1 naar elkaar en uit elkaar bewegen, maar blijven i overigens volgens een gelijkblijvend onderling verband. j

Het afstandsstaafsamenstel 13 wordt voortdurend in een ' j -richting gedrukt voor het uitstrekken of het verbreden van het gestel 10 binnen voorafgestelde grenzen door middel van een zogenoemde gas- .veereenheid 50, hetgeen een orgaan is in de vorm van een luchtcilinder, iVoorzien van een cilinderlichaam 51 en van een stang 52. In het al- i gemeen is de gasveereenheid in de vorm van een afgedichte gascilinder, ' die vooraf is geladen met een positieve-gasdruk, en is voorzien van i I i • 15 geregelde stromingsdoorgangmiddelen, die tegenover elkaar liggende j i zijden van de zuiger verbinden. Onder de voorafgeladen, permanente gasdruk, is te allen tijde een niet in evenwicht zijnde kracht werk-· zaam voor het in een richting voor het uitstrekken drukken van de 1 i . zuiger en de stang. Omdat er in elke stand van de stang 52 binnen de.' 20 grenzen van de beweging daarvan een enigszins groter werkzaam gebied.

’ t aanwezig is bij het gesloten einde van de cilinder dan bij het ! i ' stangeinde, blijft het vooraf onder druk geplaatste, inwendige gas een netto naar buiten gerichte kracht of een kracht voor het uitdrukken uitoefenen op de stang. Aangezien het werkzame gebied aan de 25 stangzijde iets kleiner is dan aan de gesloten zijde, vindt een kleine verlaging plaats van de gasdruk wanneer de zuiger en de stang bewegen in een uitdruk richting, en een kleine vergroting van de druk .wanneer de stang en zuiger in de intrek richting bewegen. Door een aangepaste keuze van de onderlinge diameters van de cilinder 51 en 30 van de stang 52, kan het drukverschil gemakkelijk binnen aanvaardbare grenzen worden gehouden. Bij een gasveereenheid bijvoorbeeld met een- ,cilinderdiameter van 22 mm en een stangdiameter van 10 mm, kan de ; drukvermindering tussen de volledig ingetrokken stand en de volledig uitgedrukte stand in de orde van 20-25# zijn bij een uitdrukking, die 35 kan oplopen tot 2Ö0-300 ram. i 8104008 ' 10 N V..

% ί

Aangezien de gasveereenheid 50 zo veel mogelijk vrij moet j zijn van niet rechtlijnige krachten, is de eenheid met het afstands-! ,staafsamenstel 13 verbonden door kogelscharnieren 53* 5^· Zoals j weergegeven in figuur 4 bijvoorbeeld zijn de jukstaven 42, 43 voor- j 5 zien van korte, naar binnen zich uitstrekkende steunen 55» waaraan j kogelstijlen 56 zijn vastgezet, die deeluitmaken van de kogelschar-.nieren. De constructie is zodanig, dat de rechtlijnige hartlijn van ! de gasveereenheid in hoofdzaak in lijn ligt met de verbindingspennen •w, 45. ί ! 10 Bij de inrichting volgens de figuren 1-4, is het gehele ; I < telescopische mechanisme van de afstandsstaaf 13 opgenomen in een j ’ ) jbuigzaam balghuis 57, zodat de stof is geïsoleerd van het mechanisme, !en omgekeerd. |

Een gewijzigde uitvoeringsvorm van het afstandsstaafsamenstel 15 is weergegeven in de figuren 5 en 6. Bij deze gewijzigde Uitvoeringsvorm is een gasveereenheid 150 opgenomen in een buisvormig teles- ί i . i ! copisch samenstel 151· Het telescopische samenstel bestaat uit buis-s ! .vormige binnen en buitenelementen 152, 153» die verschuifbaar in :elkaar zijn opgenomen. De betreffende buisvormige elementen 152, 153 20 hebben een complementaire, onregelmatige dwarsdoorsnede, gewoonlijk vierkant, voor het zodoende vasthouden daarvan tegen een onderling j draaien. Kogelstijlen 154, 155 zijn gemonteerd in de gesloten einden van de betreffende buisvormige elementen 152, 153» en grijpen aan in sokken 156, 157 van de gasveereenheid 150. Eindplaten 158» 159 zijn 25 gelast of anderszins vastgezet aan de einden van de buisvormige S .elementen, aan welke eindplaten van sleuven voorziene verbindings- ; . . pennen 160, 16-1 zijn gemonteerd. j ί

De gewijzigde afstandsstaafeenheid volgens de figuren 5 en 6· is op dezelfde wijze werkzaam als de eenheid volgens de figuren 1-4,. 30 maar is in het algemeen gedrongener en kan gemakkelijker worden ge- hanteerd. De telescopische, buisvormige elementen 152, 153 dienen ; bij -de uitvoeringsvorm volgens de figuren 5 en 6 voor een veelledige ,werking van het verschaffen van mechanische steun tegen zwaai- en draaibewegingen van het gestelgedeelte van de inrichting voor het t 35 uitspreiden, en van het opnemen en beschermen van de gasveereenheid 1 - · 8104008 . 11.

. . ! 15Ο· De gewijzigde uitvoeringsvorm'volgens de figuren 5 en. o is .

voor vele praktijk tiepassingen van de uitvinding voordelig, omdat ; i de kleine afmeting daarvan het mogelijk maakt, deze uitvoeringsvorm 1 i i gemakkelijk te hanteren en op te slaan.. j 5 , In figuur 7 is een andere gewijzigde uitvoeringsvorm weerge geven, die een zeer vereenvoudigde en economische constructie heeft^ en ideaal geschikt is voor kenmerkende gebruikstoepassing. De een- ; ' heid volgens figuur 7 bevat een gasveerelement 200, dat is opgenomen j in telescopisch in elkaar passende, buisvormige leihulzen 201, 202.

10 'Zoals weergegeven in figuur 7» hebben de leihulzen 201, 202 een' cirkelvormige dwarsdoorsnede, in welk geval zij het door draaien ; ' verplaatsen van de gestelelementen van de inrichting voor het uit- | i • spreiden, met welke gestelelementen zij kunnen zijn verbonden, niet . ί tegen. In de praktijk kan in vele gevallen^ weerstand tegen draaien ! 15 onnodig zijn, aangezien de gestelgedeelten van de inrichting voor ; , het uitspreiden de neiging hebben in de juiste geometrische verbanden te worden gehouden door aangrijping op de randaandrijfrollen en/of andere elementen van de behandelingslijn. j

Aan de tegenover elkaar liggende einden van de buisvormige j 20 leihulzen 201, 202 zijn eindkappen 203» 20 4 vastgezet, voorzien van i met schroefdraad uitgeruste openingen 205 voor het opnemen van de in het einde van een sleuf voorziene verbindingspennen 206, 207. De , -i- binneneinden van de verbindingspennen 206, 207 zijn voorzien van half-bolvormige sokken 208 voor het opnemen van half-bolvormige 25 eindpasstukken 209» 210, die respectievelijk zijn aangebracht aan het gesloten einde 211 en de bedieningsstang 212 van het gasveerelement . ! 200. De eindpasstukken 209, 210 kunnen vrij in de sokken 208 slippen, ·. i en worden los daarin gehouden door rolsplitpennen 213 en dergelijkev die zijn gestoken in boringen, die daarvoor zijn aangebracht in de ; 30 verbindingspennen 206, 207. Gedeelten van de rolpennen 213 steken [ uit in ringvormige groeven 21 in de eindpasstukken van de gasveer | i | voor het zodoende handhaven van een losse verbinding. :

Bij het samenstel volgens figuur 7 worden de verbindingspennen 206, 207 eerst bevestigd aan de einden van de gasveer 200, en los ' < 35 daaraan vastgezet door middel van de rolpennen 213· Daarna worden de 8104008 • 12 ‘ .

: i 'telescopisch passende, buisvormige-leihulzen 201, 202 aangebracht ; over de tegenover elkaar liggende einden van de eenheid, waardoor ; de einden van de verbindingspennen naar buiten worden gedrukt door j ; de van schroefdraad voorziene openingen 205 in de eindkappen. Het i · 5 basisgedeelte van elk der verbindingspennen is voorzien van schroef-· ' draad 215, en van een schouder 216, zodat de pen door schroeven kan : worden verbonden met de eindkappen 20k voor het vormen van een j ï . betrouwbaar en volledig samenstel. j j i In het in elkaar gezette verband, is de lengte van.de teles- 10 copische, buisvormige, binnenleihuls 202 zodanig, dat deze althans .

een korte afstand voorafgaande aan het tegen de tegenover liggende ‘ ! eindkap aanliggen van de bedieningsstang 212 van de gasveer, aanligt tegen de tegenover liggende eindkap 20^. Dit voorkomt, dat het gas- j ' : veerelement, dat betrekkelijk gevoelig van constructie kan zijn, | 15 de volledige sluitkracht moet kunnen weerstaan van de randaandrijf- f rollen in het geval, dat de uitrusting ongewild wordt versteld naar ί de smalle eindstand van de eenheid. ·

1 I

In elk der uitvoeringsvormen volgens de figuren 5-o of 7» j » kunnen de telescopische, buisvormige gedeelten met voordeel zijn i 20 vervaardigd uit een materiaal, zoals aluminium, dat op zijn beurt j op de werkoppervlakken kan zijn bekleed met een materiaal voor het j * t verminderen van de wrijving. j

Voor een gebruikelijke behandelingsinstallatie, bevat het gestelsamenstel voor de inrichting voor het uitspreiden overeenkom- : 25 stig de uitvinding waarschijnlijk een enkel paar gestelgedeelten 11, ; 12 en twee of. wellicht drie afstandsstaafeenheden 13, welke eenheden • zijn uitgevoerd voor het verwisselbaar samenvoegen met het staaf-gedeelte van de inrichting, en elk een bepaald bereik van breedte- , 1 verandering dekken. Bij het opstellen van de uitrusting voor het 30 behandelen van een stof met een gegeven breedte, worden de gestel- !

i gedeelten van de inrichting voor het uitspreiden samengevoegd met J

: een afstandsstaafeenheid met een aangepast breedtebereik. Bij het 1 'in eerste instantie samengevoegd zijn, bevindt het gestel van de ; inrichting voor het uitspreiden zich natuurlijk op.de maximum 35 ' breedte van het bereik, omdat de gasveereenheid 5° volledig is | ί 8104008.

I ” . · y ' ·* 13

' - I

‘ uitgedrukt. De samengevoegde inrichting voor het uitspreiden wordt » - ! dan tussen de randaandrijfrollen 25, 26 geplaatst, welke rollen i vervolgens naar elkaar worden gebracht tot in aanraking met de voer-rollen 16, 17 voor het plaatsen en dragen van het gestel van de j

5 inrichting voor het uitspreiden. Daarna kan de inrichting voor het J

i | uitspreiden worden ingesteld op de nauwkeurig gewenste breedte door het verder naar binnen bewegen van de randaandrijfrollen 25, 26 j < j j : door een aangepast draaien van de schroefas 31· j j Verstelbare aanslagmiddelen zijn voorzien voor het beperken ! 10 · van de daaropvolgende buitenwaartse beweging van de randaandrijf- ; wagens, zodat de randaandrijfrollen niet verder worden gescheiden dan , de uitspreidingsgrens van het gestelsamenstel van de inrichting ’ voor het uitspreiden. Een willekeurige geschikte constructie kan voor ♦ ] dit doel zijn aangebracht, zoals het verschaffen van een verstelbare

i " , . I

15 aanslagkraag 58 aan de as 31, welke kraag de motor 32 stilzet of j ' samenwerkt met een schakelaar of ander regelorgaan voor het beëindigen van de beweging daarvan wanneer een voorafgestelde maximum i , breedtegrens is bereikt. ·! Eén van de bijzondere voordelen van de onderhavige inrichting 20 is de mogelijkheid voor de bedienaar de breedte van de inrichting voor het uitspreiden te verstellen tijdens bedrijf van de behandelings-lijn voor een optimum regeling van de eindbreedte van de stof. Zoals duidelijk is, is de buisvormig gebreide stof onderhevig aan een groot ' aantal veranderlijken tijdens de constructie en de behandeling daar-25 van, zodat er een aanzienlijk verschil aanwezig kan zijn tussen zelfs te verwachten soortgelijke stoffen, waarbij het niet altijd ; mogelijk is nauwkeurige breedte te voorspellen, waarop het gestel i ; van de inrichting voor het uitspreiden moet worden ingesteld ten j einde een gewenste eindbreedte in de stof te bereiken. Onder toe- • · | 30 passing van de onderhavige mechanismen, kan het gestel van de i ’ inrichting voor het uitspreiden in eerste instantie ongeveer worden j ingesteld op de breedte, waarna het behandelen kan worden begonnen. ! . De bedienaar kan dan de feitelijke toestand van de behandelde stof j waarnemen, en vaststellen of een verdere verstelling van de breedte , 35 · nodig is. Indien dit nodig is, kan hij nauwkeurige verstellingen in « - , ......... .«j t 8104008 *ί *· .1½ de stofbreedte aanbrengen door het iets naar binnen of iéts naar ·

, buiten manoeuvreren van de randaandrijfrolwagens 27. I

Door aangepaste plaatsingsregelingen voor de randaandrijf-; wagens is het voor een bedienaar mogelijk op een aangepaste plaats ! t 5 te gaan staan voor het waarnemen van de stof, waarbij breedtever- ; i stellingen worden aangebracht in het gestel van de inrichting voor het uitspreiden. Tot nu toe is het nodig, dat de bedienaar de behan-! delingslijn stilzet en fysisch het afstandraechanisme voor het gestel ; van de inrichting voor het uitspreiden manoeuvreert door het door. de 10 wand van de stof heen voelen of door het, in bepaalde gevallen, feitelijk snijden van een opening in de stof voor' het toegang krijgen ' I tot het afstandsverstelmechanisme. Het is duidelijk, dat het onder : dergelijke omstandigheden stilzetten van de behandelingslijn voor j ' een ondergeschikte verstelling, zeer nadelig is. | i . 15 · Met de onderhavige inrichting is het ook mogelijk het on- j onderbroken bewaken en automatisch verstellen te verschaffen van de ' . eindbreedte van de stof. Voor dit doel kan een fotocel of ander waarneemorgaan 59 bij het opwindstation 36 zijn geplaatst of bij een : andere aangepaste trap van de behandeling in een stand voor het waar-20 nemen van de plaats van de stofrand. Indien de stofrand op een j bepaald moment buiten een voorafgesteld tolerantiebereik afwijkt, ! ' bedient de taster 59 een regelketen 60, die de motor 32 bekrachtigt voor het vergroten of verkleinen van de afstand tussen de randaan-drijfrollen 25, 26, zoals aangeduid door de taster 59« 25 In elk van zijn uitvoeringsvormen vertegenwoordigt de onder- : havige inrichting een belangrijke vooruitgang op het gebied van het behandelen van een buisvormig gebreide stof, die op breedte moet : worden uitgespreid. In dit verband is het behandelen van een gebreide ' stof door verschillende middelen, die de stap bevatten van het tot ; 30 een platte vorm en met een voorafgestelde breedte uitspreiden van > i I de stof, een bekend en goed ontwikkeld gebied. Desalniettemin is het 1 tot nu toe niet praktisch toepasbaar tijdens de behandeling breedte- verstellingen te maken als gevolg van het feit,- dat het gestel van i de inrichting voor het uitspreiden volledig binnen de bewegende 1 35 : stofbuis is omsloten. Het onderhavige mechanisme, waarbij gebruik ; * 81Ö4ÜÜ8 *· * * "*· * · —··. ~ I"»'· w i i _ ♦· -__%m . 15 p ·· —· - · “1 i wordt gemaakt van een gasveer-bedieningsorgaan, dat een betrekkelijk ί gelijkblijvende kracht heeft over zijn volledig bereik van uidrukken, j maakt het mogelijk de breedte van het gestel van de inrichting voor · !het uitspreiden en dus de breedte van de behandelde stof te regelen · • 5 en te veranderen door het verstellen tijdens het bedrijf door het , regelen van de stand van de randaandrijfrolwagens 27· Bij een ge-( bruikelijke installatie, kunnen twee of meer zelfverstellende af- : standsstaafsamenstellen zijn voorzien, welke samenstellen snel kunnen ΐ worden veranderd met de gestelgedeelten van de inrichting voor het 10 uitspreiden, zodat het aangepaste bereik van breedteversnellingen kan worden opgenomen bij het opstellen van de uitrusting .voor het behandelen van een stof van een bepaalde soort en met een bepaalde .

» * ' I

afmeting. - j l Aanvullendebelangrijke voordelen worden met de uitvinding , I · 15 . verkregen als gevolg van het feit, dat de breedteverstelling tijdens' ! bedrijf gemakkelijk op afstand tot stand kan worden gebracht, waar- ;

• ' I

.door de bedienaar verstellingen kan aanbrengen vanaf een aangepast waarneempunt, zoals het punt, waar de behandelde stof wordt ver- ; zameld door opwinden, vouwen, enzovoorts. Verder leent de uitrusting 20 , zich voor het ononderbroken en automatisch waarnemen van de rand ! ' : van de gerede stof, zodat een automatische breedteverstelling van I i het gestel van de inrichting voor het uitspreiden tot stand kan ; worden gebracht. Dit maakt het mogelijk een uiterst gelijkblijvend gerede stof te vervaardigen met een minimum aan aandacht van de ί 25 bedienaar en een maximum aan doelmatigheid in de gehele behandeling.

In zijn verschillende uitvoeringsvormen maakt de onderhavige : inrichting het mogelijk, het gestel van de inrichting voor het ; uitspreiden als een constructie met een zeer laag gewicht uit te ! ' voeren, welke constructie ook voldoende sterk is voor het in een ; i . 30 . gebruikelijke produktielijn weerstaan van het bedrijf- Het licht in j ! gewicht zijn is belangrijk, omdat het totale gewicht van het gestel-' samenstel van de inrichting voor het uitspreiden moet worden gedragen .door de randaandrijfrollen, die door de stofwand werkzaam zijn, waar- | ; bij een bovenmatig gewicht en/of een'bovenmatige druk gevoelige i • 35 . stoffen zouden markeren. j

! · ... ________J

8104008 ( V·· - g. * * ~~ ' »~ 11,1 ’ **” ' ^ * - J6 -

Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

8104008

Claims (4)

1. Inrichting voor het behandelen van buisvormig gebreide stof, welke inrichting is voorzien van een 5 paar randaandrijfrollen, verder van wagens voor het dragen van deze randaandrijfrollen, van welke wagens er althans één beweegbaar is naar en weg van de andere, van regelbare aandrijf-middelen voor het naar en weg van de andere bewegen van deze ene wagen voor het tijdens bedrijf verstellen, van een veer-10 krachtig in breedte samendrukbaar uitspreidingsgestel, gedragen door en tussen de randaandrijfrollen, en van een onafhankelijk, vooraf onder druk geplaatst gasstelsel, dat een bedienings-orgaan bevat, dat het uitspreidingsgestel doorlopend aangrijpt in een richting voor het uitzetten van de breedte, gekenmerkt 15 door middelen voor het doorlopend waarnemen van de randplaat- sing van de behandelde stof op een plaats benedenstrooms van het uitspreidingsgestel, en door regelmiddelen, die aanspreken op de waarneemmiddelen voor het tot stand brengen van het tijdens bedrijf verstellen van de onderlinge afstand van de randaan-20 drijfrollen in aanspreking op het buiten vooraf bepaalde grenzen zich bewegen van de randplaatsen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gasstelsel in het bedieningsorgaan onafhankelijk is.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het uitspreidingsgestel afstandsmiddelen omvat, die telescopisch samenhangende, buisvormige leidelen bevatten, die tegenover elkaar liggende gedeelten van het uitspreidingsgestel verbinden, waarbij het bedieningsorgaan is opge-30 nomen in deze buisvormige leidelen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt, door aanslagmiddden voor het begrenzen van de beweging van de randaandrijfwagens in de richting voor het uit elkaar bewegen. 8104008