NL8103810A - Massaprojectiel met aandrijfmanchet aan de topzijde. - Google Patents

Description

E 513-241 no. ƒ van 7 exemplaren

P & C

oinoo *n

Massaprojectiel met aandrijf manchet aan de topzijde. y i \J sJ '\J f V

De uitvinding heeft betrekking op een massaprojectiel voor een vuurwapen met een door een pijl gestabiliseerd subkaliber-projectiel (penetrator) met een grote verhouding van zijn lengte tot zijn diameter en een hoge dichtheid, dat in een gebied aan de zijde van de top is voorzien van de 5 verbindingsgebied met een voorafbepaald aantal oneffenheden aan de omtrek als opsluitorganen voor de samenwerking met overeenkomstige opsluitorganen van een na ;het verlaten van de loop bij voorkeur in tenminste twee segmenten afscheidbare aandrijfmanchet, waarbij de voorste buitenrand van een gasdrukopneemvlak in de richting naar de top voor het zwaartepunt van 10 het projectiel ligt.

Bij een projectiel van deze soort, beschreven in de Duitse octrooiaanvrage P 28 36 963.3, kan de voor een aandrijflading beschikbare ruimte zodanig worden vergroot, dat met de dienovereenkomstig vergrootte aandrijflading een hogere uiteindelijke ballistische energie kan worden 15 verkregen. Bij een aldus uitgevoerd projectiel blijkt het doordringings-vermogen bij enkelvoudige doelen groter te zijn dan bij meervoudige doelen.

De uitvinding beoogt bij een massaprojectiel van de hierboven bedoelde soort het doordringingsvermogen van het projectiel in meervoudige 20 doelen - ook bij complicerende omstandigheden - te verbeteren en daartoe het projectiellichaam in het gebied van de top op beheerste wijze afbreekbaar te maken en daarbij een zo groot mogelijk deel van de beschikbare penetratormassa het doel te doen doordringen.

Daartoe is een projectiel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat 25 een voorafbepaald deel van de aan de omtrek als opsluitorganen aanwezige oneffenheden tevens zijn uitgevoerd als gewilde breukplaatsen voor het waarborgen van een beheerste afbreekbaarheid van de penetrator in het betreffende gebied, waarbij op een voorafbepaalde axiale afstand achter de het verst /van de top verwijderde oneffenheid aan de omtrek een overgangs-30 conus aanwezig is voor het verbinden van het deel nabij de top met het achterste deel van de hoofdpenetrator.

Op deze wijze kan niet slechts, de door een vergrootte lading verhoogde energie volledig werkzaam worden gemaakt op het doel, maar ook kan een verlenging van het achterdeel worden verkregen die de gunstig gebleken 35 grote slankheid van de penetrator verenigd met de voordelen van een beheerste afbreekbaarheid en de: grootst mogelijke samenhangend beschikbare massa bij het doordringen van meervoudige doelen. Verder wordt door het opnemen van de overgangsconus in het verbindingsgebied een verhoogde afvuur- 8103810 van exemplaren - 2 - vastheid van de penetrator verkregen.

De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de tekening, die een langsdoorsnede door een uitvoeringsvoorbeeld van een projectiel volgens de uitvinding voorstelt.

5 Het afgebeelde projectiel is voorzien van een aandrijfmanchet met drie segmenten, waarbij de hoofdpenetrator slechts gedeeltelijk is afgeheeld.

Een afwerpbare aandrijfmanchet 30 met drie nader aangeduide segmenten, waarvan het ene in zijaanzicht is afgebeeld en een ander in doorsnede 10 is afgebeeld, is voorzien van een enkele flens 34. Langs zijn omtrekvlak 32 bevindt zich een afdichtingsband en geleideband 50. Een gasdrukopneem-vlak 36 dat de aandrijfmanchet 30 aan de achterzijde begrenst strekt zich uit tussen een voorste buitenrand 38 en een achterste rand 40. In een naar het projectiellichaam 10 gekeerde niet nader aangeduide binnengebied 15 is de aandrijfmanchet 30 voorzien van opsluitorganen die overeenkomen met de oneffenheden 22.1, ... Daartoe ontstaat een verbindingsgebied 14 met een grens 16 nabij de top en grenzende aan de luchtholte 46 die aan de voorzijde wordt begrenst door een voorrand 44. Aan de achterzijde wordt het niet nader aangegeven omtreksvlak van de overgangsconus 24 nauw 20 omsloten door het overeenkomstige binnenvlak 52 van de aandrijfmanchet.

Het binnenvlak 52 eindigt in een kant 18 die, zoals nader zal worden beschreven, de achterste begrenzing van het verbindingsgebied 40 vormt.

Volgens de schetsmatige afbeelding is elk der aandrijfmanchetsegmenten voorzien van een radiaal tegen een niet-afgebeëld binnenvlak van de loop 25 rustend steunuitsteeksel 48 aan de achterzijde. Daardoor wordt gewaarborgd dat bij het passeren van het massaprojectiel door de loop ook aan het achterste deel van de aandrijfmanchet 30 een voldoend grote drukkraeht radiaal naar binnen werkt en daardoor door de samenwerking van het binnenvlak 52 en de overgangsconus 24 ook op die plaats een goede opsluiting wordt 30 verkregen. De achterrand 18 vormt daardoor de achtergrens van het verbindingsgebied 14, waarbij door de afgebeelde uitvoering een vergrootte afvuur-vastheid wordt verkregen, die rekening houdt met zowel het penetrator-materiaal met hoge dichtheid (bij voorkeur een gesinterde legering van zwaar metaal op basis van wolfram of verarmd uraan), als met de grote lengte 35 aan de achterzijde van de penetrator. Het voordeel van de beheerste afbreekbaarheid van het voorste deel van de penetrator gaat derhalve gepaard met de grote inslagvastheid van het resterende projectiellichaam, zodat na het doordringen van een laatste voorpantser nog een voldoende massa met overeenkomstige kinetische energie beschikbaar is voor het hoofdpantser.

@ 1 © 3 8 1 0 I van 7 exemplaren ^g IJ; - 3 -

De zich van de voorste buitenrand 38 van het gasdrukopneemvlak 36 naar achteren uitstrekkende vrije ruimte is beschikbaar voor een verhoudingsgewijs vergrootte aandrijflading. In samenwerking daarmee kan bij een verhoogde uitèindelijke ballistische energie door eventuele wijzigingen 5 in het gebied van de oneffenheden en het penetratorgebied alsmede de overgangsconus, in samenhang met de overeenkomstige gebieden van de aandrijfmanchet, een aanpassing van het massaprojectiel aan de eisen die een bepaald doel stelt binnen wijze grenzen worden verkregen.

VERWIJZINGSCIJFERS

10 10 Projectiellichaam 101 Omtrek 12 Top 14 Verbindingsgebied 16 Verbindingsgebied, voorgrens 15 18 Verbindingsgebied, achtergrens 20.1 Penetratordeel 22.1... Oneffenheid 24 Overgangsconus 26 Hoofdpenetrator 20 30 Aandrijfmanchet 32 Omvang 34. Flens 36 Gasdrukopneemvlak 38 Gasdrukopneemvlak, voorste buitenrand 25 40 Gasdrukopneemvlak, achterste rand 44 Voorrand 46 Luchtholte 48 Steunuitsteeksel 50 Afdichtingsband en geleideband 30 52 Binnenvlak d Penetratordiameter a d Kerndiameter e d^ Diameter van de hoofdpenetrator 8103810

Claims (2)

1. Massaprojectiel voor een vuurwapen met een door een pijl..gestabiliseerd subkaliber-projectiel (penetrator) met een grote verhouding van zijn lengte tot zijn diameter en een hoge dichtheid, dat in een gebied aan de zijde 5 van de top is voorzien van een verbindingsgebied met een voorafbepaald aantal oneffenheden aan de omtrek als opsluitorganen voor de samenwerking met overeenkomstige opsluitorganen van een na het verlaten van de loop bij voorkeur in tenminste twee segmenten afscheidbare aandrijfmanchet, waarbij de voorste buitenrand van een gasdrukopneemvlak in de richting naar de top 10 voor het zwaartepunt van het projectiel ligt, met het kenmerk dat een voorafbepaald deel van de aan de omtrek als opsluitorganen aanwezige oneffenheden (20.1, ...) tevens zijn uitgevoerd als gewilde breukplaatsen voor het waarbogen van een beheerste afbreekbaarheid van de penetrator in het betreffende gebied, waarbij op een voorafbepaalde axiale afstand achter 15 de het verst van de top (12) verwijderde oneffenheid (22.4) aan de omtrek een overgangsconus (24) aanwezig is voor het verbinden van het deel nabij de top met het achterste deel van de hoofdpenetrator (22).

2. Massaprojectiel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de overgangsconus (24) in voorafbeoaalde mate deel uitmaakt van het verbindings- 20 gebied (14). 81 0 3 8 1 0