NL8103575A

NL8103575A - Inbouwapparaat met ingesneden bevestigingshuls en bevestigingshuls voor een dergelijk inbouwapparaat.

Info

Publication number: NL8103575A
Application number: NL8103575A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1981-07-29
Filing date: 1981-07-29
Publication date: 1983-02-16
Also published as: ES277886Y; AR230139A1; US4524933A; EP0073073A1; NL187144C; EP0073073B1; DE3270756D1; JPS5827396A; BR8204347A; ES277886U; JPH0139239B2; CA1184250A

Description

*» # * EHN 10.122 1 N.V. Philips' Gloeilanpenfahrieken te Eindhoven.

Inbouwapparaat net ingesneden bevestigingshuls en bevestigingshuls voor een dergelijk inbouwapparaat.

. . De uitvinding heeft betrekking op een inbouwapparaat dat is ge- monteerd in een rechthoekige, metalen bevestigingshuls met behulp van bevestigingsmlddelen aan het apparaat en aan de huls die tijdens het in-steken van het apparaat in de huls met elkaar in ingrijping karen, welke 5 bevestigingshuls in een venster van een inbouwwand is gestoken en aan deze inbouwwand is bevestigd door middel van uitgebogen tongen waarvan er ten minste een in elk van de vier wanden van de huls door een insnijding is gevormd die een brugdeel laat staan tussen de betreffende tong en de huls, terwijl de bevestigingshuls is voorzien van een stuit die aanligt 10 tegen ten minste een deel van de het venster cmringende inbouwwand met een bepaalde door het uitbuigen van de tongen geleverde aandrukkracht.

Bij een bekend (uit de Duitse ocrfcrooiaanvrage 2.903.176) inbouwapparaat van de in de aanhef genoende soort is het brugdeel dat de tong met de rest van de bevestigingshuls verbindt gelegen nabij de stuit die 15 in het onderhavige geval wordt gevormd door een flens of opstaande rand.

De afstand tussen het brugdeel en de flens of opstaande rand is afhankelijk van de dikte van de inbouwwand. Dit betekent dat terwijl het bekende inbouwapparaat uitstekend voldoet bij relatief grote dikten van de inbouwwand toch bij relatief dunnere inbouwwanden vervorming qp kan treden van 20 dat deel van de bevestigingshuls dat tussen het brugdeel en de eindrand van de bevestigingshuls is gelegen.

Het doel van de uitvinding is een inbouwapparaat en een bevestigingshuls voor een dergelijk inbouwapparaat te verschaffen waarbij de afstand tussen het brugdeel en de stuit zodanig groot kan worden gekozen 25 dat zelfs bij relatief kleine wanddikten van de inbouwwand of bij relatief grote kraehten op het brugdeel en/of de tong geen onaanvaardbare vervorming optreedt van het deel van de bevestigingshuls dat tussen het brugdeel en en eindrand van de bevestigingshuls ligt.

Een inbouwapparaat volgens de uitvinding heeft daartoe tot 30 kenmerk dat elk der tongen een bedieningslip en een steunlip be vat die samen gedraaid zijn in eerste krarmingsvlakken evenwijdig aan de inbouwwand αα een eerste door het brugdeel lopende as die loodrecht staat op het vlak van de inbouwwand 3 terwijl de steunlip bovendien nog gebogen is 81 0 3 5 75 EHN 10.122 2 * -5 ι ___ten qpzichte van de bedieningslip in tweede kronmingsvlakken loodrecht----- op de inbouwwand cm een twaede as die in een vlak evenwijdig aan de in-bouwwand is gelegen en met zijn vrije uiteirde afgesteund is op de in-bouwwand met een kracht die in hoofdzaak is bepaald door de mate van ver-5 vorming van de steunlip. ‘

Doordat zowel bij de montage als in bedrijf bulging van de steunlip plaatsvindt cm de tweede as die op aanzienlijke afstand van de eindrand van de bevestigingshuls kan worden gelegd treedt nauwelijks of geen vervorming op van het deel van de bevestigingshuls dat tussen het 10 brugdeel en de eindraid is gelegen.

In overeenstenming met de uitvinding heeft een bevestigingshuls voor een inbouwapparaat volgens de uitvinding tot kenmerk dat zich in elk der warden van de huls een door een insnijding gevormde draai-bare tong bevindt die een bedieningslip en een steunlip be vat, waarbij 15 de bedieningslip en de steunlip samen draaibaar zijn in eerste krommings-; vlakken loodrecht op de warden van de huls cm een eerste as, evenwijdig aan de warden van de huls, terwijl de steunlip bovendien nog buigbaar is ten opzichte van de bedieningslip cm een tweede as die loodrecht staat qp de eerste as. r j 20 Een bijzordere uitvoeringsvorm van een bevestigingshuls volgens ’ de uitvinding die geschikt is voor montage in inbouwwanden van ten minste i twee verschillende nominale dikten heeft verder tot kenmerk dat zich in elk der warden van de huls een paar draaibare tongen bevirdt, waarbij de beide tongen van een paar naar elkaar toe zijn gekeerd en in een ge-25 tied zijn gelegen dat mede is begrensd door de beide eerste as sen, terwijl de steunlippen van de beide tongen van een verschillende, aan de dikte van bepaalde inbouwwanden aangepaste afmeting zijn.

Een verdere bijzordere uitvoeringsvorm, van een bevestigingshuls volgens de uitvirding heeft tot kenmerk dat de door het brugdeel 30 lopende eerste as is gevornd door een of meer verzwakkingen in het brugdeel. De verzwakkingen in het brugdeel hebben tot gevolg dat de bedieningslip bijna haaks qp de ward van de bevestigingshuls karat te staan zodat de door de inbouwwaid qp de steunlip uitgeoefende kracht qp relatief kleine afstand van de eerste as is gelegen. Dit maakt hat mogelijk zwaar-• 35 dere apparaten te monteren waarop. grote uitwerpkrachten werken. Order uitwerpkrachten warden die krachten verstaan die qp de apparaten respec-tievelijk steunlippen werken bij versnellingen of vertragingen van de inbouwwand. De uitwerpkrachten kunnen optreden bij schokken of stoten 8103575 ί- * ΓΗΝ 10.122 3 -----en bij afrentning respectievelijk versnelling van voertuigen of vaartuigen waarin bet inbouwapparaat is gemonteerd.

De uitvinding zal nader warden toegelicht aan de hand van de tekening waarin : 5 fig. 1 in perspectief een inbouwapparaat volgens de uitvinding toont in gemonteerde toestand; fig. 2 in perspectief een bevestigingshuls volgens de uitvinding toont voor een inbouwapparaat volgens fig. 1; fig. 3 in perspectief een inbouwapparaat volgens de uitvinding 10 toont in de gedemonteerde toestand; fig. 4 een tong van een bevestigingshuls volgens fig. 2 toont in de gemonteerde toestand; fig. 5 een deel van een bijzandere uitvoeringsvorm van een bevestigingshuls volgens de uitvinding toont die geschikt is voor montage 15 in inbouwwanden van verschillende dikte.

Het in de figuren 1 en 3 getoonde inbouwapparaat bevat een radioapparaat 1 met een gehniikelijke rechthoekige doosvorm. In figuur 1 is het radioapparaat 1 getocnd in een toestand waarin het apparaat is ge-monteerd in een inbouwwand 3. Deze inbouwwand 3 maakt bijvoorbeeld deel 20 uit van het "dashboard" in een auto terwijl het inbouwapparaat een autoradio met cassettespeler is. Het radioapparaat 1 wordt in de inbouwwand 3 gemonteerd met behulp van een rechthoekige, metalen bevestigingshuls 5 die in gedemonteerde toestand is getoond in fig. 2. Voordat het radio-apparaat 1 wordt gemonteerd in de bevestigingshuls 5 moet deze op zich-25 zelf reeds bevestigd zijn in de inbouwwand 3. Deze situatie is gexllu-streerd met fig. 3.

De in fig. 2 weergegeven rechthoekige, metalen bevestigingshuls 5 van bij voorkeur 0,5 itm plaatdikte bezit aan zijn voorzijde een stuitdie wordt gevormd door opstaande randen of flenzen 7 en 9 aan respectievelijkde 30 boven- en cmderwanden 11 en 13 van de bevestigingshuls en door opstaande randen of flenzen 15 of 17 aan respectievelijk de rechter en linker zij-wanden 19 of 21 van de bevestigingshuls. Zowel de bovenwand 11 als de onderwand 13 vertonen door insnijdignen gevormde, paarsgewijs aange-brachte rechthoekige tongen 23. Ook de rechter en linker zijwanden 19 en 35 21 hezitten door insnijdingen gevormde, paarsgewijs aangebrachte tongen 23. De bovenwand 11 en de onderwand 13 zijn elk voorzien van twee paren tongen 23, terwijl de rechter zijwand 19 en de linkerzijwand 21 elk zijn voorzien van een paar tongen 23. De tongen 23 die tot eenzelfde paar 8103575 PHN 10.122 4 l t -behoren zijn naar elkaar toegekeerd met hun vrije uiteinden. Alle tongen -- 23 zijn identiek. Elke tong 23 is draaibaar en/of buigbaar am een eerste as 25 die evenwijdig is aan alle warden van de bevestigingshuls 5. De . eerste assen 25 zijn in fig. 2 eenvoudigheidshalve slechts aangegeven voor 5 de tongen 23 die zijn gevormd in de bovenwand 11. Elk van de eerste assen 25 valt nagenoeg samen net een insnijding 27, een brugdeel 29, een · verzwakking (opening) 31 en een brugdeel 33. Elke tong 23 bezit een bedieningslip 35 en een steunlip 37 die samen draaibaar zijn am de be-treffende eerste as 25. Op zichzelf zijn de steunlippen 37 van de tongen 10 in de bovenwand 11 en de onderwand 13 ten qpzichte van hun bedienings-lippen 35 buigbaar on een tweede as 39 die de grenslijn vormt tussen steunlip en bedieningslip. De tweede assen 39 liggen in een vlak dat loodrecht staat op de warden van de bevestigingshuls . Ook de steunlippen 37 van de tongen in de zijwanden 19 en 21 zijn ten qpzichte van 15 hun bedieningslippen 35 buigbaar am een tweede as, namelijk de tweede j as die net het verwijzingscijfer 41 is aangegeven. De tweede assen 41 liggen eveneens in een vlak dat loodrecht staat op de warden van de bevestigingshuls. Zowel in de gedemonteerde als in de gemonteerde toe-stand ' ,· van de bevestigingshuls staan de assen 39 en 41 nagenoeg : 20 loodrecht op elkaar.

| De ccmbinatie van insnijding 27, brugdelen 29 en 33 en de ver- \ zwakking 31 heeft als effect dat de tong 23 met relatief kleine be-1 > * dieningskrachten draaibaar is cm de as 25 zonder daarbij relatief sterk te tuigen en werkt dus als het ware als een scharnier voor de tong 23. In de 25 brugdelen 29 en 33 treedt plastische vervorming op. Het is mogelijk een as 25 te vormen zonder gebruik te maken van een verzwakking 31 door uit-sluitend de insnijding 27 een bepaalde lengte te geven.· De bulging van de tong 23 wordt dan sterker, terwijl tevens de bedieningskracht wat groter is. Ter verduidelijking is het linker paar tongen 23 in de bovenwand 30 11 in fig. 2 getekend alsof montage van de bevestigingshuls in een inbouw-wand reeds heeft plaatsgevonden. Wil de uitbuiging van de ‘steunlippen 37 daadwerkelijk plaatsvinden tijdens het schamieren van de tong 23 om de as 25 dan is het natuurlijk nodig dat de afstand tussen de uiteinden 43 van de steunlippen 37 en de flens 7 (zie Ket in fig. 2 getoonde rechtse - 35 tongenpaar in de bovenwand 11)kleiner is dan de wanddikte van de inbouwwand. Eerst dan ontstaat de situatie dat bij het monteren van een bevestigingshuls in een inbouwwand tijdens het schamieren van de tong 23 cm de as 25 de steunlip 37 tegen de inbouwwand aanloopt en wordt gedwongen 8103575 ~ \ t r * PHN 10.122 5 — te txiigen. De steunlip 37 bereikt de In fig. 4 aangegeven eindstand als de bedieningslip 35 nagenoeg loodrecht staat (¾) bet vlak van de bovenwand 11 en tevens nagenoeg evenwijdig is aan de zijwand 19. In de figuren 1, 3 en 4 is te zien hoe de uiteinden 43 van de steunlippen zich afsteunen 5 tegen de binnenzijde van een inbouwwand 3. Opgemerkt wordt dat de draai-ing (krcnining of bulging) van de bedieningslip 35 heeft plaatsgevonden in eerste kratmingsvlakken evenwijdig aan de inbouwwand 3 ter plaatse van de montage, terwijl de buiging (krcnining) van de steunlip 37 plaatsvond in twaede kratmingsvlakken loodrecht qp de inbouwwand 3 ter plaatse van de 10 montage. Bij de montage wordt de bevestigingshuls 5 in een venster 45 (zie figuren 1 en 3) van de inbouwwand 3 gestoken. Dit venster is gelegen in een vlak gedeelte van de inbouwwand 3.

Het radioapparaat 1 wordt op een in principe bekende wijze (uit de reeds vermelde Duitse octrooiaanvrage nr. 2.903.176) gemonteerd in de 15 bevestigingshuls 5 net behulp van bladveren 47 (zie fig. 3) die zowel op de linker zijwand als op de rechterzijwand 49 van het radioapparaat 1 zijn bevestigd door fels- en/of schroefverbindingen 51 (slechts de bladveer 47 op de rechter zijwand 49 is getekend). De bladveer 47 bezit twee veerbenen 53 en 55 die zijn voorzien van haakvormige profileringen 56 en 58 die in 20 ingrijping kcxten net de randen van openingen 57 en 59 in de betreffende zijwand 19 van de bevestigingshuls 5. Indien gewenst kan het radioapparaat 1 met behulp van een niet aangegeven speciaal gereedschap weer warden losgencmen uit de bevestigingshuls 5. De veerbenen 53 en 55 kunnen uitbuigen in openingen 61 en 63 in de zijwand 49 van het radioapparaat 1. Het radio-25 apparaat 1 wordt door de bevestigingshuls 5 op een zeer stabiele wijze ondersteund doordat in totaal twaalf symmetrisch over de omtrek van de bevestigingshuls verdeelde steunlippen 37 tegen de binnenzijde van de inbouwwand 3 staan aangedrukt (zie fig. 3). De afstand A tussen het uiteinde 43 en het vlak van de bedieningslip 35 (zie fig. 4) wordt bij 30 voorkeur zo klein mogelijk gehouden cmdat een kleinere uitbuiging van de steunlip 35 een grotere weerstand tegen vender uitbuigen en tenslotte cmklappen van de steunlip 35 betekent. Dit kan warden bereikt door het overgangsgebied tussen bedieningslip 35 en steunlip 37 daar te leggen waar een optimale lengte voor de steunlip 37 ontstaat. Een dergelijke 35 optimalisering van de lengte van de steunlip wordt mode bepaald door bet aantal verschillende wanddikten van de uitbouwwanden waarvoor men de bevestigingshuls 5 geschikt wil maken. De in fig. 5 getoonde voorkeurs-vorm van een bevestigingshuls 5 is ontworpen voor twee verschillende wand- 8103575 fc

J V

f PHN 10.122 6 ——dikten, terwijl de reeds besproken bevestigingshuls 5 volgens fig. 2------ is ontworpen voor een wanddikte. Door wat variatie in de mat A (fig. 4) toe te laten kan een wat groter aantal wanddikten ora de ontwerpwaarde (ncminale waarde) heen warden bestreken. Bij de in fig. 5 getoonde uit-5 voeringsvorm heeft men dan twae gebieden van wanddikten on de twee ont-vrerpwaarden heen. Dit is bereikt door de twae naar elkaar toegekeerde tongen 23 steunlippen 37 te geven van respectievelijk een lengte L1 en L2>De bevestigingshuls 5 is derhalve geschikt voor wanddikten met een normale waarde D^ en door slechts de steunlippen van eenzelfde lengte 10 te gebruiken. Door een variatie in de mat A (fig. 4) toe te laten wardt bereikt dat ook wanddikten ora de ncminale waarden en D2 heen in aan-merking komen. De bedieningslippen 35 zijn voorzien van een extra lip 65 waarin een sleuf 67 is aangebracht waarin een schroevendraaier kan worden gestoken voor het schamieren van de tong 23 am de as 25.

15 In het uitzonderlijke geval dat de versnellingen of vertra- gingen van de inbouwwand 3 zo groot zijn dat vanuit de in fig. 4 getoonde · stand van de steunlippen 37 een verder uitbuigen daarvan plaatsvindt kan het inbouwapparaat 1 nooit in het interieur van het voertuig of vaartuig ; raken. Zelfs bij haaks op de bedieningslippen 35 staande steunlippen 37 ; 20 verhinderen de tongen 23 een dergelijk risico. De bestuurder wordt boven-dien gewaarschuwd doordat het inbouwapparaat 1 samen met de bevestigingshuls 5 gaat rarrraelen in de inbouwwand 3.

Hoewsl de uitvinding is beschreven aan de hand van inbouw-wanden in voertuigen ofvaartuigen is zij niet daartoe beperkt. Ook bij 25 doorgaans vast opgestelde anbouwwanden heeft de uitvinding zijn nut, in het bijzonder bij stoten, schokken of trill ingen.

30 35 8103575

Claims

1. Inbouwapparaat dat is gemcnteerd in een rechthoekige, metalen bevestigingshuls met behulp van bevestigingsmiddelen aan het apparaat en aan de huls die tijdens het insteken van het apparaat in de huls met elkaar in ingrijping kcmsn, welke bevestigingshuls in een venster 5 van een inhouwwand is gestoken en aan deze inbouwwand is bevestigd d.m.v. uitgebogen tongen waarvan er ten minste een in elk van de vier warden van de huls door een insnijding is gevormd die een brugdeel laat staan tussen de betreffende tong en de huls, terwijl de bevestigingshuls is voorzien van een stuit die aanligt tegen ten minste een deel van 10 de het venster cmringende inhouwwand met een bepaalde does: het uit-tuigen van de tongen geleverde aandrukkracht, met het kenmerk, dat elk der tongen (23) een bedieningslip (35) en een steunlip (37) be vat die samen gedraaid zijn in eerste krcrtiningsvlakken evenwijdig aan de inbouwwand (3) art een eerste door het brugdeel (29, 33) lepende as (25) 15 die loodrecht staat op het vlak van de inhouwwand (3), terwijl de steunlip (37) hovendien nog gebogen is ten cpzichte van de bedieningslip (35) in tweede krcrrmingsvlakken loodrecht op de inhouwwand (3) an een tweede as (39, 41) die in een vlak evenwijdig aan de inhouwwand (3) is gelegen en met zijn vrije uiteinden (43) afgesteund is op de inbouw-20 wand (3) met een kracht die in hoofdzaak bepaald is doer de mate van vervorming van de steunlip (37).

2* Bevestigingshuls voor een inhouwapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zich in elk der wanden (11, 13, 19, 21) van de huls (5) een door een insnijding (27) gevorande draaibare tong (23) be-25 vindt die een bedieningslip (35) en een steunlip (37) be vat, waarbij de bedieningslip (35) en de steunlip (37) samen draaibaar zijn in eerste krcnmingsvlakken loodrecht op de wanden (11, 13, 19, 21) van de huls (5) cm een eerste as (25) evenwijdig aan de wanden (11, 13, 19, 21) van de huls (5), terwijl de steunlip (37) bovendien nog buigbaar is ten 30 cpzichte van de bedieningslip (35) an een tweede as (39, 41) die loodrecht staat op de eerste as (25).

3. Bevestigingshuls volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat zich in elk der wanden (11, 13, 19, 21) van de huls (5) een paar draaibare tongen (23) bevindt, waarbij de beide tongen (23) van een paar 35 naar elkaar toe zijn gekeerd en in een gebied zijn gelegen dat mede is begrensd door de beide eerste assen (25), terwijl de steunlippen (37) van de beide tongen (23) van een verschillende, aan de dikte van bepaalde inbouwwanden (3) aangepaste afmeting zijn. 8103575 v v f tr EHN 10.122 8

4. Bevestigingshuls voor een inbouwapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de door het brugdeel (27, 33) lopende eerste as (25) is gevormd door een of meer Verzwakkingen (31) in het brugdeel (27, 33).

5 10 •4 15 20 25 30 35 81 03 5 75