NL8103321A - Inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving. - Google Patents

Inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving. Download PDF

Info

Publication number
NL8103321A
NL8103321A NL8103321A NL8103321A NL8103321A NL 8103321 A NL8103321 A NL 8103321A NL 8103321 A NL8103321 A NL 8103321A NL 8103321 A NL8103321 A NL 8103321A NL 8103321 A NL8103321 A NL 8103321A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pressure
nut
screw thread
fluid
thread
Prior art date
Application number
NL8103321A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dunegan Ronald Gene
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dunegan Ronald Gene filed Critical Dunegan Ronald Gene
Publication of NL8103321A publication Critical patent/NL8103321A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B37/00Nuts or like thread-engaging members
    • F16B37/14Cap nuts; Nut caps or bolt caps
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B2200/00Constructional details of connections not covered for in other groups of this subclass
    • F16B2200/89Use of a hydraulic action
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S411/00Expanded, threaded, driven, headed, tool-deformed, or locked-threaded fastener
    • Y10S411/91Antitamper means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Pressure Vessels And Lids Thereof (AREA)

Description

* * N/30.338-dV/f.
Inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving, in het bijzonder voor het beschermen van moeren en schroefdraad bij apparatuur, welke in een corro-5 derende omgeving is opgesteld.
Bij de montage van de meeste mechanische apparatuur wordt gebruik gemaakt van moeren en bouten, waardoor deze apparatuur weer kan worden gedemonteerd voor on-derhouds- en reparatiedoeleinden. De toegankelijke schroef-10 draad bij machines, die in fabrieken zijn opgesteld, corro-deert gewoonlijk niet snel, zodat onderhoudspersoneel de moeren, die voor het demonteren van deze machines moeten worden losgedraaid, gemakkelijk kan losdraaien. Bij apparatuur, die buiten is opgesteld of bij apparatuur, die in 15 sterk corroderende omgevingen is opgesteld, corrodeert de aan de omgeving blootgestelde schroefdraad echter dikwijls in zodanige mate, dat de moeren niet kunnen worden verwijderd of slechts met zeer'veel moeite kunnen worden verwijderd.
20 In de olie-industrie is bijvoorbeeld veel apparatuur, zoals kleppen en flenzen, buiten opgesteld of is deze apparatuur op andere wijze blootgesteld aan een sterk corroderende omgeving. Dergelijke apparatuur behoeft bijvoorbeeld pas na jarenlang gebruik gedemonteerd te worden, 25 tegen welke tijd de blootgestelde schroefdraad van de bouten dermate is gecorrodeerd, dat de moeren niet kunnen worden yerwijderd. Een ontelbaar aantal manuren is besteed aan het trachten te verwijderen van de moeren bij dergelijke apparatuur, Het komt vaak voor, dat de moeren los kunnen worden 30 gebroken en over een korte afstand kunnen worden losgedraaid, waarbij echter de blootgestelde schroefdraad zodanig is beschadigd of gecorrodeerd, dat de moer niet verder kan worden verwijderd. In vele gevallen veroorzaakt het verwijderen van de moer een ernstige beschadiging van deze moer of 35 van de bout; in andere gevallen wordt een hydraulisch aangedreven zaag gebruikt om de bout -en moer door te zagen,zodat het apparaat kan worden gedemonteerd. Corrosie van de bloot- 8103321 * ^ -2- . gestelde schroefdraad bij deze apparatuur resulteert in een enorm tijd- en materiaalverlies en vormt doorlopend een probleem voor het onderhoudspersoneel.
Er is reeds op vele manieren getracht dit 5 probleem te ondervangen. Moeren en uitstekende schroefdraad zijn bijvoorbeeld bekleed met verschillende smeermiddelen/ ten einde corrosie te voorkomen. Een probleem hierbij is, dat deze smeermiddelen gewoonlijk wegslijten en niet voldoende lang op de schroefdraad blijft zitten. De schroef-10 draad moet derhalve regelmatig opnieuw worden bekleed, hetgeen kostbaar is en veel tijd in beslag neemt.
Er zijn andere bekledingsmaterialen toegepast, zoals een loodbekleding en speciale verf, doch deze typen bekleding zijn duur en verschaffen veelal niet een ' 15 voldoende corrosiebescherming voor het gehele oppervlak van de schroefdraad. Indien iemand of iets in aanraking komt met deze 'bekledingen, kan er iets van de bekleding afschuren, zodat een gedeelte van de schroefdraad wordt blootgesteld en zal corroderen. Helaas is corrosie van een gedeelte van de 20 schroefdraad bijna even schadelijk als corrosie van de gehele schroefdraad, aangezien zelfs corrosie van een gedeelte kan resulteren in het niet meer kunnen verwijderen van de moer van het tapeind of de bout.
Andere personen hebben getracht het pro-25 bleem op te lossen door middel van speciale dopmoeren. Dop-jtioeren , zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 1,727,59CL en 2,095..289, zijn voor veel toepassingen echter niet practisch, vanwege hun hoge kosten en de variërende lengte van het uitstekende bouteinde, nadat de moer strak 30 is aangedraaide
Er zi jn yele typen beker vormige schroef-draadbeschermers voorgesteld, De schroefdraadbeschermers . volgens de Amerikaanse octrooischriften 972.140, 1.254.514, 1,630,584, 2,456,234, 2,551,834, 2,726,009 en 3.135.558 yer-35 schaffen enige bescherming 'van de blootgestelde schroefdraad tegen de 'omgeving, doch leveren geen afdoende bescherming tegen corrosie van de schroefdraad. Corrosie van de schroefdraad kan worden verminderd door een kap over de schroefdraad te schuiven, doch vocht en corroderende elementen 40 kunnen hierbij nog steeds de schroefdraad bereiken.
8103321 * -3-
Enkele van de in de bovengenoemde octrooi-schriften beschreven onderdelen omvatten een beschermkap, waarbij tevens wordt getracht de blootliggende schroefdraad ten opzichte van de omgeving af te dichten. Dergelijke onder-5 delen bleken voor vele toepassingen echter niet commercieel aanvaardbaar. Onder omstandigheden is het toepassen van de meer gecompliceerde onderdelen economisch niet gerechtvaardigd. Voorts zijn veel van deze onderdelen lastig of ten koste van veel tijd te installeren, hetgeen in het bijzonder 10 geldt voor die onderdelen, waarbij getracht wordt de anders blootgestelde schroefdraad ten opzichte van de omgeving af te dichten.
In énkele van de genoemde octrooischriften wordt het gebruik van een smeermiddel, zoals vet, in het 15 inwendige van de kap ter voorkoming van corrosie beschreven. Aangezien het veelal moeilijk, zo niet onmogelijk is, om het beschermende smeermiddel in het inwendige van de kap aan te brengen, nadat de kap is aangebracht, hebben dergelijke inrichtingen hieraan inherente nadelen. Een beschermend fluïdum 20 met een hoge viscositeit, bijvoorbeeld vet, werd hierbij gebruikt om het fluïdum beter binnen de kap te houden als de kap werd geïnstalleerd. Als de kap echter moet worden gemonteerd op een tapeind, dat vertikaal omhoog steekt, kan zelfs een fluïdum met hoge viscositeit niet binnen de kap worden 25 gehouden, als deze wordt geïnstalleerd. Voorts treden problemen op, omdat het smeermiddel wordt gehanteerd door de monteur van de kap. Als er te veel smeermiddel in de kap wordt gedaan, kan de beschermkap daarna niet geheel op de juiste wijze op het tapeind worden geplaatst. Een ontoereikende hoe-30 yeelheid smeermiddel kan echter een ontoereikende bescherming van de schroefdraad tegen corrosie tot gevolg hebben.
Zelfs nadat de kap met een beschermend smeermiddel is geïnstalleerd, verschaffen de bekende inrichtingen niet een doorlopende afdoende bescherming van de 35 schroefdraad, Het is bijvoorbeeld moeilijk, zo niet onmogelijk, om naderhand te bepalen of er smeermiddel is aangebracht, yoordat de bekervormige schroefdraadbeschermer werd geïnstalleerd, Voorts is het niet gemakkelijk om vast te stellen of het smeermiddel uit de schroefdraadbeschermer is gelekt. Als 40 er smeermiddel onder de schroefdraadbeschermer ligt, sugge- 8103321 β * -4- reert dit, dat er smeermiddel uit de schroefdraadbeschermer kan zijn gelekt; de schroefdraadbeschermer moet dan worden verwijderd en opnieuw worden geïnstalleerd, ten einde nieuw smeermiddel op de schroefdraad aan te brengen. De buiten op-5 tredende temperatuurvariaties kunnen een drukverhoging in de bekende kappen tot gevolg hebben, waarbij de druk binnen de kap zodanig kan toenemen, dat de kap van de schroefdraad af wordt gedrukt. Ten slotte verschaffen de in de genoemde octrooischriften beschreven inrichtingen geen bevredigende 10 bescherming van de schroefdraad tegen corrosie, aangezien het slechts aanwezig zijn van het smeermiddel binnen de bekervormige schroefdraadbeschermer corrosie hiervan niet voldoende tegen gaat.
Een extra probleem vormt het beschermen van 15 de moer. De schroefdraad, die met de moer in contact staat, corrodeert gewoonlijk niet gemakkelijk, aangezien deze schroefdraad door de moer wordt beschermd. Het buitenste gedeelte van de moer kan echter aan corrosie zijn blootgesteld. Corrosie kan de moer niet verzwakken, doch kan het 20 gebruik van de juiste moersleutel voor het verwijderen van de moer beletten. Bovendien wordt olie-apparatuur, zoals kleppen en flenzen, regelmatig geschilderd om corrosie van de apparatuur tegen te gaan, De zich op de moer verzamelende verf kan eyeneens het gebruik van de juiste moersleutel voor 25 het verwijderen van de moer beletten.
Als de juiste maat moersleutel moet worden gebruikt, kan het eerst noodzakelijk zijn om de corrosie of de verflaag af te slijpen of af te schrapen. Als de corrosie ernstig is of er veel verf op de moer aanwezig is, kan het 30 onderhoudspersoneel trachten de moer met een te grote moersleutel te verwijderen. Hierdoor kan de moer worden beschadigd, zodat deze niet langer kan worden verwijderd. Het personeel, dat een niet passende moersleutel gebruikt, loopt bovendien het risico zich te verwonden, s 35 Enkele van de beschermers volgens de^boven- genoemde octrooischriften bedekken tevens de moer. De octrooischriften 2,456,234 en 2,726.QQ9 beschrijven bijvoorbeeld beschermers, die zowel, de schroefdraad als de moer afdekken„ 40 Deze moerbeschermers kunnen een toereikende 8103321 -5- 'f m bescherming van de moer tegen verf verschaffen en kunnen zelfs een voldoende bescherming tegen corrosie van het buitenoppervlak van de moer verschaffen. Het probleem is echter, dat de bekende moerbeschermers slechts tegen hoge kosten kun-5 nen worden geproduceerd. Bovendien zijn de bekende moerbeschermers moeilijk of ten koste van veel tijd op de juiste wijze over de moer aan te brengen.
De problemen en nadelen van de bekende technieken, bekledingsmaterialen en schroefdraad- en moer-10 beschermers zijn zodanig, dat deze methoden, materialen en inrichtingen, niet algemeen voor vele toepassingen zijn aanvaard. In de olie-industrie worden moeren en blootgestelde schroefdraad van buiten opgestelde apparatuur veelal niet beschermd tegen de corroderende omgeving. Als de apparatuur 15 bijzonder gevoelig is voor corrosie, kunnen de moeren en bouten van speciale metalen worden vervaardigd. Olie-appara-tuur, waarmee ruwe olie met een hoog zwavelgehalte wordt verwerkt, kan bijvoorbeeld snel corroderen tengevolge van de aanwezigheid van zwavel. De bouten en moeren van dergelijke staal 20 apparatuur kan van roestvrij rot een chroomlegering worden vervaardigd. Hierdoor wordt gewoonlijk corrosie van de schroefdraad en de moer afdoende tegengegaan, doch de kosten van dergelijke moeren en bouten vormen een grote hindernis voor het gebruik hiervan.
25 De uitvinding beoogt een werkwijze en in richting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de beschreven bezwaren op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn ondervangen.
Hiertoe wordt de inrichting volgens de 30 uitvinding gekenmerkt door een lichaam, dat aan een uiteinde is voorzien van een opening en dat een holte voor het opnemen van de schroefdraad bezit, door een vasthoudorgaan, dat het oyer de schroefdraad geplaatste lichaam kan vasthouden, door een afdichtorgaan, dat aan de opening grenst en de holte ten 35 opzichte van de omgeving kan afdichten, en door een bestu-ringsorgaan voor het aanbrengen van een fluïdum onder druk in de holte en in aanraking met de schroefdraad.
De opening van het bijvoorbeeld bekervormige, uit kunststof bestaande lichaam wordt over de uit-40 stekende schroefdraad geschoven en in aanraking met hetopper- 8103321
* V
-6- vlak van de moer gebracht, zodat het lichaam de uitstekende schroefdraad omsluit. Het bijvoorbeeld als O-ring uitgevoerde afdichtorgaan wordt tussen de rand van het bekervormige lichaam en het oppervlak van de moer aangebracht, zodat .de 5 holte binnen het lichaam ten opzichte van de omgeving is afgedicht.
In de tegenover de opening gelegen eind-wand van het lichaam is een gat aangebracht, terwijl een bladveer met een stop binnen het lichaam is gemonteerd en 10 afdichtend kan samenwerken met het gat. De bladveer is gespannen, zodat de stop normaal het gat afdicht. De stop kan echter uit het gat worden weggedrukt, waardoor een flüïdum via het gat in het lichaam kan worden gebracht. Normaal sluit de stop het gat echter af, zodat de holte binnen het lichaam 15 ten opzichte van de omgeving is afgedicht. In de zijwand van het lichaam is een tweede gat aangebracht, waarbij een uitzetbare blaas over het gat is geplaatst. Als de druk binnen de holte om de schroefdraad toeneemt, zet de blaas in radiale richting uit tot buiten de wand van het bekervormige 20 lichaam. De blaas verschaft hierdoor een visuele indicatie yan de druk binnen de holte. Zoals reeds werd opgemerkt, kan de druk. binnen de holte toenemen nadat het lichaam over de schroefdraad is geplaatst. De blaas kan nu tevens dienen als drukvereffeningsorgaan, om de druk in de holte binnen een 25 bevredigend bereik, te houden.
Extern is op de zijwand van het bekervormige lichaam nabij de rand een groter bekervormig moerafdekorgaan gemonteerd met een gat in het basisdeel hiervan voor het opnemen van het lichaam, dat de schroefdraad omsluit.
30 De zijden van hét' moerafdefcorgaan zijn in hoofdzaak aangepast aan de. hexagonale vorm van de moer. Het op een moer geplaatste afdekorgaan is met zijn rand in aanraking met de zijden van de moer nabij het basisdeel hiervan, zodat het afdekorgaan de buitenoppervlakken van de moer beschermt.
35 Bij gebruik worden het de schroefdraad beschermende lichaam en het moerafdekorgaan respectievelijk oyer de schroefdraad en de moer geschoven. De binnenwand van het lichaam is nabij het ondereinde zodanig gevormd, dat het in aanraking kan komen met de schroefdraad van de bout of 40 het tapeind, zódat het lichaam en het moerafdekorgaan worden 81 03 3 2 1 -7- bevestigd door de wrijving tussen het lichaam en de schroefdraad. Als het lichaam op zijn plaats is geschoven, wordt een O-ring tussen de rand van het lichaam en het oppervlak van de moer ingedrukt, zodat de holte binnen het lichaam is 5 afgedicht ten opzichte van de omgeving.
Als de inrichting is aangebracht, wordt een geschikt fluïdummengsel, zoals een smeerolie en stikstofgas, in de holte van het lichaam geperst via het gat in de eind-wand. Als een voldoende druk aanwezig is in de holte, zal de 10 blaas uitsteken buiten de zijwand van het lichaam. Op dat moment kan het inspuiten van het fluïdum worden beëindigd, waarna de stop de opening weer zal afdichten onder invloed van de bladveer.
De schroefdraad is hierdoor afgedicht ten 15 opzichte van de omgeving buiten het lichaam, waarbij het geïnjecteerde fluïdummengsel de anders eventueel optredende corrosie verhindert. Hierna kan men periodiek de blaas controleren en met het oog vaststellen of de holte nog is afgedicht en onder druk staat. Als er fluïdum is weggelekt, kan 20 de holte op de beschreven wijze via het gat weer worden gevuld.
. Het moerafdekorgaan verschaft enige bescherming van de buitenoppervlakken van de moer tegen omgevingsinvloeden. Voorts beschermt het afdekorgaan de moer als de 25 apparatuur wordt geverfd, zodat het afdekorgaan later kan worden verwijderd en een moersleutel op de juiste wijze op de moer kan worden geplaatst.
Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uityinding wordt geen bladveer met stop toegepast. Inplaats 30 hiervan bevindt zich in de holte van het lichaam een onder druk staande capsule met een gewenst fluïdummengsel. Als het lichaam op de schroefdraad is geplaatst, wordt de capsule open gebroken, zodat de holte met het fluïdum onder druk wordt gevuld. Deze uitvoeringsvorm kan niet opnieuw worden 35 gevuld zonder het lichaam van de schroefdraad en de moer te yerwijderen,
Uit het bovenstaande volgt, dat de uitvinding een inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving verschaft, die gemakkelijk op de blootliggende 40 schroefdraad van een tapeind of bout kan worden geplaatst en 8103321 -8-
9 S
deze schroefdraad afdichtend omsluit. Hierbij kan de holte van de inrichting worden gevuld met een onder druk staand fluïdum.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht 5 aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.
Fig. 1 is een vereenvoudigd weergegeven dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de inrichting vol-10 gens de uitvinding.
Fig. 2. is een bovenaanzicht van de inrichting volgens fig. 1.
Fig. 3 is een gedeeltelijk in doorsnede weergegeven zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van 15 de inrichting volgens fig. 1.
Fig. 4 is een doorsnede van de inrichting volgens fig. 3.
De fig. 5, 6 en 7 geven dwarsdoorsneden weer van de uitvoeringsvormen van een deel van de inrichting 20 volgens de fig. 1 en 3.
In fig. 1 is met 2 een deel van een machine, klep, flens of dergelijke, weergegeven. Een bout, tapeind of ander van schroefdraad voorzien orgaan 4 doorloopt een deel van van de machine 2, waarbij een moer 6 op de bout 25 4 is gedraaid en in aanraking is met het oppervlak van de machine 2. De vereenvoudig weergegeven voorstellen van de machine 2, de bout 4 en de moer 6 zijn gebruikelijk voor vele samenstellingen, waarbij bouten en moeren worden toegepast, zoals bijvoorbeeld het samenstel volgens het Amerikaanse 30 octrooischrift 2.456,234.
In fig. 1 is tevens een schroefdraadbe-schermer 10 zichtbaar. Een bekervormig lichaam 12 is in aanraking met de blootliggende schroefdraad 14 van de bout 4.
In een eindwand 18 van het lichaam 12 is een gat 16 aange-35 bracht. Een tweede gat 20 bevindt zich in de wand 22, waarbij een membraan 24 over het gat 20 is geplaatst. In het inwendige yan het lichaam 12 is een buigzame bladveer 26 aange-hracht, die op zijn plaats wordt gehouden door een buigzame Coring 28, welke zich. in een uitsparing 30 in de binnenwand 40 van het lichaam 12 beyindt. Op de C-ring 28 is een stop 32 81 0 3 3 2 1 -9- geplaatst, welke afdichtend kan samenwerken met het gatopper-vlak 34.
Een buigzaam orgaan, zoals een O-ring 38, is tussen de rand 36 en het oppervlak 40 van de moer 6 ge-5 plaatst. Een hexagonaal gevormd moerafdekorgaan 42 is door middel van een snapbevestiging op een ringvormige uitwendige uitsparing 44 van het lichaam 12 aangebracht. Een binnenwaarts gerichte ringvormige rand 46 is in aanraking met het blootliggende oppervlak van de moer 6 nabij het samenstel 2. 10 Zoals uit de fig. 1 en 2 blijkt, kunnen het bekervormige lichaam 12 en het moerafdekorgaan 42 over de blootliggende bout 4 en de moer 6 worden geschoven ongeveer in lijn met de as van de bout 4. Een inwendig gedeelte 48 van het lichaam 12 is zodanig uitgevoerd, dat het in aan-15 raking komt met de schroefdraad 14, zodat de blootliggende schroefdraad 14 het lichaam 12 en het moerafdekorgaan 42 op hun plaats houdt. Het lichaam 12 kan over de schroefdraad 14 worden gedrukt, waardoor de O-ring 38 tegen het oppervlak 40 van de moer 6 wordt samengedrukt. Desgewenst 20 kan een hexagonaal aangrijpgedeelte 50 op de wand 22 worden gevormd, zodat het lichaam 12 axiaal kan worden geroteerd, nadat het op de schroefdraad 14 is gedrukt, ten einde te waarborgen, dat voldoende druk wordt uitgeoefend op de 0-ring 38. Het moerafdekorgaan 42 is verschuifbaar ten opzich-25 te van het lichaam 12, zodat wanneer het lichaam 12 wordt geroteerd, het hexagonale moerafdekorgaan 42 enigszins in axiale richting kan bewegen, doch niet te zamen met het lichaam 12 zal roteren.
Zoals in fig. 2 zichtbaar is, heeft de 30 bladyeer 26 een ongeveer rechthoekige vorm. Als de stop 32 yan het gatoppervlak 34 wordt afbewogen, en een fluïdum via het gat 16 wordt ingevoerd, kan het fluïdum het inwendige yan het lichaam 12 bereiken.
Het membraan 24 is afdichtend over het 35 gat 20 bevestigd en kan op elke geschikte wijze op zijn plaats worden gehouden, bijvoorbeeld door het membraan 24 op de binnenzijde van de wand 22 te lijmen. Desgewenst kan ter plaatse van het membraan 24 een uitsparing in de wand 22 worden gevormd, zodat geen enkel deel van het membraan 40 24 binnenwaarts uitsteekt ten opzichte van de binnenzijde 8103321
/ V
-10- • van de wand 22. Als het membraan 24 in een uitsparing ligt of als als alternatief het inwendige gedeelte 48 binnenwaarts uitsteekt ten opzichte van de resterende binnenzijde van de wand 22, kan ëën type schroefdraadbeschermer 10 worden benut 5 voor verschillende bouten 4 met dezelfde diameter, maar met een variërende lengte van het uit de moer 6 uitstekende schroefdraaddeel. Het membraan 24 is buigzaam en reageert op drukvariaties, zoals hierna nog zal worden toegelicht, zodat een gedeelte van het membraan 24 buiten de wand 22 10 kan uitsteken, als de inwendige druk voldoende groot is.
De lengte van het moerafdekorgaan 42 is zodanig gekozen, dat de rand 46 gewoonlijk niet in aanraking komt met het oppervlak 8 van het samenstel 2. Het afdekor-gaan 42 bedekt derhalve nagenoeg het gehele blootliggende 15 oppervlak van de moer 6, doch de rand 46 komt niet in aanraking met het samenstel 2, zodat het afdekorgaan 42 de axiale beweging van het lichaam 12 ten opzichte van de moer 6 niet beperkt.
De inrichting volgens de fig. 1 en 2 wordt 20 als volgt gebruikt. De schroefdraadbeschermer 10 wordt te zamen met het moerafdekorgaan 42 resp. over de blootliggende schroefdraad 14 en de moer 6 geschoven. De O-ring 38 wordt hierdoor samengedrukt tussen de rand 36 van het bekervormige lichaam 12 en het oppervlak 8 van de moer 6. De O-ring 38 25 komt tevens afdichtend in aanraking met een deel van de schroefdraad 14, zodat er geen fluïdum tussen de rand 38 van het lichaam 12 en de moer 6 kan passeren en er geen fluïdum via de schroefdraad 14 in het inwendige van de moer 6 kan komen. De op zijn plaats aangebrachte schroefdraad-30 beschermer 10 omsluit derhalve volledig de blootgestelde schroefdraad 14 en sluit deze schroefdraad af ten opzichte yan de omgeying. Desgewenst kan het lichaam 12 enigszins ten opzichte yan de schroefdraad 14 worden geroteerd, zodat voldoende kracht wordt uitgeoefend op de O-ring 38. Het afdek-35 orgaan 42 omsluit nagenoeg het blootliggende oppervlak van de moer 6, hoewel de rand 46 van het afdekorgaan 42 zodanig \ is uitgevoerd, dat deze niet in aanraking komt met het samenstel 2, Als de schroefdraadbeschermer 10 op de schroefdraad 14 wordt geroteerd, zal het afdekorgaan 42 niet mee 40 roteren', doch in de uitsparing 44 ten opzichte van de schroef- 81 0 3 3 2 1 -11- draadbeschermer 10 schuiven.
Als de schroefdraadbeschermer 10 op de juiste wijze over de blootliggende schroefdraad is geplaatst, kan een geschikt fluïdum in het inwendige van het lichaam 5 12 worden aangebracht via het gat 16 . Een onder druk staan de cilinder met een gepunt spuitmondstuk (niet weergegeven) kan bijvoorbeeld worden benut voor het.aanbrengen van een fluïdum in het inwendige van de schroefdraadbeschermer 10.
Het gepunte spuitmondstuk kan de stop 32 van het gatoppervlak 10 34 wegdrukken, waarna een klep van de onder druk staande cilinder wordt bediend en een mengsel van smeerolie en stik-stofgas via het spuitmondstuk in het inwendige van het lichaam 12 kan binnentreden. De druk binnen het lichaam 12 zal hierdoor toenemen. Deze druktoename zal tot gevolg heb-15 ben, dat het membraan 24 uitsteekt ten opzichte van de wand 22, zodat een bedieningsman met het oog de druktoename in het lichaam 12 kan waarnemen. Als het inwendige van het lichaam 12 tot een voorafbepaalde drukwaarde is gevuld, kan de fluïduminjectie worden beëindigd en het spuitmondstuk 20 worden teruggetrokken, zodat de bladveer 26 de stop 32 weer afdichtend in aanraking kan brengen met het gatoppervlak 34.
Het fluïdummengsel heeft het inwendige van het lichaam 12 nu gevuld, doch. heeft niet het inwendige van het moerafdek-orgaan 42 kunnen bereiken.
25 De schroefdraadbeschermer 10 sluit niet al leen de blootliggende schroefdraad 14 van de omgeving af, doch houdt tevens een gekozen fluïdum onder druk vast, om corrosie van de schroefdraad 14 tegen te gaan. Gemeend wordt, dat een geschikt fluïdum voor injectie in de schroef-30 draadbeschermer wordt gevormd door een op olie gebaseerd smeermiddel, gecombineerd met een inert drijfgas. Hoewel alleen een yloeistofmengsel kan worden gebruikt voor het vullen van het inwendige van het lichaam 12, verdient de combinatie van een vloeistof en een gas de voorkeur, aangezien 35 samengeperst gas kan worden benut om de vloeistof in het inwendige van het lichaam te brengen,
Zoals reeds werd opgemerkt, dient het membraan 24 als visuele indicatie, dat er zich een fluïdum met een voorafbepaald drukberelk binnen het lichaam 12 bevindt.
40 -De materiaalsamenstelling en de dikte van het membraan 24 81 0 3 3 21 ___ -12- V w kan zodanig worden gekozen, dat het membraan een bepaalde afstand ten opzichte van de wand 22 uitsteekt, als de druk zich binnen een voorafbepaald aanvaardbaar bereik bevindt.
Bovendien kan het membraan 24 uitzetten of 5 inkrimpen, zodat een gewenst drukbereik in het inwendige van het lichaam gehandhaafd wordt ondanks atmosferische temperatuur- en drukvariaties. Het membraan 24 doet derhalve dienst als drukindicator en als drukstabilisator. De schroefdraad-beschermer 10 kan bijvoorbeeld worden geïnstalleerd bij een 10 omgevingstemperatuur van 10°C, waarbij een fluïdummengsel in het inwendige van het lichaam 12 wordt gebracht, totdat het membraan 24 uit de zijwand van het lichaam 12 uitsteekt. Als de omgevingstemperatuur hierna toeneemt tot 38°C kan de druk binnen het lichaam 12 eveneens toenemen, zodat het mem-15 braan 24 verder uitzet om het drukniveau binnen een aanvaardbaar bereik te hóuden. Als het membraan 24 deze mogelijkheid tot drukstabilisatie niet had verschaft, kan de druk binnen het lichaam 12 in zodanige mate toenemen, dat het lichaam 12 van de schroefdraad 14 wordt afgedrukt. Ten einde temperatuur-20 en drukvariaties te kunnen opnemen, is het gewenst het inwendige van het lichaam 1.2 op een druk te brengen van ten minste 3,5 - 34,5 kPa en bij voorkeur wordt een druk toegepast binnen het bereik van 6,9 - 20,7 kPa. Als het inwendige van het lichaam 12 onder een zodanige druk is gebracht, zullen de 25 atmosferische temperatuur- en drukvariaties gedurende een dag en gedurende de verschillende seizoenen een aanzienlijke druktoename binnen het lichaam 12 tot gevolg hebben. Het oppervlak van het membraan 24 kan eveneens groter of kleiner worden gekozen, om de noodzakelijke volumewijzigingen moge-30 lijk te maken voor het handhaven van het gewenste drukbereik binnen het lichaam 12, Het membraan 24 werkt derhalve als een ontlasting-vereffeningsorgaan, zodat de druk binnen het lichaam 12 niet tot boven een gewenst bereik toeneemt.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig, 1 dient 35 de O—ring 38 als afdichting van de rand 36 van het lichaam 12 ten opzichte van het oppervlak 40 van de moer 6, terwijl de 0-ring 38 teyens een afdichting van de schroefdraad 14 vormt, zodat het fluïdummengsel niet spiraalvormig naar het inwendige van de moer 6 kan ontsnappen. Desgewenst kunnen de afme-40 tingen en de vorm van de O-ring worden gewijzigd, zodat geen 81 03 3 21
V
-13- afdichting van de schroefdraad 14 wordt bereikt en het fluïdum via de schroefdraad 14 binnen de moer 6 kan komen.
Een nadeel hiervan is, dat het fluïdum naar het oppervlak 8 kan lekken of in het inwendige van het samenstel 2 kan komen, 5 waarbij de gewenste fluïdumdruk binnen het lichaam 12 niet kan worden gehandhaafd.
Het ingespoten fluïdum dient gedurende een lange periode onder druk in het inwendige van het lichaam 12 te blijven. Het is uiteraard mogelijk, dat het fluïdum lang-10 zaam uit het lichaam lekt, waardoor de druk zal afnemen. Als dit gebeurt, zal het membraan 24 zich terugtrekken, zodat het membraan niet langer uitsteekt uit de wand 22. Een bedie-ningsman kan de schroefdraadbeschermer 10 op verschillende tijden controleren, zodat hij met het oog kan waarnemen of 15 nog voldoende druk heerst binnen het lichaam 12. Zelfs als er fluïdum uit het inwendige van het lichaam is weggelekt, zal de aanwezigheid van de olie op de schroefdraad 14 de corrosie hiervan aanmerkelijk beperken, in het bijzonder omdat de schroefdraadbeschermer 10 de blootliggende schroefdraad 14 20 blijft afdekken. Als het membraan 24 zich heeft teruggetrokken, kan een bedieningsman het inwendige van..het lichaam 12 op de beschreven wijze weer vullen of onder druk brengen, totdat het membraan 24 opnieuw buiten de wand 22 uitsteekt.
Het hexagonaal gevormde moerafdekorgaan 42 25 wordt verschuifbaar gedragen door het lichaam 12. Voordat het lichaam 12 over de schroefdraad 14 wordt geschoven, kan het basisdeel 52 van het afdekorgaan 42 door een snapwerking in de ringvormige uitsparing 44 worden bevestigd. Als alternatief kan het afdekorgaan 42 worden verhit, zodat het uitzet 30 en het basisdeel 52 over de rand 36 van het lichaam 12 in de uitsparing 44 kan worden geschoven. Als het lichaam 12 en het afdekorgaan 42 uit één stuk. worden vervaardigd, zal het hexagonaal gevormde afdekorgaan 42 rotatie van het lichaam 12 ten opzichte van de schroefdraad 14 verhinderen. Zoals echter 35 reeds werd opgemerkt, kan rotatie van het lichaam 12 onder omstandigheden niet noodzakelijk zijn om de O-ring 38 afdichtend tegen de moer 6 te drukken.
Als het lichaam 12 en het moerafdekorgaan 42 uit één stuk. moeten worden gevormd, kan het afdekorgaan 42 40 als alternatief zodanig worden gevormd, dat de kleinste bin- 8103321 -14- nendiameter van het afdekorgaan 42 gelijk is aan of groter is dan de grootste dwarsdoorsnede van de moer 6. De zijwand van het afdekorgaan 42 kan bijvoorbeeld cilindrisch zijn, waarbij de diameter van het afdekorgaan 42 iets groter is dan 5 de'grootste diameter van de moer 6. Als bij deze laatste uitvoeringsvorm geen rand is aangebracht, die met de zijwand van de moer 6 in aanraking komt, kunnen het één geheel vormende lichaam 12 en het afdekorgaan 42 worden geroteerd,’ nadat zij resp. over de schroefdraad en de moer zijn geplaatst.
10 Het moerafdekorgaan 42 omsluit het grootste gedeelte van het blootliggende oppervlak van de moer 6. Het moerafdekorgaan 42 werkt derhalve als een afscherming voor verf, die voorkomt, dat zich verf op het oppervlak van de moer 6 verzamelt, waarbij het afdekorgaan 42 tevens enige 15 bescherming tegen corrosie voor de moer 6 verschaft. De rand 46 kan niet afdichtend in aanraking zijn met de zijden van de moer 6, zodat derhalve enige corrosie van het oppervlak van de moer 6 kan optreden. Corrosie van de moer zal echter worden verminderd en het verwijderen van de moer zal 20 niet worden belemmerd door corrosie of op het buitenoppervlak van de moer verzamelde verf.
Zoals uit de fig. 1 en 2 blijkt, behoeven de uitsparingen 30 voor het opnemen van de uiteinden van de blad-veer 26 slechts even lang te zijn als de breedte van de blad-25 veer. Als alternatief kan een ringvormige uitsparing in het inwendige van de wand 22 worden gevormd. De bladveer 26 kan van metaal zijn vervaardigd, terwijl de stop 32 van kunststof, rubber of een ander buigzaam materiaal kan zijn gevormd. De blaas 24 kan eveneens zijn vervaardigd van rubber en kan 30 tegen de binnenzijde van de wand 22 worden gelijmd.
De lengte, waarover de bout 4 uitsteekt ten opzichte van de moer 6, zal uiteraard afhankelijk zijn van het aantal blootliggende schroefdraadwindingen. Het membraan 24 heyindt zich in een uitsparing in de wand 22, zodat de 35 hout 4 indien nodig zich tot aan de bladveer 26 in het lichaam 12 kan uitstrekken. Als alternatief kan het binnen-gedeelte 48 nabij de rand van het bekervormige orgaan zijn aangebracht, welk gedeelte 48 met de schroefdraad 14 in aanraking komt. Het binnengedeelte ‘48 kan zich over de gehele 40 omtrek van de schroefdraad 14 uitstrekken. Volgens fig, 2 81 0 3 3 2 1 ? 9 -15- kunnen als alternatief twee schouderdelen 48 en 49 worden gevormd, die met de schroefdraad 14 in aanraking komen, waarbij elk schouderdeel een radiale ruimte van ongeveer 90° of minder in beslag neemt. Inplaats van de 0-ring 38 kan een 5 U-vormige schoen worden toegepast, voor het afdichten van de rand van het lichaam 12 tegen de moer 6. Desgewenst kan de O-ring 38 of de U-vormige schoen op de rand 36 van het lichaam 12 worden gelijmd.
In fig. 3 is een andere uitvoeringsvorm ge-10 deeltelijk in doorsnede weergegeven. Hierbij zijn voor dezelfde onderdelen dezelfde verwijzingscijfers gebruikt. Het lichaam 12 is bij deze uitvoeringsvorm voorzien van een met schroefdraad uitgerust schouderdeel 54, dat in aanraking komt met de schroefdraad 14. De inwendige schroefdraad op het 15 schouderdeel 54 kan samenwerken met de uitwendige schroefdraad 14 van de uitstekende bout 4. De schroefdraadbeschermer volgens fig. 3 kan derhalve op de bout worden geschroefd, inplaats van over de schroefdraad worden geschoven.
Het moerafdekorgaan 56 volgens fig. 3 is 20 uitgerust met een ringvormige rand 58, welke een afdichting tussen het lichaam 12 en de moer 6 bewerkstelligt. De rand 58 van het afdekorgaan 56 vervangt derhalve de O-ring 38 volgens fig. 1.
Het gebruik van de uitvoeringsvorm volgens 25 fig. 3 komt in hoofdzaak overeen met de zojuist beschreven uitvoeringsvorm, behalve dat het lichaam op de uitstekende bout of het uitstekende tapeind 4 wordt geschroefd. De rand 58 wordt samengedrukt, zodat een afdichting tussen het lichaam 12 en de moer wordt verkregen, waarbij tevens de 30 schroefdraad 14 wordt afgesloten, zodat er geen fluïdum via de schroefdraad naar het inwendige van de moer 6 kan ontsnappen.
Het moerafdekorgaan 56 is verschuifbaar bevestigd op het lichaam 12, zodat het afdekorgaan 56 niet 35 roteert, als het lichaam op de blootliggende bout 4 wordt gedraaid, De vorm van het afdekorgaan 56 kan hexagonaal zijn, zoals het afdekorgaan volgens fig. 2, waarbij de rand 46 van het afdekorgaan 56 met de zes zijden van de moer 6 in aanraking is, 40 De uitvoeringsvorm volgens fig. 3 kan zijn 81 0 3 3 21 V \ -16- voorzien van de bladveer en de stop volgens fig. 1. Als alternatief kan een ander kleporgaan worden toegepast, dat het inwendige van het lichaam normaal afdicht ten opzichte van de atmosferische omgeving, doch dat kan worden bediend voor het 5 toelaten van een onder druk staand fluïdummengsel in het inwendige van het lichaam 12. In fig. 3 is het membraan 24 in zijaanzicht weergegeven, welk membraan buiten de zijwand 22 uitsteekt, hetgeen aangeeft, dat een gewenst drukniveau aanwezig is iij. het lichaam 12.
10 Fig. 4 geeft een doorsnede van de inrich ting volgens fig. 3 weer. Zoals uit fig. 4 blijkt, zijn twee met schroefdraad uitgeruste schouderdelen 54 en 55 aangebracht, die met de schroefdraad 14 kunnen samenwerken. Elk van de schouderdelen strekt zich uit over een radiaal seg-15 ment van minder dan 90°, zodat het lichaam kan worden gegoten en uit de matrijs kan worden verwijderd door het een kwart slag te draaien. Bovendien zou een volledig ringvormig schouderdeel 54 een binnen het lichaam aanwezig smeermiddel niet in contact laten komen met de schroefdraad nabij de moer 20 6. De schouderdelen 54 en 55 houden de schroefdraadbeschermer en het moerafdekorgaan op de juiste plaats en laten het fluïdum in het lichaam de ruimten 59 en 60 in beslag nemen, zodat het fluïdum met de schroefdraad nabij de moer 6 in contact komt.
25 In de fig. 5, 6 en 7 zijn dwarsdoorsneden van verschillende uitvoeringsvormen van dè inrichting volgens de uitvinding weergegeven, welke zijn uitgerust met verschillende mechanismen voor het vullen van het inwendige van het lichaam met een fluïdum onder druk, nadat het lichaam op het 30 tapeind 4 is geplaatst. Elk van de uitvoeringsvormen volgens de fig, 5, 6 en 7 kan worden gecombineerd met het onderste lichaaipsgedeelte en moerbeschermer volgens fig, 1 of 3. Voor overeenkomstige onderdelen zijn weer dezelfde verwijzings-cijfers als in fig, J. gebruikt.
35 Een schroefdraadbeschermer 70 volgens fig, 5 omyat een eindwand 18 en zijwanden 22. Een membraan 24 is over een opening 20 in de zijwand 22 aangebracht. Een metalen ring 72 is op het basisdeel van het membraan 24 geplaatst en draagt bij tot het op zijn plaats houden van de 40 omtrek yan het membraan 24 ten opzichte van de opening 2Q.
81 0 3 3 2 1 -17-
De ring 72 en het membraan 24 kunnen op de zijwand 22 zijn gelijmd of door klemmen/ een perspassing of op andere gebruikelijke wijze zijn bevestigd.
In een ringvormige groef 74 in de binnen-5 zijde van de zijwand 22 is een C-vormige snapring 76 opgenomen. Op de snapring 76 is een vlak scherm 78 met één of meer gaten 80 geplaatst.
Een gevuld drukvat 82 is tussen de eind-wand 18 en het scherm 78 aangebracht. In het vat 82 bevindt 10 zich een mengsel van vloeistof en gas onder druk, bijvoorbeeld een smeerolie en stikstofgas. De wanden van het drukvat 82 kunnen zijn vervaardigd van nylon, rubber of een dergelijk geschikt materiaal. Een versterkte sectie 84, grenzend aan de opening 16, kan van een soortgelijk mate-15 riaal zijn vervaardigd. In de versterkte sectie 84 is een prikorgaan 86 ingegoten, waarvan een gepunt uiteinde 88 grenst aan één van de wanden met drukvat 82.
Een drukvat 82 kan tot een voorafbepaald drukniveau zijn gevuld, bijvoorbeeld tot een druk van 34,5-20 48,3 kPa. De schroefdraadbeschermer 70, waarvan het gevulde drukvat 82 op zijn plaats wordt gehouden door de snapring 76 en het scherm 78, kan vervolgens naar de gebruiker worden getransporteerd. De schroefdraadbeschermer 70 en een bijbehorende moerbeschermer kunnen vervolgens over de schroefdraad 25 en de moer worden geplaatst op de hierboven beschreven wijze. Als de schroefdraadbeschermer 70 is geplaatst, kan de gebruiker een kracht uitoefenen op de versterkte sectie 84 met zijn vinger, een schroevendraaier of ander gereedschap. Als de yersterkte -sectie '84 naar het inwendige van de schroefdraad-30 beschermer 70 wordt gedrukt, doorboort het gepunte uiteinde 88 de wand van het drukvat 82, waardoor het fluïdum in het inwendige van de schroefdraadbeschermer 70 kan wegstromen.
Zoals hierboven is beschreven, is het inwendige van de schroefdraadbeschermer 70 afgedicht ten op-35 zichte van de omgeving en de gasvormige component van het mengsel in het drukvat 82 doet het mengsel uitzetten, zodat het gehele inwendige van de schroefdraadbeschermer 70 wordt gevuld, waardoor het membraan 24 buiten de wand 22 zal gaan uitsteken. Nadat de wand van het drukvat 82 is doorboord, 40 kan het fluïdum tussen de binnenzijde van de wand 22 en de 8103321 -18- wanden van het drukvat 82 terechtkomen. Desgewenst kan bij de versterkte sectie 84 een stopdeel 90 worden gevormd, waardoor wordt gewaarborgd, dat het fluïdummengsel niet via het gat 16 kan ontsnappen. ^ 5 Een bedieningsman kan periodiek het membraan van de inrichting volgens fig. 5 controleren, om te waarborgen dat het inwendige van de schroefdraadbeschermer 70 onder een fluïdumdruk binnen een voorafbepaald gebied staat. Als het drukvat 82 is gevuld tot een drukniveau van 34,5-48,3 kPa, 10 zal de druk binnen de schroefdraadbeschermer 70 na het doorboren van het drukvat liggen in het bereik van 6,9 - 20,7 kPa, afhankelijk van het volume van het drukvat 82 ten opzichte van het inwendige van de schroefdraadbeschermer 70. Als een bedieningsman vaststelt, dat de druk binnen de schroefdraad-15 beschermer 70 is gedaald, kan de schroefdraadbeschermer 70 van de bout 4 worden verwijderd, waarna een nieuw drukvat kan worden aangebracht, dat weer door het scherm 78 en de snapring 76 op zijn plaats wordt gehouden. Nadat de schroefdraadbeschermer 70 weer op de bout is geïnstalleerd, kan het 20 nieuwe drukvat op de beschreven wijze worden doorboord.
In fig. 6 is een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. De afgeheelde schroefdraadbeschermer 92 heeft een eindwand 18, een zijwand 22 en een over het gat 20 geplaatst membraan 24. In fig. 6 is het membraan 24 25 in zijn ruststand weergegeven, waarin het membraan alleen aan de atmosferische druk is blootgesteld.
Tussen de eindwand 18 en een sluitring 78, die door de snapring 76 op zijn plaats wordt gehouden, is een drukvat 94 aangebracht. Een stop 96 kan zijn gegoten in of 30 zijn geplaatst boven een deel van het drukvat 94, dat aan de opening 16 grenst.
Een treksnaar 98 is afdichtend door de stop 96 gevoerd en' is aan zijn ene uiteinde bevestigd aan een afscheur gedeelte 100 van het drukvat 94. Het afscheurgedeelte 35 1QQ kan uit een ander -materiaal zijn vervaardigd dan het drukvat 94 of kan van hetzelfde materiaal zijn vervaardigd, waarbij het gedeelte 100 echter met een dunnere wand is uitgevoerd dan het overige wandgedeelte van het vat. Hoewel de snaar 98 de stop 96 doorloopt, is de stop 96 buigzaam uitge-40 yoerd, zodat bij het trekken aan de snaar 98 de stop 96 mee- 8103321 -19- geeft, doch niet van de snaar 98 afscheurt. Nadat de schroef-draadbeschermer 92 over de bout 4 is geplaatst/ kan een bedie-ningsman aan de snaar 98 trekken in een van de rand van de schroefdraadbeschermer afgekeerde richting. Het trekken aan 5 de snaar 98 kan de stop 96 enigszins uit zijn normale positie brengen/ doch de snaar 98 zal niet van de stop 96 loskomen.
Het trekken aan de snaar 98 veroorzaakt een scheur in het afscheurgedee1te 100/ zodat het fluïdum in het drukvat 94 zich verspreidt in het inwendige van de schroefdraadbescher-10 mer 92. De schroefdraadbeschermer 92 kan op de beschreven wijze met het oog worden gecontroleerd om vast te stellen, dat een gewenste druk in het inwendige hiervan heerst. Het drukvat 94 kan op dezelfde wijze als het drukvat 81 worden vervangen.
15 In fig. 7 is een schroefdraadbeschermer 102 afgebeeld met een zijwand 22 en een over het gat 20 geplaatst membraan 24. Een buigzame afdichting 104 is over een gat 106 met grote diameter in de eindwand van de schroefdraadbeschermer geplaatst. De omtreksrand 109 van de afdich-20 ting 104 kan op gebruikelijke wijze zijn afgedicht ten opzichte van de binnenzijde van de eindwand van de schroefdraadbeschermer/ bijvoorbeeld door lijmen. Een sluitring 108 wordt op zijn plaats gehouden door een C-vormige ring 76, welke ring 108 ëën of meer gaten 110 bezit, alsmede ëën of 25 meer naar de afdichting 104 gerichte weerhaken of scherpe randen 112. Tussen de sluitring 108 en de afdichting 104 is een drukvat 114 aangebracht, dat een gewenst vloeistof-gasmengsel onder een voorafbepaalde stuk bevat.
Als de schroefdraadbeschermer 102 over 30 de bout 4 is geplaatst, kan een bedieningsman met zijn vinger of een gereedschap de afdichting 104 naar binnen drukken. Aangezien het fluïdummengsel in het drukvat 114 zich op een druk van ongeveer 34,5 - 48,3 kPa kan bevinden, zal het drukken op de afdichting 104 het onderste gedeelte 116 35 van het drukvat in de richting van de weerhaken 112 doen bewegen. Hierdoor wordt het drukvat 114 gescheurd en verspreidt het fluïdummengsel zich. binnen de schroefdraadbeschermer 102. Aangezien het orgaan 104 is afgedicht ten opzichte van de eindwand van de schroefdraadbeschermer kan 40 er geen fluïdum via het gat 106 weglekken, als het drukvat 81 03 3 21
V U
-20- ' 114 is gescheurd.
Een bedieningsman kan de aanwezigheid van een overdruk binnen de schroefdraadbeschermer 102 op dezelfde wijze als bij de hierboven beschreven uitvoeringsvormen vast-5 stellen.
Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding komt overeen met de uitvoeringsvorm volgens fig. 7, waarbij echter de C-ring 76, de sluitring 108 en het drukvat 114 zijn weggelaten. Hierbij wordt de schroefdraadbeschermer over de 10 bout geplaatst, waarbij het omtreksgedeelte 109 weer is afgedicht ten opzichte van de binnenzijde van de eindwand van de schroefdraadbeschermer. Als de schroefdraadbeschermer op zijn plaats is aangebracht, wordt een scherp gepunt orgaan, bijvoorbeeld een injectienaald, gebruikt om de afdichting 104 15 te doorboren en een vloeistofmengsel of een mengsel van vloeistof en gas in het inwendige van de schroefdraadbeschermer te spuiten. Als de blaas 24 aangeeft, dat het inwendige van de schroefdraadbeschermer voldoende onder druk is gebracht, kan de naald worden teruggetrokken, waarbij het materiaal 20 van de afdichting 104 voldoende buigzaam is om te voorkomen dat er fluïdum weglekt via de plaats, waar de naald was ingestoken. Deze laatste uitvoeringsvorm heeft het voordeel, dat de schroefdraadbeschermer opnieuw kan worden gevuld als de druk hierin beneden een aanvaardbare waarde komt. Bovendien 25 behoeft de diameter van de afdichting 104 niet zo groot te zijn als in fig, 7 is weergegeven, waarbij kan worden volstaan met een zodanige diameter, dat voldoende ruimte aanwezig is voor het insteken van een gepunt voorwerp, waarmee de schroefdraadbeschermer onder druk kan worden gebracht.
30 Elk van de hierboven beschreven middelen yoor het onder druk zetten van- het inwendige van de schroefdraadbeschermer kan worden gecombineerd met het onderste gedeelte van de schroefdraadbeschermer en het moerafdekorgaan yolgens fig. jL of 3. Elk geschikt fluïdum kan worden benut 35 yoor het onder druk zetten van de schroefdraadbeschermer, waarbij als voorbeeld kan worden genoemd een mengsel van een op olie gebaseerd smeermiddel en een stikstofdrijfgas. Een belangrijke eigenschap van de onderhavige uitvinding is echter het toepassen van een mengsel met een inert gas om de 40 vloeistof in het inwendige^ van de schroefdraadbeschermer te 81 0 3 3 2 1 •-r * -21- brengen. Het inerte gas zal de blootgestelde schroefdraad van het tapeind of de bout niet beschadigen of op andere wijze corroderen.
De blaas en het drukvat kunnen worden ver-5 vaardigd van een zacht buigzaam materiaal, zoals rubber. De dikte en de buigzaamheid van de blaas kunnen worden gevarieerd ten einde te bereiken,dat een visuele indicatie wordt verkregen als binnen de schroefdraadbeschermer een gewenst drukni-veau is bereikt. Het lichaam van de schoefdraadbeschermer 10 kan uit verschillende geschikte kunststoffen worden vervaardigd, zoals polyurethaan. Het moerafdekorgaan kan eveneens worden vervaardigd van polyurethaan, doch behoeft niet zo hard te zijn als het lichaam van de schroefdraadbeschermer. Het moerafdekorgaan volgens fig. 3 kan bijvoorbeeld voldoende 15 buigzaam zijn uitgevoerd, zodat de rand 58 een geschikte afdichting kan vormen ter vervanging van de O-ring.
Hoewel de uitvinding in principe wordt toegepast voor het beschermen van de schroefdraad van een bout en voor het beschermen van een moer bij een constructie, kan 20 de schroefdraadbeschermer worden toegepast voor het beschermen van de blootliggende schroefdraad van elk met schroefdraad uitgerust voorwerp. De beschreven schroefdraadbeschermer kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het beschermen van de blootliggende schroefdraad van een staaf, die in een 25 constructie is geschroefd, waarbij geen op.de staaf gedraaide moer wordt gebruikt. Voorts kan elk type kleporgaan worden benut voor het aanbrengen van een fluïdum in het inwendige van de schroefdraadbeschermer, zoals een onder veerdruk staand kleporgaan, hoewel de hierboven beschreven klep ver-30 schillende belangrijke voordelen biedt.
De uitvinding is dan ook niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.
8103321

Claims (16)

1. Inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving, gekenmerkt door een lichaam, dat aan een uiteinde.is voorzien van een opening en dat een holte voor het opnemen van de schroefdraad bezit, 5 door een vasthoudorgaan, dat het over de schroefdraad geplaatste lichaam kan vasthouden, door een afdichtorgaan, dat aan de opening grenst en de holte ten opzichte van de omgeving kan afdichten, en door een besturingsorgaan voor het aanbrengen van een fluïdumonderdruk, in de holte en in aanraking 10 met de schroefdraad.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een drukindicator is aangebracht, die een indicatie van de fluïdumdruk in de holte verschaft.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, 15. e t het kenmerk, dat het vasthoudorgaan een inwendige schroefdraad van het lichaam omvat, welke kan samenwerken met de te beschermen schroefdraad.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het besturingsorgaan bestaat 20 uit een bladveer, die in de holte is geplaatst, en uit een stop, die op#de bladveer is aangebracht en afdichtend kan samenwerken met een gat in het lichaam.
5. Inrichting volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een hexagonaal 25 gevormd moerafdekorgaan verschuifbaar op het lichaam is gemonteerd, welk moerafdekorgaan een aanmerkelijk gedeelte kan afdekken van een op de te beschermen schroefdraad gedraaide moer.
6. Inrichting volgens ëën der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat het lichaam bekervormig is, waarbij het afdichtorgaan een ringvormige Omring omvat, die grenst aan de rand van het bekervormige lichaam.
7. Inrichting volgens ëën der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat een drukcompen-satie-orgaan is aangebracht, dat in verbinding staat met de holte en dat de druk in de holte binnen een voorafbepaald drukbereik ;.houdir, 81 0 3 3 2 1 -23-
8. Inrichting volgens één der conclusies 1-3/· met het kenmerk, dat het be sturings orgaan bestaat uit een drukvat, waarin een fluïdum onder druk is opgenomen, en uit een bedieningsorgaan, waarmee het fluïdum 5 uit het drukvat kan worden vrijgegeven en in aanraking met de schroefdraad kan worden gebracht.
9. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het afdichtorgaan uit een ringvormige rand bestaat, die met het moerafdekorgaan is verbonden.
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afdichtorgaan de holte afdicht als het lichaam op de te beschermen schroefdraad is geplaatst.
11. Inrichting volgens één der conclusies 15 2-10, met het kenmerk, dat de drukindicator be staat uit een buigzame blaas.
12. Inrichting volgens één der conclusies 8-11, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan een gepunt orgaan omvat, waarmee het drukvat kan worden ge- 20 scheurd.
13. Werkwijze voor het beschermen van de schroefdraad van een bout of dergelijke tegen de omge ving, met het kenmerk, dat de schroefdraad ten opzichte van de omgeving wordt afgedicht door middel van 25 een omhulling, waarna een bepaald fluïdum in aanraking met de schroefdraad wordt gebracht, welk fluïdum onder druk binnen de omhulling wordt gehouden, zodat corrosie van de schroefdraad wordt voorkomen.
14. Werkwijze volgens conclusie 13 , me t 30 het kenmerk, dat het drukniveau binnen de omhulling wordt gedetecteerd.
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of JL4, met het kenmerk, dat het fluïdum in aanraking met de schroefdraad wordt gebracht, doordat een onder druk 35 staand vat, dat zich binnen de omhulling bevindt, wordt ge^ scheurd.
16. Werkwijze volgens één der conclusies 13-^15, met het kenmerk, dat de druk van het fluïdum binnen een voorafbepaald drukbereik wordt gehouden. 81 03 32 1
NL8103321A 1980-07-14 1981-07-13 Inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving. NL8103321A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US16850480 1980-07-14
US06/168,504 US4400123A (en) 1980-07-14 1980-07-14 Nut and thread protector

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103321A true NL8103321A (nl) 1982-02-01

Family

ID=22611770

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103321A NL8103321A (nl) 1980-07-14 1981-07-13 Inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4400123A (nl)
JP (1) JPS6038564B2 (nl)
CA (1) CA1174879A (nl)
DE (1) DE3126959C2 (nl)
FR (1) FR2486600B1 (nl)
GB (1) GB2079884B (nl)
MX (1) MX152730A (nl)
NL (1) NL8103321A (nl)

Families Citing this family (58)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NO157152C (no) * 1983-09-08 1988-01-27 Soerlandets Aluminiumsprodukte Beskyttelseshette for bolter med muttere.
JPS60122020U (ja) * 1984-01-26 1985-08-17 株式会社クボタ ボルト・ナツト防食用キヤツプ
GB2153473A (en) * 1984-01-26 1985-08-21 Donald Paul Armitage Prevention corrosion of screw threaded fastenings
US4798333A (en) * 1984-05-31 1989-01-17 Luchsinger Pedro W Portable sprayer with improved combination of piston and diaphragm pump
US4645397A (en) * 1984-09-24 1987-02-24 James Padelford Tire theft prevention device
EP0181483B1 (en) * 1984-10-15 1990-01-10 Ltv Aerospace And Defense Company Method and apparatus for applying a precision amount of sealant to exposed fasteners
US4907929A (en) * 1986-11-25 1990-03-13 Johnston Jr Raymond B Bolt and nut cover
GB2203510B (en) * 1987-04-16 1990-09-05 Hydra Tight Ltd Nut and bolt shank protectors
GB8721068D0 (en) * 1987-09-08 1987-10-14 Action Threaded Fasteners Ltd Thread protector
US4826380A (en) * 1988-01-19 1989-05-02 Ltv Aerospace & Defense Company Pre-cast sealant dome and method
GB2220244A (en) * 1988-06-29 1990-01-04 Lawrence Dartnell Protective covers for bolt heads, threads and nuts
US5120174A (en) * 1991-03-18 1992-06-09 Wheel Masters Inc. Torque loss indicator
US5180266A (en) * 1992-04-30 1993-01-19 Metal Flow Corporation Threaded sheet metal decorative cap
US5273384A (en) * 1992-09-22 1993-12-28 Dunbar Max E Thread protecting device
US5377793A (en) * 1993-12-28 1995-01-03 General Motors Corporation Sleeve for a drum brake adjuster screw
US5697745A (en) * 1995-12-05 1997-12-16 Shaw; Jack B. Screw cap
MY135737A (en) * 1996-02-09 2008-06-30 Petronas Res & Scient Services Sdn Bhd Protective caps for bolts with nuts
US5752795A (en) * 1997-01-21 1998-05-19 D'adamo; Bruce Apparatus and method for protecting exposed sections of a nut and bolt
US7546901B1 (en) * 1997-10-15 2009-06-16 Richard H. Hall Inert gas blanket for protection from oxidation
JP3237615B2 (ja) * 1998-06-23 2001-12-10 日産自動車株式会社 トロイダル型無段変速機の組立治具及びその組立方法
US6273658B1 (en) * 2000-01-27 2001-08-14 S. Allen Patterson Enclosure for protecting a lug and lug nut
GB0024485D0 (en) * 2000-10-06 2000-11-22 Wheelsure Ltd Wheel nut assembly
US6494658B1 (en) * 2001-03-23 2002-12-17 Guy L. Roy Corrosion-resisting protector cap
US6857616B1 (en) * 2001-07-11 2005-02-22 Noveletti, Llc Device for attaching a bar of soap to a magnetic soap holder
US9422968B2 (en) 2005-07-21 2016-08-23 Steven L. Thompson Encapsulated fastener and method and tooling for manufacturing same
US20080206016A1 (en) * 2005-07-21 2008-08-28 Thompson Steven L Encapsulated fastener and method and tooling for manufacturing same
US7665941B2 (en) * 2005-07-27 2010-02-23 The Dyson Corporation Method and structure for an anchor rod cap
US7665940B2 (en) * 2006-01-13 2010-02-23 Illinois Tool Works Inc. Fastener assembly
US20070173934A1 (en) * 2006-01-20 2007-07-26 Sdgi Holdings, Inc. Devices to protect features on an implant and methods of use
US8002508B2 (en) * 2008-09-26 2011-08-23 Griptight Bolt Cover Co. Protective cover for fasteners
DE102009004887B4 (de) * 2009-01-16 2018-03-01 Dr. Ing. H.C. F. Porsche Aktiengesellschaft Elektrische Masseverbindung und Verfahren zum Herstellen einer solchen
US8051690B2 (en) * 2010-03-04 2011-11-08 Camisasca Automotive Manufacturing, Inc. Anti-theft threaded cap
US8826852B2 (en) 2010-04-12 2014-09-09 Engineered Products And Services, Inc. Optimized double washer pull plug for minimizing coating error
JP5910133B2 (ja) * 2011-03-23 2016-04-27 株式会社デンソー スパークプラグ用の保護筒
US9400007B2 (en) * 2012-05-31 2016-07-26 Airbus Operations Limited Injectable nut cap
KR200462194Y1 (ko) 2012-06-15 2012-09-05 조하민 볼트와 너트 결합부의 보호캡
GB201214579D0 (en) * 2012-08-15 2012-09-26 Airbus Operations Ltd Flanged cap for forming sealed cavity around fastener
WO2014172302A1 (en) 2013-04-15 2014-10-23 3M Innovative Properties Company Translucent seal cap
WO2014172305A1 (en) 2013-04-15 2014-10-23 3M Innovative Properties Company Light weight seal cap
GB2514171B (en) * 2013-05-16 2015-11-25 Airbus Operations Ltd Injectable nut cap
CA2919188C (en) * 2013-08-21 2020-06-09 Airbus Operations Limited Cap with injected sealant
US8833181B1 (en) * 2013-09-05 2014-09-16 Geoffrey Keith Rowe Reversible force measuring device
US9541118B2 (en) 2013-09-23 2017-01-10 The Boeing Company Systems and methods for use in covering a portion of a fastener protruding from a surface
US9618029B2 (en) 2013-09-23 2017-04-11 The Boeing Company Systems and methods for use in covering a portion of a fastener protruding from a surface
GB2535518A (en) * 2015-02-20 2016-08-24 Airbus Operations Ltd Cap with injected sealant
FR3034463B1 (fr) 2015-04-02 2017-05-19 Hispano Suiza Sa Gicleur d'huile pour turbomachine
US10047894B2 (en) * 2016-03-17 2018-08-14 Cap-It, LLC Apparatus, system, and method for tubing caps
EP3507511B1 (en) * 2016-08-30 2024-03-13 Stiesdal Offshore A/S Protection system for a threaded fastener a method for installation, inspection and maintenance of such protection system
US10458455B2 (en) 2017-12-22 2019-10-29 The Boeing Company Systems and methods for making and using a fitted cap for applying a shaped sealant shroud to a portion of a fastener
US10408251B2 (en) * 2017-12-22 2019-09-10 The Boeing Company Systems and methods for making and using a fitted cap for applying a shaped sealant shroud to a portion of a fastener
US10458456B2 (en) 2017-12-22 2019-10-29 The Boeing Company Systems and methods for making and using a fitted cap for applying a shaped sealant shroud to a portion of a fastener
GB2572377A (en) * 2018-03-28 2019-10-02 Airbus Operations Ltd Cap with sealant flow path
GB2572376A (en) * 2018-03-28 2019-10-02 Airbus Operations Ltd Cap with sealant flow path
JP7003825B2 (ja) * 2018-04-19 2022-01-21 中国電力株式会社 蒸気漏れ防止式締結装置
IT201800006324A1 (it) * 2018-06-14 2019-12-14 Dispositivo anti-manomissione
JP6538947B1 (ja) * 2018-10-18 2019-07-03 共和ゴム株式会社 ボルトナット保護キャップ
CN110043542A (zh) * 2019-05-15 2019-07-23 苏州道森阀门有限公司 一种水下阀门体盖螺柱防护密封结构
CN110307235B (zh) * 2019-07-05 2021-02-09 山东九佳紧固件股份有限公司 一种内六角螺丝紧固件

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1254514A (en) * 1917-02-14 1918-01-22 Mabel Christ Nut and thread protector.
US1450583A (en) * 1921-01-28 1923-04-03 Ferry Thomas Fastening device
US1630584A (en) * 1926-02-17 1927-05-31 William H Schneider Railway-track joint
US2456234A (en) * 1945-06-20 1948-12-14 Panhandle Eastern Pipe Line Co Bolt protector
FR1134996A (fr) * 1955-10-26 1957-04-23 Perfectionnements aux bouchons de graissage et analogues
US2924876A (en) * 1956-12-03 1960-02-16 James E Lewis Thread lubricant package and method
US3407903A (en) * 1965-09-28 1968-10-29 James P. Sansabrino Self-lubricated connector
FR1566635A (nl) * 1968-03-26 1969-05-09
US3470787A (en) * 1968-03-27 1969-10-07 Us Army Corrosion prevention device and method
US3703879A (en) * 1971-04-06 1972-11-28 Charles K Huthsing Jr Pressure indicator
US3983958A (en) * 1975-10-09 1976-10-05 Swearingen Michael R Method and apparatus for observing, indicating and maintaining fluid level
US4114702A (en) * 1977-11-09 1978-09-19 Maurer Engineering Inc. Well drilling tool with lubricant level indicator

Also Published As

Publication number Publication date
MX152730A (es) 1985-10-23
GB2079884A (en) 1982-01-27
JPS5747015A (en) 1982-03-17
US4400123A (en) 1983-08-23
GB2079884B (en) 1983-12-21
FR2486600B1 (fr) 1986-01-31
FR2486600A1 (fr) 1982-01-15
JPS6038564B2 (ja) 1985-09-02
DE3126959A1 (de) 1982-04-15
CA1174879A (en) 1984-09-25
DE3126959C2 (de) 1986-11-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8103321A (nl) Inrichting voor het beschermen van schroefdraad tegen de omgeving.
US6431332B1 (en) Gas spring incorporating a safety member
US6302169B1 (en) Diesel fuel nozzle restrictor
US5845800A (en) Filler cap assembly
US4986502A (en) Safety drain plug
US8069950B1 (en) Environmental compressor protection assembly
KR20000005273A (ko) 의료용 스프링 동력 분배 장치_
US4372429A (en) Pneumatic spring with protective boot
EP2720022B1 (de) Druckanzeiger für Hochdruckspeicheranlagen
US20080196766A1 (en) Breakaway self-sealing safety valve
DE4205199C2 (de) Befestigungsanordnung für ein Verschlußstück eines Druckspeichers
MXPA02009307A (es) Valvula con indicador de presion.
KR900014770A (ko) 유체압력 액츄에이터
EP1423671A1 (de) Druckanzeigevorrichtung
DE102005006750A1 (de) Vorrichtung zum Befestigen in einer in einem Trägerteil ausgebildeten Trägerteilausnehmung
US6263779B1 (en) Snap ring closure system
US20190299041A1 (en) A device for delivering a pressurized material
US20220106978A1 (en) Seal With Skirt
US4616710A (en) Heat-released plug
EP1291547A2 (de) Dichtung
DE19955625C1 (de) Verfahrenstechnischer Apparat mit Sicherungseinrichtung, insbesondere Zellenradschleuse
FR2779194A1 (fr) Dispositif a fluide compressible
EP0364851B1 (de) Abschlussanordnung am Behälterrohr eines Behälterrohr-Kolbenstangengeräts
US3714965A (en) Pressure relief valve
EP0299200A1 (de) Behälter mit Sicherheitsventil

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: RODUN DEVELOPMENT CORPORATION

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed