NL8103104A - Stansinrichting. - Google Patents

Stansinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8103104A
NL8103104A NL8103104A NL8103104A NL8103104A NL 8103104 A NL8103104 A NL 8103104A NL 8103104 A NL8103104 A NL 8103104A NL 8103104 A NL8103104 A NL 8103104A NL 8103104 A NL8103104 A NL 8103104A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
motor
signal
cutting
unit
voltage
Prior art date
Application number
NL8103104A
Other languages
English (en)
Other versions
NL189498C (nl
Original Assignee
Rengo Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rengo Co Ltd filed Critical Rengo Co Ltd
Publication of NL8103104A publication Critical patent/NL8103104A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL189498C publication Critical patent/NL189498C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D5/00Arrangements for operating and controlling machines or devices for cutting, cutting-out, stamping-out, punching, perforating, or severing by means other than cutting
    • B26D5/20Arrangements for operating and controlling machines or devices for cutting, cutting-out, stamping-out, punching, perforating, or severing by means other than cutting with interrelated action between the cutting member and work feed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D1/00Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
    • B26D1/01Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work
    • B26D1/12Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis
    • B26D1/25Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a non-circular cutting member
    • B26D1/26Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a non-circular cutting member moving about an axis substantially perpendicular to the line of cut
    • B26D1/30Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a non-circular cutting member moving about an axis substantially perpendicular to the line of cut with limited pivotal movement to effect cut
    • B26D1/305Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a non-circular cutting member moving about an axis substantially perpendicular to the line of cut with limited pivotal movement to effect cut for thin material, e.g. for sheets, strips or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D1/00Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
    • B26D1/56Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which travels with the work otherwise than in the direction of the cut, i.e. flying cutter
    • B26D1/565Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which travels with the work otherwise than in the direction of the cut, i.e. flying cutter for thin material, e.g. for sheets, strips or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26FPERFORATING; PUNCHING; CUTTING-OUT; STAMPING-OUT; SEVERING BY MEANS OTHER THAN CUTTING
    • B26F1/00Perforating; Punching; Cutting-out; Stamping-out; Apparatus therefor
    • B26F1/38Cutting-out; Stamping-out
    • B26F1/384Cutting-out; Stamping-out using rotating drums

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Perforating, Stamping-Out Or Severing By Means Other Than Cutting (AREA)
  • Control Of Cutting Processes (AREA)
  • Details Of Cutting Devices (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)
  • Controlling Rewinding, Feeding, Winding, Or Abnormalities Of Webs (AREA)

Description

Η . 7 N.O. 30257. 1
Stansinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een stansinrichting waarmee continu uitsneden worden gemaakt uit een lopende materiaalbaan zoals van golfvezelplaat, karton of metaalplaat in zogenaamde blanks of plano's van een gewenste vorm voor het produceren van dozen, blokken of derge-5 lijke.
De conventionele stansinrichtingen kunnen worden ingedeeld in twee typen, het roterende type en het vlakke plaattype, welke indeling gemaakt is aan de hand van de wijze van monteren van het blad. Het eerste type met een roterend blad heeft het voordeel van een hogere producti-10 viteit maar een slechtere snijnauwkeurigheid als gevolg van de slip tussen de materiaalbaan en de snijeenheid. Het laatste type heeft het voordeel van een eenvoudige montage van het blad op een vlakke plaat en een goede snijnauwkeurigheid. Om echter met een inrichting van het vlakke plaattype te kunnen snijden moet de materiaalbaan worden gestopt 15 boven een vast aanbeeld en daarna moet het vertikale beweegbare blad tegen de baan en het aanbeeld worden gedrukt. Een dergelijk intermitterend bedrijf leidt tot een slechte productiviteit.
De uitvinding heeft nu ten doel een stansinrichting te verschaffen waarmee de inherente voordelen van het vlakke plaattype worden gehand-20 haafd terwijl de nadelen worden overwonnen. Met andere woorden, de uitvinding heeft ten doel een stansinrichting te verschaffen waarmee een continu bedrijf mogelijk is zonder dat het nodig is om het materiaal voor de snijbewerking te stoppen zodat een hogere productiviteit kan worden bereikt. Aan deze doelstelling wordt voldaan door de stansin-25 richting zodanig te besturen dat een voldoende lengte van de materiaalbaan, geschikt voor het maken van een uitsnijding, wordt toegevoerd aan de snijeenheid die voorzien is van een blad en een aanbeeld, terwijl de snijeenheid een bedrijfscyclus uitvoert zodat tenminste gedurende de periode vanaf het begin van de snijbewerking tot aan de voltooiing er-30 van de snijeenheid synchroon wordt gehouden met de materiaalbaansnel-heid.
Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de volgende beschrijving waarin wordt verwezen naar de begeleidende figuren.
35 Figuur 1 toont een perspectief aanzicht van de gehele stansinrich ting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een vergroot vooraanzicht van de snijeenheid.
Figuur 3 toont een soortgelijk aanzicht van een variant van de 8103 104 2 snijeenheid.
Figuur 4 toont een blokschema van een eerste uitvoeringsvorm van een stuurschakeling volgens de uitvinding.
Figuur 5 toont een blokschema van een tweede uitvoeringsvorm.
5 Figuur 6 toont een blokschema van een derde uitvoeringsvorm.
Zoals te zien is in de figuren 1 en 2 wordt een lopende materiaal** baan 1 gesneden in zogenaamde blanks of plano door middel van een snij-eenheid die in zijn algemeenheid is aangeduid met het referentiecijfer 2. De snijeenheid 2 bevat een blad 3 en een aanbeeld 4, welke tegenover 10 elkaar geplaatst zijn met de materiaalbaan 1 ertussen, alsmede een overbrengings ** en krukmechanisme 5 voor het koppelen van het blad 3 met het aanbeeld 4. Stroomopwaarts van de snijeenheid 2 is een paar toe** voerrollen 6 aangebracht voor het toevoeren van de materiaalbaan 1 naar de snijeenheid 2.
15 De snijeenheid 2 zal in detail worden beschreven. Er zijn twee pa·* ren aangedreven assen 7a, 7b en 8a, 8b op afstand van elkaar aange-bracht, waarbij de assen 7a, 8a boven de materiaalbaan en de assen 7b, 8b onder de materiaalbaan zijn geplaatst. Hoofdtandwielen 9a, 9b zijn vast gemonteerd op de aangedreven assen 7a, 7b en aangedreven tandwie-20 len 10a, 10b zijn vast gemonteerd op de uiteinden van de aangedreven assen 8a, 8b. Op soortgelijke wijze zijn aandrijftandwielen 12 bevestigd aan de uiteinden van een aandrijfas 11. De andrijftandwielen 12 werken samen met de bovenste tandwielen 9a, 10a die op hun beurt samen-werken met de onderste tandwielen 9b, 10b.
25 Knikarmen 13a, 13b, 14a, 14b zijn respectievelijk gemonteerd op de uiteinden van de assen 7a, 7b, 8a, 8b. Het blad 3 en het aanbeeld 4 zijn aan een uiteinde ervan respectievelijk verbonden met de krukarmen 13a, 13b via de respectievelijke pennen 15. Aan hun andere uiteinde bezitten het blad en het aanbeeld elk een geleidingssleuf 16 die zich in 30 axiale richting uitstrekt en een glijelement 17 ontvangt dat draaibaar wordt ondersteund door de pen 15 op de respectievelijke krukarm 14a (14b). Het bovenoppervlak van het aanbeeld 4, dat naar het blad 3 is gericht, is gekromd. De krukarmen zijn zodanig ingesteld dat de krukarmen 13a, 13b niet in fase zullen bewegen met de krukarmen 14a, 14b.
35 Tijdens de rotatie van de assen 7a, 7b, 8a, 8b zal het punt waarop het blad 3 contact maakt met het aanbeeld 4 bewegen van het ene uiteinde naar het andere uiteinde en daarbij de materiaalbaan 1 doorsnijden.
Een eerste motor 18 voor het aandrijven van de snijeenheid 2 is gekoppeld met de aandrijfas 11. Met de eerste motor 18 is een 40 pulsgenerator PG^ verbonden voor het genereren van een pulssignaal 8103104 3 0A evenredig met de omwentelingshoek van de eerste motor en een ta-chogenerator 19 voor het genereren van een spanning Vp evenredig met de snelheid van de eerste motor.
De toevoerrollen 6 worden aangedreven door een tweede motor 21 via 5 een snelheid veranderende overbrenging 20. Ook de motor 21 is verbonden met een pulsgenerator PGg voor het genereren van een pulssignaal 0g evenredig met de omwentelingshoek van de motor 21 ewn een tachogenera-tor 22 voor het genereren van een spanning Vp evenredig met de snelheid van de motor 21.
10 Aangrezend aan de snijeenheid 2 is een voelereenheid 23 aange bracht welke de stand van de krukarm 13a aftast voor het afgeven van een detectiesignaal telkens wanneer de snijeenheid 2 een snijbewerking heeft voltooid. De voelereenheid 23 kan bestaan uit een piëzo-elektrische of magnetische eenheid of een eenheid van een ander type.
15 Figuur 3 toont een verder uitvoeringsvoorbeeld van de snijeenheid 2. Het aanbeeld 4 wordt ondersteund door de glijelementen 24, bijvoorbeeld uitgevoerd als rollen. Een stang 26 is met een uiteinde via een tang 25 scharnierend bevestigd aan een stationair onderdeel, bijvoorbeeld aan het machineframe (dat op zichzelf niet is getoond). De stang 20 26 heeft een sleuf 26a nabij zijn andere uiteinde en een verdere sleuf 26b ongeveer in het midden van zijn lengte. Een pen 27, bevestigd aan het aanbeeld 4 past verschuifbaar in de sleuf 26a en een pen 28 bevestigd aan het tandwiel 9b op een excentrische positie past verschuifbaar in de sleuf 26b. Tijdens de rotatie van de aandrijfas 11 zal het aan-25 beeld 4 heen en weer bewegen zodat het contactpunt tussen het blad 3 en het aanbeeld 4 zal bewegen van het ene uiteinde naar het andere uiteinde waarbij de baan 1 gesneden zal worden.
Een eerste uitvoeringsvorm van de stuurschakeling zal in het volgende aan de hand van figuur 4 worden beschreven. Deze uitvoeringsvorm 30 is bestemd voor het besturen van de motor 21 voor de toevoerrollen 6 zodanig dat ze synchroon met de snijeenheid 2 worden aangedreven.
In responsie op een snede-gereed-signaal van de voelereenheid 23 worden de waarden Lo en Bo, die ingesteld zijn in een insteleenheid 31, gelezen door een berekeningseenheid 32 welke tevens een pulssignaal 35 0a ontvangt van de pulsgenerator PG^ en een pulssignaal 0g van de pulsgenerator PGg en die met deze signalen de berekening Bo-Lo-0^+0g uitvoert. Het resultaat M van deze berekening, dat als digitaal signaal door de berekeningseenheid 32 wordt afgegeven wordt omgevormd tot een analoge foutspanning Vc door een digitaal/analoog-om-40 vormer 33. De waarde Lo is een waarde die evenredig is aan de lengte 8103 104 4 waarin de baan moet worden gesneden en Bo is een waarde evenredig met het aantal omwentelingen van de eerste motor 18, dat wil zeggen de afstand waarover de krukarm 13a beweegt tijdens een bewerkingscyclus van de snijeenheid 2.
5 Een frequentie/spanning-omvormer 34 vormt het pulssignaal 0^ om tot een referentiespanning evenredig aan de frequentie van het pulssignaal 0^· Een operationele versterker 35 ontvangt de referentiespanning V^ en de foutspanning Vq en geeft aan zijn uitgang het verschil Vo=V^-Vq tussen deze twee spanningen af.
10 In responsie op het snede-gereed-signaal van de voelereenheid 23 wordt een waarde Co, ingesteld in de insteleenheid 31, gelezen in de teller 36 welke van deze waarde Co het pulssignaal 0g aftrekt. Het resultaat M=Co-0g wordt als digitaal signaal afgegeven. De waarde Co is de vooringestelde waarde evenredig aan de hoek waarover de toevoer-15 rollen 6 draaien tijdens de periode vanaf het gereed zijn van de snede tot aan het stoppen ervan. De waarde Co wordt zodanig bepaald dat de belasting van de motor wordt geminimaliseerd. De waarde N wordt toegevoerd aan een digitaal/analoog-omvormer 37 die een stopspanning Vg afgeeft. Deze laatste spanning wordt ingesteld op een waarde gelijk aan 20 of groter dan de maximale waarde van de referentiespanning wanneer een snede-gereed-signaal is afgegeven. De stopspanning Vg wordt in een ingangskiezer 38 vergeleken met de referentiespanning teneinde een klemspanning Vg te verkrijgen die gelijk is aan de kleinste van de referentiespanning V^ en de stopspanning Vg. De ingangskiezer 38 25 kiest de hoogste van de klemspanning Vg en de verschilspanning Vo en geeft deze aan de uitgang af. Een snelheidsinstructie-eenheid 39 vergelijkt de spanning Vg van de ingangskiezer 38 met een terugkoppelspanning Vg van de tachogenerator 22 en als er enig verschil is dan wordt dit verschil opgeteld bij of afgetrokken van de spanning Vg teneinde 30 de motor 21 voor de toevoerrollen 6 via de motoraandrijfeenheid 40 te besturen.
Deze eerste uitvoeringsvorm van de stuurschakeling die in het bovenstaande is beschreven werkt als volgt!
Als de voelereenheid 23 een snede-gereed-signaal afgeeft bij of na 35 voltooiing van de snede, dan lezen de berekeningseenheid 32 en de teller 36 respectievelijk de waarden Lo en Bo, en Co en starten de berekening Bo-Lo-0^+0g respectievelijk Co-0g. De ingangskiezer 38 vergelijkt de verschilspanning Vo met de klemspanning Vg en geeft een spanning Vg af. De spanning Vg verschilt afhankelijk van het feit 40 of Bo-Lo groter dan 0 of kleiner dan 0 is.
8103104 Λ 5 1) Situatie waarin Bo-Lo ^ 0
Als het snede-gereed-signaal is afgegeven dan is het signaal M van de berekeningseenheid 32 negatief (omdat Bo-Lo ^ 0 en en 0g ge-lijk aan 0 zijn) en is het foutsignaal Vq negatief. Daarom zal de 5 verschilspanning Vo=V^*V(; hoger zijn dan de referentiespanning V^· Omdat ook de stopspanning Vg ingesteld is op een waarde die hoger is dan de maximale waarde van de referentiespanning op het tijdstip waarop het snede-gereed-signaal wordt afgegeven, zal de klem-spanning Vg gelijk zijn aan de referentiespanning V^. Daarom zal de 10 ingangskiezer 38 de verschilspanning Vo kiezen en aan de uitgang afgeven, zodat de motor 21 voor de toevoerrollen altijd zal worden aangedreven met de verschilspanning Vo.
2) Situatie waarin Bo-Lo > 0.
Als het snede-gereed-signaal is afgegeven dan is het signaal M van 15 de berekeningseenheid 32 positief omdat Bo-Lo > 0 en 0^ en 0B nog steeds gelijk aan 0 zijn. Ook de foutspanning Vq is dus positief.
Daarom zal de verschilspanning Vo=V^-Vq kleiner zijn dan de referentiespanning V^· Omdat de klemspanning Vg dan gelijk zal zijn aan de referentiespanning kiest de ingangskiezer 38 deze referentiespan-20 ning. De tweede motor 21 zal dus worden aangedreven door de referentiespanning V^. Na verloop van tijd zal de inhoud N=Co-0g van de teller 36 en daarmee de stopspanning Vg afnemen totdat deze laatste kleiner wordt dan de referentiespanning V^. Op dat moment zal de klemspanning Vg gelijk worden aan de stopspanning Vg en niet meer 25 gelijk zijn aan de referentiespanning V^. Omdat de ingangskiezer 38 nu de stopspanning Vg kiest zal de tweede motor 21 worden vertraagd.
Dit leidt tot een vertraging van het pulssignaal 0g van de pulsgenerator PGg en derhalve tot een vermindering van het signaal M=Bo-Lo-0^+0g van de berekeningseenheid. Daarom zal de foutspanning 30 Vq geleidelijk afnemen zodat de verschilspanning Vo=V^-Vq zal toenemen. Als de verschilspanning Vo niet positief wordt voordat de stopspanning Vg gelijk aan 0 wordt, dan zal de tweede motor 21 stoppen wanneer Vg gelijk aan 0 wordt, maar ze zal opnieuw worden gestart en worden aangedreven door de verschilspanning Vo vanaf het moment dat 35 Vo positief wordt. Als de verschilspanning Vo gelijk wordt aan of groter wordt dan de stopspanning Vg voordat Vg gelijk aan 0 wordt, dan zal de tweede motor 21 worden aangedreven door Vo vanaf het moment dat Vo gelijk wordt aan Vg.
De in het bovenstaande beschreven stuurschakeling verzekert dat, 40 wanneer de tweede motor 21 wordt bestuurd door de verschilspanning Vo, 8103104 6 de toevoerrollen 6 die worden aangedreven door de tweede motor 21 zodanig worden bestuurd dat ze synchroon lopen met de snijeenheid 2. In dat geval zijn M en daarmee Vq gelijk aan 0. De reden daarvoor zal in het onderstaande worden beschreven.
5 Als de snijeenheid 2 met een hogere snelheid loopt dan de toevoer rollen 6, dan zal het pulssignaal 0^ groter zijn dan het pulssignaal 0jj, zodat het resultaat van de berekening M=Bo-Lo-0^+0g en derhalve het foutsignaal Vq kleiner zal zijn dan 0. Daarom zal de verschilspanning Vo groter zijn dan de referentiespanning en wel met 10 een waarde Vq (Vo=V^(-iVc| ) =V^+|Vcl ). Als gevolg daarvan zullen de toevoerrollen 6 worden versneld en het pulssignaal 0B zal toenemen zodat het signaal M terug zal keren naar 0. De toevoerrollen 6 worden op dat moment teruggebracht in synchronisatie met de snijeenheid 2.
15 Als vervolgens de snijeenheid 2 met een lagere snelheid loopt dan de toevoerrollen 6 dan zal het pulssignaal 0^ kleiner zijn dan 0B, zodat M en daarmee Vq groter zullen zijn dan 0. Daarom zal het ver-schilsignaal Vo=V^-Vf; van de operationele versterker 32 kleiner zijn dan de verschilspanning V^. Als gevolg daarvan zullen de toe-20 voerrollen 6 worden vertraagd. Daardoor wordt het pulssignaal 0B vertraagd zodat M=Bo-Lo-0^+0B op 0 wordt gehouden. Daardoor worden de toevoerrollen 6 teruggebracht tot synchronisatie met de snijeenheid 2.
Als de snijeenheid 2 een snijbewerking heeft beëindigd en daarbij in synchronisatie is gehouden met de toevoerrollen, dan wordt een vol-25 gend snede-gereed-signaal afgegeven door de voelereenheid 23 en het stuurstelsel zal beginnen met de volgende snijcyclus.
Figuur 5 toont een andere uitvoeringsvorm van de stuurschakeling waarin de motor 18 voor de snijeenheid 2 wordt bestuurd in relatie tot de motor 21 voor de toevoerrollen 6.
30 De stuurschakeling uit figuur 5 verschilt van die van figuur 4 doordat de teller 36 het pulssignaal 0^ en niet het pulssignaal 0B ontvangt voor het uitvoeren van de berekening Co-0^, terwijl verder de frequentie/spanning-omvormer 34 het pulssignaal 0B en niet het signaal 0A ontvangt, terwijl verder de snelheidinstructie-eenheid 39 35 een terugkoppelsignaal VF van de tachometer 19 en niet van de tachometer 22 ontvangt. Verder ontvangt de berekeningseenheid 32 de signalen 0A en 0B op verschillende aansluitingen en wordt de berekening Lo-Bo-0g+0^ uitgevoerd en de motoraandrijfeenheid 40 stuurt de eerste motor 18 en niet de tweede motor 21. In deze modus is Co een vooraf 40 ingestelde waarde evenredig met de hoek waarover de krukarm draait tij- 8103 104 7 dens de periode vanaf voltooiing van de snede tot aan het stoppen ervan.
De tweede uitvoeringsvorm van de stuurschakeling werkt als volgt:
In responsie op het snede-gereed-signaal van de voelereenheid 23 5 lezen de berekeningseenheid 32 en de teller 36 de waarden Lo en Bo respectievelijk Co en starten de berekening Lo-Bo-0p+0^ respectievelijk Co-0^· De ingangskiezer 38 vergelijkt de verschilspanning Vo met de klemspanning Vp teneinde een signaal Vg af te geven dat verschilt afhankelijk van het feit of Lo-Bo < 0 of Lo-Bo 0.
10 1) Situatie waarin Lo-Bo < 0.
Op het moment dat het snede-gereed-signaal wordt gegeven is het signaal M negatief (omdat Lo-Bo < 0, en omdat 0^ en 0p gelijk zijn aan 0) en is ook het foutsignaal Vq negatief. Daarom zal de verschilspanning Vo=V^~Vq hoger zijn dan de referentiespanning V^· Omdat 15 de klemspanning Vp gelijk is aan de referentiespanning zal de motor 18 voor de snijeenheid altijd worden bestuurd door de verschilspanning Vo.
2) Situatie waarin Lo-Bo 0.
Op het tijdstip dat het snede-gereed-signaal wordt gegeven is het 20 signaal M en daarmee ook het foutsignaal Vq positief. Daarom zal het verschilsignaal Vo=V^-Vq lager zijn dan de referentiespanning V^.
Omdat de klemspanning Vp gelijk is aan de referentiespanning V^ selecteert de ingangskiezer 38 de referentiespanning. De motor 18 voor de snijeenheid zal dus worden aangedreven door de referentiespanning 25 V^. Als de tijd verstrijkt dan zal de inhoud N=Co-0^ van de teller 36 en daarmee ook de stopspanning Vp afnemen totdat deze laatste kleiner wordt dan de referentiespanning V^. Nu zal de klemspanning Vp gelijk worden aan de stopspanning Vp in plaats van V^. Omdat de ingangskiezer 38 de stopspanning Vp kiest zal de motor 18 voor de 30 snijeenheid worden vertraagd. Dit zorgt voor een vertraging van de puls 0^ van de pulsgenerator PG^ en dus van het signaal M=Lo-Bo-0p+0A van de berekeningseenheid. Daarom zal de foutspanning V(j geleidelijk aan afnemen en derhalve zal de verschilspanning Vo=Wa"^c toenemen. Als de verschilspanning Vo niet positief wordt 35 voordat de stopspanning Vp gelijk wordt aan 0 dan zal de motor 18 stoppen wanneer Vp gelijk aan 0 wordt, maar zal opnieuw worden gestart en worden aangedreven door de verschilspanning Vo vanaf het moment dat Vo positief wordt. Als de verschilspanning Vo gelijk wordt aan of groter wordt dan de stopspanning Vp voordat Vp gelijk aan 0 40 wordt, dan zal de motor 18 wor- den bestuurd door de verschilspanning 8103 104 8
Vo vanaf het moment dat Vo gelijk is geworden aan Vg.
De bovengenoemde stuurschakeling verzekert dat als de motor 18 wordt bestuurd door de verschilspanning Vo, dan zal de snijeenheid 2 die door de motor 18 wordt aangedreven zodanig worden bestuurd dat ze 5 synchroon werkt met de toevoerrollen 6. In dat geval zijn M en daarmee Vq gelijk aan 0. De reden daarvoor zal in het volgende worden beschreven.
Als de toevoerrollen 6 met een hogere snelheid lopen dan de snijeenheid 2 dan zal het pulssignaal 0g groter worden dan het pulssig-10 naai 0^, zodat het resultaat van de berekening M=Lo-Bo-0g+0^ en daarmee het foutsignaal Vq kleiner zal zijn dan 0. Daarom zal de verschilspanning Vo groter zijn dan de referentiespanning V^ en wel met de foutspanning Vp (Vo=Va-(- I VcI )=V^+|Vc| ). Het gevolg daarvan is dat de snijeenheid 2 zal worden versneld zodat het pulssignaal 0^ 15 zal toenemen tot het signaal M weer gelijk aan 0 is geworden. Het resultaat is dat de snijeenheid op dat moment weer terug is in synchronisatie met de toevoerrollen 6.
Als de toevoerrollen 6 met een lagere snelheid lopen dan de snijeenheid 2 dan zal het pulssignaal 0g kleiner worden dan 0^, zodat 20 het signaal M en daarmee Vq groter worden dan 0. Daarom zal de verschilspanning Vo=V^-Vq kleiner worden dan de referentiespanning V^. Als gevolg daarvan zal de snijeenheid worden vertraagd. Daardoor wordt het pulssignaal 0^ vertraagd zodat M=Lo-Bop-0g+0^ op 0 gehouden zal worden. Daardoor wordt de snijeenheid teruggebracht in syn-25 chronisatie met de toevoerrollen 6.
Figuur 6 toont een verdere uitvoeringsvorm van de stuureenheid waarin ofwel de motor 18 voor de snijeenheid ofwel de motor 21 voor de toevoerrollen kan worden bestuurd in relatie tot de andere motor. In deze uitvoeringsvorm is een kiezereenheid aanwezig voor het kiezen van 30 de besturingsmodus, dat wil zeggen ofwel de modus van figuur 4, ofwel die van figuur 5. De ingangssignalen naar de berekeningseenheid 32, de frequentie/spanning-omvormer 34, de teller 36 en de snelheidinstruc-tie-eenheid 39 en de te besturen motor kunnen worden gekozen door middel van een kiezerschakelaar 41.
35 De pulssignalen 0g of 0^ worden toegevoerd aan de berekenings eenheid 32 en aan de teller 36 respectievelijk via het contact A^ of Bi van de kiezerschakelaar 41. Het pulssignaal 0^ of 0g wordt toegevoerd aan de berekningseenheid 32 en aan de frequentie/spanning-omvormer 34 via het contact A2 respectievelijk B2· Aan de 40 snelheidinstructie-eenheid 39 wordt het signaal van de tachogenerator 8103 104 9 19 of 22 toegevoerd via het contact B3 respectievelijk A3. Het signaal van de motoraandrijfeenheid 40 wordt toegevoerd aan de motor 18 of aan de motor 21 respectievelijk via het contact B4 of A4. Op de kiezerschakelaar 41 zijn de contacten A^, A2, A3 en A4 met el-5 kaar gekoppeld. Ook zijn de contacten Bj_, B2, B3 en B4 met elkaar gekoppeld.
Als de contacten A of B van de schakelaar 41 worden gekozen dan zal de stuurschakeling uit figuur 6 op dezelfde wijze werken als respectievelijk de eerste of tweede uitvoeringsvorm.
10 Alhoewel in de tweede uitvoeringsvorm het pulssignaal wordt toegevoerd vanaf de pulsgenerator PGg kan ook de werkelijke materi-aalbaansnelheid worden opgenomen door een meetwiel dat aangebracht is tussen de toevoerrollen en de snijeenheid, zodanig dat het onder invloed van de wrijving met de materiaalbaan in rotatie komt.
15 In de bovengenoemde stuurschakeling worden de waarden Lo en Bo zo danig bepaald dat de snijeenheid in synchronisatie zal worden gebracht met de materiaalbaansnelheid op zijn laatst voordat de volgende snijbe-werking wordt gestart.
Alhoewel in de voorkeursuitvoeringsvorm de snijeenheid 2 direct 20 wordt aangedreven door de motor 18 kan ze ook via snelheid wijzigende middelen, zoals een universele koppeling of iets dergelijks worden aangedreven teneinde een meer nauwkeurige snijbewerking te verzekeren. Ook kan een andere voelereenheid voor het aftasten van de start van de snijbewerking worden gebruikt. Verder kan een snelheidscompensator wor-25 den aangebracht voor of na de frequentie/spanning-omvormer 34 voor het bereiken van een nog nauwkeuriger snijbewerking.
De uitvinding verschaft een stansinrichting of met behulp van een stempel werkende snijinrichting met een hogere productiviteit en met handhaving van de voordelen van een dergelijke inrichting van het vlak-30 ke plaattype, dat wil zeggen het gemakkelijk monteren van het blad en een hoge snijnauwkeurigheid.
8103 104

Claims (6)

1. Een stansinrichting voor het stansen van een lopende materiaal-baan in zogenaamde blanks of plano's van gewenste vorm, gekenmerkt door 5 snijmiddelen met een blad en een aanbeeld, tegenover elkaar ge plaatst met de materiaalbaan daartussen verlopend, en koppel- en trans-missiemiddelen voor het aandrijven van het genoemde blad en het genoemde aanbeeld in gekoppelde relatie op zodanige wijze dat het blad in contact zal komen met het aanbeeld op een punt dat beweegt van het ene 10 uiteinde naar het andere uiteinde, toevoerrollen voor het toevoeren van de genoemde materiaalbaan naar de snijmiddelen, een eerste motor voor het aandrijven van genoemde snijmiddelen, een tweede motor voor het aandrijven van de genoemde toevoerrol- 15 len, stuurmiddelen voor het besturen van ofwel de eerste motor ofwel de tweede motor in relatie tot de andere motor zodanig dat een voldoende lengte van de materiaalbaan geschikt voor het uitvoeren van een snijbe-werking zal worden toegevoerd aan de genoemde snijmiddelen gedurende 20 een volledige bewerkingscyclus van de genoemde snijmiddelen zodat de snijmiddelen synchroon worden gehouden met de materialbaansnelheid tenminste gedurende de periode vanaf het begin van de snijbewerking tot aan het einde ervan.
2. Stansinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 25 stuurmiddelen de eerste motor besturen in relatie tot de tweede motor.
3. Stansinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen de tweede motor besturen in relatie tot de eerste motor.
4. Stansinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat kie-zermiddelen aanwezig zijn voor het kiezen van de motor die door de 30 stuurmiddelen wordt bestuurd.
5. Stansinrichting volgens een der conclusies 2 tot en met 4, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen voorzien zijn van: een eerste transducenteenheid voor het genereren van pulsen (0^) waarvan het aantal evenredig is met de hoek waarover de eerste motor is 35 geroteerd; een tweede transducenteenheid voor het genereren van pulsen (0B) waarvan het aantal evenredig is met de lengte van de toegevoerde materiaalbaan; omvormermiddelen voor het omvormen van de genoemde pulsen van de 40 eerste of tweede transducentmiddelen tot een referentiespanningssignaal 8103 104 4 .V instelmiddelen voor het instellen van een eerste waarde (Lo) evenredig met de lengte waarin de materiaalbaan moet worden gesneden en een tweede waarde (Bo) evenredig met het aantal omwentelingen van de eerste motor gedurende een bedrijfscyclus van de genoemde snijmiddelen, 5 een voelereenheid voor het afgeven van een signaal telkens wanneer een snijbewerking door de snijmiddelen is voltooid, een berekeningseenheid welke de eerste en tweede waarden van de instelmiddelen ontvangt in responsie op het signaal van de genoemde voelereenheid, welke berekeningseenheid een berekening uitvoert die 10 wordt uitgedrukt door ofwel Bo-Lo-0^+0g ofwel Lo-Bo-0g+0^ teneinde een signaal te verkrijgen evenredig met het resultaat van de berekening, verschil bepalende middelen welke het signaal van de berekeningseenheid aftrekken van de referentiespanning van de omvormermiddelen 15 teneinde een signaal te verkrijgen dat evenredig is met het betreffende verschil, een ingangskiezereenheid voor het kiezen van het hoogste signaal van het signaal van de omvormermiddelen en het signaal van de genoemde verschil bepalende middelen, en 20 motorstuurmiddelen die reageren op het signaal van de ingangskie- zermiddelen voor het besturen van de tweede of eerste motor.
6. Stansinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een derde waarde (Co) instellen evenredig met het aantal omwentelingen van de tweede of eerste motor gedurende de periode vanaf 25 de voltooiing van de snijbewerking tot aan de stop van de genoemde eerste of tweede motor en de stuurmiddelen verder voorzien zijn van een tellereenheid welke de genoemde derde waarde ontvangt in responsie op het signaal van de voelereenheid teneinde de berekening Co-0g of Co-0^ uit te voeren teneinde een stopspanningssignaal (V3) te ver-30 krijgen welk stopspanningssignaal wordt vergeleken met het referentie-spanningssignaal en de genoemde ingangskiezermiddelen het hoogste van de signalen van de verschilbepalende middelen en het stopspanningssignaal, vergeleken met het referentiespanningssignaal, kiezen. ******************** 8103 104
NLAANVRAGE8103104,A 1980-07-01 1981-06-26 Stansinrichting. NL189498C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP9135880 1980-07-01
JP9135880A JPS5715699A (en) 1980-07-01 1980-07-01 Puncher

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8103104A true NL8103104A (nl) 1982-02-01
NL189498C NL189498C (nl) 1993-05-03

Family

ID=14024156

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8103104,A NL189498C (nl) 1980-07-01 1981-06-26 Stansinrichting.

Country Status (13)

Country Link
JP (1) JPS5715699A (nl)
AT (1) AT382338B (nl)
AU (1) AU538016B2 (nl)
CA (1) CA1173938A (nl)
CH (1) CH644052A5 (nl)
DE (1) DE3125770C2 (nl)
FR (1) FR2485980B1 (nl)
GB (1) GB2078593B (nl)
IT (1) IT1137980B (nl)
NL (1) NL189498C (nl)
NZ (1) NZ197502A (nl)
SE (1) SE444282B (nl)
ZA (1) ZA814226B (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4453436A (en) * 1980-09-03 1984-06-12 Rengo Co., Ltd. Die cutter and process for die cutting
FR2543881B1 (fr) * 1983-04-06 1986-03-07 Alexandre Joseph Dispositif pour la perforation ou le predecoupage en continu de feuilles, films, gaines ou bandes de matiere plastique ou autres
US4767393A (en) * 1983-07-22 1988-08-30 Smith Edwin K High speed platen-type die cutter
SE450224B (sv) * 1985-10-21 1987-06-15 Roy Soderqvist Mekaniska Verks Skeranordning
IT1197525B (it) * 1986-10-30 1988-11-30 Sa Li Co Snc Cesoia a ghigliottina,in specie per nastri continui,in movimento con lame traslanti l'una verso l'altra parallelamente a se stesse su traiettorie circolari
GR1000649B (el) * 1988-06-27 1992-09-11 Sa Li Co Snc Μηχανημα κοπης υπο μορφην λαιμητομου,για συνεχεις ιδιως ταινιες,με λεπιδες που μετατοπιζονται παραλληλα η μια προς την αλλη επι κυκλικων τροχιων, ωστε να δημιουργειται μια διαταξη τομης τυπου ψαλιδιου.
AT400545B (de) * 1994-03-18 1996-01-25 Boehler Ybbstalwerke Verfahren und stanzeinrichtung zur herstellung von schneidlinien mit ausnehmungen
CH689449A5 (de) * 1994-08-12 1999-04-30 Grapha Holding Ag Verfahren zum Beschneiden von flachen Druckprodukten laengs einer vorgegebenen Schnittlinie.
DE19549618C2 (de) * 1995-10-27 2001-09-06 Windmoeller & Hoelscher Saugersteuerung II
AU2003902201A0 (en) * 2003-05-08 2003-05-22 Weeks Peacock Quality Homes Pty Ltd Rotary on-the-fly tooling system
EP2487014A1 (de) * 2011-02-10 2012-08-15 Hunkeler AG Verfahren und Vorrichtung zum Stanzen bzw. Perforieren von sich bewegenden Materialbahnen
CN111531644A (zh) * 2020-05-09 2020-08-14 廊坊纽特科技有限公司 一种可无线传输的模切机用压力显示装置
CN115107106B (zh) * 2022-06-28 2024-06-18 中融飞腾(北京)科技有限公司 一种用于卫星式圆刀模切机的模切模具在线调整装置及方法

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1938725A (en) * 1932-10-13 1933-12-12 Harris Seybold Potter Co Cutting and creasing machine
DE1552619A1 (de) * 1966-04-28 1970-04-09 Hallden Machine Company Fliegende Presse
NL7506711A (nl) * 1974-06-07 1975-12-09 Rengo Co Ltd Strookafsnijbesturingssysteem.
US4104723A (en) * 1975-07-21 1978-08-01 Rengo Kabushiki Kaisha (Rengo Co., Ltd) Method of controlling web cutting

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1088332B (de) * 1958-02-20 1960-09-01 Etudes De Machines Speciales Flachschneidpresse, insbesondere fuer Zuschnitte aus Pappe
JPS53145183A (en) * 1977-05-24 1978-12-18 Rengo Co Ltd Punching device

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1938725A (en) * 1932-10-13 1933-12-12 Harris Seybold Potter Co Cutting and creasing machine
DE1552619A1 (de) * 1966-04-28 1970-04-09 Hallden Machine Company Fliegende Presse
NL7506711A (nl) * 1974-06-07 1975-12-09 Rengo Co Ltd Strookafsnijbesturingssysteem.
US4104723A (en) * 1975-07-21 1978-08-01 Rengo Kabushiki Kaisha (Rengo Co., Ltd) Method of controlling web cutting

Also Published As

Publication number Publication date
NL189498C (nl) 1993-05-03
AT382338B (de) 1987-02-10
ZA814226B (en) 1982-07-28
IT1137980B (it) 1986-09-10
NZ197502A (en) 1983-12-16
DE3125770C2 (de) 1985-07-25
JPS5715699A (en) 1982-01-27
FR2485980A1 (fr) 1982-01-08
FR2485980B1 (fr) 1986-04-25
GB2078593B (en) 1983-05-11
SE444282B (sv) 1986-04-07
CA1173938A (en) 1984-09-04
SE8104094L (sv) 1982-01-02
AU7239981A (en) 1982-01-07
CH644052A5 (fr) 1984-07-13
GB2078593A (en) 1982-01-13
IT8122644A0 (it) 1981-06-30
AU538016B2 (en) 1984-07-26
DE3125770A1 (de) 1982-04-29
ATA288281A (de) 1986-07-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8103104A (nl) Stansinrichting.
US4020406A (en) Web cutting control system
US5152205A (en) Rotary shear
DE102009003240B4 (de) Verfahren zur Korrektur einer Schräglage eines aus einem Falzwalzenspalt eines Längsfalzapparates austretenden Produktes und Längsfalzapparat
US4245538A (en) Process and apparatus for cutting portions out of a web of material
US4232859A (en) Blank feeding apparatus
CA1158543A (en) Die cutter and process for die cutting
US9701498B2 (en) Corrugated paperboard sheet feeding apparatus
CN1095713C (zh) 轧制带钢横向剪断用的高速剪切机
NL8002766A (nl) Ponsmachine.
DE4428593A1 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Messen und Regulieren der Spannung einer Bahn in dem Trichterbereich eines Falzapparates für eine Druckmaschine
EP0458340A2 (en) Slitterscorer
US5800327A (en) Paper cutting device in a paper folding apparatus for a form printing machine and paper cutting method therein
US3267781A (en) Method and apparatus for presetting material consuming machines to adjust product parameters
JP2801744B2 (ja) チョッパブレード動作時期自動制御方法及びその装置
US4221145A (en) Running web cutting machine
US6606944B1 (en) Device and method for determining a signature lap
US5611246A (en) Variable angular velocity coupling for reciprocating devices
US5562009A (en) Chopper and corner rounder for a web material
US4114079A (en) Rotary cutter drive control with electric motor
CA2426971C (en) Method and device for adjusting the degree of engagement of a tool with a web of material running past it
EP0924151A2 (en) Paper web folding and cutting apparatus
CA2122671C (en) Document folding machine employing a flap
USRE30628E (en) Web cutting control system
EP0281202B1 (en) Device for perforating cross-wise a strip

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19980101