NL8102860A - Tussenlaagkorf. - Google Patents

Description

Jtf/30·294-tM/f.

| Tussenlaagkorf.

i .

De onderhavige uitvinding betreft een tus- i 1 I senlaagkorf met een gatenbodem, zijwanden en een onderbodem ! met evenwijdig aan elkaar lopende, van elkaar gescheiden, ten minste gedeeltelijke troggen, waarvan de buitenvlakken I 5 voor het ondersteunen van dakvormige verpakkingsbovendelen dienen.

Er zijn tussenlagen voor éénmalig gebruik tussen gestapelde groepen van houders of tubes bekend. Deze tussenlagen kunnen niet worden gecombineerd met andere hou-!ΙΟ· ders, in het bijzonder normkratten. Deze tussenlagen dienen voor het stapelen van houders of tubes, die een speciale vorm hebben, in het bijzonder een dakvorm met verticaal verlopend geveldeel. Een combinatie met andere producten, namelijk die welke in kratten worden gestapeld, is echter :15 met deze tussenlagen niet mogelijk (Zwitsers octrooischrift ! 52Q.040).

De onderhavige uitvinding beoogt een tussen-jiiet laagkorf te verschaffen, die-alleen het stapelen van groepen i van houders of tubes, die de genoemde dakvorm bezitten, moge-!20 lijk maakt, maar die tevens een verbinding met normkratten toelaat, dus een mogelijkheid biedt, de korven op kratten te leggen, resp. daarop te stapelen.

Hiertoe is de tussenlaagkorf volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat voor het stapelbaar opzetten 25 van het opzetstuk op een krat de troggen resp. trogdelen i i aan hun zijdelingse einden uitsnijdingen bezitten om het i j .

| i stapelen van de tussenlaagkorf op kratten mogelijk te maken.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding I wordt hierna aan de hand van de tekening toegelicht.

!30 Fig. 1 is een perspectivische afbeelding in bovenaanzicht van een tussenlaagkorf met weggesneden delen,

Fig. 2 is een doorsnede I-I door de tussenlaagkorf. volgens fig. l.

35 Fig, 3 toont het bovendeel van een krat, waarop de tussenlaagkorf van fig. 1 kan worden gestapeld .

| Fig. 4 is een uitsnijding uit een stapel van ........j tussenlaagkorven met vloeistofbevattende blokvormige houders 81 02 8 6 0 -2- ' met afsluiting in de vorm van een schuin dak en met vlakke ! bodem.

Fig. 5 is een onderaanzicht van de tus-senlaagkorf van fig. 1.

| 5 In fig. 1, 2 en 4,5 is een tussenlaag- | korf 1 afgebeeld. Deze bezit een gatenbodem 3 met vierkante gaten 4 en onderste verstijyingsribben 5. De gatenbodem 3 is ingeperst op een buitendeel met een onderbodem 7, die bestaat uit troggen 8, die door steunvouwen 9 van elkaar 10 gescheiden zijn. De troggen 8 zijn aan hun beide langseinden voorzien van uitsnijdingen 11, zodat de kortere bodemdelen tussen de wanden van normale kratten 25 passen. Om de onderbodem 7 zijn zijwanden 14, 15, 16 en 17 aangebracht. De boven de onderbodem 7 liggende zijwanddelen zijn aan de twee smalle 15 zijwanden 15 en 16 voorzien van sleuven 19, terwijl de middens van deze zijwanden 15 en 16 uitsparingen 20 hebben, die als handgrepen dienen. De beide zijwanden 15 en 16 zijn verder van versterkingsribben als opleggingen 22 voorzien.

In de langszijwanden 14 en 17 zijn eveneens uitsparingen, |20 die als handgrepen dienen aangebracht, zodat de tussenlaag-| korf ook aan zijn langszljden kan worden gegrepen. Dit maakt het mogelijk de korf 1 aan de smalle zijden danwel aan de | langszljden aan te vatten, hetgeen het inpakken in overeenkomstige normale kratten 25 van 400. x 300 resp. 400 x 600 mm 25 vergemakkelijkt.

| | Aan de beide einden van de onderbodem 7 is telkens een halve trog 12 aangebracht. De troffen 8 en I 12 zijn zijdelings open om een onberispelijke reiniging te | i waarborgen. Belangrijk is verder, dat de tussenlegkorven 1 I 30. door lucht worden doorspoeld, zodat mogelijk condenswater aan de houders 27 onmiddellijk kan afdruipen resp. verdam- : ί * pen,, waardoor beschadiging van de verpakking vermeden wordt, j De beschreven tussenlaagkorf maakt niet alleen het opstapelen van houders mogelijk, maar ook het 35 combineren met normkratten 25, hetgeen zijn toepassingsmoge-* lijkheid belangrijk vergroot, i ί 81 0 2 8 6 0

Claims (4)

1. 2. Tussenlaagkorf volgens conclusie 1, m e t h e t kenmerk, dat de zijwanden (14-17) die zich. boven en onder de gatenbodem (3) uitstrekken, opleggingen (22) hebben om de korf op de bovenranden van de I krat (251 te kunnen leggen.
2. 3. Tussenlaagkorf vólgens conclusie 1, met het kenmerk, dat boven de gatenbodem (3) uitstekende zijwanddelen zijn voorzien van uitsparingen, bijvoorbeeld sleuven (19), die dienen om lege: korven te Stapelen.
3. 4. Tussenlaagkorf volgens conclusie 1, met het k e n m e r k, dat zijwanden, bij voorkeur alle vier zijwanden (14-17) zijn voorzien van uitsparingen (20) om handgrepen te vormen.
4. 5. Tussenlaagkorf volgens conclusie 1, 25 met het k e n m e r k, dat de troggen (8) resp. trogdelen (12) aan beide zijden open zijn om het reinigen te : vergemakkelijken, 81 02 8 6 0 I :