NL8102718A - Inrichting en werkwijze voor de menging van stoffen. - Google Patents

Description

. - * -1“ 21892/CV/tl

Korte Aanduiding: Inrichting en werkwijze voor de maging van stoffen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor de gelijktijdige geregelde niet indringende menging van een aantal stoffen 5 in afzonderlijke houders en meer in het bijzonder voor de automatische menging van stoffen gepaard gaand aan de werking van automatische analytische inrichtingen.

In de techniek is een grote variëteit van mengapparatuur en werkwijzen bekend,waarbij indringend wordt gewerkt,dat wil zeggen door onderdompe-10 ling van mechanische middelen,zoals schoepen of roerorganen,in de te mengen stoffen. Dergelijke bekende menginrichtingen en werkwijzen zijn bijvoorbeeld in de momenteel gebruikte automatische monster analysche inrichtingen of systemen,waarbij bepaalde reagens worden gebruikt,in het geheel niet tevredenstellend in het gebruik. Meer in het bijzonder kunnen 15 dergelijke indringende mengorganen werken om: a) onderlinge vervuiling te veroorzaken tussen monsters door een rest van een voorgaand monster,dat achterblijft op het mengorgaan,in te brengen in een volgend monster; b) verdunning veroorzaken van de monsters door inbrengen van de 20 rest van een of andere op het mengorgaan achterblijvende wasvloeistof volgend op het wassen van het mengorgaan,zoals bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooi 3.134.263 ; en/ of c) de onderlinge kwetsbare chemische reactie verstoren door een mechanisch in conflikt komen daarmee en dus de nauwkeurigheid van de ana- 25 lyse resultaten nadelig beïnvloeden.

Aangezien verder bepaalde automatische analyse inrichtingen het continu mengen vemsen van een aantal monster/reagenscombinatie?welke zich bevinden in afzonderlijke open houders,die worden ondersteund op een stapsgewijs verdraaibare draaitafel zal de werkzame toepassing van een 30 aantal indringende mengorganen onpraktisch blijken te zijn.

Ofschoon verder een aantal van niet indringende mengapparaten en werkwijzen bekend zijn in de techniek voor het bewerkstelligen van het mengen van stoffen door het inbrengen van een of meer bewegingen van de houder zijn deze bekende inrichtingen en werkwijzen voor zover bekend 35 geen van allen geschikt voor toepassing bij geautomatiseerde analytische inrichtingen. Zo zal het bijvoorbeeld met betrekking tot de verfmengin- 81 02 7 1 8 η * % -2- 21892/CV/tl richting en werkwijze zoals beschreven in het Amerikaanse octrooi 3.542.-344 duidelijk zijn,dat de toepassing hiervan beperkt is op gesloten houders,welke met de hand moeten worden geplaatst op en verwijderd van de menginrichting en dus ongeschikt voor gebruik in de continteen gelijk-5 tijdige menging van een aantal open onafhankelijke monsterhouders,die worden ondersteund op een stapsgewijs verdraaibare draaitafel. Op soortgelijke wijze is de in het Amerikaanse octrooischrift 4.007.011 beschreven behandelingsinrichting,ofschoon betrekkiig hebbende op een stapsgewijs verdraaibare draaitafel,welke een aantal onafhankelijke monsterhouders 10 ondersteunt 'slechts werkzaam voor het intermitterend heen en weer bewegen van de draaitafel en dus win de houders bij de beëindiging van iedere verstelhandeling. Het daaruit resulterende mengeffect is minder dan tevredenstellend voor gebruik in geautomatiseerde analytische inrichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deeltjes omvattend reagens, 15 zoals beoogd bij een toepassing van de huidige uitvinding.

De in het Amerikaanse octrooi 3.528.544 beschreven werkwijze voor het inspecteren van vloeistof omvat verder het gebruik van een verstelbare draaitafel waarop een aantal gesloten ampullen draaibaar zijn opgesteld en discontinu en op een uitgekozen groepbasis worden gedraaid met behulp 20 van een aantal bandvormige aandrijforganen in verschillende richtingen en met verschillende snelheden. De discontinuïteit in de draaiing gekoppeld met de gecompliceerdheid van het aantal riemvormige aandrijforganen en de constructies voor het vasthouden en ondersteunen van de ampullen maakt ook deze inrichting minder dan tevredenstellend voor gebruik in een auto-25 matische analyse inrichting van de hierboven beschreven aard.

Het is dan ook een oogmerk van de uitvinding een nieuwe en verbeterde inrichting én werkwijze te verkrijgen voor de geregelde,niet indringende menging van deeltjes stoffen in een continue wijze met een vloeibaar medium.

30 Een verder oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van een in richting en wedwijze welke in het bijzonder is aangepast en geschikt voor gebruik in samenhang met geautomatiseerde analytische inrichtingen welke de continue gelijktijdige menging vereisen van een of meer deeltjes omvattende stoffen of reagens in een vloeibaar medium met geregelde meng-35 snelheden.

Een verder oogemrk van de uitvinding is het verkrijgen van een werk- - 8102718 3 - * -3- 21892/CV/tl wijze en inrichting voor het mengen ten einde deeltjes agglutinatie immuoassays gelijktijdig te verkrijgen in een aantal op een stapsgewijs verstelbare draaitafel ondersteunde houders.

Nog een verder oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van 5 een inrichting en werkwijze van een verhoudingsgewijs eenvoudige vormgeving en wijze van werking en waarbij slechts het gebruik wordt vereist van slechts.gemakkelijk beschikbare componenten van bewezen betrouwbaarheid óm zodoende de kosten minimaal te houden en de betrouwbaarheid maximaal te maken.

^Q Zoals hieronder uiteengezet voorziet de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding in het continu mengen van stoffen welke zich bevinden in een aantal aan de bovenzijde open althans in hoofdzaak cilindrische houders,die in een althans in hoofdzaak cirkelvormige reeks zijn opgesteld op een stapsgewijs verstelbare cirkelvormige draaitafel.

2^ Ieder van de houders wordt om zijn desbetreffende draaiingsas draaibaar op de draaitafel ondersteund. De draaitafel vormt deel van een monster van automatische analytische apparatuur,welke in werking te stellen is voor het kwantitatief analyseren van monsters,welke in de afzonderlijke houders tot reactie zijn gebracht,bijvoorbeeld door deeltjes - agglutinatie 2q technieken,zoals hierader nog nader zal worden beschreven.

Voor het bewerkstelligen van een menging wordt een wrijvend met ieder van de haders in contact zijnde aandrijfschijf continu aangedreven en in afwisselend tegengestelde richtingen,dat wil zeggen in de richting van de wijzers van de klok en in een richting tegen de wijzers van de klok 25 voor het gelijktijdig draaien van ieder van de houders en in afwisselend tegengestelde richtingen om hun desbetreffende hartlijnen met een vooraf bepaalde draaisnelheid en gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode. Omkeringen van de draaiing van de houder zijn continu,zelfs tijdens verstelling van de draaitafel, voor het versnellen van de voltooiing van 30 de reactie met daarmee vergezeld gaande maximalisering van de nauwkeurigheid van de analyse resultaten. Een dergelijke mengtechniek vindt in het bijzonder toepassing waar deeltjes bevattende reagens worden gebruikt, zoals voor het uitvoeren van deeltjes -agglutinatie immunoassays. Gebleken is,dat een dergelijke menging in . zeer aanzienlijke mate de waarschijn-35„ lijkheid van contact van het deeltjes bevattende reagens vergroot met het oog op het versnellen van de voltooiing van de reactie.

8102718 . f '* -4- 21892/CV/ti

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding.

5 Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede over fig.1 gezien volgens de lijn 2- 2 in fig.1.

Fig. 3 toont een grafiek,waarin de draaisnelheid van de reactiebui-zen is uitgezet tegen de tijd.

In fig.1 is een de voorkeur verdienend uitvoeringsvoorbeeld van de 10 uitvinding weergegeven,welk uitvoeringsvoorbeeld is voorzien van een stapsgewijs verstelbaar monsterneemsamenstel 10 voorzien van een centrale as 12,welke op niet draaibare wijze wordt ondersteund door een vast opgesteld platform 14 en een vaste steunbasis 16. Een stapsgewijs verplaatsbare cirkelvormige draaitafel 8 is intermitterend ten opzichte van de as 12 15 verdraaibaar met behulp van een aandrijforgaan 20. Het aandrijforgaan 20 omvat een draaibaar ten opzichte van de as 12 met behulp van een drukleger 24 ondersteunde naaf 22. Een aandrijfhuls 26 is draaibaar opgesteld op de as 12 ,waarbij het ondereinde van de huls 26 is bevestigd aan het boveneinde van de naaf 22 ,terwijl het boveneinde van de huls is bevestigd aan 20 de onderzijde van de draaitafel 18. Een schroeflijnvormige vertanding 28 is aangebracht op de buitenomtrek van de naaf 22 en in ingrijping met een aandrijfworm 30,welke op zijn beurt wordt aangedreven met behulp van een stappenmotor 32. ffit zal duidelijk zijn,dat bij een dergelijke opstelling een periodieke bekrachtiging van de stappenmotor 32 zal resulteren 25 in een intermitterende draaiing of stapsgewijze verstelling van de draaitafel 18 om de steunas 12 in de richting van pijl JL· in fig.1.

Een althans in hoofdzaak cirkelvormige reeks openingen 34 voor het aanbrengen van testbuizen is,zoals is weergegeven in de draaitafel 18 aangebracht nabij de buitenomtrek daarvan,terwijl een althans in hoofdzaak 30 cilindrisch van een lip voorzien leger 36 vervaardigd uit een geschikt, een lage wrijving bezittend materiaal,bijvoorbeeld nylon, in iedere opening is aangebracht.

Een ringvormige steunschotel 38 wordt op de weergegeven wijze met behulp van in de omtreksrichting op afstandvan elkaar gelegen steunorganen 35 40 door de draaitafel 18 ondersteund. Bij voorkeur is de steunschotel 38 aan de steunorganen 40 op een gemakkelijk losneembare wijze bevestigd om 8102718 > * ·» * -5- 21892/CV/tl de monsterneeminrichting 10 op doelmatige wijze te kunnen demonteren.

Iedere reaktiebuis 42 is opgesteld in een leger 36 om zowel in de richting volgens de wijzers van de klok als in een richting tegen de wijzers van de klok,zoals in fig.1 aangeduid met behulp van de pijl , 5 om zijn hartlijn te kunnen worden verdraaid waarbij het ondereinde van de buis rust in een overeenkomstig gevormde uitsparing 44,die is aangebracht in het bevenoppervlak 46 van de steunschotel 38. Bij voorkeur is de steunschotel 38 vervaardigd uit een een lage wrijvingscoefficient - bezittend materiaal, bijvoorbeeld nylon,ten einde wrijving en een daarme-10 de vergezeld gaande mogelijkheid van ongewenste verwarming van de reaktiebuis minimaal te houden. Alternatief kunnen niet nader weergegeven komr vormige legers worden ingestoken in de uitsparingen 44 ter verkrijging van een een lage wrijving bezittende ondersteuning van de reaktiebuizen 42.

15 Middelen,die in overeenstemming met de leer van de uitvinding werkzaam zijn voor het bewerkstelligen van de nauwkeurig geregelde in twee richtingen plaatsvindende draaiing van de reaktiebuizen zijn aangeduid bij 50 en omvatten een aangedreven snaarschijf 52 en een daarmee verbonden aandrijfnaaf 54,die op de weergegeven wijze zijn opgesteld voor 20 draaiing als een eenheid om de aandrijfhuls 26. De snaarschijf 52 rust op het bovenoppervlak van de naaf 22 met volledige vrijheid voor relatieve draaiing daartussen.

Een ringvormig uitgevoerde aandrijfschijf 56 is op de weergegeven wijze aan de naaf 54 bevestigd met behulp van een bevestigingsring 58 en 25 op afstand van eBaar gelegen bevestigingsorganen 60. De aandrijfschijf 56 is vervaardigd uit een geschikt stijf materiaal met hoge oppervlakte wrijvingskenmerken,bijvoorbeeld siliconenrubber. Zoals in fig.l en 2 is weergegeven is de omtrek van de aandrijfschijf 56 stevig in contact met de zijwanden van ieder van de reaktiebuizen 42, zodanig,dat draaiing van 30 de aandrijfschijf 56 gezien in fig.l in de richting van de wijzers van de klok zal resulteren in een daarmede vergezeld gaande aangedreven draaiing van alle reaktiebuizen 42 om de desbetreffende hartlijnen daarvan met dezelfde draaisnelheid in een richting tegengesteld aan de wijzers van de klok. Eveneens zal een draaiing van de aandrijfschijf 56 in een 35 richting tegen de wijzers van de klok,gezien in fig.l ,resulteren in een daarmede vergezeld gaande aandrijvende draaiing van alle reaktiebuizen 81 0 2 7 1 8 I tr- W ' -6- 21892/CV/tl . > 42 in de richting van de wijzers van de klok. Ten gevolge van de aanzienlijk grotere diameter van de aandrijfschijf 56 zal de draaisnelheid van de reaktiebuizen 42 in alle gevallen aanzienlijk groter zijn dan de draaisnelheid van de aandrijfschijf,zodat een grondige menging van de zich in 5 de reaktiebuizen bevindende stoffen wordt verkregen,zoals hieronder nog nader zal worden beschreven, zonder de noodzaak voor een eventueel lastige met hoge snelheid plaatsvindende draaiing van de aandrijfsnaarschijf 52, de naaf 54 en de schijf 56. Ofschoon met de uitzondering van het drukleger 24 niet weergegeven zal het aan vaklui op dit gebied duidelijk zijn,dat 10 geschikte legers kunnen zijn aangebracht daar waar dit gewenst is ten opzichte van alle relatief ten opzichte van elkaar draaibare onderdelen van het monstemeemsamenstel 10.

Een omkeerbare variabele snelheid bezittende electrische aandrijf-motor 62 is in werking te stellen voor let aandrijven van een aandrijvende 15 snaarschijf 64. De snaarschijf 64 is met,behulp van een aandrijfriem 66 verbonden met de aangedreven snaarschijf 52 voor het in draaiing brengen van de snaarschijf 52 bij het bekrachtigen van de aandrijfmotor 62. Dientengevolge zal bij bekrachtiging van de aandrijfmotor 62 voor het aandrijven van de snaarschijf 52 ook de naaf 54 en de schijf 56 in draai-20 ing worden gebracht,waardoor gelijktijdig ieder van de reaktiebuizen 42 op de beschreven wijze om hun desbetreffende hartlijnen in draaiing worden gebracht. Het aanzienlijke verschil in de desbetreffende diameters van de snaarschijven 64 en 52 maakt het mogelijk om de aandrijfmotor 68 met gunstigere,hogere koppelsnelheden in werking te stellen zonder daar-25 mede vergeaid gaande te grote snelheid van de aandrijfschijf 56 of van de reaktiebuizen 42. De köppelversterkingsfactor van de aandrijfmotor resulterende uit het verschil in snaarschijfdiameters maakt bijzonder snelle vertragingen en versnellingen van de schijf 56 en dientengevolge van de reaktiebuizen 42 mogelijk tussen de tegengesteld gerichte draaisnelheden, 30 zoals hieronder nog nader zal worden besproken.

Schematisch in fig.2 aangegeven regelorganen 68 voor de aandrijfmotor zijn in werking te stellen voor het instelbaar en nauwkeurig regelen van de draaisnelheid,de richting van de draaiing en de tijd van de draaiing in iedere draairichting van de aandrijfmotor 62. Dientengevolge kun-35 nen de draaisnelheden ,de draairichtingen en de duur van de draaiing in iedere richting van de desbetreffende reaktiebuizen 42 nauwkeurig worden 81 0 2 7 1 8 , 5· ">* -7- 21892/CV/tl geregeld door het in werking stellen van de regelmiddelen 68 en wel over een groot gebied door een geschikte instelling van de regelmiddelen 68.

Het monsterneemsamenstel 10 vindt bijvoorbeeld een bruikbare toepassing in geautomatiseerde systemen voor het uitvoeren van een deeltjes 5 agglutinatie telling imraunobepaling In dergelijke systemen wordt een aantal bloedserummonsters kwantitatief geanalyseerd met betrekking tot het vrije thyroxine niveau daarvan, hetgeen een indicatie is voor het thyroide hormoonniveau van de desbetreffende bloedserummonsterdonors. Dergelijke analyses kunnen worden aangeduid als " één deeltje” methode 10 doordat een geschikt verdund bloedserummonster van nauwkeurig bepaald verhoudingsgewijs klein volume wordt opgenomen in ieder van de reaktie-buizen 42. Ieder dergelijk monstervolume wordt grondig gemengd met een vooraf bepaald volume van een deeltjes bevattend reagens voorzien van een geschikt antilichaam bedekt agglutinatiemedium,bijvoorbeeld latexkorrels 15 met een diameter van ongeveer 1 f4n en bedekt met een anti-thyroxine antilichaam van een konijn tot het van belang zijnde bloedserummonsterbestanddeel en ook van een bepaald volume van een geschikt op soortgelijke wijze bepaald antigeen of tracer,bijvoorbeeld een geen deeltjes bevattend oplosbaar polymere materiaal, zoals dextran, dat werkt als een specifiek bindmiddel dat 20 verknopingen kan bewerkstelligen tussen de specifieke met anti-lichaam bedekte latexkorrels. Dienovereenkomstig resulteert een optisch waarneembare agglutinatie van het reagens dat in omgekeerde verhouding is met het serumvrije thyroxine niveau in het van belang zijnde bloedserummonster. Dat wil zeggen dat het serumvrije thyroxine wed- % 25 ijvert met de antigenen voor het hechten aan de met antilichaam bedekte latexkorrels waarop naar mate de concentratie voor het thyroxine hoger is1· het totale niveau van latexkorrels-agglutinatie kleiner is.

Voor het maximaliseren van de nauwkeurigheid van de analyse resultaten moet het deeltjes bevattende reagens of de latexkorrels samen wor-30 den gebonden door de specifieke antilichaam- antigeen verknoping en tot de maximale mate samenvallen met het bloedserummonster thyroxine niveau. Dienovereenkomstig,moeten de latexkorrels,die ongeveer een micron in diameter zijn en dientengevolge niet inherent snel bewegen door diffusie, in innig contact worden gedreven in het reaktiemengsel.Aangezien 35 verder de concentratie van de latexkorrels in het reaktiemengsel verhoudingsgewijs laag is zijn er verhoudihgsgewijs grote afstanden tussen de 81 02 7 1 8 I" "" -8- 21892/CV/tl r

A

latexkorrels en de mate van natuurlijk contact daartussen per tijdseenheid is zeer klein. Indien dus bijvoorbeeld een gebruikelijk reaktie-mengsel wordt toegestaan ongemengd, te blijven staan kan de tijd voor de agglutinatie reaktie nodig voor het voortgaan tot een representatieve 5 stationaire toestand of evenwicht toestand wel vier uur bedragen. Indien anderzijds deze zelfde oplossing constant wordt gemengd voor agitatie voor het tot stand brengen van botsingen tussen de latexkorrels kan een dergelijke tijdsduur worden verminderd tot onder de 30 minuten.

Een dergelijke menging moet echter voorzichtig genoeg plaatsvinden,zodat 10 de latexkorrels ,indien eenmaal geagglutinead , niet weer opnieuw worden gescheiden door de mengwerking,en desondanks sterk genoeg voor het verkrijgen van een continue toestand of evenwicht in de korste praktische tijdsperiode. Het zal dan ook duidelijk zijn,dat aanzienlijke zorg moet worden besteed in het bepalen van de aard en de snelheid van het mengen.

15 In fig.1 en 2 zijn nu een opneemsonde voor een bloedserummonster en met antilichaam - bedekte latexkorrel (deeltjes omvattend reagens), an-tigeen (indicator) en bufferafgiftesondes en ook een uitneemsonde voor tot reaktie gebrachte monsteroplossing schematisch aangeduid bij 70,72,74, 76 resp.78 en werkzaam opgesteld ten opzichte van de inrichting 10. De 20 afgiftesondes 70, 72,74 en 76 zijn in werking te stellen voor het niet indringen!opeenvolgend afgeven van zorgvuldig vooraf bepaalde volumes van de aangegeven stoffen in ieder van de reaktiebuizen 42 en de uitneemsonde 78 is in werking te stellen voor het uittrekken of aanzuigen van een vooraf bepaald volume van het reaktiemengsel uit de reaktiebuizen voor 25 daaropvolgende analyse. »

Automatische monsteroplossinganalysemiddelen 82 omvatten een optisch hris 84 voorzien van een schematisch met stippellijnen aangeduid optisch detectiesysteem 86,welke op zijn beurt is voorzien van een schematisch aangeduide stromingscel 88. Een pomp 90 voor de tot reaktie gebrachte 30 monsteroplossing is via een leiding 94 verbonden met de uitneemsonde 78 en de stroomcel 88,zodanig dat vooraf bepaalde volumes van de tot reaktie gebrachte monsteroplossingen opeenvolgend vanuit de desbetreffende reaktiebuizen 42 met behulp van de sonde 78 en de pomp 90 kunnen worden toegevoerd naar en door de stroomcel 88 met daarmee vergezeld gaande automatische 35 optische analyses daarvan door het optische systeem 86. Verder zijn op-tekenmiddelen 92 aangebracht voor het optekenen van de analyse resultaten 81 0 2 7 1 8 -9- 21892/CV/tl van de monsteroplossingen waarbij deze optekenmiddelen bijvoorbeeld de afgebeelde vorm in kunnen nemen van een op een strookvormige kaart schrijvend opneemorgaan ,welke in werking te stellen is voor het opeenvolgend vastleggen van de resultaten van de desbetreffende analyses op de mon-5 steroplossingen in grafische vorm,zoals bijvoorbeeld aangeduid met behulp van de kromme 96.

Tijdens bedrijf wordt het in twee richtingen in draaiing te brengen orgaan 50 bekrachtigd voor het gelijktijdig draaien van alle reactie -buizen 42 op de hierboven beschreven wijze en wel met een vooraf bepaalde 10 snelheid in de richting volgens de wijzers van de klok en in een rici ting tegen de wijzers van de klok gedurende gecontroleerde opeenvolgende tijdsintervallen. Verder wordt ook het verplaatsingsorgaan 20 bekrachtigd voor het periodiek vooruit bewegen van de draaitafel 18 in de richting van de wijzers van de klok. Daar iedere reactiebuis 42 op zijn beurt stapsgewijs 15 wordt verplaatst ten opzichte van de sonde 70 voor het inbrengen van monsters,de sonde 72 voor de antilichaam- bedekte latexkorrels ,en de sonde 74 voor het antigeen worden zorgvuldig bepaalde volumes van deze stoffen opeenvolgend niet indringend afgegeven in de reactiebuizen. De draaiing van iedere reactèbuis 44 voorziet in de grondige hoewel niet destruc-20 tieve menging van dergelijke stoffen ten einde de agglutinatie reaktie te bevorderen. Meer in het bijzonder wordt,indien de draaiing van een reaktiebuis in een richting zijn vooraf bepaalde snelheid bereikt,een werveling in de reaktiebuis tot stand gebracht met een daarmede -vergezeld gaande menging. Indien de richting van de draaiing van de buis plotseling 25 wordt omgekeerd wordt deze werveling echter samengeklapt door de wrijvings-krachten,die op het mengsel worden uitgeoefend door de inwendige buiswand van de reaktiebuis,welke nu snel wordt versneld in de tegengestelde richting hetgeen neigt tot en aindelijk bewerkstelligt de vorming van de werveling door draaiing van het reaktiemengsel in de andere richting. Iedere 30 omkering in de draairichting van de reaktiebuizen 42 wekt dus afschuif-krachten op in het reaktiemengsel welke,terwijl zij voldoende zijn voor bewerkstelligen van een grondige menging en bevordering van de agglutina-tiereaktie, onvoldoende zijn om die latexkorrels,die reeds zijn geagglutineerd uiteen te trekken. De draaisnelheid van de reaktiebuizen 42 wordt 35 in ieder geval op ieder tijdstip zorgvuldig bepaald om te zijn onder die draaisnelheid waarbij de desbetreffende monsteroplossingen daaruit door de 81 0 2 7 1 8 V c -10- 21892/CV/tl beschreven mengwerking zullen worden gemorst.

Opeenvolgende stapsgewijze verplaatsing van de draaitafel 18 beweegt .op de beschreven tyijze iedere buis 42 met daarmede vergezeld gaande menging van de monsteroplossing ten opzichte van de bufferafgiftesonde 5 42 (voor de toevoeging van buffer daaraan voor het waarborgen van de opwekking van een standaardkromme door het optische detectiesysteem 86) en vervolgens ten opzichte van de uitneemsonde 78 waar een vooraf bepaald volume van het grondig gemengde reaktiemengsel wordt uitgetrokken voor toevoer aan het optische detectiesysteem 86,dat werkzaam is voor 10 het bepalen van de mate van latexkorrels agglutinatie en dientengevolge van het serumvrije thyroxinniveau in het bloedserummonster. Een vastlegging van de resultaten van deze bepaling voor ieder van de van belang zijnde bloedserummonsters wordt bewerkstelligd door het opteken-orgaan 92.

15 Van bijzonder betekenis is het feit,dat het zich in iedere reaktie- buis 42 bevindende reaktiemengsel continu wordt gemengd,zelfs gedurende de stapsgewijze verplaatsing van de draaitafel 18,vanaf het tijdstip , dat de verschillende bestanddelen daarvan in de ractiebuis zijn ingébracht totdat een volume daarvan op de beschreven wijze voor optische 20 analyse wordt uitgetrokken. Dientengevolge wordt de agglutinatieiteactie continu bevorderd zonder onderbreking voor het versnellen van de re-aktie en voor het verkrijgen van een stationaire toestand of evenwicht binnen een minimale tijdsperiode.

Een representatieve ofschoon op geen enkele wijze limitatieve 25 grafiek van de draaisnelheid en de richting van een reaktiebuis 42 uitgezet tegen de tijd is bij 80 in fig.3 weergegeven.Uit een dergelijk grafiek zal het duidelijk zijn,dat de regelmiddelen 68 voor de aandrijf-motor kunnen worden ingesteld voor het verkrijgen van een omkering in de draairichting van dereaktiebuizen 42 na ongeveer iedere 1,5 sec.en voor 30 het verkijgen van een top in draaisnelheid in iedere richting van ongeveer 1200 omw/min. Bovendien kan een representatieve verblijftijd,dat wil zeggen tijd tussen het inbrengen van de antilichaam -bedekte latexkorrels (deeltjes omvattend reagens) en het antigeen (tracer) voor het beginnen van de agglutinatie reaktie en de daaropvolgende afvoer van een volume 35 van het bereikte mengsel voor optische analyse,ongeveer 15 min.bedragen.

Ofschoon hierboven gedetailleard uiteengezet als toegepast bij 81 0 2 7 1 8 -11- 21892/CV/tl het mengen van biologische monsters vergezel! gaande met de werking van een automatische analytische inrichting zal het duidelijk zijn aan vaklui op dit gebied,dat de leer van de uitvinding op geen enkele wijze tot een dergelijke toepassing beperkt is.

5 Uiteraard kunnen in het hierboven momenteel de voorkeur verdienende uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wijzigingen worden aangebracht zonder buiten de geest en beschermingsomvang van de uitvinding te komen.

10 * 8102718

Claims (23)

1. Inrichting voor de geregelde niet indringende menging van stoffen, die zijn aangebracht in een aantal afzonderlijke houders voorzien van een draaibaar orgaan voor het ondersteunen van de houders zodanig dat deze ten opzichte daarvan draaibaar zijn,van middelen voor het ' verdraai- 5 en van de houders,welke werkzaam zijn voor het gelijktijdig draaien van de houders om hun desbetreffende hartlijnen in een eerste richting met een eerste vooraf bepaalde tijdsnelheid en gedurende een eerste vooraf bepaald tijdsinterval en afwisselend voor het gelijktijdig draaien van hetzelfdeAï ouders om hun desbetreffende hartlijnen in een tweede rich-10 ting tegengesteld aan de eerste richting met een tweede vooraf bepaalde snelheid en gedurende een tweede vooraf bepaald tijdsinterval zodanig dat een menging van de stoffen in de houders in continu wijzigende richtingen wordt bewerkstelligd.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de draaibare 15 steunmiddelen zijn voorzien van een stapsgewijs verstelbare draaitafel en de middelen voor het draaien van de houders werkzaam zijn voor het draaien van de houders zowel gedurende de periodes Λβη stapsgewijze verplaatsing als gedurende de stilstand periodes van de draaitafel,een en ander zodanig dat het mengen van de stoffen in de houders in con-20 tinu wijzigende richtingen voortdurend plaatsvindt tijdens de werking van de draaitafel.

3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de houders aan de bovenzijde-open zijn.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 25 dat de eerste en de tweede draaisnelheid althans nagenoeg gelijk zijn.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat het eerste en het tweede tijdsinterval althans nagenoeg gelijk zijn.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat de houders.in een althans nagenoeg cirkelvormige reeks op de 30 draaitafel zijn opgesteld en de middelen voor het draaien van de houders zijn voorzien van middelen voor het aandrijvend ingrijpen op ieder van het aantal heulers.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van afgiftesondes welke werkzaam zijn ver- 35 baden met de draaitafel en in werking te stellen zijn voor het opeenvolgend niet indringend afgeven van vooraf bepaalde hoeveelheden van de 8102718 ï ' ^ -13- 21892/CV/tl stoffen in de houders indien de houders opeenvolgend worden verplaatst in desbetreffende standen ten opzichte van de afgiftesondes met behulp van de draaitafel.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 5 dat de inrichting is voorzien van een uitneemsonde,die werkzaam samenhangt met de draaitafel en in werking te stellen is voor het opeenvolgend afvoeren van vooraf bepaalde hoeveelheden van de stoffen uit de houders indien de houders opeenvolgend in desbetreffende standen ten opzichte van de uitneemsonde worden geplaatst met behulp van de draaitafel bij de vol-10 tooiing van de menging van de stoffen.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de eerste en/tweede draaisnelheid zodanig worden bepaald,dat zij zijn gelegen onder die snelheid van draaiing van de houders waarbij de stoffen uit een aan de bovenzijde open houder bij het mengen van de stoffen zal 15 worden gemorst.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de draaitafel vlak is en de houders draaibaar zijn om draaiingsassen, die onderling evenwijdig zijn en althans nagenoeg loodrecht verlopen op het vlak van de draaitafel. 2011. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van instelbare aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de de houders in draaiing zettende middelen zodanig dat de draaisnelheid van de houders kan worden ingesteld.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 25dat de houders althans in hoofdzaak cilindrisch zijn en althans nagenoeg gelijke mitwendige diameters bezitten,terwijl de middelen voor het in draaiing brengen van de houders zijn voorzien van een althans in hoofdzaak cirkelvormige aandrijfschijf,welke in oppervlaktecontact is met de buitenwanden van alle houders en welke althans nagenoeg concentrisch ten opzichte van 30de reeks houders is opgesteld zodanig dat een in draaiing brengen van de aandrijfschijf in een richting resulteert in een daarmede vergezeld gaande aandrijving van de houders om hun desbetreffende draaiingsassen in de tegengestelde richting.

13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat 35de inrichting is voorzien van analysemiddelen voor 'de genmgde stoffen welke analysemiddelen werkzaam zijl verbonden met de uitneemsonde zodanig 8102718 -14- 21892/CV/tl > V dat vooraf bepaalde hoeveelheden van de stoffen opeenvolgend kunnen worden toegevoerd vanaf de uitneemsonde naar de analysemiddelen voor het opeenvolgend analyseren daarvan met behulp van de analysemiddelen.

14. Inrichting voor de geregelde niet indringende menging van substantie 5 voorzien van een steunas,van een althans in hoofdzaak cirkelvormige draaitafel,die draaibaar op de steunas wordt ondersteund,van de draaiing op de steunas ondersteunde middelen voor het stapsgewijs verplaatsen van de draaitafel,welke middelen voor aandrijving met de draaitafel zijn verbonden, van middelen voor het intermitterend draaien van de middelen 10 voor het stapigewijs verdraaien van de draaitafel voor het verstellen van de draaitafel,van een aantal althans in hoofdzaak cilindrische en gelijk bemeten houders,die in een althans in hoofdzaak cirkelvormige reeks en althans nagenoeg concentrisch daarvan op de draaitafel zijn opgesteld, waarbij ieder van de houders om zijn eigen hartlijn draaibaar op de draai-15 tafel wordt ondersteund zodanig dat het onderste deel van de houder zich onder de draaitafel uitstrekt terwijl een althans in hoofdzaak cirkelvormige aandrijfschijf voor de houders draaibaar op de steunas wordt ondersteund onder de draaitafel en althans in hoofdzaak concentrisch daarmede zodanig dat de omtrek van de aandrijfschijf zich in aandrijvend oppervlakte 20 .contact met de buitenwand van alle houders onder de draaitafel uitstrekt en middelen zijn aangebracht voor het afwisselend aandrijven van de aan-drijfschijf in tegengestelde richtingen om de steunas voor het opeenvolgend gelijktijdig draaien van de houders in tegengestelde afwisselende richtingen om de desbetreffende hartlijnen van de houders,waarbij de mid-25 delen voor het aandrijven van de aandrijfschijf zowel gedurende de stapsgewijze verplaatsing als gedurende de stilstad periodes van de draaitafel werkzaam zijn zodat een continu mengen van de stoffen in de houders in continu wijzigende richtingen wordt bewerkstelligd.

15. Werkwijze voor de geregelde niet indringende menging van stoffen 30 die zijn aangebracht in een aantal houders ,die draaibaar om hun desbetreffende hartlijnen op draaibare steunorganen worden ondersteund gekenmerkt door afwisseling tussen gelijktijdig aangedreven draaiing van de houders in een richting om hun desbetreffende hartlijnen met behulp van aandrijfmiddelen met een eerste vooraf bepaalde snelheid en geduren- 35 de een eerste vooraf bepaald tijdsinterval en gelijktijdige aangedreven draaiing door dezelfde aandrijfmiddelen van dezelfde houders in de tegen- 8102718 ~15~ 21892/CV/tl ·*· .r* gestelde richting om hun desbetreffende hartlijnen met een tweede vooraf bepaalde snelheid en gedurende een tweede vooraf bepaald tijdsinterval waardoor menging van de stoffen in de houdeis in continu wijzigende richtingen wordt bewerkstelligd.

16. Werkwijze volgens conclusie 15,met het kenmerk,dat de draaibare steunmiddelen zijn voorzien van een stapsgewijs verstelbare draaitafel, terwijl de aangedreven draaiing van de houders verder omvat het voortzetten van de aangedreven draaiing van de houders gedurende zowel de verstel als stilstand periodes van de draaitafel, waardoor de menging van 10 de stoffen in de houders in continu wijzigende richtingen continu plaatsvindt gedurende de werking van de draaitafel.

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk,dat de eerste en tweede draaisnelheden althans nagenoeg gelijk zijn.

18. Werkwijze volgens een der conclusies 15- 17, met het kenmerk,dat 15 de beide tijdsintervallen althans nagenoeg gelijk zijn.

19. Werkwijze volgens een der conclusies 15- 18,met het kenmerk,dat de houders aan hun bovenzijde open zijn en de eerste en tweede draaisnelheden in ieder geval worden bepaald om te zijn onder die draaisnelheid van de houder waarbij de stoffen uit een aan de bovenzijde open houder bij het 20 mengen van de stoffen zal worden gemorst.

20. Werkwijze volgens een der conclusies 15- 19,met het kenmerk,dat de draaitafel althans in hoofdzaak cirkelvormig is en de houders zijn opge-stéH in een althans nagenoeg cirkelvormige reeks op de draaitafel en althans in hoofdzaak concentrisch ten opzichte daarvan ,terwijlde aan- 25 gedreven draaiing van de houder het daarmee vergezeld gaand aandrijvend ingrijpen van de houders voor draaiing daarvan in de eerste en tweede richtingen omvat.

21. Werkwijze volgens een der conclusies 15- 20,met het kenmerk,dat de afwisseling tussen opeenvolgende draairichtingen van de houders onge- 30 veer iedere 1,5 sec wordt bewerkstelligd, terwijl de vooraf bepaalde draaisnelheid van de houders in ieder van de richtingen ongeveer 1200 omw/min bedraagt.

22. Werkwijze volgens een der conclusies 15- 21,met het kenmerk,dat opeenvolgend niet indringend vooraf bepaalde hoeveelheden van de stoffen 35 in de houders worden afgegeven indien de houders opeenvolgend stapsgewijs in geschikte standen worden gebracht door de draaitafel. 8102718 -16- 21892/CV/tl ^ t N» 'V.

23. Werkwijze volgens een der conclusies 15- 22,met het kenmerk,dat opeenvolgend vooraf bepaalde hoeveelheden van de stoffen uit de houders worden uitgetrokken indien de houders opeenvolgend stapsgewijs worden opgesteld in geschikte standen met behulp van de draaitafel bij de vol- 5 tooiing van de menging van de stoffen daarin.

24. Werkwijze volgens conclusie 23,met het kenmerk,dat de uitgenomen gemengde hoeveelheden opeenvolgend worden toegevoerd aan analysemiddelen voor het analyseren van de gemengde stoffen. 10 81 02 7 1 8