NL8102500A

NL8102500A - Fabrieksprodukt en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

Info

Publication number: NL8102500A
Application number: NL8102500A
Authority: NL
Original assignee: Heinz Co H J
Priority date: 1980-08-22
Filing date: 1981-05-21
Publication date: 1982-03-16
Also published as: GB2148089B; GB2148089A; US4417405A; GB8402175D0; GB2083188B; IT1144723B; AU537734B2; CA1174900A; AU7275681A; GB2083188A; IT8167750A0

Description

· -*·

Fabrieksprodukt en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een nieuw fabrieksprodukt, dat is gemaakt van natuurlijke vruchten en op een werkwijze voor de vervaardiging daarvan. Meer in het bijzonder wordt een nieuw, gemakkelijk opnieuw samen te stellen, 5 vrij vloeiend, in vlokvorm gebracht produkt vervaardigd door toepassing van een nieuw en synergistisch ontwaterings- en drogingsproces.

Het produkt volgens de uitvinding bestaat uit natuurlijke, gedroogde fruitvlokken, die vrij(zijn van verdikkings-10 middelen, bindmiddelen en andere toevoegsels, die men tot nu toe dacht nodig te hebben voor de vervaardiging daarvan, wanneer een continue ontwateringsproces wordt toegepast.

De onderhavige uitvinding kan ook worden toegepast op de vervaardiging van andere produkten en op andere processen 15 waarin het gedroogde fruitprodukt volgens de uitvinding en de werkwijze voor het maken daarvan kunnen zijn opgenomen, zoals fe van een vruchtensmaak voorziene uit granen bereide produkten en dergelijke.

Waimeer het in vlokvorm gebrachte produkt volgens 20 de onderhavige uitvinding wordt genoemd, is heb duidelijk, dat de uitdrukking "vlokken" een vrij vloeiende vaste stof omvat, die een buitengewoon laag vochtgehalte heeft, die gemakkelijk uit een pot of een andere houder kan worden gelepeld, die niet neigt tot samenklontering in een afgedichte houder encie gemakke-25 lijk vrij vloeiend wordt bij roeren of schudden zelfs nadat de houder eerder aan de buitenlucht is geopend, De term "vlokken" impliceert echter geen bepaalde deeltjesgrootte, met de werkwijze volgens de uitvinding kunnen vlokken worden geproduceerd met een grote deeltjesgrootte, zonder de boven beschreven eigenschappen 30/ op te offeren. De term "opnieuw samen te stellen" heeft betrekking op het mengen van het in vlokvorm gebrachte fruitprodukt met een vloeistof met variërende temperaturen, lopende van heet naar koud, omvattende verscheidene vloeistoffen zoals bijvoorbeeld 8102500 ..........* ..... ‘Ï~‘" . .......* l" ................

- 2 - melk ofwater, om een opnieuw samengesteld produkt te vormen.

De term "gemakkelijk opnieuw samen te stellen" omvat een nagenoeg ogenblikkelijk opnieuw samen te stellen produkt met variërende viskositeiten, indien gewenst; bovendien een 5 produkt, waarvan de viskositeit kan worden bijgesteld, zelfs nadat het produkt eerst opnieuw is samengesteld. Verse fruit-produkten zoals appelsap en dergë&jke bevatten typisch grote hoeveelheden water. Dit hoge watergehalte legt een zware last op het verpakken, hanteren, opslaan en verzenden van dergelijke 10 produkten en heeft zodoende de ontwikkeling van veel processen voor het ontwateren van produkten van fruit en andere vruchten gestimuleerd. Deze processen hebben echter tot nu toe nog niet voldaan aan de behoefte tot een natuurlijk gedreogd fTuitprodukt omdat de huidige stand van de techniek aangeeft, dat natuurlijke 15 fruitconcentraten en -puree’s niet commercieel continu kunnen worden gedroogd, om een gemakkelijk opnieuw samen te stellen, vrij vloeiend invLokvorm gebracht fruitprodukt te vormen, dat vrij is van ongewenste toevoegsels.

De conventionele manier om een in vlokvorm ge- „ 20 bracht produkt te vervaardigen is het trommeldrogen van een concentraat in een continu vlies of vel, dat dan in vlokvorm wordt gebracht. De huidige stand van de techniek vereist echter de toevoeging aan het concentraat van verdikkingsmiddelen, bindmiddelen, gels, gom en andere toevoegsels, om de vorming 25 en verwijdering van een continu vlies of vel van het produkt.

uit de trommeldroger te bereiken. Een van de inherente nadelen van dergelijke processen is, dat de toevoegsels in het uiteindelijke produkt achterblijven en daarom is hét produkt ongewenst als natuurlijk voedsel. De toevoegsels zijn in de meeste gevallen 30 bijvoorbeeld ofwel anorganische stoffen, of koolhydraten of proteïne-achtige stoffen, die de eigenschappen voor het opnieuw samenstellen van het produkt ongunstig beïnvloeden, of de smaak van het produkt verflauwen, de gewenste voedingswaarde verlagen, de aanvaardbaarheid voor de consument verminderen 35 en dergelijke. Bovendien wordt bij veel bekende processen, 81 02 5 0 0 * · - 3 - hoewel volgens zeggen een "bevredigend produkt wordt verkregen, de puree in het algemeen zodanig behandeld, dat de cellulaire struktuur van de natuurlijke vruchten wordt vernield, hetzij mechanisch, hetzij thermisch, hetzij chemisch, waarbij dus 5 niet de natuurlijk voorkomende bestanddelen of de integriteit van het fruit of de vruchten behouden blijven. Het is duidelijk, dat de term "verdikkingsmiddelen" die in deze beschrijving is gebruikt, een toevoegsel aan de puree omvat, met, het doel, een vlies of vel te vormen op een droger, de puree van het oppervlak 10 van een droger los te maken, of het anderszinstöelaat, de vruchtenpuree continu aan trommeldroging te onderwerpen en bijvoorbeeld kan bestaan uit bindmiddelen, gels, gom, polysaccha-riden, en andere verdikkingsmiddelen, die in deze techniek worden gebruikt.

15 Bij de bekende werkwijzen wordt dus geen natuur- lijl^fruitprodukt geproduceerd, dat lijkt op vers fruitvoedsel, dat geen toegevoegde zetmeelprodukten, sacchariden, bindmiddelen, verdikkingsmiddelen, of andere toevoegsels bevat, terwijl tegelijkertijd de natuurlijke bestanddelen van het fruit of de 20 vruchten behouden blijven en daarom ook zijn voedingswaarde, smaak en dergelijke.

Daarom heeft de onderhavige uitvinding ten doel, de boven beschreven bezwaren van de bekende stand van de techniek op te heffen.

25 Een ander doel is het verschaffen van een nieuwe werkwijze, waarbij een nieuw, vrij vloeiend, gemakkelijk opnieuw samen te stellen, in vlokvorm gebracht vruchtenprodukt wordt geproduceerd.

Deze en andere doeleinden zullen duidelijk worden 30 aan de hand van de hierna volgende beschrijving van de bijgaande tekening, de voorbeelden en de bijgaande conclusies.

Deze doeleinden worden bereikt door toepassing van een werkwijze, die omvat het maken van een vruchtenpuree en het maken van een pulp daarvan en het afwerken daarvan, 35 alle op een zodanige manier, dat de natuurlijke integriteit 81 0 2 5 0 0 0 ~ ·» - It - van cfe vruchten behouden blijven. De afgewerkte puree wordt gedroogd in een speciale conditionerende omgeving onder gecontroleerde atmosferische omstandigheden. Daarna wordt het gedroogde produkt verder behandeld door het in vlokvorm te brengen en 5 het verpakken van het produkt binnen dezelfde conditionerende omgeving. Meer in het bijzonder is gebleken, dat de bovengenoemde tot pulp gevormde en afgewerkte puree , wanneer deze in een trommel wordt gedroogd onder gecontroleerde atmosferische omstandigheden, toelaat, dat de afgewerkte puree synergistisch 10 reageert met de trommeldroogoppervlakken en -omgeving, waarbij continue foelies en/of vellen worden gevormd, die vervolgens van de trommeldroger worden afgestreken en behandeld zoals hierboven is aangegeven.

Hst aldus vervaardigde vruchtenprodukt heeft 15 een vochtgehalte van minder dan ongeveer 1 %, is vrij vloeiend, is gemakkelijk opnieuw samen te stellen en is vrij van bindmiddelen, verdikkingsmiddelen en andere ongewenste toevoegsels.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een uitvloeiingsvoorbeeld nader worden toegelicht.

20 Fig. 1 is een blokschema van de voorkeurs uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een blokschema op een grotere schaal van een deel van de werkwijze volgens fig, 1,

Onder verwijzing naar fig, 1 is het duidelijk, 25 dat voorbereidend op de beschreven behandeling, het verse fruit, dat kan bestaan uit appels, peren, bananen,.pruimen en dergelijke, alsmede vruchten, wordt gewassen ert gesorteerd, waarbij alleen het geselecteerde fruit wordt doorgestuurd voor verdere behandeling. Het fruit, waarop de werkwijze volgens de 30 uitvinding wordt toegepast, is rijp fruit, dat al of niet pitten kan bevatten. Als het fruit pitten bevat, wordt het eerst geschild, zoals bijvoorbeeld door een loog-schilmachine, blok 10, en dan gewassen en geschrobt door een schrobber zoals wel bekend is, blok 20. Het geschilde fruit wordt dan getransporteerd naar 35 een kookketel 30, waarna het door een voedselpomp kOwordt 81 0 2 5 0 0 - 5 - gepompt naar een ontpittingsinrichting 50, die de pitten verwijdert, voordat het verkregen produkt door een voedselpomp 60 via een afsluiter 65 naar een verpulpingsinrichting 70 wordt gepompt.

5 Wanneer het fruit geen pitten bevat, wordt een tweede proceslijn gebruikt, volgens welke het geselecteerde fruit wordt getransporteerd naar een hakmachine 5, die het fruit doorsnijdt in blokjes van ongeveer 6,35 bij 12,7 ma. Het in blokjes gesneden produkt omvat bij gebruik van appels en peren, klok-10 huizen en pitten. Wanneer bananen moeten worden behandeld, worden gepelde bananen, die bij voorkeur diep gevroren zijn, getransporteerd naar de hakmachine 5, vaar zij op dezelfde wijze als boven beschreven worden behandeld en door een voedselpomp 15 worden gepompt naar een kookketel 25 en daarna door een voedselpomp 35 15 via een afsluiter 65 naar een verpulpingsinrichting 70 worden gepompt. Het is duidelijk, dat de afsluiter 65 er voor zorgt, dat het produkt ofwel door de pomp 35, ofwel door de pomp 60 naar de verpulpingsinrichting 70 wordt gepompt en niet in de lijn, die niet in bedrijf is.

20 Bij de tot dusverre beschreven werkwijze, voordat het produkt in de kookketels 25 en 30 binnenkomt, die beide open roestvrij stalen ketels zijn met stoommantels, waaraan stoom onder druk kan worden toegevoerdjroor verwarmingsdoel-einden, wordt + 95 1 gefiltreerd water en bij voorkeur kleine 25 hoeveelheden van organische anti-oxydatiemiddelen en/of 1-ascorbienzuur toegevoegd aan de ketels 25 en 30 en aan de kook gebracht. De hoeveelheid water wordt gekozen op basis van het soort te behandelen fruit en van het gewicht per vulling van het fruit, maar bedraagt in het algemeen 1 liter gefiltreerd 30 water op elke 7»5 kg vers fruit. De hoeveelheid gebruikt anti-oxydatiemiddel bedraagt ongeveer 0,05 tot 0,3 % van het gewicht van het rauwe voedsel (natte vulling). Bij een voorkeursuitvoeringsvorm worden ongeveer 368,55 g 1-ascorhienzuur (vitamine- C) en ongeveer 1J0 g citroenzuur toegevoegd aan de 95 1 35 water ter versterking en om ontkleuring van het fruit te vertragen 81 02 5 0 0 - 6 - «· % of te verhinderen. Het fruitprodukt wordt dan aan het kokende water toegevoegd, dat de organische zuren bevat en dan verhit gecombineerd met roeren door middel van mengerè 31, om het fruit zacht te maken. Dit wordt tot stand gebracht bij de minimaal 5 toelaatbare temperaturen, waarbij bepaalde micro-organismen worden vernield en/ofeen milieu wordt gecreëerd, waarbij de microbiologische groei niet wordt bevorderd, zoals wel bekend is gezien de aard van het nieuwe produkt volgens de uitvinding, dat een vochtgehalte van minder dan 1,0 % en een wateraktiviteit 10 A^, van ®incler dan 0,65 heeft.

Ofschoon aanvrager zich niet wenst te beperken tot enig bepaald theoretisch idee, wordt gemeend, dat het bovengenoemde type verwarming de natuurlijke bestanddelen van het fruit of de vruchten bewaart zonder de reductie of veroudering 15 van de koolwaterstoffen en meer in het algemeen de verscheidene sacchariden, die afhankelijk van het fruit bijvoorbeeld kunnen bestaan uit: monosacchariden zoals fructose of glucose; disaechariden zoals lactose, maltose en saccharose; reducerende suikers; en polysacchariden zoals cellulose, dextrinen, 20 hemicellulose, pectine, pentosanen en zetmeel. Het vasthouden van deze koolwaterstofbestanddelen wordt hierna aangeduid als de "integriteit" van het fruit. Als een buitengewone warmte wordt toegepast, worden sommige Van de natuurlijke di- en polysacchariden gereduceerd tot eenvoudige suikers. De daaruit 25 voortvloeiende toeneming van de hoeveelheid van deze suikers is naar men meent een van de faktoren, die moeilijkheden veroorzaakt bij het trommeldrogen van een natuurlijke vruchtenpuree*·

De volgens de boven beschreven methode verwarmde 30 puree wordt door inrichtingen 70 voor het maken van pulp gepompt, die zijn voorzien van zeven met openingen voor het verwijderen van pitten en vellen, welke openingen bij voorkeur 1,52k mm groot zijn en wordt dan door de voedselpomp 75 gepompt naar een afwerkinrichting 80, die bij voorkeur bestaat uit een paar 35 afwerkinrichtingen met zeven met openingen in de buurt van bij 8102500 - 7 - voorkeur ongeveer 0,58U mm. De zeven van de inrichtingen voor het maken van de pulp en de afwerkinrichtingen kunnen variëren in grootte, zoals vel bekend is, om ongewenste bestanddelen uit bepaalde te behandelen vruchtensoorten te verwijderen. De aldus 5 behandelde vruchten, die in deze beschrijving de "afgewerkte puree" wordt genoemd, moet zijn natuurlijke integriteit hebben behouden, waarbij zijn bestanddelen gelijkmatig door de afgewerkte puree zijn verspreid. De afgewerkte puree wordt dan door middel van de voedselpomp 85 in een van een deksel voorziene houdertank TO 90 gepompt en daarna door middel van de doseerpompen 100 (doserende voedselpompen) op de trommeldroger 120.

Wanneer de afgewerkte puree niet binnen een periode van 2 tot k uur op de trommeldroger wordt behandeld, wordt de puree dan bij voorkeur gepompt naar een buisvormige 15 warmtewisselaar 200, waar de puree wordt afgekoeld tot een temperatuur lager dan 37»8°C, waardoor de puree wordt beschermd tegen ontkleuring. De verkregen puree kan snel worden bevroren en opgeslagen en dan vervolgens in stukken worden gezaagd en opnieuw door de afverkinrichting 80 en daarna op de trommel-20 droger worden behandeld of kan gedurende verscheidene uren in de houdertank 90 worden gehouden op temperaturen lager dan 37,8°C en daarna op de trommeldroger behandeld. De voedselpomp 205 i9 aangebracht voor het pompen van de puree uit de warmte-visselaar 200 naar de houdertank 90.

25 Uit de figuren 1 en 2 blijkt, dat de trommel droger 120, de transporteur 140, de schroef transporteur 1^5, de inrichting 150 voor het in vlokvorm brengen van de vruchten, de afscheider 160 en de met foelie gevoerde vezeltrommels 170 en 175 alle worden gehouden op gecontroleerde atmosferische 30 omstandigheden in een zorgvuldig geregeld milieu of ruimte 250.

De ruimte 250 wordt door een air-conditioning-inrichting, 3 die werkt met silicagel en die is ingesteld op 283, 17 m /min. voor het conditioneren van lucht, gehouden op een temperatuur van 35°C droge bol, 25,56°C natte bol tot 10°C met een 35 relatieve vochtigheid van maximaal 30 %. Bij voorkeur wordt de 8102500 * - 8 - trommeldroger 120 geplaatst in dichte nabijheid van en onder een afzuigkap 137, die de enige terugvoer vormt voor het air-conditioning-systeem. Het afvoersysteem 135 is bij de voorkeursuitvoeringsvorm ingesteld op het handhaven van een 5 positieve druk in de ruimte 250 door het afvoeren van een kleinere volume lucht dan door de air-conditioning-inrichting in de ruimte 250 wordt gepompt. De positieve druk verhindert, dat lucht buiten de ruimte 250 in de ruimte wordt gezogen en hêpt daarom de gecontroleerde atmosferische omstandigheden te 10' stabiliseren. Het gehele systeem is ontworpen om de ruimte te houden op temperaturen lager dan 2t,11°C en op een relatieve vochtigheid van minder dan 30 % onder omstandigheden, waarin de trommeldroger 120 op zijn maximale capaciteit werkt. Gebleken is, dat als de temperatuur onder 21,11°C daalt, hogere relatieve 15 vochtigheden van tot ongeveer 50 % met succes kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de aard van de afgewerkte puree (zijn temperatuur, samenstelling en der gelijke), de oppervlakte -temperatuur van de trommeldroger 120 en van de verspreidings-rollen 125, en de bedrijfsparameters van het air-conditioning-

O

20 stelsel en het afvoerstelsel 135 (dat wil zeggen m/min.).

Het afvoerstelsel 135 circuleert de geconditioneerde lucht binnen de ruimte 250 op zodanige wijze, dat de lucht in'de nabijheid van de trommeldroger 120 wordt af gevoerd en continu wordt gecirculeerd. Deze toestand wordt in de beschrijving aangeduid 25 als het "dompelen” of "baden" van de inrichting, de puree, of het produkt in een "stroom van lucht" of "luchtstroom".

De doseerpompen 100 bestaan uit vijf afzonderlijke pompen , Pg, P^, P^ en P^, die elk afzonderlijk worden geregeld door een elektronische regelinrichting 105 en die 30 werken binnen een trajekt van 0 tot 22,71 l/min. De doseerpompen 100 vormen een pompstation met positieve verplaatsing, zoals op zichzelf wel bekend is en voeden de verdeel- en spreid-rollen 125. He verdeel- en spreidrollen 125 zijn elk voorzien van een verdeel- en spreidstaaf (niet getekend) voor het aan-35 brengen van de afgewerkte puree op het trommeloppervlak, zoals 81 02 5 0 0 ** » - 9 - hierna zal worden "beschreven. De pompen , Pg, P^, P^ en P^ werken samen met de spreidrollen , Lg, L^, L·^ resp. L^.

De trommeldroger 120 is, zoals duidelijker in fig. 2 is getekend, een droger met een enkele trommel, die 5 op zichzelf wel bekend is en die een diameter heeft van 152,4 cm.

Bij bedrijf pompen de doseerpompen 100 elk vanaf bepaalde hoeveelheden van het produkt door de verdeelstaven, die elk zijn voorzien van een heen en weer bewegend produkttoevoerorgaan, dat de afgewerkte puree gelijkmatig deponeert op de lengte van 10 243,84 cm van het trommeloppervlak 122 in dichte nabijheid van de spreidrollen 125 en meer in het bijzonder in de kneep gevormd door de trommeldroger 120 en de spreidrollen 125, of rechtstreeks op de spreidrollen 125. De spreidrollen 125 hebben een lengte van 243,84 cm, een diameter van 25,4 cm en zijn 15 voorzien van af zonderlijke instelorganen, om hun draaisnelheid en hun afstand tot het trommeloppervlak 122 te regelen. Vólgens de tekening draaien de spreidrollen 125 in tegen-kloksgewijze richting, terwijl de trommel 121 in kloksgewijze richting draait. Regelorganen (niet getekend) kunnen worden ingesteld 20 om de draaiing van de trommel 121 te regelen van 2 tot 11 omwentelingen per minuut en de rollen 125 op een toerental van 11,4 tot 62,7 omwentelingen per min. De trommeldroger 120 kan werken met een of meer spreidrollen 125, die als geheel of ten dele werken.

Het produkttoevoerorgaan van de spreidrdlen 125 kan buiten 25 werking worden gesteld door de regelinrichting 105 van de betreffende doseerpomp 100 in te stellen op 0 liter per min.

Bovendien kunnen de spreidrollen 125 voldoende ver van het trommeloppervlak 121 worden ingesteld, om buiten aanraking te zijn met de puree, die op het trommeloppervlak 122 is gedeponeerd, 30 of kunnen slechts als drukrol werken, om de dikte van het te verdelen produkt en/of het stroomopwaarts gewalste produkt te regelen; als bijvoorbeeld het produkttoevoerorgaan voor de verdeel- en spreidrol L·^ puree verdeeld in zijn bijbehorende kneep, dan kunnen de pompen P^, P^, Pg en P^ worden ingesteld 35 op 0 liter per min. en kunnen de spreidrollen L·^ * ^3* ^2 en L·^ 8102500 * ^ - 10 - .. t of enige andere combinatie, zodanig worden ingesteld dat zij alleen als persrollen werken. Bovendien zijn de spreidrollen 125 voorzien van watermantels binnen het roloppervlak 127, welke watermantels kunnen worden gevoed met een fluidum, dat kan zijn 5 gekoeld of op een andere wijze behandeld.

Bij de voorkeursuitvoeringsvorm draait de trommel 121 een kloksgewijze richting met een toerental van 3,0 omwentelingen per minuut; de spreidrol is ingesteld op een kneep van 1,778 mm (de kortste afstand van het trommeloppervlak 122 tot de 10 spreidrol 125) in een stand van 5° in kloksgewijze richting vanaf de stand 12 uur op de trommel 121 in de richting van de kneep (fig. 2); de rollen L^, L·^ en Lg draaien in tegenkloksgewijze richting met een toerental van 17,1 omwentelingen per minuut; de pompen P^, en Pg zijn ingesteld op een debiet van 9,^6 15 tot 1^,20 1 per min.; de pomp P1 is ingesteld op 0 liter per min.; werkt als persrol met een toeren-tal van 17,1 omwentelingen per min. en met een kneep van 0,089 tot 1,52 mm; de rollen L^, en Lg zijn ingesteld op een kneep van ongeveer 1tot 1,78 mm; Het produkttoevoerorgaan van de rol L·^ doseert de puree in zijn 20 bijbehorende kneep en de produkttoevoerorganen van de rollen en Lg doseren puree op het bijbehorende spreidroloppervlak 137 in de stand van 11 uur; en de spreidrollen 125 zijn zodanig opgesteld, dat hun bijbehorende knepen op een hoekafstand van 25° op het trommeloppervlak 121 staan. Op deze wijze wordt de 25 afgewerkte pulp, die een vochtgehalte heeft tussen ongeveer 85 % en ongeveer 90 % en die in het algemeen een temperatuur heeft van ongeveer 37,78 tot 82,22°C, op het trommeldroger-oppervlak 122 gedeponeerd.

De trommeldroger 120 is voorzien van middelen 30 (niet getekend) voor het toevoeren van stoom onder druk aan het inwendige van het trommeloppervlak 122, om dit trommeloppervlak 122 te verwarmen. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm wordt stoom 2 onder een druk van ongeveer 5,6 tot 6,72 kg/cm (162,77 tot 168,33°C) toegevoerd in de trommeldroger 120, om het droger-35 oppervlak 122. te verwarmen. De inrichting voor het toevoeren van 8102500 t··· % -ristoon onder druk en de trommeldroger 120 vormen een gesloten systeem, zodat de stoom die wordt gebruikt voor het verwarmen van het trommeloppervlak 122, niet wordt toegevoerd in de gecontroleerde ruimte 250. Het gehele met chroom beklede trommel-5 oppervlak 122 wordt geheel gelijkmatig verwarmd en kan worden verwarmd tot elke gewenste temperatuur, door de druk van de stoom in te stellen, zoals wel bekend is.

Bij bedrijf van de trommeldroger 120 zoals tot dusverre is beschreven, wordt de gecontroleerde ruimte 250, 10 waarin zich de trommeldroger 120 bevindt, bij de voorkeursuitvoeringsvorm gehandhaafd binnen de boven beschreven gecontroleerde atmosferische condities. Het afvoerstelsel 135 is voorzien van een afzuigkap 137, die in de gecontroleerde ruimte 250 uitsteekt in dichte nabijheid van de trommel 121 en de 15 spreidrollen 125 en wordt ingesteld voor het afvoeren van de lucht, zoals hierboven is beschreven. Onder deze omstandigheden wordt de afgewerkte puree volgens de uitvinding gelijkmatig verdeeld over de knepen, die worden gevormd aan de spreidrollen L^, en Lg en wel in zodanige hoeveelheden, dat de puree 20 slechts gedurende een zeer korte tijd als een poel in de kneep blijft staan. Poelen worden gecreëerd, wanneer de hoeveelheid puree die in de kneep wordt gedeponeerd, groter is dan de hoeveelheid, die uit de kneep wordt af gevoerd door de draaiing van de trommeldroger 121 en de rollen 125. Wanneer de trommeldroger 25 120 continu werkt, wordt een film van puree bij op het trommeloppervlak gebracht en wordt gedurende een vooraf bepaalde tijd onder gecontroleerde atmosferische omstandigheden tussen de rollen en door het verwarmde trommeloppervlak 122 behandeld, dan wordt bij een tweede film op de eerste film 30 gedeponeerd en tussen de rollen L·^ en Lg behandeld als boven is beschreven, en vervolgens wordt een derde film bij Lg op de tweede film gedeponeerd en tussen de rollen Lg en behandeld als boven is beschreven en dan gewalst door de rol L·^. Het is ook duidelijk, dat de aanvankelijke vorming van de film zou kunnen 35 plaats hebben bij de rol L^, door bij de rol L·^ een voldoende 8102500

w V

- 12 - grote poel te laten ontstaan, om de spreidrol L*. in staat te stellen met de opgebouwde poel in aanraking te komen. De spreidrol perst de boven beschreven samengestelde films, waarvan het buitenoppervlak in het algemeen een rijpachtig wit uiterlijk 5 heeft. Dit samenstel wordt daarna verder geconditioneerd op de trommeldroger 120 onder gecontroleerde atmosferische omstandigheden, totdat het door middel van het afstrijkmes 130 van het trommeloppervlak 122 wordt afgestreken. Gedurende deze continue filmvorming, worden de bovengenoemde films en ulteindelijk .10 de gelijkmatige plaat of vlies in hoofdzaak geïsoleerd van het vocht dat bij het drogen vrijkomt en wel door een combinatie van mechanismen, die in hoofdzaak gelijktijdig optreden. Het afvoer- of afzuigstelsel 135 zuigt het vocht en de stoom af, die vrijkomen gedurende de vorming en de harding van de films, 15 door af zuigen van de gevormde stoom en het vocht van het trommeloppervlak . 122, de verdeel- en spreidrollen 125 (inclusief de verdeelstaven), en van de puree, de gevormde films en het daaruit gevormde vlies of vel. Gelijktijdig met de af zuiging van het vocht en de stoom heeft de af zuiging van de 20 geconditioneerde lucht binnen de gecontroleerde ruimte 250 plaats gelijktijdige koeling, onttrekking van vocht aan, droging en dompeling van de inrichting, de vruchtenpuree, de films en het vlies in een koelende en vochtonttrekkende luchtstroom.

Zonder de omvang van de onderhavige uitvinding 25 te beperken wordt gemeend, dat de puree synergistisch reageert met de trommeldroger 120 binnen de gecontroleerde atmosferische condities zoals boven beschreven, om een nieuw, door de trommel gedroogd vlies te vormen, dat verder wordt behandeld tot het gevlokte produkt volgens de uitvinding, zoals hierna nader 30 zal worden toegelicht. Bij voorkeur worden twee of meer films op de trommeldroger 120 gevormd en gehard, die een samengestelde film vormen, die door drukwalsen wordt behandeld en gehard om het nieuwe gedroogde vlies te produceren. Het is echter de bedoeling, dat zowel een enkele film als een aantal films kunnen 35 worden gebruikt om het produkt volgens de onderhavige uitvinding 81 0 2 5 00 1ï « - 13 - te produceren.

Bij de voorkeursuitvoeringsvorm kan naar keuze gefiltreerde samengeperste lucht worden geblazen op het gedroogde vlies, juist voordat dit van het trommeloppervlak 122 wordt 5 af gestreken. De samengeperste lucht bevordert het afstrijken van het vlies. Het is duidelijk, dat bij de voorkeursuitvoeringsvorm het afzuigstelsel 135 van het air-conditioningstelsel, dat binnen de gecontroleerde ruimte 250 werkt, eveneens zorgt voor de circulatie van geconditioneerde lucht in de nabijheid van en 10 op het af strijkmes 130. Het afstrijkmes 130 is op bekende wijze " geconstrueerd om het gehele vlies van de trommel 121 te verwijderen, zonder het trommeloppervlak 122 te bekrassen of opeen andere wijze te beschadigen. Nadat het vlies is af gestreken, wordt het schoongemaakte trommeloppervlak 122 verder gedroogd door de 15 warmte in de trommeldroger 120 in combinatie met de gecontro leerde atmosferische condities die boven zijn beschreven. Het trommeloppervlak 122 wordt aldus schoon gemaakt en gedroogd in de gecontroleerde atmosferische condities vanaf het punt, waar het afstrijkmes 130 het vlies verwijdert, totdat de puree door 20 de verdeel- en spreidrol opnieuw op het trommeloppervlak 122 wordt gebracht.

Het nieuwe, gedroogde, continue vlies wordt door het afstrijkmes 130 naar de transporteur 140 gevoerd.

De term "gedroogd1’ of "ontwaterd", die in deze beschrijving 25 met betrekking tot het vlies wordt gebruikt, geeft aan, dat de oppervlakken van het vlies niet nat of kleverig zijn. De transporteur 140, die bestaat uit een conventionele eindloze ring-transporteur, transporteert het continue,gedroogde vlies naar de schroeftransporteur 145. Het is duidelijk, dat een continu 30 vlies wordt gevormd en continu door de transporteur 14o van de trommeldroger 120 wordt afgevoerd met een snelheid, die gelijk is aan die van het afgestreken vlies. De ring 141 van de transporteur 140 bezit een breedte, die iets groter is dan de breedte van 243,84 cm van het gedroogde vlies en kan zijn geperforeerd 35 of op een andere wijze open zijn voor de atmosfeer, zodat het 81 025 00 - 1U - ~ ·9 gedroogde vlies geheel wordt blootgestéd aan de gecontroleerde atmosferische condities. Het getransporteerde vlies wordt daarna in de schroeftransporteur 1^5 gedeponeerd, die het vlies in stukken breekt en het vlies onder gecontroleerde atmosferische 5 omstandigheden naar de inrichting 150 voor het maken van vlokken transporteert. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm legt het gedroogde vlies de afstand van het afstrijkmes 130 tot de schroeftransporteur 1U5 af in ongeveer 15 tot 30 sec. en de afstand van de schroeftransporteur 1^5 tot de inrichting 150 in ongeveer 30 10 tot ^5 sec.

Bij de voorkeursuitvoeringsvorm wordt de inrichting 150 voor het maken van vlokken zodanig ingesteld, dat deze zo groot mogelijke vlokken maakt, die natuurlijk geschikt moeten zijn voor het uiteindelijke gebruik daarvan en de vlokken worden 15 bij voorkeur gestuurd door vlokzeven (niet getekend) met afmetingen van ongeveer 6,35 tot 3,175 mm, zoals wel bekend is.

Het in vlokvorm gebrachte produkt wordt dan pneumatisch naar de scheider 160 gepompt, die bestaat uit een conventionele, van een zeef voorziene afscheider van het schuddertype, waarin de 20 grotere en zwaardere ongewenste vlokken worden verwijderd en in de houder 170 worden gedeponeerd. De afscheider 160 deponeert het gewenste in vlokvorm gebrachte produkt in houders 175» waarbij het produkt wordt verpakt in vaneen föelievoering voorziene trommels met een inhoud van 208,19 1· De gehele behandeling van 25 de afgewerkte puree, vanaf het aanbrengen daarvan op de trommel-droger 120 t/m de verpakking in houders 175 geschiedt onder gecontroleerde atmosferische condities. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm vraagt de behandeling van het punt, dat het vlies van het trommeloppervlak 122 wordt gestreken, totdat dë vlokken worden 30 verpakt in de houders 175, ongeveer 2 tot 5 min. Als het produkt opnieuw moet worden verpakt, verdient het de voorkeur, dat de bovengenoemde trommels worden getransporteerd en opnieuw verpakt onder gecontroleerde condities.

Zoals blijkt uit de hierna volgende voorbeelden 35 bevatte het in vlokvorm gebrachte produkt, dat werd geproduceerd 81 0 2 5 0 0 - 15 -

A

W A

onder omstandigheden, waarbij de relatieve vochtigheden minder dan 30 % bedroegen, aanmerkelijk weinig vocht en wel in het gebied van ongeveer 0 tot 0,5 % en zeker minder dan 1,0 %. Het produkt volgens de uitvinding heeft daarom een A -waarde van w 5 minder dan 0,65, die de groei van sporenvormers en micro-organismen verhindert. Het nieuwe gedroogde vlies volgens de uitvinding, wanneer het op de boven beschreven wijze in vlokvorm is gebracht en is verpakt, klontert niet samen in de verpakking en kan gemakkelijk opnieuw^orden samengesteld, terwijl studies hebben 10 aangetoond, dat natte of kleverige vliezen met een vochtgehalte groter dan 2,0 % wel samenklonteren, wanneer zij op de boven beschreven wijze in vlokvorm worden gebracht en worden verpakt.

Om de uitvinding verder toe te lichten, worden de volgende voorbeelden beschreven. Opgemerkt wordt, dat de details 15 van de voorbeelden niet moeten worden beschouwd als beperkingen, omdat deze kunnen worden gevarieerd zoals voor een deskundige wel duidelijk zal zijn.

Voorbeeld I

510,3 kg rijpe, gewassen en gesorteerde appels 20 van de soort Golden Delicious en 170,1 kg rijpe, gewassen en gesorteerde rode appels werden in blokjes van 12,7 mm gesneden en toegevoegd aan een open ketel met daarin 9^,63 1 kokend gefiltreerd water, waaraan eerder 368,5¾ g ascorbine-zuur en 170,1 g citroenzuur was toegevoegd. Onder matig roeren met 25 een Warhead-menger werden de appels verhit tot 93,33°C, gepompt door een inrichting voor het maken van pulp die was ingesteld op 1,52¾ mm en dan door twee opeenvolgende afwerkin-richtingen, die beide waren ingesteld op 0,58¾ mm, De afgewerkte puree werd dan gepompt naar een van een deksel voorziene houder-30 tank, die het positieve verplaatsings-pompstation bevoorraad^ dat is voorzien van vijf pompen. Pomp Pj. werkte niet. De pompen P]p P^ en Pg werden ingesteld op een debiet van 9,¾^ l/min., 10,M l/min. resp. 9^6 l/min. De trommeldroger werd met stoom onder een druk van 6,72 kg/cm verhit en gedraaid met een toeren-35 tal van 3,0 omwentelingen per min. De spreidrollen L·^, L·^, L^, Lg 8102500 •-Γ - 16 - en werden ingesteld op een kneep van 1,778 mm, 1,651 mm, 1,651 mm, 1,397 mm resp. 1 ,397 mm en werden gedraaid met een toerental van 17,1 omwentelingen per min. en werden ingesteld onder hoeken A en B van 5° resp. 25°. Ifet air-conditioningsysteem 5 werd in werking gesteld om de boven beschreven gecontroleerde atmosferische condities te verzorgen bij een temperatuur van 16,67°C en een vochtigheid van 35 %· Er werd een continu gedroogd vlies geproduceerd, dat van de trommel werd afgestreken bij hoek C op 200°en dat vervolgens in vlokvorm werd gebracht 10 in een zeef met een instelling van 6,35 mm. Het vochtgehalte f>.

van de verkregen vlokken werd gemeten door middel van de vacuum-ovenmethode (Association of Official Analytical Chemists, 1980, 3d. Ed. Method 16.233), uit monsters genomen drie weken nadat de vlokken waren geproduceerd enverpakt in houders 175·

15 Het vochtgehalte van de vlokken bleek 0,15 % te bedragen. Voorbeelden II t/m IV

De puree werd behandeld en gedroogd als bij voorbeeld I bij de volgende temperaturen en relatieve vochtigheden, waarbij drie weken na verpakking de volgende resultaten 20 werden verkregen:

Tabel I

Voorbeeld Temperatuur relatieve Gemiddeld vochtgehalte in °C vochtigheid van de vlokken in % in % 25 II 17,22 50 0,37 III 16,67 15 0,05 IV 18,89 ui* 0,56

Voorbeelden V - VIII

3^0,2¾ rijpe, verse, bevroren, gepelde bananen, 30 283,5 kg rijpe, gewassen en gesorteerde appels van de soort

Golden Delicious en 90,72 kg rijpe, gewassen en gesorteerde rode appels werden in blokjes van 12,7 mm gesneden en toegevoegd aan een open ketel, verhit tot 87,78°C en behandeld als bij voorbeeld I. De puree werd behandeld bij de volgende temperaturen 35 en relatieve vochtigheden, waarbij drie weken na verpakking 81 02 5 0 0 - 17 - de volgende resultaten verden verkregen:

Tabel II

Voorbeeld Temperatuur relatieve vochtig- Gemiddeld vochtge-in °C heid in % halte van de vlokken 5 in % V 27,78 19 .13 VI 23,33 20 .29 VII 20 U1 .31 VIII 21,11 25 .36

10 . Voorbeelden IX - XII

-f— 210,92 kg rijpe, verse bevroren bananen, 165,65 kg rijpe, gewassen en gesorteerde appels van de soort Golden Delicious en 5^,^3 kg rijpe, gewassen en gesorteerde rode appels werden in blokjes van 12,7 mm gesneden en toegevoegd 15 aan een open ketel tezamen met 19,05 kg perzikpasta (100 % vaste stoffen) en verhit tot 93,33°C. De puree werd behandeld als bij voorbeeld I, bij de volgende temperaturen en relatieve vochtigheden, waarbij drie weken na verpakking de volgende resultaten werden bereikt:

20 Tabel III

• Voorbeeld Temperatuur relatieve vochtig- „Gemiddeld vocht gein °C heid in % halte van de vlokken in % ix 26,67 21 Λ1 25 X 2k,Uk 15 ,2k XI 23,33 16 .06 XII 23,33 23 .07

Zoals uit het bovenstaande blijkt, kan het vlies volgens de onderhavige uitvinding worden verkregen onder ver-30 schillende condities binnen de omvang van de onderhavige uitvinding, bijvoorbeeld afhankelijk van de aard van de puree, de oppervlaktetemperatuur en het toerental van de trommeldroger 120 en de parameters die de gecontroleerde atmosferische condities Zoals bovengenoemd,beïnvloeden, en dergelijke. Bovendien 35 verdient het zeer de voorkeur, dat de ruimte wordt gehandhaafd 81 02 5 0 0

Vi ^ - 18 - op of beneden 21,11°C vochtigheid (gegeven de bovengenoemde gecontroleerde atmosferische condities). De voorbeelden V en IX geven aan, dat temperaturen van ongeveer 26,6j°C aanvaardbaar zijn bij lage relatieve vochtigheden van ongeveer 20 !, Een 5 aanvaardbaar produkt werd ook geproduceerd bij relatieve vochtig heden hoger dan 30 %, zie de voorbeelden I, II, IV en VII.

De onderhavige uitvinding, zijn wijze van werken en vele van de daarbij verkregen voordelen zullen zonder nadere toelichting duidelijk zijn uit het voorafgaande. Ofschoon voor-10 keursuitvoeringsvormen en -voorbeelden van de onderhavige uitvinding zijn beschreven, kunnen hierin binnen de ontvang van de bijgaande conclusies niettemin talrijke veranderingen worden aangebracht.

8102500

Claims

1, Werkwijze voor het trommeldrogen van een vruchtenpuree op een trommeldroger, gekenmerkt door het aanbrengen van de vruchtenpuree op de trommeldroger in een gecontro- 5 leerd milieu van koelende, van vocht ontdane lucht en door let trommeldrogen van de puree in het gecontroleerde milieu van koelende en van vocht ontdane lucht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de puree, wanneer deze is gedroogd, een vlies vormt op de trommel 10 van de trommeldroger, welk vlies van de trommeldroger wordt afgestreken, gekenmerkt door het drogen van de af gestreken trommelin het gecontroleerde atmosferische milieu van koelende en van vocht ontdane lucht, voordat de vruchtenpuree op de trommeldroger wordt gebracht.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, omvattende het aanbrengen van de vruchtenpuree op de trommeldroger in een gecontroleerd milieu van koelende, van vocht ontdane lucht, om een eerste film te vormen, gekenmerkt door het vormen van een tweede film door het aanbrengen van de puree op de eerste 20 film nadat de eerste film gedurende een vooraf bepaalde tijd in het gecontroleerde milieu is gebleven. U. Werkwijze volgens conclusie 3, gekanmerkt door het drukwalsen van de gecombineerde eerste en tweede film injhet gecontroleerde milieu.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat vers fruit in de puree wordt gebruikt, welke puree wordt bereid zonder toevoeging van verdikkingsmiddelen.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, gekenmerkt door het zodanig bereiden van de verse vruchtenpuree, dat 30 de natuurlijke integriteit van het fruit behouden blijft.

7. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het evacueren van de lucht uit het gecontroleerde atmosferische milieu.

8. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij van 35 de vruchtenpuree vlokken worden vervaardigd, gekenmerkt door 81 0 2 5 0 0 N#; ' ** - 20 - het verwijderen van de puree van de trommeldroger in de vorm van een vlies en door het in vlokvorm brengen van het vlies, welke verwijdering en het in vlokvorm brengen worden uitgevoerd binnen het gecontroleerde milieu.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, gekenmerkt door het transporteren van het vlies in het gecontroleerde atmosferische milieu voordat het vlies in vlokvorm wordt gebracht,

10. Werkwijze volgens conclusie 8, gekenmerkt 10 door het breken van het gedroogde vlies in het gecontroleerde atmosferische milieu voordat het vlies in vlokvorm wordt gebracht.

11. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het toevoeren van koelende, van vocht ontdane lucht 15 aan het milieu en door het afvoeren van de lucht uit dat milieu met een snelheid, die kleiner is dan de snelheid, waarmee de koelende, van vocht ontdane lucht wordt toegevoerd.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het evacueren van de lucht wordt uitgevoerd in dichte 20 nabijheid van de trommeldroger.

13. Werkwijze volgens conclusie 1.met het kenmerk, dat de- koelende en van vocht ontdane lucht een relatieve vochtigheid heeft van minder dan ongeveer 60 % en een lagere temperatuur dan ongeveer 26,6T°C. 25 1^·. Werkwijze volgens conclusie 1 .met het kenmerk, dat de koelende en van vocht ontdane lucht een temperatuur heeft van ongeveer 21,11°C of lager en dat de som van de temperatuur en de relatieve vochtigheid ongeveer Tl*11 of minder bedraagt.

15. Werkwijze volgens conclusie 1H, met het kenmerk, dat die som ongeveer 51,11 of minder bedraagt.

16. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koelende en van vocht ontdane lucht bij voorkeur een relatieve vochtigheid van minder dan ongeveer 35 30 % heeft, 81 0 2 5 0 0 ν - 21 -

17. Werkwijze voor het vormen van een vlies uit een vruchtenpuree door het trommeldrogen%n het vlies, waarbij de trommeldroger zich bevindt in een gecontroleerd atmosferisch milieu en bestaat uit een enkele droger met 5 een droogtrommel en tenminste één verdeel- en spreidrol, waarbij bij het trommeldrogen stoom en vocht worden geproduceerd, gekenmerkt door het evacueren van de lucht uit het milieu, zodanig, dat een koelende, van vocht ontdane luchtstroom in de nabijheid van de trommeldroger wordt gecirculeerd, door het 10 aanbrengen van de puree op de droogtrommel door middel van een eerste verdeel- en spreidrol en door het drogen van de puree, waarbij de gevormde stoom en het vocht uit het drogen van de puree worden af gevoerd.

18. Werkwijze volgens conclusie 17» waarbij 15 het vlies wordt gevormd uit een aantal films en verdeel- en spreidrollen, waarbij de eerste verdeel- en spreidrol wordt bediend om een eerste film op de droogtrommel te vormen, gekenmerkt door het vormen van een aantal films door het aanbrengen van de puree op da eerder gevormde film door middel van 20 een volgende verdeel- en spreidrol.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, gekenmerkt door het drukwalsen van het gecombineerde aantal films.

20. Werkwijze voor het vormen van een vlies uit een vruchtenpuree door het trommeldrogen daarvan, waarbij 25 de trommeldroger zich bevindt in een gecontroleerd atmosferisch milieu en bestaat uit een enkele droger met een trommel en met tenminste drie verdeel- en spreidrollen, gekenmerkt door: a) het evacueren van de lucht uit het milieu, zodanig, dat een koelende en van vocht ontdane luchtstroom in 30 de nabijheid van de trommeldroger wordt gecirculeerd; b) door het aanbrengen van de puree op de trommel via een eerste verdeel- en spreidrol, c) door het aanbrengen van de puree op het produkt volgens maatregel b) door middel van een tweede verdeel- 35 en spreidrol, 81 02 5 00 W- -V-- - 22 - - - - d) door het aanbrengen van de puree op het produkt volgens maatregel c) via een derde verdeel- en spreidrol en e) door het drukwalsenvan het produkt volgens 5 de maatregelen b), c) en d).

21. Vlies van verse vruchtenpuree verkregen door toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1.

22. Vrij vloeiend, in vlokvorm gebracht vruchten-produkt, verkregen door toepassing van de werkwijze volgens 10 conclusie 8.

23. Vervaardigd produkt, gekenmerkt door een vrij vloeiend, in vlokvorm gebracht vruchtenprodukt met een vochtgehalte van minder dan ongeveer 1,0 $, welk produkt vrij is van anorganische toevoegsels en verdikkingsmiddelen. 15 2k. Vervaardigd produkt volgens conclude 23, met het kenmerk, dat het produkt gemakkelijk opnieuw kan worden samengesteld in elke gewenste samenstelling, welke samenstelling gemakkelijk opnieuw kan worden ingesteld zelfs na aanvankelijke samenstelling. 20 25· Vervaardigd produkt, gekenmerkt door een vrij vloeiend, in vlokvorm gebracht produkt met een vochtgehalte van minder dan 1,0$, dat vrij is van toegevoegd natrium en verdikkingsmiddelen en dat is geproduceerd uit een vruchtenpuree?} waarin de natuurlijke integriteit van de vruchten 25 behouden was gebleven.

26. Vervaardigd produkt volgens conclusie 2h, met het kenmerk, dat het vochtgehalte minder dan 0,65 % bedraagt.

27. Werkwijze voor het trommeldrogen van een 30 vruchtenpuree op een trommeldroger, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening.

28. Vrij vloeiend, in vlokvorm gebracht vruchtenprodukt, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving. 81 02 5 0 0