NL8102311A - Dierenvoer en werkwijze voor het bereiden hiervan. - Google Patents

Description

-1- 21821/Vk/mb . .

Korte aanduiding: Dierenvoer en werkwijze voor het bereiden hiervan.

De uitvinding heeft betrekking op dierenvoer met een zodanig vochtgehalte dat het voedsel half-droog is. Met name heeft de uitvinding 5 betrekking op dierenvoer dat na menging met water een jus-vormig mengsel kan geven. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bereiden van dergelijk dierenvoer.

Half-droog dierenvoer heeft in het algemeen een vochtgehalte tussen ongeveer 15 en 55? en bevat toegevoegd anti-raicrobiële stoffen om het voer 10 te stabiliseren en om het te kunnen bewaren tijdens opslaan. Dit soort produkten geniet een steeds grotere belangstelling op de markt voor het dierenvoer als een alternatief voor de droge produkten. Terwijl het droge dierenvoer het voordeel heeft dat het makkelijk hanteerbaar is en gedurende lange tijd kan worden bewaard wordt het zachte vochtige produkt in het alge-15 meen beschouwd als een produkt met een betere smaak vanwege het hogere vochtgehalte. Voorbeelden van zachte, vochtige produkten en werkwijzen voor het bereiden hiervan zijn vermeld in de Amerikaanse octrooischriften 3-852.483 - 3-202.514 - 3-615.652 - 3-653-908 - 3-482.985 - 3-745.021 -4.011.345 en 4.011.346. Al deze produkten geven variaties aan met betrek-20 king tót de toegepaste stoffen of middelen om het produkt te stabiliseren en om het gedurende een bepaalde tijd te kunnen bewaren bij omgevingstemperatuur. Het vochtgehalte voor deze produkten, besc.hreven in de bovenvermelde octrooien, ligt in het algemeen tussen 15 en 55 gew.?.

Een mogelijkheid voor het verbeteren van de opneembaarheid en 25 de smaak van droog dierenvoer is het toevoegen van een droog jus-vormend materiaal aan het oppervlak van het droge dierenvoer. De aanwezigheid van dit materiaal op de droge produkten geeft geen problemen met betrekking tot het bewaren en wanneer de consument een waterige vloeistof toevoegt aan het droge produkt wordt een jus-achtig mengsel gevormd. Voorbeelden van 30 dergelijke produkten zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.119.961 - 3-467-525 - 4.104.407 en 4.104.406. De jus-vormende stoffen die zijn vermeld in deze octrooischriften bestaan in het algemeen uit voorgegelatineerde zetmeelsoorten, gomsoorten of diverse andere poly-sacchariden of verdikkingsmiddelen. In het Amerikaanse octrooischrift 25 3.119.691 is aangegeven dat deze jus-vormende stoffen in het algemeen kunnen worden toegevoegd aan het gedroogde, geëxpandeerde korrelvormige 81 023 1 1 v 's · . : -2- 21821/Vk/mb materiaal direkt na of samen met het aanbrengen van een vet dat op het oppervlak van het geëxpandeerde materiaal wordt versproeid. Het vet vormt een deklaag op het dierenvoer en de deeltjes jus-vormend materiaal wordt beschikbaar gesteld op het oppervlak van het met vet bedekte brok-5 vormige materiaal zodat snel een jus wordt gevormd wanneer een waterige vloeistof in contact komt met de deeltjes. Het Amerikaans octrooischrift ’ ‘ 3.467.525 beschrijft een enigszins afwijkend procédé'voor het vormen van een jus-houdend droog dierenvoer door het bewerkstelligen van een twee-stroomprocédé waarbij een deel van de korrels wordt bedekt met vet, welke 10 korrels vervolgens worden verwarmd om de binnendringing van het vet te bevorderen, gevolgd door het aanbrengen van een deklaag op een afzonderlijk deel van de korrels met een verdikkingsmiddel. Het gecombineerde mengsel van korrels geeft een verdikt mengsel na het toevoegen van een waterige vloeistof. In het Amerikaanse octrooischrift 4.104.406 is een gedroogd 15 dierenvoer beschreven dat eerst wordt bedekt met een vet-dextrine emulsie om hydratatie van de geëxpandeerde deeltjes te bemoeilijken, gevolgd door het aanbrengen van de jus-vormende stoffen. Dit produkt wordt ook gekenmerkt door de aanwezigheid van jus-vormende stoffen op het buitenoppervlak zodat direkt een verdikking wordt bewerkstelligd na het toevoegen van een 20 waterige vloeistof. Het Amerikaanse octrooischrift 4.104.407 is hiermee vergelijkbaar behalve dat afzonderlijke lagen vet en dextrine worden aangebracht om een sterke mate van hydratatie van de geëxpandeerde deeltjes te voorkomen wanneer de jus wordt gevormd.

Half-droge produkten voor dierenvoer zouden eveneens een verhoogde 25 belangstelling trekken bij de consument wanneer een jus-achtig mengsel kon worden gevormd met het dierenvoer na het toevoegen van een waterige vloeistof. Het is echter moeilijk om bij een half-droog produkt een * jus-vormend materiaal op het oppervlak te verkrijgen omdat de jus-vormende stoffen snel reageren met het vocht dat beschikbaar is zodat een jus wordt 30 gevormd en de aanwezigheid van 15—55/6 inherent vocht in zacht, vochtig dierenvoer kan verdikkingsmiddel, dat eventueel aanwezig is op het produkt tijdens het bewaren, activeren. Deze vroegtijdige activering door het aanwezige vocht bij dergelijke produkten maakt het toevoegen van een jus-vormend middel moeilijk omdat de uiteindelijke doelstelling is om een 35 produkt te verkrijgen dat zijn·vorm behoudt tijdens het opslaan of bewaren, maar dat een jus-achtig mengsel kan vormen alleen dan, wanneer water hieraan wordt toegevoegd door de consument.

8102311 -3- 21821/Vk/rab t y -ï

Dit probleem is bij de onderhavige werkwijze opgevangen en zodoende is een van de doelstellingen volgens de uitvinding om een half-droog dieren-voer te verkrijgen dat het mogelijk maakt om hiermee een jus-achtig mengsel te vormen na het toevoegen van een waterige vloeistof.

5 Een andere doelstelling volgens de uitvinding is het verkrijgen van een jus-vormend half-droog dierenvoer dat de activering van de jus-vormende componenten zal vermijden bij de aanwezigheid van het inherente • vocht bij het dierenvoer.

Een andere doelstelling volgens de uitvinding is het verkrijgen 10 van een jus-vormend half-droog dierenvoer dat de jus-vormende karakteristieken zal behouden tijdens bewaren· en opslaan hiervan zonder dat door het inherente vochtgehalte in het dierenvoerprodukt een activering wordt bewerkstelligd.

Verder wordt gestreefd naar het verkrijgen van een half-droog 15 dierenvoer dat het mogelijk maakt om een jus-achtig mengsel te vormen na het toevoegen van een waterige vloeistof, welk produkt een hogere aantrekkingskracht en een betere acceptatie heeft door de consument en door het dier.

De bovenvermelde doelstellingen worden bewerkstelligd volgens de 20 uitvinding zodat een dierenvoer wordt verkregen met een zodanig vochtgehalte dat het voedsel half-droog is, met het kenmerk, dat hiermee een jus-vormig mengsel kan worden verkregen door het toevoegen van een warme waterige vloeistof, bestaande uit een eiwit-houdend, zetmeel-houdend mengsel met ongeveer 15-55 gew.jS vocht, welk mengsel is bedekt met deeltjes 25 met vet-omkapseld materiaal waarmee jus kan worden gevormd, welke deeltjes bestendig zijn tegen het binnendringen van vocht tijdens bewaren, maar waarmee een jus-vormig mengsel wordt verkregen na toevoeging van een warme waterige vloeistof aan het dierenvoer. Het dierenvoer bestaat uit een deeltjes-vormige massa van een eiwit-zetmeelmengsel met een vochtgehalte 30 tussen ongeveer 15 en 55 gew.i dat is bedekt met deeltjes van een door * vet omgeven jus-vormend materiaal. De met vet onikapselde deeltjes van het jus-vormige materiaal zijn bestendig tegen het activeren met vocht tijdens bewaren, maar deze activering is mogelijk zodat een jus-achtig mengsel wordt verkregen na het toevoegen van een warme, waterige vloeistof aan het 35 dierenvoer.

De jus-vormende stoffen worden ingekapseld in een vet dat met name vast is bij omgevingstemperatuur of bij de temperatuursomstandigheden die heersen tijdens het opslaan. Het vet smelt bij een temperatuur van 38-66 °C

81 023 1 1 » Η * -4- 21821/Vk/mb met name bij een temperatuur tussen 43 en 54 °C, welke temperatuur overeenkomt met de temperatuur van warm of heet water in de meeste huizen. Het vet dat de omkapseling geeft voor het jus-vormende materiaal is aanwezig in een relatief gelijkmatige en homogene laag rond het jus-vormige materi-5 aal zonder dat scheuren of spleten optreden waardoor de deeltjes bestendig worden tegen het binnendringen van vocht tijdens opslaan. Een belangrijke karakteristiek van het met vet omkapselde jus-vormende materiaal volgens •de uitvinding is de gewichtsverhouding van het vet ten opzichte van het gewicht van de jus-vormende stoffen. Deze gewichtsverhouding geeft de 100 noodzakelijke dikte aan de vetlaag ten einde de bestendigheid tegen vocht-indringing te bewerkstelligen voor het jus-vormende materiaal vanuit het zachte, vochtige produkt evenals om een relatief snelle vorming van de jus te bewerkstelligen wanneer warm water wordt toegevoegd aan het dieren-voer door de consument.

15 Het jus-vormende dierenvoer dat half-droog is volgens de uitvinding bewerkstelligt een doorbraak bij het bereiden van dierenvoer en hierbij wordt sterk tegemoet gekomen aan dè betere verschijningsvorm en de verbeterde smaak voor een zacht, vochtig produkt dat is voorzien van een jus-vormend materiaal, hetgeen tot nu toe slechts mogelijk was bij droog 20 dierenvoer.

Zodoende wordt een produkt volgens de uitvinding verkregen bestaande uit half-droog dierenvoer dat is bedekt met vetdeeltjes die jus-vormend materiaal bevatten.

De samenstelling en de bereiding van half-droog dierenvoer is 25 algemeen bekend en dit bekende maakt geen deel uit van de uitvinding terwijl anderzijds de uitvinding niet is beperkt tot"bepaalde stoffen die worden toegepast om dit dierenvoer samen te stellen of is beperkt tot een bepaald procédé voor het bereiden van dit dierenvoer. Zodoende strekt de uitvinding zich uit tot elke soort hnlf-droog dierenvoer dat in het 30 algemeen een vochtgehalte heeft tussen 15 en 55 gew./S, onafhankelijk van de toegepaste stoffen bij deze samenstelling. Half-droog dierenvoer met dit vochtgehalte kan op diverse wijzen worden verkregen, afhankelijk van de toegepaste stoffen om de stabiliteit tijdens het bewaren te bewerkstelligen. Wanneer bijvoorbeeld in water oplosbare stoffen zoals suiker en dergelijke 35 worden gebruikt om de activiteit van het water te verlagen, zoals is aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.202.514 wordt in het algemeen een werkwijze bij een lage temperatuur uitgevoerd ter vorming van de toegepaste stoffen tot een deeltjes-vormige massa.

8102311 1 1 / * -5- 21821/Vk/mb

Wanneer hierentegen zuren of andere stoffen worden gebruikt om de activiteit van het water te verhogen zoals aangegeven in de Amerikaanse octrooi-schriften 3-852.483 of 4.011.345, zonder een aanzienlijke hoeveelheid suiker, kan een conventionele extrusiebewerking worden toegepast voor het 5 bereiden van droog dierenvoer, zoals gewoonlijk toegepast ter verkrijging van een geëxpandeerd zacht, vochtig dierenvoer. Deze technieken houden een extrusie in van eiwit-houdende en zetmeel-houdende mengsels bij tempera-

» O

• turen die in het algemeen liggen boven 100 C en bij een verhoogde druk ter bewerkstelliging van de verdamping van vocht uit het produkt wanneer 10 het uit de extruder komt in een zone van lagere druk. Dit resulteert in de expansie van de massa die verder kan worden onderverdeeld in een deeltjes-vormige massa onder toepassing van smaakstoffen of anti-micro-biële stoffen toegevoegd aan het oppervlak van de geëxpandeerde deèltjes-vormige massa.

15 De bij voorkeur toegepaste wijze voor het bereiden van een half droog dierenvoer dat kan worden toegepast volgens de uitvinding is de extrusie-expansie, zoals in het algemeen boven is aangegeven. Dit is de werkwijze die in meer bijzonderheden is beschreven voor de onderhavige uitvinding, hoewel zoals boven vermeld de uitvinding niet is beperkt door 20 de wijze waaróp het zachte, vochtige dierenvoer is bereid. Een voorbeeld van een geëxpandeerd produkt van dit type heeft een uiteindelijk vochtgehalte van 15-55 gew.J en een eiwitgehalte van 10-50 gew.J berekend op het produkt en een gehalte aan granen en zetmelen van ongeveer 10-50 gew.ï berekend op het produkt.

25 De eiwit-houdende stoffen kunnen dierlijke of plantaardige eiwitten bevatten zoals vers vlees of bijprodukten van vlees. Van de dierlijke eiwitten zijn vlees of nevenprodukten van vlees en met name produkten afkomstig van de lever of klieren, meel van vlees, en meel van vlees en beenderen, vismeel, meel van pluimvee, bloedmeel en bijprodukten afge-30 leid van melk of eieren.

Vers vlees kan hetvlees zijn van runderen, varkens, schapen, geiten, paarden, walvissen of andere zoogdieren, pluimvee en vissen. Hierbij moet ook worden inbegrepen verse nevenprodukten van vlees zoals longen, milt, nieren, hersens, lever, bloed, vet weefsel, darmen en dergelijke.

35 Plantaardige eiwitten kunnen worden toegepast en deze omvatten oliezaad-houdende stoffen met het volledige vetgehalte of geheel of gedeeltelijke ontvet sojabonenmeel, sojameel, sojaconcentraat of stoffen afgescheiden van soja evenals andere oliezaad-houdende stoffen zoals katoen- 81 023 1 1 i * ' * s -6- 21812/Vk/mb zaadmeel, zonnebloem of meel van zonnebloemen en dergelijke. Binnen deze groep van stoffen kunnen ook worden begrepen diverse gluten zoals tarwe-of graangluten of andere stoffen van dit type die een eiwitgehalte hebben hoger dan ongeveer 30 gew.%.

5 Microbieel eiwit kan eveneens worden toegepast als eiwit-houdende stof bij het samenstellen van dierenvoer volgens de uitvinding en binnen deze algemene groep zijn diverse gistprodukten zoals brouwersgist, torula-• gist of eiwitten van enkelvoudige cellen.

Met name worden geen enkelvoudige eiwit-houdende stoffen gebruikt tQ bij het samenstéllen van dierenvoer en mengsels van de bovenvermelde algemene soorten eiwitbronnen zullen worden toegepast voor het bewerkstelligen van een voedingsevenwicht, en met het oog op de prijs van het voer en de smaak hiervan.

Granen of zetmeel-houdende stoffen die kunnen worden toegepast bij 15 het samenstellen van zacht, vochtig dierenvoer volgens de uitvinding omvatten tarwemeel, graanmeel, havermeel evenals tarwezemelen, milo, gerst, rijst, tarwezetmeel, graan of een aantal andere soorten zetmeel of graankorrels. Deze zullen met name worden gebruikt in mengsels zoals bij eiwit-houdende stoffen omdat het op elkaar afstemmen van deze stoffen de voedings-20 balans zal optimaliseren evenals de prijs en de smaak van het dierenvoer.

Terverdere toelichting kan worden gesteld dat wanneer men een half-droog dierenvoer moet bereiden van het geëxpandeerde type de bovenvermelde eiwitten én zetmeel-houdende stoffen samen worden gemengd met een effectieve hoeveelheid, vocht om het materiaal plastisch te maken in de 25 extruder.en/of het zetmeelachtige materiaal te gelatineren om een expansie mogelijk te maken van de massa nadat deze is afgevoerd in een zone van atmosferische druk. Voorbeelden van waarden van het vochtgehalte voor de extrusiè zijn gelegen tussen 12 en 30 gew.jS van het eindprodukt. Dit vochtgehalte samen met het inherente vochtgehalte van het uitgangsmateriaal, 30 de kleine hoeveelheid vocht die tijdens de extrusie wordt opgenomen en het toegevoegde vocht tijdens de verdere bewerkingen geeft het niveau van het totale vochtgehalte voor het dierenvoer dat half-droog is.

Andere stoffen die kunnen worden toegevoegd aan het eiwit-houdend en zetmeel-houdend mengsel kunnen voor de extrusie desgewenst worden toe-35 gevoegd zoals plastifieeermiddelen of middelen die gevoelig zijn voor vocht om de activiteit van het water te verminderen van de dierenvoermatrix evenals om een verbetering te verkrijgen van de textuur van het eindprodukt. Binnen deze groep van stoffen kunnen diverse in water oplosbare stoffen t 81 02 3 1 1 r * -7- 21821/Vk/mb worden genoemd zoals meerwaardige alcoholen, eetbare zuren of zouten, suiker, graanstroop, melasse en/of anti-mycotische stoffen. Deze materialen kunnen afzonderlijk of samen een bijdrage geven tot het verbeteren van de textuur, te weten de zachtheid van het produkt of de bacteriologische sta-5 biliteit door het regelen van de pH van de matrix van het dierenvoer of de water-activiteit. De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot een bepaald soort materialen die worden toegepast bij het bereiden van zacht, ' . vochtig dierenvoer ter bewerkstelliging van een stabiliteit tijdens het bewaren, omdat de keuze of het toevoegen van deze stoffen voor een des-•jq kundige bekend zijn en afhankelijk zijn van het bepaalde type produkt dat wordt gewenst.

Ter toelichting en voor algemene doeleinden en voor de bacteriologische regeling van het dierenvoer kan een zure verbinding worden toegevoegd, in een zodanige hoeveelheid, nodig om de pH te verlagen tot een 15 waarde tussen 4 en 6, hoewel de exacte hoeveelheid lager of hoger kan zijn, afhankelijk van de andere stoffen die ook worden toegepast om de activiteit van het water te regelen. Wanneer de regeling van de activiteit van het water de belangrijkste reden is voor het stabiliseren van het produkt zonder een relatief lage pH dan kunnen iets hogere gehaltes aan stoffen 20 worden gebruikt zoals suiker, meerwaardige alcoholen, carbohydraten, zouten en dergelijke om een voldoende stabiliteit te bewerkstelligen. In elk geval zullen dergelijke variaties duidelijk zijn voor een deskundige.

Een effectieve hoeveelheid van een anti-mycotisch middel is ook zeer geschikt voor het regelen van het produkt zodat geen ongewenste ver-25 groting in de vorm optreedt en het kan gewenst zijn in bepaalde gevallen om aan het mengsel, voordat het wordt geëxtrudeerd, deze stof toe te voegen, hoewel het gewoonlijk wordt aangebracht op het oppervlak van het produkt om de groei in de vorm te minimaliseren, hetgeen vooral van belang is bij het bewaren van het produkt.

30 Andere additieven zoals mineralen, vitamines, kleurstoffen en/of smaakstoffen kunnen worden toegevoegd aan het mengsel dat wordt geëxtrudeerd en deze stoffen kunnen worden toegevoegd ter verkrijging van de gewenste voedingsbalans, uiterlijke vorm of smaak van het produkt. Geschikte hoeveelhedenren soorten van deze stoffen zullen voor een deskundige bekend zijn. 35 Bij het bereiden van een geëxpandeerd voer wordt het bovenvermelde mengsel van eiwit-houdende en zetmeel-houdende stoffen naar een extruder gevoerd die algemeen wordt toegepast in de industrie voor het bereiden van dierenvoer en het mengsel wordt verwarmd onder druk tot een temperatuur 8102311 ' . 3 -8- 21821/Vk/mb boven 100 °C, bij voorkeur 104—121 °C. Het mengsel wordt vervolgens geëxtrudeerd in een gebied van lagere temperatuur en druk om de expansie te bewerkstelligen wanneer het produkt de opening of de matrijs van de extruder verlaat zodat het produkt komt in een gebied waarin een lagere 5 druk heerst. Dit resulteert in de expansie van het materiaal door het verdampen van een bepaalde hoeveelheid vooht. De extrusiesnelheid evenals de temperatuur en druk kunnen op geschikte wijze worden ingesteld om de ‘ gewenste dichtheid te bewerkstelligen.

Het geëxpandeerde dierenvoer verlaat de extruder als een continu 10 koord en het is gebruikelijk om deze continue produktstroom te verdelen zodat een deeltjes-vormige massa of deeltjes-vormig materiaal ontstaat.

Deze afzonderlijke brokken produkt kunnen vervolgens worden afgekoeld en/of bedekt met additionele hoeveelheden stoffen zoals smaakstoffen, conserveringsmiddelen, anti-mycotische stoffen en dergelijke om de bewaar-15 baarheid van het produkt te verbeteren. Ook kunnen andere stoffen zoals in vet oplosbare vitamines en/of vetten worden toegevoegd om de voedings-balans van het produkt in te stellen. Deze stoffen kunnen worden toegevoegd voor of na het afkoelen van het produkt.

De afzonderlijke deeltjes-vormige massa of stukken half-droog dieren-20 voer worden vervolgens voorzien van een deklaag bestaande uit deeltjes van met vet omkapseld jus-vormend materiaal. Een effectieve hoeveelheid van dit materiaal wordt toegevoegd aan het oppervlak van het dierenvoer zodat een verdikt, jus-achtig mengsel wordt verkregen wanneer een warme waterige vloeistof wordt toegevoegd aan het dierenvoer. De hoeveelheid van het met 25 vet omkapselde materiaal dat in deze samenhang wordt toegepast kan zijn gelegen tussen ongeveer 0,25 en 10 gew./t berekend op het dierenvoerprodukt.

Een bij voorkeur toegepaste hoeveelheid is gelegen tussen ongeveer 1 en 4 gew.$, berekend op het dierenvoer.

Omdat het met vet omkapselde jus-vormende materiaal een stroombaar 30 poeder is, kan een geschikte wijze van opbrenging hiervan zijn het verstuiven van de deeltjes van het met vet omkapselde materiaal op het oppervlak van het produkt door een geschikte mechanische opbrenging, hoewel ook andere wijzen van aanbrengen van het materiaal op het oppervlak van de brokken dierenvoer kunnen wordtn toegepast. Het is gewenst om de tempe-35 ratuur van het dierenvoerprodukt waaraan het jus-vormende middel wordt toegevoegd te handhaven op een waarde beneden het nulpunt van het toegepaste vet dat de jus-vormende stoffen omgeeft, omdat dit anders kan resulteren in verlies aan het omkapselende vet en de activiteit van de jus-vor- 81 0 2 3 1 1 -9- 21821/Vk/mb mende stoffen. Daarom kan het, afhankelijk van de soort vet en het smeltpunt hiervan bij het omkapselen van de jus-vormende stoffen, noodzakelijk zijn om het produkt af te koelen voordat het wordt voorzien van een deklaag. Wanneer vetsoorten worden gebruikt met een smelttraject, zoals 5 in het algemeen beschreven volgens de uitvinding om de jus-vormende stoffen te omkapselen, zal slechts weinig koeling van het produkt noodzakelijk zijn voordat de deklaag wordt aangebracht en dit zal normaal kunnen worden be-* . werkstelligd in een toegevoerde luchtstroom zoals normaal wordt toegepast bij het overbrengen van het produkt van de extrusielijn naar de verpakkings-10 lijn bij een in een eoranercieel procédé toegepaste bewerking voor het verkrijgen van dierenvoer. In het algemeen is de temperatuur van het produkt voordat de omkapselde deklaag wordt aangebracht gelegen beneden ongeveer 60 °C en gewoonlijk tussen 10 en 60 °C.

Het met vet omkapselde jus-vormende materiaal bestaat uit een 15 stroombaar poeder waarin het vet de verschillende jus-vormende stoffen omgeeft in een gelijkmatige laag waardoor geen vocht kan binnendringen. De jus-vormende stoffen die worden toegepast volgens de uitvinding omvatten mengsels die in het algemeen zetmeel, polysaccharide, verdikkingsmiddelen, smaakstoffen en/of kleurstoffen bevatten. Diverse stoffen die kunnen worden 20 gebruikt om een jus te vormen voor dierenvoer zijn voor een deskundige bekend en omvatten zetmeelsoorten zoals pregelatineerd zetmeel, met name pregelatineerd of gekookt aardappelmeel, graan, rijst en tarwemeel. Andere soorten pregelatineerde zetmeelsoorten zijn eveneens geschikt en de hoeveelheid pregelatineerd zetmeel ligt met name tussen ongeveer 5 en 50 gew.i 25 van het met vet omgeven deeltjes-vormige materiaal.

Het is ook gewenst om als deel van het jus-vormende mengsel, verdikkingsmiddelen te gebruiken zoals polysacchariden of hydrocolloïden samen met alginaten of alginaat-derivaten, carrageen-verbindingen, guargom, xantangom, locust bonengom en carboxymethylcellulose. Deze stoffen dienen 30 om de jus te verdikken wanneer de jus-vormende stoffen worden geactiveerd door water en deze stoffen worden gebruikt in een hoeveelheid tussen ongeveer 0,1 en 50 gew.i berekend op het met vet omkapselde deeltjes-vormige materiaal.

Stoffen die eveneens kunnen worden toegevoegd aan de jus-vormende 35 stoffen zijn desgewenst dextrinen of zetmeel-hydrolyseprodukten evenals diverse emulgeermiddelen, smaakstoffen of kleurstoffen. Van de smaakstoffen kunnen worden genoemd gehydrolyseerd plantaardig eiwit, uien of knoflookpoeder. De hoeveelheden van deze stoffen zullen variëren in afhankelijkheid 81 023 1 1 <r -10- 21821/Vk/mb van de smaak of de kleur van het jusmengsel zoals gewenst en de exacte hoeveelheid zal voor een deskundige duidelijk zijn. De hoeveelheid kleurstof en smaakstof kan gelegen zijn tussen 0,1 en 20 gew.Ji van het met vet omkapselde materiaal.

5 Het is eveneens gewenst om in het jus-vormende mengsel een stroom- regelend middel te verwerken zoals siliciumoxyde of dergelijke zodat het jus-vormende poeder in een stroombare vorm wordt gehouden voor het met vet • omkapselen. De hoeveelheid waarin het stroomregelend middel kan worden toegevoegd kan gelegen zijn tussen 0,1 en 5 gew.ji berekend op het met vet om-10 kapselde deeltjes-vormige materiaal.

Het jus-vormende mengsel dat de vorm heeft van een stroombaar poeder wordt vervolgens omkapseld met vet, hetgeen een bij kamertemperatuur of bewaartemperatuur vast vet is en een smelttraject heeft tussen ongeveer 38 en 66 °c, bij voorkeur tussen 43 en 54 °C.

15 ' Er zijn een aantal technieken beschikbaar voor het omkapselen van het jus-vormende materiaal door het vet, en de uitvinding is niet beperkt tot een specifieke techniek voor het omkapselen van de jus-vormende stoffen. Een belangrijk punt voor het met vet omkapselde jus-vormende materiaal dat wordt toegepast volgens de uitvinding is de gewichtsverhouding van het vet 20 ten opzichte van het gewicht van de jus-vormende stoffen. Deze gewichts-hoeveelheid van het vet maakt het mogelijk om een vetlaag te verkrijgen met de noodzakelijke dikte ten einde de vochtbestendigheid te bewerkstelligen zodat de binnendringing van het vocht wordt voorkomen tijdens het bewaren of opslaan en er toch een relatief snelle vorming van jus mogelijk 25 is wanneer warm water wordt toegevoegd aan het dierenvoer door de consument.

Het is daarom noodzakélijk dat het vet ten minste 20 gew.Jt uitmaakt van het met vet omkapselde jus-vormende materiaal, bij vocrkeur ten minste ongeveer 30 gew.$ is van dit materiaal. Deze hoeveelheid vet geeft de noodzakelijke dikte om bestendig te zijn tegen vochtbinnendringing en maakt een 30 kritische controle overbodig ten aanzien van de manier waarop de deklaag wordt aangebracht. Een typische hoeveelheid voor het vet voor het omkapselen van de jus-vormende stoffen is gelegen tussen ongeveer 20 en 60% en bij voorkeur tussen 25 en 50 gew.? van het met vet omkapselde deeltje. Wanneer het vetgehalte gelegen is boven 60 gew.55 dan wordt het verwerken van de 35 deeltjes iets bemoeilijkt.

Het is ook noodzakelijk dat de vetlaag relatief gelijkmatig wordt aangebracht, hoewel de hoeveelheid in het bovenste deel van het traject de zekerheid geeft dat de dikte voldoende is zonder dat een kritische con- 8102311 -11- 21821/Vk/mb trole van de deklaag of de orakapseling nodig is om de niet-gelijkmatigheid te onderzoeken. Wanneer de vetlaag een aantal scheuren of spleten heeft kan natuurlijk vocht uit het dierenvoer-produkt binnendringen in de vetlaag en de jus-vormende stoffen activeren tijdens bewaren. Daarom moet de hoeveel-5 heid en de soort van het vet zoals boven aangegeven de zekerheid geven dat een gelijkmatige laag is bewerkstelligd zonder scheuren of spleten in de deklaag, onafhankelijk van de bewerking die wordt toegepast voor het aan-* brengen van de omkapseling. Het kan ook gewenst zijn, hoewel dit niet noodzakelijk is, dat de vereiste hoeveelheid vet in meer dan een deklaag wordt 10 aangebracht om een gelijkmatige deklaag te bewerkstelligen. Dit is met name gewenst wanneer de hoeveelheid vet gelegen is boven 35 gew.fc van het deeltje.

Wanneer vet wordt gebruikt met een smelttraject zoals boven is aangegeven, wordt een stabiele of vaste laag verkregen onder de meest voorkomende omstandigheden tijdens het opslaan of bewaren, welke laag echter smelt 15 wanneer heet leidingwater wordt toegevoegd door de consument aan het voedsel om het jus-vormende materiaal te activeren. Het is ook gewenst, doch niet noodzakelijk, om een vet te gebruiken zonder dat hydrofiele emulgeermiddelen aan het vet worden toegevoegd, omdat de hydrofiele aard van deze soorten materiaal vocht zullen aantrekken, afhankelijk van de omstandigheden tijdens 20 het opslaan en zodoende een doorgang voor het vocht geven door de vetlaag en het vocht de jus-vormende stoffen die omkapseld zijn door de vetlaag reactiveren.

Een aantal bewerkingen voor het aanbrengen van een deklaag kan worden toegepast om het met vet omkapseide jus-vormende materiaal te verkrij-25 gen volgens de uitvinding. Een geschikte werkwijze versproeit heet vet en lucht zodat een goed kontakt wordt bewerkstelligd met de gesuspendeerde deeltjes ten einde een relatief gelijkmatige deklaag van vet te bewerk- . stelligen op de deeltjes. Het is ook mogelijk om een agglomeratie-kolom te gebruiken die een werveling bewerkstelligt in de toren of kolom en de 30 jus-vormende deeltjes continu in beweging houdt. Vet kan worden verstoven aan de bovenkant van de kolom en een negatieve druk bij het andere uiteinde van de kolom bewerkstelligt een vortex in de kolom zodat een maximale turbulentie en menging optreedt van de deeltjes en het vet. Met deze technieken is het mógelijk om een goede omkapseling te bewerkstelligen van de 35 jus-vormende stoffen en andere technieken voor het omkapselen zullen voor een deskundige duidelijk zijn.

De met vet omkapseide deeltjes worden vervolgens gelijdelijk aan afgekoeld ten einde de meest stabiele kristallijne vorm voor het vet te 8102311 -12- 21821/Vk/mb bewerkstelligen. Dit wordt in het algemeen aangegeven als het temperen van het vet en omvat een koeling bij een temperatuur van M3 °C tot 10 °C gedurende een periode van 10-120 minuten.

Het dlerenvoer kan vervolgens worden bedekt met het met vet om-5 kapselde jus-vormende materiaal dat resistent gebleken is tegen binnen-dringing van vocht aanwezig in het zachte, vochtige produkt, terwijl het snel oplost in warm leidingwater ter vorming van een verdikt, jus-achtig ‘ mengsel in minder dan 0,3-5 minuten.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de 10 volgende voorbeelden.

Voorbeeld I

Een geëxpandeerd zacht, vochtig hondenvoer werd bereid door het mengen van de volgende stoffen in de aangegeven hoeveelheid.

15 Uitgangsstoffen hoeveelheid, gew.£ van het produkt gemalen geel graan 5,63 gemalen tarwe 21,53 sojabonenmeel (49% eiwit) 12,22 20 meel van vlees en beenderen 15,63 meel van rundvlees en beenderen 3,10 fumaarzuur 1,24 tarwezemelen 0,72 dierlijk vet 1,26 25 vitamines en mineralen -1,68 kleurstof 0,02 smaakstof 0,03 kaliumsorbaat 0,44 30 Aan het bovenvermelde mengsel werd ongeveer 3,555 water toegevoegd tijdens het met stoom conditioneren van het mengsel bij een temperatuur van 82-93 °C. Dit mengsel werd vervolgens geëxtrudeerd bij een temperatuur van 121 °C onder omstandigheden van verhoogde druk, in een atmosfeer zodat een continue band geëxpandeerd zacht, vochtig dierenvoer werd verkregen, dat 35 werd onderverdeeld met behulp van een roterend mes in afzonderlijke stukken zacht, vochtig dierenvoer. Deze stukken werden vervolgens naar een sproei-ruimte gevoerd waar de stukken of brokken werden besproeid met de volgende materialen en/of mengsels, in de aangegeven volgorde.

81 0 2 3 1 1 _13- 21821/Vk/mb

Mengsel No. 1: stoffen hoeveelheid, gew.% van het produkt dierlijk vet 5,97 5 propyleenglycol 1»00 vitamines en smaakstoffen 0,02 glycerolmonostearaat °»10 • . sorbinezuur 0,28 10 Mengsel No. 2: stoffen hoeveelheid, gew.? van het produkt fosforzuur 1,00 suiker 59 15 water 20,0*1

Het verkregen, geëxpandeerde, zachte vochtige hondevoerprodukt had een vochtgehalte van ongeveer 36 gew.J.

Afzonderlijk werd een jus-vormend middel bereid door het mengen 20 van de volgende stoffen: hoeveelheid, gev.% van het met vet bedekte deeltje pregegelatineerd zetmeel 23,20 25 natriumalginaat 23,20 gehydrolyseerd plantaardig eiwit 16,00 smaakstoffen en kleurstoffen 6,70

Het bovenvermelde mengsel werd omkapseld in een Uni-Glatt (merknaam) 30 granuleereenheid, vervaardigd door Glatt GmbH, Binzen, Lörrach (BRD) bij een temperatuur van 60 °C, onder toepassing van het hierna vermelde omkapselend mengsel dat is voorverwarmd tot een temperatuur van 71 °C voor het omkapselen van het jus-vormend mengsel.

8102311 -14- 21821/Vk/mb _».ηίΤρη hoeveelheid, gew.5& van het - met vet bedekte deeltje gehydrogeneerd vet (smelttraject 46-49 °C) ' gehydrogeneerd vet 1ü- (smelttraject 51-54 °C) 5 polyglycerolmonoëster 0,5 propionzüur 0,1 * . sorbinezuur 0,1

Het met vet qmkapselde, jus-vormende mengsel werd afgekoeld tot 10 omgevingstemperatuur, gevolgd door zeven van het omkapselende mengsel door een zeef van 425·.of 850 yum. Van het omkapselende jus-vormige mengsel werd 2 gew.$ verstoven op het geëxpandeerde zachte vochtige produkt. Wanneer ongeveer 2 gew.55 van het gecoate, geëxpandeerde, zachte, vochtige honde-voer werd gecombineerd met 1 gew.Jf water bij een temperatuur van 60 °C 15 werd een gewenste, bruine jus gevormd met het produkt.

Voorbeeld II

Een uit twee deeltjes bestaand, geëxpandeerd, zacht, vochtig kattenvoer werd bereid volgens de hieronder vermelde bewerking. Een basis-mengsel werd volledig gevormd uit de volgende stoffen: 2° stoffen voor basis-mengsel hoeveelheid, (gew.%) gemalen geel graan 16,3 korenglutenmeel 21,0 25 sojabonenmeel (49% eiwit) 14,0 tarwemeel 11,7 meel van pluimvee 26,7 brouwersgist 3*0 gedroogde wei 0,25 30 mineralen en vitamines 6,60

Een deel van het bovenvermelde basis-mengsel werd gebruikt als uitgangsmateriaal ter vorming van een mengsel met een kippensmaak en een tonijnsmaak. Elk van deze mengsels werd vervolgens afzonderlijk geëxtru-35 deerd ter vorming van een zacht, vochtig kattenvoer bestaande uit deeltjes met een kippensmaak en deeltjes met tonijnsmaak.

8102311 -15- 21812/Vk/mb mengsel met kippensmaak ' hoeveelheid gew.$ stoffen van het mengsel basis-mengsel 79,7 5 kippenvlees 14,0 propyleenglycol 5,0 tarwezemelen 0,75 * . kleurstoffen 0,08 mineralen 0,47 10 mengsel met tonijnsmaak hoeveelheid gew.jt stoffen van het mengsel basis-mengsel 79,88 15 kippenvlees (gemalen) 9,0 tonijnoplossingen 5,0 propyleenglycol 5,0 kleurstoffen 0,05 tarwezemelen 0,75 20 mineralen en vitamines 0,32

Elk van de bovenvermelde mengsels werd vervolgens afzonderlijk geëxtrudeerd bij een temperatuur van 121 °C onder omstandigheden van verhoogde druk in de atmosfeer ter verkrijging van een continue band geëxpan-25 deerd, zacht, vochtig dierenvoer dat werd verdeeld met een roterend mes tot afzonderlijke brokken zacht, vochtig dierenvoer. Gelijke hoeveelheden van de stukken met tonijnsmaak en kippensmaak, waarbij elk deel 35,12 gew.? uitmaakte van het eindprodukt werd naar een sproeiruimte gevoerd en besproeid met het volgende mengsel: qn J hoeveelheid gew.% stoffen van het eindprodukt fosforzuur 2,25 dierlijk vet 5,5 propyleenglycol 5,0 35 water 17,0 vitamines 0,01 8102311 -16- 21821/Vk/mb

Het verkregen geëxpandeerde uit twee delen bestaand zacht, vochtig katten-voer-produkt had een vochtgehalte van 30 gew.Ji.

Een jus-vormig mengsel werd afzonderlijk bereid door het mengen van de volgende stoffen, ς hoeveelheid gew.JÊ van de stoffen met vet bedekte deeltjes pregegelatineerd zetmeel 23-,2 natriumalginaat 23,2 gehydrolyseerd plantaardig eiwit 16,0 10 smaak- en kleurstoffen 6,7

Het bovenvermelde mengsel werd omkapseld in een Üni-Glatt (merk-aanduiding) granuleereenheid vervaardigd door Glatt GmbH, Binzen/Lörraeh (BRD) bij een temperatuur van 60 °C onder toepassing van het hieronder 15 vermelde omkapselend mengsel dat vervolgens werd voorverwarmd tot een temperatuur van 71 °C ter bewerkstelliging van het omkapselen van het jus-vormend mengsel, hoeveelheid gew.% van het stoffen met vet bedekte deeltje 20 gehydrogeneerd vet - (smeltpunt 46-49 °C) ’ gehydrogeneerd vet _ (smeltpunt 51-54 °C) polyglycerolmonoëster 0,5 propionZuur 0,1 25 sorbinezuur 0,1

Het met vet omkapselde jus-vormige mengsel werd afgekoeld tot omgevingstemperatuur, gevolgd door zeven van het omkapseld mengsel door een zeef van 425-850 yum. Van het omkapselde jus-vormende mengsel werd 30 2 gew.% versproeid op het geëxpandeerde zachte, vochtige produkt. Wanneer ongeveer 2 gewichtsdelen van het gecoate, geëxpandeerde, zachte, vochtige kattenvoer werd gecombineerd met 1 gewichtsdeel water bij een temperatuur van 60 °C werd een gewenste, bruine jus gevormd die de brokjes geëxpandeerd, zacht, vochtig dierenvoer bedekte.

35 Voorbeeld III

Een jus-vormend mengsel werd bereid door het mengen van de volgende stoffen: 8102311 -17- 21821/Vk/mb hoeveelheid gew.i van het stoffen met vet bedekte deeltje pregegelatineerd zetmeel 21,4 gehydrolyseerd plantaardig eiwit 21,4 5 graandextrine 21,4 xanthangom 9,0 rundvleesaroraa 6,4 * . gedestilleerd monoglyceride 1,3 10 Het bovenvermelde mengsel werd omkapseld in een Uni-Glatt (merk- aanduiding) granuleereenheid vervaardigd door Glatt GmbH, Binzen/Lörrach (BRD) bij een temperatuur van 60 °C,onder toepassing van 19»1 gew.i van de deeltjes van een omkapselend vet met een smelttraject van 46-49 °C, voorverwarmd tot 71 °C voordat het werd versproeid op het jus-vormend 15 mengsel. Na het aanbrengen van de deklaag op de jus-vormende deeltjes werd de temperatuur langzaam verlaagd tot omgevingstemperatuur gedurende een periode van 30 minuten om de vethoudende bekleding gelijkmatig te temperen en om de vorming van scheuren of spleten in het gestolde vet te voorkomen.

De met vet omkapselde granules werden verstoven in een hoeveelheid 20 van 3 gew.i op het geëxpandeerde zachte, vochtige hondenvoer dat is bereid zoals aangegeven in voorbeeld I. Wanneer 2 gewichtsdelen van het verstoven, zachte, vochtige hondenvoer worden gecombineerd met 1 deel water bij een temperatuur van 60 °C wordt een bruin-grijs mengsel verkregen dat de brokken van het geëxpandeerde, zachte, vochtige dierenvoer bedekt.

25 De met vet omkapselde granules werden ook verstoven in éen hoeveel heid van 1 gew.i of een deel van het geëxpandeerde, zachte, vochtige hondenvoer dat is bereid zoals aangegeven in voorbeeld I. Wanneer 2 gewichtsdelen van het verstoven, zachte, vochtige produkt werd gecombineerd met 1 deel water bij een temperatuur van 60 °C, werd een gewenste, bruin-grijze jus 30 gevormd die de brokken zacht, vochtig dierenvoer bedekte.

Om de effectiviteit te bepalen van het omkapselde jus-vormend mengsel volgens de uitvinding met betrekking tot de bestendigheid tegen binnendringen van vocht tijdens bewaren en opslaan en met betrekking tot een vroegtijdige activering van de jus werd een bewaartest uitgevoerd.

35 Monsters van zacht, vochtig hondevoer, verstoven met 1 en 3 gew.i omkapseld jus-vormend mengsel werden verpakt in standaard papieren zakken voor zacht, vochtig voer, welke zakken waren bekleed met gericht poly-propyleen. Een deel van het zachte, vochtige dierenvoer was niet voorzien 81 0 23 1 1 -18- 21821/Vk/mb van een deklaag met het omkapselde jus-vormende mengsel en verpakt op een vergelijkbare wijze.

Monsters van de drie produkten werden bewaard bij een temperatuur van 49 °C gedurende 3 weken en ook bij een temperatuur van 38 °C ge-5 durende 12 weken. Na het bewaren werden de produkten onderzocht met betrekking tot de activering van het jus-vormende mengsel.

Wanneer de monsters werden bewaard bij een temperatuur van 49 °C * . en 38 °C vertoonden alle monsters een significante hoeveelheid condensatie-vorming aan de binnenzijde van de zak. De monsters, verstoven met het omkap-10 selde jus-vormende mengsel, vertoonden een lichte mate van samenklontering in vergelijking met het monster dat ter vergelijking werd gebruikt, maar een significante activering van het jus-vormende mengsel door gecondenseerd vocht werd voorkomen.

Wanneer warm leidingwater werd toegevoegd aan de monsters, bedekt 15 met het omkapselde jus-vormende mengsel werd een gewenste bruin-grijze jus gevormd die vergelijkbaar was wat betreft het uiterlijk met jus die werd gevormd met deze monsters voordat deze waren bewaard of opgeslagen. Het is daarom duidelijk dat het zachte, vochtige dierenvoer volgens de uitvinding, bedekt met het omkapselde jus-vormende mengsel een significante bestendig-20 heid heeft tegen binnendringing van vocht en tegen vroegtijdige activering van het jus-vormende mengsel tijdens het bewaren.

Voorbeeld IV

Een jus-vormend mengsel werd bereid door het mengen van de volgende stoffen: 25 hoeveelheid gew.56 van het stoffen met vet bedekte deeltje gehydrolyseerd plantaardig eiwit 17,22 pregegelatineerd zetmeel 17,22 3o xanthangom 7,1 gedestilleerd monoglyceride 1,04 smaakstoffen 5,2 graandextrine 17,22 35 Het bovenvermelde mengsel werd omkapseld in een Uni-Glatt (merk- aanduiding) granuleereenheid, vervaardigd door Glatt GmbH/Binzen Lörrach (BRD) bij een temperatuur van 60 °C met 25 gew.% berekend op de deeltjes, aan gehydrogeneerd vet,dat was voorverwarmd tot 71 °C en met een smelt-traject van 46-49 °C.

81 023 1 1 -19- 21821/Vk/mb

De bovenvermelde deeltjes werden af gekoeld tot ongeveer 21 °C en gezeefd over een zeef van 425-850 /urn. De deeltjes werden opnieuw aange-bracht in een Uni-Glatt granulatie-inrichting bij een temperatuur van 60 °C en voorzien van 10 gew.ï, berekend op de deeltjes, gehydrogeneerd 5 vet, voorverwarmd tot 71 °C, en met een smelttraject van 46-49 °C.

Het omkapselde, jus-vormende materiaal met de dubbele deklaag werd vervolgens verstoven op deeltjes met twee smaken, van zacht, vochtig • kattenvoer zoals aangegeven in voorbeeld II en na de toevoeging van warm water werd een bruin-gekleurde, goed uitziende jus gevormd, die de deeltjes 10 zacht, vochtig dierenvoer bedekte.

Voorbeeld V

Een zacht, vochtig dierenvoer, in het algemeen bereid zoals aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.202.514 werd verstoven met 2 gew.jt omkapseld, jus-vormend mengsel zoals aangegeven in voorbeeld IV. Het pro-12 dukt bevatte het omkapselde jus-vormende mengsel en werd opgeslagen bij kamertemperatuur gedurende een periode van 1 week in afgesloten houders van een kunststof. Op het einde van de week vertoonde het dierenvoer geen jus-vorming, ontstaan door activering tijdens bewaren. Het produkt op het einde van de week werd gemengd met heet leidingwater met een temperatuur 20 van ongeveer 54 °C en zodoende werd een dikke, bruine jus gevormd.

Voorbeeld VI

Een produkt voor dierenvoer, in het algemeen bereid zoals aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 4.011.346, met een vochtgehalte van 50 gew.i, werd voorzien van een deklaag van 2 gew.% van het omkapselde 25 jus-vormende mengsel zoals aangegeven in voorbeeld IV. Het van een deklaag voorziene produkt werd bewaard in afgesloten houders van kunststof gedurende een week bij kamertemperatuur. Op het einde van de week bleek dat het dierenvoer geen jus-vormende geactiveerde componenten bevatte, welke activering had plaatsgehad door het vocht in het produkt. Het van een 30 deklaag voorziene produkt werd op het einde van de week bewaard en gemengd met heet leidingwater met een temperatuur van ongeveer 54 °C en zodoende werd een dikke, rijke jus verkregen die de brokken dierenvoer bedekte .

-CONCLUSIES- 35 8102311

Claims (37)

1. Dierenvoer met een zodanig vochtgehalte dat het voedsel halfdroog is, met het kenmerk, dat hiermee een jus-vormig mengsel kan worden 5 verkregen door het toevoegen van een warme waterige vloeistof, bestaande uit een eiwit-houdend-zetmeel-houdend mengsel met ongeveer 15-55 gew.it vooht, welk mengsel is bedekt met deeltjes met vet omkapseld materiaal * waarmee jus kan worden gevormd, welke deeltjes bestendig zijn tegen binnen-dringing van vocht tijdens bewaren, maar waarmee een jus-vormig mengsel 10 wordt verkregen na toevoeging van warme waterige vloeistof aan het dierenvoer.

2. Dierenvoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vet-omkapseling bestaat uit een vet dat vast is bij kamertemperatuur met een smelttraject tussen 38 en 66 °C.

3. Dierenvoer volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het vet een smelttraject heeft tussen 43 en 54 °C.

4. Dierenvoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het met vet omkapselde jus-vormende materiaal bestaat uit deeltjes met een vetomkapseling in een hoeveelheid van ten minste ongeveer 20 gew.it van de 20 deeltjes.

5. Dierenvoer volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de deeltjes een vetomkapseling hebben in een hoeveelheid van ten minste ongeveer 30 gew.it van de deeltjes.

6. Dierenvoer volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de deeltjes 25 een vetomkapseling hebben in een hoeveelheid tussen 20 en 60 gew.it berekend op de deeltjes.

7. Dierenvoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de massa wordt bedekt met 0,25-10 gew.Jt van de deeltjes van het met vet omkapselde jus-vormende materiaal. 30; 8. Dierenvoer volgens conclusie 7> met het kenmerk, dat het mengsel wordt bedekt met 1-4 gew.it van de deeltjes van het met vet omkapselde jus-vormende materiaal.

9. Dierenvoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het jus-vormende materiaal bestaat uit een droog mengsel van polysaccharide 35 verdikkingsmiddel, pregegelatineerd zetmeel, smaakstoffen en een oplosbare koolhydraat.

10. Dierenvoer volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat het jus-vormende materiaal een stroomregelend middel bevat in een hoeveelheid 8102311 -21- 21821/Vk/mb van 0,1-5 gew.% berekend op de met vet omkapselde deeltjes.

11. Dierenvoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ju3-vormende materiaal 5-50 gew.? gepregelatineerd zetmeel, 0,1-50 gew.% polysaccharide als verdikkingsmiddel bevat.

12. Dierenvoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het half-droge dierenvoer een pH heeft tussen 4 en 6 en een anti-microbieel middel bevat samen met een effectieve hoeveelheid van een anti-mycotisch ' middel.

13· Dierenvoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 10 mengsel 10-50 gew.% eiwit-houdend materiaal en 10-50 gew.% zetmeel-houdend materiaal bevat.

14. Half-droog dierenvoer waarmee een jus-achtig mengsel kan worden gevormd na het toevoegen van een warme waterige vloeistof, met het kenmerk, dat dit een eiwit-houdend-zetmeel-houdend mengsel bevat met ongeveer 1+ 15-55 gew.i vocht, welk mengsel is bedekt met deeltjes van een met vet omkapseld jus-vormend materiaal, welke vetomkapseling aanwezig is in een hoeveelheid van ten minste Ongeveer 20 gew.% van de deeltjes en een vet bevat dat vast is bij omgevingstemperatuur met een smelttraject tussen 38 en 66 °C.

15. Dierenvoer volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de deel tjes een vetomkapseling hebben in een hoeveelheid van ten minste ongeveer 30 gew.% berekend op de deeltjes.

16. Dierenvoer volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de deeltjes een vetomkapseling hebben in een hoeveelheid tussen 20 en 60 gew.% 25 berekend op de deeltjes.

17· Dierenvoer volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het vet een smelttraject heeft van 43-54 °C.

18. Half-droog dierenvoer waarmee een jus-mengsel kan worden gevormd na het toevoegen van een warme, waterige vloeistof, met het kenmerk, 30 dat een deeltjes-vormige massa van een eiwit-houdend-zetmeel-houdend mengsel met 15-55 gew.Jl vocht is verkregen, welke massa is bedekt met deeltjes van een met vet omkapseld jus-vormend materiaal in een hoeveelheid die effectief is om een jus te vormen na het toevoegen van warme, waterige vloeistof, waarbij de vetomkapseling aanwezig is in een hoeveelheid van 35 ten minste ongeveer 20 gew.% berekend op de deeltjes.

19. Dierenvoer volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de vetomkapseling bestaat uit een vet dat vast is bij kamertemperatuur met een smelttraject tussen 38 en 66 °C. 8102311 <-V t -22- 21821/Vk/mb

20. Dierenvoer volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de deeltjes een vetomkapseling hebben in een hoeveelheid van 20-60 gew.^ berekend op de deeltjes.

21. Dierenvoer volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de 5 deeltjes-vormige massa is geëxpandeerd.

22. Werkwijze voor het bereiden van een half-droog dierenvoer, waarmee een jus-mengsel kan worden gevormd na het toevoegen van een warme, * waterige vloeistof, met het kenmerk, dat a) een mengsel wordt gevormd van eiwit-houdende en zetmeel-houden- 10 de stoffen met 15-55 gew.% vocht, b) het mengsel wordt geëxtrudeerd onder omstandigheden zodat een deeltjes-vormige massa wordt gevormd en c) de deeltjes-vormige massa wordt bedekt met deeltjes van een met vet omkapseld jus-vormend materiaal, welke deeltjes bestendig 15 zijn tegen binnendringing van vocht tijdens bewaren, maar waar mee een jus-mengsel kan worden gevormd na het toevoegen van een warme, waterige vloeistof aan het dierenvoer.

23. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de vetomkapseling bestaat uit een vet dat vast is bij kamertemperatuur en dat 2Q een smeltpunt of smelttraject heeft tussen 43 en 66 °C.

24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het vet een smeltpunt/smelttraject heeft tussen 43 en 54 °C.

25. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het met vet omkapselde jus-vormende materiaal bestaat uit deeltjes met een vetom- 25 kapseling in een hoeveelheid van ten minste 20 gew.% van de deeltjes.

26. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de deeltjes een vetomkapseling hebben in een hoeveelheid van ten minste 30 gew.Jt van de deeltjes.

27. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de 30 deeltjes een vetomkapseling hebben in een hoeveelheid van 20-60 gew.JÊ , van de deeltjes.

28. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de massa is bedekt met 0,25-10 gew.% deeltjes van het met vet omkapselde jus-vormen-de materiaal. ^ ^9. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de massa is bedekt met 1-4 ge\t.% van de deeltjes van het met vet omkapselde jus-vormehde materiaal. 8102311 -23- 21821/Vk/mb

30. Werkwijze voor het bereiden van een half-droog dierenvoer waarmee een jus-mengsel kan worden gevormd na het toevoegen van een warme, waterige vloeistof, met het kenmerk, dat a) een mengsel wordt gevormd van eiwit-houdende en zetmeel-houdende 5 materialen en 15-55 gew.i vocht, b) het mengsel wordt geëxtrudeerd onder omstandigheden van verhoogde druk en temperatuur boven ongeveer 100 °C ter vorming van een geëxpandeerde deeltjes-vormige massa, c) de deeltjes-vormige massa wordt bedekt met deeltjes van een met 10 vet omkapseld jus-vormend materiaal, welke deeltjes bestendig zijn tegen binnendringing van vocht tijdens bewaren of opslaan, maar waarmee een jus-mengsel kan worden verkregen na het toevoegen van éen warme, waterige vloeistof aan het dierenvoer.

31· Werkwijze volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de vet-15 omkapseling bestaat uit een vet dat vast is bij kamertemperatuur, met een smeltpunt of smelttraject tussen ongeveer 43 en 66 °C.

32. Werkwijze volgens conclusie 31» met het kenmerk, dat het vet een smeltpunt of smelttraject heeft tussen ongeveer 43 en 54 °C.

33· Werkwijze volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat het met 20 vet omkapselde jus-vormende materiaal bestaat uit een deeltjes-vorig materiaal met een vetomkapseling in een hoeveelheid van ten minste ongeveer 20 gew.J van de deeltjes.

34. Werkwijze volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat het met vet omkapselde jus-vormende materiaal bestaat uit deeltjes met een vet-25 omkapseling in een hoeveelheid tussen 20 en 60 gew.% berekend op de deeltjes.

35· Werkwijze volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de massa wordt bedekt met 0,25-10 gew.% van het met vet omkapselde jus-vormende materiaal.

36. Werkwijze volgens conclusie 35, met het kenmerk, dat de massa wordt bedekt met 1-4 gew.i deeltjes van het met vet omkapselde jus-vormende materiaal.

37. Werkwijze voor het bereiden van een half-droog dierenvoer waarmee een jus-mengsel kan worden gevormd na het toevoegen van een warme, 35 waterige vloeistof, met het kenmerk, dat a) een mengsel wordt gevormd van eiwit-houdend en zetmeel-houdend materiaal en 15-55 gew.% vocht, b) het mengsel wordt geëxtrudeerd onder omstandigheden van ver- 81 0 2 3 1 1 -24- 21821/Vk/mb hoogde druk en een temperatuur boven 100 °C ter vorming van een geëxpandeerde deeltjes-vormige massa, c) de deeltjes-vörmige massa wordt bedekt met deeltjes van een met vet omkapseld jus-vormend materiaal in een hoeveelheid die effectief is om een jus te vormen na het toevoegen van een warme, waterige vloeistof, welke vetomkapseling aanwezig is in een hoeveelheid van ten minste ongeveer 20 gew.% berekend op de deeltjes.

38. Werkwijze volgens conclusie 37, met het kenmerk, dat de vetomkapseling bestaat uit een vet dat vast is bij kamertemperatuur, met een smeltpunt of smelttraject tussen ongeveer 38 en 66 °C.

39. Werkwijze volgens conclusie 37, met het kenmerk, dat de deeltjes een vetomkapseling hebben in een hoeveelheid tussen 20 en 60 gew.% berekend op de deeltjes. Eindhoven, mei I98I 81 0 2 3 1 1