NL8102031A - Laskamer. - Google Patents

Description

- 1 -

Laskamer.

De onderhavige uitvinding betreft een kamer voor het lassen door middel van een elektronenbundel om de einden van twee langwerpige voorwerpen met elkaar te verbinden, die volgens hun langsrichting bewegen door het midden van deze leskamer. Het 5 lassen met behulp van een elektronenbundel heeft aanzienlijke voordelen omdat het geschikt is voor voorwerpen van een aanzienlijke dikte, omdat de lashandeling snel en automatisch kan worden uitgevoerd en omdat geen thermische behandeling nodig is. Wel moet enerzijds een afgedichte omhulling opgesteld worden om 10 het onmisbaar vacuum te vormen, welke omhulling eveneens er moet voor zorgen dat de buitenomgeving beschermd wordt tegen de uitgezonden röntgenstralen wanneer de bundel elektronen de te lassen voorwerpen treft, terwijl anderzijds een grote nauwkeurigheid van de plaats van het elektronenkanon ten opzichte van het on-15 bekende richtvlak van de verbinding van de twee voorwerpen, die zich ten opzichte van de omhulling kunnen verplaatsen, verkregen moet worden.

Deze twee voorwaarden zijn moeilijk tegelijkertijd te verwezenlijken, immers het plaatsen van het elektronenkanon 20 wordt bemoeilijkt door de grote massa van het samenstel gevormd door de omhulling, door het elektronenkanon en door de onder-steuningsinrichting voor het plaatsen en verplaatsen hiervan, en door de vervorming van de omhulling onder invloed van het vacuum.

25 De uitvinding beoogt het plaatsen van het elektro nenkanon te vergemakkelijken door weglating van elke vaste verbinding tussen enerzijds het elektronenkanon als ook de bijbehorende ondersteuningskonstruktie voor het plaatsen en verplaatsen, en anderzijds de omhulling dit tenminste gedurende het lassen.

30 Daarom betreft de uitvinding een laskamer omvattende een klemmiddel verbonden met de genoemde inrichting, dat een eerste langwerpig voorwerp, waarmee door middel van lassen een 8102031 * -i - 2 - tweede langwerpig voorwerp verbonden moet worden, kan vastklemmen, en een omhulling die een afgesloten ruimte met hierin het elektronenkanon en de genoemde bijbehorende inrichting begrenst, die aan zijn langsuiteinden is voorzien van afsluitingen, die terug-5 genomen kunnen worden en waarbij de ene op het eerste langwerpig voorwerp en de andere op het tweede langwerpig voorwerp drukt, en die verbonden is met middelen voor het onder een vacuum, brengen, waarbij de laskamer hierdoor wordt gekenmerkt, dat de genoemde inrichting is verbonden met de omhulling door middel van 10 mechanische verbindingsmiddelen, die tenminste in éên stand hiérvan een verplaatsing ten opzichte van de genoemde inrichting en van de genoemde omhulling zodanig mogelijk maken dat. de omhulling rust op een vaste konstruktie, terwijl de genoemde inrichting vast verbonden kan zijn met het genoemde eerste lang-15 werpig voorwerp door middel van het genoemd klexnmiddel.

Aldus kan tijdens het lassen de genoemde inrichting direkt geplaatst worden op het eerste langwerpig voorwerp zonder dat tegelijkertijd de omhulling verplaatst moet worden en zonder dat hinder wordt ondervonden van de vervormingen hiervan, immers 20 deze komt niet tussenbeide in de verbinding tussen de inrichting en het eerste langwerpig voorwerp.

Buiten de eigenlijke lashandelingen, wanneer men de langwerpige voorwerpen moet verplaats en» komt daarentegen de genoemde inrichting vrij hiervan en wordt door zijn mechanische 25 verbinding met de omhulling gehouden in een stand, die niet zeer nauwkeurig behoeft te zijn.

De genoemde mechanische verbindingsmiddelen kunnen stijve intrekbare verbindingsmiddelen zijn of elastische verbindingsmiddelen.

30 In het tweede geval zijn de elastische verbindings middelen bij voorkeur pneumatische vijzels en deze zijn bij voorkeur zo opgesteld, dat de een in langsriehting en de ander in dwarsrichting werkt.

Deze vijzels zijn bij voorkeur regelbaar en zijn ""35 verbonden met tasters voor het meten van de beweging, die de 81 0 2 0 3 1 * - 3 - regeling bedienen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekening, waarbij: figuur 1 een langsdoorsnede is over een eerste uitvoeringsvorm 5 van de laskamer; figuur 2 een langsdoorsnede is over een tweede uitvoeringsvorm van de laskamer; figuur 3 een andere langsdoorsnede is over de laskamer volgens de tweede uitvoeringsvorm.

10 De in de figuren weergegeven voorbeelden betreffen laskamers voor leidingdelen voor het transport van koolwaterstof, die gebruikt kunnen worden tijdens het plaatsen van de leidingen in zee en meer in het bijzonder tijdens het plaasten in de vorm van een "J", waarbij de te lassen langwerpige voorwerpen verti-15 kaal zijn of een kleine hoek maken met de vertikaal, echter het zal duidelijk zijn dat analoge opstellingen van laskamers evenzo geschikt zijn voor het lassen op het land of op zee van willekeurige langwerpige voorwerpen, die volgens een bepaalde schuinte lopen.

20 Zoals figuur 1 aangeeft, moet een eerste langwerpig voorwerp of een eerste leidingdeel 1 aan zijn bovenuiteinde een tweede langwerpig voorwerp of een tweede leidingdeel 2 opnemen, dat in het rechtergedeelte van de figuur op afstand ligt van het leidinggedeelte 1 en in het linkergedeelte van de figuur ge-25 bracht is bij dit leidinggedeelte 1. Het naar elkaar toebrengen van de twee delen vindt plaatst door middel van de vijzels 3 en de draagbalken ^ en 5 a die elk met de leidingdelen zijn verbonden. De verbinding van de twee delen wordt verkregen door een las met een elektronenbundel teweeggebracht in het inwendige van 30 een omsloten ruimte 6, die begrensd wordt door een omhulling 7» die rust op een vaste konstruktie 8 door middel van de verbind-ingspoten 9- Het deel 1 wordt vastgehouden op de vaste konstruktie 8 door middel van een klemorgaan 10 en een door een bewegende inrichting ondersteunde kraag 11.

35 Binnen de omsloten ruimte 6 bevinden zich twee 81 02 0 3 1 * Φ c - k - elektronenkanonnen 12, die draaien om de leidingdelen, en een bijbehorende onderstenningskonstruktie 13 voor het plaatsen en verplaatsen van deze kanonnen, die in hoofdzaak bestaat uit een kransvormige ondersteuning 1U voorzien van armen 15 voor het 5 vastzetten van het leidingdeel 1, een kanon-drager 16, een tussen-gelegen plaat 17, waarvan de helling geregeld kan worden, en diverse mechanismen, die niet direkt van belang zijn voor de onderhavige uitvinding.

De omhulling 7 draagt open klemorganen 18, die ra-10 diaal verplaatst kunnen worden ondér invloed van de vijzels 19 waardoor de kransvormige ondersteuning 1U gekoppeld kan worden met de omhulling J of omgekeerd hiervan ontkoppeld kan worden.

De afdichting van de omsloten ruimte 6 wordt verzekerd door terugneembare verbindingen 20 en 21, die bijvoorbeeld 15 opgeblazen kunnen worden en die de leidingdelen 1 en 2 omsluiten. Een niet weergegeven afdichtingsinrichting wordt gebracht in de leidingdelen 1 en 2 om de te lassen zone te isoleren. Het vacuum wordt in de .omsloten ruimte opgewekt door middel van niet weergegeven pompen.

/ 20 Rollen 22 aangebracht op de armen 23, die door de poten 9 gesteund worden, begrenzen de zijdelingse uitslag van de pijpdelen.

Tijdens het eigenlijke lassen sluiten de verbindingen 20 en 21 aan op de pijpdelen, terwijl, de armen 15 bet pijpdeel 25 1 omsluiten, terwijl de klemorganen 18 radiaal verplaatst worden en de inrichting 13 vrijgeven, die aldus stevig verbonden is met het pijpgedeelte 1 en vrij is van de omhulling J.

Tijdens de langs verplaatsing van de pijpdelen worden de klemorganen 18 daarentegen radiaal naar elkaar toegebracht 30 om de inrichting 13 en de omhulling 7 vast te zetten, terwijl de armen 15 losgemaakt zijn en de verbindingen 20 en 21 open zijn.

In de figuren 2 en 3 heeft men zeer schematisch alleen de laskamer weergegeven met uitzondering van de ondersteu-35 ningsmiddelen en de middelen voor het naar elkaar toe brengen van 81 02 0 3 1 S' β - 5 - de aan elkaar te lassen leidingdelen.

Figuur 2 laat een andere uitvoeringsvorm zien van de mechanische verbindingsmiddelen tussen de inrichting 13 en de nmhnTHng J. Deze middelen bestaan uit pneumatische vijzels 5 2k van rubber werkend in de langsrichting en uit pneumatische vijzels 25 van rubber werkend in de dwarsriehting. De pneumati-sche vijzels 2k dragen het gewicht van de inrichting 13, terwijl de vijzels 25 de ontbonden kracht gevormd door de helling van de lasinrichting en de werking van de deining kompenseren.

10 Deze vijzels kunnen met een inwendige druk geregeld worden en zijn verbonden met een niet weergegeven centrale voe-dingsleiding en met een regelinriehting voor automatisch regelen van de druk, die tijdens de verschillende werkfasen zorgen voor de juiste druk zodat gedeeltelijk of volledig een kompensatie 15 van de krachten wordt verkregen. In het bijzonder kan de centraal opgestelde aanvoerinrichting voor samengeperst gas bediend worden volgens de door de tasters 2b geleverde aanwijzingen, die de verplaatsing van de inrichting 13 ten opzichte van de omhulling T aangeven.

20 De kracht van deze vijzels is aldus gemakkelijk regelbaar. Deze wordt over een grote lengte gehouden op een praktisch konstante waarde. Aan een van de uiteinden van de baan hiervan neemt bovendien de uit te oefenen kracht aanzienlijk toe voor een zeer geringe toename van de baan hetgeen belangrijk 25 is voor het doelmatig begrenzen van de uitslag van de inrichting 13 binnen de omhulling J.

Figuur 3 laat een uitvoeringsvorm zien van het verplaatsingsmechanisme van de armen 15. Elke arm omvat een mechanische vijzel gevormd door een moer 2J, die in ingrijping 30 is met een roterende schroef 28 door tussenkomst van een over-brengmechanisme 29, door een hydraulische, elektrische of anders uitgevoerde stappenmotor 30. Deze motor kan bij de eerste uitvoering geplaatst zijn binnen de omhulling 7 zonder hiermee verbonden te zijn , terwijl de overbrenging 29 stijf kan zijn.

35 Bij de tweede oplossing is de motor 30 geplaatst buiten de 81 02 0 3 1 £·" ^ V.

- 6 - omhulling en is hiermee verbonden, terwijl de overbrenging 29 een kardansysteem omvat. Een hier weergegeven derde oplossing bestaat uit het vastzetten van de motor op een steun of een bus 31, die de klemarm omgeeft, waarbij de steun is verbonden met 5 de omhulling 7 via een afdichtende blaasbalg 32, waarbij de overbrenging dan stijf kan zijn. Deze derde oplossing plaatst het gehele mechanisme voor het aandrijven van de klemarmen 15 buiten de vacuumruimte.

10 8102031

Claims (9)

1. Kamer voor het lassen door middel van elektronen-bundels bestemd om twee langwerpige voorwerpen, die volgens bun langsrichting bewegen door het midden van de laskamer, aan elkaar te verbinden, omvattende tenminste een elektronenkanon, een 5 ondersteuningsinriehting voor het plaatsen en verplaatsen van dit elektronehkanon, voorzien van een klemmiddel dat een eerste langwerpig voorwerp kan omsluiten, waaraan door middel van een las een tweede langwerpig voorwerp toegevoegd moet worden,en een omhulling, die een afgesloten ruimte met hierin het elektro-10 nenkanon en de genoemde bijbehorende inrichting begrenst, die aan zijn langsuiteinden voorzien is van afsluitingen die teruggenomen kunnen worden en die elk geplaatst kunnen worden op het eerste en tweede langwerpig voorwerp en die verbonden is met middelen voor het onder een vacuum brengen, met het kenmerk, 15 dat de inrichting (13) verbonden is met de omhulling (j) door middel van mechanische verbindingsmiddelen (18, 2b, 25), die tenminste in één stand hiervan een verplaatsing mogelijk maken ten opzichte van de genoemde inrichting en van de genoemde omhulling, zodat de omhulling (7) rust op een vaste konstruktie 20 (3), terwijl de inrichting (13) verbonden kan zijn met het genoemde eerste voorwerp (1) door middel van het klemorgaan (15).

2. Laskamer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mechanische verbindingsmiddelen stijve intrekbare ver- 25 bindingsmiddelen (18, 19) zijn.

3. Laskamer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mechanische verbindingsmiddelen elastische verbindingsmiddelen (2b, 25) zijn. *1·. Laskamer volgens conclusie 3, met het kenmerk, 30 dat de elastische verbindingsmiddelen (2^, 25) gevormd worden door pneumatische vijzels.

5. Laskamer volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze vijzels bestaan uit vijzels (2U), die in langsrichting 8102031 V - 8 - Λ verken, en uit vijzels (25), die in dvarsrichting verken.

6. Laskamer volgens conclusie U of 5 met het kenmerk, dat de pneumatische vijzels (2^, 25) vijzels zijn, vaarvan de kracht geregeld kan vorden. 5 7· Laskamer volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de vijzels (2^·, 25), vaarvan de kracht geregeld-kan vorden, verbonden zijn met tasters voor het meten van. de slag (26), die de regeling hiervan bedienen.

8. Laskamer volgens êên der.voorgaande conclusies 10 met het kenmerk, dat het klemorgan (15) meegenomen vordt door motoren opgesteld aan de binnenzijde van de omhulling (7).

9. Laskamer volgens een der conclusies 1 tot 7» met het kenmerk, dat het klemorgaan (15) meegenomen vordt door motoren geplaatst op de omhulling (7) en hierbuiten door middel 15 van een mechanisch aandrijfmechanisme met kardan.

10. Laskamer volgens een der conclusies 1 tot 7s met het kenmerk, dat het klemorgaan (15) vordt aangedreven door motoren.(30) met mechanische aandrijfmiddelen (29) opgesteld buiten de omhulling (7) en bevestigd op ondersteuningen (31), 20 die door blaasbalgen (32) verbonden zijn met de omhulling (7).

11. Laskamer in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of veergegeven in de tekeningen, 25 8102031 s* «... ---- . .