NL8101906A - Fotografische filmeenheid en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

» 4 VO 1797

Fotografische filmeenheid en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op de fotografie, en in het bijzonder op een bijzondere fotografische filmeenheid en werkwijze voor het maken daarvan.

Zeer vele fotografische beeld producerende behandelingen 5 zijn voorgesteld en ontwikkeld, waarbij een op een lichtgevoelig vel gevormd latent beeld wordt ontwikkeld en omgezet in een gewenst zichtbaar beeld of beelden door het leiden van een behandelings-fluidumsamenstelling tussen het lichtgevoelige vel en een tegenover liggend vel, waardoor althans een beeld zichtbaar wordt door of 10 op een van de vellen na het omzetten van het latente beeld in het gewenste zichtbare beeld door diffusieoverbrengingsbewerkingen.

Gewoonlijk wordt in filmeenheden, voorgesteld .voor het toepassen van de bewerkingen, zoals hiervoor beschreven, een van de twee vellen, waartussen het behandelingsfluldum meet worden uitge-15 spreid, langer gemaakt dan het andere bij de voorste en achterste randen,' zodat een‘afscheurbare cocon, die een behandelingssamenstel-ling bevat, aan een einde kan worden gedragen, en een vangconstruc-tie voor het opnemen van overmaat behandelingsfluïdum aan het andere einde kan worden gedragen. In dergelijke constructies zijn aan 20 de zijden van de vellen middelen voorzien, die in het algemeen de zelfde zijdelingse afmetingen hebben voor het voorkomen van het ontsnappen van behandelingssamenstelling uit de zijden van de tegenover elkaar liggende vellen tijdens het uitspreiden en behandelen. Verschillende constructies zijn voorgesteld voor het uitvoeren van 25 deze werking. In het Amerikaanse octrooischrift 3.752.723 b.v. is een werkwijze voor het samenstellen beschreven, waarbij de eerste en tweede vellen tijdelijk tot een gelaagd produkt worden gevormd door het daartussen leveren van een laagvormende vloeistof wanneer . zij tussen een paar neeprollen onder druk worden doorgeleid. Wan- 8101906 . * * - 2 - neer de cocon met behandelingssamenstelling wordt gescheurd door de druK uitoefenende rollen tijdens het behandelen van een op deze - wijze gemaaKte filmeenheid, wordt de gelaagdheid verbroken door het ontsnappende fluïdum onder druk, zodat het behandelingsfluïdum tus-5 sen de vellen kan komen en zijn gewenste werking uitvoeren. In deze constructie sluit een masker, voorzien van rond de zijden van de vellen gewikkelde gedeelten, de behandelingssamenstelling in. Als een alternatief voor deze constructie is in het Amerikaanse octrooi-schrift 3.752.723 voorgesteld, dat de twee vellen met warmte aan 10 elkaar worden gelast in gebieden nabij hun randen voor het bij el kaar houden daarvan tijdens het samenstellen van de film. Nog een andere benadering is weergegeven en beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.042.395. In dit octrooischrift is een filmeenheid-constructie beschreven, waarbij de twee vellen blijvend aan de ran-15 den met elkaar zijn verbonden door middel van tussen de vellen ge hechte lijsten. Deze lijsten dienen tevens voor het verschaffen van een gewenste minimale ruimte tussen de vellen voor het regelen van de spleet tussen de vellen en het zodoende tot stand brengen van de minimale'dikte van de laag behandelingssamenstelling, die daar-20 tussen wordt uitgespreid wanneer de filmeenheid wordt bewerkt.

Het verschaffen van een minimale afstand tussen de vellen nabij'de'randen daarvan; zoals tot stand gebracht door de in het voornoemde Amerikaanse octrooischrift 4.042.395 beschreven lijsten, kan nuttig zijn bij het voorkomen van gevolgen, die anders zouden 25 kunnen plaatsvinden indien de op elkaar geplaatste vellen aan de randen eenvoudig aan elkaar zouden zijn geklemd, in het bijzonder binnen het beeldgebied, door behandelingsbronnen of andere druk uitoefenende middelen, toegepast voor het samendrukken en scheuren van de cocon en het tussen de vellen uitspreiden van de behandelin^:-30 samenstelling. Het is echter ongewenst dat een aanhechtingsverbin- ding nodig is tussen de tegenover elkaar liggende eindvlakken van de vellen, welke verbinding warmtetoevoer omvat, in het bijzonder . wanneer het lichtgevoelige vel met zijn lichtgevoelige zijde tegenover het andere vel ligt, zoals de gebruikelijke opstelling is.

35 Bij de moeilijkheden zijn zowel de moeilijkheid, dat het lichtgevoe- 81 01906 1 ( - 3 - lige vel gevoelig kan zijn voor de temperatuur van de totstandbrenging van de aanhechting, op een wijze die nadelig zijn sensitome-trie beïnvloedt, als da moeilijkheid dat de gebruikelijke fotografische bekledingen slechte mechanische en aanhechtende eigenschap-5 pen hebben. Indien bij wijze van voorbeeld de randen of hoeken van een vel aan het andere moeten worden vastgezet door warmte en druk,

S

is het nodig gebleken voldoende warmte en druk te gebruiken voor het verplaatsen van de fotografische lagen teneinde de onderliggende drager aan het andere vel vast te smelten. Dit kan ongewenste sen-10 sitometrische gevolgen produceren , evenals mechanische moeilijkhe den, zoals kromtrekken of plooien, veroorzaakt door thermische spanningen. Zelfs wanneer een hechting wordt toegepast, die geen toevoer van warmte en/of druk behoeft, kan de eerste afsluiting, die kan worden verkregen tussen de tegenover elkaar liggende vellen, 15 nadelig worden beïnvloed wanneer de vellen worden bevochtigd door de behandelingssamenstelling tijdens het behandelen van het beeld.

Het verbinden van de vellen door het tot een gelaagd produkt vormen daarvan met een laagvormende vloeistof, zoals voorgesteld in het voornoemde Amerikaanse octrooischrift 3.752.753, brengt deze 20 bepaalde moeilijkheden niet mee, aangszien slechts een tijdelijke gelaagd-produktvorming gewenst is, en een zwakke binding voldoende ' is', waarenbovén' de laagvormènde vloeistof kan worden aangebracht met een temperatuur, waarbij het lichtgevoelige vel stabiel is.

Filmeenheidconstructies, waarbij een spleet tussen de vellen 25 tijdens het uitspreiden van een behandelingssamenstelling wordt verkregen door afstandsmiddelen buiten de vellen, zijn geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 3.762.266. Zoals in dit octrooischrift beschreven, kan het wenselijk zijn een tapsheid aan te brengen aan deze uitwendige afstandsmiddelen, die geen bepaalde hech-30 ting vereisen tussen het lichtgevoelige vel en het daarop geplaat ste vel, vanaf het voorste einde naar het achterste einde van de filmeenheid. In het Amerikaanse octrooischrift 3.761.268 zijn dergelijke taps toelopende afstandsmiddelen beschreven in de vorm van een maskeerelement met een toelopende dikte, welk element tevens 35 de werking vervult van het bepalen van het uiteindelijke beeldge- 8101906 * Μ, - 4 - bied in het behandelde beeld.

Bij de onderwerpen van deze uitvinding zijn het vereenvoudigen van de constructie van fotografische filmeenheden van de soort, die op elKaar geplaatste vellen omvat, waartussen een laag 5 behandelingssamenstelling wordt uitgespreid na belichting van een latent beeld, en het vergemakkelijken van het bereiken van een nauwkeurige spleetregeling tussen de vellen tijdens het behandelen zonder dat een aanhechtende verbinding nodig is tussen de lichtgevoelige zijde van het lichtgevoelige vel en het andere of een tij-10 delijke gelaagd produktvorming van de tegenover elkaar liggende eindvlakken van de vellen.

In het kort worden de voorgaande en andere onderwerpen van de uitvinding bereikt door de toepassing van een bijzondere werkwijze, waarbij een lichtgevoelig vel en een tweede vel tijdelijk 15 of blijvend met elkaar worden verbonden door een aantal lijst - elementen, welke elementen langs de randen zijn gehecht aan een niet lichtgevoelige zijde van een van de vellen en aan begrensde gebieden van de tegenoverliggende zijde van het andere vel, zodat de lijstelementen volgens de zijranden liggen van gebieden, waarbin-20 nen de beeldgebieden zijn van een aantal filmeenheden. De zodoende verbonden vellen worden dan aan een einde daarvan tot een gelaagd ' .·· '•.-r'·· - produkt''gevormd' aan-'een· bindermateriaalbaan, die' is gevormd met ' " ‘v ' - * openingen en verlengingen, die een masker kunnen verschaffen rond de gerede filmeenheid, en daaraan toe te voegen, scheurbare cocons 25 en vangelementen kunnen omsluiten.

Wanneer de eerste en tweede vellen aan een einde zijn gehecht aan de bindermateriaalbaan, worden de vellen vervolgens afge-sneden op een plaats, die het daaropvolgende lijstelement in tweeën verdeelt en een filmeenheidgedeelte scheidt van de vellen. Het film-30 eenheidgedeelte, dat op deze wijze is overgebracht naar de binder materiaalbaan, wordt vervolgens volledig tot een gelaagd produkt gevormd aan de bindermateriaalbaan, waarbij cocons en vangelementen worden toegevoegd en de filmeenheid op een gebruikelijke wijze wordt voltooid. Door deze werkwijze geproduceerde filmeenheden worden in 35 het algemeen gekenmerkt door een lichtgevoelig vel, dat tot een ge- 8101906 I ‘ * - 5 - laagd produkt is gevormd met een ander vel door een lijstconstruc-tie, die een paar binderlijstelementen omvat, welke elementen zich over een niet lichtgevoelige zijde van een van de vellen uitstrekken langs een paar randen, en naar beneden lopen tot in aanhechten-5 de aanraking met het andere vel langs einden, die zich uitstrekken buiten de einden van het eerste vel. In de gerede constructie ligt het cocon met behandelingsfluïdum overeenkomstig een voorkeursuit-voeringsvorm over de uitstekende binderlijst bij eerste einden daarvan, en ligt een vangelement over de andere einden van de bin-10 derlijstelementen voor het verschaffen van een vergrote vangholte- diepte. De binderlijstelementen kunnen zijn voorzien van een toelopende dikte vanaf de voorste rand naar de achterste rand van de gerede filmeenheden of kunnen een gelijkblijvende dwarsdoorsnede hebben, zoals gewenst voor een bepaalde toepassing.

15 Oe uitvinding WGrdt nader toegelicht aan de hand van de te kening, waarin:

Fig.1 schematisch het stroomschema toont van de werkwijze voor het maken van filmeenheden,·

Fig,2 een schematisch ruimtelijk aanzicht is, met weggebro-20 ken delen, van een gedeelte van de werkwijze volgens fig.1;

Fig.3 een schematisch ruimtelijk aanzicht is van de gerede filmeenheid}'" ""

Fig.4 een doorsnede is volgens de lijn IV-IV in fig.3;

Fig.5 een doorsnede is volgens de lijn V-V in fig.3,· 25 Fig.S een doorsnede is volgens de lijn VI-VI in fig.3,· en

Fig.7 een bovenaanzicht is van de filmeenheid volgens fig.3 vanaf de andere zijde.

De fig.1 en 2 verduidelijken de werkwijze voor het samenstellen van fotografische filmeenheden, welke werkwijze voor wat be-30 . treft aspecten in overeenstemming met de volgende beschrijving kan worden uitgevoerd op de gedetaiUserder in het Amerikaanse octrooi-schrift 3.752.723 beschreven wijze.

Verwijzende naar fig.1 wordt een eerste vel 1, dat wordt genomen van een voorraadrol 2, eerst verbonden met een tweede vel 3, 35 genomen van een voorraadrol 4, zoals door het bij elkaar brengen 8101906 - 6 - van de vellen 1 en 3 in de neep van een paar aangedreven rollen 5 en 6. Passende lei- en spanmiddelen Kunnen op een gebruikelijke wijze zijn aangebracht (niet weergegeven] voor het bij elkaar in lijn brengen van de vellen, zoals weergegeven in fig.2. waarbij 5 het vel 1 over het vel 3 heen ligt en tussen dé randen van het vel 3 is geplaatst.

Althans één van de vellen 1 en 3 omvat lichtgevoelig materiaal en kan gewoonlijk zijn gevormd door het bekleden van een öf meer lichtgevoelige lagen op een ondoordringbare of ondoorzichtige 10 drager. Het andere vel kan een enkel materiaal omvatten, dat slechts dient voor het insluiten van behandelingsfluidum, wanneer dit wordt uitgespreid over het lichtgevoelige vel of kan zijn bekleed met materialen, die dienen voor het vormen van een beeld opnemende laag of andere fotografische werkingen vervullen in samen-15 werking met de materialen van het vel 1 en met een laag behande- lingssamenstelling, uitgespreid tussen de vellen voor het omvormen van een latent lichtgevoelig beeld op een van de vellen tot een positief en/of negatief beeld in zwart en wit, eenkleurig of veelkleurig, welk beeld geschikt is voor het bekijken door doorgelaten 20 of teruggekaatst licht of voor een verdere behandeling. Als con crete voorbeelden kan een van de vellen 1 en 3 een lichtgevoelige ’’constructie’zijn van de ïn het Amerikaanse octrooischrift 4.040.83Ö' beschreven soort, en het andere vel een beeld opnemende constructie, zoals in dit octrooischrift beschreven, waarbij ook zowel het beeld 25 opnemende als het lichtgevoelige element in beide vellen aanwezig kan zijn en het andere vel kan dienen voor het dragen van de laag, bedekt door een tijdinstellaag» zoals eveneens b.v. beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.040.830. Andere passende uitvoeringen zijn weergegeven en beschreven in het Amerikaanse octrooi-30 schrift 3.647,437. Ongeacht de bepaalde constructies en werkingen van de vellen 1 en 3 heeft elk daarvan in het algemeen althans een oppervlak van doorzichtig of ondoordringbaar materiaal, dat inert is in de betekenis, dat het geen rol speelt bij het door fotoche-misch diffusieoverbrengen vormen van een beeld door regeling van 35 de snelheid van de chemische reactie of de diffusieoverbrenging.

8101906 * * - 7 -

Het lichtgevoelige vel omvat in het algemeen een in afmetingen stabiele inerte drager, op een zijde waarvan de lichtgevoelige of fotografisch werkzame lagen zijn bekleed. Een of meer oppervlakken van elk vel kunnen natuurlijk nogmaals zijn bekleed met materialen, 5 gekozen voor hun doeltreffendheid bij het versieren of voor het uitvoeren van een optische werking bij het terugkaatsen van licht van of het doorlaten van licht door het vel. Wanneer een van de yellen 1 en 3 slechts dient als een uitspreidvel, kan het, indien gewenst, een homogene samenstelling hebben, gemaakt van een pas-10 send materiaal, zoals een polyester en dergelijke. Althans het lichtgevoelige vel ligt met zijn lichtgevoelige zijde tegenover het andere. Wanneer het andere vel eveneens is bekleed met lagen, die deelnemen aan de fotografische werking door diffusieoverbrenging, moet de zijde, waarop deze lagen zijn bekleed, zijn gericht naar 15 het eerste vel. In een bijzondere en thans de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm is het vel 1 een lichtgevoelig vel en is het vel 3 een doorzichtig beeld opnemend vel'.

Verwijzende naar fig.2 kan het vel 1 in een bepaalde te beschrijven uitvoeringsvorm, een ondoordringbare drager omvatten, 20 bekleed met een aantal lichtgevoelige lagen, kleurstofontwikkelaar- lagen en tussenlagen op de gedetailleerd in het Amerikaanse octrooischrift 4.040.830 weergegeven en beschreven wijze, en in het bijzonder met betrekking tot het lichtgevoelige element, beschreven in samenhang met fig.1 van dit octrooischrift. De lichtgevoelige zijde 25 van het vel 1 is de zijde die is gekeerd naar het vel 3. Met deze vorm van het lichtgevoelige vel 1, kan het vel 3 een beeld opnemend element omvatten, zoals beschreven in samenhang met fig.1 van het Amerikaanse octrooischrift 4.040.830, met of zonder het niet vlakke oppervlak, gevormd op de doorzichtige drager, en bestaande 30 uit de buitenste laag van het beeld opnemende element. In deze uit voeringsvorm is de zijde van het vel 3, waarop de doorzichtige in afmetingen stabiele drager zich bevindt, weggekeerd van het vel 1, en is de zijde van het vel 3, waarop de beeld opnemende laag is bekleed, gericht naar de lichtgevoelige zijde van het vel 1.

35 Op het punt, waar de vellen 1 en 3 worden verbonden door de 8101906 - * V " - 8 - rollen 5 sn 6 in fig.1, verschilt de onderhavige bewerking voor het samenstellen van filmeenheden van die, weergegeven en beschreven in het voornoemde Amerikaanse octrooischrift 3.752.723, doordat bij de in dit octrooischrift beschreven werkwijze, het vel 1 tot een 5 gelaagd produkt wordt gemaakt met het vel 3 door middel van een laagvormend fluïdum, ingébracht tussen de rollen 5 en 6 of de vellen tijdelijk tot een gelaagd produkt worden gevormd door warmte-laskaken voor het mechanisch met het vel 3 verbinden van gebieden van het vel 1. Overeenkomstig de uitvinding echter worden de vellen IQ niet tot een gelaagd produkt gevormd of met elkaar verbonden door een aanhechtingsverbinding tussen de eindvlakken daarvan, maar eenvoudig bij elkaar in lijn gehouden totdat zij met elkaar worden verbonden op de te beschrijven wijze. Een voordeel van de onderhavige werkwijze boven de werkwijze, waarbij de vorming van een gelaagd 15 produkt met de eindvlakken op elkaar wordt toegepast, is het ophef fen van de baanlengte, die nodig is tussen het station voor het vormen van het gelaagde produkt en de volgende bewerking, nodig voor het kunnen laten drogen van het gelaagde produkt, gedurende welke tijd de vellen moeten worden gedragen over rollen, die het 20 uit elkaar gaan van de gelaagde produkten kunnen veroorzaken.

Tijdens het te beschrijven samenstellen worden de vellen 1 '·*'" .....'en 3 sèmeh voortbewogen'oVer eert vooraf bepaalde af stands toeneming, ' stilgezet tijdens het daarop uitvoeren van verschillende bewerkingen in een aantal stations, en dan weer voortbewogen over dezelfde 25 afstand, enz. Deze afstandstoeneming is gelijk gekozen aan de breedte van een ondersamenstel, dat gedeelten omvat van de vellen 1 en 3 in de gerede filmeenheid.

Wanneer elk dezer verder verplaatsende stappen wordt uitgevoerd, wordt een nieuw gebied van de op elkaar geplaatste vellen 1 30 en 3 voortbewogen naar een station, schematisch aangeduid bij 8, waar een verlengd lijstelement 9 met warmte wordt gelast aan de niet lichtgevoelige dragerzijde van het lichtgevoelige vel 1. Afzonderlijke verlengde lijstelementen 9 kunnen naar behoefte worden afgesneden, zoals aangeduid bij 10, van een passende voorraad, zoals 35 een baan met lijstmateriaal 11, genomen van een voorraadrol 12.

8101906 . = e - 9 -

Verwijzende naar fig.2 Kunnen de afzonderlijke lijstelemen-ten 9 een gelijkblijvende dwarsdoorsnede hebben of, indien gewenst, taps toelopen vanaf een voorste rand 14 van het vel 3 naar een achterste rand 15 van het vel 3. De lijstelementen 9 kunnen zijn ge-5 maakt van papier, zoals een kraftpapier met een dikte van 25,4 - • - · 5..^38,1 ym,' bekleed mat een passend-met. warmte;werkzaam te maken .hecht- middel op de zijde, die is gekeerd naar de velmaterialen 1 en 3.

Volgende op het hechten van een lijstelement 9 aan het buitenoppervlak van het vel 1, worden de vellen vervolgens voortbewo- 1.0 gen naar een station, aangeduid bij 16 in fig.1, waar de einden van elk lijstelement met warmte worden vastgelast aan het tegenoverliggende eindvlak van het vel 3. In dit verband moet worden opgemerkt, dat hoewel fig.2 suggereert, dat de buitenste lijstlas direct wordt aangebracht nabij de binnenste lijstlas in het station 15 8, dit in hoofdzaak ten behoeve is van de beknoptheid van de teke ning, omdat meer dan één filmeenheid-verplaatsing kan plaatsvinden voordat deze lasbewerking wordt uitgevoerd ten behoeve van het uitvoeren van de lasinrichting. Bovendien kunnen, indien gewenst, zowel de buitenste als de binnenste lijstlassen in hetzelfde station 20 worden voltooid door het gebruik van passend gevormde, verwarmde platen. Op te merken is, dat hoewel de einden van de lijstelementen 9 zijn gelast aan de lichtgevoelige zijde van het vel 3, deze bevestigingspunten zich buiten de grenzen bevinden van het vel 1, welke grenzen het maximale beeld producerende gebied bepalen.

25 Volgende op het voltooien van de buitenste lijstlas in het station 16, worden de vellen 1 en 3 voortbewogen door een station 17 naar een station 18, waar de voorste rand 20 van het vel 3 met warmte wordt gelast aan een masker 21 van ondoorzichtig en voor vloeistof ondoordringbaar materiaal, bekleed op het oppervlak, dat 30 is gekeerd naar het vel 3, met een passend met warmte werkzaam te maken hechtmiddel. Een thans de voorkeur verdienend materiaal voor dit doel is gedetailleerder beschreven in de op 30 juni 1977 ingediende Amerikaanse octrooiaanvrage No.811.714. In het kort omvat dit materiaal een vel van biaxiaal georiënteerd polyetheenterefta-35 laat, dat op een oppervlak door opdampen is gemetalliseerd met alu- 8101906 * <.

- 10 - minium voor het verbeteren van het verbergingsvermogen van het vel.

Op het gemetalliseerde oppervlak van de polyester is een grondlaag aangebracht, verder een laag met wit pigment in een bindmiddel en een slipbekleding. Op de polyesterzijde van het met aluminium geme-5 talliseerde vel is de polyester-bekleed met een grondlaag voor be- .. , . tere hechting, aan een met warmte te lassen hecht laag, die het uitwendige oppervlak vormt tegenover het vel 3 in fig.2. Bepaalde geschikte materialen zijn gedetailleerd beschreven in de voornoemde Amerikaanse octrooiaanvrage No.811.714, 10 In een praktische uitvoeringsvorm kan de polyestercomponent van het masker 21 een dikte hebben van 23,4 ym, en kan de totale dikte van het masker 41,9 ym zijn.

In de volgende bewerking worden nadat de randwarmtelas is gevormd in het station 18 in fig.1, de vellen 1 en 3 en een van de 15 binderstroken 9 afgesneden, zoals aangeduid door de onderbroken lijn 23 in fig.2, voor het verdelen van de binderstrook 9 in twee stroken 9a en 9b, die elk een binderlijstelement omvatten voor een filmeenheid. Vervolgens wordt de materiaalbaan 21, die het dan aangehechte stuk 3a draagt van het vel 3, waarop het gedeelte la is ge-20 monteerd van het vel 1, dat daaraan is bevestigd door de binder- lijsten 9a en 9b, voortbewogen over een afstand, die gelijk is aan •dë 'a’fStari'd*,t'üa¥èn''hab‘iirige 'inkepingen' 22,' üitgesneden in'dé banden ·' ' van het masker 21, waardoor de stukken la en 3a van het velmateri-aal tot voorbij de voorste rand 20 van de vellen 1 en 3 wordt ge-25 dragen over een afstand, die voldoende is voor het toelaten van twee zijmaskeergebieden van het vel 21, welke gebieden later over de'lijsten 9a en 9b worden gevouwen.

Tijdens het hiervoor beschreven randwarmtelassen, wordt de voorste rand 20 van het vel 3a vastgelast aan het vel 21 in een 30 gebied, grenzende aan een opening 24, uitgesneden voor het verschaf fen van het gewenste beeldbeschouwingsgebied in de gerede filmeenheid. In een volgend station, aangeduid bij 25 in fig.1, wordt een omtrekslas gemaakt, die alle begrenzingen van elk vel 3a verbindt met gedeelten van het masker 21 rond de opening 24, zodat alle 35 vier begrenzingen van het vel 3a zijn gehecht aan het masker 21.

8101906 ··: * - n -

Thans verwijzende naar fig.2 worden tijdens een aanvullende bewerking# gedetailleerder beschreven in het voornoemde Amerikaanse octrooischrift 3.752.723, te scheuren cocons 30 met behandelings-samenstelling en voorzien- van afsluitstroken 31, aan een rand daar-5 van bevestigd. De afsluitstroken 31 kunnen uit een willekeurig ge- w.vv - ·- schikt,, voor .vloeistof;Ondoordringbaar, materiaal .bestaan, b.v. een gelaagd produkt van polyetheentereftalaat met papier op de buitenzijden met een dikte van 25,4 - 76,2 ym, aangebracht op de zijde, die is gericht naar de cocons 30 in fig.2, met een passende met 10 warmte werkzaam te maken, thermoplastische hechtsamenstelling. De c ocons worden geplaatst op lippen 32, gevormd aan een rand van het masker 21 en door warmte en druk gelast aan de lippen 32.

Verwijzende naar fig.1, kunnen vangelementen 34 worden gemaakt door het afsnijden van stroken van een geperforeerde materi-15 aalbaan 35, geleverd van een voorraadrol 36. Zoals gesuggereerd in fig.2, worden de vangelementen 34 met warmte gelast aan flappen 37, die verlengingen omvatten van het masker 21, welke verlengingen uitsteken voorbij de einden van de beeld opnemende vellen 3a.

Weer verwijzende naar fig.1 omvatten de bewerkingen voorbij 20 de stations 33, waar de cocons en vangelementen worden toegevoegd, het naar boven vouwen van de flappen 32 en 37, die de cocons 30 en de’vangeiementen 34 dragen, over'de randen van’elk vel 3a in een station, aangeduid bij 41 in fig.1, vervolgens het lassen van de afsluitstrook aan de begrenzing van het vel la aan een einde, en 25 de randen van de flap 37 over de einden van de lijsten 9a en 9b, aan de begrenzing van het vel la bij het andere einde, voor het produceren van de weergegeven uitvoering van een gerede filmeenheid in fig.3. Vervolgens worden de afzonderlijke filmeenheden gescheiden door het maken van insnijdingen in het masker volgens lijnen, 30 die zich bevinden op plaatsen, aangeduid door de onderbroken lijn 40 in fig.2, in een station, aangeduid bij 43 in fig.1. Deze bewerking produceert zijflenzen 50, die zich aan weerszijden bevinden van de onderbroken lijn 40 in fig.2, welke flenzen dan worden omgevouwen tot de in fig.3 weergegeven gedaante in het station 44 in 35 fig.1, waarna de filmeenheid wordt voltooid door het lassen van de 8101906 - 12 - omgevouwen randen 50 over de einden van de flappen 32 en 37, over de einden van de cocons 30, ever de einden van de afsluitstrook 31 en over de einden van de flap 37 en aan de niet lichtgevoelige inerte randen van het lichtgevoelige vel la tot in de in fig',3 weer-5 gegeven gedaante.

: ·*-· :....; * V··* r X··. v, rr.v Verwijzende -naar.··tf ig=. 4.·· is ' de. algemene .· aard. van- het -.construe- - r ·:;·;··.

tieve verband tussen de delen bij het coconeinde van de gerede filmeenheid volgens fig.3 weergegeven, waarbij de verticale afmetingen sterk zijn overdreven ten opzichte van de horizontale afmetingen.

10 In een bijzonder uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de totale afmetin gen van de filmeenheid volgens fig.3 ongeveer 8,9 x 10,7 cm zijn, is de dikte van het masker 21 gelijk aan 41,9 ym, van het vel 3a · gelijk aan 114,3 ym, van het lichtgevoelige vel gelijk aan 139,7 ym, de dikte van de lijst 9b gelijk aan 38,1 ym, de breedte en dik-15 te van de afsluitstrook 31 resp. gelijk aan 0,5 cm en 76,2 ym, en de dikte van de cocon bij de rand 51, waar de te scheuren las zich bevindt, gelijk aan ongeveer 177,8 ym. De afstand vanaf het linker-einde van het lichtgevoelige vel la, gezien in fig.4, tot het lin-kereinde van de lijst 9b is ongeveer 0,6 cm. De afstand tussen het 20 einde 51 van de cocon 30 en het einde van het lichtgevoelige vel la .·. λ is ,1,65 .mm. De τ lijsten ,?a en. 9b.zijn .2 mm breed, en de „maskerr en den 50, die de lijst 9a overlappen en naar beneden zijn gelast aan het vel la, zijn ongeveer 2,54 mm breed.

Zoals aangeduid in fig.5, liggen de vangelementen 34 gedeel-25 telijk op het vel la en gedeeltelijk over de verlenging van het vel 3a voorbij het vel la. De einden van de vangelementen 34 liggen over de einden van de binderlijsten, zoals 9a, zodat de dikte van zowel de binderlijst als het vangelement bijdraagt aan de dikte van de filmeenheid in het vanggebied bij het achterste einde 30 van de filmeenheid.

De einden van de gedeelten 50 van het masker 21, die de einden overlappen van het gedeelte 37 van het masker, vormen een onvolledige afsluiting bij de hoeken van de filmeenheid bij het vanggebied, waardoor ontluchtingen worden verschaft voor het laten be-35 wegen van lucht vanaf een einde van de filmeenheid naar het andere 8101906 J* - 13 - en vandaar uit de filmeenheid tijdens het behandelen van de film.

Na belichting kan de filmeenheid worden behandeld door het leiden van de voorste rand van de filmeenheid, die de cocon draagt, tussen een paar rollen door en het dan verder voortbewegen van de filmeen-5 heid door de rollen totdat de coconsamenstelling regelmatig is uit- v ,.-:wrf..gsspreid tussen ..de ..vellen. ,la; en 3a, en de..overmaat ini het.,.yangge-bied is gedreven, dat het'vangelement 34 bevat.

Thans verwijzende naar fig.6 is het verband tussen de delen bij het coconeinde van de filmeenheid gedetailleerder weergegeven.

• 10 Zoals weergegeven, strekken de binderlijsten, zoals 9b, zich- uit over de rand van het lichtgevoelige vel la tot in aangrijping met het opnemende vel 3a, en liggen de binderlijsten, zoals 9b, onder het afgesloten einde van de cocon 30. De onderbroken lijn 52 geeft aan waar de rand van de cocon 30, door welke rand flui’dum naar bui-15 ten komt, zich bevindt. De eindlassen 53 aan de einden van de co cons 30 strekken zich uit aan de binnenzijde van de binderlijsten, zoals 9b, zodat fluïdum in eerste instantie wordt afgegeven in het gebied tussen het einde van het vel la en de cocon, die zich bevindt bij 52, binnen de lijstplaats, en dan uitgespreid door een 20 aangepast ontwerp van de filmeenheid met inbegrip van de plaatsing van tussencoconlassen, zoals 54, indien gewenst, op een voor deskundige duidelijke wijze.

Hoewel de uitvinding is beschreven met betrekking tot de details van bepaalde illustratieve uitvoeringsvormen en voorbeel-25 den, zullen vele veranderingen en variaties bij het lezen van deze beschrijving opkomen bij deskundigen. Deze kunnen natuurlijk worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

30 8101 906

Claims (7)

1. Werkwijze voor het maken van fotografische produkten, gekenmerkt door de stappen van·het op elkaar plaatsen van eerste en twee-i»«.v langwerpige. materiaa.lvellen..met.i..ysrschillende.-breedten:, -waarbij , ·.·, .· de vellen evenwijdig zijn en het smallere vel in aanraking met en 5 tussen de randen van het bredere vel is geplaatst, verder het aan elkaar vastzetten van de vellen op een aantal op onderlinge afstanden liggende plaatsen door het hechten van smalle langwerpige stroken van lijstmateriaal, langer dan de breedte Van het smallere vel, aan het smallere vei over de breedte daarvan en het hechten van ein-10 den van de stroken, die uitsteken buiten het smallere vel, aan de tegenoverliggende zijde van het bredere vel in gebieden buiten het smallere vel, het herhaaldelijk en opeenvolgend een aantal malen doorsnijden van de verbonden vellen en een van de stroken volgens een lijn loodrecht op de vellen voor het produceren van een rand, 15 waarlangs de vellen worden verbonden door een verlengd lijstelement met de helft van de breedte van de doorgesneden strook, het voortbewegen van deze rand tot in aanraking met een dwarsgedeelte van een langwerpige baan van maskeermateriaal, gevormd met openingen voor Het bepalen van beeïdgebieden V en zijgedeelten die zich uitstrek-20 ken voorbij de breedte van het bredere vel, het hechten van het bredere vel aan het dwarsgedeelte langs deze rand, het doorsnijden van de vellen en de volgende strook voor het produceren van een los- i se eenheid, die bij de rand is verbonden met het maskeervel en een tweede rand heeft, waarlangs losse gedeelten van de smallere en bre-25 dere vellen zijn verbonden door een verlengd lijstelement met de helft van de breedte van de zojuist doorgesneden strook, het produceren van een nieuwe rand aan de verbonden vellen, langs welke rand de vellen worden verbonden door een verlengd lijstelement, dat de andere helft omvat van de zojuist doorgesneden strook, en het voort-30 bewegen van de maskeerbaan over een afstand, die groter is dan de afstand tussen de verbonden randen van het afgesneden gedeelte van de vellen teneinde een nieuw dwarsgedeelte van de maskeerbaan in de 81019 0 6 - 15 - stand te brengen, waar de eerstgenoemde rand werd gehecht aan het eerstgenoemde dwarsgedeelte.

2, Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een van de vellen een drager omvat van een in afmetingen stabiel materiaal, 5 dat ongevoelig is voor licht, op een zijde waarvan althans een laag . ..lichtgevoelig materiaal is aangebracht, welke beklede zijde is gericht naar het andere vel.

3. Fotografische filmeenheid, gekenmerkt door eerste en tweede vellen met gelijke breedten en verschillende lengten, op elkaar ge- 10 plaatst met de breedten ervan in lijn en het langere vel zich uit strekkende tot buiten het kortere vel aan tegenover elkaar liggende einden daarvan, waarbij een van de vellen een in afmetingen stabiele drager omvat van intert materiaal, die op de naar het andere vel gerichte zijde is bekleed met lichtgevoelig materiaal, verder door 15 een paar op onderlinge afstand liggende lijstelementen, welke ele menten zich in lengterichting van het kortere vel uitstrekken en daaraan zijn gehecht langs tegenover elkaar liggende randen daarvan aan de zijde tegenover de beklede zijde, welke lijstelementen zich uitstrekken tot buiten de einden van het kortere vel tot in aan-20 raking met en zijn gehecht aan het langere vel op de zijde tegenover het kortere vel, door een scheurbare.cocon met behandelingssamenstel-' ling, gedragen óp het langeré’vel bij een eerste einde daarvan, dat zich uitstrekt tot voorbij het kortere vel, door een fluïdum vang-element, dat gedeeltelijk wordt gedragen op een tweede einde van 25 het langere vel tegenover het eerste einde en zich uitstrekkende op het aanliggende einde van het kortere vel, en door een masker, gehecht aan het langere vel op de zijde tegenover de zijde, gericht naar het kortere vel, welk masker is gevormd met een beeld begrenzende opening en is voorzien van randgedeelten, die zijn gevouwen 30 om de randen van de vellen en zijn gehecht aan de randen van het kortere vel voor het omsluiten van de cocon, de lijst- en vang-elementen en het vormen van een voor vloeistof ondoordringbare afsluiting langs de randen van de vellen, waarlangs de lijstelementen zich bevinden.

4. Fotografische filmeenheid, gekenmerkt door eerste en tweede 8101906 - 16 - » , aanliggende rechthoekige vellen met eenzelfde breedte en verschillende lengten, waarbij het eerste vel een fotochemisch inerte drager omvat, die op een zijde tegenover het tweede vel is bekleed met althans een lichtgevoelige laag, het tweede vel is voorzien van 5 een inert oppervlak op althans een zijde tegenover de naar het eer- ^8.te vel gekeerde zijde, het langere vel einden heeft, die zich uitstrekken voorbij de einden van het kortere vel, verder door een paar smalle langwerpige binderlijstelementen, voorzien van lengten tussen die van de vellen in, door middelen voor het hechten van de IQ binderelementen aan een inerte zijde van het kortere vel langs tegenover elkaar liggende randen daarvan, waarbij tegenover elkaar liggende einden van de binderlijstelementen zich uitstrekken over en tot op tegenover elkaar liggende gebieden van het langere vel buiten de begrenzingen van het kortere vel, door middelen voor het IS hechten van de verlengde einden aan het langere vel, door een te scheuren cocon met behandelingsfluïdum aan een einde van het langere vel en uitstekende voorbij het kortere vel, door een voor vloeistof ondoordringbaar maskeervel, gehecht aan het langere vel op een zijde tegenover de naar het kortere.vel gerichte zijde, welk 20 maskeervel is gevormd met een beeld begrenzende opening binnen de begrenzingen van het langere vel, en is voorzien van randgedeelten, ’ ' ...... 'dié zich”Uitstrekken” tipt ’'voorbij'‘’de"·banden varr het langere vel, ’ om en over de cocon en de binderlijstelementen is gevouwen en dan vastgezet aan het kortere vel op een fotochemisch inert oppervlak 25 daarvan voor het insluiten van de cocon en de binderlijstelementen en althans gedeeltelijk omsluiten van een vanggebied rond het andere einde van het langere vel, dat vanaf het kortere vel uitsteekt.

5. Werkwijze voor het maken van fotografische filmeenheden, gekenmerkt door de stappen van het aan elkaar binden van eerste en 30 tweede langwerpige vellen met verschillende breedten, waarbij het smallere vel tussen en op afstand van de randen van het bredere vel is geplaatst, elk vel althans een fotochemisch inert oppervlak heeft op een zijde daarvan weggekeerd van het andere vel, en althans een van de vellen een fotochemisch inerte drager omvat, die 35 op de naar het andere vel gekeerde zijde is bekleed met althans een 8101906 - 17 - lichtgevoelige laag, verder het aan elkaar vastzetten van de vellen op plaatsen op vaste onderlinge afstanden door het plaatsen van stroken binderlijstmateriaal over de vellen op deze onderlinge afstanden en het tussen hun einden hechten van de stroken aan het smal-5 lere vel op de zijde tegenover het bredere vel, en aan hun einden aan het bredere vel op de naar het smallere vel gekeerde zijde, het ...........•ftérhaardeïi'jfc*hechten vènr'een rand van’een'van;de-vellen"aan een ~ einde van de vastgezette vellen aan een baan van bindermateriaal, gevormd met op onderlinge afstanden liggende beeld begrenzende ope-1Q ningen, die kleiner zijn dan de gebieden van het smallere vel tus sen de binderstroken langs de begrenzing van een van de openingen, het doorsnijden van de vellen en een van de binderstroken op de bedoelde afstand vanaf de aangehechte rand en het voortbewegen van de binderbaan over een tweede afstand, die groter is dan de eerste 15 afstand onder het voortbewegen van de vastgezette vellen.over de eerste afstand voor het plaatsen van een nieuwe rand op de binderbaan.

6. Fotografische filmeenheid, gekenmerkt door eerste en tweede vellen met gelijke breedten en verschillende lengten, welke vellen 2Q op elkaar zijn geplaatst met de breedten daarvan in lijn en het langere vel zich uitstrekkende tot buiten het kortere vel aan te- ... · · ·. genover elkaar liggende einden.daarvan, waarbij een van de vellen een in afmetingen stabiele drager omvat van inert materiaal, die op de naar het andere vel gekeerde zijde is bekleed met lichtgevoe-25 lig materiaal, verder door een paar op onderlinge afstand liggende lijstelementen, welke elementen zich in lengterichting van het kortere vel uitstrekken en daaraan zijn gehecht langs tegenover elkaar liggende randen daarvan op de zijde tegenover de beklede zijde, en zich uitstrekkend tot buiten de einden van het kortere vel aan bei-30 de einden daarvan tot in aanraking met en zijn gehecht aan het lan gere vel op de naar het kortere vel gerichte zijde daarvan, door een scheurbare cocon met behandelingssamenstelling, gedragen op het langere vel bij een eerste einde daarvan dat zich uitstrekt tot voorbij het kortere vel, welke cocon afgesloten eindgedeelten heeft, 35 die over einden heen liggen van de elementen op het eerste einde 8101906 -p- * - 18 - van het langere vel, door een fluïdum vangelement, dat gedeeltelijk wordt gedragen op een tweede einde van het langere vel tegenover het eerste einde en zich uitstrekkende tot op het aanliggende einde van het kortere vel, en door een masker, gehecht aan het langere 5 vel op de zijde tegenover de naar het kortere vel gekeerde zijde, „ . λ-;. ...-,-4 · welK. masker ..is, gevormd met .een ,h;eeld Jpegrenzende opening en .is voor- zien van randgedeelten, die zijn gevouwen om de randen van de vellen en gehecht aan de randen van het kortere vel voor het insluiten van de cocon, de lijst- en vangelementen en voor het vormen IQ van een voor vloeistof ondoordringbare afsluiting langs de randen van de vellen, waarlangs de lijstelementen zich bevinden.

7. Fotografische filmeenheid, gekenmerkt door eerste en tweede aanliggende rechthoekige vellen met gelijke breedten en verschillende lengten, waarbij het eerste vel een inerte drager omvat, die 15 op de naar het tweede vel gerichte zijde is bekleed met althans een lichtgevoelige laag, het tweede vel een fotochemisch inert oppervlak heeft op althans een zijde tegenover de naar het eerste vel gekeerde zijde, en het langere vel einden heeft, die zich uitstrekken tot voorbij de einden van het kortere vel, verder door een paar 20 smalle langwerpige binderlijstelementen met lengten tussen de leng ten van de vellen in, door middelen voor het hechten van de binder-"eiementen aan' een "fotochemisch ‘ inerte' 'zijde van het kortere vel"' langs tegenover elkaar liggende randen daarvan, waarbij tegenover elkaar liggende einden van de binderlijstelementen zich uitstrekken Z5 over en tot op daarnaar gekeerde gebieden van het langere vel bui ten de begrenzingen van het kortere vel, door middelen voor het hechten van de verlengde einden aan het langere vel, door een scheurbare cocon met behandelingsfluïdum op een einde van het langere vel uitstekende buiten het kortere vel, door een voor vloeistof 30 ondoordringbaar maskeervel, gehecht aan het langere vel op de zij de tegenover de naar het kortere vel gekeerde zijde, welk maskeervel is gevormd met een beeld begrenzende opening binnen de begrenzingen van het langere vel en randgedeelten heeft, die zich uitstrekken voorbij de randen van het langere vel, om en over de cocon 35 en de binderlijstelementen is gevouwen en dan is vastgezet aan het 8101906 - 19 - kortere vel op een fotochemisch inert oppervlak daarvan voor het insluiten van de cocon en de binderlijstelementen en althans gedeeltelijk omsluiten van een vanggebied rond het andere einde van het langere vel, uitstekende buiten het kortere vel, en door een vang-5 element binnen het vanggebied met einden die over de naburige ein den van de lijstelementen heen liggen. 8101906