NL8101871A - Dakontluchtingsinrichting. - Google Patents
Dakontluchtingsinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8101871A NL8101871A NL8101871A NL8101871A NL8101871A NL 8101871 A NL8101871 A NL 8101871A NL 8101871 A NL8101871 A NL 8101871A NL 8101871 A NL8101871 A NL 8101871A NL 8101871 A NL8101871 A NL 8101871A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- main
- flaps
- valve
- valves
- additional
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F7/00—Ventilation
- F24F7/02—Roof ventilation
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Air-Flow Control Members (AREA)
- Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
- Ventilation (AREA)
Description
I l -1- _ VO 181¾
Dakontlucht ing s inri cht ing
De uitvinding heeft "betrekking op een dakontluchtingsinriehting, velke een opbouw bevat, die boven een schacht in het dak van het te beluchten gebouw aangebracht is en bestaat uit een boven een gestel of sokkel in die schacht aangebrachte, naar boven toe open huis, als-5 mede uit een, de schacht naar boven toe af schermende, desgewenst weg te klappen afdekking, welke twee elk aan hun onderste en buitenste randen aan het gestel of aan de sokkel schamierbaar bevestigde en in de sluitstand op de wijze van de nok van een dak naar elkaar toe gerichte afdekkleppen bevat, waarvan de bovenste en binnenste randen 10 in de sluitstand in eikaars nabijheid zijn.
Voor het beluchten van grote ruimten, bij voorbeeld voor bedrijf toegepaste hallen, worden tegenwoordig dakontluchtingsinrichtingen of dergelijke toestellen geëist, welke ênerzijds een natuurlijke, tegen regen veilige beluchting mogelijk maken, doch anderzijds in geval van 15 een katastrophes, bij voorbeeld bij brand, een zo groot mogelijk dwarsprofiel, bij voorkeur het maximaal mogelijke dwarsprofiel, voor de afvoer van rook- en brandgassen vrij geven. Bekende inrichtingen van deze soort, zoals beschreven in het Duitse octrooischrift 1.276.880 of in het Duitse octrooischrift 2.018.9^95 zijn hetzij omslachtig 20 wat betreft hun opbouw en werken ook niet steeds volledig veilig en betrouwbaar of er wordt daarbij, bij het openen van de inrichting, het maximaal mogelijke openingsprofiel slechts ten dele vrij gegeven, bij voorbeeld doordat delen van de klep tot in de stroom reiken of steunorganen, regengoten enz, aanwezig zijn, zodat de stroom wordt ver-25 stoord en er verliezen optreden. Bij deze bekende inrichtingen is dus de verhouding tussen het aërodynamisch vrije oppervlak en het geometrisch vrije oppervlak in de openingsstand betrekkelijk ongunstig.
Doel van de uitvinding is nu, deze nadelen te ondervangen met een inrichting van de onderwerpelijke soort, welke bij betrekkelijk een-30 voudige opbouw in geval van brand veilig open gaat en een zo groot mogelijk openingsprofiel, bij voorkeur telkens het maximaal mogelijke dwarsprofiel vrij geeft, waarbij, bij voorkeur, de verhouding tussen het - aërodynamisch vrije oppervlak en het geometrisch vrije oppervlak vlak 81 01 871 * *· - .-2- • zoveel mogelijk de waarde 1 benadert.
Qm dit doel te bereiken is er overeenkomstig de uitvinding bij de voorgestelde inrichting in voorzien, dat de afdekkleppen als hoofdkleppen in de sluitstand het gehele doortreeprofiel van de schacht 5 naar buiten toe af schennen, de afdekkleppen elk een doortree-opening bevatten en aan elk van die doortree-openingen telkens een bijbehorende, extra klep toegevoegd is,, welke bij gesloten hoofdklep geopend kan worden. Bij voorkeur kan er in zijn voorzien, dat de vrije einden van. de hoofdkleppen zich in de open stand van deze kleppen buiten een, op de TO doortree-opening van de sokkel op· te richten, denkbeeldige prisma of denkbeeldige cilinder resp. buiten het mantelvlak daarvan bevinden, waarbij, bij voorkeur, de hoofdkleppen.in de open stand zodanig aangebracht zijn, dat de vlakken, waarin deze zich bevinden in de richting van uitstraming uit de te ventileren ruimte ten opzichte van elkaar \J divergeren.
Bij voorkeur kan er voorts in zijn voorzien, dat de hoofdkleppen in de open stand met de langshartlijn van de doortree-opening en van de sokkel telkens een naar buiten toe open, scherpe hoek insluiten.
Hierbij kan de inrichting bij voorbeeld zodanig uitgevoèrd zijn, dat de 20 extra klep bij volledig geopende hoofdklep hiertegen, bij voorbeeld van buiten af, aan ligt en er, bij voorkeur, evenwijdig aan verloopt, waarbij de extra, klep, op voordeel biedende wijze, is geïntegreerd in de betrokken hoofdklep. Op deze wijze wordt een inrichting verkregen, welke eenvoudig van opbouw is wat betreft de kosten voordelig vervaar-25 digd kan worden en in geval van brand veilig open gaat en een maximaal openingsprofiel,vrij geeft, zodat ook de stroming niet door er in reikende inbouwvoorzieningen of dergelijke verstoord kan worden.
De hoofdaflnetingen van de uitgevonden inrichting kunnen hierbij aanzienlijk geringer zijn, dan bij bekende, vergelijkbare inrichtingen.
30 Bijzonder voordelig is het, wanneer de extra kleppen telkens aan het vrije binneneinde van de betrokken hoofdklep scharnierbaar bevestigd zijn, waarbij dan de inrichting bij voorbeeld zodanig kan zijn uitgevoerd, dat de zwenkbeweging in de richting naar de open stand van de extra klep en de zwenkbeweging van de hoofdklep tegengesteld ten op-35 zichte van elkaar kunnen verlopen. De hoofdkleppen en de extra kleppen zijn bij voorkeur elk voorzien van een eigen aandrijving, waarbij deze aandrijvingen van de bij elkaar behorende kleppen op elkaar afgestemd zijn.
8101871 * Μ -3-
Voorts is het bijzonder voordelig, vanneer éên van de beide hoofdkleppen aan zijn vrije binnenrand een zich in langsrichting van. het huis, nagenoeg over de volle lengte daarvan, uitstrekkende regengoot draagt, velke in de sluitstand van de hoofdkleppen onder de tussenruimte tussen 5 de naar elkaar toe gekeerde, binnenste, vrije randen van de beide hoofdkleppen grijpt. Bij een dergelijke uitvoering kan men, voor het tegen regen beveiligd beluchten van de onder de inrichting gelegen ruimten, de extra kleppen ζβ ver oplichten, dat ongeveer 50% van het doorstrcmings-profiel vrij kant, vaarbij, in deze stand, de regen belemmerd wordt, 10 tot in de onderste ruimte binnen te dringen. Voor beluchting bij mooi veer, resp. in geval van katastophes, kunnen de hoofdkleppen met inbegrip van de regengoot vorden veggeklapt, vaarbij dan praktisch 100JC van het doorstraaingsprofiel vordt vrij gegeven. De besturing van deze beide bewegingen geschiedt hierbij zodanig, dat bij het katastophes in 15 de energietoevoer voor de aandrijfcilinders of verkcilinders.van de extra kleppen een onderbreking, bij voorbeeld in de vorm van een ventiel, ingebouvd is, waardoor vordt verhinderd, dat de extra kleppen vorden geopend, vanneer de hoofdkleppen open staan, terwijl anderzijds de extra kleppen automatisch dicht gaan, wanneer de hoofdkleppen moeten 20 vorden geopend. Bij het openen van de hoofdklep wordt hierbij gewaarborgd, dat eerst de klep zonder goot volledig tot in de open stand beweegt en in aansluiting hierop de klep met de regengoot, terwijl bij het > sluiten het omgekeerde plaats vindt. Deze besturing biedt het voordeel, dat het bij katastrophes of brand vrij gegeven openingsprofiel vrijwel 25 100# bedraagt. Het huis doet dienst voor de luchtgeleiding, aangezien bij dit bouwtype bij katastrophes de afvoer van de rookgassen gewaarborgd is.
Een verder voordeel wordt nog bereikt, wanneer, op voordeel biedende wijze, het huis en de hoofdkleppen zodanig bemeten en ten op-30 zichte van elkaar aangebracht zijn, dat de openingsbeweging van de kleppen niet door vind of andere luchtstroming wordt beïnvloed, zodat het benodigde aandrijfvermogen gering blijft.
Het .gestel kan zonder huis van luchtkoepels vorden voorzien en doet aldus dienst voor verlichting en, bij toepassing van aandrijving 35 en besturing, voor ventilatie-bij-mooi veer en voor het openen bij katastrophes. Men kan dus het gestel samen met twee verschillende inrichtingen van de onderwerpelijke soort toepassen.
8101871 * ·* 1 : “ : ; i
In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding, weergegeven.
Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van de ontluchtingsinrich-5 ting in de sluitstand; fig. 2 laat-de inrichting volgens fig. 1 zien in de stand, waarin voor het tegen regen, beveiligd, beluchten ongeveer 50$ van het door-stromingsprofiel vrij gegeven is;* en fig. 3 toont de inrichting volgens fig. 1 in volledig geopende 10 stand, bij katastrophes. en dergelijke, en wel in schematisch zijaanzicht.
De in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is een dakontluchtingsinrichting ^ welke een opbouw 1 bevat, welke boven een schacht in het dak van het te ventileren gebouw twee aangebracht is en bestaat, uit een boven een gestel of sokkel 15 in of aan die schacht aangebracht, naar boven toe open.huis 4, alsmede uit een die schacht naar boven toe afschezmende, desgewenst weg te klappen afdekking 5· Het hiis is tevens naar omlaag toe open en de huiszijwanden bestaat, uit deelwanden 6 en 7» welke onderling een hoek α insluiten.
20 De afdekking is, op een op zichzelf bekende wijze, voorzien van twee afdekkleppen 8, 9» welke aan hun onderste en buitenste randen, bij de verwijzingscijfers 10, 11, scharnierbaar zijn bevestigd aan het gestel of de sokkel 3 en welke in de sluitstand volgens .fig. 1 op de wijze van de nok van een dak naar elkaar toe gericht zijn, waarbij de 25 bovenste en binnenste randen 12, 13 zich in eikaars nabijheid bevinden en tussen elkaar in een tussenruimte 1 h bepalen. Deze afdekkleppen zijn de hoofdkleppen en schennen als zodanig, volgens de uitvinding, in de sluitstand het gehele doorstromingsprofiel "a” van. de schacht naar buiten toe af, waarbij uiteraard de son van de breedtes ubu van die 30 kleppen groter is, dan de breedte van de doortree-opening "a" van de schacht. Volgens de uitvinding bevatten daarenboven de afdekkleppen elk een uit de tekening niet nader blijkende döörtree-opening, welke bij voorbeeld van rechthoekige cmtrek kan zijn. Aan deze doortree-openingen in de beide hoofdkleppen of afdekkleppen is telkens een bij-35 behorende extra klep 15» 16 toegevoegd, welke bij gesloten hoofdklep kan worden geopend.
Fig. 2 laat zien, dat bij gesloten hoofdkleppen 8, 9 de extra kleppen 15, 16 geopend zijn, op doelmatige wijze zodanig, dat een door- 81018 71 . — 7 9 tree-opening vrij gegeven wordt van ongeveer 50% van het totale dwars-profieloppervlak van de doortree-opening maximaal gezien. Bij volledig geopende hoofdkleppen 8, 9 volgens fig. 3, liggen de extra kleppen 15, 16 evenwijdig aan de hoofdkleppen aan de "buitenzijde tegen die hoofd-5 kleppen aan. Uit het voorgaande kan dus worden opgemaakt, dat hij de in het voorgaande beschreven, volgens de uitvinding uitgevoerde, uitvoeringsvormen de extra klep is geïntegreerd in die hoofdklep, waar die extra klep hij behoort.
Uit de drie figuren van de tekening blijkt, dat de extra kleppen 15, 10 16 elk aan het vrije binneneinde van de hoofdkleppen 8, 9, bij de ver-wijzingscijfers 17, 18, schamierbaar zijn bevestigd aan de betrokken hoofdklep·, waarbij - volgens de uitvinding - zoals speciaal blijkt uit de fig. 1-3 van de tekening, de zwenkbeweging van de extra klep ia de richting naar de open stand volgens pijlrichting 15a en 16a en die van 15 de hoofdklep eveneens in de richting naar de open stand volgens pijlrichting 8a en 9a onderling telkens tegengesteld gericht zijn. Uiteraard is de bewegingsrichting naar de betrokken sluitstanden telkens omgekeerd en zijn dus ook hier de richtingen van hoofdklep en bijbehorende extra klep telkens onderling ingesteld.
20 Teneinde de in het voorgaande vermelde voordelen volgens de uit vinding te bereiken, zijn de hoofdkleppen en de extra kleppen elk voorzien van een eigen aandrijving. De aandrijvingen van de bij elkaar behorende kleppen zijn daarbij op elkaar afgestemd en wel zodanig, dat bij het openen van de hoofdkleppen de extra kleppen autcmatisch 25 worden gesloten, terwijl bij open hoofdklep voorkcmen wordt, dat de bijbehorende extra klep open kan gaan. Als aandrijving van elke klep kan bij voorbeeld zijn voorzien in een pneumatische of hydraulische werkcilinder, zoals in fig. 2 bij de verwijzingscijfers 19 en 20 voor de aandrijving van de extra kleppen en in fig. 3 bij de verwijzings-30 cijfers 21, 22 voor de aandrijving van de hoofdkleppen weergegeven.
De besturing van de bewegingen geschiedt hierbij met behulp van ventielen. Wanneer de inrichting volgens de fig. 1-3, d.w.z. de in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm, volgens de uitvinding, in beschouwing wordt gencmen in drie stadia, nl. de volledig gesloten stand 35 volgensfig. 1, de normale ventilatiestand volgens fig. 2 en de volledig open stand in geval van katastrophes of bij brand volgens fig. 3, blijkt, dat voor de overgang uit de volledig gesloten stand in de 8101871 . ' -6- normale ventilatiestand slechts de extra kleppen 15, 16 in de pij Inrichting en 15a, Ï6a behoeven te worden geopend en wel zodanig, dat ongeveer %% van het doortreedwarsprofiel vrij gegeven wordt, terwijl voor overgang tot in de volledige open stand volgens fig, 3 de haofd-5 kleppen 8 en 9 volgens pijlrichtingen 8a en 9a volledig geopend worden, waarbij tegelijkertijd de extra kleppen 15 en 16, tegen de pijlrichtingen 15a en 16a in, gesloten worden, zodat deze van buiten af tegen de kleppen 8, 9 aan.kernen te liggen.
Hierbij blijkt, dat de vrije einden van de hoofdkleppen zich 10 in de open stand van deze kleppen buiten de mantel van een denkbeeldig, van de doortree-opening uitgaand prisma of uitgaande cilinder bevinden, terwijl de vlakken, welke de hoofdkleppen bevatten in de richting van uitstrailing uit de te ventileren ruimte ten opzichte van. elkaar divergeren, zodat de volledig geopende hoofdkleppen 8, 9» welke in de open 15 stand met de langsmiddenas van de doortree-opening en van de sokkel een scherpe hoek insluiten, volgens fig. 3 het gehele doortreedwarsprofiel van sokkel of gestel vrij geven en zich hierbij toch nog binnen het huis h bevinden.
De éne van de beide hoofdkleppen, nl. bij het in de tekening weer-20 gegeven uitvoeringsvoorbeeld klep 9» draagt aan zijn vrije binnenrand 13 een zich in langsrichting van het huis nagenoeg over de volle lengte daarvan uitstrekkende, regengoot 23, welke in de sluitstand van de hoofdkleppen onder de tussenruimte 1¾ tussen de naar elkaar.toegekeerde, vrije binnenranden van de beide hoofdkleppen grijpt. Aan de vrije binnen-25 rand van de niet van een goot voorziene hoofdklep 8, nl. in het bereik 12, is voorzien in een zich in langsrichting uit strekkende afdeklijst 2b, welke in de sluitstand van de hoofdkleppen de open zijde van de regengoot afsluit, zodat regenwater niet in de te beluchten ruimte binnen kan dringen.
30 Teneinde feiloze werking van de inrichting volgens de uitvinding te waarborgen en er tevens veilig voor te zorgen, dat een goede afscherming van de doortree-opening van de schacht of van de sokkel resp. het gestel tegen regen gewaarborgd is, doch anderzijds in de volledig open stand bij brand of katastrophes de doortree-opening van de schacht 35 volledig vrij gegeven wordt, is er in voorzien, dat bij het openen aanvankelijk de niet van een regengoot voorziene klep 8 volledig tot in de open stand gebracht wordt en eerst daarna, d.w.z. nadat de klep 8 81010 71 -τ- de open stand bereikt heeft, 66k de klep 9 tot in de open stand wordt verplaatst doch bij het sluiten daarentegen eerst de van de goot voorziene klep 9 gesloten wordt en vervolgens de klep 8.
Ter afdichting tussen gestel en sokkel en hoofdkleppen is voor-5 zien in een lipafdichting, welke aan een telkens naar het andere deel toe gekeerde, bij voorbeeld L-voimige, omzetting aan gestel of sokkel resp. aan de hoofdkleppen bevestigd, resp. er op vast geplakt is.
Evenzo is ter afdichting tussen hoofdklep en bijbehorende extra klep voorzien in een lipaf dichting, welke aan een naar het andere deel 10 toe gekeerde, bij voorbeeld L-vormige, omzetting aan de hoofdklep resp. aan de extra klep bevestigd, bij voorbeeld er qp vast geplakt is.
Hiertoe wordt een niet onaanzienlijke vereenvoudiging bij de vervaardiging bereikt.
Zoals uit het voorgaande kan worden opgemaakt, bestaat het be-15 langrijkste doel van de uitgevonden inrichting hierin, dat bij brand veilige opening bereikt wordt en een zo groot mogelijk opening sdwars-profiel vrij gegeven wordt, waarbij enigerlei inbouwvoorzieningen, welke de stroming zouden kunnen storen en tot extra verliezen zouden kunnen leiden, ontbreken. Bij een dergelijke, volgens de uitvinding voorge-20 stelde oplossing bedraagt de verhouding tussen het aërodynamisch, vrij oppervlak en het geometrisch vrije oppervlak ongeveer 1, hetgeen uiterst gunstig is, terwijl desondanks de constructie eenvoudig en naar verhouding, wat de kosten betreft, voordelig uitgevoerd is.
Voor het tegen regen beveiligd ventileren van de onder de inrichting 25 gelegen ruimten worden de extra kleppen ζδ ver opgelicht, dat ongeveer 50$ van het doorstrcmingsdwarsprofiel vrij gegeven wordt. In deze stand is het niet mogelijk, dat regen in de onderste ruimten binnendringt.
Voor beluchting bij mooi weer, resp. bij katastrophes worden de 30 hoofdkleppen met inbegrip van de regengoot weggeklapt en geven daardoor vrijwel 100$ van het doorstrcmingsdwarsprofiel vrij.
De besturing van deze beide bewegingen geschiedt daarbij zodanig, dat bij katastrophes in de energietoevoer naar de cilinder voor de extra kleppen een onderbreking ingebouwd is, welke verhindert, dat de 35 extra kleppen, wanneer de hoofdkleppen geopend zijn, geopend kunnen worden en welke anderzijds zodanig werkt, dat de extra kleppen, wanneer deze open staan, autcmatisch dichtgaan, wanneer de hoofdkleppen moeten 81 01 871 -8- ' worden geopend.
Het huis fungeert voor luchtgeleiding, d.w.z. dat de uitvoering zodanig is, dat hij katastrophes hij dit bouwtype de af voer van de rookgassen gewaarborgd is. Bovendien vindt het openen van de hoofd-5 kleppen plaats zonder invloed van wind, zodat het benodigde aandrijf-vermogen gering kan zijn, eenvoudigweg doordat de volledig geopende hoofdkleppen zich nog binnen het huis bevinden d.w.z. er, zoals uit fig. 3 blijkt, niet buiten uitsteken.
81 01 871
Claims (10)
1. Dakontluchtingsinrichting, welke een ophouw "bevat, die aangebracht is boven een schacht in het dak van het te beluchten gebouw en bestaat uit een boven een gestel of sokkel in de schacht aangebracht, naar boven toe open huis, alsmede uit een, de schacht,naar boven toe 5 af schermende, desgewenst weg te klappen afdekking, welke twee elk een onderste en buitenste randen aan het gestel of de sokkel, schamierbaar bevestigde en in de sluitstand op de wijze van een daknok naar elkaar toe gerichte afdekkleppen bevat, waarvan de bovenste en binnenste randen zich in de sluitstand in eikaars nabijheid bevinden, met, het ken-10 merk, dat de afdekkleppen (8, 9) als hoofdkleppen in de sluitstand het volledige doortreedwarsprofiel van de schacht naar buiten toe af-scheimen, de afdekkleppen (8, 9) elk een doortree-opening bevatten, en aan elke doortree-opening telkens een bijbehorende extra klep (15, 16) toegevoegd is, welke bij gesloten hoofdklep geopend kan worden.
2. Dakontluchtingsinrichting volgens conclusie 1,.aet het kenmerk, dat de vrije einden van de hoofdkleppen (8, 9) zich in de open stand van die kleppen bevinden buiten een denkbeeldig, op de doortree-opening van de-sokkel (3), opgericht prisma of opgerichte cilinder, resp. buiten het mantelvlak hiervan, waarbij, bij voorkeur, de hoofdkleppen (8, 20 9) in de open stand zodanig zijn aangebracht, dat de vlakken, waarin die hoofdkleppen liggen, in de richting van uitstralen uit de te ventileren ruimte onderling divergeren, zodat de hoofdkleppen (8,9) in de open stand met de langsmiddenas van de doortree-opening en van de sokkel (3) elk een naar buiten toe open, scherpe hoek insluiten.
3. Dakontluchtingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de extra klep (15, 16) bij volledig geopende, betrokken hoofdklep (8, 9) hier, bij voorbeeld van buitenaf, tegen aan ligt en er, op doelmatige wijze, evenwijdig aan verloopt. k. Dakontluchtingsinrichting volgens ten minste êêa der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de extra klep (15, 16) geïntegreerd is in de betrokken hoofdklep en, op doelmatige wijze, de extra kleppen (15, 16) elk scharnierbaar zijn bevestigd aan het vrije binneneinde van de betrokken hoofdklep (8, 9)·
5. Dakontluchtingsinrichting volgens ten minste éên der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat het huis (U) en de hoofdkleppen (8, 9) 8101 8 71 Γ ’----—— - -10-
1 I < i zodanig bemeten en ten opzichte van elkaar aangebracht zijn, dat de openingsbeweging van.de kleppen niet wordt beïnvloed door de wind- of -andere stromingen, waarbij, bij voorkeur, de volledig geopende hoofdkleppen (8, 9) zich nog binnen het huis (U) bevinden.
6. Dakontluchtingsinrichting volgens tenminste een der.voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zwenkbeweging van de extra klep (15, ! 16) in de richting naar de open stand, en van de hoofdklep (8, 9) onder ling tegengesteld gericht.zijn, waarbij, bij voorkeur, de hoofdkleppen (8, 9) en de. extra kleppen (15» 16) elk een eigen, bij voorbeeld 10 een pneumatische of .hydraulische werkcilinder bevattende, aandrijving bezitten, en de aandrijvingen van de bij elkaar behorende kleppen bij voorkeur zodanig op elkaar afgestemd zijn, dat bij het opnen van de hoofdklep (8, 9) de extra kleppen (15» 16) automatisch, gesloten worden terwijl bij open hoofdklep voorkomen, wordt, dat de bijbehorende, extra 15 klep geopend kan worden.
7. Dakontluchtingsinrichting volgens ten minste een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat. de volledig geopende hoofdkleppen (8, 9. het volledige d6 6rt r eedwar spr of iel van. sokkel (U) of gestel vrij geven.
8. Dakontluchtingsinrichting volgens ten minste êén der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de éne van de. beide hoofdkleppen (9) aan zijn vrije binnenrand (13) een zich in de langsrichting van het huis (Μ nagenoeg over de volle lengte daarvan uitstrekkende regengoot (23) draagt, welke in de sluit stand van de hoofdkleppen (8, 9) 25 grijpt onder de tussenruimte tussen de naar elkaar toe gekeerde vrije binnenranden (12, 13) van de beide hoofdkleppen (8, 9) terwijl, bij voorkeur, aan de vrije binnenrand (12) van de niet van een regengoot voorziene hoofdklep (8) is voorzien in een zich in de langsrichting uitstrekkende afdeklijst .(2¾), welke in de sluit stand van de hoofdklep-30 pen (8, 9) de open zijde van de regengoot (23) afsluit, waarbij, bij voorkeur, bij het openen eerst de niet van een regengoot voorziene klep (8) volledig tot in de open stand gebracht wordt en bij het sluiten eerst de, de regengoot dragende klep (9) gesloten wordt.
9. Dakontluchtingsinrichting volgens ten minste êên der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat ter afdichting tussen gestel of sokkel (3) en hoofdklep (8, 9) is voorzien in een lipafdichting, welke aan een, naar het andere deel toe gekeerde, bij voorbeeld L-vormige, ............81018 71 r ‘ -11- cmzetting. aan gestel of sokkel resp. aan de hoofdkleppen bevestigd, resp. er op geplakt is.
10. Dakontluchtingsinrichting volgens ten minste een der voorgaande conclusies, met het kennerk, dat ter afdichting tussen .hoofdklep en bij-5 behorende extra klep is voorzien in een lipafdichting, welke aan een naar het andere telkens deel toe gekeerde, bij voorbeeld L-vormige, omzetting aan hoof dklep resp. aan extra klep bevestigd, resp. er op geplakt is. 8101871
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19803019267 DE3019267A1 (de) | 1980-05-21 | 1980-05-21 | Dachentlueftungsvorrichtung |
DE3019267 | 1980-05-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8101871A true NL8101871A (nl) | 1981-12-16 |
Family
ID=6102875
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8101871A NL8101871A (nl) | 1980-05-21 | 1981-04-15 | Dakontluchtingsinrichting. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3019267A1 (nl) |
FR (1) | FR2483059A1 (nl) |
GB (1) | GB2076143A (nl) |
NL (1) | NL8101871A (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US7568307B1 (en) * | 2008-01-22 | 2009-08-04 | Netafim, Ltd. | Greenhouse structure |
CN102297490B (zh) * | 2011-09-23 | 2013-03-06 | 锦州鹏翔电力轻钢设备有限公司 | 屋顶避风可调式采光通风器 |
-
1980
- 1980-05-21 DE DE19803019267 patent/DE3019267A1/de not_active Withdrawn
-
1981
- 1981-04-15 NL NL8101871A patent/NL8101871A/nl not_active Application Discontinuation
- 1981-05-20 FR FR8110190A patent/FR2483059A1/fr active Granted
- 1981-05-21 GB GB8115701A patent/GB2076143A/en not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3019267A1 (de) | 1981-11-26 |
GB2076143A (en) | 1981-11-25 |
FR2483059A1 (fr) | 1981-11-27 |
FR2483059B3 (nl) | 1983-03-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US9752342B2 (en) | Flood protection for underground air vents | |
CN102297490B (zh) | 屋顶避风可调式采光通风器 | |
DE102008045375B4 (de) | Dachaufsatz mit schwenkbaren Lamellen | |
CN218843564U (zh) | 一种百叶篷 | |
NL8101871A (nl) | Dakontluchtingsinrichting. | |
US1766876A (en) | Ventilator for buildings | |
EP1870555B1 (en) | Ventilation unit | |
EP0475054B1 (de) | Dachgaube | |
US10422180B2 (en) | Jalousie window device | |
DE202008017906U1 (de) | Leitflächenlüfter für ein Dach eines Gebäudes | |
US4189989A (en) | Gable ventilators | |
DE10247102A1 (de) | Luftabzug mit sich schrägstellender Haube | |
DE3018051A1 (de) | Verfahren fuer witterungsunabhaengige naturkraft-lueftung fuer hallenartige bauten, insbesondere fuer stallbauten (verfahrengerechtes bauwerk und vorrichtungen) | |
EP2614706B1 (de) | Firstkonstruktion | |
EP1689953A1 (en) | Tilting window | |
CN202254087U (zh) | 屋顶避风可调式采光通风器 | |
CN211622329U (zh) | 一种气楼 | |
CN211233228U (zh) | 一种防鸟气楼 | |
CN213144021U (zh) | 一种具有通风抑尘功能的干煤棚 | |
CN214783213U (zh) | 防护结构和桥梁装置 | |
CN208363135U (zh) | 一种阀门井 | |
CN211622330U (zh) | 一种防飘雨式气楼 | |
DE2226974A1 (de) | Ventilator | |
CN211899297U (zh) | 一种降噪式气楼 | |
RU2748096C1 (ru) | Зенитный фонарь |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |