NL8101775A - Correctieketen. - Google Patents

Description

* V* “· vo 18U5

Titel i Correctieketen.

De uitvinding heeft; betrekking op de correctie van fouten in een televisiebeeld en meer in het bijzonder op een fouteorrectieketen voor het vervullen van horizontale en vertikale interpolatie teneinde fouteorrectiegolfvomien in een kamerakop tijdens de kamer abedrijfsmo-5 dus te verschaffen.

Er zijn verschillende stelsels beschikbaar gul bepaalde fouten in een televisiebeeld te meten en de gemeten fouten selectief op te slaan tijdens een kamera-instelmodus. Gedurende de daaropvolgende kame-rabedrijfsmödus worden de foutcorrectiegolfvormen, overeenkomende met 10 de gemeten fouten, via een in de kamerakop aanwezig foutcorrectiestel-sel toegevoerd aan verschillende besturingsingangen, aftastafbuiginrich-tingen, enz. om de bepaalde fouten in het beeld te corrigeren. Bij dergelijke stelsels wordt derhalve gebruik gemaakt van een foutmeetketen, die in het algemeen niet in de kamerakop aanwezig is en tijdens de kame-15 rabedrijfsmodus werkzaam is.

Bij de meeste van deze correctieschema’ s wordt gebruik gemaakt van analoge bronnen, zoals potentiometers, integratoren, condensatoren, enz., waarin de gemeten fouten worden gecodeerd, gemuitiplexd en gedecodeerd, waardoor een grote hoeveelheid analoge schakelingen nodig is, 20 welke bij bepaalde stelsels kan leiden tot een sterke drift en derhalve tot stabiliteitsproblemen. De analoge bronnen moeten worden uitgelezen en continu opnieuw worden ingesteld, waardoor de kamerakop, d.w.z. de correctieketen, gewoonlijk continu afhankelijk is van de signalen uit de meetketen.

25 Recente verbeteringen bij foutmeet- en correctiestelsels omvat ten een op afstand gelegen analoge meetketen, die tijdens de instelmodus automatisch foutmeetsignalen opwekt en deze signalen in digitale vorm toevoert aan een in de kamerakop ondergebrachte digitale foutcorrectieketen. De gemeten foutinformatie wordt gemeten volgens een differentiaal-30 steekproefwaardemethode, waarbij de gegevens digitaal in de kamerakop worden opgeslagen om daarna door de fouteorrectieketen daarin onafhankelijk van de foutmeetketen tijdens de kamerabedrijfsmodus te worden gebruikt. Tijdens de kamerabedrijfsmodus leest de correctieketen de diffe-rentaalinformatie digitaal uit, voert een interpolatie van correctiepunt 35 tot correctiepunt uit, zet de differentiaalinformatie in absolute waar- 81 01 775 ► £ - 2 - den om en wekt analoge fontspanningsgolfvormen op, die op de grondaf-buiggolfvormen worden gesnperponeerd om bijvoorbeeld horizontale en ver-tikale ruimtelijke fouten te corrigeren. Sc hake erfout correctiesignalen worden af genomen, in analoge signalen omgezet en aan de videoverwer-5 kingsketen toegevoerd om eventuele sehakeerfouten te corrigeren.

Een dergelijke fouterorreetieketen heeft het bezwaar, dat deze in het algemeen eomplexe schakelingen vereist en niet die mate van nauwkeurigheid bezit, welke bij ruimtelijke foutmeet- en correctieketens gewenst is.

10 Typerend voor het bovenbeschreven, bekende analoge foutmeet- en digitale-foutcorrectiestelsel is het stelsel, als beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage .....

Volgens de uitvinding worden de bovengenoemde tekortkomingen van de bekende stelsels geëlimineerd doordat wordt voorzien in een ver-15 eenvoudigde, zeer nauwkeurige digitale foutcorrectieketen, welke digitaal een horizontale en vertikale interpolatie vervult voor het opwekken van videocorrectiesignalen voor ruimtelijke en schakeringscorrec-ties.

Hiertoe ontvangt een vertikaal interpolatiegedeelte van de 20. tweedimensionale interpolator, welke later zal worden beschreven, twee stellen woorden uit een vrij toegankelijk geheugen (RAM), welke stellen overeenkomen met de correctie-informatie uit een correetiematrixrij boven een lijn, welke juist is gecorrigeerd, en de correetiematrixrij, welke juist daaronder is gelegen. De woorden uit de twee stellen informa-25 tie worden doorschoten, d.w.z., dat de opeenvolgende woorden in de bovenste en onderste rijen selectief in een bepaalde volgorde worden gemengd voor het verschaffen van een doorschoten stroom informatie. De stroom wordt toegevoerd aan een vermenigvuldigende D/A-omzetter, tezamen met een spanningsgolfvorm, die aan de vermenigvuldigingsspannings-30 ingang daarvan wordt toegevoerd. De spanningsgolfvorm is een doorschoten combinatie van twee spanningsniveaus, waarvan de waarde wordt bepaald door de plaats van de lijn, die in de betreffende correctierij wordt gecorrigeerd. De twee spanningen en de twee stellen informatie worden op hun beurt doorschoten met een bepaalde faze. Bepaalde spanningen van 35 de resulterende reeks worden tijdelijk opgeslagen en bij andere spanningen van de reeks opgeteld voor het opwekken van een vertikale uitgangsreeks, bestaande uit een gewogen som van de rij boven en onder de 8101775 - 3 - lijn, welke wordt gecorrigeerd.

De vertikale -uitgangsreeks wordt toegevoerd aan een horizontaal interpolatiegedeelte. In een enkel sommeerpunt daarvan worden de sommen van de oneven en even genummerde waarden in de reeks uit de vertikale 5 interpolator opgeteld hij de negatieve waarde van de videocorrectie-uitgangsgolfvorm., plus een gelijkstroomverschuivings spanning. Deze laatste verschuift de uitgangsgolfvorm voor het verschaffen van een gebied van bijvoorbeeld +2,5--2,5 V. De resulterende spanning in het sommeer punt stelt het verschil voor tussen waar de golfvorm is en waar deze aan 10 het eind van de volgende correctie dient te zijn. Van deze verschilspanning worden selectief steekproeven genomen, welke worden toegevoerd aan een uitgangsintegrator, waarvan de tijdconstante overeenkomt met het correctie-interval. De spanning van de integrator stijgt vanaf het bestaande spanningsniveau daarin tot bedoelde spanning plus de verschil-15 spanning. De resulterende spanning is het videocorrectiesignaal.

De uitvinding zal onder staand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1· een hlokschema van een interpolatieketen volgens de uitvinding; 20 fig. 2 een bovenaanzicht van een bepaald stelsel van correctie- punten, waarover informatie wordt afgenomen; fig. 3A schematisch uitvoeringsvormen van de horizontale en vertikale interpolatoren; en fig. ^A, B, C een schema van een besturings/koppelketen voor de 25 interpolatieketen volgens fig. 3A, B.

Zoals uit fig. 1 blijkt, omvat de interpolatieketen 10 een vertikale (V) interpolator (gedeelte) 12 en een horizontale (H) interpolator (gedeelte) 1U, die aan de ingang daarvan met de uitgang van de V-interpolator 12 is gekoppeld, en een vrij toegankelijk geheugen (RAM) 30 16 am gemeten foutinformatie in de vorm van woorden van acht bits op te slaan. De gemeten foutinformatie wordt voor opzameling ontvangen uit een foutmeetketen en een niet-afgeheeld muit iplexst elsel van het kamerastel-sel, via een microprocessorbesturingsstelsel 18 en respectieve informatie- en adresingangslijnen 20 , 22. Een koppelketen 2k levert de vereis-35 te logische tempeer/besturingssignalen, adressen, enz. tussen de inter-polatorketen 10 en het bijbehorende microprocessorbesturingsstelsel 18. Voorbeelden van foutmetings-, multiplex- en microprocessorbesturings- 81 01 775 * ξ - k ~ stelsels en hun relatie tot een ruimtelijke/schakeringsfoutcorrectie (SEC) keten, zijn beschreven in de eerder genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage. De hier besehreven interpolatorketen 10 vormt in wezen een SEC-ketengedeelte van de bovengenoemde kamerastelselcombinatie.

5 De interpolatieketen 10 levert een videocorrectiesignaal voor aftasting, d.w.z. horizontale en vertikale ruimtelijke foutcorrectie en zwart/wit-schakeercorrectie. De informatie, welke wordt gebruikt voor het opwekken van de correctiesignalen, is afkomstig uit een stelsel van *16 x 16 correetiepunten, welke punten op een gelijkmatige wijze in hori-10 zontale en vertikale richtingen over het televisiebeeld zijn verdeeld, . teneinde te voorzien in een stelsel van 13 x 1¾ correetiepunten in werkelijkheid in het actieve beeld, als aangegeven in fig. 2. De werkelijke golfvorm strekt zich zeer geleidelijk (lineair) tussen deze punten uit.

De interpolatorketen 10' dient om deze egalisatie te verschaffen door 15 een zeer nauwkeurige horizontale en vertikale interpolatie tussen de correetiepunten te leveren. De foutinformatie, overeenkomende met de 182 correetiepunten, wordt geleverd via een foutmeetketen, welke boven reeds is genoemd, waarin eveneens gebruik wordt gemaakt-van een in het algemeen analoog steekproefstelsel van bijvoorbeeld 13 x 1U blokken, 20 die gelijkmatig over het actieve televisiebeeld zijn verdeeld. Een dergelijke foutmeetketen is bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage .....

Tezamen met de V- en H-correctie-informatie worden bepaalde V-en H-adressen via de bijbehorende koppelketen en meer in het bijzonder 25 via een tempeergeneratorketen 30 onder bestuur van de microprocessor 18 tezamen met de informatie via de V- en H-adreslijnen 26 respectievelijk 28 aan de RAM 1Θ toegevoerd. De informatie wordt toegevoerd via een in-formatiegrendelinrichting 31 en RGB-, H- en V-kanaalkiescommando's op de lijnen 33. De RAM wordt belast in responsie op een registratie-inscha-30 kelsignaal en RAM-tijdsignaal op de besturingslijnen 32 uit de koppel-keten-tempeergeneratorketen 30. De V-adressen worden in responsie op een bovenste/onderste-rij kiescommando op een lijn 36 via een optelinrichting 3^ toegevoerd.

De irnhoud van de RAM 16 wordt uitgelezen in responsie op een uit-35 leesinschakelsignaal op de besturingslijnen 32 en wordt via een multi-plexlijn ^0 toegevoerd aan een vermenigvuldigende, digitaal-analoog (D/A) omzetter 38. Aan de D/A 38 wordt via een lijn Ui een registratiebesturings- 8101775 J <* - 5 - ingangssignaal toegevoerd.

Een helllngsgenerator k2 in de koppelketen 2k levert een horizontaal frequente trapspanning in responsie op een lijnkloksignaal op een lijn ^ naar de generator. De trapspanning wordt aan een cammuta-5 tieschakelaar b6 toegevoerd als een V-onderste spanning en tevens als een V-bovenste spanning via een invertor U8 en een sommeerpunt 50. Het scmmeerpunt 50 ontvangt een bepaalde gelijkspanning (bijvoorbeeld 2,5 V) op de ingang 52. De schakelaar U6 kiest de V-onderste of V-bovenste ingangssignalen daarvan in responsie op een grendelsignaal van 250 kHz, 10 welk signaal verband houdt met het onderste-tijdkiesconmando op de lijn 36. Het uitgangssignaal van de schakelaar k6 wordt via een lijn 5b toegevoerd aan een referentie- of vermenigvuldigende spanningsingang van de D/A-omzetter 36.

De D/A-omzetter 38 is direkfc gekoppeld met een steekproef- en 15 vasthoud-(S/H) keten 56 en een resistief sammeerpunt 58, en eveneens daaraan via de negatieve ingang van een versterker 60. De positieve ingang van de versterker 60 is geaard. De S/H-keten 56 is gekoppeld met het sammeerpunt 58 en reageert op een steekproef-1-puls (250 kHz) via een lijn 62. Het sommeerpunt ontvangt ook via een lijn 6b een V-ver-20 sehuivingsspanning. Het uitgangssignaal van het punt 58 wordt toegevoerd aan een operationele versterker 66, waarvan steekproeven worden genomen gedurende een kort interval (250 nanosec.) via een steekproef-2-puls op een lijn 68. De versterker 66 voedt een uitgangsintegrator 70, waarvan het uitgangssignaal overeenkomt met het uitgangssignaal 72 van 25 de interpolatieketen 10, d.w.z. met het videocorrectiesignaal, dat de ruimtelijke en schakeerfouteorrecties uitvoert. Het uitgangssignaal 72 wordt als een negatieve golfvorm naar het sommeerpunt 58 teruggevoerd.

In fig. 3A, 3B is de interpolator 10 volgens fig. 1 schematisch weergegeven, waarbij overeenkomstige onderdelen van dezelfde ver-30 wijzingen zijn voorzien. Zoals blijkt, stelt het blokschema volgens fig. 1 twaalf gelijke interpolatieketens, de rode, groene en blauwe, (R, G, B) interpolatieketens voor de correctie van samenvallings- of ruimtelijke fouten in de vertikale (V) en horizontale (H) afmetingen van een televisiebeeld en de RGB-interpolatieketens voor de correctie 35 van zwarte en witte schakeer fout en voor. De interpolatieketen 10 volgens fig. 1 is derhalve opgebouwd uit zes gelijke samenvallingsinter-polatieketens, n.1. RH-74, RV 76, GH 78, GY 80, BH 82 en BV 8^, en verder 8101775 - 6 - zes gelijke witte-schakerings (WS) en zwarte-schakerings (BS)-RGB inter-polatieketens, nl. RWS 86, RBS 88, GBS 90, GBS 92, BWS 9b en BBS 96, zoals door gestippelde rechthoeken in fig. 3A, 3B is aangegeven. Aangezien de twaalf ketens voor de twaalf kanalen identiek zijn met slechts 5 . verschillende ingangsinformatie- en uitgangscorrectiesignalen, zal hier ter vereenvoudiging slechts de groene (hoofd) horizontale ruimtelijke-foutinterpolatieketen 78 nader worden beschreven. Het samengestelde onderdrukkingssignaal op de lijn 95 voor de schakeringsinterpolatieke-tens verschaft het referentienivëau voor de zwart vergrendelingsscha-10 keling bij de latere videoverwerking.

Derhalve wordt in fig. 3A,3B tijdens een voorafgaande instel-modus gedurende welke de ruimtelijke en schakeer fout en worden gemeten, als uiteengezet in de bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage ... , onder gebruik van een matrix van 16 x 16 meetblokken (13 x 1¾ in het 15 actieve beeldgebied), de informatie op de informatielijn 20 uit het microprocessorbesturingsstelsel 18 via de informatiegrendelinrichting 31 toegevoerd aan de RAM 16 van het groene horizontale (GH)kanaal in responsie op een GH-commando op de daarnaar voerende, respectieve lijnen 33· Be RAM 16 wordt belast in responsie op de registratie-inscha-20 kei- en RAM-tijdsignalen en plaatkies (CS-1, CS-2) commando’s op de respectieve besturingslijnen 32. De fout informatie wordt als woorden van acht bits in de respectieve RAM-plaatjes opgeslagen en komt overeen met de correctie-informatie voor êên veld, voor êên buis, d.w.z. de groene buis in de GH-kanaalketen J8. Elk kanaal van de twaalf kanalen zamelt 25 derhalve 156 bytes van woorden van 8 bits van samenvallings- en schake-ringscorreetie-informatie op.

Derhalve ontvangt daarna bijvoorbeeld in de kamerabedrijfsmodus het V-interpolatorgedeelte (12'van fig. 1) twee stellen woorden uit de respectieve RAM 16. De twee stellen komen overeen met de gemeten fout-30 correctie-informatie, die indicatief is voor ruimtelijke H-fouten in het beeld, en welke overeenkomt met de opgeslagen correctie-informatie uit een correctiematrixrij, welke ligt boven de lijn, die op dit moment wordt gecorrigeerd, en de correct iematrixrij, welke ligt onder de lijn, welke wordt gecorrigeerd. Fig. 2 toont de lijn- en rijmatrix, waarin 35 zeventien aftastlijnen tussen opeenvolgende rijen van correctie-informa-tiepunten aanwezig zijn. Zoals blijkt, wordt een stelsel van 16 x 16 correctie-informatiepunten opgeslagen, doch slechts 13 x lU liggen binnen 81017 7 5 - 7 - het actieve videobeeld en worden derhalve in werkelijkheid gebruikt.

De woorden uit de twee stellen informatie worden doorschoten, waarbij het eerste woord van de bovenste rij, daarna het tweede woord van de bovenste rij het eerste woord van de onderste rij volgt, het tweede 5 woord van de onderste rij het tweede woord van de bovenste rij volgt, het derde woord van de bovenste rij het tweede woord van de onderste rij volgt, het derde voord van de onderste rij het derde woord van de bovenste rij volgt enz. via alle onderste en bovenste woorden langs een lijn van videosignalen, welke wordt afgetast. Het doorschietings-10 proces vindt plaats in de koppelketen 2h van fig. UA, UB via de tempeer-generatorketen 30, d.v.z. de H- en V-adresgeneratorteller 98, 100 en een grendelinriehting 102. Derhalve worden de twee stellen informatie uit de RAM 16 tezamen met de iï- en V-adressen via de muitiplexadres-lijnen 26, 28 afgenomen. Het V-adres uit de V-teller 100 wordt toege-15 voerd aan de optelinrichting 3^, die bij het V-adres een "1” of "0" optelt. Indien de optelinrichting 3^ een "O" optelt komt het V-adres-overeen met informatie uit een bovenste rij (d.w.z. de rij boven de lijn, welke wordt afgetast) en indien de optelinrichting een "1" optelt kamt het V-adres overeen met informatie uit een onderste rij (een rij 20 onder de lijn). Wanneer bijvoorbeeld een lijn tussen de rijen 5 en 6 wordt af getast, is, indien de optelinrichting 3¾ bij het V-adres een "0" optelt, de uitgangsinformatie de informatie, welke overeenkomt met de rij 5. Indien bij het V-adres een "0" wordt opgeteld, is de üit-gangsinformatie afkomstig uit de rij 6. De optelinrichting 3h wordt 25*'; bij de bovenste/onderste klokfrequentie van 250 kHz geklokt en telt derhalve afwisselend "0" gedurende 2 ^us en ”1” gedurende 2 ^us voor een totale periode van U yus op.

De H- en V-adressen worden toegevoerd via een adresmultiplex-inriehting 10k3 welke aan de adreslijnen 26, 28 is toegewezen zolang 30 de microprocessorbesturingsinrichting 18 geen uitlees- of registratie-werking bij de RAM 16 uitvoert. De H- en V-adressen, die overeenkomstig de informatiecorrectiepunten worden opgewekt, worden via de respectieve multiplexadreslijnen 26, 28 toegevoerd aan de adrespoorten van de respectieve RAM’s 16 van de twaalf (zes ruimtelijke en zes schakerings-) 35 interpolatieketens 7^ - 96. Het H-adres op de lijn 28 wordt geklokt met de H-lijnfrequentie, terwijl het V-adres op de lijn 26 wordt geklokt met de 17-lijnfrequentie, d.w.z. elke 17 aftastlijnen. De ïï- en V- 8101775

* V

- 8 - adressen leveren derhalve twaalf verschillende stellen informatier eeksen via de respectieve RAM's 16.

De informatie wordt derhalve op de eerder genoemde doorschoten wijze in elke RAM 16 benaderd, d.w.z., dat het adres van de optelinrich-5 ting afwisselend toegang verschaft tot informatie uit de bovenste en onderste rijen van informatie in de RAM’s. De doorschoten informatie wordt aan de D/A-omzetter 38 toegevoerd. De informatie wordt uitgelezen via plaatkiesinrichtingen CS1 en CS2, welke gelijktijdig "laag” worden bij de frequentie van 500 kHz bij alle RAM’s ΐβ. Derhalve treedt elke 10 2 ^us een ander woord aan de uitgang van de RAM op, overeenkomende met elke 2 ^us, dat de optelinrichting 3^ wisselt van het bovenste, onderste, bovenste, enz. adres. Elke informatie van 2 yns wordt derhalve aan de inwendig vergrendelde D/A-omzetter 38 toegevoerd.

De omzetter 38 ontvangt ook de V-trapspanning via de lijn 5^ 15- uit de hellinggeneratorschakeling van een koppelketen 2k9 voert de D/A-omzetting uit en vermenigvuldigt het resulterende analoge signaal met de V-trapspanning voor het verschaffen van een analoog uitgangssignaal, dat het produkt van het betreffende informatiewoord en de trapspanning is.

20 De trap spanning sgolfvorm bestaat uit een doorschoten paar spanningsniveaus, waarvan de waarde overeenkomt met de plaats van de lijn, welke wordt gecorrigeerd, ten opzichte van de correctierijen boven en onder de lijn. D.w.z., dat de trapspanning voorziet in een weegfactor, overeenkomende met de lijnpositie tussen de rijen, zoals uit de onder-25 staande tabel blijkt : regels/raster 525(NTSC) 625(PAL) V bovenste 2,5 [(17-L)/173 2,5 [(20-1)/20] V onderste ’ 2,5 (L/1ï) 2,5 (L/20) regels/rij 17 20 30 Er wordt op gewezen, dat de spanningen (gewichten van V bovenste plus V onderste tezamen precies gelijk zijn aan 2,5 V. Derhalve wisselt het paar analoge gewichten in inverse relatie in waarde wanneer de lijnen worden afgetast vanaf lijn nul-tot zestien lijnen tussen twee rijen van correctiepunten. Ter toelichting begint voor de rijen 3 en ^ het gewicht, 35 dat overeenkomt met de "bovenste” rij 3 bij 2,5 V wanneer de eerste af-tastlijn onder rij 3 wordt afgetast en neemt tot nul volt af bij het aftasten van zeventien lijnen onder rij 3. Het gewicht overeenkomende 8101775 — 9 * met de "onderste*1 rij 4 begint bij nul rolt voor de eerste affcastlijn onder rij 3 en neemt tot 2,5 V toe bij bet aftasten van de zeventien aftastlijnen. Derhalve is bijvoorbeeld het gewicht van de bovenste rij 3 iets minder en het gewicht van de onderste rij 4 iets meer wanneer 5 de aftastlijn 3 onder rij 3 wordt afgetast dan wanneer de aftastlijn 2 onder rij 3 wordt af getast. In wezen vervult de vermenigvuldiging en de daarop volgende optelling een interpolatie tussen de informatie op de rijen 3 en 4.

De trapspanning wordt opgewekt als een spanning met zeventien 10 trappen en. vel êên trap per televisielijn. Derhalve is de rasteraftasting in vertikale richting discreet en stapt ook het uitgangsprodukt via zeventien niveaus. De trapspanning wordt opgewekt door de hellingsgene-rator 42, die, zoals aangegeven in fig. 4b, is voorzien van een teller 106 en een D/A-amzetter 108. Deze laatste voedt de invertor 48 en der-15 halve het sommeerpunt 50, waar de verschuivingsspanning van 2,5 V via de lijn 52 bij het uitgangssignaal van de invertor 48 wordt opgeteld.

Het resulterende V-bovenste gewicht wordt toegevoegd aan de cammutatie-sehakelaar 46. Het uitgangssignaal van de D/A-omzetter 108 wordt ook direkt aan de schakelaar 46 toegevoerd als het V-onderste gewicht. Aan-20 gezien de D/A-108 met de lijnfrequentie registreert zijn de gewichten derhalve gedurende een gehele lijn constant en stappen deze bij het begin van de volgende lijn naar de volgende respectieve lagere en hogere spanning van de trapspanning. De schakelaar 46 tuimelt ook met dezelfde frequentie als de optelinrichting 34, d.w.z. met 250 kHz. Derhalve 25 wordt, wanneer de bovenste-rij-informatie aan de D/A-omzetter 38 wordt toegevoerd, het V-bovenste gewicht ook aan de vermenigvuldigende D/A 38 toegevoerd en daarmede vermenigvuldigd. Op een soortgelijke wijze wordt, wanneer de onderste-rij-informatie aan de D/A 38 met het V-onderste gewicht wordt toegevoerd, vermenigvuldigd. Derhalve is het 30 uitgangssignaal van D/A-omzetter' 38 ook een doorschoten reeks van spanningen, overeenkomende met het produkt van de gecommuteerde spannings-golfvorm en de voorafgaande, doorschoten reeks van informatie, als aangegeven door de volgende reeks : (V bovenste)x(woord 1 bovenste), (V onderste) X (woord 1 onderste), (V bovenste) X (woord 2 bovenste), 35 (V onderste) X (woord 2 onderste), enz. De reeks treedt op aan de uitgang van de D/A 38, d.w.z. de uitgang van de versterker 60.

Vervolgens worden de V-bovenste en V-onderste termen van de 81 01 775 - 10 - reeks in het sommeerpunt 58 hij elkaar opgeteld. Hiertoe loopt de steekproef -vast houdket en 58 de V-bovenste termen van de reeks achtereenvolgens na en houdt deze vast en wel zodanig, dat wanneer de respectieve V-onderste termen in het sommeerpunt 58 aankomen, de termen hij elkaar 5 worden geteld. Derhalve worden de V-hovenste termen gescheiden, met 2 ^us vertraagd en geschiedt de optelling elke 4 ^us voor het leveren van de volgende reeks : (V bovenste) X (woord 1 bovenste) + (V onderste) X (woord 1 onderste), (V bovenste) X (woord 2 bovenste) + (V onderste) X (woord 2 onderste), enz.

TO T is de reeks bestaande uit de gewogen som van de correctierij boven en de correctierij onder de lijn, welke wordt af getast en gecorrigeerd. De waarden van de gewiehten (overeenkomende met de bovenste en onderste spanningen) worden bepaald door de positie van de lijn, dietussen de bovenste en onderste correctierij en wordt gecorrigeerd.

15 De regels volgens welke de waarden van deze gewichten worden verschaft, zorgen ervoor, dat de volgorde tussen:de'Correctierijen lineair van êén correctierij naar de volgende varieert. Deze uiteindelijke reeks wordt uit de sectie in elk van de twaalf interpolatieketens 7¾ - 96 geleverd.

20 Op het moment, dat de sommering in het punt 58 plaats vindt, wordt de toestand van steekproef 2 (68) hoog teneinde aan de operationele versterker 66 een emitterstroom toe te voeren. Laatstgenoemde is een zeer snel werkende operationele steekproef- en vasthoudversterker, welke het signaal aan de ingang daarvan in minder dan 250 nanosec. ontvangt, 25 hetgeen de breedte van de puls 68, en het signaal gedurende de vereiste tijd van 4 ^us vasthoudt om het ingangssignaal voor de uitgangsintegra-tor 70 te verschaffen. De integrator 70 heeft een nauwkeurige tijdconstante, gelijk aan het correctie-interval, d.w.z. U ^us en integreert het binnenkomende signaal voor het leveren van het videocorreetiesignaal 30 aan de interpolatieketenuitgang 72. Het correctiesignaal wordt naar het sommeerpunt 58 teruggevoerd voor het leveren van een terugkoppelsignaal.

Derhalve is het uitgangssignaal van het sommeerpunt 58 het verschil tussen waar het signaalniveau na h ^us dient te zijn en waar het op dit moment ligt. Het is dit verschilsignaal, dat aan de integrator 70 35 wordt toegevoerd. In de operationele versterker 66 worden steekproeven van het signaal genomen, in de integrator 70 wordt het signaal geïntegreerd en het uitgangssignaal bij 72 wordt op de waarde gebracht waarop 8101775 -11.- het na U ^us dient te zijn.

Verschillende veerstanden in de keten dienen te zijn aangepast d.w.z., dat de veerstanden 110 en 112 "binnen 0,1# moeten worden aangepast can te beletten, dat een zaagiandcomponent bij het uitgangscorrec-5 tiesignaal wordt opgeteld.

De tempeergeneratorketen 30 ontvangt de verschillende synchronisatie-, terugstel- enz. kloksignalen uit het kamerast elsel bij SEC-registratie, 1 MHz, 15»62 KHz, 2 MHz, SEC-klok en V-aandrijving op de lijnen lik en 116 van fig. hA, kB, waardoor de verschillende component-10 regelingen worden verkregen en de SEC-adressen in synchronisatie met de kamerar aster aftasting worden verschaft. De keten 30 voorziet derhalve in een laag uitlees/registratiesignaal op de lijnen 32, welk signaal normaliter hoog is, vanneer een RAM de registratiefunctie vervult. Het . DAC-registratie-uitgangssignaal op de lijn 41 is het signaal, dat de 15 informatie-ingang met de D/A-cmzetter 38 vergrendelt, waardoor veranderende informatie aan de RAM-uitgang door de D/A 38 buiten beschouwing wordt gelaten, totdat een vergrendeling is gewenst, zoals bijvoorbeeld het geval is wanneer de informatie stabiel wordt. Het RAM-tijdsignaal op de lijnen 32 is in de gebruikte RAM nodig cm de werkzame periode te 20 bepalen. Het signaal 52 op de lijn 68 is het steekproefsignaal voor de steekproef- en vasthoudketen 66 van de eerste orde, d.w.z. de horizontale interpolator. Het signaal 51 op de lijn 62 is het steekproefsignaal, waarmede van de V-bovenste termen uit de reeks uitgangssignalen van de D/A-omzetter 38 steekproeven worden genomen. Het wachtsignaal op een 25 lijn 118 is een signaal, dat aan de microprocessorregelaar 18 wordt toegevoerd. De RAM’s in de interpolatieketen kunnen op bepaalde tijdstippen direkt door de microprocessorregelaar 18 worden geregistreerd of uitgelezen. De microprocessor voert echter een signaal van 2 MHz, dat uit faze kan zijn. Derhalve verschaft het wachtsignaal op de lijn 30 118 een direkte geheugentoegang met de juiste faze.

De plaatkies-CS-signalen treden op de besturingslijnen 32 via de HOF-poorten 120 op en voorzien in een middel om een bepaalde RAM van de twaalf kanalen te kiezen, waartoe de microprocessorregelaar 18 toegang dient te verschaffen. Een signaal op de ingang naar de CSBHJ-poort 35 120, aangegeven met ”500 KHz vertraagd met 1 MHz” treedt eveneens op een lijn 122 op, die in de hoge toestand daarvan aan alle plaatkiessig-nalen een lage toestand geeft, waardoor de twaalf RAM's worden inge 8101775 • s ' - 12 - schakeld om de respectieve verticale interpolatiesecties te lezen. Een decodeerinrichting 12U voert de ingangssignalen uit de regelaar 18 aan de poorten 120 toe.

Een reeks EN-poorten 126 voorziet in middelen om de respectieve 5 informatielijngrendelinrichtingen 31 in. elke van de twaalf interpola- tieketens 7^ - 96 via de daarnaar leidende lijnen 33 te regelen. De gren-delinriehtingen 31 zijn in paren gekoppeld en maken de uitlees- of registratiefunctie via de respectieve hesturingslijn mogelijk wanneer de logische toestand van de EN-poorten 126 hoog wordt. De decodeerinrich-10 ting -12¾ decodeert weer het adres van de geheugens in overeenstemming met de plaatkiessignalen op de lijnen 32.

8101775

Claims (14)

1. 3- * r* 13- r. i: Keten voor interpolatie tussen waarden uit twee rijen informa tie van informatiepunten met een bepaalde afstand tussen de rijen informatiepunten voor het bepalen van een interpolatie-uitgangssignaal gekenmerkt door organen voor het verschaffen van twee stellen informa-5 tiewoorden, overeenkomende met informatie uit de rijen van punten boven en onder een lijn daartussen, vermenigvuldigorganen voor het verschaffen van een gekozen reeks produktspanningen door een gekozen informatie-woord van een rij met een spanning, indicatief voor de positie van de lijn tussen de rijen te vermenigvuldigen, sammeerorganen om bepaalde 10 spanningen aan de produkt spanning sreeks toe te voegen voor het verschaffen van een uiteindelijke reeks vertikaal geïnterpoleerde spanningen, en horizontale interpolatie-organen voor het opwekken van een hellings-signaal tussen de uiteindelijke reeks van spanningen voor het bepalen van het interpolatie-uitgangssignaal.
2. 2. Keten volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de organen voor het verschaffen van twee stellen informatievoorden een gekozen stroom van bovenste en onderste informatiewoorden uit de bovenste en onderste rijen van informatiepunten verschaffen, de spanning, welke indicatief is voor de positie, wordt bepaald door een doorschoten combinatie van twee 20 spanningsniveaus, en de vermenigvuldigorganen zijn voorzien van een vermenigvuldigende D/Ar-cmzetter, die de gekozen reeks als een doorschoten reeks van de produktspanningen, gevormd uit de bovenste en onderste informatiewoorden en de twee spanningsniveaus, verschaft.
3. 3. Keten volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de sommeerorganen 25 zijn voorzien van een steekproef/vasthoudketen, die met de vermenigvuldigende D/A-omzetter is gekoppeld om bepaalde spanningen van de produkt-spanningen in de gekozen reeks te vertragen. h. Keten volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de sommeerorganen zijn voorzien van een punt voor het ontvangen van de gekozen en vertraag-30 de reeksen produktspanningen, een negatieve golfvorm van het interpolatie-uitgangssignaal, en een verschuivingsgelijkspanning, waarbij het sommeerpunt een verschilspanning levert, die indicatief is voor datgene, dat de momentane waarde van het interpolatie-uitgangssignaal dient te zijn.
4. 5. Keten volgens conclusie i)· gekenmerkt door integratie-organen, welke met het sommeerpunt zijn gekoppeld en een nauwkeurige tijdconstante 8101775 - 1U - hebben, die gelijk is aan de tijd tussen informatiepunten in de rijen.
5. 6. Keten volgens conclusie 5 gekenmerkt door geheugenorganen voor • het selectief opslaan van de informatiewoorden, waarbij vermenigvuldigende D/A-omz etter met de geheugenorganen is gekoppeld om de stroom 5 van informatiewoorden selectief af te nemen.
6. 7· Keten volgens conclusie 6. gekenmerkt door adresorganen, welke met de geheugenorganen samenwerken om de informatiewoordstroom respectievelijk als afwisselend de bovenste en onderste rijen van informatiepunten selectief te adresseren.
7. 8. Keten volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat het uitgangssig naal van de vermenigvuldigende D/A-cmzetter wordt.gegeven door de reeks: tv bovenste) "X (woord 2 bovenste), (V onderste) X (woord 2 onderste), enz., waarbij V de spanningen voorstelt, die indicatief zijn voor de lijnpositie. 15 9· Keten volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat in het sommeer- punt de uiteindelijke reeks wordt gegeven door (V bovenste) X (woord 1 onderste) + (V onderste) X (woord 1 onderste), (V bovenste) X (woord 2 bovenste) + (V onderste) X (woordt 2 onderste), enz.
8. 10. Keten voor het opwekken van een interpolatie-uitgangssignaal 20 door horizontale en vertikale interpolatie tussen informatie in informatiepunten van een tweedimensionaal stelsel, waarbij de informatiepunten zich in rijen uitstrekken en de interpolatie plaats vindt op lijnen, die zich binnen de rijen uitstrekken gekenmerkt door geheugenorganen voor het in responsie op een adres verschaffen van een gekozen stroom van 25 informatiewoorden, die de rijen van informatiepunten voorstellen, hel-lingsgeneratororganen voor het leveren van gewogen spanningen, die indicatief zijn voor de positie tussen twee rijen van de lijn waarbij de interpolatie plaats vindt, vermenigvuldigorganen voor het ontvangen van" de stroom van informatiewoorden en de gewogen spanningen en het opwekken 30 van een reeks analoge produktspanningen, sommeerorganen, die met de vermenigvuldigorganen zijn gekoppeld om gekozen produktspanningen op te tellen teneinde een uiteindelijke reeks van gewogen spanningen te bepalen, en organen, die met de sommeerorganen zijn gekoppeld om de gewogen spanningen geleidelijk te doen verlopen vanaf een waarde, waar de spanningen 35 liggen , tot een waarde, waar zij dienen te liggen, teneinde het interpolatie-uitgangssignaal te bepalen.
9. 11. Keten volgens conclusie 10 ten gebruike bij een foutcorrectie- 8101775 « 15 *· stelsel voor liet corrigeren yan ruimtelijke en schakeringsfouten in de luizen ran een kamera met een aantal kanalen gekenmerkt door een aantal interpolatieketens, die respectievelijk in de kanalen zijn opgesteld, een voor elke te corrigeren fout, en besturingsorganen, die met de in-5 terpolatieketens van elk kanaal zijn gekoppeld voor bet kiezen van de buis en de keten, overeenkomende met de fout, velke wordt gecorrigeerd, en bet leveren van de interpolatiecorreetie-uitgangssignalen aan de respectieve buis.
10. 12. Keten volgens conclusie 10 gekenmerkt door adresorganen om de 10 geheugenorganen via bet adres selectief te adresseren voor bet verschaffen van de stroom van informatieborden, waarbij de gewogen spanningen in synchronisms met de stroom van informatieborden worden geleverd.
11. 13. Keten volgens conclusie 12 met bet kenmerk, dat de multiplex-organen zijn voorzien van een vermenigvuldigende D/A-amzetter voor bet 15 vergrendelen van bet informatiebord, bet vermenigvuldigen van dit bord met de respectief gebgen spanning, en bet omzetten van bet produkt in de reeks van analoge produkt spanningen.
12. 14. Keten volgens conclusie 13 met bet kenmerk, dat de sommeer organen zijn voorzien van een steekproef/vasthoudketen om gekozen span- 20 ningen van de produkt spanningen te vertragen, een sommeerpunt, dat met de steekproef/vastboudketen is gekoppeld voor bet ontvangen van de vertraagde, en niet-vertraagde reeksen produktspanningen, een negatieve golf-vorm van bet interpolatie-uitgangssignaal, en een gekozen verscbuivings-gelijkspanning, waarbij bet sommeerpunt een verschilspanning levert, 25 die indicatief is voor datgene, dat de waarde van bet interpolatie-uitgangssignaal dient te zijn.
13. 15. Keten volgens conclusie 14 met bet kenmerk, dat de egalisatie-organen, die met de sommeerorganen zijn gekoppeld, zijn voorzien van steekproeforganen en integratie-organen, die met de steekproeforganen 30 zijn gekoppeld om bet interpolatie-uitgangssignaal geleidelijk te laten verlopen tot een waarde, velke overeenkomt met de daaraan aangelegde versehilspanning.
14. 16. Keten volgens conclusie 15 gekenmerkt door een koppelketen, welke de generat ororganen omvat en voorts is voorzien van tempeergene- 35 ratorketenorganen voor het opwekken van gekozen tempeer- en kloksignalen voor de ketencomponenten, en optel-/multiplexorganen, die integraal met de adresorganen zijn voor het verschaffen van adressen, die de bovenste 8101775 V V· - 16 « en onderste informatiewoorden van de rijen ran informatiepunten onderscheiden. * 8101775