NL8200234A - Afregelsysteem voor een televisiekamera. - Google Patents

Afregelsysteem voor een televisiekamera. Download PDF

Info

Publication number
NL8200234A
NL8200234A NL8200234A NL8200234A NL8200234A NL 8200234 A NL8200234 A NL 8200234A NL 8200234 A NL8200234 A NL 8200234A NL 8200234 A NL8200234 A NL 8200234A NL 8200234 A NL8200234 A NL 8200234A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
circuit
input
correction
output
Prior art date
Application number
NL8200234A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8200234A priority Critical patent/NL8200234A/nl
Priority to US06/456,942 priority patent/US4535351A/en
Priority to JP58005986A priority patent/JPS58131867A/ja
Priority to EP83200074A priority patent/EP0084908B1/en
Priority to DE8383200074T priority patent/DE3360478D1/de
Publication of NL8200234A publication Critical patent/NL8200234A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N23/00Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
    • H04N23/10Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from different wavelengths

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Processing Of Color Television Signals (AREA)
  • Color Television Image Signal Generators (AREA)
  • Picture Signal Circuits (AREA)

Description

1.. * PHN 10.247 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Afrregelsysteem voor een televisiekairera.
De uitvinding heeft betrekking qp een afregelsysteem voor een televis iekamera, walk systeem is uitgevoerd met een, een televisie-op-neeminrichting anvattende signaalbron voor het leveren van ten minste êên videosignaal, met een signaalverwerkingsschakeling en met een hierop 5 volgende digitale foutmeetschakeling voor het in samenwerking met een microcomputer bepalen van foutwaarden tussen de gemiddelde waarde van een er aan toegevoerd signaal genomen over onderscheiden deelgebieden van een televisiebeeld en een referentiewaarde, waarbij de microcomputer is voorzien van ten minste één digitaal geheugen dat is uitge-10 voerd met aparte geheugenplaatsen voor opslag van met minimale foutwaarden korresponderende digitale korréktiewaarden behorend bij de deelgebieden, en met een signaalkorrèktieschakeling voor het onder toevoer van de digitale korrektiewaarden uitvoeren van een signaalkor-rektie leidend tot een per deelgebied gékorrigeerd videosignaal.
15 Een dergelijk kamera-afregelsysteem is beschreven in het
Amerikaanse octrooischrift 4 285 004. Er is aangegeven dat bij de voor kleurentelevisie geschikte kamera die is voorzien van een opneemin-richting voor het leveren van drie kleurs ignalen, korrekties worden uitgevoerd voor het verkrijgen van een goede dekking van de drie kleur-20 beelden bij weergave en tegen nuanceringsfouten bij zwartniveau en topwit-waarde. Verder kunnen een gairmakorrektie en focuskorrektie worden uitgevoerd. Afhankelijk van de soort van de korrektie geeft de signaal-korrektieschakeling het korrektiesignaal af aan de opneeminrichting (voor aftast- en focuskorrektie) of aan een videosignaalverwerkings-25 schakeling (voor nuancerings- en ganmakorrektie). Voor het verkrijgen van de van verschillende soort zijnde korrekties ignalen is de foutmeetschakeling uitgevoerd met evenzoveel foutmeetkanalen en een re-ferentiekanaal, aan welke foutmeetkanalen, via een omschakelaar naar keuze êên van de drie kleursignalen wordt toegevoerd.
30 De uitvinding beoogt de verwezenlijking van een televisie- kamera-afregelsysteem waarbij korrekties van verschillende soort . met zo min mogelijk schakelingsonderdelen kunnen worden verkregen.
8200234 EHN 10.247 2
, t V
Een af regelsysteem volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, . dat de aan de digitale foutmeetschakeling voorafgaande signaalverwer-kingsschakeling is uitgevoerd net verscheidene parallelkanalen die elk een verschillende, analoge signaaloverdrachtskarakteristiek hebben, 5 welke parallelkanalen via een anschakelaar naar keuze aansluitbaar zijn op de digitale foutmeetschakeling die is uitgevoerd met een voor de parallelkanalen gemeenschappelijk digitaal foutmeetkanaal.
De uitvinding berust op het inzicht dat voor het verkrijgen van de eenvoudigste uitvoering van het afregelsysteem werkzaam met 10 de genoemde deelgebieden, het het gunstigst is de digitale foutmeet-schakeling met een enkel, gemeenschappelijk digitaal foutmeetkanaal uit te voeren en hiervoor het te meten signaal zodanig op analoge wijze in het desbetreffende parallelkanaal te vervormen dat de gemeten foutwaarde karakteristiek is voor de soort van de uit te 15 voeren korrektie.
Een afregelsysteem volgens de uitvinding geschikt voor een kleurentelevisiekamera, waarbij de afregeling betrekking heeft op een rasterdekkingskorrektie bij televisielijnenrasters, tussen een met een referentiesignaal korresponderend referentieraster en een 20 met een kameravideosignaal korresponderend raster, waartoe een verschil-signaal tussen referentiesignaal en videosignaal tot een minimum wordt af geregeld, vertoont het kenmerk, dat het hiertoe geschikte parallelkanaal in de s ignaalverwerkingsschakeling een overdrachtskarakteristiek heeft die is bepaald door een s ignaaldifferentieerschakeling die via een 25 er in aanwezige schakelaar is ingeschakeld tijdens lijnaftasttijdsduren en is uitgeschakeld tijdens lijnanderdrukkingstijdsduren, en door een hierop volgende gelijkrichtschakeling.
Een verdere, praktische uitvoering vertoont hierbij het kenmerk, dat de tijdkonstante van de signaaldifferentieerschakeling ligt 30 In de grootte orde van enkele lijnperioden.
Voor het uitvoeren van een verdere korrektie vertoont een afregelsysteem volgens de uitvinding het kenmerk, dat voor het uit-voeren van een focuskorrektie het hiertoe geschikte parallelkanaal in de signaalverwerkingsschakeling een overdrachtskarakteristiek heeft 35 die is bepaald door een hoogdoorlaatfilter en door een hierop volgende gelijkrichtschakeling.
Een verdere, praktische uitvoering vertoont hierbij het ken- 8200234 Γ I «Γ -ί ΕΗΝ 10.247 3 merk, dat het hoogdoorlaatfilter een 12 dB-per-octaaf-filterkarakteris- . tiek heeft.
Voor het uitvoeren van een andere korrektie vertoont een af-regelsysteem volgens de uitvinding, geschikt voor een kleurentelevisie-g kamera, het kenmerk, dat ter verkrijging van een minimale aanwezigheid van een kleurhulpdraaggolf in een helderheidssignaal het voor een meting hiervan geschikte parallelkanaal in de signaalverwerkingsschake-ling een overdrachtskarakteristiek heeft die is bepaald door een op de kleurhulpdraaggolffrekwentie afgestemd banddoorlaatfilter en door 10 een hierop volgende gelijkrichtschakeling.
Voor het verkrijgen van een zneetinfornatievergroting vertoont een af regelsysteem volgens de uitvinding verder het kenmerk, dat de genoemde geli jkrichtschakeling een dubbelzijdige gelijkrichtschake-ling is.
15 Voor het uitvoeren van nog een andere korrektie vertoont een af regelsysteem volgens de uitvinding het kenmerk, dat voor het uitvoeren van een meting bij een te selekteren videos ignaalniveau het hiertoe geschikte parallelkanaal in de signaalverwerkingsschake-ling een overdrachtskarakteristiek heeft die is bepaald door een 20 drempel-begrenzerschakeling.
Een verdere uitvoering vertoont hierbij het kenmerk, dat de drempel-begrenzerschakeling is uitgevoerd met een pulsgenerator voorzien van een ingang voor toevoer van het te meten videosignaal en van een uitgang voor afgifte van pulsen wanneer de momentele video-25 signaalwaarde een bepaalde afwijking heeft van het geselekteerde niveau, welke uitgang is verbonden met een ingang van een optelschake-ling voorzien van een andere ingang voor toevoer van het videosignaal en van een uitgang die is gelegd aan een ingang van een enkelzijdige gelijkrichtschakeling waarvan de uitgang met onderdrukt videosignaal 30 tijdens de pulsen is verbonden met het digitale foutmeetkanaal.
Een nog verdere uitvoering vertoont het kenmerk, dat de pulsgenerator is uitgevoerd met twee spanningsvergelijkschakelingen die elk zijn voorzien van een eerste en een tweede uitgang, van een eerste en een tweede ingang voor toevoer van twee te vergelijken span-35 ningen en van een derde en een vierde ingang voor toevoer er aan van de spanningsvergelijkschakelingen tussen eerste en tweede ingangen en de eerste respektievelijk tweede uitgang blokkerende spanningen, 8200234
4 V
EHN 10.247 4 waarbij van elke spanningsvergelijkschakeling een eerste respektievelijk twaede ingang met de genoemde Ingang van de pulsgenerator en de resterende ingangen met de mikrocarputer zijn gekoppeld en de uitgangen —en van de spanningsvergelijkschakeling/via per spanningsvergelijkschake-5 ling apart voorgespannen dioden met elkaar zijn gekoppeld en via een verdere diode aanwezig in de optelschakeling met de ingang van de ge-lijkrichtschakeling zijn gekoppeld.
De uitvinding zal aan de hand van de bijgaande tekening als voorbeeld van een televisiekamera-afregelsysteem volgens de uitvinding, 10 nader worden toegelicht.
In de tekening is een videosignaalbron met VSS aangeduid.
De videosignaalbron VSS bevat een niet-getékende televisie-opneem-inrichting die geschikt is voor zwart-^wit televisie of kleurentelevisie. Onder de toevoer van een samengesteld synchroniseersignaal SS1 aan een 15 ingangsklem IT van de bron VSS levert deze éêiof meer videosignalen bestemd voor beeldweergave waarvan één met VS1 is aangeduid. Het videosignaal VS1 bestemd voor beeldweergave wordt toegevoerd aan een analoge signaalverwerkingsschakeling ABC waarvan een uitgang met een uitgangs-klem ΟΓ is verbonden. Aan de bron VSS en de schakeling APC warden res-20 pektieve korrektiesignalen CS1 en CS2 toegevoerd vanuit een signaal-korrektieschakeling CC. Het korrektiesignaal CS1 geeft bijvoorbeeld bij een kleurentelevisie-opneeminrichting een rasterdekkingskorrektie. Bij zwart-wit en kleurentelevisie zou het korrektisignaal CS1 een optische of elektronische focuskorrektie bij de opneeminrichting aan-25 wezig in de bron VSS kunnen geven. Het korrektiesignaal CS2 kan bijvoorbeeld een nuanceringskorrektie of een ganmakorrektie bij zwart-wit of kleurentelevisie of een kleurhulpdraaggolfonderdrukking in een hel-derheidssignaal bij kleurentelevisie geven. In eerste instantie wordt in het midden gelaten welke soort van korrektie bij de videosignaal-30 bron VSS en/of de analoge videosignaalverwerkingsschakeling ABC wordt uitgevoerd. Gesteld wordt dat na een optimale kamera-af regeling de schakeling ABC aan de uitgangsklem OT een videosignaal voor optimale beeldweergave afgeeft.
Voor de afgifte van de korrekties ignalen CS1 en GS2 is de 35 korréktieschakeling CC aangesloten op een informatiebusverbinding DB die is uitgevoerd met bijvoorbeeld 16 leidingen. Op de informatie-tusverbinding DB zijn aangesloten een microcomputer ^uC, een register HEG en een digitale signaalverwerkingsschakeling DBC, waarbij verdere 8200234 #, Si ÏHN 10.247 5 aangesloten kcmponenten niet zijn getekend. Bij de microcomputer ^uC is aangegeven dat daarin een tijdsignaalgenerator TG1 en een geheugen M roet aparte geheugenplaatsen m aanwezig zijn. Bij de schakeling DPC is aangegeven dat een signaalingang is verbonden met een uitgang van een 5 analoog-digitaalamzetter A/D, een stuur ingang is verbonden met een uitgang van een tijdsignaalgenerator TG2 en een vrij geef ingang is verbonden met een uitgang van het register EEG. Een klokpulsingang van de omzetter A/D ligt aan een uitgang van de tijdsignaalgenerator TG2f< waarbij een signaalingang van de omzetter A/D is verbonden met een uitgangsklem W QET van een verder te beschrijven signaalverwerkingsschakeling volgens de uitvinding PC die is voorzien van een ingangsklem IET die is verbonden met een, een signaal VS2 voerende uitgang van de signaalbron VSS.
Voor synchroniseerdoeleinden wordt vanuit de bron VSS een synchroni-seersignaal SS2 aan de tijdsignaalgenerator TG2 toegevoerd, die yer-15 der een lijncnderdrukkingssignaal HBS en bij kleurentelevisie een kleurhulpdraaggolfsalvopoortsignaal BGS, buiten rasteronderdrukkings-tijdsduren, af geeft. De analoog-digitaalcmzetter A/D en de digitale signaalverwerkingsschakeling DEC vormen een digitaal foutmeetkanaal EMC dat in samenwerking met de microcomputer ,uC er voor zorgt dat / 20 signaalkorrektieschakeling CC de juiste korrektie-informatie bekomt, via een foutmeetschakeling (A/D, DEC, TG2, EEG). Hierbij zijn na een afregeling in de aparte geheugenplaatsen m van het. digitale geheugen M korrektiewaarden opgeslagen, elk behorend bij een korresponderend deelgebied van een televisiebeeld. Voor elke kcrrektiesoort kan bij 25 de beschreven qpbouw een geheugen M aanwezig zijn in de microcomputer ^,uC. Voor een gedetailleerde, mogelijke uitvoering van de schakeling DEC en een beschrijving van de werking in samenhang met de microcomputer yUC wordt verwezen naar de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage no. 8 105 800 (EHN 10.218), waarbij voor een mogelijke uit-30 voering van een optimaal lineair werkzame analoog-digitaalcmzetter A/D wordt verwezen naar de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage no. 8 105 254 (PHN 10.199).
Voor de onderhavige uitvinding is de gedetailleerde uitvoering van het foutmeetkanaal EMC en de samenwerking met de microcom-35 puter ^uC van ondergeschikt belang. Essentieel is dat er een enkel digitaal foutmeetkanaal EMC is dat is aangesloten op de uitgangs-klesn OET van de signaalverwerkingsschakeling PC volgens de uitvinding.
8200234 I « PHN 10.247 6
De schakeling PC krijgt aan de ingangsklem ΙΡΓ het signaal VS2 toegevoerd. Het signaal VS2 kan een videosignaal zijn bij zwartwit televisie of kleurentelevisie. Bij kleurentelevisie kan het signaal VS2 een enkel kleursignaal of een helderheidssignaal zijn, of een ver-g schilsignaal tussen twee kleursignalen. De keuze van de soort van het signaal VS2 hangt af van de soort van de bij de afregeling uit te voeren korrektie. Volgens een aspekt van de uitvinding is de schakeling PC uitgevoerd met een aantal te kiezen parallelkanalen die met PC1, PC2, PC3, PC4 en PC5 zijn aangeduid, waarbij de kanaalkeuze met een speci-10 fieke, analoge overdrachtskarakteristiek en de signaalsoortkeuze van het signaal VS2 samenhangen. Op de aparte kanalen PC3, PC4 en PC5 volgt een gemeenschappelijk kanaal PC 345. Vooruitlopend op de gedetailleerde beschrijving van de te kiezen parallelkanalen PC1 tot en met PC5 met elk een specifieke, analoge overdrachtskarakteristiek wordt ver-15 meld dat bij een gekozen kanaal PCI, PC2, PC3 of PC5 het signaal VS2 een videosignaal is variërend tussen bijvoorbeeld zwartniveau en tqpwitwaarde. Hierbij is bij gekozen kanaal PC5 het videosignaal VS2 een helderheidssignaal bij kleurentelevisie, daar via dit kanaal een kleurhulpdraaggolfmeting wordt uitgevoerd. Via het kanaal PC3 zal blijken 20 een focuskorrektie bij zwart-wit of kleurentelevisie te kunnen worden uitgevoerd, waarbij via het kanaal PC2 het videosignaal seléktief kan worden gemeten boven, onder en tussen instelbare drempelwaarden voor het uitvoeren van een gamma- of nuanceringskorrektie en via het kanaal PC1 de gemiddelde videosignaalwaarde kan worden gemeten voor het uit-25 voeren van bijvoorbeeld een nuanceringskorrektie. Bij gekozen kanaal PC4 wordt het verschilsignaal tussen twee kleursignalen of tussen een kleursignaal en een referentiesignaal geneten voor het uitvoeren van een rasterdekkingskorréktie.
In de signaalverwerkingsschakeling PC gaat aan de parallel-30 kanalen PC1 tot en met PC5 een gemeenschappelijk deel vooraf waarin verschilversterkers A1, A2 en A3 voorkomen. De ingangsklem ΙΡΓ is via een weerstand R1 verbonden met de (+) ingang van de versterker A1. De uitgang van de versterker A1 ligt via een weerstand R2 aan de (-) ingang er van en via een weerstand R3 aan de (-) ingang van de ver-35 sterker Δ2, waarvan de (+) ingang via een weerstand R4 met massa is verkonden. De uitgang van de versterker A2 ligt via een weerstand R5 aan de (-) ingang er van en is via een weerstand R6 verbonden met een 8200234
' · - V
PHN 10.247 7 schakelaar SC1. De schakelaar SC1 is, evenals andere schakelaars, voor de eenvoud als een mechanische schakelaar getekend, maar is een elektronische schakelaar. Aan de schakelaar SC1 wordt voor een periodiek schakelen een schakelsignaal toegevoerd, zoals bijvoorbeeld het buiten 5 rasteronderdrukkingstijdsduren optredende kleurhulpdraaggolfsalvo-poortsignaal BGS bij kleurentelevisie. In plaats van het signaal BGS kan een ander lijnperiodiek, pulsvormig schakelsignaal worden gebruikt met schakelpulsen op de televisie achterstoep in lijnonderdrukkings-tijdsduren. Via de schakelaar SC1 wordt de weerstand R6 lijnperiodiek, 10 tijdens (een deel van) de achterstoep in lijnonderdrukkingstijdsduren, verbonden met een kien van een kondensator C1 die met een andere klem aan massa is gelegd. De spanningvoerende klem van de kondensator C1 ligt aan de (+) ingang van de versterker A3, waarvan de (-) ingang via een kondensator C2 met de uitgang er van is verbonden. De uitgang 15 van de versterker A3 is via een weerstand R7 verbonden met de (-) ingang van de versterker A2. Het aan de parallelkanalen FC1 tot en net PC5 voorafgaande gemeenschappelijke deel van de signaalverwerkingsschakeling PC is aldus uitgevoerd met een hoge-ingangsimpedantie-spanningsvolger (A1, R2) en een lijnperiodiek werkzame, gesleutelde en teruggekoppelde 20 signaalklemschakeling waarin onder andere de versterkers A2 en A3, de kondensatoren C1 en C2 en de schakelaar SC1 voorkanen. De versterker A2 geeft hierbij een signaal VS3 af waarvan een mogelijk verloop in de tekening als funktie van de tijd is getekend. Het signaal VS3 is getekend als een videosignaal dat een lineair, in negatieve richting 25 gaand verloop heeft tijdens een lijnaftastduur tussen tijdstippen t1 en t4, waarbij in een voorafgaande en volgende lijnonderdrukkings- duur een op de massapotentiaal van 0V liggend zwartniveau voorkomt. t4
Op het tijdstip^Ls bijvoorbeeld de topwitwaarde aanwezig waarbij met t2 en t3 voorafgaande tijdstippen met minder negatieve signaalwaarden 30 -DC1 en -DC2 zijn aangeduid.
De uitgang van de versterker A2 is aangesloten op de parallelkanalen PC1 tot en met PC5. Van deze parallelkanalen kan steeds één warden aangesloten (¾) het foutmeetkanaal EMC, via schakelaar S1, S2 of S345 met daarbij êên van verdere schakelaars S3, S4 en S5.
35 Aangegeven is dat de schakelaars S1, S2 en S345, met S3, S4 en S5 die tezamen een cmschakelaar (S1, S2, S345, S3, S4, S5) vormen,, worden bediend vanuit het register EEG, onder karmando van de microcomputer ^uC.
8200234 PHN 10.247 8
Verder is het register EEG voorzien van uitgangen die zijn verbonden met ingangen van een spanningsbron UV die zal blijken deel uit te maken van het parallelkanaal PC2.
Aansluitingen van de schakelaars SI, S2 en S345 zijn met 5 elkaar verbonden en zijn via een weerstand R8 aan de (+) ingang van een verschilversterker A4 gelegd. De uitgang van de versterker A4 ligt via een weerstand R9 respektievelijk R10 aan de (-) ingang er van res-pektievelijk aan de uitgangsklem OFT van de signaalverwerkingsschake-ling PC, die aldus een gemeenschappelijke hoge-impedantie-spannings-10 volger (A4, R9) bij de uitgang heeft.
Voor het in de tekening als voorbeeld doorverbonden parallelkanaal FC1 geldt dat de (-) ingang van een er in aanwezige verschilversterker A5 via een weerstand R11 met de uitgang van de versterker A2 is verbonden. De (+) ingang van de versterker A5 ligt via een weerstand 15 R12 aan massa en de uitgang ervan is via een weerstand R13 teruggekoppeld naar de (-) ingang. De uitgang van de versterker A5 is via de gesloten schakelaar S1 en de weerstand R8 verbanden met de (+) ingang van de spanningsvolger (A4, R9). Door de beschreven opbouw van het parallelkanaal FC1 heeft deze een signaalinverterende, lineaire over-2o drachtskarakteristiek, zodat het er aan toegevoerde signaal VS3 geïnverteerd en eventueel versterkt, maar verder o vervormd, ter beschikking kamt aan de uitgangsklem ΟΡΓ. Bij een uitvoering van de digitale signaalverwerkingsschakeling DFC volgens de genoemde octrooiaanvrage wordt van het (geïnverteerde) videosignaal VS3 de gemiddelde waarde 2j gemeten en wel steeds over zeven lijndelen van de lijnaftasttijdsduren, gedurende een aantal er van. Hierdoor wordt een televisiebeeld verdeeld in rijen van zeven deelgebieden en in elk er van wordt de gemiddelde waarde van het plaatselijke videosignaal gemeten. Een vergelijking met een referentiewaarde en een wegregeling van het verschil mat 30 behulp van korrektiewaardenin de signaalkorrektieschakeling CC (signaal CS2) volgt. Wanneer het toegevoerde videosignaal VS3 behoort bij een gelijkmatig belichte tele vis ie-opneeminr ichting in de signaalbron VSS wordt bij de afregeling via het parallelkanaal FC1 een nuanceringskorrektie verkregen. Hierbij worden in de geheugen-35 plaatsen m van het geheugen M of in een korresponderend geheugen in de schakeling CC korrektiewaarden opgeslagen die bij de gelijkmatige belichting geven dat het signaal VS3 een konstante waarde heeft 8200234 EHN 10.247 9 gedurende lijnaftasttijdsduren.
Bij het parallelkanaal PC2 is aangegeven dat dit onder de toevoer van bijvoorbeeld het getekende signaal VS3 een hier uit afgeleid signaal VS4 af geeft aan de schakelaar S2. üit het getekende sig-5 naai VS4 blijkt dat in het parallelkanaal PC2 een drempel-begrenzer-schakeling aanwezig is. Een vergelijking van de signalen VS3 en VS4 geeft dat tussen twee drempelwaarden -DC1 en -DC2 het parallelkanaal PC2 het toegevoerde signaal doorlaat en bij minder negatieve waarden (voor het tijdstip t2) en bij meer negatieve waarden (na het tijdstip t3) 10 gedurende de lijnaftastduur tussen de tijdstippen t1 en t4 geblokkeerd is. Het resultaat is dat de videosignaalbijdrage in de gemiddelde waarde-meting in het foutmeetkanaal EMC alleen gebeurt bij videosignaalwaarden gelegen tussen de waarden -DC1 en -DC2. Indien de genoemde referentiewaarde korrespondeert. met een bepaalde, gewenst gamma van het video-15 signaal VS3, is het resultaat dat door het wegregelen van het verschil hiermee (korrèktiesignaal CS2) bij de af regeling het gewenste gamma wordt bereikt. Verlegging van de drempelwaarden -DC1 en -DC2 en/of verandering van het verschil er tussen geeft dat de korrektie kan worden uitgevoerd rondcm elk videosignaalniveau, in een gewenste sig-20 naalband.
In de tekening is een mogelijke uitvoering gegeven van het parallelkanaal PC2 met de overdrachtskarakteristièk die is bepaald door de drempel-begrenzerschakeling. in de gegeven uitvoering kunnen behalve de beschreven drempel-begrenzerschakeling werkzaam tussen 25 de waarden -DC1 en -DC2, verder worden onderscheiden, twee drerrpel-be- grenzerschakelingen werkzaam tussen de massapotentiaal van OV en de een waarde -DC1 respektievelijk -DC2 en^drenpelschakeling· werkzaam met negatievere waarden dan de waarde -DC2. Hierbij wordt gesteld dat een begrensd zijnde topwitwaarde (tijdstip t4) wordt aangeboden.
30 In het parallelkanaal PC2 wordt het van de versterker A2 afkcmstige videosignaal V53 via een weerstand R14 toegevoerd aan een ingang T6 van een spanningsvergelijker VC1 en een ingang T3 van een spanningsvergelijker VC2. Van de spanningsvergelijker VC1 is een andere ingang T7 met een uitgang van de spanningsbron UV verbonden die een 35 instelbare gelijkspanning -DC1 (de eerder bij het signaal VS3 genoemde drempelwaarde) af geeft. Evenzo is van de spanningsvergelijker VC2 een andere ingang T2 met een, de instelbare gelijkspanning -DC2 voerende uit- 8200234 EHN 10.247 10 gang van de spanningsbron UV verbonden. De spanningsvergelijkers VC1 en VC2 hebben elk twee inverse uitgangen die met T9 en T10 respektieve-lijk T11 en T12 zijn aangeduid. Hierbij wordt gesteld dat een minder negatieve spanning op de ingang T3 dan op de ingang T2, dat wil zeggen 5 de spanning op de ingang T3 is positief ten opzichte van die pp de ingang T2, de uitgang T9 een met een logische 1 korresponderende hoge positieve spanning voert en de uitgang T10 een met de logische 0 korresponderende lage positieve spanning voert. De ingangen T6 en T7 van de spanningsvergelijker VC1 korresponderen met de respektieve in-10 gangen T2 en T3 van de vergélijker VC2, de uitgangen T11 en T12 kor-responderen evenzo met de uitgangen T9 en T10. Anders gezegd, dè variërende spanning tussen de ingangen T2 en T3 respektievelijk T6 en T7 komt geïnverteerd als een konstante spanning voor tussen de uitgangen T9 en T10 respektievelijk T11 en T12.
15 De uitgang T9, T10, T11 respektievelijk T12 is gelegd aan een ingang van een ΝΙΕΓ-ΕΝ poort G1, G2, G3 respektievelijk G4. Een andere ingang van elke poort G1, G2, G3 en G4 is aangesloten op een andere uitgang van de spanningsbron UV. De spanningsvergelijker VC1 en de poorten G3 ' en G4 " vormen een spanningsvergelijkschakeling (VC1, 20 G3, G4) waarbij de met de spanningsbron UV verbonden ingangen van de poorten G3 en G4 ingangen T5 en T8 vormen van deze spanningsvergelijkschakeling. Hetzelfde geldt voor een spanningsvergelijkschakeling (VC2, G1, G2) met ingangen T1 en T4 die met de poorten G1 en G2 zijn verbonden. De spanningsvergelijkschakelingen (VC2, G1, G2) en (VC1, 25 G3, G4) die elk twee, met de er in aanwezige poorten verbonden uitgangen T13 en T14 respektievelijk T15 en T16 hebben zijn als geïntegreerd circuit verkrijgbaar onder de aanduiding NE 529N van Signetics.
De spanningsbron UV geeft aan de ingangen T1, T4, T5 en T8, onder kcramando van informatie afkomstig van het register PEG dus 30 van de microcomputer ^uC, koiibinaties van een met een logische 1 korresponderende hoge positieve spanning en een met een logische 0 korresponderende lage positieve spanning. De bepaalde kanbinatie legt, zoals uit het vervolg zal blijken, in samenhang met de drempelspanningswaarden HDC1 op de ingang T7 en -DC2 op de ingang T2, vast welke gedeelten 35 van het aan de ingangen T3 en T6 toegevoerde videosignaal VS3 worden geselekteerd of onderdrukt in de drempel-begrenzerschakeling aanwezig in het parallelkanaal FC2. Hierbij geeft de toevoer van een logische 0 8200234 • a --., PHN 10.247 11 aan een poort G1, G2, G3 of G4 via respektievelijk de ingang T1, T4, T5 of T8 dat de weg van de spanningsvergelijkeringangen naar de respek-tieve uitgang T13, T14, T15 of T16 geblokkeerd wordt.
De uitgang T13 respektievelijk T14 van de schakeling (VC2, G1, 5 G2) ligt aan een kathode van een diode D1 respektievelijk D2, waarvan de anoden in een verbindingspunt T17 met elkaar zijn verbonden en via een weerstand R15 aan een, een spanning +U voerende kien zijn gelegd. De kien met de spanning -KJ maakt deel uit van een niet-getekende spanningsbron waarvan een andere kien aan massa ligt. De uitgang T15 10 respektievelijk T16 van de vergelijkschakeling (VC1, G3, G4) ligt aan een kathode van een diode D3 respektievelijk D4, waarvan de anoden in een verbindingspunt T18 met elkaar zijn verbonden en via een weerstand R16 aan een, de spanning -KJ voerende klem zijn gelegd. De anoden van de dioden D1 en D2 respektievelijk D3 en D4 liggen aan een anode 15 van een diode D5 respektievelijk D6 waarvan de kathoden in een verbindingspunt T19 met elkaar zijn verbonden. De dioden D1, D2 en D5 zijn via de veerstand R15 voorgespannen, waarbij de dioden D3, D4 en D6 via de weerstand R16 zijn voorgespannen. Bij het verbindingspunt T19 van de dioden D5 en D6 is een signaal PS als funktie van 20 de tijd getékend zoals dat behoort bij het eerder beschreven signaal VS4. Het signaal ES is een pulsvormig signaal dat onder de toevoer van het videosignaal VS3 als uitgangssignaal wordt geleverd door een pulsgenerator (DVj. VC2, G1, G2, D1, D2, R15, D5; VC1, G3, G4, D3, D4, R16, D6) of kortweg pulsgenerator PG.
25 Het, de uitgang van de pulsgenerator PG vormende verbindings punt T19 van de dioden D5 en D6 is verbonden met de anode van een diode D7. De kathode van de diode D7 is aangesloten op een weerstand R17 en op een (-) ingang van een verschilversterker A6. De weerstand R17 ligt met een andere aansluiting aan een spoel L1 waarvan een 30 verdere aansluiting via een weerstand R18 met de uitgang van de versterker A2 is verbonden. Een middenaftakking van de spoel L1 ligt via een kondensator C3 aan massa. De diode D7 en de weerstand R17 vormen een optelschakeling (D7, R17) waaraan het videosignaal VS3 via een vertragingsschakeling (L1, C3, R18) wordt toegevoerd. De vertragings-35 schakeling (L1, C3, R18) dient ter kcmpensatie van bij het pulsvormige signaal PS optredende vertragingen ten opzichte van het videosignaal VS3. Deze vertraging is bij de aangegeven tijdstippen t1, t2, t3 en 8200234 » - fc PHN 10.247 12 t4 voor de eenvoud verwaarloosd.
De optelschakeling (D7, R17) heeft de uitgang gelegd aan de (-) ingang van de versterker A6. De (+) ingang van de versterker A6 ligt via een weerstand R19 aan massa/ waarbij de versterkeruitgang 5 via een diode D8 is verbonden met het verbindingspunt van een naar massa voerende weerstand R20 en een naar de (-) versterker ingang voerende weerstand R21. Het genoemde verbindingspunt ligt aan de aansluiting van de schakelaar S2.
De versterker A6, de diode D8 en de weerstanden R19, R20 en 10 R21 vormen een enkelzijdige gelijkrichtschakeling (A6, D8, R19/ R20, R21) daar alleen negatieve spanningen aan de (-) versterkeringang leiden tot een positieve spanning aan de kathode van de diode D8.
Bij een positieve spanning aan de {-) ingang van de versterker A6 geeft deze een negatieve versterkeruitgangsspanning waarbij de diode D8 ge-15 sperd is en de kathode er van de massapotentiaal van 0V afgeeft.
De gelijkrichtschakeling (A6f D8, R19/ R20, R21) is dan buiten werking gesteld. Een vergelijking van de signalen VS3, PS en VS4 geeft dat de positief gerichte pulsen in het signaal PS gevoegd bij het signaal VS3/ de gelijkrichtschakeling (A6, D8, R19, R20, R21) 20 aldaar buiten werking stellen. Het parallelkanaal PC2 is aldus uitgevoerd met een drempel-begrenzerschakeling (PG, A6, D8).
Alvorens de signaalselektie bij het signaal VS3 met behulp van onder andere de spanningsbron UV met de drempelwaarden -OC1 en -DC2 wordt verklaard, worden verdere in het parallelkanaal PC2 25 aanwezige kcmponenten beschreven. De in het verbindingspunt T19 met elkaar verbonden kathoden van de dioden D5 en D6 liggen aan de kathode van een diode D9. De anode van de diode D9 ligt aan de kathode van een diode D1Q, waarvan de anode via een weerstand R22 is verbonden met een ingangsklem TFT die bestand is voor de toevoer van een test-30 patroonsignaal. De anode van de diode D10 ligt aan de anode van een diode D11 waarvan de kathode is verbanden met een uitgang TO van de spanningsbron UV. Wanneer de spanningsbron UV de massapotentiaal of een negatieve spanning aan de uitgang TO afgeeft en bijvoorbeeld een positieve spanning aan de klem TFT wordt toegevoerd, is de diode D11 35 geleidend en zijn de dioden D9 en D10 gesperd. Het signaal ES wordt ongestoord aan het verbindingspunt T19 af gegeven via de dioden D5 en D6. Is het echter gewenst de pulsgenerator PG af te schakelen en een 8200234 *» . EHN 10.247 13 extern aan de klem TPT toe te voeren signaal voor signaalselektie te gebruiken, dan kan dit gebeuren door de drempelwaarden -DC1 en -DC2 maximaal negatief in te stellen en een voldoend positieve spanning aan de uitgang TO af te geven. Hierbij is de diode D11 gesperd en kan 5 het aan de klem TFT toegevoerd signaal via de geleidende dioden D10 en D9 pulsen geven in het signaal FS op het verbindingspunt T19, waarbij de dioden D5 en D6 geblokkeerd zijn. Deze selektiemogelijkheid kan worden benut wanneer een elektronisch opgewekt testpatroon in plaats van een optisch verkregen testpatroon wordt gebruikt.
10 Voor de verklaring van de signaalselektie met behulp van de pulsgenerator FG wordt het volgende in tabelvorm gegeven.
Tabel 1
Het verloop van het signaal VS3 ten opzichte van de drempelwaarden 15 -DC1 en -DC2 en de resulterende logische waarden .
T3 T6 T9 T10 T11 T12 0 / VS3 / -DC1 Η H 1 0 0 1 -DC1 / VS3 / -CC2 H L 1 0 1 0 20 -DC2 / VS3 L L 0 1 1 0 waarbij H een minder negatieve spanning en L een meer negatieve spanning ten opzichte van de drempelwaarde betékent.
25 30 35 8200234
* t 'V
PHN 10.247 14
Tabel 2
Vier selektiekodes en de gevolgen.
1 2 3 4 T1 T4 T5 T8 T1 T4 T5 T8 T1 T4 T5 T8 T1 T4 T5 T8 51001 10 1 0 0110 1011 T13 T14 T15 T16 T13 T14 T15 T16 T13 T14 T15 T16 T13 T14 T15 T16 0110 0111 1111 0110 0111 0 101 1101 0101 1111 110 1 10 0 1 110 1 10 T17 T18 T17 T18 T17 T18 T17 T18 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0 0 1 1 1 0 0 0 1 0 T19 T19 T19 T19 15 o 1 1 o 10 10 1 1 0 1
De voorgespannen dioden D1 en D2 respektievelijk D3 en D4 korresponderen 20 met een logische OF-funktie hetgeen ook geldt voor de dioden D5 en D6.
Uit tabel 2 met de selektiekodes en de gevolgen daarvan volgt dat bij de kode 1, een positieve puls in het signaal PS (punt T19) zou optreden vanaf het tijdstip t2 tot het tijdstip t4. Het resultaat is dat de gelijkrichtschakeling (A6, D8, R19/ R20, R21) het videosig-25 naai VS3 alleen doorlaat bij signaalwaarden die minder negatief zijn dan de drempelwaarde -DC1.
De kode 2 geeft twee positieve pulsen en wel tussen de tijdstippen t1 en t2, en t3 en t4. Hiermee korrespondeert het getekende signaal PS, Alleen videosignaalwaarden gelegen tussen de drempelwaarden 30 -DC1 en -DC2 warden doorgelaten.
De kode 3 zou een positieve puls in het signaal PS (punt T19) geven tussen de tijdstippen t1 en t3. Nu warden alleen videosignaalwaarden doorgegeven die meer negatief zijn dan de drempelwaarde -DC2.
De kode 4 zou een positieve puls in het signaal PS (punt T19) 35 geven vanaf het tijdstip t3. Alle videosignaalwaarden mindere negatief dan de drempelwaarde -DC2 warden hierbij doorgegeven.
Behalve voor de beschreven ganma-korrektie bij de afregeling 8200234 ΙΏΝ 10.247 15 kan met behulp van de beschreven signaalselektie het parallelkanaal PC2 verder warden benut voor het afregelen van nuancerlngsfouten bij specifiek het zwartniveau en de topwitwaarde. Hiertoe is het vereist een optisch testpatroon te gebruiken met zwarte en witte vlakken, 5 bijvoorbeeld in de vorm van een schaakbordpatroon. Een gelijkmatige belichting van dit testpatroon en opname daarvan door de opneemin-richting in de signaalbron VSS, geeft een videosignaal VS2 dat bij weergave dit zwarfc-wit patroon zou weergeven. Uit het ermee korres-ponderende, niet.getekende signaal VS3 met afwisselend de zwart-wit 10 informatie kan bij seléktie volgens de kode 1 (Tabel 2) alleen de informatie bij het zwartniveau warden gemeten. Bij seléktie volgens de kode 3 (Tabel 2) wordt alleen de informatie bij de topwitwaarde gemeten. Slechts de kode-cmschakeling vanuit de microcorputer ^uC is vereist voor het uitvoeren van beide af regelingen, zonder dat voor de nuan-15 ceringsmeting bij het zwartniveau, in een optische weg bij de opneemr inrichting in de bron VSS behoeft te worden ingegrepen.
Wanneer het genoemde testpatroon met de zwarte en witte vlakken wordt uitgebreid met grijze vlakken, is het met een signaalselektie gericht qp deze grijze vlakken mogelijk een gewenste gairma-20 korréktie in te stellen. Deze grijze vlakken kunnen bijvoorbeeld aanwezig zijn rondom het middenpunt van het schaakbordpatroon.
Het parallelkanaal PC3 is geschikt voor het afregelen van de optische en elektronische focussering, waarbij door het meten van een hoogfrékwente signaalkomponent in het videosignaal VS3 tot een 25 maximum van hoogfrekwente details bij weergave wordt af geregeld.
De uitgang van de versterker A2 met het videosignaal V53 ligt aan een aansluiting van een veerstand R23. De andere aansluiting van de weerstand R23 ligt via een kondensator C4 in serie met een weerstand R24 aan massa. Het verbindingspunt van de kondensator C4 en 30 de weerstand R24 ligt via een kondensator C5 en een serieweerstand R25 aan massa, waarbij het verbindingspunt hiertussen met een aansluiting van de schakelaar S3 is verbonden. De andere aansluiting van de schakelaar S3 en daarmee verbonden aansluitingen van de schakelaars S4 en S5 aanwezig in de respektieve parallelkanalen PC4 en PC5, 35 liggen aan een ingang van een gelijkrichtschakeling EECT waarvan de uitgang is verbonden met een aansluiting van de schakelaar S345.-De schakeling SECT maakt deel uit van het parallelkanaal PC 345 dat 8200234 1 * EHN 10.247 16 gemeenschappelijk is voor de parallelkanalen PC3, PC4 en PC5.
De gelijkrichtschakeling RBCT is uitgevoerd als een dubbelzijdige gelijkrichtschakeling waardoor met voordeel een meetinformatiever-groting wordt verkregen bij alle drie de parallelkanalen PC3, PC4 en 5 PC5-in samenwerking met steeds het kanaal PC 345.
De overdrachtskarakteristiek van het parallelkanaal PC3 wordt in hoofdzaak bepaald door een hoogdoorlaatfilter (C3, R24, C5, R25). In de praktijk blijkt voor de focusmeting een 12 dB-per-octaaf-filterkarakteristiek goed te voldoen. Voor een dergelijk filter 10 kunnen de volgende waarden worden genomen: Kondensatoren C4 en C5 gelijk aan 1,5 nF en weerstanden R24 en R25 gelijk aan 1000 dim.
De weerstand R23 is, zoals verder niet te beschrijven aanpassings-en scheidingsweerstanden, een aanpassingsweerstand van 75 ohm.
De analoge overdrachtskarakteristiek van het parallelkanaal (PC3, _ 15 PC345) voor de focusafregeling wordt in hoofdzaak bepaald door het hoogdoorlaatfilter (C4, R24, C5, R25) en de erop volgende (dubbelzijdige) gelijkrichtschakeling RECT.
Het parallelkanaal (FC4, PC345) dient voor een raster-dekkingskorrektie waartoe het er aan toe te voeren signaal VS3 20 een verschils ignaal is tussen twee kleur signalen of tussen een kleursignaal en een (ander) referenties ignaal. Hierbij zijn de schakelaars S4 en S345 gesloten. Het uitgangssignaal V53 van de versterker A2 kont via een aanpassingsweerstand R26 terecht bij een serieschakeling van een kondensator C6, een weerstand R27 en een 25 schakelaar SC2. Het verbindingspunt van de kondensator C6 en de weerstand R27 ligt aan een aansluiting van de schakelaar S4. De schakelaar SC2 schakelt lijnperiodiek onder besturing van het lijn-onderdrukkingssignaal HBS, waarbij de schakelaar SC2 is ingeschakeld in lijnaftasttijdsduren en is uitgeschakeld in lij nonderdrukkings-30 tijdsduren. Hierdoor hebben signaalflanken die mogelijk optreden in de (video) lijnonderdrukkingstijdsduren geen invloed pp de raster-dekkingsmeting. Bij de rasterdekkingsafregeling wordt af geregeld tot een minimale meetwaarde als referentiewaarde. Het parallelkanaal BC4 heeft hierbij een overdrachtskarakteristiek die in hoofdzaak 35 bepaald wordt door een differentieerschakeling (C6, R27, SC2).
In de praktijk blijkt een differentieerschakeling goed te voldoen wanneer de volgende waarden worden genomen: Kondensator C6 gelijk aan 0,22 ^,uF en weerstand R27 gelijk aan 1000 ohm.
8200234 PHN 10.247 17
Hierbij is de tijdkonstante van de differentieerschakeling gelijk aan 220 ^us, welke waarde in de grootte orde van enkele lijnperioden (bijvoorbeeld een lijnperiode van 64 ^us) ligt en in de praktijk goed blijkt te voldoen. Voor de schakelaar SC2 kan een schakelaartype g HEF 4066 B van Philips worden gencmen.
Het parallelkanaal (PCS, PC345) is aanwezig voor het kunnen uitvoeren van een meting van de mate waarin de kleurhulpdraaggolf in een er aan toegevoerd helderheidssignaal V53 voorkomt. Daartoe is de uitgang van de versterker A2 verbonden met een ingang van een qp 10 de kleurhulpdraaggolffrekwentie afgestemd banddoorlaatfiler F1. De uitvoering van het filter F1 wordt in het midden gelaten en het kan uit twee parallelaangebrachte filters bestaan waarbij één is afgestemd op de NTSC-kleurhulpdraaggolffrekwentie en de ander op die volgens de PAL-standaard. Qp het filter F1 volgt bijvoorbeeld een 15 20 dB-versterker A7 die met de uitgang is verbanden met de schakelaar S5. De overdrachtskarakteristiek van het parallelkanaal PC5 is hierbij in hoofdzaak bepaald door de filterkarakteristiek van het filter F1, waarbij in het kanaal (PC5, PC345) de gelijkrichtschakeling RECT een bijdrage geeft aan de overdrachtskarakteristiek. Bij de af regeling 20 wordt af geregeld tot een minimale meetwaarde als referentiewaarde.
Uit het voorafgaande blijkt dat de parallelkanalen PC1, PC2 en PC3, PC4, PC5 in samenwerking met het kanaal PC345, elk een specifieke, analoge overdrachtskarakteristiek hebben die leidt tot een te meten fautwaarde die karakteristiek is voor de soort van de uit te 25 voeren korrektie. Resumerend worden genoemd de onvervormde doorgifte voor de nuanceringskorrektie (PC1), de signaalniveauselektie (PC2) voor ganmakorrektie en nuanceringskorrektie bij zwartniveau en top-witwaarde, de hoogfrekwent filterkarakteristiek (PC3) voor de focus-sering, de signaaldifferentiëring (FC4) voor de rasterdekking en de 30 kleurhulpdraaggolffiltering (PC5) voor de minizering ervan.
In plaats van de toepassing van de cmschakelaar (S1, S2, S345, S3, S4, S5) op de gegeven plaats, kan worden gedacht aan een cmschakelaar die volgt op de versterker A2 en is uitgevoerd met vijf schakelkontakten voor respektievelijk de parallelkanalen PC1, PC2, 35 PC3, PC4 en PC5.
8200234

Claims (10)

1. Afregelsysteem voor een televisiekamers, welk systeem is uitgevoerd met een, een televisie-cpneeminrichting omvattende signaalbron voor het leveren van ten minste één videosignaal, met een signaalverwerkingsschakeling en met een hierop volgende digitale foutmeetschake- 5 ling voor het in samenwerking met een microcomputer bepalen van fout- een waarden tussen de gemiddelde waarde van/er aan toegevoerd signaal genomen over onderscheiden deelgebieden van een televisiebeeld en een referentiewaarde, waarbij de microcomputer is voorzien van ten minste één digitaal geheugen dat is uitgevoerd met aparte geheugenplaatsen 10 voor opslag van met minimale foutwaarden korresponderende digitale korrektiewaarden behorend bij de deelgebieden, en met signaalkorrektie- t schakeling voor het onder toevoer van de digitale korrektiewaarden uitvoeren van een signaalkorrektie leidend tot een per deelgebied gékorrigeerd videosignaal, met het kenmerk, dat de aan de digitale 15 foutmeetschakeling voorafgaande signaalverwerkingsschakeling is uitgevoerd met verscheidene parallelkanalen die elk een verschillende, analoge signaaloverdrachtskarakteristiek hebben, welke parallelkanalen via een anschakelaar naar keuze aansluitbaar zijn op de digitale foutmeetschakeling die is uitgevoerd met een voor de parallelkanalen 20 gemeenschappelijk digitaal foutmeetkanaal.
2. Af regelsysteem volgens konklusie 1, geschikt voor een kleuren-televisiekamera, waarbij de af regeling betrekking heeft qp een raster-dekkingskorrektie bij televisielijnenrasters tussen een met een re-ferentiesignaal korresponderend referentieraster en een met een kamera- 2.5 videosignaaal korresponderend raster, waartoe een verschilsignaal tussen referentiesignaal en videosignaal tot een minimum wordt afgeregeld, met het kenmerk, dat het hiertoe geschikte parallelkanaal in de signaalverwerkingsschakeling een overdrachtskarakteristiék heeft die is bepaald door een signaaldifferentieerschakeling die via een er 30 in aanwezige schakelaar is ingeschakeld tijdens lijnaftasttijdsduren en is uitgeschakeld tijdens lijnonderdrukkingstijdsduren, en door een hierop volgende gelij krichtschakeling.
3. Af regelsysteem volgens konklusie 2, met het kenmerk, dat de tijdkonstante van de signaaldifferentieerschakeling ligt in de grootte 35 orde van enkele lijnperioden.
4. Af regelsysteem volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat voor het uitvoeren van een focuskorrektie het hiertoe geschikte paral- 8200234 ' » , ^ EHN 10.247 19 lelkanaal in de signaalverwerkingsschakeling een overdrachtskarakteris-tiek heeft die is bepaald door een hoogdoorlaatfilter en door een hierop volgende gelij krichtschakeling.
5. Afregelsysteem volgens konklusie 4, met het kenmerk, dat 5 het hoogdoorlaatfilter een 12 dB-per-octaaf-filter-karakteristiek heeft.
6. Afregelsysteem volgens konklusie 1, geschikt voor een kleurentelevisiekamera,met het kenmerk., dat ter verkrijging van een minimale aanwezigheid van een kleurhulpdraaggolf in een helderheids- 10 signaal het voor een meting hiervan geschikte parallelkanaal in de signaalverwerkingsschakeling een overdrachtskarakteristiek heeft die is bepaald door een op de kleurhulpdraaggolffrekwentie afgestemd banddoorlaatfilter en door een hierop volgende gelijkrichtschakeling. ·
7. Afregelsysteem volgens konklusie 2, 4 of 6, met het kenmerk, dat de genoemde gelijkrichtschakeling een dubbelzijdige gelijkricht-schakeling is.
8. Afregelsysteem volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat voor het uitvoeren van een meting bij een te selekteren videosignaal- 20 niveau het hiertoe geschikte parallelkanaal in de signaalverwerkingsschakeling een overdrachtskarakteristiek heeft die is bepaald door een drertpel-begrenzerschakeling.
9. Afregelsysteem volgens konklusie 8, met het kenmerk, dat.· de drarpel-begrenzerschakeling is uitgevoerd met een pulsgenerator 25 voorzien van een ingang voor toevoer van het te meten videosignaal en van een uitgang voor afgifte van pulsen wanneer de momentele videosignaalwaarde een bepaalde afwijking heeft van het geselekteerde niveau, welke uitgang is verbonden met een ingang van een optel-schakeling voorzien van een andere ingang voor toevoer van het video-30 signaal en van een uitgang die is gelegd aan een ingang van een enkel-zijdige gelijkrichtschakeling waarvan de uitgang met onderdrukt videosignaal tijdens de pulsen is verbonden met het digitale fout-meetkanaal.
10. Afregelsysteem volgens konklusie 9, met het kennerk, dat 35 de pulsgenerator is uitgevoerd met twee spanningsvergelijkschakelingen die elk zijn voorzien van een eerste en een tweede uitgang, van een eerste en een tweede ingang voor toevoer van twee te vergelijken 8200234 EHN 10.247 20 spanningen en van een derde en een vierde ingang voor toevoer er aan van de spanningsvergelijkschakelingen tussen eerste en tweede ingangen en de eerste respektievelijk tweede uitgang blokkerende spanningen, waarbij van elke spanningsvergelijkschakeling een eerste respektievelijk 5 tweede ingang met de genoemde ingang van de pulsgenerator en de resterende ingangen met de microcomputer zijn gekoppeld en de uitgangen van de spanningsvergelijkschakeling per spanningsvergelijkschakeling apart voorgespannen dioden met elkaar zijn gekoppeld en via een verdere diode aanwezig in de optelschakeling met de ingang van de gelijk-10 richtschakeling zijn gekoppeld. 15 25 30 35 8200234
NL8200234A 1982-01-22 1982-01-22 Afregelsysteem voor een televisiekamera. NL8200234A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8200234A NL8200234A (nl) 1982-01-22 1982-01-22 Afregelsysteem voor een televisiekamera.
US06/456,942 US4535351A (en) 1982-01-22 1983-01-10 Setting-up system for a television camera
JP58005986A JPS58131867A (ja) 1982-01-22 1983-01-19 テレビジヨン・カメラ用セツテイング・アツプ装置
EP83200074A EP0084908B1 (en) 1982-01-22 1983-01-19 Setting-up system for a television camera
DE8383200074T DE3360478D1 (en) 1982-01-22 1983-01-19 Setting-up system for a television camera

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8200234A NL8200234A (nl) 1982-01-22 1982-01-22 Afregelsysteem voor een televisiekamera.
NL8200234 1982-01-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200234A true NL8200234A (nl) 1983-08-16

Family

ID=19839121

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200234A NL8200234A (nl) 1982-01-22 1982-01-22 Afregelsysteem voor een televisiekamera.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4535351A (nl)
EP (1) EP0084908B1 (nl)
JP (1) JPS58131867A (nl)
DE (1) DE3360478D1 (nl)
NL (1) NL8200234A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0404396B1 (en) * 1989-06-19 1994-10-05 International Business Machines Corporation Image capture system and method
DE3938522C2 (de) * 1989-11-21 1998-09-24 Philips Broadcast Television S System zum Fokussieren eines Fernsehkamera-Objektivs
JPH09331453A (ja) * 1996-06-13 1997-12-22 Brother Ind Ltd 画像読取装置および記憶媒体

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4285004A (en) * 1980-02-25 1981-08-18 Ampex Corporation Total raster error correction apparatus and method for the automatic set up of television cameras and the like
US4354243A (en) * 1980-04-11 1982-10-12 Ampex Corporation Two dimensional interpolation circuit for spatial and shading error corrector systems
US4326219A (en) * 1980-04-11 1982-04-20 Ampex Corporation Digital error measuring circuit for shading and registration errors in television cameras
US4340903A (en) * 1980-08-06 1982-07-20 Sony Corporation Television camera
US4513319A (en) * 1981-12-30 1985-04-23 U.S. Philips Corporation Method for automatically setting up a television camera

Also Published As

Publication number Publication date
DE3360478D1 (en) 1985-09-12
US4535351A (en) 1985-08-13
EP0084908B1 (en) 1985-08-07
JPH0566791B2 (nl) 1993-09-22
EP0084908A1 (en) 1983-08-03
JPS58131867A (ja) 1983-08-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR0153509B1 (ko) 촬상장치
EP0496573B1 (en) Pixel defect removing circuit for solid-state image pickup device
US5450129A (en) Image processing apparatus for converting different television standard signals
EP0335656A1 (en) Automatic focus control apparatus
EP0635973B1 (en) Signal correction
WO1994017625A1 (en) Digital electronic exposure control
DE69815646T2 (de) Automatische Kalibrierung einer AGC-Polarisationsspannung in einem Videodekoder
US4663668A (en) Brightness clamping apparatus for TV receiver with multiple inputs
CN1156938A (zh) 多视频输入箝位装置和方法
GB2168873A (en) Suppression of frame-rate flicker in solid-state imagers using field interlace
NL8200234A (nl) Afregelsysteem voor een televisiekamera.
EP0604518B1 (en) Key signal shading system
GB2228161A (en) Adaptive colour decoder
US6657672B1 (en) Flash device, control method and control apparatus for the same, and image pickup apparatus
DE3735946A1 (de) Elektronische endoskopvorrichtung
EP0572163A2 (en) Auto focus apparatus
EP0272900A2 (en) Sawtooth generator
JP3892529B2 (ja) ビデオ画像のコントラストを調整する装置
EP0517474A2 (en) Aperture correction for video cameras
EP0260913B1 (en) Video signal processing circuit
JP4164878B2 (ja) 撮像装置及びその制御方法
EP0506031A1 (en) Illumination flicker correction for video cameras
CN1250014C (zh) 色差信号处理
GB1558862A (en) Television receiver circuits
JP2003143493A (ja) 電子カメラ、電子カメラの調整方法、電子カメラの調整値設定プログラム

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed