NL8101746A - Instrumententafel voor een tandarts. - Google Patents

Description

P & c

" W 5230-10 Ned.dB/LvD

Instrumententafel voor een tandarts.

Een bekende instrumententafel heeft terughaalinrichtingen voor het terugtrekken van uit een verzamelruimte getrokken draadvormig materi-5 aal, bijvoorbeeld slang of snoer, en schakelorganen waarmee het terugtrekken in werking wordt gesteld. Deze schakelorganen omvatten een scha-kelhefboom, waarmee de automatische draaiing van een opspoelhaspel voor het opspoelen naar keuze kan worden vrijgegeven of geblokkeerd (Duits octrooischrift 18 06 353).

10 Daartoe is de schakelhefboom zwenkbaar gelegerd op een vaste as vain de terughaalinrichting. Deze hefboom draagt aan een einde een draaibaar besturingsonderdeel dat door vaste stuurranden in verschillende standen wordt gedraaid en wel al naar de uitgangsstand van het besturings-deel en de draairichting van de opspoelhaspel, waarvan de draaiing via 15 een wrijvingsorgaan op de schakelhefboom wordt overgebracht.

De stand die het besturingsonderdeel op een bepaald ogenblik inneemt bepaalt de tijdens de draaiing van de haspel in de opspoelrichting door de schakelhefboom bereikbare zwenkhoek en al naar de grootte van deze hoek blokkeert een aan het andere einde van de schakelhefboom 20 scharnierend aangebrachte remschoen de draaiing van de haspel in de opspoelrichting of geeft deze draaiing vrij. Bij in opspoelrichting geblokkeerde opspoelhaspel kan deze worden vrijgegeven door draaiing ervan in de afspoelrichting.

Bij toepassing van dergelijke bekende terughaalinrichtingen 25 voor het terugtrekken van de verzorgingsleidingen van tandartsinstrumenten in een verzamelruimte is het daardoor voor het inleiden van het terughalen nodig de verzorgingsleiding, die door het blokkeren van dé haspel-draaiing van trekkracht is ontlast, te spannen en over een zekere afstand verder af te spoelen. Dit moet plaatsvinden bij een lengte van de af-30 gespoelde verzorgingsleiding waarbij met het op deze leiding aangesloten instrument reeds het werkveld is bereikt en waarbij reeds een zekere doorhang van de van trekkracht ontlaste leiding aanwezig is, die het ongestoorde gebruik van het instrument mogelijk maakt.

Bij behandelingsinrichtingen voor tandartsen is het ook bekend 35 de ontgrendeling van de trekontlasting en daardoor het terugtrekken van de verzorgingsleidingen in te leiden door het bedienen van een aan de inrichting aangebrachte ontgrendelhefboom, die zich bevindt direct bij een houder, die het instrument in de ruststand opneemt, en een blokkeer-inrichting met kogels lost (DDR-octrooischrift 29876).

40 Het inleiden van het terugtrekken vindt daardoor zodanig 8101746 ί « · - 2 - plaats, datde gebruiker met zijn ene hand de ontgrendelhefboom bedient, terwijl het instrument met daarmee verbonden verzorgingsleiding met de andere hand in een het begin van de terughaaibeweging afwachtende stand wordt gehouden.

5 Bij de bekende inrichting zijn dus voor het ontgrendelen van de trekontlasting en het inleiden van het terughalen manipulaties nodig die meer zijn dan eenvoudig het instrument een teruggeefbeweging te geven.

De uitvinding beoogt een dergelijke inrichting voor een 10 tandarts zodanig uit te voeren dat voor het inleiden van het terugtrekken van de verzorgingsleidingen, veroorzaakt door terughaalinrichtingen, daaraan geen manipulaties nodig zijn die principieel verschillend zijn van een teruggeefbeweging van het instrument aan de houder daarvan, uitgaande van een werkstand van het instrument.

15 Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat signaalgevers zijn aangebracht in een ruimtelijke tussenstand tussen de werkstanden en de ruststanden van de instrumenten, welke signaalgevers door de gebruiker bereikbaar zijn, terwijl de hand van de gebruiker, die het terug te geven instrument geleidt, de natuurlijke teruggeefweg met hoogstens 20 geringe afwijkingen daarvan doorloopt.

Met een dergelijke inrichting volgens de uitvinding worden manipulaties, nodig voor het inleidden van het terugtrekken van de verzorgingsleidingen, vermeden, welke bij de bekende uitvoering van dergelijke inrichtingen een extra vermoeiing vormen van de behandelende 25 man en vertragend werken op het tehandelingsritme.

In vergelijking met inrichtingen waarbij het terughalen moet worden ingeleid door het strak spannen en verder uittrekken van de verzorgingsleidingen, is het gunstig dat de verzorgingsleidingen, in het bijzonder op het overgangspunt naar het instrument, aan belangrijk kleine-‘30 te belastingen worden blootgesteld.

De sterkere belasting bij de bekende inrichtingen is daarvan afkomstig, dat het strakspannen en het verder uittrekken van het instrument van de behandelingsstand uit en wel met een de patiënt ontwijkende beweging van het instrument moeten plaatsvinden. Dit voert onwillekeurig 35 tot een zweepachtige beweging van het instrument waarbij de verzorgingsleiding als zweepkoord moet worden beschouwd. Bij deze beweging wordt de verzorgingsleiding op zijn overgangspunt naar het instrument onder gelijktijdige trekbelasting geknikt, hetgeen zeer nadelig is op de verbinding met het instrument. Belastingen van deze soort treden niet op 40 bij het hanteren van de instrumenten wanneer de behandelingsinrichting 8101746 - 3 - volgens de uitvinding is uitgevoerd, daar een zweepbeweging van het instrument niet nodig is. Daarentegen maakt de inrichting volgens de uitvinding het inleiden van het terughalen mogelijk door een direkte teruggeef-beweging van de het instrument voerende hand, van elke willekeurige 5 werkstand uit naar de ruststand van het instrument.

Voor het bedienen van de schakelorganen behoeft bij een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm het instrument slechts over een zodanige weg te worden gevoerd, dat het dicht langs de signaalgever passeert, welke weg zonder merkbaré afwijking van de natuurlijke teruggeefweg kan worden 10 verkregen.

Bij een gunstige verdere ontwikkeling van deze gedachte vindt het geven van het signaal plaats zonder enige afwijking van de natuurlijke teruggeefweg, namelijk door een voet van de behandelende man.

Met de uitvinding wordt een behandelingsinrichting voor een 15 tandarts voorgesteld waarbij het terughalen van de uitgetrokken ver-zorgingsleidingen door de terughaalinrichtingen in werking kan worden gesteld, terwijl het instrument uit zijn werkstand op zijn natuurlijke teruggeefweg aan de houder wordt teruggegeven, waarbij een passende signaalgever, al naar de uitvoeringsvorm, bij lichte aanraking met de 20 het instrument voerende hand van de gebruiker, resp. alleen al door het naderen van de signaalgever door deze hand, of door voetbediening, het in werking stellende signaal afgeeft.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting 25 volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 toont een zich pp de terugweg naar de bijbehorende houder bevindend instrument op het ogenblik van het passeren van de nabijheid van het vrije einde van een aan de inrichting scharnierend aangebrachte schakelwip.

30 Fig. 2 toont een instrument in een stand tijdens het terug geven waarin dit instrument zich bevindt nabij een vast aan de inrichting aangebrachte handgreep.

Fig. 3 'toont aan een handgreep aangebrachte bedieningsonder-delen van de signaalgever.

35 Fig. 4 toont een in de binnenruimte van een handgreep aange brachte inductiespoel met sDoelkern, in uit elkaar genomen toestand weergegeven.

Fig. 5 is een vereenvoudigd schema voor het doen ontstaan en het gebruiken van een van een inductiespoel verkregen signaal.

40 De terughaalinrichtingen zijn niet weergegeven daar de 8101746 »-" t- l - 4 - verschillende uitvoeringen daarvan, welke volgens de uitvinding bestuurbaar zijn, bijvoorbeeld in de vorm van electromotorisch of pneumatisch aandrijfbare inrichtingen bekend zijn. Deze zijn bij voorkeur in een in fig. 1 en 2 weergegeven tafel 1 ondergebracht.

5 uitvoeringsvorm volgens fig. 1.

In de ruststand bevinden zich de instrumenten 2 in hun houders 3.

De bijbehorende verzorgingsleidingen 4 zijn in een verzamelruimte teruggetrokken. De houders zijn op een rij naast elkaar aan de voorzijde van de tafel 1 aangebracht. Aan de tafel is een schakelwip 5 zodanig schamie-10 rend verbonden dat deze ten opzichte van de tafel in een vertikaal vlak zwenkbaar is. De schakelwip wordt door niet weergegeven, in de tafel aangebrachte terugstelorganen in de weergegeven uitgangsstand gehouden. Het vrije horizontale einde 6 van de schakelwip bevindt zich in een ruimtelijke tussenstand tussen de werkstanden en de mists tanden van de instrumenten. 15 De wip is zodanig aangebracht, dat deze door een hand, die een instrument 2 in zijn houder 3 terugbrengt, langs de natuurlijke teruggeefweg zonder moeite in de zin van een schamierbeweging in het vertikale vlak kan worden aangeraakt. Met deze schamierbeweging wordt het signaal opgewekt voor het besturen van de niet weergegeven schakelorganen, waardoor het 20 terughalen voor de betreffende, uit de verzamelruimte getrokken verzor-gingsleiding, in werking wordt gesteld. In het weergegeven geval is de schakelwip ingericht voor zwenking naar beneden. Daartoe bevindt zich het vrije einde 6 in,een tussenstand kort beneden de natuurlijke teruggeefweg. Het is ook mogelijk de uitvoering zodanig te maken, dat het vrije 25 einde 6 van de schakelwip kort boven deze weg, voor zwenken naar boven, is aangebracht.

Door passend ontwerp van de schakeling wordt bereikt dat met het verkregen signaal de terughaalinrichting van de telkens uitgetrokken verzorgingsleiding wordtgeactiveerd.. Daarbij is, zoals is het 30 weergegeven geval,. slechts een enkele schakelwip 5 nodig. Deze strekt zich bij voorkeur over de onderlinge zijwaartse afstand van de buitenste houders uit.

Uitvoeringsvorm volgens fig. 2.

In onderscheid met fig. 1 is aan de tafel 1 een vaste handgreep 7 aange-35 bracht. Daarbij kan het horizontale grijpgedeelte volgens fig. 3 of 4 zijn uitgevoerd voor het opnemen van signaalgevers. In de beide gevallen kan het horizontale deel van de handgreep kort boven (zoals is weergegeven) resp. kort beneden de natuurlijke teruggeefweg zijn aangebracht.

Voor een aanbrenging kort beneden deze weg is in fig. 3 een ! 40 uitvoeringsvorm voor de signaalgevers met een schakellijst 8 weergegeven, 8101746 =* % % - 5 - die door middel van een daaraan bevestigde pen 9 aan de handgreep is geleid- In de binnenruimte van de handgreep zijn microschakelaars 10 aangebracht, waarvan de bedieningselementen 11 door de handgreep heen uitsteken en door het neerdrukken van de schakellijst bedienbaar zijn.

5 Voor elke verzorgingsleiding is een afzonderlijke schakellijst aangebracht- Als verdere ontwikkeling kan een gemeenschappelijke enkele schakellijst zijn aangebracht, die zich uitstrekt over ongeveer de gehele grijplengte van de handgreep. De voor het onderbrengen van de microschakelaars hol uitgevoerde handgreep is afsluitbaar met een afdeklijst 10 12.

Met de uitvoering volgens fig. 3 vindt het geven van de signalen voor het beqin van het terughalen zodanig plaats dat de het instrument voerende hand van de gebruiker de bijbehorende resp. de gemeenschappelijke schakellijst aanraakt bij het doorlopen van de natuurlijke teruggeefweg, 15 waardoor de microschakelaar wordt bediend.

Bij uitvoering van de vaste handgreep volgens fig. 4 behoeft deze voor het afgeven van een signaal niet te worden aangeraakt.

Voldoende is dat de een instrument voerende hand van de gebruiker de handgreep nadert, waarmee een .permanente magneet 19 in de nabijheid 20 wordt gebracht van een in de binnenruimte van de handgreep aangebrachte inductiespoel 13 met spoelkem 14. Een dergelijke permenente magneet kan bijvoorbeeld worden gevormd door het aansluiteinde van een instrument, in de vorm van een huls, die op dit einde is geschoven, welke is opgenomen in de gebruikelijke koppelingsdelen, welke van het instrument los-25 neembaar zijn en dienen voor de verbinding van de instrumenten met hun verzorgingsleidingen. Ook kunnen onderling gelijke kleine staafinagneten een magneetketen vormen die in de verzorgingsleiding van het instrument is opgenomen, tenminste in het gedeelte nabij het instrument,en zich langs de verzorgingsleiding uitstrekt.

30 Een voorbeeld voor een bevestiging van een uit inductiespoel en spoelkem gevormde groep in de binnenruimte van de handgreep is weergegeven in fig. 4. Aan de einden van de buiten de inductiespoel 13 uitstekende spoelkem 14 zijn legerblokjes 15 geschoven en met bevesti-gingsorganen 16 op in de binnenruimte van de handgreep 7 gevormde op-35 legvlakken 17 vastgezet. Daartoe is de binnenruimte van de handgreep van de onderzijde af door een opening 18 toegankelijk, welke opening op zijn beurt met een afdekplaat 12 afsluitbaar is, welke eveneens met de bevéstigingsorganen 16 voor de blokjes 15 kan worden vastgezet.

De werking van het inschakelen van het terughalen bij afgifte 40 van een signaal, bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 of 4 blijkt 8101746 tr· 5 - 6 - uit het schema van fig. 5. Op een op zichzelf bekende wijze wordt bij het passeren van de permanente magneet 19 in de nabijheid van inductie-spoel 13, door de wijziging van de magneet flux in de spoelkem 14 en door de relatieve beweging tussen de permanente magneet en de spoel in deze 5 spoel een spanningssignaal opgewekt. Een dergelijk signaal is, zoals bekend is, bruikbaar en wordt in het onderhavige geval gebruikt om de terughaalinrichtingen in de zin van het inleiden van de terughaalbeweging van de verzorgingsleidingen te activeren.

Daartoe is voor elke terughaal-inrichting een relais 20 aange-10 bracht, dat de aandrijving ervan in deze zin schakelt, welk relais bij electromotorische aandrijving van de terughaalinrichtingen als motor-relais of bij pneumatische bediening van de terughaalinrichtingen als spoel van een stuurklep kan worden beschouwd. Bij de parallele spoel-circuits van het relais 20 is een gemeenschappelijk, door een ander 15 relais 21 bedienbaar arbeidskontakt 22 aangebracht. Bij uitnemen van een verzorgingsleiding uit de verzamelruimte wordt zowel het arbeidskontakt 23 bediend, dat in serie ligt in de spoelkring van dat relais, dat behoort bij de terughaalinrichting van deze verzorgingsleiding, alsook een houdkontakt 24 voor het andere relais 21. Na beëindiging van het 20 terughalen valt het kontakt 24 en het bijbehorende kontakt 23 af.

Het inleiden van de terughaalbeweging vindt plaats, zoals besproken, op grond van een in de inductiespoel 13 opgewekt spanningssignaal. Dit wordt daartoe aan een versterker 25 toegevoerd en in een daarachter geschakelde of ook daarvóór geschakelde, op zichzelf bekende 25 schakeleenheid 26 voorbereid, waarin scheiding van impulsen en verlenging van impulsen en een ge If j kri chting plaatsvinden en waarin een aanstuur- trap aanwezig is. Het voorbereide signaal wordt gebruikt voor het besturen van het relais 21.

In een andere, niet weergegeven, uitvoeringsvorm kan de signaal-30 gever in de hoofdsteun van een tandartsstoel zijn aangebracht, bijvoorbeeld aan het boveneinde van de rugleuning daarvan.

Een eveneens niet'weergegeven uitvoeringsvorm kan een signaalgever bevatten, ingericht voor voetbediening.

35 ---++--- 8101746

Claims (11)

1. Tandheelkundige bedieningsinrichting met a) voor de verzorginsleidingen van instrumenten, welke in houders in de 5 ruststand kunnen worden weggelegd, zoals boren, met electrische of turbineaandrijvingen, spuiten, ultrageluidgereedschappen enz., welke leidingen dienen voor de toevoer van bedrijfsmiddelen zoals lucht, water, electrische stroom? automatische terughaalinrichtingen, welke de door het bijbehorende, uit een houder genomen instrument, uit 10 een verzamelruimte uittrekbare verzorgingsleidingen, bij het teruggeven van het instrument aan zijn houder, in de verzamelruimte terugtrekken, b) waarbij de terughaalinrichtingen zijn uitgevoerd voor het weghouden van het instrument van een door de verzorgingsleidingen op het zich in de werkstand bevindende instrument overgebrachte terugtrekwerking 15 van de terughaalinrichtingen, terwijl c) voor de terughaalinrichtingen schakelorganen zijn aangébracht, welke via signaalgevers in werking kunne worden gesteld en het terughalen doen uitvoeren, gekenmerkt door de volgende maatregelen: d) de signaalgevers zijn aangebracht in een ruimtelijke tussenstand tussen de 20 werkstanden en de ruststanden van de instrumenten £2), e) de signaalgevers zijn door de gebruiker bereikbaar terwijl zijn het terug te geven instrument voerende hand de natuurlijke teruggeefweg met hoogstens geringe afwijkingen daarvan doorloopt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een 25 signaalgever wordt gevormd door het vrije einde(6)van een aan de inrichting scharnierend aangebrachte schakelwip(5), welke voor het geven van een signaal in een vertikaal vlak zwenkbaar en met terugstelorganen in zijn uitgangsstand terugbrengbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een 30 enkele schakelwip is aangebracht, welke een horizontaal deel heeft met een lengte ongeveer gelijk aan de onderlinge zijdelingse afstand tussen de beide buitenste houders (3).

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een signaalgever is voorzien van een aan een vaste handgreep (7) van de inrich- 35 ting aangebracht bedieningsonderdeel (8).

5. Inrichting volgens cdnclusie 4, met het kenmerk, dat een enkel bedieningsonderdeel (8) is aangebracht, dat zich over ongeveer de gehele grijplengte van de handgreep (7) uitstrekt.

6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 40 signaalgevers zijn ingericht voor het zonder aanraking opwekken van een 8101746 V*- -¾ - 8 - signaal.

7. Inrichting volgens concusie 6, met het kenmerk, dat een signaalgever een in de binnenruimte van een vaste handgreep (7) van de inrichting aangebrachte inductiespoel (13) met spoelkem (14) omvat, in 5 welke spoel tijdens het doorlopen van de teruggeef weg met een door de hand van de gebruiker meegevoerde permanente magneet (19) een spanning kan worden opgewekt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een enkele inductiespoel is aangebracht waarvan de kern met zijn lengte een 10 belangrijk deel van de binnenruimte van de handgreep (7) beslaat.

9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de signaalgevers hoogstens door signaalleidingen met de inrichting zijn verbonden, verder echter constructief gescheiden van de inrichting zijn aangebracht,

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het tenmerk, dat de signaalgevers in het bovendeel van een tandartsstoel zijn aangebracht, welke tezamen met de inrichting van de instrumententafel een behandel-inrichting voorstelt.

11. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de 20 signaalgevers zijn ingericht en aangebracht voor voetbediening. —— ++--- 8101746