NL8101707A - - Google Patents

Description

t Λ. .

81.3104/Rey/sme

Korte aanduiding; Inrichting voor het ondersteunen en monteren van een scheepsroer.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het ondersteunen en monteren van een scheepsroer, omvattende een verplaatsbaar gestel met twee op een afstand van elkaar staande kolommen, waartussen een roer kan worden ondersteund, in welke 5 kolommen twee stellen vijzels zijn aangebracht voor het monteren van het roer*

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse Offenlegunasschrift 2 326 157. Het aan de steven van een schip te bevestigen roer wordt hier gedragen door een tafel die met in de 70 kolommen opgehangen vijzels in verticale richting kan worden verplaatst. Het op de tafel rustende roer dat grotendeels buiten de kolommen uitsteekt, kan zodoende met zijn bevestiginaspen in de betreffende opening in de stevenhak worden getild. Het nadeel van deze inrichting is dat het roer maar over een relatief klein gebied 15 kan worden ondersteund, zodat gebruik moet worden gemaakt van contragewichten teneinde het roer in balans te houden.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen, waarbij de hierboven genoemde nadelen worden vermeden. Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat elk stel vijzels is 20 voorzien van een afzonderlijk draagorgaan, waarvan er tenminste één buiten de kolommen is gelegen en losneembaar met de bijbehorende vijzels is verbonden.

Het roer kan zodoende aan weerszijden van zijn beves-tigingspen worden ondersteund en in een dwars op de scheepsrichting 25 staande stand over de stevenhak worden getild. Nadat het roer in de stevenhak is gemonteerd, wordt het voorste draagorgaan van de vijzels losgekoppled, zodat de inrichting zich kan verwijderen met achterlating van het roer.

In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de 30 uitvinding is het gestel voorzien van steunen voor het losneembare 8101707 . i - 2 - draagorgaan en is het draagorgaan verzinkbaar binnen het gestel.

Op deze wijze kan het draagorgaan na het loskoppelen van de vijzels binnen het gestel worden ondersteund en wel zodanig dat het niet buiten het gestel uitsteekt. Op deze wijze is onder 5 .de, stevenhak geen extra ruimte noodzakelijk om het draagorgaan hier-onder door terug te kunnen halen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van de inrichting met 10 schematisch weergegeven stevenhak.

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 1.

Zoals blijkt uit de tekening omvat de inrichting volgens de uitvinding een onderste gesteldeel 1 met op elk van de 15 vier hoekpunten een vijzel 2 en een bovenste gesteldeel 3, dat met het onderste gesteldeel 1 in verbinding staat en eveneens is voorzien van vier vijzels 4. De vijzels 2 en 4 kunnen afzonderlijk worden ingetrokken en uitgeschoven, zodat wanneer de vijzels 4 zijn uitgeschoven, het onderste gesteldeel 1 tezamen met het bovenste 20 gesteldeel 3 wordt opgeheven, waarbij het onderste gesteldeel 1 ten opzichte van het bovenste gesteldeel 3 kan bewegen voor het maken van zowel een dwarsbeweging als een draaibeweging. Het bovenste gesteldeel is voorzien van twee op een afstand van elkaar gelegen kolommen 5, 5' die elk bestaan Uit een frame 6 waarop een 25 aantal met ladders verbonden werkbordessen zijn aangebracht.

Tussen de beide kolommen is een roerondersteunings- en hefconstructie aangebracht, die wordt gevormd door twee stellen vijzels resp. 7 en 8, waarbij elk stel vijzels is verbonden met een draagorgaan resp. 9, 10. De vijzels 7 zijn bevestigd aan het boven-30 gedeelte van elk frame 6 en strekken zich naar beneden toe uit terwijl hun stangen zijn bevestigd aan het draagorgaan 9. De vijzels 8 zijn bevestigd aan het einde van een buiten de kolommen uitstekende 8101707 f -* - 3 - versterking 6' en dragen met hun stangen een draagorgaan 10.

Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 2 zijn de stangen van de vijzels 8 losneembaar verbonden met een haak 11 van het draagorgaan 10. De beide draagorganen 9, 10 kunnen door middel 5 van de vijzels 7 en 8 verticaal worden bewogen met het hierop steunende aan een schip te monteren roer, dat in fig. 1 met A is aangegeven.

Het draagorgaan 10 wordt bij het aanbrengen van het roer over de stevenhak die schematisch met B is aangegeven, getild.

10 Na het monteren van het roer zal het draagorgaan niet onder de stevenhak kunnen worden terugbewogen, ware het niet dat het draagorgaan 10 van de vijzels 8 kan worden losgekoppeld. Het draagorgaan 10 rust dan op in het bovenste gesteldeel 3 aangebrachte steunen 12.

Het monteren van het roer A geschiedt nu op de volgen- 15 de wijze:

Het roer A dat tussen de beide kolommen is geplaatst en steunt op de beide draagorganen 9, 10 wordt met de inrichting naar de achtersteven van het schip gevoerd en wel in een zodanige stand dat het roer dwars op de lengterichting van het schip staat.

20 Het roer wordt door de vijzels 7 en 8 omhoog getild, zodat het draagorgaan 10 met het hierop rustende roer over de stevenhak B kan passeren. Wanneer een pen van het roer A zich boven een overeenkomstig in de stevenhak B aangebracht gat bevindt, worden de vijzels 7 en 8 uitgeschoven zodat het roer aan de stevenhak B wordt 25 bevestigd. Het draagorgaan 10 wordt hierna verder omlaag bewogen, totdat het op de steunen 12 komt te rusten. De stangen van de vijzels 8 worden vervolgens van de haken 12 losgekoppeld waarna de vijzels 8 weer worden ingetrokken om te voorkomen, dat de vijzels bij het teruggaan van de inrichting hinder van de stevenhak B onder-30 vinden.

Uit fig. 2 blijkt duidelijk, dat het draagorgaan 10 wanneer dit op de steunen 12 rust, zich nagenoeg geheel verzonken 8101707 * ï - 4 - binnen het bovenste gesteldeel 3 bevindt, zodat tijdens de teruggaande beweging van de inrichting het draagorgaan gemakkelijk onder de stevenhak B door kan bewegen, en geen extra ruimte onder de ste-venhak aanwezig behoeft te zijn.

8101707

Claims (2)

1. Inrichting voor het ondersteunen en monteren van een scheepsroer, omvattende een verplaatsbaar gestel met twee op een afstand van elkaar staande kolommen, waartussen een roer kan worden ondersteund, in welke kolommen twee stellen vijzels zijn aangebracht 5 voor het monteren van het roer, met het kenmerk, dat elk stel vijzels (7, 8) is voorzien van een afzonderlijk draagor-gaan (9, 10) waarvan er tenminste één (10) buiten de kolommen (5, 5. is gelegen en losneembaar met de bijbehorende vijzels (8) is verbonden. 10

2. Inrichting volgens conclusie l,met het ken merk, dat het gestel (3) is voorzien van stëunen (12) voor het losneembare draagorgaan (10), en het draagorgaan binnen het gestel verzinkbaar is. 8101707 --.JB