NL8101572A - Werkwijze voor het vervaardigen van een bimetaalelektrode. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een bimetaalelektrode. Download PDF

Info

Publication number
NL8101572A
NL8101572A NL8101572A NL8101572A NL8101572A NL 8101572 A NL8101572 A NL 8101572A NL 8101572 A NL8101572 A NL 8101572A NL 8101572 A NL8101572 A NL 8101572A NL 8101572 A NL8101572 A NL 8101572A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
core
cap
extrusion
open end
closed
Prior art date
Application number
NL8101572A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nat Marking Mach Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nat Marking Mach Co filed Critical Nat Marking Mach Co
Publication of NL8101572A publication Critical patent/NL8101572A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21CMANUFACTURE OF METAL SHEETS, WIRE, RODS, TUBES OR PROFILES, OTHERWISE THAN BY ROLLING; AUXILIARY OPERATIONS USED IN CONNECTION WITH METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL
    • B21C23/00Extruding metal; Impact extrusion
    • B21C23/22Making metal-coated products; Making products from two or more metals
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01TSPARK GAPS; OVERVOLTAGE ARRESTERS USING SPARK GAPS; SPARKING PLUGS; CORONA DEVICES; GENERATING IONS TO BE INTRODUCED INTO NON-ENCLOSED GASES
    • H01T13/00Sparking plugs
    • H01T13/20Sparking plugs characterised by features of the electrodes or insulation
    • H01T13/39Selection of materials for electrodes
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01TSPARK GAPS; OVERVOLTAGE ARRESTERS USING SPARK GAPS; SPARKING PLUGS; CORONA DEVICES; GENERATING IONS TO BE INTRODUCED INTO NON-ENCLOSED GASES
    • H01T21/00Apparatus or processes specially adapted for the manufacture or maintenance of spark gaps or sparking plugs
    • H01T21/02Apparatus or processes specially adapted for the manufacture or maintenance of spark gaps or sparking plugs of sparking plugs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Spark Plugs (AREA)
  • Forging (AREA)

Description

jj/30.212-tM/f.
* ψ l 4
Werkwijze voor het vervaardigen van een bimetaalelektrode.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een bimetaalelektrode voor een bougie of dergelijke.
Bimetaalelektroden voor bougies of derge-5 lijke zijn bekend. Deze elektroden hebben normaal een gewoonlijk koperen kern, die ten minste over aanzienlijke lengte is opgesloten in een gewoonlijk nikkelen buitenlaag.
In de meeste gevallen omvat de werkwijze voor het vervaardigen van deze elektroden het samenstellen van onderdelen, 10 waarvan er êén van nikkel en de andere van koper is, en het gelijktijdig extreduren van dit samenstel. Na het extruderen worden afwerkbewerkingen uitgevoerd.
Een aantal octrooischriften beschrijft verschillende werkwijzen en producten van dit type. Deze oc -15 otrooischriften omvatten de Amerikaanse octrooischriften 2.955.222, 3.144.576, 3.356.882, 3.548.472, 3.803.892, 3,818.555 en 3.857.145.
Sommige van deze octrooischriften beschrijven werkwijzen waarbij twee platte schijven, van elk metaal 20 ëên, 'tegelijkertijd worden geëxtrudeerd. Bij deze werkwijzen heeft het achtereind van het koperkernmateriaal de neiging om een aanzienlijke afstand uit te steken voorbij het eind van de nikkelen buitenlaag.
Andere- octrooischriften beschrijven het 25 samenstellen van een nikkelen dop en een stuk koper, dat gewoonlijk gevormd is met een kopdeel boven het open eind van de dop en een deel met gereduceerde diameter, dat in de dop steekt. Hier weer vormen na extrusie sommige werkwijzen een deel, waarbij een aanzienlijke hoeveelheid koper voor-30 bij het eind van de nikkelen bekleding uitsteekt.
Bij deze elektroden bestaat de neiging, dat een spleet optreedt aan de overgang tussen het binneneind van het koper en het nikkel. Gemeend wordt, dat deze spleet of holte het gevolg is van het feit, dat het nikkel 35 de neiging vertoont om te rekken tijdens de extrusiebewer-king en zich verwijdert van het koper, dat ook door de ex-trusiematrijs beweegt.
Bij weer andere van deze octrooischriften 8101572 «P > 4 -2- X i wordt de elektrode gevormd uit bimetaaldraad met een koperen kern, die is Bekleed met een omhulling van nikkel. Bij deze werkwijzen moet' gewoonlijk gelast worden om ëên of beide einden van de elektroden op te sluiten.
5 De uitvinding heeft een aantal aspecten.
Volgens een aspect van de uitvinding wordt een systeem verschaft om de aanwezigheid van een holte tussen het binneneind van de koperen kern en het aangrenzende nikkel te vermijden.
Volgens een ander aspect van de uitvinding 10. wordt een himetaalelëktrode gevormd uit een samenstel van een dop en een stuk, waarbij het stuk niet uitsteekt voorbij het . eind yan de dop. Bij dit samenstel steekt het kernmateriaal na extrusie niet uit bij het eind van het bekledingsmate-riaal. Volgens de afgeheelde uitvoeringsvormen van de uit-15 vinding is het stuk korter dan de diepte van de dop en ligt het verzonken vanaf het open eind van de dop, wanneer de kern en de dop zijn samengesteld.
Na het samenstel wordt het kernmateriaal bij voorkeur op zijn plaats getest, waarbij het betrekkelijk 20. zachte koper onder druk in de dop wordt vervormd en de vorm van de dop aanneemt om de aanwezigheid van holten tussen het eind van de kern en het Binnenvlak van de bodem van de dop te verwijderen.
In de beide afgebeelde uitvoeringsvormen 25 wordt het samenstel van de dop en de kern onderworpen aan een extrusie, waarbij de extrusiekracht centraal langs de middellijn van het samenstel wordt geconcentreerd, om te verzekeren, dat geen scheiding optreedt tussen het binneneind van de kern en de aangrenzende delen van de dop tijdens de 3Q extrusie.
In ëên van de afgebeelde uitvoeringsvormen wordt de kern volledig ingekapseld in het bekledingsmate-riaal. Deze volledige inkapseling geschiedt zonder het afzonderlijke lassen, dat nodig is volgens de bekende stand 35 van de techniek. In de volledig ingekapselde uitvoering worden het samenstel van de dop en het stuk flesvormig vervormd, waarbij het open eind van de dop binnenwaarts wordt vervormd, terwijl een opening binnen de dopranden overblijft. Vervolgens wordt het flesvormige deel geduwd door een extru- 40. siematrijs met een gereedschap met een neus met gereduceerde 8101572 * *· -3- » * diameter, die uitsteekt aan zijn eind. De neus grijpt aan op de flesvormig naar binnen gekeerde randen en vervormt deze omlaag tegen het eind van de koperen kern. Bij deze uitvoering wordt plaatselijk een buitengewoon hoge druk uitgeoefend aan 5 het midden van het onderdeel, waar de randen van het open eind van de dop samenkomen en de druk is voldoende om een volledige afsluiting te vormen en de kern volledig in te kapselen. Omdat de druk wordt geconcentreerd bij het midden van het samenstel in lijn met het kernmateriaal, wordt een 10 voldoende kracht uitgeoefend op de kern om te verzekeren, dat geen holte of scheiding optreedt tussen het binneneind van de kern en het aangrenzende deel van het bekledingsmate-riaal. Bij deze ingekapselde uitvoering wordt het eind afgesneden en gestempeld na de extrusie om de afgewerkte elek-15 trode te verkrijgen met een goed gevormde kop en een volledig ingekapselde kern.
In een andere uitvoering van de uitvinding die is afgebeeld wordt het kernmateriaal niet volledig inge-kapseld. Inplaats daarvan is het kernmateriaal bloot gesteld 20 aan het niet vonkende eind van de elektrode. In deze uitvoering wordt het samenstel van de kern niet flesvormig vervormd maar wordt de extrusie uitgevoerd door een pons, die aangrijpt op het eind van het stuk of de kern en het middel vormt om de meeste extrusiekracht over te brengen op het ondereind of 25 gesloten eind van de top. Bij deze uitvoering, waarbij de extrusiekracht hoofdzakelijk wordt geleverd via het kernmateriaal en waarin een kleinere druk of kracht wordt uitgeoefend tegen het open eind van de dop, geschiedt de extrusie zonder het optreden van belangrijke holten aan de ondereinden van de 30. kernen.
Bij deze uitvoering, waarbij het kernmateriaal niet wordt ingekapseld, omvatten de volgende vormbewer-kingen het afsnijden van het overtollige dopmateriaal en vervolgens het uitvoeren van werkzaamheden, die nodig zijn om 35 de uiteindelijke gewenste vorm van de elektrode te verkrijgen.
Deze en andere aspecten van de uitvinding worden hierna vollediger beschreven aan de hand van de tekening.
40 Fig. la - lk zijn afbeeldingen van de voort- 8101572 , , -4- V » gang, waarbij de elektroden volgens de eerste uitvoering van de uitvinding wordt gevormd.
Fig. 2 toont een stel gereedschappen/ die worden toegepast om gelèidelijk de onderdelen te vormen/ die 5 zijn afgébeeld in de fig. lh - lk.
Fig. 3a-3c tonen een gewijzigde afsnij- en stempelwerking/ waarbij het onderdeel van .fig lh kan worden gevormd tot dat van fig. lk in een enkele bewerking binnen een enkel stel matrijzen.
10 Fig. 4a-4d tonen de voortgang in een uitvoe ring/ waarbij het kernmateriaal niet volledig wordt ingekap-seld.
Verwijzend naar de tekening zijn twee uitvoeringen van de uitvinding afgebeeld/ waarvan de éne leidt tot 15 de vervaardiging, van een-bougie met een bimetaalelektrode/ waarbij het kernmateriaal/ gewoonlijk koper, volledig is in-gekapseld, en een tweede uitvoering, waarbij het eind van het kernmateriaal bloot blijft liggen en de uiteindelijke elektrode constructief verschilt van de eerste uitvoering 2Q aan het niet-vonkende eind. In de tekening is het meeste gereedschap niet afgebeeld, daar het aan de deskundige op dit gebied wel duidelijk zal zijn welk gereedschap kan worden toegepast om deièwerkingen uit te voeren die nodig zijn om de onderdelen in de uiteindelijke gewenste vorm te brengen.
25 In sommige gevallen is echter gereedschap afgebeeld, maar het zal duidelijk zijn, dat andere vormen van voortschrijdende bewerkingen en gereedschap in sommige gevallen kunnen worden toegepast.
Fig. la-lc tonen de voortgang bij het vervaar- 30 digen van de dop, die is gevormd uit hittebestendig materiaal, dat geschikt is voor bougies, zoals nikkel. Zoals in fig. la is afgebeeld, wordt een cilindrisch stuk 10 afgesneden van het eind van een staaf. Bij deze snijbewerking zijn de einden van het stuk niet volkomen recht en hebben ze 35 tegenovergestelde tapse secties 11, die door de snijbewerking zelf worden veroorzaakt.
De oneffenheid aan de einden van het stuk 10 wordt in een eerste rechtmaakbewerking verwijderd, waarvan het eindproduct is afgebeeld in fig. lb. In deze figuur heeft 40 het rechtgemaakte stuk 12 althans nagenoeg dezelfde diameter 8101572 -5- als het stuk 10/ maar de einden 13 zijn in wezen recht en plat. Gereedschap om het stuk recht te maken is niet afgeheeld, maar omvat normaal een matrijs voor het opnemen van het stuk met een recht binneneind, dat ten minste gedeelte-5 lijk is gevormd door een uitstootpen en een samenwerkend gereedschap met een recht eind, dat samenwerkt met de matrijs om het stuk van fig. lb te verkrijgen.
Na het rechtmaken wordt het stuk 12 gevormd tot een dopvormig element door achterwaartse extrusie 10 en de dop is gevormd zoals is afgeheeld in fig. lc. Deze dop 14 heeft een eindwand 16 en een cilindrische zijwand 17, die uitsteekt vanaf de eindwand 16 naar het open buiten-eind 18. De dop heeft een cilindrische binnenwand 19, die zich uitstrekt naar de eindwand 16. Bij voorkeur wordt de 15 dop 14 gevormd in een enkele machine , zoals een dubbel-slagskopvormmachine, die automatisch werkt om de stukken 10 af te snijden van draad en de rechtmaak—en extrusiebewerkin-gen achter elkaar uitvoert in een enkele matrijs tijdens twee slagen. Het zal echter duidelijk zijn dat andere 2Q machines kunnen worden toegepast om de dop te verkrijgen.
Vanaf de vormbewerking, waarbij de dop 14 is verkregen, worden de doppen overgebracht naar een schoon-maakbewerking, waarbij de doppen grondig worden schoongemaakt om smeermiddel en ander vreemd materiaal te verwijde-25 ren voor redenen, die meer in detail hierna worden besproken.
Het kernmateriaal, gewoonlijk koper, wordt gesneden van draad om een kernstuk 21 te verkrijgen, dat in fig. lb is afgeheeld. Ook hier is het kernstuk in het alge-3Q meen cilindrisch maar het afsnijden leidt ertoe dat een eind-vlak niet volkomen glad of recht is. De stukken 21 worden grondig gewassen om al het vreemd materiaal en olie of dergelijke te verwijderen en het stuk 21 en de dop 14 worden samengesteld, bij voorkeur in een automatische samenstel-35 machine om het samenstel te verkrijgen, dat is afgebeeld in fig. Ie. Bij voorkeur past het stuk 21 zonder klemming nauwkeurig in de cilindrische opening 19. Opgemerkt wordt, dat zoals is afgebeeld in fig. Ie een kleine speling 22 gewoonlijk blijft bestaan tussen het binneneind van het 4Q kernstuk 21 en de eindwand 16 van de dop 14. Het is belang- 8101572 %. * -6- r i rijk om deze ruimte te verwijderen als de uiteindelijke elektrode moet worden gevormd zonder een holte tussen het binneneind van de koperkern en het aangrenzende deel van het nik-kelmateriaal.
5 Een methode om dit te bereiken is het stuk 21 voorlopig op zijn plaats te persen in de dop 14, zoals is afgebeeld in fig. lf. Dit voorlopig op zijn plaats persen geschiedt door het samenstel van fig. Ie te plaatsen in een matrijs, waarbij het stuk koper 21 wordt geperst met een 10 gereedschap, dat nauw past in de opening 19 en een recht eind heeft. Bij deze bewerking verandert de vorm van de dop niet. Betrekkelijk lage krachten kunnen worden toegepast omdat het koper betrekkelijk zacht is en het stuk betrekkelijk klein in diameter. De kracht moet echter groot genoeg zijn om het 15 koper te stuiken, zodat het de holte in de dop dicht opvult en dicht aangrijpt op de wanden van de holte. Een kracht in de orde van 560.000 - 700.000 kPa is voldoende gebleken om dit opstuiken van het koper te veroorzaken en het stuk 21 volledig op zijn plaats te persen in de nikkelen dop, maar 20 als het kernstuk is gevormd uit harder materiaal, moeten grotere stuikkrachten worden toegepast.
Het reinigen van het stuk en de dop is belangrijk om de aanwezigheid van vreemd materiaal of smeerolie langs het tussenvlak tussen het kernstuk 21 en de bin-25 nenwand van de dop 14 te voorkomen en het verdient de voorkeur het voorlopig op zijn plaats persen van fig. lf uit te voeren zonder de aanwezigheid van belangrijke hoeveelheden smeerolie of vloeistof, zodat het tussenvlak schoon is.
Na het voorlopig op zijn plaats persen bestaat een dicht 30 passende aanraking op de toegang van vreemd materiaal te verhinderen.
Zoals boven is besproken worden twee uitvoeringen van de uitvinding weergegeven. Bij de éne ontstaat een volledig ingekapselde kern en bij de andere een elektrode, 35 waarbij het kernmateriaal bloot ligt aan het niet—vonkende eind wanneer de elektrode is afgewerkt. De beide uitvoeringen maken gebruik van de reeksen van fig. la-lf en verschillen alleen in de reeks stappen na het fabriceren van het samenstel van fig, if, 4Q Een eerste vorm. van de eerste uitvoering, 8101572 ί -7- waarbij de kern volledig wordt ingekapseld, geschiedt volgens de reeks die is afgeheeld in fig. lg-lk. Bij deze reeks wordt het samenstel van fig. lf flesvormig vervormd, zodat het deel van de dop 14 boven de kern 21 naar binnen wordt gebogen 5 zoals is afgebeeld in fig. lg bij 24 om het dopeind gedeeltelijk te sluiten over het kernstuk 21. De flesvormige vervorming veroorzaakt echter niet dat de open randen bij 24 volledig worden gesloten, maar er blijft nog steeds een opening 26 boven het kernstuk 21.
10 Nu verwijzend naar fig. 2 en lh wordt het flesvormige samenstel van lg geschoven in een extrusiematrijs-samenstel 31 bestaande uit een buitenmatrijs 32 met een cilindrische boring 33 voor het opnemen van het flesvormige samenstel met een nauwe speling. Binnenwaarts van de buiten-15 matrijs 32 bevindt zich de extrusiematrijs 34 met een in-gangsdeel 36 en een extrusiekeel 37. Voorbij de extrusie-keel 37 bevindt zich een doorgang in de matrijs, die iets breder is om speling te verkrijgen.
Een samenwerkend gereedschap 41 is aange-2Q bracht op de slede van de machine en is beweegbaar naar het matrijssamenstel 31 tot een voorwaartse dode stand, die is afgebeeld in fig. 2. Dit gereedschap heeft een cilindrische buitendiameter 42, die past in de doorgang 33 met een betrekkelijk nauwe passing, en een neus 43 met gereduceerde 25 diameter. Het eind van het gereedschap 42 is op grotere schaal afgebeeld in fig. lh. In de afgebeelde uitvoering heeft het gereedschap 41 langs zijn hoofddiameter een diameter van ongeveer 5 mm. De neus 43 heeft een ëinddiameter van ongeveer 4 mm en loopt vanaf het eind taps terug met een 30 hoek van ongeveer 15° of een ingesloten hoek van 30°. Aan de overgang tussen de neus 43 en het hoofddeel van het gereedschap is een afrondingsstraal 44 gevormd.
De diameter van het eindvlak 46 van het gereedschap is groter dan de opening 26 in het flesvormige 35 deel. De randen van de dop, die tijdens de flesvormige bewerking naar binnen waren geslagen worden dus aanvankelijk gegrepen door het eindvlak 46 van het gereedschap en naar binnen geperst in aanraking met het buiteneind van de kern 26, Bij voorkeur is diameter van het eindvlak 46 ongeveer 4Q gelijk aan de diameter van het kernstuk 21, zodat zodra de 8101572 < » — 8— buitenrand van de dop naar binnen gekeerd is, de kracht van de neus op het samenstel via het gesloten eind wordt overgebracht op de koperen kern 21 om een axiale extrusiekracht over te brengen op het samenstel via de kern. Hierdoor be-5 staat er minder neiging dat holten optreden aan het tegenovergestelde eind van de kern.
Zoals het best is afgebeeld in fig. lh treedt enige achterwaartse extrusie op tijdens het extrusie-proces in het nikkel van de dop langs de neus 43, zodat een 10 dopvormig eind of buisvormige sectie 47 wordt verkregen. Wanneer het onderdeel door de extrusiëmatrijs wordt geperst wordt zijn diameter met ongeveer 50% verminderd en een langwerpige schacht of dteel 48 verkregen, waarbij de kern 49 totaal is ingekapseld binnen het bekledingsmateriaal, zoals 15 het nikkel 51. Tengevolge van de concentratie van de door de neus 43 uitgeoefende druk op de eindwand bij 52 treedt een volledige afsluiting op, waarbij naar gemeend wordt de neiging bestaat tot vorming van een druklas.
Het is belangrijk om te verzekeren, dat 2Q gas of andere verontreinigingen niet worden opgesloten binnen de dop 14 tijdens de aanvankelijke vervorming, zodat de pons is voorzien van een axiale ventilatie-opening 53, die op overdreven schaal is afgebeeld in fig. 2. Smeermiddel of gas of andere verontreinigingen, die anders zouden kunnen worden 25 ingekapseld met de kern worden afgevoerd via de ventilatieopening 53, wanneer de dop rondom de kern wordt afgesloten.
Verder wordt bij fig. lh opgemerkt, dat geen holte aanwezig is aan het binneneind 54 van de kern 49 en dat innig contact wordt verkregen tussen het kernmateriaal 30 en het aangrenzende bekledingsmateriaal. Deze afwezigheid van een holte wordt gedeeltelijk bij elk van de twee werkwijzen verkregen. Ten eerste wordt tijdens het voorlopig op zijn plaats persen de kern 21 volledig op zijn plaats geperst tegen het binnenvlak van de dop 14, zoals is afgebeeld in fig.
35 1£. Ten tweede is de grootte van de neus 43 zo uitgevoerd, dat de grootste druk aan het begin van de extrusie wordt uitgeoefend langs een oppervlak, dat althans nagenoeg gelijk is aan het oppervlak van het aanvankelijke stuk 21, zodat de kracht, die nodig is om de extrusie te beginnen, via het stuk 4a 21 wordt overgebracht op de onderwand van de dop.
8101572 4 * -9-
In een vorm van de eerste uitvoering, die is afgeheeld in fig. li-lk en in fig. 2 is de volgende bewerking het afsnijden van het buisvormige uitsteeksel 47 van het be-kledingsmateriaal, dat is veroorzaakt door de achterwaartse 5 extrusie'rondom de neus 43. Dit afsnijdsel 56, fig. li, wordt verwijderd door het in de estrusiematrijs 31 gevormde deel te persen in een afsnijmatrijs 57, die is voorzien van een buitenmatrijs 58 met een doorgaande boring 59 met dezelfde diameter als het afsnijdeel 60, dat is afgebeeld in fig. li.
10 Het afsnijdsel 56 wordt van het deel afgesneden terwijl dit in de matrijs wordt geperst door een gereedschap 61. Na het afsnijden zorgt een afstrijkhuls 62, dat het afsnijdsel 56 niet op het gereedschap 61 blijft zitten, terwijl dit uit de voorwaartse dode-puntstand wordt teruggetrokken.
15 Na de bewerking in de tweede of afsnijma trijs werpt een uitstootpen 63 het bijgesneden onderdeel uit cc en wordt dit overgebracht naar een stempelmatrij s°met een centrale doorgang 67 voor het opnemen van de steel 48. Een plat gereedschap 68 grijpt aan op het kopdeel en stuikt de 20 kop zijwaarts uit langs het vlak van de matrijs 66 om een vergrote kop 69 te verkrijgen, zoals is afgebeeld in fig. Ij. Bij deze stempelbewerking wordt de onderzijde van de kop 69 goed gevormd met een bepaald oppervlak.
In de laatste bewerking wordt het onderdeel 25 weer bijgesneden in een afsnijmatrijs 71 tot de uiteindelijke vorm, die is afgebeeld in fig. Ik. Hier werken weer een onderdeel 72 en een afstrijker 73 samen om een ring afvalmate-riaal 74 af te snijden zoals is afgebeeld in fig. Ik, en om de buitenranden van het kopdeel 69 recht te maken. De af-3Q strijker 73 zorgt ook dat het afval niet blijft zitten op het gereedschap 72, wanneer dit wordt teruggetrokken.
Fig. 3a-3c tonen een variant van de eerste uitvoering, waarbij het bij snijden en stempelen worden verricht in een enkele matrijs. In dit geval is het in fig. 3a 35 afgeheelde onderdeel gelijk aan het in fig. lh afgebeelde onderdeel, dat is voltooid in de extrusiematrijs. Dit onderdeel wordt geplaatst in een gecombineerde matrijs 76, die dient om het overtollige materiaal af te snijden en ook de stempelbewerking uitvoert. Deze matrijs is voorzien van een 40. buitenste matrijsdeel met een boring 77 voor het opnemen van 8101572 -10- de buisvormige sectie 47. Binnenwaarts van de matrijs 76 bevindt zich een tweede matrijs 78 met een doorgaande boring 79 met een diameter, die gelijk is aan de vereiste maximum diameter van het kopdeel van de elektrode. Deze boring strekt 5 zich uit naar een platte houder 81, die wordt gevormd door . een tweede binnenmatrijs met een doorgaande boring 82 met een diameter die nauwkeurig past bij de schacht 48.
Wanneer het geëxtrudeerde deel wordt geperst in de matrijs 78 door een gereedschap 83, zal het deel 10 dat leidt tot afval, binnentreden in de boring 77 en van het stuk worden afgesneden door zijn aanraking met de schouder 84. Het bijgesneden deel wordt dan verder in de matrijs 78 geperst en het kopdeel wordt tegen de schouder 81 gestempeld en uitgestuikt door een goed gevormde kop in de boring 79.
. 15 In de matrijs die is afgeheeld in fig. 3b wordt dus een afgewerkte elektrode 86 vervaardigd in een enkele bewerking uitgaande van het geëxtrudeerde deel van fig. 3a.
Een tweede uitvoering van de uitvinding is weergegeven voor het vervaardigen van een bougie-elektrode, 20 waarbij het kernmateriaal niet volledig is ingekapseld. Deze uitvoering maakt gebruik van de reeks, die is afgebeeld in fig. la-lf gevolgd door de reeks van fig. 4a-4d. Bij deze· uitvoering wordt de dop 14 gevormd op de manier, die is afgebeeld in fig. la-lc. Evenzo wordt het stuk 21 gevormd vol-25 gens fig. ld, samengesteld volgens fig. Ie en voorlopig op zijn plaats geperst volgens fig. lf. In de tweede uitvoering wordt het samenstel echter niet flesvormig vervormd, maar direct overgebracht naar de extrusiematrijs waarin de extrusie 101 wordt uitgevoerd.
30 Het gereedschap en de matrijs voor het uitvoeren van de extrusie 101 volgens fig. 4a is in wezen hetzelfde als volgens fig. lh . Daar het onderdeel niet flesvormig vervormd is, past de neus 102 van de pons in het open eind van de dop 14 en grijpt deze aan op het eind van het 35 kernstuk 21. De lengte van de neus 102 is zo gekozen, dat het eindylak van de koperen kern 21 wordt aangegrepen door het eindylak 103 van de neus 102 voordat de pons op de dop . stuit om te verzekeren dat een aanzienlijke kracht wordt uitgeoefend op de eindwand 16 van de dop via de kern 21, 40 wanneer de extrusie begint. Bij deze uitvoering bestaat er 8101572 -11- 4 * t >i aanzienlijk minder neiging, dat een holte verschijnt aan het binneneind van de kern.
Aan het eind van de extrusie -herwerking heeft het geëxtrudeerde onderdeel een gesloten binnenste 5 eindwand 104, een cilindrische zijwand 106 en een buisvormige sectie 107 met grotere diameter, allemaal gevormd uit het materiaal van de dop 14. De kern 21 is gerekt om een kernsec-tie 108 te vormen, die aan een binneneind 109 uitsteekt naar het bloot liggende eindvlak 111.
10 In de afgebeelde tweede uitvoering is het gewenst een elektrode te vervaardigen zoals is afgeheeld in fig. 4d. Dit wordt bereikt door het geëxtrudeerde deel 101 te steken in een afsnijmatrijs die gelijk is aan het matrijs-samenstel 57, waarbij een buisvormige sectie afvaf~wordt 15 afgesneden van het boveneind van hét geëxtrudeerde onderdeel, zodat een bimetaal-élement 113 overblijft, dat een gelijkmatige buitendiameter heeft. Na de afsnijbewerking wordt het bimetaaldeel 113 gedeeltelijk gestuikt, zoals is afgebeeld in fig. 4c tussen een matrijs 116 en een pons 117 om tussen 20 zijn einden een verbrede rib 118 te vormen. Een uitstoot-pen 119 ondersteunt het binneneind" van het onderdeel tijdens het uitstuiken en dient om het onderdeel 120 met de rib uit te werpen, wanneer het gereedschap 117 terugbeweegt vanaf de matrijs 116. Bij de laatste bewerking, die is afgebeeld 25 in fig, 4d worden twee of meer dwarssleuven gevormd in het open eind van het onderdeel om verankeringsvoeten 121 en 122 te vormen, die samenwerken met de rib 118 om een constructie te verkrijgen om de elektrode te bevestigen in een bougie.
In elk van de twee afgebeelde uitvoeringen 30 worden de dop en het stuk of de kern zo gevormd, dat de kern niet uitsteekt voorbij het open eind van de dop, wanneer deze Beide zijn samengesteld. Bij voorkeur wordt de kern dan voorlopig op zijn plaats geperst om te verzekeren dat geen spleet bestaat tussen de eindwand 16 van de dop 14 en het 35 binneneind van de kern. Bij de tweede uitvoering worden hierbij ook de twee delen op elkaar vergrendeld, zodat ze automatisch kunnen worden overgebracht en toegevoerd aan de machine, waarin de extrusie plaats vindt, zonder gevaar, dat de kern uit de dop valt. Het flesvormig vervormen bij de 40 eerste uitvoering zou dit ook verhinderen, als het voorlopig 8101572 — w .
* -12- r i op zijn plaats persen niet werd toegepast.
In de uitvoering, waarbij een volle inkapseling wordt verkregen, wordt de extrusie bewerkt door een pons met een neus met een betrekkelijk kléine diameter, die bui-5 tengewoon hoge drukken veroorzaakt langs de naar binnen gekeerde randen van de dop of het buitenste metaal om een volledige sluiting te verzekeren om de kern volledig in te kapselen en ook om te verzekeren, dat geen spleet of holte optreedt aan het tegenovergestelde eind van de kern bij het IQ begin van de extrusiebewerking. Om te verzekeren, dat geen holte bestaat en dat een goed contact wordt verkregen langs het tussenvlak tussen de kern en de dop is het belangrijk dat de twee delen grondig worden gereinigd ' voordat ze worden samengesteld en dat voorzover mogelijk vreemd materiaal en 15 smeermiddel worden verwijderd.
De uitvinding kan worden uitgevoerd in afzonderlijke machines. Bijvoorbeeld kan een dubbelslags-kopvormmachine worden gebruikt om de dop 14 te vervaardigen en een afzonderlijke schaar om het stuk of de kern 21 te 20 vervaardigen. Een samenstelmachine kan worden toegepast voor het automatisch plaatsen van de kern 21 in de dop nadat deze beide zijn gereinigd. Deze samenstelmachine kan ook worden toegepast voor het voorlopig op zijn plaats persen en eventueel het flesvormig vervormen, hoewel het flesvormig ver-25 vormen kan worden uitgevoerd in een machine, die de volgende bewerkingen uitvoert. Tenslotte kan het extruderen en vervolgens bijsnijden en vormen worden uitgevoerd in een afzonderlijke eindmachine. Hoewel afzonderlijke machines kunnen worden toegepast om de werkwijze volgens de uitvinding uit 3Q te voeren, zal het duidelijk zijn, dat gecombineerde machines kunnen worden ontwikkeld en dat aanzienlijke wijzigingen van de verschillende stappen volgens de uitvinding mogelijk zijn..
8101572

Claims (20)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een bimetaalelektrode voor een bougie of dergelijke, met het kenmerk, dat uit een eerste metaal een dop (14) met een centrale opening van een open eind (18) naar een ge- 5 sloten eind (16) wordt gevormd, uit een ander metaal een kern (21) wordt gevormd, de kern in de centrale opening wordt geplaatst zodat de kern niet voorbij het open eind uitsteekt, en een extrusie wordt gevormd door de dop en de kern met het gesloten eind voorop in een extrusiematrijs 10 te persen met een gereedschap met een eindvlak (46, 103), dat ten minste althans nagenoeg even smal is als de centrale opening, zodat aanzienlijke extrusiekrachten via de kern worden uitgeoefend op de eindwand (54, 104).
2. Werkwijze volgens conclusie l,met het 15 kenmerk, dat de kern (21) voorlopig op zijn plaats in de dop (14) wordt geperst voorafgaand aan de extrusie, zodat deze past bij en aangrijpt op de aangrenzende oppervlakken van de dop.
— 3. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t 20 het kenmerk, dat van het eerste metaal na de extrusie een deel (56, 112) dat verwijderd ligt van het gesloten eind (54, 104) wordt afgesneden.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het k e n m e r k, dat dit deel (56, 112)althans nagenoeg buis-25 vormig is.
5. Werkwijze volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat de extrusie aan het tegenover het gesloten eind liggende eind wordt opgestuikt.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het 30 k enmerk, dat het open eind (18) voorafgaand aan de extrusie flesvormig wordt vervormd en het open eind wordt gesloten om de kern (21) volledig in te kapselen.
7. Werkwijze volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat het open eind (18) tijdens de extrusie 35 volledig wordt gesloten.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, m e t het k e nme rk, dat een deel van het eerste metaal achterwaarts wordt geextrudeerd rondom het eindvlak van het gereed- 8101572 «·» -14-. ' * schap om een buisvormig deel (47) te vormen.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, m et het kenmerk, dat het buisvormige deel (47) vervolgens wordt afgesneden.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat een kop (69) aan een eind wordt gevormd.
11. Werkwijze volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de kern in de centrale opening verzonken ten opzichte van het open eind wordt geplaatst en de dop fles- 10 vormig wordt vervormd ten einde tenminste gedeeltelijk het open eind te sluiten om de kern en de kern en de dop tegelijk worden geëxtrudeerd door een kracht tegen het gedeeltelijk gesloten open eind uitoefenen welke kracht behalve het extrude-ren ook zorgt dat het open eind volledig wordt gesloten om de 15 kern volledig in te kapselen.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, m e t het kenmerk, dat de kracht aanvankelijk uitgelijnd met de centrale opening wordt uitgeoefend over een oppervlak dat niet groter is dan het oppervlak van de centrale opening.
13. Werkwzije volgens conclusie 12, me t het kenmerk, dat de kracht wordt uitgeoefend door een gereedschap met een neus (43) met gereduceerde diameter, waarbij het eerste metaal ook terug wordt geëxtrudeerd rondom de neus om een buisvormig deel (47) te vormen.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het buisvormige deel (47) wordt af-gesneden zodat een vergroot deel (60) bij het volledig afgesloten eind overblijft.
15. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t 30. e t kenmerk, dat de kern in. de centrale opening verzonken ten opzichte van het open eind van de dop wordt aangebracht, en dat de kern voorlopig op zijn plaats in de centrale opening wordt geperst zonder belangrijke vervorming van de dop, waarna de dop en de kern tegelijk met het gesloten eind 35 voorop door de extrusiematrijstoorden geperst, waarbij een voldoende kracht op de kern wordt uitgeoefend om tijdens de extru-sie de kern in aanraking met het gesloten eind te houden.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, m e t het kenmerk, dat het open eind (18) tijdens de ex- 8101572 -15- ¢9 f I ί trusie volledig wordt gesloten om de kern (21) volledig in te kapselen.
17. Werkwijze volgens conclusie 15, m e t het kenmerk, dat de extrusie wordt uitgevoerd 5 zonder het open eind (18) van de dop (14) te sluiten.
18. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de kern (21) cylindrisch is en de dop en de kern door de extrusiematrijs worden geperst door een kracht voornamelijk via de kern op het gesloten 10 eind uit te oefenen om een samengesteld extrusiedeel te verkrijgen waarin het binneneind van de kern in innige aanraking met het gesloten eind van de dop is.
19. Elektrode voor een bougie of dergelijke, bestaande uit een kern uit metaal zoals koper of dergelijke 15 die volledig is ingekapseld in een metalen buitenmantel, met het kenmerk, dat de elektrode wordt gevormd door tegelijk de kern en de buitenmantel te extruderen door een kracht die wordt uitgeoefend op het naar binnen gekeerde eind van den dop (14) van de buitenmantel die het naar binnen 20 gekeerde eind volledig sluit, waarbij een aanzienlijk deel van de extrusiekracht via de kern (21) wordt uitgeoefend op het gesloten eind (16) van de dop.
20. Elektrode volgens conclusie 19, me t het kenmerk, dat een flens is aangebracht aan het 25 eind ervan waartegen de kracht wordt uitgeoefend. 81015 72
NL8101572A 1980-04-09 1981-03-30 Werkwijze voor het vervaardigen van een bimetaalelektrode. NL8101572A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US13850080A 1980-04-09 1980-04-09
US13850080 1980-04-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101572A true NL8101572A (nl) 1981-11-02

Family

ID=22482300

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101572A NL8101572A (nl) 1980-04-09 1981-03-30 Werkwijze voor het vervaardigen van een bimetaalelektrode.

Country Status (4)

Country Link
JP (1) JPS56163051A (nl)
BE (1) BE888334A (nl)
DE (1) DE3113748A1 (nl)
NL (1) NL8101572A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2076706B (en) * 1980-05-30 1984-06-27 Champion Spark Plug Co Producing a composite center electrode
FR2579312B1 (fr) * 1985-03-25 1987-07-10 Nibart Jean Procede et dispositif de recuperation de l'energie thermique vehiculee par des eaux usees a des fins de prechauffage d'une eau de consommation
CN113198958B (zh) * 2021-04-01 2022-08-23 广东长盈精密技术有限公司 一种铜件的生产工艺

Also Published As

Publication number Publication date
JPS56163051A (en) 1981-12-15
DE3113748A1 (de) 1982-03-18
BE888334A (fr) 1981-07-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3186209A (en) Method of cold forming an elongated hollow article
US4416141A (en) Method and apparatus for forming an electrical connector
US2966872A (en) Forming shaped hollow metal articles and equipment therefor
EP0404570B1 (en) A method of making a tubular member
US5490408A (en) Method of and apparatus for extruding a billet of a light metal alloy
GB2141654A (en) Method of forming spark plug shells
US4575343A (en) Bimetal electrode and method of making same
NL8101572A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een bimetaalelektrode.
SU1371512A3 (ru) Способ изготовлени коллекторного сегментного кольца
US4695759A (en) Method for producing a composite center electrode and an electrode
JPS6127136B2 (nl)
US3054177A (en) Method of making valve lifter bodies or the like
CA1114779A (en) Process of closed extrusion shaping of a metal rod material and an apparatus therefor
US3399559A (en) Method and apparatus for processing tubing
US2393850A (en) Method and means for making nut blanks
US3078566A (en) Confined extrusion method of making hollow articles
JPH0459147A (ja) コネクティングロッドの鍛造成形方法
JPS6349356B2 (nl)
US4744502A (en) Process for the production of tri-metallic contact rivets
JPH026412B2 (nl)
JP3863606B2 (ja) 電池用端子の製造方法及びその装置
JPS6092032A (ja) 冷間押出成形によるセンタ穴加工方法および装置
CN220444675U (zh) 一种钛合金细长阶梯状杆件的温挤压模具
JPS606731B2 (ja) 段付き中空製品の圧造方法
GB2069378A (en) Production of spark plug electrodes

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed