NL8100710A - Balenpers. - Google Patents

Description

-1- r »- *

Baienpers.

De uitvinding heeft betrekking op een balenpers omvattende een perskanad. een in het perskanaal heen en weerbeweegbaar persstempel een in het perskanaal uitmondende toevoerinrichting voor het tot een baal te persen materiaal, een inrichting voor het vormen van doorlaten tussen de 5 kop van het stempel en het achtervlak van de baal voor omsnoeringsmateriaal als de baal de gewenste afmeting heeft verkregen, een inrichting voor het plaatsen van het omsnoeringsmateriaal en het/in gespannen toestand binden en afscheiden ervan zodra de omsnoering is voltooid waarbij de inrichting voor het vormen van de doorlaten voor het omsnoeringsmateriaal bestaat uit een 10 met het gewenste aantal omsnoeringen overeenkomstig aantal stroken, die tijdens het vormen van de baal in de kop van het persstempel zijn verzonken met hun van het stempel afgekeerde vlak op één lijn met het voorvlak van het stempel waarbij, als de baal is gevormd, de genoemde stroken en de kop van het persstempel zich relatief ten opzichte van elkaar in axiale rich-15 ting kunnen verplaatsen.

Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend (zie ook de Nederlandse octrooiaanvrage 71.15077).

Bij de uit de praktijk bekende inrichting worden de stroken voor het vormen van de doorlaten als de baal gereed is vergrendeld en wordt 20 het stempel over enige afstand teruggetrokken, zodat tussen het achtervlak van de baal en het voorvlak van het stempel een ruimte wordt gevormd die door genoemde stroken wordt verdeeld in een aantal doorlaten waardoor het omsnoeringsmateriaal kan worden gevoerd, waarna genoemde omsnoeringsmateriaal door twisten tot een de baal omgevende lus wordt gevormd en 25 van de voorraad omsnoeringsmateriaal wordt afgescheiden.

Deze uit de praktijk bekende inrichting werkt niet bevredigend als kort materiaal zoals gras, lucerne in al of niet gedroogde toestand of huisvuil tot balen moet worden samengeperst. Het tot balen persen van huisvuil is van bijzonder belang omdat huisvuil over steak grotere 30 afstand moet worden getransporteerd in het bijzonder nu steeds meer vuilstortplaatsen nabij steden en dorpen afvallen. Een dergelijk transport is kostbaar en deze kosten kunnen alleen worden verlaagd als het te transporteren .volume zo klein mogelijk wordt gemaakt.

Bij gedroogd gras of lucerne en dergelijk materiaal treden 35 omdat dit materiaal fijn van structuur is materiaaldeeltjes tussen de stroken en de de stroken omgevende delen in de kop van het stempel. Als gevolg hiervan kan het geheel vastlopen. Bij huisvuil is het gevaar van vastlopen in nog grotere mate aanwezig. Zoals bekend bevat gebruikelijk huisvuil 8100710 -2- Γ· veel vocht en veel klein materiaal. Dit dringt tijdens het persen tussen de stroken en de de stroken omgevende delen in de kop van het stempel. Het blijkt niet goed mogelijk een goede afdichting te verkrijgen tussen de stroken en de kop van het stempel omdat als het stempel zich terugtrekt, 5 waarbij de stroken op hun plaats blijven, de volle tegendruk van de baal op de kopvlakken van de stroken wordt uitgeoefend waardoor vervormingen kunnen optreden. De geleiding van de stroken in dwarsrichting wordt, doordat de plunjer wordt teruggetrokken en de stroken blijven staan, geringer wat tevens bijdraagt tot het niet op de gewenste wijze van storingvrij werken.

10 Bovendien is het mede hierdoor onmogelijk afdichtorganen aan te brengen tussen de stroken en het omgevende materiaal van de stempelkop.

De uitvinding beoogt bovengenoemde balenpers zodanig te verbeteren dat bovengenoemde bezwaren worden opgeheven.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat achter 15 het voorvlak van de kop van het persstempel een inrichting is geplaatst, die is verbonden met genoemde stroken en deze, als de baal moet worden omsnoerd, in de groef van de stempelkop kan terugtrekken. Doordat de stroken in de stempelkop worden teruggetrokken voor het vormen van genoemde doorgangen worden de stroken niet onderworpen aan de hoge tegendruk 20 van de gerede nog te omsnoeren baal. Het grote resterende oppervlak van de kop van het stempel neemt deze druk zonder bezwaar geheel op. Vervorming van de stroken treedt dus niet op. Doordat de stroken geheel binnen de stempelkop blijven is een goede geleiding van de stroken zeer goed mogelijk. Vastlopen van de stroken in de stempelkop behoeft dus niet gevreesd te 25 worden, en nauwe toleranties kunnen worden toegepast, waardoor een goede afdichting wordt verkregen tussen de stroken en de stempelkop. Het gevaar van bedrijfsstoringen is dus klein. Eventueel in de doorgangen gedrongen verontreinigingen worden bij het uitschuiven van de stroken uit de doorgangen verwijderd wat vervuiling sterk tegengaat.

30 Om de juiste geleiding van de stroken nog te verbeteren heeft het de voorkeur dat de stroken zijn verbonden met een schuifstuk, dat in het gestel van het stempel samenwerkt met geleidingsorganen. Een voorkeursuitvoering wordt hierbij verkregen doordat het schuifstuk is verbonden met een in langsrichting van het heen en weer beweegbaar orgaan dat de 35 stroken heen en weer kan bewegen en dat in de stand waarin het vlak van de stroken ligt in het vlak van de kop van het stempel kan worden vergrendeld. Een eenvoudige uitvoering wordt hierbij verkregen doordat het vergrendelbare orgaan wordt gevormd door een kniehefboomstelsel, dat enerzijds is verbonden met het schuifstuk en anderzijds met het gestel van 40 de plunjer en dat door middel van een cilinder-zuigereenheid in en uit de grendelstand kan worden bewogen. Het zal echter duidelijk zijn dat ook 8 1 00 7 1 0 -3- |Γ“* £ axiaal werkende vergrendelbare organen mogelijk zijn zoals vergrendelbare cilinder-zuigercombinaties, schroef en moerorganen, en dergelijke.

Bij de bekende inrichting worden de doorgangen slechts in horizontale richting of in verticale richting gevormd. Bij de uitvinding 5 echter tegelijk in beide richtingen. Voor gedroogd gras, lucerne en huisvuil heeft laatstgenoemde uitvoering de voorkeur waarbij dan gewoonlijk vier stroken in langs en in dwarsrichting aanwezig zijn.

Aan de hand van een tekening, waarin een uitvoeringsvoor-beeld is weergegeven zal de uitvinding hierna nader worden besproken.

10 Fig. 1 toont een zijaanzicht, van de inrichting volgens de uitvinding waarbij de stroken zijn uitgeschoven en vergrendeld.

Fig. 2 toont een zelfde zijaanzicht als fig. 1 waarbij de stroken zijn teruggetrokken.

Fig. 3 toont een vooraanzicht van het persstempel.

15 Zoals bekend wordt het persgedeelte van de balenpers ge vormd door een wagen 1, een persstempel 2, een plunjerstang 3, die samenwerkt met een niet weergegeven plunjercilinder. De wagen 1 kan (als in fig.

1,2 gezien) van links naar rechts en terugbewegen aangedreven door de plunjerstang 3, waarbij de wagen 1 met rollen 4- loopt over niet weergegeven rails 20 of dergelijke en waarbij het stempel tot balen te vormen materiaal perst in een perstunnel (niet weergegeven). Dit materiaal wordt als de plunjer geheel naar links is verplaatst via een niet weergegeven toevoerkanaal in de tunnel gestort en vervolgens bij de voorwaartse slag van het persstempel in de tunnel geperst. Is voldoende materiaal in de perstunnel samengeperst 25 dan wordt de gevormde baal op bekende wijze omsnoerd en tijdens het persen van de volgende baal uit het perskanaal gedrukt. Om het aanbrengen van omsnoeringsmateriaal om de gevormde baal te bewerkstelligen dienen tussen het voorvlak van het persstempel en de gevormde baal een of meer doorgangen voor dit omsnoeringsmateriaal te worden gevormd en wel in horizontale en/of 30 verticale richting. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat in het voorvlak 5 van het persstempel een aantal, meestal vier stuks, kanalen 6 is aangebracht. In figuur 1 en 2 zijn horizontale kanalen 6 aangegeven. Zoals uit figuur 3 blijkt zijn tevens verticale kanalen 7 aanwezig.

In deze kanalen 6,7 zijn stroken 8 geplaatst, die samen een rooster vormen 35 als weergegeven in figuur 3. Tijdens het persen van de baal ligt,als weergegeven in figuur 1, het voorvlak 9 van de stroken 8 op één lijn met het voorvlak 10 van het persstempel. Is het persen van een baal voltooid dan worden, voor het vormen van doorgangen voor omsnoeringsmateriaal de stroken 8 vanuit de stand weergegeven in figuur 1 teruggetrokken naar de 40 stand weergegeven in fig. 2. Het persstempel 2 blijft hierbij in zijn pers- 8100710 % -4- stand. Zodra volgens op zichzelf bekende wijze het omsnoeringsmateriaal door de gevormde doorgangen is gebracht is afgebonden en van de voorraad is afgescheiden beweegt het persstempel naar links voor het daarna vormen van een nieuwe baal nadat de stroken 8 weer in de uitgangsstand weergegeven 5 in fig. 1 zijn gebracht waarbij de vorige baal uit de tunnel wordt gedrukt.

De aangegeven beweging van de stroken 8 wordt bij deze uitvoering verkregen door middel van een kniehefboommechanisme, dat in het algemeen met 11 is aangegeven. Dit mechanisme omvat een hefboom 12, die enerzijds scharnierend bij 16 is verbonden met een schuifstuk 13, en 10 anderzijds scharnierend is verbonden .bij 15 met een hefboom 14, die anderzijds scharnierend bij 17 is verbonden met het gestel van het persstempel 1. Dit kniehefboommechanisme 11 neemt bij het persen van een baal de stand in als weergegeven in. fig. 1, waarbij scharnieras 15 ligt onder de denkbeeldige lijn getrokken tussen scharnieras 16 en scharnieras 17. Met het gestel van 15 het persstempel 1 en met de hefboom 14 is een cilinder 18 scharnierend verbonden respectievelijk bij 19, 20 voor het bedienen van het kniehefboom-mechnisme. Aanslagen 21 en 22 zijn aanwezig te begrenzing van de beweging van de kniehefboom. Het schuifstuk 13, dat enerzijds is verbonden met genoemde kniehefboommechanisme 11 en anderzijds de stroken 8 draagt wordt als de 20 baal is geperst door middel van de cilinder 18 vanuit de stand weergegeven in fig. 1 naar de stand weergegeven in fig. 2 gebracht, en als de baal is omsnoerd weer terug naar de in fig. 1 weergegeven stand. Bij zijn beweging wordt het schuifstuk 13 geleid door op het gestel van de wagen aangebrachte rollen 23,24.

25 Uit de tekening zal het duidelijk zijn dat de stroken 8 zodanig in het voorvlak van het persstempel 10 zijn opgesloten dat, mede dankzij het door de rollen 23, 24 geleide schuifstuk 13, vervorming als gevolg van de op het persstempel uitgeoefende tegendruk van de te vormen en de gevormde nog te omsnoeren baal niet kan plaats hebben. Het is bóven-30 dien daardoor mogelijk met nauwe toleranties tussen de stroken 8 en de kanalen 6 en 7 te werken, zodat een goede afdichting tussen de stroken en de kanaalwanden kan worden verkregen. Bovendien wordt bij het teruggaan vanuit de stand weergegeven in fig. 2 naar de stand weergegeven in fig.

1 als het in de kanalen 6 en 7 eventueel binnengedrongen materiaal uit de 35 kanalen 6 en 7 verwijderd.

Het zal duidelijk zijn dat het kniehefboommechanisme kan worden vervangen door een ander type vergrendelbare inrichting.

8100710

Claims (3)

1. Balenpers omvattende een perskanaal een in het perskanaal heen en weer beweegbaar persstempel een in het perskanaal uitmondende toevoerinrichting voor het tot een baal te persen materiaal, een inrichting voor het vormen van doorlaten tussen de kop van het stempel en het 5 achtervlak van de baal voor omsnoeringsmateriaal als de baal de gewenste afmeting heeft verkregen, een inrichting voor het plaatsen van het omsnoeringsmateriaal en het in gespannen toestand binden en afscheiden ervan zodra de omsnoering is voltooid waarbij de inrichting voor het vormen van de doorlaten voor het omsnoeringsmateriaal bestaat uit een met het gewenste aantal 10 omsnoeringen overeenkomstig aantal stroken, die tijdens het vormen van de baal in de kop van het persstempé.'.zijn verzonken met hun van het stempel afgekeerde vlak op één lijn met het voorvlak van het stempel waarbij, als de baal is gevormd, de genoemde stroken en de kop van het persstempel zich relatief ten opzichte van elkaar in axiale richting kunnen verplaatsen 15 met het kenmerk, dat achter het voorvlak van de kop van het persstempel een inrichting is geplaatst, die is verbonden met genoemde stroken en deze, als de baal moet worden omsnoerd, in de groef van de stempel-kop kan terugtrekken.

2. Balenpers volgens conclusie 1, m e t het ken- 20. e r k , dat de stroken zijn verbonden met een schuifstuk, dat in het gestel van het stempel samen werkt met geleidingsorganen.

3. Balenpers volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat het schuifstuk is verbonden met een in langsrichting van het heen en weer beweegbaar orgaan dat de stroken heen en weer kan bewegen en 25 dat in de stand waarin het vlak van de stroken ligt in het vlak van de kop van het stempel kan worden vergrendeld. ή·. Balenpers volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het vergrendelbare orgaan wordt gevormd door een kniehefboom-stelsel, dat enerzijds is verbonden met het schCafstuk en anderzijds met het 30 gestel van de plunjer en dat door middel van een cilinder-zuigereenheid in en uit de grendelstand kan worden bewogen. 8100710