NL8100610A - Drijvende inrichting voor de overslag van lading. - Google Patents

Drijvende inrichting voor de overslag van lading. Download PDF

Info

Publication number
NL8100610A
NL8100610A NL8100610A NL8100610A NL8100610A NL 8100610 A NL8100610 A NL 8100610A NL 8100610 A NL8100610 A NL 8100610A NL 8100610 A NL8100610 A NL 8100610A NL 8100610 A NL8100610 A NL 8100610A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pontoons
cross
portal
section
silo
Prior art date
Application number
NL8100610A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rsv Gusto Eng Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rsv Gusto Eng Bv filed Critical Rsv Gusto Eng Bv
Priority to NL8100610A priority Critical patent/NL8100610A/nl
Priority to DE19823204177 priority patent/DE3204177A1/de
Priority to GB8203574A priority patent/GB2092530B/en
Priority to JP57019891A priority patent/JPS57182591A/ja
Priority to US06/347,445 priority patent/US4465012A/en
Publication of NL8100610A publication Critical patent/NL8100610A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B27/00Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers
    • B63B27/30Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for transfer at sea between ships or between ships and off-shore structures
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B27/00Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers
    • B63B27/19Other loading or unloading equipment involving an intermittent action, not provided in groups B63B27/04 - B63B27/18
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)

Description

# i n f .+ » N.0. 29-861
Drijvende inrichting voor de overslag van lading
De uitvinding heeft betrekking op een drijvende inrichting voor de overslag van lading van een schip naar een ander schip, welke inrichting bestaat uit twee pontons 5 die met elkaar zijn verbonden en waartussen ruimte is voor het afmeren van· één of meer schepen, zoals lichters, en die is voorzien van middelen voor het langszij afmeren van een ander schip, welke pontons één of meer portalen dragen waarop de inrichtingen zijn geplaatst voor 10 het behandelen van de lading, zoals hefinrichtingen.
Een dergelijke inrichting is bekend bijvoorbeeld uit het Nederlandse octrooischrift 144.226, dat een overslag-installatie beschrijft die ih het bijzonder geschikt is voor het met behulp van een elevator overbrengen van graan 15 uit het ruim van een zeeschip naar meerdere rivierschepen, die zich tussen de pontons kunnen bevinden.
Uit de praktijk is verder een drijvende overslag-inrichting bekend bestaande uit twee pontons die onderling zijn verbonden door portalen waarop zich overslagkranen 20 bevinden waarmee de lading vanuit een zeeschip kan worden overgebracht naar tussen de pontons gelegen lichters en omgekeerd.
Deze bekende installaties zijn alleen bruikbaar in rustig water dat wil zeggen binnen de beschutting van 25 een haven.
Doel van de uitvinding is nu een drijvende over-slaginrichting te verschaffen die wel op onbeschutte plaatsen kan worden ingezet, die bij verslechtering vandeweers-om standigheden nog bruikbaar blijft en die bij verdere 30 verslechtering van de weersomstandigheden toch op zijn plaats kan blijven bijvoorbeeld doordat hij is verankerd aan een afmeerboei of dergelijke.
Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de twee pontons een zodanig klein vrijboord 35 hebben dat dit bij ongunstige weersomsgandigheden kan worden overspoeld, beide pontons door een boven de bovendekken van de pontons uitstekend boeggedeelte met elkaar zijn verbonden en elke ponton op één of meer plaatsen is voorzien 81 00 6 1 0 r. * '· -2-κ * van ver boven het pontonbovendek omhoog reikende drijfkasten.
Het kleine vrijboord betekent dat bij slechte weersomstandigheden de golven over het dek heen zullen slaan. Bij een hoog vrijboord neemt het . langsbuigend moment bij 5 toename van de golfhoogte ook toe. Dit is nu niet meer het geval. Doordat beide pontons door middel van een verder omhoogreikend boeggedeelte onderling zijn verbonden wordt de tussen de pontons gelegen ruimte afgesloten en dus in sterke mate vrijgehouden van de invloed van golven en stroom. Door 10 eventuele ankermiddelen kan de inrichting zich instellen . ten opzichte van de richting van wind, golven en stroming.
Het bij hoge golven overspoelen van de pontons is ongunstig voor de stabiliteit van de inrichting. De boegconstruc-tie met het verhoogde voordek doet dit negatief effekt van de 15 lage pontonhoogten te niet in combinatie met de boven de dekken van de pontons omhoog reikende drijfkasten. Boeg en drijfkasten blijven vrijwel altijd het wateroppervlak doorsnijden en verzekeren de vereiste stabiliteit.
Bij voorkeur heeft elke ponton een doorsnede die vrijwel 20 even ver boven als onder de waterlijn breed is op welke brede doorsnede naar beneden toe een smalle doorsnede, volgt. Deze grote breedte in het golfbereik is gunstig voor de stabiliteit bij kenteren om de langsas. Door de doorsnede naar beneden toe smaller te maken kan men de pontons een diepgang geven 25 die voldoende groot is om de zich tussen de pontons bevindende lichters over hun volledige diepgang te beschutten. Een grotere breedte op de waterlijn heeft grotere golfkrachten tot gevolg waardoor het bewegingsgedrag van de drijvende inrichting slechter kan worden. De verbreding biedt naast een goede 30 aanvangsstabiliteit ruimte voor het aanbrengen van accommodatie, werkplaatsen, machinekamers en pompkamers enz. Door de versmalling naar beneden toe wordt een te groot overschot aan drijfvermogen vermeden en hierdoor doet zich nu het merkwaardige effekt voor dat een dergelij'ke spantvorm van de rompen 35 van de pontons een bewegingsgedrag vertoont dat behoort bij een spantvorm die over de gehele hoogte smal is uitgevoerd.
Bij voorkeur wordt de overgang tussen de brede en de smalle doorsnede van de pontons naar de naar buiten toe gekeerde wand van de inrichting gevormd door een schuin vlak 8100610 ' -3- dat een scherpe hoek maakt met de horizontaal. Dit schuine vlak waarvan de hoek met de horizontaal bij voorkeur kleiner is dan 60° heeft een dempende invloed op de bewegingen van de inrichting. Dit schuine vlak kan een plat vlak zijn of een 5 vloeiend gebogen vlak, bijvoorbeeld volgens een S-curve.
Volgens de uitvinding verdient het de voorkeur wanneer ter plaatse van de drijfkasten de breedte van de doorsnede over de gehele hoogte van de pontons tot aan de onderrand daarvan gelijk blijft. Deze gelijkblijvende grote breedte, die 10 zich niet alleen naar beneden toe maar bij voorkeur ook naar boven toe in de drijfkasten voortzet, zorgt onder alle omstandigheden nabij de waterlijn voor voldoende stabiliteit en naar beneden toe voor voldoende sterkte, in het bijzonder wanneer zich juist op die plaatsen de hefinrichtingen bevinden. Bij 15 voorkeur zijn een of meer drijfkasten ter plaatse van de bodems van de pontons door holle kokers met elkaar verbonden. Deze kokers maken niet alleen deel uit van dat deel van de inrichting dat voor het opdrijvend vermogen moet zorgen, maar zij vormen ook de verbinding tussen de twee pontons.De drijf-20 kasten met deze zich aan de ondereinden daarvan voortzettende horizontale verbinding vormen als het ware een ü-vormig hol lichaam dat de pontondelen met elkaar verbindt en daar de nodige stijfheid aan geeft.
Dezuimte tussen de pontons kan verder open zijn, maar 25 het verdient de voorkeur wanneer de pontons ter plaatse van hun ondereinden en in de tussen de pontons gelegen open ruimte onderling zijn gekoppeld door met tussenruimte op afstanden van elkaar geplaatste dwarsbalken. Deze balken hebben een verdere reducerende werking op de bewegingen van het 30 water tussen de pontons tot gevolg welke bewegingen zouden kunnen voortvloeien uit de drukschommelingen die zich aan de buitenzijde als gevolg van de golfwerking voordoen. Deze balken behoeven geen enkele functie te vervullen in de sterkte van de inrichting en blijven, net zoals de kokers buiten het 35 bereik van de bodem van de lichters.
De drijfkasten vormen bij voorkeur de verticale kolommen van het of de portalen op de boveneinden waarvan de horizontale delen of bruggen van de portalen zijn ondersteund en die dienen voor het daarop plaatsen van de overslaginrich-40 ting zoals bijvoorbeeld hefkranen.
Tussen deze vast opgestelde portalen kan een 8100810 \ -4 - portaal worden aangebracht dat is voorzien van een silo. en dat verrijdbaar kan zijn danwel vast opgesteld.
Deze silo wordt gevoed door middel van de op de vast opgestelde portalen geplaatste hefinrichtingen en kan, 5 wanneer het portaal verrijdbaar is, worden gebracht boven het ruim van het te vullen schip dat zich tussen de pontons bevindt. Zowel bij verrijdbaar portaal met silo maar in het bijzonder bij een vast opgesteld portaal met silo kan zJch tussen de portalen waarop de hefinrichtingen staan een 10 in langsrichting verlopende draagconstructie bevinden voor transportmiddelen, zoals transportbanden, waarop vanaf de silo komende transportmiddelen aansluiten, welke transportbanden dan aan hun afvoereinden zwenkbare afvoermiddelen kunnen hebben.
15 Opgemerkt wordt dat uit het Amerikaanse octrooi- schrift 2.699.321 een drijvende inrichting bekend is voor het uitvoeren van boorwerkzaamheden en het opslaan van olie bestaande uit twee evenwijdig aan elkaar verlopende rompgedeelten die door een boeg gedeelte met elkaar zijn 20 verbonden, welke drijvende inrichting draaibaar is om een vast op de zeebodem neergelaten en aldaar verankerde toren.
De ruimte tussen de zijbenen of pontons van deze bekende inrichting kan worden gebruikt voor het opnemen van schepen die moeten worden geladen óf gelost en dient tevens voor 25 het vrijmaken van respectievelijk koppelen met de toren.
Deze bekende inrichting is zodanig gevormd dat langszij niet kan worden afgemeerd. Boeg- en pontondelen hebben dezelfde hoogte.
Het van een silo voorziene portaal kan ook vast zijn 30 opgesteld in welk geval de samenwerking met in langsrichting verlopende transportmiddelen, zoals transportbanden, noodzakelijk is. Het is dan echter van belang dat uit het eerder genoemde Nederlandse octrooischrift 144.226 reeds bekend is een portaal toe te passen met een vast opgestelde silo die 35 samenwerkt met in langsrichting verlopende transportmiddelen die op verschillende plaatsen kunnen lossen.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.
Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een inrich-40 ting volgens de uitvinding.
8100610 -5-
Fig. 2 is een schematische doorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1 gezien naar rechts.
Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 1 en 5 Fig. 4 is een bovenaanzicht van de inrichting van fig. 1 onder weglating van de hijskranen.
De in de tekeningen getoonde inrichting bestaat uit een lange slanke ponton 1 en een overeenkomstige ponton 2 die met elkaar zijn verbonden door een boeggedeelte 3 10 waarvan het bovendek 4 hoger ligt dan het bovendek 5 van de pontons 1 en 2.
De pontongedeelten 1 en 2 hebben de in fig. 3 getoonde dwarsdoorsnede die wordt gevormd door een breed bovengedeelte 6 en een smal ondergedeelte 7 waarbij de 15 buitenwand van het smalle ondergedeelte 7 in het brede bovengedeelte 6 overgaat via de schuine wand 8. Het brede gedeelte strekt zich boven en onder water vrijwel even ver uit en het vrijboord is betrekkelijk gering dat wil zeggen de afstand tussen het dek 5 en het wateroppervlak 9· 20 Daardoor zal een overspoelen van deze pontondelen plaats vinden zodra de golven te hoog worden om in de ruimte 10 tussen de pontons 1 en 2 kleinere schepen, zoals lichters, nog te kunnen hanteren en handhaven.
De boeg is naar- achteren afgesloten door een ver-25 ticale wand 11 die samen met de verticale binnenwanden 12 en 13 de ruimte 10 vormt, waarbinnen de lichters kunnen worden afgemeerd en waartoe deze zijwanden 12 en 13 onder andere zijn voorzien van fenders of dergelijke 14.
Zoals blijkt uit fig. 1 zijn de pontons bij 15 en 30 16 voorzien van ver omhoog reikende drijfkasten waarvan de doorsnedevorm het duidelijkst blijkt uit -fig. 2. Deze ver omhoog reikende holle kolommen zorgen bij overspoeling van de pontons 1 en 2 voor de nodige stabiliteit,. Bovendien dragen zij de horizontale brug of ligger 17 respectievelijk 35 18 voor de om een verticale as draaibare grijperkranen 19 respectievelijk 20 waarvan de werkcirkels in fig. 4 zijn aangeduid met 19a, 19b respectievelijk 20a , 20b.
Het is uiteraard denkbaar andere overslagmiddelen te gebruiken.
40 Zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 1 8100610 «r ν' -6- en 2 hebben de pontons ter plaatse van de drijfkasten naar beneden toe een gelijkblijvende breedte, welke breedte naar boven toe iets afneerat maar ook gelijkblijvend zou kunnen zijn. Ter plaatse van deze drijfkasten kunnen de £ pontons verbonden zijn door holle kokers 21 zoals aangegeven bij de drijfkasten 15 welke holle kokers de beide pontonde- · len 1 en 2 stevig met.elkaar verbinden. _ . , .
Een soortgelijke verstijving zonder boven het dek uitreikende drijfkasten is aan de achtereinden aangebracht 10 bij 22.
Bij de drijfkasten 16 ontbreekt de holle koker aangezien deze voor de sterkte en voor het drijfvermogen op die plaats niet nódig is want deze drijfkasten 16 liggen betrekkelijk dicht bij de boegconstructie 3.
15 Tussen de beide portalen 15, 17 respectievelijk 16, 18 bevindt zich het in fig. 3 het best zichtbare portaal 22, dat in de getoonde uitvoeringsvorm vast is opgesteld op de bij de bovendekken 5 van de pontons 1 en 2. Dit portaal 22 draagt twee silo's 23 respectievelijk 24.
20 Tussen de horizontale liggers 17 en 18 van de vast opgestelde portalen bevindt zich een draagconstructie 25 waarin transportbanden 26 en 27 zijn aangebracht met zwenkbare afvoergoten 29 respectievelijk 30. In het portaal 22 zijn dwarstransporteurs 28, 29 aangebracht die de silo’s 25 verbinden met de transportbanden 26, 27.
Denkbaar is ook een uitvoeringsvorm bij voorkeur et de kraan T9 verder naar achteren geplaatst waarbij het portaal 22 verrijdbaar is en op de zo gunstig mogelijke plaats kan worden gebracht boven de te vullen lichter.
30 Zoals meer in het bijzonder blijkt' uit de figuren 3 en 4 kan de ruimte 10 tussen boeg en pontons nog zijn voorzien van een tussen de onderranden van de pontons gelegen dwarsbalken 31 die zich op afstanden van elkaar bevinden en geen deel behoeven uit te maken van de sterkteconstructie 35 van de inrichting. Deze b·-alken dempen de waterbewegingen, die zich eventueel nog tussen de pontondelen 1 en 2 zouden kunnen voordoen.
De in de tekeningen getoonde inrichting kan op niet getoonde wijze zijn bevestigd aan een afmeerboei waartoe elk 8100610 9 ·* -7- geschikt type kan worden gekozen waarbij de keuze wordt bepaald door de zich plaatselijk voordoende omstandigheden, zoals waterdiepte en de te verwachten weersomstandigheden. Dit kan zijn een kabelverbinding 5 met een aan ankerkettingen liggende boei , een stijve arm met beperkte beweegbaarheid die is gekoppeld aan een aan ankerkettingen liggende boei danwel een scharnierend aan de boeg bevestigde arm die is gekoppeld met een naar een bodemanker lopende en door een drijver 10 onder trekspanning gehouden verbinding.
8100610

Claims (8)

  1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elke ponton een doorsnede heeft die vrijwel even ver boven als onder de waterlijn breed is op welke brede doorsnede naar beneden toe een smalle doorsnede volgt.
  2. 3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t h et 20 kenmerk, dat de overgang tussen de brede en de smalle doorsnede van de pontons naarde naar buiten toegekeerde wand van de inrichting wordt gevormd door een schuin vlak dat een scherpe hoek maakt met de horizontaal.
  3. 4. Inrichting volgens een of meer der voorgaande 25 conclusies ,met het kenmerk, dat ter plaat se van de drijfkasten de breedte van de doorsnede over de · gehele hoogte van de pontons tot aan de onderrand daarvan gelijk blijft.
  4. 5. Inrichting volgens een of meer der voorgaande 30 conclusies, met het kenmer k,dat een. of:'m&er-drijfkas ten ter plaatse van de bodems van de pontons door holle kokers met elkaar zijn verbonden. 8100610 --9-
  5. 6. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pontons ter plaatse van hun ondereinden en in de tussen de pontons gelegen open ruimte onderling zijn gekoppeld door met tussen- 5 ruimte op afstanden van elkaar geplaatste dwarsbalken.
  6. 7. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drijfkasten de verticale kolommen vormen van het portaal respectievelijk de portalen, op de boveneinden van welke kolommen de horizon- 10 tale delen van de portalen zijn ondersteund.
  7. 8. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op het dek van de pontons een portaal is geplaatst, dat is voorzien van een silo. 15 9* Inrichting volgens conclusie 8, m e t h et kenmerk, dat het portaal met de silo verrijdbaar is.
  8. 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, me t het kenmerk, dat tussen de vast opgestelde portalen een in langsrichting verlopende draagconstructie is 20 aangebracht voorzien van transportmiddelen zoals transportbanden, en het van een silo voorziene portaal is voorzien van transportmiddelen die op de in de draagconstructie aangebrachte transportmiddelen kunnen aansluiten, welke laatsten kunnen zijn voorzien van zwenkbare afvoermiddelen. ·»· 81 00 61 0
NL8100610A 1981-02-09 1981-02-09 Drijvende inrichting voor de overslag van lading. NL8100610A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8100610A NL8100610A (nl) 1981-02-09 1981-02-09 Drijvende inrichting voor de overslag van lading.
DE19823204177 DE3204177A1 (de) 1981-02-09 1982-02-06 Schwimmvorrichtung zum umschlagen von ladung
GB8203574A GB2092530B (en) 1981-02-09 1982-02-08 Floating jettles
JP57019891A JPS57182591A (en) 1981-02-09 1982-02-09 Float device
US06/347,445 US4465012A (en) 1981-02-09 1982-02-09 Floating device for transshipment of cargo

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8100610A NL8100610A (nl) 1981-02-09 1981-02-09 Drijvende inrichting voor de overslag van lading.
NL8100610 1981-02-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8100610A true NL8100610A (nl) 1982-09-01

Family

ID=19836992

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100610A NL8100610A (nl) 1981-02-09 1981-02-09 Drijvende inrichting voor de overslag van lading.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4465012A (nl)
JP (1) JPS57182591A (nl)
DE (1) DE3204177A1 (nl)
GB (1) GB2092530B (nl)
NL (1) NL8100610A (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3460350D1 (en) * 1983-01-13 1986-09-04 Ruhrgas Lng Flussigerdgas Serv Method for the transport of goods with a ship from an arctic harbour to an icefree harbour as well as a transportship
JPH0777880B2 (ja) * 1986-03-12 1995-08-23 山九株式会社 宇宙ロケツトの洋上打上げシステム
DE9207647U1 (nl) * 1992-06-05 1992-08-27 Rohr Gmbh, 6701 Otterstadt, De
JP2807618B2 (ja) * 1993-08-25 1998-10-08 大豊建設株式会社 作業台船
DE4427345C2 (de) * 1994-08-02 2001-10-04 Krupp Foerdertechnik Gmbh Verfahren und Entladeeinrichtung zum Entladen von Schiffen
DE4429536C2 (de) * 1994-08-19 1999-01-14 Man Takraf Foerdertechnik Gmbh Stetigfördernder Schiffsentlader
GB9504406D0 (en) * 1995-03-06 1995-04-26 Downham Ralph Stabilising method
AU674647B3 (en) * 1996-03-14 1997-01-02 Ralph Downham Barge
US6010295A (en) * 1998-03-19 2000-01-04 Semisub Transshippers Inc. Floating structure for the transfer of cargo
ES2226916T3 (es) * 1999-09-28 2005-04-01 A2Sea A/S Embarcacion.
US6302049B1 (en) * 2000-04-04 2001-10-16 J. Ray Mcdermott, S.A. Multi-use vessel
US6334401B1 (en) * 2000-08-22 2002-01-01 Seabulk Systems Inc. Floating structure for the transfer of cargo
US6863484B2 (en) * 2002-05-17 2005-03-08 Seabulk Systems Inc. Catamaran transfer vessel
US20050092228A1 (en) * 2003-10-31 2005-05-05 Faris Sadeg M. System and method of shipping container freight
DE102009019556B4 (de) * 2009-04-30 2012-08-09 Atlas Elektronik Gmbh Vorrichtung und Verfahren zum Starten eines Unterwasserlaufkörpers
KR101217527B1 (ko) 2009-07-31 2013-01-10 한국과학기술원 평형 유지 크레인 및 이를 장착한 선박
KR101141594B1 (ko) * 2009-08-12 2012-05-17 한국과학기술원 평형 유지 크레인 및 이를 장착한 선박
CN111907653A (zh) * 2020-08-18 2020-11-10 上海交通大学 海上浮式风机与养殖网箱的集成互补系统

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US28922A (en) * 1860-06-26 Window-curtain slide
US2453155A (en) * 1945-06-30 1948-11-09 Homer B Nelson Floating dock and wharf
US2532249A (en) * 1947-03-14 1950-11-28 Mary Ward Rock conveyer ship
US3009587A (en) * 1959-08-03 1961-11-21 R P T Z Patco Inc Cargo vessel
US3481296A (en) * 1966-05-11 1969-12-02 Robert M Stephens Air-waterborne vessels
GB1278134A (en) * 1969-07-25 1972-06-14 Port Autonome De Dunkerque Plant for unloading and handling loose solid material
DE2419057A1 (de) * 1974-04-20 1975-10-30 Howaldtswerke Deutsche Werft Mit einem eigenantrieb versehener schwimmkoerper fuer den umschlag von massengut auf see
GB1580757A (en) * 1978-04-22 1980-12-03 Valmet Oy Method of and means for moving cargo on to or off a vessel

Also Published As

Publication number Publication date
DE3204177A1 (de) 1982-09-23
US4465012A (en) 1984-08-14
GB2092530A (en) 1982-08-18
GB2092530B (en) 1984-09-19
JPS57182591A (en) 1982-11-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100610A (nl) Drijvende inrichting voor de overslag van lading.
US3411169A (en) Cargo ramp assembly
US5787828A (en) Swath cargo ship
US3707934A (en) Floating stable terminal
WO2001064507A1 (en) Submersible heavy lift catamaran
KR100466881B1 (ko) 양현하역용 하역장치
SE426465B (sv) Pramberande fartyg
US4825791A (en) Ocean transport of pre-fabricated offshore structures
CN110352159A (zh) 用于联接两艘船的装置
US6536363B1 (en) Device for ramps
US9499239B2 (en) Integrated heavy lift and logistics vessel
US8136465B2 (en) Apparatus and method for reducing motion of a floating vessel
KR101131573B1 (ko) 반잠수식 모바일 하버 및 이를 이용한 화물 운송 방법
AU696808B2 (en) Stabilising method
GB2063182A (en) Offshore harbours
EP2098445A1 (en) Inland vessel with container lifting crane and a method for handling containers transported on inland waterways
EP0137625B1 (en) Transport of prefabricated offshore structures
KR102270519B1 (ko) 수직 및 수평형 부력체로 구성된 다목적 수상작업 바지
WO2008070309A2 (en) Logistics ship with an inclining payload deck
EP0249422A1 (en) Method and arrangement for raising rigs
SU553153A2 (ru) Судно дл перевозки маломерных судов с грузом
KR101113693B1 (ko) 부유식 하이브리드 이동항구
JPS60157985A (ja) 予備作製沖合構造物の運搬のための自己推進式運搬船及び方法
AU2004200321A1 (en) Cargo transshipping unit
UA2222U (uk) Перевантажувальний пристрій (пк-30)

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed