NL8100077A - Aandrijving voor een rolgordijnroede. - Google Patents
Aandrijving voor een rolgordijnroede. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8100077A NL8100077A NL8100077A NL8100077A NL8100077A NL 8100077 A NL8100077 A NL 8100077A NL 8100077 A NL8100077 A NL 8100077A NL 8100077 A NL8100077 A NL 8100077A NL 8100077 A NL8100077 A NL 8100077A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cord
- locking member
- locking
- housing
- ball
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/24—Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
- E06B9/26—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
- E06B9/28—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable
- E06B9/30—Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable
- E06B9/32—Operating, guiding, or securing devices therefor
- E06B9/324—Cord-locks
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/56—Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
- E06B9/78—Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor for direct manual operation, e.g. by tassels, by handles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Blinds (AREA)
- Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)
Description
AANDRIJVING VOOR EEN ROLGORDIJNROEDE.
De uitvinding heeft betrekking op een aandrijving voor een rolgordijnroede, met een in een huis opgestelde snoerschijf, met een om de snoerschijf lopend kogelsnoer en met een aan het huis aangebracht grendelorgaan, dat samenwerkt met één van de beide omlaaghangende snoerstukken en 5 dat voorzien is van een ten opzichte van de kogeldiameter smaller, U-vormig open grendeldeel.
Bij een dergelijke aandrijving zijn de snoerstukken in het algemeen een onderdeel van één enkel eindloos . kogelsnoer, dat gevoerd is om de snoerschijf. Wanneer de rol- 10 gordijnroede bijvoorbeeld op een venster is gemonteerd, liggen beide snoerstukken, gezien door een voor het venster staand persoon, ongeveer achter elkaar. Om het rolgordijn omhoog te trekken, moet één van de snoerstukken naar onderen getrokken worden. Het andere snoerstuk beweegt zich overeen- 1? komstig naar beneden. In de gewenste hoogte grijpt een kogel van het getrokken snoerstuk in in het grendeldeel, zodat het rolgordijn niet door eigen gewicht naar beneden kan afrollen. Wanneer het rolgordijn over een verder stuk naar boven getrokken of omlaaggelaten moet worden, moet getrokken wor- 20 den aan het door het grendeldeel vastgehouden snoerstuk, waarbij het snoerstuk eerst vrij moet komen van zijn ingrij-ping met het grendeldeel.
Een rolgordijn kan zo zijn uitgevoerd, dat het 8100077 #- * 2 vanaf de standplaats van de bedieningspersoon gezien hetzij voor of achter de rolgordijnroede verloopt. Overeenkomstig zijn verschillende draairichtingen voor de aandrijving van de rolgordijnroede hoodzakelijk. Dan moet ook het grendel-orgaan op een verschillende plaats zijn opgesteld. Een ver- 5 dere afhankelijkheid voor de plaats van het grendelorgaan ontstaat ook of de aandrijving aan het rechter of aan het linker einde van de rolgordijnroede gemonteerd moet worden.
De bekende aandrijving heeft het nadeel, dat zijn grendelorgaan ten opzichte van de as van de rolgordijn- 10 roede een vaste voorgeschreven plaats heeft. Een dergelijke aandrijving kan daarom niet gebruikt worden voor alle in aanmerking komende mogelijkheden, zowel wat betreft de geldende draairichting als wat betreft het voor de montage bestemde einde van de rolgordijnroede. 15
De uitvinding heeft daarom tot doel een aandrijving van het bovengenoemde type zodanig uit te voeren, dat de aandrijving naar keuze voor iedere draairichting bruikbaar is en aan één van de einden van de rolgordijnroede gemonteerd kan worden. 20
Om dit doel te bereiken wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat het grendelorgaan is uitgevoerd als onderdeel, dat in twee verschillende standen aan het huis van de aandrijving bevestigd kan worden en dat het grendel-deel in de ene of in de andere bevestigingsstand samenwerkt 25 met telkens het ene of het andere omlaaghangende snoerstuk.
Door de 'uitvoering van de aandrijving volgens de uitvinding wordt bereikt, dat het grendelorgaan met het grendeldeel in de telkens noodzakelijke stand gebracht worden en al naar behoefte kan samenwerken met het voor de be- 30 diening van het rolgordijn telkens te trekken snoerstuk. De toepasbaarheid van de aandrijving is dus onafhankelijk van de telkens noodzakelijke draairichting. Bovendien is het ook nog gunstig, dat dezelfde aandrijving al naar behoefte gebruikt kan worden voor het rechter .of het linker einde 35 van de rolgordijnroede, want het grendelorgaan met het gren- 8 1 0 0 07 7 * ί 3 deel kan ook in de telkens noodzakelijke plaats gebracht worden.
Hierna worden enige gunstige uitvoeringen van de uitvinding nader beschreven, waarvan de ene uitvoeringsvorm daarin bestaat, dat het grendelorgaan twee U-vormige 5 grendelen bevat, die zich in tegengestelde richting openen, dat al naar behoefte het ene of het andere grendeldeel in de ene bevestigingsstand van het grendelorgaan met het ene snoerstuk samenwerkt en in de andere bevestigingsstand van het grendelorgaan met het andere snoerstuk samenwerkt en dat 10 beide grendeldelen zijn aangebracht aan één zijde van een door het midden van het huis verlopende verticale as.
Door deze uitvoering wordt bereikt, dat voor het samenwerken met telkens één van de omlaaghangende snoerstukken twee grendeldelen ter beschikking staan, die naar keuze 15 gebruikt kunnen worden. Daar de beide grendeldelen zich in verschillende richtingen openen, kan telkens dat grendeldeel gebruikt worden, waarvoor een meer eenvoudige beweging van het snoerstuk bij het vrijmaken uit de grendelstand plaatsheeft. In het algemeen zou het eenvoudiger zijn voor het 20 vrijmaken van deze ingrijping het snoerstuk iets naar zich toe te trekken. Onafhankelijk hiervan bestaat echter ook de mogelijkheid, telkens dat grendeldeel te gebruiken, waarmede de ingrijping van het betreffende snoerstuk eenvoudiger of zelf ook automatisch tot stand gebracht kan worden. 25
Verder wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat het naar een door het midden van het huis verlopende verticale as gericht grendeldeel in een ten opzichte van de kogeldiameter bredere doorloopopening overgaat, die het grendelorgaan in ongeveer verticale richting doorloopt en waar- 30 door het bij dit grendeldeel behorende snoerstuk is gevoerd.
In dit geval staat ook voor het samenwerken met het te bedienen snoerstuk een grendeldeel ter beschikking, dat in het gebied onder de snoerschijf ligt. Wanneer het kogelsnoer met dit grendeldeel samenwerkt, wordt het snoer 35 vanuit de verticale lijn een stuk in de richting van de door 8 1 0007 7 r * k het huis lopende verticale as omgebogen. Met behulp van de doorloopopening wordt het kogelsnoer hierbij betrouwbaar geleid. In dit verband is het gunstig, wanneer de grendel-orgaanwand, die de doorloop-openïng vormt, een sleuf bevat, waardoor het kogelsnoer in de doorloopopening ingeschoven 5 kan worden. Een eindloos kogelsnoer behoeft daardoor niet geopend te worden, wanneer het invoeren in de doorloopope-ning moet plaatshebben.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voorgesteld, dat tenminste één van de grendel- 10 delen aan zijn naar de snoerschijf toegekeerde zijde als glijvlak is uitgevoerd en dat de helling van het glijvlak zodanig is gekozen, dat bij het omlaagtrekken van het bijbehorende snoerstuk de door het grendeldeel vastgehouden kogel hieruit wordt gedrukt. 15
Deze uitvoering waarborgt het automatisch vrijmaken van de ingrijping met het grendeldeel alleen door het omlaagtrekken van het betreffende snoerstuk. De verticale trekkracht wordt hierbij voor een deel omgevormd in een horizontale kracht-component, die een overeenkomstige zijde- 20 lingse beweging van de telkens op de bovenzijde van het grendeldeel langsglijdende kogel tot stand brengt.
Een volgende praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat daarin, dat het huis twee zich tenminste ongeveer in radiale richting uitstrekkende armen omvat, dat 25 het grendelorgaan in de eerste stand of in de tweede over l80° om een verticale as gedraaide stand tussen de armen inschuifbaar is of op deze armen opschuifbaar.is en dat het grendelorgaan in zijn betreffende bedrijfstand vergrendel-baar is. Hierdoor wordt een eenvoudige en betrouwbare be- 30 vestiging van het grendelorgaan in de telkens noodzakelijke stand mogelijk gemaakt.
Gunstig is het volgens de uitvinding verder, wanneer het huis en het grendelorgaan door«een snap- of rustsluiting met elkaar verbonden zijn, wanneer een arm«of 35 de naar de arm toegekeerde zijde van het grendelorgaan tel- 8 1 0 0 0 7 7 * y 5 kens een uitsparing bevat, wanneer een rustnok aan de betreffende zijde van het grendelorgaan of aan de arm is gevormd en wanneer de rustnokken bij het monteren van het grendelorgaan de armen onder gebruikmaking van de elasticiteit van het materiaal buigen, totdat de ingrijping van de rustnokken 5 in de daarbij behorende uitsparing plaatsheeft. Voor het vrijmaken van deze verbinding worden de armen met de hand of met behulp van een gereedschap zover gebogen, totdat de rustnok of de rustnokken zich vrijmaken uit de betreffende uitsparing. 10
Een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt verder gekenmerkt, doordat één van de naar een snoer-stuk wijzende zijden van het grendelorgaan zodanig is uitgevoerd als U-vormig grendeldeel, dat ongeveer onder de, de bovenzijde vormende, hellende glijvlakken een naar beneden 15 open uitsparing aanwezig is, die zich, van onderaf gezien, tenminste iets hoger naar boven uitstrekt dan de onderkant van het grendeldeel en waarin bij grendelfunktie een kogel van het kogelsnoer gedeeltelijk ingrijpt. Deze uitvoering verhindert een ongecontroleerd vrijmaken van de ingrijping 20 tussen grendeldeel en kogelsnoer.
Verder kunnen volgens de uitvinding de U-vor-mige grendeldelen telkens zo uitgevoerd en aangebracht zijn, dat de kogels van het kogelsnoer bij een vrijgeven daarvan na voorafgaand trekken automatisch vanwege de werking van 25 de zwaartekracht ingrijpen in het daarbij behorende grendeel.
Men behoeft dus het kogelsnoer alleen los te laten en men behoeft geen extra beweging uit te voeren om het gordijn in de gewenste hoogte vast te zetten.
Volgens een verdere uitvoering van de uitvin- 30 ding kan het huis aan die zijde, die 'ligt tegenover een met de gordijnroede samenwerkende aandrijftap, voorzien zijn van uitsteeksels, met behulp waarvan het huis in verschillende, telkens over 90° ten opzichte van elkaar verdraaide standen gestoken kan worden in een vasthoudorgaan. 35
Door deze uitvoering wordt het mogelijk het 8100077 9- w 6 vasthoudorgaan van het rolgordijn naar keuze aan het plafond of aan de -wand van een ruimte te bevestigen en daarbij het aandrijfhuis telkens in de noodzakelijke stand te verbinden met het vasthoudorgaan.
Hierna wórdt een voorkeursuitvoeringsvorm van 5 de uitvinding aan de hand van een tekening nader beschreven.
Fig. 1 is een aanzicht van de aandrijving met inbegrip van het vasthoudorgaan, gezien in axiale richting van de rolgordijnroede;
Fig. 2 is een aanzicht vanuit een over 90° ge- 10 draaide stand, gedeeltelijk als doorsnede langs de lijn II-II van fig. 1;
Fig. 3 is een aanzicht van het grendelorgaan overeenkomende met de in fig. 1 getoonde werkstand;
Fig. k is een doorsnede door het grendelorgaan 15 in een over 180° om een verticale as gedraaide stand;
Fig. 5 is een onderaanzicht van het in fig. 3 getoonde grendelorgaan;
Fig. 6 is een bovenaanzicht van het in fig. 3 getoonde grendelorgaan. 20
Een rolgordijnroede 10 is draaivast gestoken op een tap 11 van haar aandrijving. De tap 11 treedt aan één zijde van het huis 12 naar buiten, de tegenover de tap 11 liggende zijde is voorzien van uitsteeksels 13. Een hoekvormig vasthoudorgaan 1*+ is aan haar naar het huis 12 toege- 25 keerde zijde voorzien van een aantal hier niet in detail weergegeven uitsparingen. Deze zijn zo opgesteld, dat het huis 12 met behulp van de uitsteeksels 13 hetzij in de in fig. 1 en 2 getoonde stand of in een zodanige stand met het vasthoudorgaan l^f verbonden kan worden, dat het vasthoudor- 30 gaan l*f ten opzichte van de in fig. 1 en 2 getoonde stand over 90° is gedraaid en haar hoekvormige verlenging in een horizontale richting wijst.
De tap 11 heeft een zich in het inwendige van het huis 12 uitstrekkend dwarsdoorsnededeel 15, dat met zijn 35 vrije kopvlak ligt in de buurt van de in fig. 2 rechter bin- 8 1 0 0 07 7 7 nenzijde van het huis 12 en dat met inbegrip van het buitenste tapdeel een as 16 bevat, die aan de naar het vasthoud-orgaan 1½ toegekeerde zijde van het huis 12 uit het huis naar buitentreedt en grijpt in een lagerbus 17 aan de binnenzijde van het vasthoudorgaan l*f. 5
Op het dwarsdoorsnededeel 15 van de tap 11 is een snoerschijf 18 draaivast aangebracht, die aan haar buitenomtrek voorzien is van gelijkmatig verdeelde kamers 19·
Een kogelsnoer 20 bevat op regelmatige afstand kogels 21, waarvan er steeds één bij rondlopen om de snoerschijf 18 10 grijpt in één van de kamers 19. Het kogelsnoer 20 is gesloten, respektievelijk eindloos. Voor een beter begrip van de beschrijving is het in fig. 1 linker deel van het kogelsnoer 20 aangeduid als snoerstuk 22, terwijl het rechter deel werd aangeduid met snoerstuk 23. 15
Het huis 12 heeft in het verlengde van zijn beide huiswanden telkens een radiale, loodrecht omlaag gerichte arm 2*f, die voorzien is van een uitsparing 25. Tussen de armen 2k is een grendelorgaan 26 inschuifbaar, dat hierna in het bijzonder met verwijzing naar de fig. 3-6 wordt beschre- 20 ven.
Het grendelorgaan 26 heeft aan zijn ene zijde een eerste grendeldeel 27. Dit is aan zijn bovenzijde voorzien van een schuin verlopend glijvlak 28. Het grendeldeel 27 heeft een U-vormige insnijding 29, die naar de buiten- 25 zijde toe open is. Verder heeft het grendeldeel 27 aan zijn onderzijde een uitgespaard gebied 30, dat zich uitstrekt tot een grotere hoogte dan de naar buiten wijzende onderkant van het grendeldeel 27.
Een verticaal door het midden van het huis 12 30 verlopende as is aangegeven met het verwijzingscijfer 31* He ligging van deze as 31 is ook aangegeven in fig. 3-6. Het grendelorgaan 26 heeft een tweede grendeldeel 32, dat ten opzichte van de as 31 aan dezelfde zijde ligt als het grendeldeel 27. Het grendeldeel 32 heeft echter een insnijding 35 33i die het grendeldeel 32 een in de richting van de as 31 8100077 8 open U-vorm geeft. De insnijding 33 gaat over in een door-loopopening 3*+) waarvan de breedte zo groot is, dat de kogels 21 gemakkelijk doorgevoerd kunnen worden. Daarentegen is de insnijding 29 van het grendeldeel 27 en de insnijding 33 van het grendeldeel 32 zo smal, dat kogels 21 5 niet passeren kunnen.
Zoals het beste blijkt uit fig. heeft het tweede grendeldeel 32 aan zijn bovenzijde een schuin omlaag gericht glijvlak 353 waarmede een tot aanligging komende kogel 21 in de richting van de doorloopopening 3*+ bewogen 10 kan worden, zodat een ingrijping met het grendeldeel 32 hierdoor gelost -wordt.
Het grendelorgaan 26 heeft aan zijn ene zijde een rustnok 36, die -wat vorm en grootte betreft is aangepast aan de uitsparing 25 aan de bijbehorende arm 2b, De rustnok 15 36 heeft ook vertikale zijvlakken en een aan de betreffende straal aangepaste boven- en onderzijde.
Aan de tegenoverliggende zijde van het grendelorgaan 26 zijn twee rustnokken 37 aanwezig, die wat hun totale buitenvorm betreft in vorm en grootte eveneens overeen- 20 komen met een uitsparing 25. Tussen de beide rustnokken 37 is een verticale sleuf 38 aanwezig, die in dit gebied door de grendelorganenwand heen steekt en waarin de doorloopope-ning 3^ uitmondt. Daarmede kan het snoer van het kogelsnoer 20 door de sleuf 38 in de doorloop-opening 3^ worden inge- 25 voerd.
De rustnokken 36 en 37 zijn aan hun naar de armen 2b toegekeerde zijden hellend en wel zodanig, dat zij een wigvormige dwarsdoorsnede hebben, die smaller wordt in de inschuifrichting van het grendelorgaan 26. Dit blijkt 30 het beste uit fig. 2. De armen 2b zullen bij het inschuiven van het grendelorgaan 26 uit elkaar spreiden, totdat de rustnokken 36 en 37 kunnen ingrijpen in de bijbehorende uitsparing 25. Daar de meeste delen van de aandrijving en in het bijzonder ook het huis 12 in het algemeen uit kunst- 35 stof zullen bestaan, is een toereikende materiaal-elastici- 8100077 £ β* 9 teit aanwezig.
Hierna zal de werking van de aandrijving onder verwijzing naar fig. 2 in detail worden toegelicht. Het grendelorgaan 26 is zodanig gemonteerd aan het huis 12, als overeenkomt met een oprollen van het rolgordijn in de rich- 5 ting van de wijzers van de klok. Het snoerstuk 23 hangt verticaal omlaag, waarbij het snoer verloopt door de insnijding 29 van het grendeldeel 27, Een kogel 21 ligt in het uitgespaarde gebied 30 tegen de onderzijde van het grendeldeel 27 aan. 10
Wanneer nu voor het bedienen van het rolgordijn het snoerstuk 23 naar beneden wordt getrokken, komt de direct daarboven liggende kogel 21 tot aanligging tegen het glijvlak 28, waarbij de kogel door de trekbeweging naar buiten wordt weggedrukt. Daarmede is automatisch een vrijmaken 15 van de ingrijping met het grendeldeel 27 tot stand gebracht.
Het snoerstuk 23 wordt gedurende de bediening op doelmatige wijze in een schuine stand gebracht, zoals is aangegeven door de streep-stippellijn 39· Dan kan een neerlaten of optrekken van het rolgordijn plaatshebben. Wanneer het snoer- 20 stuk 23 wordt losgelaten, dan zal dit vanwege zijn eigen gewicht respectievelijk door de zwaartekracht de neiging hebben weer in de verticale stand terug te keren. Daarmede wordt automatisch weer één van de kogels 21 in ingrijping gebracht met het grendeldeel 27. 25
Wanneer zich nu echter aan de in fig. 1 rechterzijde van het huis 12 in de directe nabijheid een wand of een andere hindernis bevindt, zodat voor een uitzwaaien van het snoerstuk 23 in de richting van de lijn 39 niet voldoende vrije ruimte ter beschikking staat, dan kan het grendel- 30 deel 32 worden gebruikt. Voor deze gebruiksmogelijkheid is het kogelsnoer 20 gestippeld getekend. Het kogelsnoer 20 wordt door de sleuf 38 ingevoerd in de doorloopopening 3^·
Vanwege het uitzwaaien van het snoerstuk 23 vanuit de verticale lijn en vanwege het richten van het grendeldeel 32 35 zal het snoerstuk 23 steeds automatisch ingrijpen in het 8 1 0 0 0 7 7 10 grendeldeel 32, -want ook in dit geval zal het snoerstuk 23 door de zwaartekracht in de verticale stand willen terugkeren.
Wanneer het snoerstuk 23 naar beneden wordt getrokken, beweegt de zich daarboven bevindende kogel 21 5 langs het glijvlak 35 naar opzij, totdat de kogel in de doorloopopening 3^ komt. Daarmede is de ingrijping van het grendeldeel 32 opgeheven. Het rolgordijn kan omhooggetrokken worden,ook wanneer men het snoerstuk 23 in ongeveer verticale richting omlaagtrekt. 10
Het is doelmatig en voor het neerlaten van het rolgordijn absoluut noodzakelijk het snoerstuk 23 ongeveer in de met de lijn *f0 aangegeven stand te brengen. Het rolgordijn kan dan zonder moeite in beide richtingen versteld worden. Na het loslaten van het snoerstuk 23 komt dit weer 15 automatisch in ingrijping met het grendeldeel 32.
Het behoeft verder geen toelichting,dat een overeenkomstige werking met het snoerstuk 22 plaatsheeft, wanneer het'grendelorgaan 26 in een over 180° gedraaide stand overeenkomstig fig. b aan het huis 12 wordt bevestigd. 20
Li.ist met verwi.izingsci.jfers 10 rolgordijnroede 25 uitsparing 11 tap 26 grendelorgaan 12 huis 27 grendeldeel 13 uitsteeksel 28 glijvlak 25 l*f vasthoudorgaan 29 insnijding 15 dwarsdoorsnedèdeel 30 gebied 16 as 31 as 17 lagerbus 32 grendeldeel 18 snoerschijf 33 insnijding 30 19 kamer 3^ doorloopopening 20 kogelsnoer 35 glijvlak 21 kogels 36 rustnok 22 snoerstuk 37 rustnok . 23 snoerstuk 38 sleuf 35 2b arm 39 lijn bO lijn 8100077
Claims (10)
1. Aandrijving voor een rolgordijnroede, met een in een huis opgestelde snoerschijf, met een om de snoer-sehijf lopend kogelsnoer en met een aan het huis aangebracht grendelorgaan, dat samenwerkt met één van de beide omlaag- 5 hangende snoerstukken en dat voorzien is van een ten opzichte van de diameter van de kogels smaller, ïï-vormig open grendeldeel, met het kenmerk, dat het grendelorgaan (26) is uitgevoerd als een konstruktiedeel, dat in twee verschillende standen aan het huis (12) bevestigd kan worden en dat het 10 grendeldeel (27, 32) zodanig is aangebracht aan het grendelorgaan (26), dat het grendeldeel in de ene of de andere be-vestigingsstand samenwerkt met telkens het ene of het andere omlaaghangende snoerstuk (22, 23).
2. Aandrijving volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat het grendelorgaan (26) twee U-vormige grendel-delen (27, 32) omvat, die in tegengestelde richtingen opengaan, dat al naar behoefte het ene of het andere grendeldeel (27, 32) in de ene bevestigingsstand van het grendelorgaan (26) samenwerkt met het ene snoerstuk (22) en in de andere 20 bevestigingsstand van het grendelorgaan (26) samenwerkt met het andere snoerstuk (23) en dat beide grendeldelen (27, 32) zijn aangebracht aan dezelfde zijde van een door het midden van het huis (12) verlopende verticale as (31)·
3. Aandrijving volgens één van de voorafgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat het naar een door het midden van het huis (12) verlopende verticale as (31) gericht grendeldeel (32) overgaat in een ten opzichte van de kogel-diameter bredere doorloopopening (3*0, die in ongeveer verticale richting door het grendelorgaan (26) loopt en waar- 30 door het bij dit grendeldeel (32) behorende snoerstuk (23) wordt gevoerd. Aandrijving volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de grendelorgaanwand, die de doorloopopening (3*0 vormt, een sleuf (38) bevat, waardoor het kogelsnoer 35 (20) in de doorloopopening (3*0 geschoven kan worden. 8 1 0 0 0 7 7
5·- Aandrijving volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste één van de gren-deldelen (27, 32) aan zijn naar de snoerschijf (18) toegekeerde zijde is uitgevoerd als glijvlak (28, 35) zo is gekozen, dat bij het naar omlaagtrekken van het bijbehorende 5 snoerstuk (23) de door het grendeldeel (27, 32) vastgehouden kogel (21) hieruit gedrukt wordt.
6.- Aandrijving volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het huis (12) twee zich tenminste ongeveer in radiale, richting uitstrekkende armen 10 (2½) bevat, dat het grendelorgaan (26) in de eerste stand of in de ten opzichte daarvan over 180° om een verticale as (31) gedraaide tweede stand tussen de armen (2½) inschuifbaar of op deze opschuifbaar is en dat het grendelorgaan (26) in zijn betreffende bedrijfsstand vergrendelbaar is. 15
7·- Aandrijving volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het huis (12) en het gren-• delorgaan (26) door een snap- of rustsluiting met elkaar verbonden zijn, dat een arm (2½) of de daarnaar toegekeerde zijde van het grendelorgaan telkens een uitsparing (25) be- 20 vat, dat een rustnok (36, 37) aan de betreffende zijde van het grendelorgaan (26) of aan de arm is gevormd en dat de rustnokken (36, 37) bij het monteren van het grendelorgaan (26) de armen (2½) onder gebruikmaking van de elasticiteit van het materiaal buigen totdat ingrijpen van de rustnokken 25 (36, 37) in de telkens daarbij behorende uitsparing (25) plaatsheeft.
8.- Aandrijving volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat één van de naar een snoerstuk (23) wijzende zijden van het grendelorgaan (26) zodanig 30 is uitgevoerd als U-vormig grendeldeel (27), dat ongeveer onder het hellende glijvlak (28) , dat de bovenzijde vormt, eèn naar beneden open uitsparing (3°) aanwezig is, die zich, van onderen af gezien, tenminste iets hoger naar boven uitstrekt dan de onderkant van het grendeldeel (27) en waarin 35 bij grendelfunktie een kogel (21) van het kogelsnoer (20) 8 1 0 0 07 7 . * 33 gedeeltelijk ingrijpt.
9·- Aandrijving volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de U-vormige grendeldelen (27, 32) telkens zo zijn uitgevoerd en opgesteld, dat de kogels (21) van het kogelsnoer (20) bij een vrijgeven daar- 5 van na voorafgaand trekken automatisch vanwege de werking van de zwaartekracht grijpen in het telkens daarbij behorende grendeldeel (27, 32).
10. Aandrijving volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het huis (12) aan die zijde, 10 die ligt tegenover een met de gordijnroede (10) samenwerkende aandrijftap (11) voorzien is van uitsteeksels (13), met behulp waarvan het huis (12) in verschillende, telkens over 90° ten opzichte van elkaar verdraaide standen gestoken kan worden in een vasthoudorgaan (1*0 . 15
11. Aandrijving voor een rolgordijnroede volgens de beschrijving en/of tekening. 8100077
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3001489 | 1980-01-17 | ||
DE3001489A DE3001489C2 (de) | 1980-01-17 | 1980-01-17 | Antrieb für eine Rollvorhang-Wickelstange |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8100077A true NL8100077A (nl) | 1981-08-17 |
Family
ID=6092234
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8100077A NL8100077A (nl) | 1980-01-17 | 1981-01-09 | Aandrijving voor een rolgordijnroede. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4475580A (nl) |
BE (1) | BE887118A (nl) |
CA (1) | CA1160149A (nl) |
DE (1) | DE3001489C2 (nl) |
FR (1) | FR2479889B1 (nl) |
GB (1) | GB2068047B (nl) |
HK (1) | HK59784A (nl) |
IT (1) | IT1135068B (nl) |
NL (1) | NL8100077A (nl) |
SE (1) | SE449120B (nl) |
SG (1) | SG27684G (nl) |
Families Citing this family (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS59158891A (ja) * | 1983-02-28 | 1984-09-08 | 林口 精三 | スクリ−ン |
DE3536160A1 (de) * | 1985-10-10 | 1987-04-23 | Starcke Zuendwarenfab | Seitenzugrollo |
US5232038A (en) * | 1989-07-03 | 1993-08-03 | Gary Buxbaum | Drives for wind-up blinds |
US4932456A (en) * | 1989-07-03 | 1990-06-12 | Gary Buxbaum | Bead-chain drive for roll up blinds |
AT397412B (de) * | 1990-01-19 | 1994-04-25 | Wo & Wo Gruen Gmbh | Antriebsvorrichtung für lamellenjalousien, rollvorhänge od.dgl. |
AT399020B (de) * | 1992-10-23 | 1995-03-27 | Wo & Wo Gruen Gmbh | Antrieb für eine in einer kopfschiene einer innenjalousie gelagerte antriebswelle |
US5887637A (en) * | 1997-05-05 | 1999-03-30 | Phyper; Duncan | Aperture covering system |
US6648050B1 (en) | 1997-11-04 | 2003-11-18 | Andrew J. Toti | Spring drive system and window cover |
US20030203446A1 (en) * | 1998-10-07 | 2003-10-30 | Genentech, Inc. | Secreted and transmembrane polypeptides and nucleic acids encoding the same |
US6536503B1 (en) | 1999-03-23 | 2003-03-25 | Hunter Douglas Inc. | Modular transport system for coverings for architectural openings |
GB2366823A (en) * | 2000-09-14 | 2002-03-20 | Gee Mei Handicraft Company Ltd | Support frame |
DK200001534A (da) * | 2000-10-13 | 2002-04-14 | Fabers Fab As C | En hæve- og sænkemekanisme, især til rullegradiner |
US8210227B2 (en) * | 2008-01-25 | 2012-07-03 | Hunter Douglas Inc. | Cord lock with improved wear surface for an architectural covering |
BRMU8800031Y1 (pt) * | 2008-02-12 | 2016-11-16 | Antonio Benedito Cardoso | dispositivo recolhedor manual de persianas de enrolar |
SE535264C2 (sv) * | 2010-01-10 | 2012-06-12 | Wida Media Ab | Rullgardin med öppen draglina |
US9376861B2 (en) * | 2014-02-18 | 2016-06-28 | Ya-Yin Lin | Winding device and cordless roller blind incorporating the same |
GB201519176D0 (en) * | 2015-10-30 | 2015-12-16 | Solar Contracts Uk Ltd | Apparatus and methods for use with blindsand louvres |
US11655673B2 (en) | 2018-10-16 | 2023-05-23 | Mechoshade Systems, Llc | Drive hub dampening posts |
US11261661B2 (en) * | 2018-10-16 | 2022-03-01 | Mechoshade Systems, Llc | Roller shade system |
US12024943B2 (en) * | 2020-11-24 | 2024-07-02 | Hunter Douglas Inc. | Stackable coverings with overpowered lift systems and related systems with hold-down brackets |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US569563A (en) * | 1896-10-13 | George p | ||
US2112247A (en) * | 1936-11-04 | 1938-03-29 | Gilbert Co A C | Constructional toy and elements thereof |
US2226502A (en) * | 1939-06-08 | 1940-12-24 | Scovill Manufacturing Co | Chain bracket |
US2577046A (en) * | 1950-03-17 | 1951-12-04 | Armand Montate | Combination window shade roller bracket and actuating means |
US2724881A (en) * | 1951-12-10 | 1955-11-29 | Maria Joseph F Di | Corner clamp for bed covers |
US2894578A (en) * | 1955-05-06 | 1959-07-14 | Orville S Caesar | Roller shade |
US3424224A (en) * | 1966-12-16 | 1969-01-28 | Norman E Lowe | Cord control mechanism for roller shades |
US3854517A (en) * | 1972-05-17 | 1974-12-17 | I Nakamura | Roll blind |
NL7216589A (nl) * | 1972-12-07 | 1974-06-11 | ||
US4139044A (en) * | 1977-07-15 | 1979-02-13 | Ab Perma System | Ball cord lock |
FR2398172A1 (fr) * | 1977-07-22 | 1979-02-16 | Perma System Ab | Arretoir de cordon a boules pour store a rouleau |
-
1980
- 1980-01-17 DE DE3001489A patent/DE3001489C2/de not_active Expired
-
1981
- 1981-01-02 GB GB8100020A patent/GB2068047B/en not_active Expired
- 1981-01-09 NL NL8100077A patent/NL8100077A/nl not_active Application Discontinuation
- 1981-01-16 IT IT19178/81A patent/IT1135068B/it active
- 1981-01-16 FR FR8100787A patent/FR2479889B1/fr not_active Expired
- 1981-01-16 SE SE8100229A patent/SE449120B/sv not_active IP Right Cessation
- 1981-01-16 CA CA000368665A patent/CA1160149A/en not_active Expired
- 1981-01-16 BE BE0/203517A patent/BE887118A/fr not_active IP Right Cessation
-
1983
- 1983-08-12 US US06/522,553 patent/US4475580A/en not_active Expired - Fee Related
-
1984
- 1984-04-02 SG SG276/84A patent/SG27684G/en unknown
- 1984-08-02 HK HK597/84A patent/HK59784A/xx unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT8119178A0 (it) | 1981-01-16 |
FR2479889A1 (fr) | 1981-10-09 |
GB2068047B (en) | 1983-09-07 |
SG27684G (en) | 1985-03-29 |
SE449120B (sv) | 1987-04-06 |
BE887118A (fr) | 1981-07-16 |
US4475580A (en) | 1984-10-09 |
DE3001489A1 (de) | 1981-07-23 |
DE3001489C2 (de) | 1985-10-03 |
SE8100229L (sv) | 1981-07-18 |
FR2479889B1 (fr) | 1985-10-18 |
IT1135068B (it) | 1986-08-20 |
CA1160149A (en) | 1984-01-10 |
HK59784A (en) | 1984-08-10 |
GB2068047A (en) | 1981-08-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8100077A (nl) | Aandrijving voor een rolgordijnroede. | |
CA2210280C (en) | Rod-based file interlock system | |
CN110582616B (zh) | 用于引导门扇的引导系统、组件以及家具 | |
CN107130402B (zh) | 一种推弹锁及洗衣机 | |
CA1177745A (en) | Roller blind | |
CN107254763B (zh) | 一种推弹式洗涤剂盒及洗衣机 | |
US6161335A (en) | Balance shoe for reducing the size of a pivotable window sash assembly | |
CA2303055C (en) | Improved hinge for furniture and the like, with movable arm arranged inside the fixed arm | |
US20070044925A1 (en) | Lockable cord pulling device | |
US20140265791A1 (en) | Drawer Guide System | |
KR200190938Y1 (ko) | 자동 록킹기능을 갖는 도어 힌지장치 | |
US5052371A (en) | Sash door for a closed fireplace | |
KR102519537B1 (ko) | 슬라이딩 창호용 댐퍼조립체 | |
US2786551A (en) | Cord lock for venetian blinds | |
US3584414A (en) | Door control mechanism | |
EP0428196A1 (en) | Revolving door | |
CN214138504U (zh) | 串联滑轮和包括这样的串联滑轮的运输装置 | |
US1940099A (en) | Safety self-closing vehicle door hinge | |
KR20100133213A (ko) | 창호용 롤러조립체 및 이를 구비하는 창호구조 | |
US4618177A (en) | Automatic latching mechanism for overhead doors | |
KR102557463B1 (ko) | 슬라이딩 방식의 창호에 장착되는 댐퍼조립체 | |
JP4330544B2 (ja) | 自動閉止式の引戸 | |
US959560A (en) | Shutter-hinge. | |
US20240200405A1 (en) | Rolling shutter cam lock slat | |
US4357038A (en) | Doorcatch |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |