NL8020339A - Werkwijze en inrichting ter vervaardiging van blok- vormige voedingsmiddelprodukten. - Google Patents

Werkwijze en inrichting ter vervaardiging van blok- vormige voedingsmiddelprodukten. Download PDF

Info

Publication number
NL8020339A
NL8020339A NL8020339A NL8020339A NL8020339A NL 8020339 A NL8020339 A NL 8020339A NL 8020339 A NL8020339 A NL 8020339A NL 8020339 A NL8020339 A NL 8020339A NL 8020339 A NL8020339 A NL 8020339A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strand
strands
filling layer
layer
pieces
Prior art date
Application number
NL8020339A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hebenstreit Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hebenstreit Gmbh filed Critical Hebenstreit Gmbh
Publication of NL8020339A publication Critical patent/NL8020339A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C11/00Other machines for forming the dough into its final shape before cooking or baking
    • A21C11/16Extruding machines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C3/00Machines or apparatus for shaping batches of dough before subdivision
    • A21C3/04Dough-extruding machines ; Hoppers with moving elements, e.g. rollers or belts as wall elements for drawing the dough
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/04Apparatus for spreading granular material on, or sweeping or coating the surfaces of, pieces or sheets of dough
    • A21C9/045Laminating dough sheets combined with applying a filling in between, e.g. lasagna-type products
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/02Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of sweetmeats or confectionery; Accessories therefor
    • A23G3/0236Shaping of liquid, paste, powder; Manufacture of moulded articles, e.g. modelling, moulding, calendering
    • A23G3/0242Apparatus in which the material is shaped at least partially by a die; Extrusion of cross-sections or plates, optionally the associated cutting device
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/02Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of sweetmeats or confectionery; Accessories therefor
    • A23G3/20Apparatus for coating or filling sweetmeats or confectionery
    • A23G3/2007Manufacture of filled articles, composite articles, multi-layered articles
    • A23G3/2015Manufacture of filled articles, composite articles, multi-layered articles the material being shaped at least partially by a die; Extrusion of filled or multi-layered cross-sections or plates, optionally with the associated cutting device
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/02Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of sweetmeats or confectionery; Accessories therefor
    • A23G3/20Apparatus for coating or filling sweetmeats or confectionery
    • A23G3/2007Manufacture of filled articles, composite articles, multi-layered articles
    • A23G3/2069Moulding or shaping of cellular or expanded articles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23PSHAPING OR WORKING OF FOODSTUFFS, NOT FULLY COVERED BY A SINGLE OTHER SUBCLASS
    • A23P30/00Shaping or working of foodstuffs characterised by the process or apparatus
    • A23P30/30Puffing or expanding
    • A23P30/32Puffing or expanding by pressure release, e.g. explosion puffing; by vacuum treatment
    • A23P30/34Puffing or expanding by pressure release, e.g. explosion puffing; by vacuum treatment by extrusion-expansion

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Confectionery (AREA)

Description

802 03 S O
-1-
Werkwijze en inrichting ter vervaardiging van blokvormige voedingsmidde-lenprodukten.
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze ter vervaardiging van blokvormige voedingsmiddelenprodukten uit geëxtrudeerd en in aansluiting daarop geëxpandeerd plantaardig zetmeel met tussenliggende en/of opliggende vullingslaag en/of buitenlaag als omhulling, bij voorkeur van chocolade, noga o.d. en omvat mede een inrichting voor het vervaardigen van dergelij-10 ke voedingsmiddelenprodukten volgens de genoemde werkwijze.
Reeds is het bekend om platte voedingsmiddelenprodukten te vervaardigen door deeg, hoofdzakelijk bestaande uit plantaardig zetmeel, te voeren door een extrusiepers met sleufvormige extrusiespleet en aansluitend daarop 15 de geëxtrudeerde streng te expanderen. Het resultaat is een geëxpandeerd strengmateriaal dat ih dwarsdoorsnede slechts in geringe mate een rechthoekige langgerekte doorsnede vertoont, omdat de smalle zijden nauwelijks tot uitdrukking komen, eerder op een praktisch oncontroleerbare manier rondingen vertonen met een min of meer uitgezakte randbegrenzing, en 20 omdat voorts de langszijden ervan naar buiten toe uitzakkingen vertonen, welke de doorsnede van het strengmateriaal nog verder van de vorm van een langgerekte rechthoek afbrengen. Daarbij komt dan nog, dat de geëxpandeerde streng zelve een zekere kromming en verdraaiing vertoont, zodat ook daarom niet valt te verwachten dat twee op een willekeurige plaats uit de 25 streng gesneden platte stukken, en zeker niet opvolgende stukken, bij het op elkaar leggen t.o.v. elkaar een vlakke en evenwijdige stand zullen innemen. Dit bekende voedingsmiddelprodukt wordt daarom ook slechts als licht enkelvoudig snoepgoed, hetwelk als zgn. snack bekend is, toegepast.
30 Voedingsmiddelenprodukten, bestaande uit tenminste twee lagen van geëxtrudeerd en aansluitend daarop geëxpandeerd plantaardig zetmeel met tussenliggende en/of opliggende vullingslaag zijn tot dusver niet bekend. De uitvinding lost voor het eerst het probleem op om dergelijke voedingspro-dukten eenvoudig en goedkoop met gelijkmatig gebruik van vullingsmateri-: 35 aal en met een bevredigende kwaliteit op betrouwbare manier en zonder bedrijfsstoringen te vervaardigen, zowel ten aanzien van de smaak-, voe-dings-, als verpakkingstechnische kwaliteit als ten aanzien van in het bizonder een aantrekkelijk uiterlijk. Dergelijke voedingsprodukten bieden n.l. niet alleen de mogelijkheid om vanuit een voedingsfysiologisch 40 standpunt eventueel kaloriearm snoepgoed te vervaardigen, hetgeen voor de 8020339 m -2- algemene verhoging van de volksgezondheid een voordeel is, maar zij openen zelfs de mogelijkheid tot het gebruik van tot dusver door de algemene voedingsgewoonten verworpen, vanuit economisch zowel als uit voedings-5 wetenschappelijk standpunt waardevolle voedingsmiddelen, welke zijn samengesteld uit uitgangsmaterialen welke tot op heden niet door dé markt werden aanvaard. Voor deze laatstgenoemde voedingsmiddelenprodukten dient als voorbeeld knackebroodachtig plat materiaal, bereid uit gezuiverd algenmateriaal van voedingsfysiologisch waardevolle samenstelling, hetwelk 10 echter als zodanig ondanks zijn erkende uitstekende eigenschappen op grond van eigenaardigheden in smaak en/of vooroordelen tot dusver niet het voor de verhoging van de volksgezondheid gewenste gevolg toonde bij de consument. Hier kan de uitvinding uitkomst verschaffen door oplossing van het onderliggende probleem om op de beschreven manier een blokvormig 15 voedingsmiddel uit dergelijke lagen van plat materiaal te verschaffen waartussen zich dan vullingen bevinden van smakelijk interessante samenstelling, zoals b.v. bepaalde kaas-, vruchten-, of kruidenpasta's, b.v. op basis van mayonaise o.d. Anderzijds is de uitvinding niet uitsluitend beperkt tot de vervaardiging van alleen dergelijke blokvormige voedings-20 middelenprodukten maar kunnen ook nieuwe voedingsmiddelenprodukten van het beschreven soort worden vervaardigd waarbij de afzonderlijke lagen uit ander plantaardig zetmeel bevattend materiaal kunnen bestaan, zoals b.v.op basis van graangries. Dat materiaal is n.l. evenzeer geschikt voor de vervaardiging van blokvormige voedingsmiddelenprodukten met tussen de : 25 afzonderlijke lagen geplaatste vullagen, zowel uit smakelijke pasta, zoals b.v. kaaspasta, kruiden- of vruchtenpasta's op basis van mayonnaise of remoulade o.d., dan wel uit zoet materiaal, zoals b.v. chocolade, noga, marmelade, confituren of vruchtenschuim o.d. in zoverre het gelukt de afzonderlijke dragerlagen voor deze vullingslagen dusdanig op de beschreven 30 manier te vervaardigen, dat zij economisch en daarmede niet alleen gelijkL matig, maar ook continu met vullingslagen kunnen worden voorzien zonder dat breuk optreedt bij het doorlopen van een vullingslaagopbrenginrichting en daarmede tot vervuiling van de produktie-installatie en storingen van continubedrijf aanleiding geeft, j 35
Dit is met de bekende platte door middel van extrusie en expansie verkregen produkten niet mogelijk aangezien dezè ongeschikt zijn voor een vul-lingslaag-opbrengbewerking tengevolge van hun onregelmatige doorsnede en eveneens wegens de gebrekkige vlakheid en daardoor bizonder gevoelig zijn 40 voor breuk. De economische vervaardiging van dergelijke blokvormige voe- "" 8 02 0 3 3 9.......................................................................
yiOttiiii.c -3- dingsmiddelenprodukten is om andere redenen echter ook nog belemmerend;
Voor een rationele vervaardiging van dergelijke voedingsprodukten blijkt 5 het in de vakwereld onvermijdelijk dat het materiaal voor de lagen niet alleen voor rationele en bevredigende eigenschappen tonende vullingslaag geschikt moet zijn, maar ook zelf overeenkomstig rationeel moet kunnen worden vervaardigd. Het wordt dan als onvermijdelijk beschouwd dat het materiaal voor verschillende lagen dan ook door een voor elke laag eigen 10 extrusie met aansluitend daarop expansie wordt vervaardigd. Hier toonde ervaring echter dat tegen de opvatting van de vakwereld in met een volgens de werkwijze gebruikte parallelschakeling van verscheidene ter plaatse achter elkaar staande extrusiepersen met telkens daarachter geschakelde expansieinrichting, nog afgezien van de niet overal bevredigend grote 15 plaatsruimte en de ongewenst hoge investering ervoor, de voor een bevredigende besturing van de vervaardigingwerkwijze noodzakelijke gelijkloop van alle extrusiepersen met de telkens aansluitende expansieinrichting praktisch niet valt te realiseren. Interne onderzoekingen hebben n.l. geleerd dat de geëxpandeerde strengen in feite niet met een constante uit-20 voersnelheid uit de expansieinrichtingen komen maar eerder onderhevig zijn aan schommelingen die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van verschillende lengtes van strengen uit verschillende extrusie- en expansie-eenhe-den in eenzelfde tijdseenheid. Daardoor kan de vereiste gelijkloop niet ! mogelijk zijn. De oorzaak van deze schommelingen in de uitvoersnelheid ;25 van de geëxpandeerde streng zijn nog niet bekend. Deze snelheidsschomme-lingen zijn voor de vervaardiging van eeneeriLagig voedingsmiddelenprodukt : uit geëxtrudeerd en aansluitend daarop geëxpandeerd materiaal van geen be-; lang maar vormen bij de vervaardiging van uit meer lagen bestaand blok-materiaal een tot dusver als onoverkomelijk gehouden hindernis.
30
De uitvinding heeft daarom ten doel om met eenvoudige en goedkope midde- ! len een mogelijkheid te verschaffen, ondanks de vermelde moeilijkheden, een nieuw blokvormig voedingsmiddelprodukt te kunnen vervaardigen uit tenminste twee lagen geëxtrudeerd en aansluitend daarop geëxpandeerd plant-35 aardig zetmeel met tussenliggende en/of opliggende vullingslaag en/of met een buitenlaag door een omhulling van willekeurige vorm zowel in verband met de aanschaffingskosten als met betrekking tot de werkwijze-besturings-kosten, niet slechts rationeel, doch ook kontinu betrouwbaar zonder bedrijfsstoringen, zodat ieder vereiste van gelijkmatigheid in geometrische i40 vorm, in het bizonder met betrekking tot latere verpakking van belang, 8020339
%0386l C
-4- en van de vullingslaagopbrenging, welke voor de optimering van de kostprijs van het voedingsmiddel van belang is, alsmede van een aantrekkelijk uiterlijk van dit voedingsprodukt, medebepalend voor de verkoopbaarheid 5 ervan, vervuld wordt, waarbij daarnaast ook nog besparingen aan machine-kosten en energiekosten optreden.
Dit wordt volgens de uitvinding op verrassend eenvoudige manier met de werkwijze ter vervaardiging van blokvormige voedingsmiddelenprodukten 10 uit tenminste twee lagen geëxtrudeerd en in aansluiting daarop geëxpandeerd plantaardig zetmeel met tussenliggende en/of opliggende vullings-laag en/of buitenlaag als omhulling, bij voorkeur van chocolade, noga o.d. bereikt doordat het geëxtrudeerde deeg voor alle bloklagen gelijktijdig door dezelfde extrusieuitvoer wordt geëxtrudeerd en in aansluiting daarop 15 continu wordt geëxpandeerd, waarbij het tijdens het extrusieproces of tijdens het expansieproces opgesplitst wordt in een met het gewenste aantal lagen overeenkomend aantal continue bandvormige strengen en dat tenminste de in het gerede blokvormige voedingsprodukt niet als deklaag dienende streng of strengen telkens afzonderlijk continu voorzien wordt(en) van een 20 vullingslaag en deze bovenop elkaar worden geStane.ld.
De inrichting voor het uitvoeren der werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt door een extrusiepers waardoor het geëxtrudeerde deeg voor al-; le bloklagen gelijktijdig continu uitgeperst wordt, gevolgd door een ex-25 pansiekamer en een achter extrusiepers of expansiekamer geplaatste inrichting voor het opsplitsen van het geëxtrudeerde deeg in een met het gewenste aantal lagen overeenkomend aantal continue bandvormige strengen alsme-; de een aantal vullingslaag-opbrenginrichtingen achter de expansiekamer, overeenkomend met het aantal lagen waarop vulling moet worden aangebracht;, ! ' i 30 alsmede voorzien van een inrichting voor het op elkaar aanbrengen van de afzonderlijke bloklagen.
Het is duidelijk dat met de uitvinding geenszins de oorzaak van het schom-! ; ; melen van de uitvoersnelheid van de geëxpandeerde streng wordt opgeheven j , ’ 35 maar volgens de uitvinding op specifieke manier dit als gevolg van de i ! ' ’ j combinatie door extrusie en aansluitende expansie van het genoemde materiaal aan het geëxtrudeerde deeg eigen zijnde onregelmatige defect in stand houdt, het echter aan het doel van de uitvinding nuttig maakt, door uitschakeling van de nadelige werking ervan. Hiertoe bewerkstelligt de 40 uitvinding zoveel mogelijk een vergaande tijdssamenloop van de defecten 8020339 -5- uit de extrusie-expansie-vervaardiging van de afzonderlijke, voor afzonderlijke bloklagen bestemde strengen bij een gelijktijdig zoveel mogelijk vergaande gelijkheid der afzonderlijke snelheidsamplitudes onderling. Vol-5 gens de uitvinding wordt het materiaal daartoe voor alle afzonderlijke laagstrengen gelijktijdig uit dezelfde extrusieuitvoer geperst en gelijktijdig geëxpandeerd. In feite worden daardoor drie dingen bereikt. Ten eerste zijn in alle geëxpandeerde afzonderlijke strengen de praktisch onvermijdelijke snelheidsschommelingen in tijd gelijk. Voorts is de amplitu-10 de van deze snelheidsschommelingen per afzonderlijke streng nagenoeg gelijk. Tenslotte worden ook plaatselijk toegevoegde verschillen per afzonderlijke streng vermeden, doordat niet alleen afzonderlijke delen van verschillende geëxpandeerde strengen gelijktijdig vervaardigd worden, maar deze praktisch gelijktijdig voor gelijksoortige latere verdere behandeling 15 ter beschikking staan. Daardoor wordt niet alleen lusvorming in een geëxpandeerde streng op zijn loop voor verdere verwerking, resp. verkorting van een streng t.o.v. de andere streng vermeden, maar wordt ook op voordelige wijze bewerkstelligd dat eventueel optredende niet te vermijden onnauwkeurigheden in dwarsioorsnedevorm of in vlakheid van de streng later 20 ter plaatse van het lagenstation als de afzonderlijke strengen laagvormig of stukvormig op elkaar aangebracht worden, zodanig gecompenseerd, dat steeds strengdelen met dezelfde geometrische defecten bovenop elkaar komen te liggen. Als gevolg daarvan wordt niet alleen het gevaar van breuk tijdens het vervaardigings- resp. behandelingsprocédé aanmerkelijk terug-25 gebracht, maar bovendien ook de mogelijkheid geschapen om een kalibreren zonder problemen op de gewenste dikte te verschaffen en daarmede te zorgen voor een uitstekend uiterlijk van het eindprodukt, gepaard gaande met een vereenvoudiging en rationalisering van een eventueel volgendeverpak-king.
I 30
Volgens de uitvinding kan verder worden voorzien dat het geëxtrudeerde : deeg door een extrusiemondstuk met verscheidene ongeveer rechthoekige . extrusieopeningen, welke overeenkomen met de gewenste doorsnede van het bandvormige strengmateriaal met gelijke vorm, geëxtrudeerd wordt en dat 35 de geëxtrudeerde strengen afzonderlijk expanderen en vervolgens op een onderling divergerende wijze (waaiervormig) worden afgevoerd. De inrichting volgens de uitvinding kan daartoe voorzien zijn van een extrusiepers met een extrusiemondstuk met verscheidene ongeveer rechthoekige extrusie-. i openingen in de gewenste doorsnedevorm van de bandvormige streng terwijl 40 de expansiekamer een met het aantal strengen overeenkomend aantal expan- "8020339
906i-;:GLC
-6- siedeelkamers/waarin elke geëxpandeerde streng onafhankelijk van een andere expandeerbaar is, en waarbij een splitsingstransportinrichting aanwezig is waarmede de geëxtrudeerde strengen na hun expansie divergerend worden 5 afgevoerd (waaiervormig). Voorts kan het extrusiemondstuk van de extrusie-pers aan de uitvoerzijde zijn afgesloten door een extrusieplaat die voorzien is van een met het gewenste aantal strengen overeenkomende aantal spieetvormige openingen voor het deeg met een telkens bijna rechthoekige omtreksdoorsnede.
10
Ook kan het geëxtrudeerde deeg afkomstig zijn van een extrusiemondstuk met een bijna rechthoekige extrusieopening ter grootte van de gezamenlijke som van de gewenste doorsneden van de gelijkvormige bandvormige strengen geëxtrudeerd en vervolgens in het gewenste strengental opgesplitst.
15 De inrichting volgens de uitvinding bevat daartoe een extrusiepers met extrusiemondstuk waarvan de extrusieopening rechthoekig is ter grootte van de som der gewenste dwarsdoorsneden van strengen van gelijke vorm en waarbij achter deze extrusieopening een inrichting is opgesteld voor het opsplitsen van de geëxtrudeerde streng in een met het gewenste aantal 20 lagen overeenkomend aantal strengen. Volgens de werkwijze kan de geëxtrudeerde streng voor het opsplitsen in afzonderlijke.bandvormige strengen in zijn geheel worden geëxpandeerd, waarbij de na de expansie optredende opgesplitste strengen divergerend (waaiervormig) uit elkaar geleid worden. Volgens de uitvinding is daarin voorzien doordat het extrusiemondstuk ge-25 volgd wordt door een expansiekamer voor de expansie van het geheel van de i geëxtrudeerde bandvormige streng en dat een vertakkingstransportinrichting aanwezig is welke de door opsplitsing van de geheel geëxpandeerde bandvormige streng door de opsplitsingsinrichting in deelstrengen divergerend (waaiervormig) afvoert.
30 Eèn voordelige andere oplossing is die, waarbij de geëxtrudeerde streng | voor het expanderen wordt opgesplitst in afzonderlijke deelstrengen die elk afzonderlijk expanderen.en vervolgens divergerend afgevoerd worden, waarbij dan de inrichting volgens de uitvinding achter de opsplitsingsin- ! ' 35 richting voor de geëxtrudeerde streng in een aantal met het aantal gewens- 1 te lagen overeenkomend aantal strengen alsmede een met dit aantal overeenkomstig aantal expansiedeelkamers is uitgerust, waarin elke deelstreng
: : 'I
! . i onafhankelijk van de andere wordt geëxpandeerd en een opsplitsingsinrichting is voorzien waarmede de geëxpandeerde deelstrengen divergerend t.o.v. i 40 elkaar worden weggevoerd. Het kan daarbij doelmatig zijn indien het extru^· 8020339 -7- siemondstuk van de extrusiepers d.m.v. een overgangsstuk met de afzonderlijke expansiedeelkamers is verbonden waarin dan de opspliteingsinrichting is opgesteld. Anderzijds kan het echter ook voordelig zijn indien de a£-5 zonderlijke expansiedeelkamers direct met het extrusiemondstuk van de extrusiepers zijn verbonden, waarbij de opsplitsingsinrichting gevormd wordt door een gemeenschappelijk invoermondstuk met de expansiedeelkamers. De opsplitsingsinrichting bevat bij voorkeur mesachtige of draadachtige snij-elementen welke overigens bij voorkeur vast staan opgesteld in de bewe-10 gingsbaan van de geëxtrudeerde streng, zodat de totale opzet en constructie zeer eenvoudig zijn door het vermijden van een heen en weergaande beweging voor de snijelementen en de opsplitsing van de gehele geëxtrudeerde streng in afzonderlijk te expanderen deelstrengen enkel wotdt overgelaten aan de voortbeweging van de geëxtrudeerde streng, waarvan de ener-15 gie voor het voortbewegen in de vorm van vrijkomende extrusie-energie immers toch ter beschikking staat.
Aan een verbetering ter oplossing van het besproken probleem wordt tevens bijgedragen door' namelijk nog extra de extrusie en expansie van het 20 strengprodukt voor alle afzonderlijke strengen zoveel mogelijk gecoördi- ^ neerd in tijd en ter plaatse te doen plaatsvinden, zodat pulsaties en schommelingen naar tijd en plaats gelijktijdig optreden en daardoor bepaalde foutbronnen zich zoveel mogelijk onderling compenseren en ook nog invloed wordt uitgeoefend op de vormdoorsnede van het geëxtrudeerd- geëx-25 pandeerde strengprodukt op de meest bepalende plaats, n.l. op het tijdstip van de extrusie. Gebleken is n.l. dat het voor de vormgeving van de geëxpandeerde streng principieel medebepalend is op welke oorspronkelijke doorsnede het strengprodukt berust op het moment van aanvang van zijn expansie. Het komt echter blijkens de uitvinding niet alleen aan op de 30 overeenkomstige vormgeving van het extrusiemondstuk resp. de extrusieope-ning, maar eerder juist op de combinatie van deze specifieke vormgeving met de plaats van opstelling van het element dat de strengdoorsnede bepaalt, n.l. voor alle afzonderlijke, resp. deelstrengen gelijktijdig in de extrusieuitvoer. Daarbij kan al naar gelang de consistentie en de spe-35 cifieke deegeigenschappen van het te extruderen materiaal de extrusie van de afzonderlijke deelstrengen geschieden d.m.v. een aantal gelijktijdig aan het extrusieprocédé deelnemende extrusieopeningen met een langwerpi-i ge rechthoekige uitvoering bij geringe doorsnede of in de vorm van een i dikke compacte streng welke daarna door een opsplitsingsinrichting met i 40 mesachtige of draadachtige snijelementen in stroken wordt opgesplitst.
8 0 2 0 3 3 9 ......................................................‘..............
OOÜ^öLO
-8-
Een verrassend effect dat daarbij optreedt is dat, zoals bij bepaalde bewerkingen van hout het geval is, een rechtschilprocédé nodig is met afschillen van ongewenste uitzakkingen nabij de kanten der doorsnede met o-5 vereenkomstig verlies, maar dat bij overeenkomstig rekening houden van de doorlaat van het extrusiemondstuk met de samenstelling en de fysische eigenschappen van het te extruderen materiaal enerzijds en de verschillende procesparameters, zoals b.v. met druk, temperatuur en perssnelheid anderzijds een eenvoudige opsplitsing van de geëxtrudeerde streng in afzonder-10 lijke deelstrengen volstrekt voldoende is om een voorstreffelijk resultaat te verkrijgen van de geëxpandeerde streng gelet op de vormdoorsnede. In dit verband wordt er op gewezen dat met de gebruikte uitdrukking " bijna rechthoekig" tot uitdrukking moet worden gebracht dat de rechthoek met geringe hoogte van de extrusieopening geenszins steeds een rechte randomtrek 15 behoeft te vertonen doch eerder, al naar gelang de samenstelling en de fysische eigenschappen van het extrusiedeeg en procesparameters in lichte mate concaaf of convex kan zijn gekromd.
Teneinde het vormvast geleide deeg nadien te expanderen is volgens de uit-20 vinding een inrichting voor een vormvaste geleiding van de geëxtrudeerde streng resp. voor de expansie ervan gewenst en kan bij voorkeur de expan-siegeleidingsinrichting gevormd worden door een extrusieplaat voorzien van een met het aantal van expansiedeelkamers overeenkomend aantal en met een resp. de extrusiemondstukken in verbinding staande aanvoeropeningen, 25 waarvan de geringe omtrek zich in de expansierichting overeenkomstig de gewenste doorsnede van een geëxpandeerde streng verwijdt.
Terwijl voor het bereiken van een in alle bloklagen later vereiste gelijke doorsnede van het daarmede te vormen strengmateriaal ingegrepen wordt op 30 het voor hét expansieprocédé binnentredende materiaal doordat de afzonderlijke streng vooraf reeds gevormd werd in doorsnede bi j intrede als gevolg van bepaling van de extrusiedoorsnede voor het expansieprocédé, wordt nu ook elke toevalligheid inzake de vormgeving bij het expansieprocédé zoveel mogelijk uitgeschakeld door er voor te zorgen dat dit expansieprocédé 35 onder behoud van de vorm verloopt. Dit betekent echter dat de aan expansie onderhevige deelstreng telkens onder expansiewerking gedwongen tegen de expansiekamercontouren moet aanliggen, waarbij eventueel tijdens het expansieprocédé optredende druk- of transportsnelheidsschommelingen slechts i
I I
in de transportrichting van de streng tót uitdrukking komen, waar zij geen I 40 nadelige invloed op de vorm van het latere geëxpandeerde eindprodukt kun- 8020339
ÜUGiii.iiil.C
Λ.
-9- nen hebben.
Het resultaat is in ieder geval een veelvoud aan parallel lopende geëx-5 pandeerde strengen waarvan de vormdoorsnede dermate gelijkblijvend is als tot dusver niet voor mogelijk werd gehouden en een rechtzijdige langwerpige rechthoek benadert, praktisch zonder verdraaiingen resp. zonder kromtrekken van het strengoppervlak over de strenglengte, zoals voor het uitgangsmateriaal ter vorming van het blokvormige voedingsprodukt bij het op-10 brengen van de afzonderlijke vullingslagen en het op elkaar aanbrengen der afzonderlijke lagen en voor een daarop volgende diktekalibrering optimaal is.
Bij een verdere doelmatige uitvoering van de uitvinding kunnen de afzon-15 derlijke strengen voor het aanbrangen van de vullingslaag geroosterd worden, waartoe dan een achter de expansie-inrichting geplaatste roosterin-richting voor de afzonderlijke geëxpandeerde strengen voorzien kan zijn, die continu bij doorvoer ervan op de gewenste krokantheid resp. brosheid zijn te brengen. Deze roosterinrichting kan bij voorkeur met gas en/of 20 hoogfrequente en/of infraroodstraling worden verwarmd.
Voorts is gebleken dat het ter bereiking van een optimaal eindprodukt in de vorm van het blokvormige voedingsprodukt volgens de uitvinding doelmatig is als de afzonderlijke bandvormige strengen telkens in bijna plat-25 te stukken ter lengte van de gewenste bloklengte worden gedeeld en de van een vullingslaag te voorziene strengen dientengevolge als continu tegen elkaar aanliggende stukken aan de daarachter opgestelde vullingslaagop-frren'ging worden toegevoerd en daarna onder vergroting van de onderlinge afstand en tesamen met een overeenkomstige stuk, eventueel zonder opbreng-! 30 laag, van een strengaiaik voor stuk op elkaar worden geplaatst. De inrichting volgens de uitvinding is daartoe zodanig uitgevoerd dat aan elke be-wegingsbaan van de afzonderlijke geëxpandeerde strengen een dwarssnijin-richting is toegevoegd, waarmede de streng in platte stukken van met de bloklengte overeenkomende lengte wordt gesneden, en achter elke dwarssnij-35 inrichting een transportinrichting is opgesteld welke deze stukken die van een vullingslaag moeten worden voorzien, kontinu achter elkaar aanliggend, toevoert aan een vullingslaagopbrenginrichting waarachter zich telkens een scheidingstransporteur bevindt, die de van een vullingslaag voorziene stukken afzonderlijk aan een stapelinrichting toevoert waarin 40; zij in gewenste volgorde op elkaar gelegd worden en met een overeenkomstig 8020339 -10- stuk van een eventueel niet van een vullingslaag voorziene :streng worden bedekt.
5 Een andere mogelijkheid is om de afzonderlijke van een vullingslaag te voorziene strengen ongesneden aan de vullingslaagopbrenginrichting toe te voeren en daarna eveneens als een streng zonder aangebrachte vullingslaag telkens in stukken van de gewenste bloklengte en op onderling grotere afstand stuk voor stuk bovenop elkaar te leggen. De inrichting volgens de 10 uitvinding bestaat dan uit een vullingslaagopbrenginrichting, opgesteld achter elke transportbaan van de afzonderlijke geëxpandeerde strengen, waarmede op de desbetreffende geëxpandeerde streng tijdens zijn continue doorloop de gewenste vullingslaag kan worden aangebracht en dat telkens achter deze vullingslaagopbrenginrichting eveneens als op een willekeurige 15 plaats van de transportweg van een eventueel zonder vullingslaag te voorziene streng een dwarssnijinrichting is opgesteld, waarmede telkens de streng in platte stukken op lengte die met de bloklengte overeenkomt gesneden wordt en voorts een scheidingstransporteur aanwezig is die de van een vullingslaag voorziene stukken gescheiden aan een lagènstapelinrich-20 ting toevoert, welke in gewenste volgorde de stukken op elkaar plaatst en afdekt met een overeenkomstig stuk van een eventueel zonder vullingslaag voorziene streng.
Een andere mogelijkheid volgens de werkwijze kenmerkt zich doordat de af-25 zonderlijke met een vullingslaag uit te voeren strengen onverdeeld aan de vullingslaagopbrenginrichting worden toegevoerd en daarna tesamen met een eventueel niet met een vullingslaag voorziene streng bandvormig en continu op elkaar gelaagd worden aangebracht en dat de aldus gevormde meerlagig gevormde streng vervolgens in afzonderlijke blokvormige stukken wordt ge-30 sneden ter lengte van een gewenst blok. De inrichting volgens de uitvinding is daartoe zodanig uitgevoerd dat aan elke transportweg van de afzonderlijke geëxpandeerde strengen een vullingslaagopbrenginrichting is toegevoegd om op'"de“deBbetreffendè "geëxpandeerde streng tijdens zijn continue doorloop de gewenste vullingslaag aan te brengen en dat achter elke 35 opbrenginrichting een transportinrichting is opgesteld voor het toevoeren van de van een opbrenglaag voorziene streng aan een stapelinrichting die de afzonderlijke op eenzelfde manier aangevoerde strengen bandvormig en continu op elkaar plaatst en met een eveneens als continue band zonder eventuele vullingslaag aangevoerde streng continu bedekt, waarachter een | 40 dwarssnijinrichting is opgesteld die de aldus in de stapelinrichting ge- -8020339............................
-11- vormde meerlagige streng in afzonderlijke blokvormige stukken ter lengte van de gewenste bloklengte snijdt.
5 De keuze tussen deze afzonderlijke uitvindingsvarianten kan door de vakman gemaakt worden en hangt wederom af, enerzijds van de eigenschappen van het voor de bloklagen bepaalde materiaal van de afzonderlijke strengen en anderzijds van de consistentie in verband met b.v. gewicht, kluiten, taaiheid, vastheid e.d. evenals van de laagdikte van elke resp.alle 10 vullingslagen. De nadruk kan er echter op gelegd worden dat de laatstgenoemde variant, welke mét een continu doorlopende opbrenging van vullings-materiaal op een ongesneden bandvormig strengmateriaal werkt en aansluitend daarop een bovenop elkaar plaatsen van de aldus bewerkte bandvormige strengen en verdeling van het gevormde meerlagige blokmateriaal in een 15 daarachter opgestelde dwarssnijinrichting, het voordeel verschaft van bi-zonder geringe machine- en energiekosten en daarom zeer is aan te bevelen indien het uitgangsmateriaal toepassing ervan toestaat.
Het kan aanbeveling verdienen om bij het in stukken op elkaar plaatsen 20 van met vullingslagen bewerkte strengen voor de beide varianten volgens de uitvinding in een doelmatige uitvoering voor het vormen van meerlagige blokken zonder vullingslaag op de deklaag, dat elke stapel van op elkaar geplaatste strengstukken op diktemaat wordt gecalibreerd. Daarvoor kunnen bi j voorkeur de stapels van op elkaar geplaatste strengstukken als een 25 continue reeks tegen elkaar liggende stapel op diktemaat worden gecalibreerd worden. Volgens de uitvinding is daartoe een calibreerinrichting opgesteld, waarmede ter verkrijging van meerlagige blokken zonder vulling op de deklaag, elke stapel van op elkaar geplaatste strengstukken op een gelijkblijvende diktemaat kan worden gebracht, waarbij dan de stapels van i 30 op elkaar geplaatste strengstukken bij voorkeur aan de calibreerinrichting in een reeks continu tegen elkaar aanliggende stapels worden toegevoerd.
Indien een calibrering op diktemaat wenselijk is bij de strengsgewijze resp. bandvormige vullingslaagopbrenging en op elkaar plaatsing van de 35 met een vullingslaag uitgeruste strengen, dan wordt bij deze uitvindings-variant ter verkrijging van meerlagige blokken zonder vullingslaagopbrenging van de deklaag de meerlagige streng doelmatig voor deling in afzon-| derlijke blokvormige stukken op diktemaat gecalibreerd, hoewel het echter ook mogelijk is om deze streng voor calibrering in afzonderlijke meerla-40 gige blokken onder te verdelen en deze dan in de calibreerinrichting op 8020339 y06i;WL('; -12- dikte te calibreren bij continue opeenvolging van tegen elkaar aanliggende stapels. Voor toepassing van deze voorkeursvariant van de werkwijze kan bij een inrichting volgens de uitvinding de dwarssnijinrichting doelmatig 5 vooraf worden gegaan door een calibreerinrichting waarmede de meerlagige streng ter verkrijging van meerlagige blokken zonder vullingslaag op de deklaag op een gelijkblijvende dikte kan worden gebracht.
Indien daarentegen meerlagige blokken met een vullingslaag op de deklaag 10 gevormd dienen te worden, is het doelmatig gebleken, indien, ongeacht de wijze waarop volgens een der eerder geschetste werkwijzevarianten stapels uit op elkaar geplaatste strengstukken gevormd worden, deze na het calibreren op diktemaat in een reeks van continu tegen elkaar aanliggende stapels of als onverdeelde meerlagige streng aan een volgende vullingslaag-15 opbrenging te onderwerpen. Doelmatig kan de inrichting volgens de uitvinding voorzien zijn van een verdere vullingslaagopbrenginrichting welke achter de calibreerinrichting is opgesteld, ter verkrijging van meerlagige blokken met een vullingslaag op hun deklaag die de afzonderlijke stapels van op elkaar geplaatste strengstukken als een reeks continu tegen 20 elkaar rustende stapels of de onverdeelde meerlagige streng voor een daarop volgende opbrenging van een vullingslaag toegevoerd krijgen.
Het komt dikwijls voor dat bepaalde vullingslaagmaterialen, zoals b.v. chocolade, nogapasta o.d. zich in warme of hete toestand beter laagvor-25 mig laten opbrengen dan in koude toestand, daarentegen in koude toestand een blijvende consistentie vertonen. In dergelijke gevallen is het aan te bevelen om volgens de uitvinding het van een vullingslaag voorziene streng-materiaal voor zijn verdeling in afzonderlijke enkelvoudige of meerlagige strengstukken resp. blokvormige stukken af te koelen. Daartoe kan doel-30 matig in de transportbaan van het met een vullingslaag voorziene streng-materiaal naar de desbetreffende dwarssnijinrichting, waardoor het in afzonderlijke enkelvoudige of meerlagige strengstukken resp. blokvormige stukken verdeeld kan worden, telkens een koelinrichting op,te stellen.
Dezè koeling van het van een vullingslaag voorziene strengmateriaal voor i 35 zijn verdere verwerking in de dwarssnijinrichting doet juist bij dergelijke vullingslaagmaterialen het voordeel ontstaan dat de dwarssnijin-richting.zoveel mogelijk gevrijwaard blijft van vervuiling en dat tijdens het doorsnijden uit de vullingslaag loskomende materiaaldeeltjes als brokkige kruimels omlaag vallen, welke gemakkelijk snel en zelfs auto-40 matisch afgevoerd kunnen worden, zonder tot bedrijfsstoringen veroorza- 8 0 2 0 3 3 9 .......................................
-13- ken de vervuilingen te leiden.
Dikwijls, en bij voorkeur voor zoet snoepgoed dat kinderen graag hebben, 5 is het gewenst om de blokvormige voedingsprodukten aan te bieden in staaf-vorm. Voor een rationele vervaardiging kan volgens de uitvinding het meerlagige materiaal na de blokvorming voor onderverdeling in afzonderlijke blokstukken worden gebracht of kunnen de afzonderlijke reeds beschikbare meerlagige blokken in lengterichting in afzonderlijke stroken worden on-10 derverdeeld. Daartoe wordt volgens de uitvinding in de transportbaan van het meerlagige strengmateriaal op zijn weg naar de dwarssnijinrichting waardoor het in afzonderlijke blokstukken wordt onderverdeeld, of in afzonderlijke reeds beschikbare meerlagige blokken telkens een langssnijin-richting opgesteld, waarmede het meerlagige strengmateriaal of de meerla-15 gige blokken in afzonderlijke langsstroken wordt gedeeld. Deze langsdelïng kan daarbij al naar de plaatsing van een of meer aanwezige calibreerin-richtingen voor of na het calibreren plaatsvinden die al naar het gewenste eindprodukt en/of vereiste besturing zijnerzijds op een geschikte plaats bij de vervaardiging resp. behandeling wordt verricht.
20
Voor het vormen van meerlagige blokken met strooisel of kruimelig garni- t tuur kan tenminste een deel van het buitenoppervlak, bij voorkeur het bovenvlak b.v. voorzien worden van stukjes noot, geraspte kokosnoot o.d. bij aanwezigheid van een vullingslaag op de bovenste laag welke voorzien 25 wordt van strooisel resp. kruimels en indien die niet aanwezig is, door onderdompeling of besproeien van een hechtende laag en het vervolgens aanbrengen van strooisel resp. kruimels. Een inrichting volgens de uitvinding is voor dat doel zodanig uitgerust dat zich in de transportbaan van het als bovenste laag met een vullingslaag voorzien strengmateriaal in de vorm 30 van een met een vullingslaag voorziene continue bandvormige streng, of een reeks van dwarsdoorsneden platte stukken ervan ter verkrijging van meerlagige blokken met strooisel of kruimels op tenminste een deel van zijn buitenoppervlak, bij voorkeur aan de bovenzijde, met b.v. stukjes noot, geraspte kokosnoot o.d. een inrichting bevindt voor het aanbrengen van 35 strooisel of kruimels o.d. op het vrije van een vullingslaag voorzien oppervlak. Anderzijds kan de inrichting volgens de uitvinding doelmatig zodanig uitgevoerd worden, dat in de transportbaan van het als bovenste bloklaag aanwezige strengmateriaal in de vorm van een niet van een vul-! lingslaag voorziene continue bandvormige streng of van een reeks gesneden 40 platte stukken van hetzelfde of van het reeds gevormde meerlagige blokma- 8020330
iï()W8iiLC
e -14- teriaal in de vorm van eveneens een continu bandvormige meerlagige streng of een reeks gesneden meerlagige blokstukken ter verkrijging van meerlagige blokken met op tenminste een deel van hun oppervlak strooisel of krui-5 mels, bij voorkeur op het bovenste afdekvlak, mét b.v. stukjes noot, geraspte kokosnoot o.d. zich een dompel- of besproeiingsinrichting bevindt voor het opbrengen van een laag van een hechtingsmiddel met daarachter een inrichting voor het aanbrengen van strooisel of kruimels o.d. op de van . een hechtingsmiddel voorziene oppervlakken. In beide gevallen kan de in-10 richting voor het aanbrengen van strooisel, kruimels o.d. en eventueel de inrichting voor het aanbrengen van een hechtmiddellaag zich voor of achter de stapelinrichting bevindt. Dit hangt af van de wijze waarop de werkwijze bestuurd wordt en niet in het minst van de gewenste vorm van het eindprodukt en ook van de eigenschappen van de vrij liggende vullingslaag en/of 15 het op te brengen strooisel resp. de kruimels, geraspte delen o.d. en/of van het telkens toegepaste hechtmiddel. Bij meerlagig blokmateriaal zonder vullingslaag van de bovenste deklaag wordt veelvuldig chocolade, nogapasta of glazuur o.d. toegepast.
20 Overigens kan het alleszins gewenst zijn dat de gerede eindprodukten een omhulsel hebben van b.v. een laag chocola o.d. en wel met als zonder strooisel resp. kruimels er op en ook met of zonder vrijliggende vullingslaag op het vrije oppervlak van de bovenste deklaag. Het kan dan doeltreffend zijn als de gevormde meerlagige blokken na het gereedkomen van hun 25 geometrische buitenomtrek, d.w.z. eventueel na het calibreren en het in dwars- en/of langsrichting op gewenste stukgrootte snijden, door middel van dompelen of besproeien van een omhulling voorzien worden en indien nodig daarna gekoeld worden. De inrichting volgens de uitvinding wordt dan zo uitgevoerd dat zich in de transportbaan van de gevormde meerlagige 30 blokken na het gereedkomen van hun geometrische buitenomtrek een inrichting bevindt voor het aanbrengen van de omhulling door dompeling of besproeiing en eventueel is .daarachter een koelinrichting opgesteld.
De uitvinding wordt hierna met behulp van de tekening aan enkele uitvoe-35 ringsvoorbeelden schematisch toegelicht.
Fig. 1 toont met zijn deelfiguren Fig. la tot Fig. ld een zijaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2a is een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een extrusie-;40 uitvoer volgens de uitvinding; 8020339 -15-
Fig. 2b toont een aanzicht van deze extrusieuitvoer op de rechter voorkant ;
Fig. 3a is een met Fig. 2a overeenkomende dwarsdoorsnede van een andere 5 extrusieuitvoer met daarachter gelegen opsplitsing van de streng als andere uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Fig. 3b is evenals Fig. 2b een vooraanzicht van de extrusieopening, gezien tegen de richting van de expansie in;
Fig. 4a toont evenals de Fig. 2a en Fig. 3a een andere uitvoeringsvorm van 10 een extriisieuitlaat;
Fig. 4b is evenals de fig. 2b en Fig. 3b een vooraanzicht van de extrusieuitvoer gezien tegen de richting van de extrusie in; en Fig. 5 geeft op vergrote schaal een langsdoorsnede door een als expansie-geleidingsinrichting uitgevoerde expansiekamer volgens de uitvinding. 15
In de Fig. la tot ld, welke in totaal een schematische voorstelling geven van de installatie resp. inrichting volgens de uitvinding, zijn de extru-siepers 4 en de expansieinrichting 5 aangeduid. Aangegeven is dat de bij voorkeur met een dubbele transportworm werkende extrusiepers 4 gevoed 20 wordt door een uit de grondstoffenmenger 1 gevoede grondstof-mengseltrans-porteur 3.
Het geëxtrudeerde deeg 20 wordt in de extrusiepers 4 via een extrusieopening 18 welke naar buiten toe de extrusieuitvoer vormt (Fig. 2a, 2b resp. 25 Fig. 3a, 3b) resp. 19 (Fig. 4a resp. 4b) in de extrusierichting volgens de pijl A geëxtrudeerd. Zoals uit de Fig. 2a en 2b blijkt, wordt de extrusieuitvoer 14 door een plaat 17 afgesloten welke een sleufvormige uit- : laatopening 18 bezit, met een geringe dwarsdoorsnede in de vorm van een i : smalle langgerekte rechthoek, zoals Fig. 2b duidelijk laat zien.
30 ; ; De door de extrusieopening .18 uittredende geëxtrudeerde streng komt ver-: volgens in de expansieruimte 15 waarin.bij het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 2a en 2b de inrichting 16a is opgesteld voor het opsplitsen van de : geëxtrudeerde streng in twee deelstrengen 20a en 20b. De opsplitsingsin-:35 richting 16a is in dit uitvoeringsvoorbeeld voorzien van een in de trans- portbaan van de geëxtrudeerde streng opgestelde splijtmes, schematisch in Fig. 2a weergegeven, of van een draadverdeler waartegen de geëxtrudeerde streng tijdens zijn voortgang in de richting van de pijl A aanstroomt. Door middel van dit splijtmes resp. de draadverdeler, welke in vaste 40 stand, d.w.z. zonder het teweegbrengen van een heen en weergaande snij- 802 0 3 3 9 -16- beweging, kan werken, wordt de geëxtrudeerde streng tijdens zijn expansie in dë expansiekamer 15 in afzonderlijke deelstrengen 20a, 20b gescheiden.
In plaats van de in dit voorbeeld in Fig. 2a en 2b weergegeven opsplit-5 singsinrichting 16a waarmede slechts twee deelstrengen 20a, 20b uit de geëxtrudeerde streng verkrijgbaar zijn, kan ook een anders uitgevoerde inrichting worden toegepast waarmede de geëxtrudeerde streng in een groter aantal deelstrengen kan worden gescheiden.
10 Een dergelijk groter aantal, n.l. b.v. drie deelstrengen 20a, 20b en 20c, zijn in de uitvoering volgens Fig. 3a en 3b getekend. Daar is de extrusie-uitvoer 14 afgesloten door een plaat 17 welke eveneens slechts een extru-sieopening 18 bevat, echter in dit uitvoeringsvoorbeeld groter van doorsnede is en wel zodanig, dat de erdoor uittredende geëxtrudeerde streng 15 een dusdanige dikte heeft, dat hij gescheiden kan worden in het gewenste aantal deelstrengen 20a, 20b, 20c. Deze splitsing of scheiding in deelstrengen vindt bij dit uitvoeringsvoorbeeld niet in de expansieruimte plaats,zoals in de Fig. 2a en 2b schematisch is weergegeven, maar in een overgangsstuk 25 tussen extrusieuitvoer 14 en de expansieruimte. Het schei-20 den van de door de extrusieopening 18 uittredende geëxtrudeerde streng in het gewenste aantal deelstrengen, hier in Fig. 3a en 3b in drie deelstrengen 20a, 20b, 20c, vindt plaats met de opsplitsinginrichting 16b, bestaande uit twee mesvormige scheidingselementen, schematisch weergegeven in Fig. 3a. Voorts bevat het overgangsstuk 25 invoeropeningen voor expansie-25 deelkamers 22a resp. 22b resp. 22c waarin de geëxtrudeerde deelstrengen 20a resp. 20b resp. 20c onder behoud van hun vorm kunnen expanderen.
De volgens de uitvinding plaatsvindende in vorm gelijkblijvend gevoerde expansie van het geëxtrudeerde strengmateriaal wordt aan de hand van Fig.
30 5 van een expansiekamer toegelicht. Het wanddeel 26 van de extrusiepers
A
bevat de nauwer in de extrusierichting/toelopende extrusieopening 28. De daardoor resp. door het uitvoereinde 28' uittredende geëxtrudeerde streng komt vervolgens in een zich in de extrusierichting A verwijdende kamer 23 van het wanddeel 26, dat reeds de invoer naar de expansiekamer 22 vormt.
35 Het geëxtrudeerde materiaal wordt tegen de wand van de kamerinvoer 23 aangeperst nadat het de mogelijkheid heeft om zijn volume onder druk van het nakomende materiaal nagenoeg plotseling te vergroten, en wordt daarin aan een eerste vormgevingsprocédé onderworpen. In vele gevallen is een dergelijke vorming van de geëxtrudeerde streng door middel van een zich trech-40 tervormig verwijdende kamer 23 in de extrusierichting voldoende om aan het 8020339 -17- geëxtrudeerde materiaal de gewenste vormgeving van de doorsnede te geven.
In het bizonder kan de helling van de wanden van de invoerkamers 23 en hun axiale lengte anders worden gekozen dan in Fig. 5 is getekend. Teneinde de 5 hoedanigheid van het geëxtrudeerde materiaal tijdens het expansieprocédé nog te verbeteren, is bij het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 5 op het wand-deel 26 volgend een uitbreidingsplaat 27 geplaatst met een aan de gewenste einddoorsnede van het expansie-eindprodukt overeenkomende extra kamer 24.
Het in de kamer 23 voorgevormde expansiemateriaal komt in de loop van zijn 10 beweging in de richting A in de kamer 24 en heeft tijdens zijn expansieprocédé nog slechts de nogelijkheid om eventueel aanwezige expansiedruk in de voortbewegingsrichting te doen uitwerken waarbij echter gegarandeerd wordt dat het uit de extrusiepers resp. de extrusieopeningen 28, 28* tredende expansiemateriaal zich tengevolge van de expansiedruk ook in de hoe-15 ken van de geringe dwarsdoorsnede van de expansiekamers 22 resp. van de deelkamers 24 aandrukt. Het gewenste resultaat is een geëxpandeerde streng 20a resp. 20b resp. 20c, welke over zijn totale lengte een gelijkblijvende strengdoorsnede vertoont, welke ongeacht zijn consistentie en andere eigen-' schappen van het te expanderen materiaal en zijn voorbehandeling in de 20 voorafgaande extrusiepers 4 alsmede de wijze van bewerking bij het expanderen steeds door de gedwongen vormmatige geleiding in de expansiekamers 22 wordt bepaald.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld in Fig. 4a en 4b wordt geen afzonderlijke 25 streng geëxtrudeerd die dan op een geschikte manier in een aantal afzonderlijke deelstrengen wordt gescheiden, zoals in de Fig. 2a, 2b resp. 3a, 3b is aangeduid, maar hier worden via dezelfde extrusie-uitvoer 14 gelijktij-i dig verscheidene strengen 20a, 20b, 20c en 20d geëxtrudeerd. Met dat doel is de extrusie-uitvoer 14 afgesloten door een plaat 17, voorzien van een ;30 met het gewenste aantal extrusiestrengen 20a tot 20d overeenkomend aantal extrusie-openingen 19, hier vier. Tengevolge van de extrusie van deze vier strengen 20a tot 20d welke gelijktijdig plaatsvindt door dezelfde extrusié-uitvoer 14, wordt reeds een tot dusver voor niet mogelijk gehouden verge-lijkmatiging van de strengdoorsnede in die zin bereikt, dat niet slechts ;35 de strengdoorsnedè van een streng 20a resp. 20b resp. 20c resp. 20d over zijn lengte een uitstekende gelijkmatigheid vertoont, maar ook dat deze strengdoorsnedè per streng zonodig geringe en voor de geschiktheid van het strengmateriaal ter verkrijging van hiernavolgend te beschrijven blokvormige voedingsmiddelënprodukten, van geen belang zijnde verschillen vertoont. 40 De uit de extrusieopeningen 19 tredende strengen 20a, resp. 20b, resp. 20c, 80 2 0 3 3 9........................................................
-18- re sp . 20d worden aansluitend in de expansieruimte 15, welke in Fig. 4a niet nader gedetailleerd is weergegeven, aan het vereiste expansieprocédé onderworpen. Wederom kunnen ook hier per streng 20a, resp, 20b, resp. 20c, 5 resp. 20d afzonderlijke expansiekamers zijn opgesteld waarin de streng vormgedwongen geleid geëxpandeerd wordt. Reeds in de expansieruimte 15 of volgend daarop kan een inrichting voor afzonderlijk transport zijn opgesteld die de afzonderlijke geëxtrudeerde resp. geëxpandeerde strengen divergerend onder toenemende onderlinge afstand van elkaar wegvoert. Een 10 dergelijke gesplitste transportinrichting wordt in Fig. 4a schematisch aangeduid door de rollen 6a, resp. 6b, resp. 6c, resp. 6d.
*
Ter verkrijging van een gewenste krokantheid resp. brosheid laat Fig. la tot ld een roosterinrichting 13 zien welke door de afzonderlijke strengen 15 20a tot 20d wordt doorlopen. Al naar gelang de constructieve gegevens en de eigenschappen van het te verwerken expansie-strengmateriaal kan de roosterinrichting d.m.v. gas en/of hoogfrequente en/of infraroodstraling worden verhit.
20 In aansluiting op de slechts naar keuze toe te passen roosterinrichting 13 is de scheidingstransportinrichting met bandtransporteurs 6a, 6b en 6c weergegeven. Daarmede worden de continu aankomende geëxpandeerde strengen 20a tot 20d, in het uitvoeringsvoorbeeld van dè Fig. la tot ld slechts drie strengen 20a, 20b, 20c, continu van elkaar gesplits en telkens aan 25 een vullingslaag-opbrenginrichting 7a, resp. 7b, resp. 7c toegevoerd.
Naar keuze kunnen deze voorafgegaan worden door dwarsdoorsnij-inrichtingen 12a, resp. 12b, resp. 12c voor het snijden van het strengmateriaal in platte stukken welke vervolgens tegèn elkaar aanliggend als een reeks aan de navolgende vullingslaag-opbrenginrichting 7a, resp. 7b, resp. 7c worden 30 toegevoerd met behulp van de transporteurs 26a, resp. 26b, resp. 26c teneinde telkens als zodanige reeks continu voorzien te worden van een vul-lingslaag van geschikte consistentie en vorm.
.
Anderzijds kan het voordelig zijn dat de afzonderlijke strengen 20a, resp.
35 20b, resp. 20c telkens als ongedeelde banden de toegèvoegde vullingslaag- ; opbrenginrichting 7a, resp. 7b, resp. 7c doorlopen om vervolgens daarop gescheiden te worden in platte stukken met de lengte van het later te vervaardigen blok. In die gevallen zijn de dwarssnij-inriehtingen 26a, 26b i ' ; en 26c niet noodzakelijk maar zijn dwarssnij-inriehtingen 12a’, resp. 12b*;, 40 resp. 12c' aanwezig die telkens zijn opgesteld na de vullingslaag-opbreng-
oyow;c:LO
8020339 5 -19- inrichtingen 7a, resp. 7b, resp. 7c. In deze dwarssnij-inrichtingen 12a’, resp. 12b', resp. 12c' worden de afzonderlijke strengen telkens in afzonderlijke stukken gescheiden als zij van een vullingslaag voorzien zien.
Toch behoeft de scheiding van de afzonderlijke strengen ook nu nog niet door hiervoor geschikte dwarssnij-inrichtingen 12a', 12b', 12c' plaats te vinden maar kunnen de afzonderlijke van een vullingslaag voorziene bandvormige strengen evenals de zonder vullingslaag voorziene streng en in 10 aansluiting daarop geëxpandeerd materiaal telkens als continue band aan een laagopbrengstation 21 worden toegevoerd. Of nu de van een vullingslaag voorziene afzonderlijke strengen evenals een als dekmateriaal zonder zo'n laag voorziene streng als een continue band of als een reeks van afzonderlijke tegen elkaar aanliggende platte stukken aan de stapellaaginrichting 15 21 worden toegevoerd, of niet, zijn daarvoor geschikte transporteurs 9a, resp. 9b, resp. 9c aanwezig. In de stapellaaginrichting 21 worden nu de afzonderlijke strenglagen met en een eventuele zonder vullingslaag voorziene deklaag of als continue banden of als platte stukken op elkaar gestapeld.
20
Op de stapelinrichting 21 volgt een calibreerinrichting 10 waarmede het in de stapelinrichting 21 gevormde meerlagige blok op zijn gewenste dikte gebracht wordt. Nadat het meerlagige blok op deze wijze zijn definitieve geometrische vorm heeft verkregen, kan het, voor zover gewenst, nogmaals 25 ; door een vullingslaag-opbrenginrichting 7 gevoerd worden, hetgeen overigens eveneens bij voorkeur in de vorm van een continue reeks tegen elkaar ; aanliggende meerlagige blokken kan geschieden, teneinde bovenop de dek-; laag ervan een verderè gewenste vullingslaag aan te brengen.
30 Achter de vullingslaag-opbrenginrichting 7 is een koelinrichting 11 getekend waarin het meerlagige blok vervolgens, of bij afwezigheid ervan na het verlaten van de stapellaaginrichting 21 zodanig gekoeld kan worden als I 'wordt vereist door het vullingslaagmateriaal in het meerlagige blok. Een dergelijke koelinrichting 11 kan, indien zulks vereist zou zijn, ook vóór 35 de stapelinrichting 21 in de transportbaan 9a, resp. 9b, resp. 9c van elke van een vullingslaag voorziene streng 20a, resp. 20b, resp. 20c en na de opbrenginrichting 7a, resp. 7b, resp. 7c worden geplaatst zonder dat dit in de tekening zou zijn aangegeven.
40 Na de samenstelling van het meerlagige blok door continu bandvormig streng- 8020339
90ü9o9LC
-20- mat er i aal in de stapelinrichting 21 vindt onderverdeling plaats in afzonderlijke meerlagige blokstukken van gewenste lengte vóór of achter een eventueel aanwezige vullingslaagopbrenging op het vrije oppervlak van de 5 deklaag resp. vóór of na koeling in de getekende koelinrichting 11. Daartoe is de getekende dwarssnij-inrichting 12 aanwezig die het als een continue bandvormige meerlagige streng aangevoerde meerlagige blokmateriaal in afzonderlijke blokstukken van gewenste lengte verdeelt.
10 Het meerlagige blokmateriaal wordt al of niet voorzien van een opgebrachte vullingslaag op de bovenzijde van zijn deklaag evenals al of niet onder toepassing van een koelinrichting 11 aan een langssnij-inrichting 27 toegevoerd, voor zoverre gewenst wordt om de plaatvormige breedte hebbende meerlagige blokken tot een staafvormige geringere breedte terug te brengen, 15 zoals wel voor enige zoetwarenprodukten die in de handel zijn, vereist is.
Het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. lb tot ld beschrijft een andere variant op een blokvormig voedingsmiddelenprodukt"dat n.l. bovenop de deklaag een bestrooiing met b.v. hazelnootkruim of stukjes walnoot heeft. Deze bestrooi-20 ing op de bovenkant van de deklaag dient in het besproken geval op de bovenzijde van de deklaag vastgehouden te worden door de vullingslaag welke door middel van de vullingslaag-opbrenginrichting 7c op het geëxpandeerde strengmateriaal 20c is aangebracht. Daarom bevindt zich achter de vullingslaag-opbrenginrichting 7c een strooiinrichting 8 waarmee het gewenste 25 strooisel resp. de kruimels, zoals hazelnootkruim of stukjes walnoot, maar I ! ook ander materiaal kan worden aangebracht. Het aldus met strooisel voorziene strengmateriaal komt zo via de transporteur 9c op reeds beschreven manier op het stapelstation 21 en dient daar als deklaag voor de vorming van het meerlagige blok. Bij de vorming van een dergelijk meerlagig blok 30 is een calibreren nadien van de deklaag, opeengestapeld uit afzonderlijke lagen met inbegrip van het bestrooien resp. bekruimelen, zoals op de be-schreven manier, met enkele moeilijkheden behept, zodat het in dit geval aanbeveling verdient om het calibreren op dikte of niet te doen plaatsvin- ; j · : den, dan wel te beperken tot alle onder de deklaag gelegen van een vul-35 lingslaag voorziene lagen van het meerlagige blók en daartoe vóór de sta-pelinrichting 21 de calibreerinrichting 10 op te stellen, waarin dan slechts het op diktemaat gecalibreerde meerlagige blok van een deklaag wordt voorzien. Ook hierbij dient men er dan toch zorg voor te dragen dat het vullingslaagopbrengmateriaal van de voorlaatste bovenste la.ag niet aan j40 de calibreerinrichting blijft vastzitten.
80 2 0 3 3 9 ïiüW'AA.C· -21-
Voorts is getekend dat het meerlagige blokmateriaal van het voedingspro-dukt volgens de uitvinding ook over zijn volle oppervlak overtrokken kan zijn met een omhullende laag, b.v. van chocolade, nogatcrême, o.d. Voor 5 dat doel bevindt zich achter de.langssnij-inrichting 27 een dompelbad 28 waarin de afzonderlijke meerlagige blokstaafjes van een omhullingslaag worden voorzien. In plaats van een dompelbad kan overigens ook voorzien worden in een niet getekende sproèiinrichting waarmede de omhullingslaag door opsproeien aangebracht wordt op het oppervlak van de meerlagige blokstaafjes. 10 Het is duidelijk dat de strooi- resp. kruimelinrichting 8 vóór of achter het dompelbad resp. de sproèiinrichting kan zijn opgesteld, waarbij overigens al naar de aard van het strooisel of de kruimellaag ook een plaatsing vóór de langssnijinrichting 27 van voordeel kan zijn. Iedere opstelling van de strooi- resp. kruimelinrichting 8 in de behandelingsbaan na de stapelin-15 richting 21 staat een doelmatig calibreren van het meerlagige blokmateriaal op dikte toe. Al naar de eindtoestand van het blokvormige voedingsprodukt kan op de stapelinrichting 21 of op een daarachter opgestelde calibreerin-richting, of een vullingslaagopbreng-inrichting 7, of een koelinrichting 11, of een dwarssnij-inrichting 12, of een langssnij-inrichting 27, of een 20 sproèiinrichting resp. dompelbad 28 voor het aanbrengen van een omhulling, een geschikte transport- en/of verpakkingsinrichting aansluiten die aan de blokvormige voedingsprodukten volgens de uitvinding hun gewenste verdere behandeling geeft.
25 Het is duidelijk, dat de uitvinding, hoewel slechts toegelicht aan de hand: van enkele voorkeursuitvoeringsvoorbeelden, daartoe geenszins ! : beperkt is en aan de vakman een veelvoud aan mogelijkheden biedt voor aanpassing aan zich telkens voordoende constructieve mogelijkheden en in geval van latere uitrusting aan eventueel beschikbare machines en installaties en/of 30 eisen van optredende inzet met betrekking tot de te verwerken uitgangspro-i dukten en/of eigenschappen van het gewenste eindprodukt door een andere combinatie van kenmerken van de uitvinding of door uitwisseling ervan door analoge middelen, zonder het wezen van de uitvinding te verlaten.
35 Conclusies: 40 : 8 02 0 3 3 9 ................................:

Claims (47)

1. Werkwijze ter vervaardiging van blokvormige voedingsmiddelenproduk-ten bestaande uit tenminste twee lagen geëxtrudeerd en vervolgens geëxpan- 5 deerd plantaardig zetmeel met tussenliggende en/of opliggende vullingslaag en/of van buitenaf bekleed met een omhullende laag, bij voorkeur van chocolade, noga o.d., met het kenmerk, dat het te extruderen deeg voor alle bloklagen gelijktijdig door dezelfde extrusieuitvoer geëxtrudeerd en in aansluiting daarop continu geëxpandeerd wordt, waarbij het tijdens het exit) trusie- of tijdens het expansieprocédé gescheiden wordt in een met het gewenste aantal lagen overeenkomend aantal continue bandvormige strengen en dat tenminste de in het gerede blokvormige voedingsmiddelenprodukt niet voor deklaagmateriaal bestemde streng(en) telkens afzonderlijk continu van een vullingslaagopbrenging worden voorzien en bovenop elkaar worden 15 gestapeld.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het te extruderen deeg geëxtrudeerd wordt door een extrusiemondstuk met verscheidene rechthoekige extrusie-openingen waarvan de vorm gelijk is aan de gewenste 20 vormdoorsnede van de bandvormige strengenden dat de geëxtrudeerde strengen afzonderlijk geëxpandeerd en vervolgens onder zich divergerend verwijdende onderlinge afstand uit elkaar weggevoerd worden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het te extrude-; 25 ren deeg geëxtrudeerd wordt door een extrusiemondstuk met een rechthoekige extrusie-opening gelijk aan de som van de gewenste vormdoorsneden der ; bandvormige strengen van dezelfde vorm en dat de geëxtrudeerde streng vervolgens in het gewenste aantal strengen wordt gescheiden.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de geëxtrudeer de streng vóór zijn onderverdeling in afzonderlijke bandvormige strengen in zijn geheel wordt geëxpandeerd en dat de na de expansie door scheiding : verkregen strengen met een zich divergerend verwijdende onderlinge afstand uit elkaar weggevoerd worden. 35
5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de geëxtrudeerde streng vóór het expanderen in afzonderlijke deelstrengen wordt gesplitst die telkens afzonderlijk geëxpandeerd worden en vervolgens onder zich divergerend verwijdende onderlinge afstand uit elkaar weggevoerd worden. 40 DoeasGLC 8020339 -23-
6. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het te extruderen deeg na de extrusie geëxpandeerd wordt onder behoud van zijn vormmatige geleiding. 5
7. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afzonderlijke bandvormige strengen alvorens een vullingslaag wordt opgebracht, geroosterd worden.
8. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afzonderlijke bandvormige strengen elk verdeeld worden in platte stukken waarvan de lengte met de gewenste bloklengte overeenkomt en de van een vullingslaag te voorziene strengen als een reeks continu tegen elkaar aanliggende stukken aan de vullingslaagopbrenginrichting worden toegevoerd 15 en daarna vervolgens met een grotere onderlinge afstand en gezamenlijk met een overeenkomstig stuk van een streng zonder vullingslaag stuk voor stuk bovenop elkaar worden gestapeld.
9. Werkwijze volgens een der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat 20 afzonderlijke van een vullingslaag te voorziene strengen ongescheiden aan de vullingslaagopbrenginrichting worden toegevoerd en daarna, evenals een eventueel een zonder vullingslaag voorziene streng telkens worden gescheiden in afzonderlijkeplatte stukken waarvan de lengte met de gewenste bloklengte overeenkomt en stuk voor stuk met onderling vergrote afstand boven-25 op elkaar worden gestapeld.
10. Werkwijze volgens een der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat afzonderlijke van een vullingslaag te voorziene strengen ongescheiden aan de vullingslaagopbrenginrichting worden toegevoerd en daarna met een even- 30 tueel zonder vullingslaag voorziené streng bandvormig continu bovenop elkaar gestapeld worden en dat de aldus gevormde meerlagige streng vervolgens in afzonderlijke stukken van de gewenste bloklengte wordt gescheiden.
11. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat voor het 35 vormen van meerlagige blokken zonder vullingslaag op hun deklaag, elke stapel van op elkaar geplaatste strengstukken op dikte wordt gecalibreerd.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de stapels van op elkaar geplaatste strengstukken als een reeks van continu tegèn elkaar : 40 aanliggende stapels op dikte worden gecalibreerd. 8020339 -24-
13. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat ter vorming vanmeerlagige blokken zonder vullingslaag op hun deklaag, de meerlagige streng vóór zijn onderverdeling in afzonderlijke blokvormige stukken op 5 dikte wordt gecalibreerd.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 11 tot 13, met het kenmerk, dat ter vorming van meerlagige blokken met een vullingslaag op hun deklaag de afzonderlijke stapels van op elkaar geplaatste strengstukken na het ca- 10 libreren als een reeks continu tegen elkaar aanliggende stapels of de ongedeelde meerlagige streng aan een daarop volgende vullingslaagopbrenging worden toegevoerd.
15. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 15 dat het van een vullin%laag voorziene strengmateriaal voor zijn onderverdeling in afzonderlijke enkelvoudig gelaagde of meerlagige strengstukken resp. blokvormige stukken, wordt gekoeld.
16. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 20 dat het meerlagige strengmateriaal na de blokvorming en vóór zijn onderverdeling in afzonderlijke blokstukken of de afzonderlijke reeds aanwezige meerlagige blokken in lengterichting volgens afzonderlijke stroken worden onderverdeeld.
17. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat ter verkrijging van meerlagige blokken waarvan tenminste een deel van het buitenoppervlak bedekt is met strooisel of kruimels, bij voorkeur de bovenkant b.v. bedekt is met stukjes noot, geraspte kokos o.d., bij aanwezigheid op de bovenste laag van een vullingslaag, deze voorzien wordt 30 van strooisel resp. kruimels en indien zo'n vullingslaag ontbreekt,op de bovenste laag, door middel van dompelen of besproeien een hechtingslaag wordt aangebracht en vervolgens het strooisel resp. de kruimels worden opgebracht .
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het strooisel ; resp. de kruimels op de bovenzijde van het als deklaag bestemde strengmate-:riaal wordt opgebracht vóór de blokvorming.
19. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het strooisel 40 resp. de kruimels na'de blokvorming op het blokoppervlak resp. het daartoe 8020339 -25- beoogde deeloppervlak wordt opgebracht.
20. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies ter vervaardiging 5 van blokvormige voedingsmiddelenprodukten welke van buiten bedekt zijn met een omhullingslaag, met het kenmerk, dat de gevormde meerlagige blokken na het verkrijgen van hun definitieve geometrische buitenomtreksvorm, door middel van onderdompeling of besproeiing van de omhullingslaag worden voorzien en indien noodzakelijk vervolgens gekoeld worden. 10
21. Inrichting ter vervaardiging van blokvormige voedingsmiddelenprodukten uit tenminste twee lagen van geëxtrudeerd en vervolgens geëxpandeerd plantaardig zetmeel met tussenliggende en/of opliggende vullingslaag en/of voorzien van een bedekking door middel van een omhullingslaag, bij voorkeur 15 van chocolade, noga o.d., in het bizonder ter uitvoering van de werkwijze een volgens een der voorafgaande conclusies, gekenmerkt door/extrusiepers (4) die het te extruderen deeg (20) voor alle bloklagen gelijktijdig continu door dezelfde extrusie-uitvoer (14) perst, waarachter zich een expansie-ruimte (15, resp. 22, resp. 22a tot 22c) bevindt, alsmede een aan de extru-20 siepers (4) of de expansieruimte (15, resp. 22, resp. 22a tot 22c) toege-vóe^dè^inrichting (16a, resp. 16b, resp. 19) voor het ondèrverdelen van het ; te extruderen deeg (20) in een met het gewenste aantal lagen overeenkomend aantal continue bandvormige strengen (20a tot 20d) alsmede een met het aantal van op te brengen vullingslagen overeenkomend aantal achter de expansiè-25 ruimte (15, resp. 22, resp. 22a tot 22c) opgestelde vullingslaagopbrengin-j richtingen (7a tot 7c) alsmede door een stapelinrichting (21) voor het op ; elkaar plaatsen van de afzonderlijke bloklagen.
22. Inrichting volgens conclusie 21, gekenmerkt doordat de extrusiepers; 30 (4) voorzien is van een extrusiemondstuk (14, 19) met verscheidene nagenoeg rechthoekige extrusie-openingen (19) die de gewenste dwarsdoorsnedevorm ; hebben als de gelijkvormige bandvormige strengen (20a tot 20d) en de ex-pansieruimte (15, resp. 22, resp. 22a tot 22c) een met het aantal strengen; (20a tot 20d) overeenkomend aantal expansiedeelkamers (22, resp. 22a, 22b, 35 22c) bevat, waarin elke geëxtrudeerde streng (20a, resp. 20b, resp. 20c, resp. 20d) onafhankelijk van andere expandeerbaar is, terwijl voorts een opsplitsings-transportinrichting (6a tot 6d) is opgesteld welke de geëxtrudeerde strengen (20a tot 20d) met een zich divergerend verwijdende (waaiervormig) onderlinge afstand uit elkaar wegvoert. 40 8020339 -26-
23. Inrichting volgens conclusie 22, gekenmerkt, doordat het extrusie-mondstuk (14, 19) van de extrusiepers (4) aan de perszijde afgesloten is door een plaat (17) die voorzien is van een aantal met het gewenste aan- 5 tal strengen overeenkomend spieetvormige uitpersopeningen (19) voor het geëxtrudeerde deeg (20), telkens met een nagenoeg rechthoekige omtreks-doorsnede.
24. Inrichting volgens conclusie 21, gekenmerkt, doordat de extrusie-10 pers (4) voorzien is van een extrusiemondstuk (14) waarvan de extrusie- opening (18) een totale vormdoorsnede heeft welke overeenkomt met de gezamenlijke gewenste dwarsdoorsnedevormen van de bandvormige strengen (20a, 20b, resp. 20a tot 20c) en dat zich achter deze extrusieopening (18) een inrichting (16a, resp. 16b) bevindt voor het scheiden van de geëxtrudeerde 15 streng in een met het gewenste aantal lageii overeenkomend aantal deel-strengen.
25. Inrichting volgens conclusie 24, gekenmerkt, doordat achter het extrusiemondstuk (14, 18) een expansiekamer (22, resp. 22a, 22b, 22c) is 20 opgesteld voor het expanderen van de als een geheel daaruit geëxtrudeerde bandvormige streng en voorts een opsplitsihgs-transportinrichting (6a tot 6c) is opgesteld waarmede de na de opsplitsing van de als een geheel geëxpandeerde bandvormige streng door de onderverdelingsinrichting (16a resp. 16b) verkregen deelstrengen (20a, 20b, resp. 20a, 20b, 20c) met een zich 25 divergerend verwijdende (waaiervormig) onderlinge afstand uit elkaar wegvoert .
26. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat achter het extrusiemondstuk (14, 18) een inrichting (16a, resp. 16b) is opgesteld 30 voor het onderverdelen van de geëxtrudeerde streng in een met het gewenste aantal lagen overeenkomend aantal strengen, alsmede een met dit aantal strengen overeenkomend aantal expansiedeelkamers (22, resp. 22a, 22b, 22c) waarin elke deelstreng (20a, resp. 20b, resp. 20c) onafhankelijk van de anderen expandeerbaar is, en dat voorts een opsplitsings-transportinrichting 35 (6a tot 6c) aanwezig is welke de geëxpandeerde deelstrengen (20a, 20b, resp. 20a, 20b, 20c) met een zich divergerend verwijdende onderlinge afstand uit elkaar wegvoert.
27. Inrichting volgens conclusie 26, dat het extrusiemondstuk (14, 18) 4. van de extrusiepers (4) door middel van een overgangsstuk (25) is verbon- 802 0 3 3 § .....................“ ilOGaMI.C -27- den met de afzonderlijke expansiedeelkamers (22, resp. 22a, 22b, 22c) waarin zich de opsplitsingsinrichting (16a, resp. 16b) bevindt.
28. Inrichting volgens conclusie 26, gekenmerkt, doordat de afzonder lijke expansiedeelkamers (22, resp. 22a, resp. 22b, resp. 22c) rechtstreeks verbonden zijn met het extrusiemondstuk (14, 18) van de extrusie-pers (4) en dat de opsplitsingsinrichting (16a, resp. 16b) gevormd wordt door een voor alle expansiedeelkamers (22, resp. 22a tot 22c) gemeenschap-10 pelijkinvoermondstuk (25).
29. Inrichting volgens conclusie 27 of 28, gekenmerkt, doordat de opsplitsingsinrichting (16a, resp. 16b) voorzien is van mes- of draadachtige snijorganen. 15
30. Inrichting volgens conclusie 29, gekenmerkt, doordat de snijorganen stilstaand in de bewegingsbaan van de geëxtrudeerde streng zijn opgesteld.
31. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 30, gekenmerkt door 20 een inrichting (22) voor een vormblijvende geleiding van de geëxtrudeerde streng resp. van zijn deelstrengen (20a, resp. 20b, resp. 20c) tijdens de expansie ervan.
32. Inrichting volgens conclusie 31, gekenmerkt, doordat de expansie-25 geleidingsinrichting (22) gevormd wordt door een plaat (26, resp. 26,27) j met een met hét aantal expansiedeelkamers (22a tot 22c) overeenkomend aantal en met het extrusiemondstuk (14, 18) in verbinding staande invoerope-ningen (28) waarvan de geringe omtrek zich in de richting waarin de expansie plaatsvindt (A) in overeenstemming met de gewenste dwarsdoorsnede-30 vorm van elke geëxpandeerde streng (20a, resp. 20b, resp. 20c) verwijdt.
33. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 32, gekenmerkt doordat achter de expansie-inrichting (5) een roosterinrichting (13) is opgesteld waarin de afzonderlijke geëxpandeerde strengen (20a, resp. 20b, resp. 20c) 35 tijdens het doorlopen ervan continu op de gewenste eindkrokantheid resp. brosheid gebracht worden.
34. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 34, gekenmerkt doordat : aan elke transportbaan (6a, 26a, 9a, resp. 6b, 26b, 9b, resp. 6c, 26c, 9c) |40 van de afzonderlijke geëxpandeerde strengen (20a, resp. 20b, resp. 20c) 8020339 -28- een dwarssnijinrichting (12a, resp. 12b, resp. 12c) is toegevoegd waarmede de streng (20a, resp. 20b, resp. 20c) in platte stukken met een lengte die aan de bloklengte gelijk is, wordt onderverdeeld en dat achter elk zo'n 5 dwarssnijinrichting (12a, resp. 12b, resp. 12c) een transportinrichting . (26a, resp. 26b, resp. 26c) is opgesteld welke de platte stukken van de met een vullingslaag te voorziene strengen (20a, resp. 20b, resp. 20c) als een reeks continu tegen elkaar aanliggend, toevoert aan een vullingslaag-opbrenginrichting (7a, resp. 7b, resp. 7c) met daarachter opgesteld een 10 scheidingstranspórteur (9a, resp. 9b, resp. 9c) waarmede de van een vullingslaag voorziene stukken afzonderlijk aan een stapelinrichting (21) worden toegevoerd voor het op elkaar stapelen in een gewenste volgorde en met een overeenkomstig stuk van een eventueel zonder vullingslaag voorziene streng worden bedekt. 15
36. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 34, gekenmerkt doordat aan de transportbaan (6a,26a, 9a, resp. 6b, 26b, 9b resp. 6c, 26c, 9c) van de afzonderlijke geëxpandeerde strengen (20a, resp. 20b, resp. 20c) een vullingslaagopbrenginrichting (7a, resp. 7b, resp. 7c) is toegevoegd waar- 20 mede op de desbetreffende geëxpandeerde streng (20a, resp. 20b, resp. 20c) tijdens diens continue doorlopen de gewenste vullingslaag opgebracht wordt en dat telkens achter deze vullingslaagopbrenginrichting (7a, resp. 7b, resp. 7c) evenals op een willekeurige plaats aan de transportbaan van een eventueel niet van een vullingslaag voorziene streng een dwarssnijinrich-25 ting (12a', resp. 12b', resp. 12c') die de desbetreffende streng (20a, resp. 20b, resp. 20c) in stukken ter lengte van de gewenste bloklengte snijdt en voorts een scheidingstranspórteur (9a, resp. 9b, resp. 9c) aanwezig is welke de van een vullingslaag voorziene stukken afzonderlijk aan een sta- .· pelinrichting (21) toevoert voor het op elkaar stapelen in een gewenste 30 volgorde en met een overeenkomstig stuk van een eventueel zonder vullingslaag voorziene streng ter bedekking.
37. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 34, gekenmerkt doordat aan elke transportbaan (6a, 26a, 9a, resp. 6b, 26b, 9b resp. 6c, 26c, 35 9c)van de afzonderlijke geëxpandeerde strengen (20a, resp. 20b, resp. 20c) een vullingslaagopbrenginrichting is toegevoegd, waarmede op de desbetreffende geëxpandeerde streng (20a, resp. 20b, resp. 20c) tijdens zijn continu doorlopen de gewenste vullingslaag wordt opgebracht en dat achter deze vul- ! lingslaagopbrenginrichting ( 7a, resp. 7b, resp. 7c) een transportinrich-40 ting (9a, resp. 9b, resp. 9c) staat opgesteld voor het toevoeren van met 8 0 2 0 3 3 0 < -29- een vullingslaag voorziene streng (20a, resp. 20b, resp. 20c) aan een stapelinrichting (21) die de afzonderlijke op eenzelfde manier toegevoerde van een vullingslaag voorziene strengen (20a, 20b, 20c) bandvormig continu 5 op elkaar stapelt en met een eventueel eveneens als continue band toegevoerde niet van een vullingslaag voorziene streng eveneens bandvormig continu afdekt en dat voorts achter de stapelinrichting (21) een dwarssnij-inrichting (12) geplaatst is voor het in afzonderlijke blokvormige stukken met een gewenste lengte snijden van de in de stapelinrichting (21) ge- 10 vormde meerlagige streng.
38. Inrichting volgens conclusie 35 of 36, gekenmerkt door een calibreer-inrichting (10) waarmede ter vorming van meerlagige blokken zonder vullingslaag op de deklaag, elke stapel van op elkaar geplaatste strengstukken op 15 een gelijkblijvende maatdikte kan worden gebracht.
39. Inrichting volgens conclusie 38, gekenmerkt, doordat aan de cali-breerinrichting (10) de stapel van op elkaar gestapelde strengstukken als een reeks van tegen elkaar aanliggende stapels wordt toegevoerd. 20
40. Inrichting volgens conclusie 37, gekenmerkt, doordat zich vóór de dwarssnijinrichting (12) een calibreerinrichting (10) bevindt voor het op een gelijkblijvende maatdikte brengen van de meerlagige streng voor het verkrijgen van meerlagige blokken zonder vullingslaag op hun deklaag. 25
41. Inrichting volgens een der conclusies 38 tot 40, gekenmerkt doordat achter de calibreerinrichting (10) een tweède vullingslaagopbrenginrich-ting (7) is opgesteld, waaraan ter verkrijging van meerlagige blokken met een vullingslaag op hun deklaag, de afzonderlijke stapels van op elkaar 30 geplaatste strengstukken worden toegëvoerd als een reeks continu tegen elkaar aanliggende stapels van deze soort of de niet onderverdeelde meerlagige streng daaraan wordt toegevoerd voor een volgende opbrenging van een vullingslaag bovenop de deklaag.
42. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 41, met het kenmerk, dat zich in de transportbaan (6a, 26a, 9a, resp. 6b, 26b, 9b, resp. 6c, 26c, 9c) van het van een vullingslaag voorziene strengmateriaal naar elke dwarssnijinrichting (12, resp. 12a, 12b, 12c, resp. 12a', 12b', 12c') ter ! :onderverdeling in afzonderlijke enkelvoudig gelaagde of meerlagige streng- 40 stukken resp. blokvormige stukken, telkens een koelinrichting (11) staat 8020339 -30- opgesteld.
43. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 42, gekenmerkt door-5 dat zich in de transportbaan (6a, 26a, 9a, resp. 6b, 26b, 9b, resp. 6c, 26c, 9c) van het meerlagige strengmateriaal naar de dwarssnijinrichting (12),waarmee het in afzonderlijke blokstukken wordt onderverdeeld of van de reeds afzonderlijk aanwezige meerlagige blokken telkens een langssnij-inrichting (27) bevindt voor het in de lengterichting onderverdelen van 10 het meerlagige strengmateriaal of de meerlagige blokken in afzonderlijke stroken.
44. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 43, gekenmerkt doordat zich in de transportbaan (6c, 26c, 9c) van het als bovenste laag van een 15 vullingslaag voorziene strengmateriaal (20c) in de vorm van een met een vullingslaag uitgeruste continue bandvormige streng of in de vorm van een reeks dwars doorsneden platte stukken ervan ter verkrijging van meerlagige blokken, voorzien van een bedekking op tenminste het bovenste bedekkings-oppervlak van strooisel resp. kruimels, bij voorkeur met stukjes noot, ge-20 raspte cocos o.d. een inrichting (8) is opgesteld voor het opbrengen van strooisel of kruimels o.d. op het vrije van een vullingslaag voorziene oppervlak.
45. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 43, gekenmerkt, doordat 25 zich in de transportbaan (6c, 26c, 9c) van het als bovenste bloklaag dienende strengmateriaal (20c) in de vorm van een niet van vullingsmateriaal voorziene continue bandvormige streng of van een reeks dwarsdoorsneden platte stukken ervan of van reeds gevormd meerlagig blokmateriaal, eveneens in de vorm van een continue bandvormige meerlagige streng of van een 30 reeks dwarsdoorsneden meerlagige blokstukken, tenminste voor een deel van het buitenoppervlak voorzien van een bedekking met strooisel of kruimels, bij voorkeur op het bovenste dekvlak met b.v. stukjes noot, geraspte cocos o.d. een dompel- of sproeiinrichting bevindt voor het aanbrengen van een hechtmiddellaag en dat daarachter een inrichting is opgesteld voor het 35 aanbrengen van strooisel of kruimels o.d. op het van een hechtmiddellaag voorziene oppervlak(ken).
46. Inrichting volgens conclusie 44 of 45, gekenmerkt doordat de inrichting (8) voor het opbrengen van strooisel, kruimels o.d. en eventueel 40 de inrichting voor het opbrengen van een hechtmiddellaag zijn opgesteld 6010339 1 ....... ........ -31- vóór de stapelinrichting (21)
47. Inrichting volgens conclusie 44 of 45, gekenmerkt doordat de inrich-5 ting (8) voor het opbrengen van strooisel, kruimels o.d. en eventueel de inrichting voor het aanbrengen van een hechtmiddellaag zijn opgesteld achter de stapelinrichting (21).
48. Inrichting volgens een der conclusies 21 tot 47 ter vervaardiging 10 van blokvormige voedingsmiddelenprodukten, voorzien van een buitenlaag als omhulling, met het kenmerk, dat zich in de transportbaan van de gevormde meerlagige blokken na het tot stand komen van hun geometrische buitenomtrek, een inrichting (28) bevindt voor het opbrengen van een om-hullingslaag door middel van onderdompeling of besproeiing en indien nood-15 zakelijk, deze gevolgd wordt door een er achter opgestelde koelinrichting. 8ÖZT339
NL8020339A 1979-08-23 1980-08-25 Werkwijze en inrichting ter vervaardiging van blok- vormige voedingsmiddelprodukten. NL8020339A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19792934077 DE2934077A1 (de) 1979-08-23 1979-08-23 Verfahren und vorrichtung zur herstellung von blockfoermigen nahrungsmittelprodukten
DE2934077 1979-08-23
EP8000082 1980-08-25
PCT/EP1980/000082 WO1981000505A1 (en) 1979-08-23 1980-08-25 Process and device for manufacturing food products in block shape

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8020339A true NL8020339A (nl) 1981-07-01

Family

ID=6079091

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8020339A NL8020339A (nl) 1979-08-23 1980-08-25 Werkwijze en inrichting ter vervaardiging van blok- vormige voedingsmiddelprodukten.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP0024716A1 (nl)
JP (1) JPS56501076A (nl)
BR (1) BR8008794A (nl)
DE (1) DE2934077A1 (nl)
GB (1) GB2072482B (nl)
NL (1) NL8020339A (nl)
WO (1) WO1981000505A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK158487C (da) * 1981-08-26 1993-06-07 Unilever Nv Sammensat, frosset konfektureprodukt samt fremgangsmaade og apparat til fremstilling heraf
IT1157102B (it) * 1982-11-30 1987-02-11 Ferrero Spa Procedimento per la produzione in continuo di prodotti da pasticceria farciti
ATE84672T1 (de) * 1987-01-27 1993-02-15 Batscheider Lieken Muehlen Verfahren und vorrichtung zum herstellen von knaeckebrot.
US5223296A (en) * 1992-05-22 1993-06-29 General Mills, Inc. Apparatus and methods for forming extrudates
DE10355347A1 (de) * 2003-03-12 2004-09-23 Bühler AG Düse zur Strangbildung für viskoelastische Materialien
DE10320073A1 (de) * 2003-05-05 2004-12-02 Bühler AG Düse zur Strangbildung für viskoelastische Materialien (Auslauf-Aufweitung)
DE10320075A1 (de) * 2003-05-05 2004-12-02 Bühler AG Düse zur Strangbildung für viskoelastische Materialien (Einlauf-Aufweitung)
AT515752B1 (de) * 2014-04-29 2017-03-15 Haas Food Equipment Gmbh Anlage und Verfahren zur Bildung von Waffelblöcken
DE102016100390B4 (de) * 2016-01-12 2019-02-21 Pfeifer Holz Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen von Strangpressprodukten

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1542710A (en) * 1924-04-23 1925-06-16 William B Laskey Frocess of making filled candy
GB663049A (en) * 1947-04-19 1951-12-12 Mars Inc Improvements in or relating to candy dispensing machines
GB820867A (en) * 1956-08-30 1959-09-30 Scribbans Kemp Ltd Improvements in or relating to the lamination of sheet materials
DE1115565B (de) * 1958-10-29 1961-10-19 Baker Perkins Ltd Verfahren und Vorrichtung zum Einbringen von Geschmachsmitteln in eingedickte Zuckermasse
GB860666A (en) * 1958-11-27 1961-02-08 Eldorado Ice Cream Company Ltd Improvements in or relating to apparatus for the production of frozen confections
GB1029990A (en) * 1962-08-22 1966-05-18 George Oliver Graves Cereal processing machine
AU441562B2 (en) * 1970-08-31 1973-10-17 Nabisco Brands Incorporated Food processing method and apparatus
US3670665A (en) * 1971-01-18 1972-06-20 Baker Perkins Inc Layering device for cake
DE2712311A1 (de) * 1976-04-06 1977-10-27 Vaasan Hoeyrymylly Oy Verfahren zum herstellen von lebensmitteln
GB1571234A (en) * 1976-08-17 1980-07-09 Ferrero & C Spa P Pastry products and methods of making them
DE2744483C2 (de) * 1977-10-04 1979-05-17 Edmund 8901 Wehringen Mueller Herstellung eines hartbrotähnlichen Produkts

Also Published As

Publication number Publication date
JPS56501076A (nl) 1981-08-06
WO1981000505A1 (en) 1981-03-05
DE2934077A1 (de) 1981-03-26
BR8008794A (pt) 1981-06-23
GB2072482A (en) 1981-10-07
GB2072482B (en) 1984-05-31
EP0024716A1 (de) 1981-03-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4004035A (en) Method and apparatus for producing lapped shredded food articles
CA1218902A (en) High production method and apparatus for forming filled edible products
US3901137A (en) Automatic enchilada machine
CA1229263A (en) Method and apparatus for forming filled edible products without waste
EP0236134A1 (en) Nozzle for extrusion
EP0164234B1 (en) Method and apparatus for producing laminated products
US6136360A (en) Twist-shaped products and method and apparatus for manufacturing the same
NL8020339A (nl) Werkwijze en inrichting ter vervaardiging van blok- vormige voedingsmiddelprodukten.
FR2512645A1 (fr) Procede de fabrication de produits alimentaires surgeles comprenant une superposition de couches de pates et de sauces et produits derives
US4988528A (en) Instant noodles and method for manufacturing instant noodles
EP0323538B1 (en) Machine and method for layering sheets of food material
US3670665A (en) Layering device for cake
US5601862A (en) Process for layering strips of food material
US5375509A (en) Dough ball preparation table
US4711165A (en) Lasagna product
US4719117A (en) High production method for forming filled edible products
US3850088A (en) Slicing and filling apparatus
US4526795A (en) Method for producing croissants
US4772197A (en) Extrusion die for making flat products
US5652005A (en) Method of making sandwich cookies for ice cream, and product
BE1007197A6 (fr) Un systeme de fabrication d&#39;aliments.
US4858524A (en) Apparatus for producing laminated products
US7568901B2 (en) Devices for the production of minced meat steaks provided with a garnish
US2173000A (en) Method of and apparatus for the manufacture of crackers, biscuits, and the like
JP3056686B2 (ja) 切れ目入り練製品及びその製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed