NL8020017A - Naaldloze injectie-inrichting voor vloeibare medicament-substanties. - Google Patents

Naaldloze injectie-inrichting voor vloeibare medicament-substanties. Download PDF

Info

Publication number
NL8020017A
NL8020017A NL8020017A NL8020017A NL8020017A NL 8020017 A NL8020017 A NL 8020017A NL 8020017 A NL8020017 A NL 8020017A NL 8020017 A NL8020017 A NL 8020017A NL 8020017 A NL8020017 A NL 8020017A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piston
chamber
stem
squeezing
loading
Prior art date
Application number
NL8020017A
Other languages
English (en)
Other versions
NL178058C (nl
NL178058B (nl
Original Assignee
Merieux Inst
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Merieux Inst filed Critical Merieux Inst
Publication of NL8020017A publication Critical patent/NL8020017A/nl
Publication of NL178058B publication Critical patent/NL178058B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL178058C publication Critical patent/NL178058C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/30Syringes for injection by jet action, without needle, e.g. for use with replaceable ampoules or carpules
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M5/00Devices for bringing media into the body in a subcutaneous, intra-vascular or intramuscular way; Accessories therefor, e.g. filling or cleaning devices, arm-rests
    • A61M5/178Syringes
    • A61M5/20Automatic syringes, e.g. with automatically actuated piston rod, with automatic needle injection, filling automatically
    • A61M5/204Automatic syringes, e.g. with automatically actuated piston rod, with automatic needle injection, filling automatically connected to external reservoirs for multiple refilling

Description

"Λ Ν.Ο. 29386 1 8 0 2 0 0 1 7 : Naaldloze injectie-inrichting voor vloeibare medicament-! substanties.
i ' : j :
De uitvinding heeft betrekking op een naaldloze injectie -inrichting voor vloeibare medicamentsubstanties.
Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een straalinjectie-inrichting bestemd om zonder naald 5 langs percutane weg medicamentsubstanties te injecteren.
Het is bekend dat de toediening van bepaalde medica-: mentsubstanties, in het bijzonder vaccins, dikwijls op collectieve wijze wordt uitgevoerd bijvoorbeeld tijdens massale I vaccinatiebijeenkomsten, en het is interessant, in het bij— 10; zonder in dat geval, gebruik te maken van een naaldloze injectie inrichting waarmee snel kan worden gehandeld.
Men kent reeds een bepaald aantal inject ie'“inrichtingen voor medicamentsubstanties voorzien van een medi-camentreservoir, te weten een flacon, een uitperskamer 15 waarvan de vaste voorwand een fijn uitperskanaal bevat en ; waarvan de achterwand is uitgevoerd als een uitperszuiger, ; communicatiemiddelen tussen het reservoir en de kamer, voorzien van geschikte af dicht ingsmiddelen, bijvoorbeeld | I kleppen of aanslagelementen, alsmede aandrijfmiddelen, in 20 het algemeen een veer die wordt gespannen door een fluïdum j ! voor het activeren van de zuiger. j
De tot nu toe bekende inrichtingen hebben dikwijls een j ^ gecompliceerde constructie en laten geen eenvoudige sterilisatie toe van delen die in contact komen met de medica-25 mentsubstantie.
Bovendien hebben de bekende inrichtingen het nadeel dat ze niet altijd met voldoende nauwkeurigheid het uitpersvolume verzekeren vanwege het feit dat de overdracht snel moet worden uitgevoerd vanaf de flacon naar de uit-30 perskamer over een relatief belangrijke afstand en via : nauwe passages. Verder gebeurt het veelvuldig dat er luchtbelletjes optreden die een verdere oorzaak vormen van fouten in het uitgeperste volume.
De uitvinding wil nu deze nadelen opheffen en een in-35 richting verschaffen waarmee het mogelijk is om een zeer nauwkeurig volume te injecteren en wel met grote regelmaat.
: Bovendien wil de uitvinding een dergelijke inrichting 8020017 t.
2 I ; verschaffen waarvan de constructie eenvoudig is en waarbij ; aseptische behandeling of sterilisatie zeer eenvoudig is.
De uitvinding verschaft daartoe een naaldloze injec-i tie inrichting voor vloeibare medicamentsubstanties, met 5 het kenmerk, dat ze in een cylindrische behuizing voor-: zien is van a) een uitperskamer waarvan de voorwand een verbinding naar buiten heeft door middel van een fijne uitperspassage, en waarvan de beweegbare achterwand is gevormd 10 door een uitperszuiger welke aan zijn achterste gedeelte overgaat in een steel, welke uitperskamer gesitueerd is : in het voorste uiteinde van de genoemde behuizing, b) een tussenkamer, i c) middelen voor het doorlaten van medicamentsubstan-15 tie tussen het reservoir en de genoemde tussenkamer, d) middelen voor het doorlaten van de medicamentsubstantie tussen de genoemde tussenkamer en de genoemde uit- : perskamer, e) een klep, bestuurd door de genoemde steel, waarmee i j ' 20 het mogelijk is om de passage tussen de tussenkamer en de ; i ! : uitperskamer tijdens tenminste het laatste gedeelte van de | | terugkeerbeweging van de uitperszuiger mogelijk te maken en | | j de passage gedurende het laatste gedeelte van de uitpersbe-i ! weging van de uitperszuiger te sluiten, j !25 i f) middelen voor het verschaffen van een onderdruk in ! | de uitperskamer ten opzichte van de tussenkamer tijdens het | | genoemde laatste deel van de terugkeerbeweging van de uit- j perszuiger teneinde het vullen van de genoemde uitpers-
j I
i kamer te verzekeren, 30 g) een zitting op de genoemde cylindrische behuizing ! ' : bestemd voor ontvangst van een reservoir met de genoemde medicamentsubstantie en h) aandrijfmiddelen welke de uitperszuiger activeren.
De uitdrukking "het laatste gedeelte van de beweging" 35 van een zuiger, welke in het bovenstaande is gebruikt, I heeft in dit geval niet noodzakelijkerwijze betrekking op het allerlaatste deel van deze beweging. Deze uitdrukking is alleen gebruikt om aan te geven dat het meenemen van de j bestuurbare kleppen door de zuigersteel niet plaats vindt 40 aan het allereerste begin van de beweging van de genoemde 8 o 2 0 017 3 ! zuigersteel. Als de zuigersteel vrij verschuift, praktisch
i I
i ! zonder wrijving, in het inwendige van de bestuurbare klep, I | dan is deze laatste in tegendeel gemonteerd met wrijving | in de cylinder waarin ze kan verschuiven en deze wrijving 5 is het gevolg van de fluïdum dichte koppelingen waarvan ! ze is voorzien. Als gevolg daarvan kan de bestuurbare klep slechts in de cylinder waarin ze gemonteerd is verschuiven als een aanslag van de zuigersteel tegen zijn contact aankomt en hem in zijn beweging meeneemt.
10 De inrichting die voorzien is van de bovengenoemde elementen a) tot en met g) vormt een "injectiekop".
De zitting voor het reservoir met de medicamentsubstantie is een ontvangeenheid gemonteerd op de behuizing van de injectiekop en is voorzien van een geschikte vorm 15 voor ontvangst van bijvoorbeeld het uiteinde van een omgekeerde flacon welke de vloeibare toe te dienen medicament-substantie bevat. De zitting is bij voorkeur voorzien van een samenstel van een dubbele naald bestemd om de hals van ! ! · de flacon te doordringen en bestemd om lucht toe te dienen 1 20 teneinde de flacon in communicatie te houden met de atmosferische druk. De genoemde zitting draagt bovendien middelen voor passage van de medicamentsubstantie naar de cylindri-sche behuizing van de injectiekop.
In zijn algemeenheid kunnen de middelen voor passage 25! van de medicamentsubstantie willekeurige middelen zijn; het ; ! zijn bijvoorbeeld radiale kanalen, ringvormige kanalen, i axiale kanalen enzovoort .... en combinaties van dergelijke I kanalen.
I In voorkeursuitvoeringsvormen kan de inrichting vol- i ;30; gens de uitvinding nog de volgende kenmerken vertonen, ofwel afzonderlijk, ofwel in combinatie: - De bestuurbare klep bestaat uit een buis waarin de steel van de uitperszuiger vrij kan verschuiven tussen twee aanslagen, waarbij het contact met een van de aanslagen het 35 voor de genoemde steel moge lijk maakt om tijdens zijn terug-keerbeweging de genoemde buis mee te slepen en het contact met de andere aanslag het voor de genoemde steel mogelijk maakt om in zijn voorwaartse beweging de genoemde buis mee te slepen waarbij de passage voor de genoemde me-40 dicamentsubstantie tussen de tussenkamer en de genoemde 80 2 0 0 1 7
V
4 i uitperskamer wordt afgesloten. ! i j j
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm bebben bet mid- j i I delste gedeelte van de genoemde uitperszuigersteel en het ; achterste gedeelte van de genoemde buis een vorm die ge- ; ; 5 schikt is om een stelsel van aanslagelement en corresponderende conische zitting te vormen, waarbij het contact van het genoemde aanslagelement met de genoemde zitting het voor de steel mogelijk maakt om de genoemde buis in voorwaartse richting mee te slepen waarbij de passage voor de 10 medicamentsubstantie tussen de genoemde tussenkamer en de genoemde uitperskamer wordt afgedicht.
- De genoemde middelen voor het realiseren van een onderdruk in de uitperskamer ten opzichte van de genoemde tussenkamer kunnen worden gevormd door een klep gesitueerd 15 tussen de uitperskamer en de genoemde fijne uitperspassage, welke klep slechts fluïdum laat passeren in de uitpersrichting.
In dit geval is de tussenkamer voorzien van passage-middelen vanaf het reservoir van de medicamentsubstantie 20 naar de cylindrische behuizing van de injectiekop. De | | onderdruk wordt gerealiseerd door vergroting van het volu- I ! me van de uitperskamer tijdens de terugkeer van de zuiger en; : de communicatie tussen de uitperskamer en de tussenkamer ! (dat wil hier in praktijk zeggen tussen de uitperskamer en 25 het reservoir) is dan geopend waardoor de medicamentsub-! ! stantie verloopt naar de uitperskamer onder invloed van de | I atmosferische druk.
- Volgens een verdere uitvoeringsvorm kunnen de genoemde middelen voor het aanbrengen van een onderdruk in j 50 de üitperskamer ten opzichte van de tussenkamer enerzijds ; voorzien zijn van een onderdeel, meegesleept door de steel van de uitperszuiger, waarvan de verplaatsing in achterwaartse rich- ; ting tijdens de terugkeerbeweging van de zuiger het volume 35 van de tussenkamer doet verminderen en waarvan omgekeerd de verplaatsing in voorwaartse richting tijdens de uitpersbeweging het volume van de tussenkamer doet vermeerderen, en kan anderzijds voorzien zijn van, een tweede bestuurbare klep waarmee het mogelijk is om 40 de passage tussen de genoemde tussenkamer en het genoemde 8020017 5 reservoir tijdens de genoemde "beweging naar achteren te sluiten en de genoemde passage tijdens de genoemde beweging naar voren te openen.
In deze uitvoeringsvorm is de tussenkamer gerealiseerd; 5' in de cylindrische behuizing en de genoemde relatieve onderdruk tussen de uitperskamer en de tussenkamer wordt gecreëerd vanwege het feit dat het volume van de tussenkamer afneemt (en dat de druk er toeneemt omdat de verbinding , met het reservoir is gesloten) terwijl het volume van de 10 uitperskamer toeneemt zodanig dat de medicamentsubstantie van de tussenkamer vloeit naar de uitperskamer.
Volgens een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm is het genoemde onderdeel waarmee het volume van de tussenkamer : kan worden gewijzigd, uitgevoerd als een buis (welke de |15 eerste bestuurbare klep vormt) zoals de in het bovenstaande gedefinieerde buis.
De genoemde tweede klep kan worden gevormd door een buis waarin de steel van de uitperszuiger vrij kan verschuiven tussen twee aanslagen, waarbij het contact met een van 20 de aanslagen het voor de steel mogelijk maakt om tijdens zijn ; beweging naar voren de genoemde buis mee te nemen en het j contact met de andere aanslag het voor de steel mogelijk ! | maakt om in zijn beweging naar achteren de genoemde buis [ mee te nemen waarbij de passage voor de medieamentsubstan-25; tie tussen het genoemde reservoir en de genoemde tussenkamer I wordt afgesloten.
| Het middelste gedeelte van de genoemde steel en de | ; tweede bestuurbare zuiger hebben bijvoorbeeld een vorm ge- | schikt om een stelsel van een aanslagelement en een cor-30 responderende conische zitting te vormen en het contact ! tussen het genoemde aanslagelement en de genoemde zitting maakt het voor de steel mogelijk om de genoemde tweede be-| stuurbare klep naar achteren mee te nemen waarbij de passage voor de medicamentsubstantie tussen het genoemde reser-35 voir en de genoemde tussenkamer wordt afgesloten.
; Op bijzonder voordelige wijze kan de steel in zijn mid- ; dengedeelte een dubbelaanslagelement dragen geschikt om afwisselend het reservoir in verbinding te stellen met de tussenkamer of de tussenkamer met de uitperskamer in ver-40 binding te stellen, waarbij de genoemde steel kan verschui- 8020017 6 ί ven in een samenstelling gevormd door de twee bestuurbare j ! i kleppen met een kleine speling om te kunnen overgaan van de! ί ; : positie waarin ze de verbinding tussen bet reservori en de j tussenkamer opent en de positie waarin ze deze verbinding 5 sluit en in tegenstelling daarmee de verbinding tussen de tussenkamer en de uitperskamer opent.
Het voorste deel van de cylindrische behuizing, waarin de uitperskamer is aangebracht, de uitperszuiger en zijn steel, de tussenkamer, de bestuurbare klep of kleppen en de 10 zitting voor het reservori met de medicamentsubstantie vormen een afneembare injectiekop, welke met de genoemde aandrijfmiddelen kan worden gekoppeld of daarvan kan worden ; ontkoppeld.
Het koppelen en ontkoppelen van de injectiekop met de ; 15 aandrijfmiddelen kan worden uitgevoerd met behulp van com-, plementaire snel aangrijpmiddelen zoals bijvoorbeeld een haakdek en een corresponderende groef of een palkoppeling met kogels in een corresponderende cirkelvormige groef en/of een van schroefdraad voorziene huls en een correspon-20 derend van schroefdraad voorzien insteekelement.
! Als de injectiekop losneembaar is, dan wordt zijn demon- I ; tage, voor sterilisatie in een autoclaaf, voor reparatie j j of eventuele vervanging, zeer vereenvoudigd. | j - De genoemde aandrijfmiddelen bevatten een veer, een 25Ï laadzuiger welke verschuifbaar is in een laadkamer, midde-i len voor het toevoeren van een fluïdum onderdruk in de ge- | ! noemde laadkamer teneinde de genoemde laadzuiger naar ach- j ί teren te verplaatsen en de veer samen te drukken, middelen ! ; I | voor het handhaven van de veer in samengedrukte toestand ! 50 en middelen voor het vrijgeven van de genoemde veer ten-| einde de genoemde laadzuiger naar voren te doen springen, welke inrichting voorzien is van middelen voor het koppelen van de genoemde steel met de genoemde laadzuiger.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm draagt de laad-35 zuiger aan zijn voorzijde een verlengstuk en zijn het achter_ : ste gedeelte van de steel van de uitperszuiger en het voorste uiteinde van het genoemde verlengstuk voorzien van ; complementaire snel aangrijpmiddelen waarmee het mogelijk is i om de genoemde steel en/of de genoemde injectiekop snel te 40; koppelen en te ontkoppelen.
8020017 7
De genoemde complementaire snel aangrijpmiddelen zijn in het bijzonder die middelen die in het bovenstaande zijn genoemd.
- Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de genoemde 5 middelen voor het samengedrukt houden van de genoemde veer : voorzien van een terugslagklep voor fluïdumonderdruk en de genoemde middelen voor het vrijgeven van de genoemde veer voorzien van een hefboom die met de hand kan worden bediend en inwerkt op de genoemde klep om terugkeer van het 10 onder druk staande fluïdum toe te laten.
Een dergelijke configuratie maakt in het bijzonder een aanzienlijke vereenvoudiging moge lijk van het ont spanmechanisme en van de trekker voor activering van de inrichting.
- De genoemde laadzuiger is voorzien van een verleng-15 stuk aan de achterzijde bestaande uit een steel voorzien van tenminste een merkteken, welke merktekens elk op hun beurt zichtbaar worden als maat voor de terugkeer van de laadzuiger.
De operateur kan zodoende de terugkeer van de laad-20 zuiger en derhalve het volume van de te injecteren medica- ; mentsubstantie regelen. Zolang hij in feite het gekozen merkteken niet ziet verschijnen, weet hij dat hij door moet gaan met het activeren van de middelen waarmee het mogelijk is om fluïdum onder druk in de laadkamer in te voeren. ; 25 - Het genoemde fluïdum onder druk is een vloeistof en ; de genoemde middelen voor het toevoeren van deze vloeistof i onder druk bestaan uit een zuigerpomp en een kanaal, waar-I mee deze pomp gekoppeld is met de laadkamer.
De genoemde zuigerpomp kan op een willekeurige manier JO in werking worden gesteld (met een pedaal, op elektrische wijze, enzovoort) door de operateur. De hydraulische druk kan opgebouwd worden door middel van een zuigerpomp, geactiveerd door een pedaal, aanwezig op een ondersteuning met een pedaal in de vorm van een scharnierbare hefboom 33 op de ondersteuning, en een huis van de zuigerpomp geschikt om snel op de ondersteuning gemonteerd te kunnen worden dankzij ontvangstmiddelen zoals geleidingselementen op de genoemde ondersteuning, waarbij de kleine arm van de hefboom gevormd aan de pedaal dan bestemd is voor het active- 4-0 ren van de zuiger van de pomp. Teneinde rekening te houden 80 2 0 0 1 7 8 met een eventuele deformatie van de kanalen tussen de pomp en de laadinrichting, die met de tijd kunnen optreden, kun- : nen middelen voor het regelen van het volume van de laad-kamer aangehracht worden zoals in het bovenstaande werden 5 genoemd.
Volgens een bijzondere voordelige uitvoeringsvorm draagt de genoemde zuigerpomp aan de zijde van de hoofdkamer van de pompbehuizing regelmiddelen voorzien van een com-pensatiekamer die, evenals de hoofdkamer, gevuld is met de 10 genoemde vloeistofonderdruk en die met de hoofdkamer via een nauwe passage is verbonden, waarbij de compensatiekamer constant onder de druk van een tweede zuiger wordt gehouden voorgespannen door een veer, waarbij de nauwe passage uitmondt in de hoofdkamer op korte afstand van de rust-15 positie van de hoofdzuiger.
De middelen voor het regelen van het volume van het fluïdum onder druk maken bijvoorbeeld een compensatie mogelijk van deformatie van de kanalen of van kleine lekkages. Als de hoofdzuiger wordt geactiveerd dan sluit ze de pas-20 sage tussen de twee kamers af. Tijdens de terugkeer naar de rusttoestand wordt deze passage opnieuw geopend nabij het einde van de terugkeerbeweging van de hoofdzuiger en, in geval er sprake is van vomuleverlies van vloeistof, wordt extra vloeistof automatisch toegevoerd vanaf de com-25 pensatiekamer.
- De genoemde laadzuiger gaat over in een steel waarvan het achterste uiteinde een moer draagt welke een schouder vormt voor het achterste uiteinde van de laadzuiger op zodanige wijze dat bediening van genoemde moer een regeling 30 van het volume van de laadkamer toelaat.
töten kan derhalve het volume van de injectiedosis variëren of bijvoorbeeld eventuele deformaties van kanalen tussen de pomp en de laadinrichting compenseren.
- De genoemde middelen voor het samengedrukt houden 35 van de genoemde veer bestaan uit een bek waarmee door in- grijping een voorste verlengstuk van de laadzuiger onbeweeglijk wordt gehouden en de genoemde middelen voor het vrijgeven van de genoemde veer bevatten een hefboom of een trekker waarmee de genoemde bek uit aangrijping kan worden 40 gebracht, dankzij welke middelen de genoemde veer de genoem- 8020017 9 de laadzuiger in voorwaartse richting doet springen, welke zuiger op zijn beurt de uitperszuiger activeert en tevens het fluïdum uit de laadkamer drijft.
D© keuze van het aangrijppunt tijdens de fabrikage maakt 5 een regeling van de terugkeer van de laadzuiger en van de geïnjecteerde medicamentdosis mogelijk. Als in feite de hoeveelheid fluïdum onder druk onvoldoende is dan zal er geen aangrijping optreden en wordt de veer niet vastgehouden, er zal direct en spontaan een onvoldoende in de uit-10 perskamer geïntroduceerde dosis worden uitgespoten.
De uitvinding heeft tevens betrekking op aandrijf middelen zoals in het bovenstaande beschreven, waarmee de beschreven injectiekoppen of andere injectiekoppen voor naaldloze injectie inrichtingen kunnen worden geactiveerd. 15 ^erdere voordelen en eigenschappen van de inrichting zullen duidelijk worden na lezing van de volgende beschrijving van bepaalde voorkeursuitvoeringsvormen, welke slechts bij wijze van voorbeeld en niet begrenzend worden gegeven verwijzend naar de bijgevoegde figuren, waarin: 20 - Figuur 1 een schematische doorsnede toont van het voorste deel van een injectiekop van een inrichting volgens de uitvinding, - Figuur 2 een schematisch aanzicht gedeeltelijk in doorsnede toont van de genoemde inrichting en meer in het 25 bijzonder een activeringsinrichting volgens de uitvinding toont, - figuur 5 een doorsnede toont van de activeringsinrichting van een hydraulische pomp toont waarmee de inrichting kan worden gevoed, 50 - Figuur 4 een aanzicht toont van een hydralische ge perfectioneerde pomp waarmee de inrichting kan worden gevoed, - Figuur 5 een schematisch aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede toont van een andere uitvoeringsvorm van een 35 injectiekop volgens de uitvinding, - en figuur 6 een schematisch aanzicht in doorsnede toont van een andere uitvoeringsvorm van een activerings-stelsel voor een inrichting volgens de uitvinding.
De getoonde inrichting is uitgevoerd in de vorm van 40 een automatisch injectiepistool bestemd voor collectieve 8 0 2 0 0 1 7 10 vaccinatie. Ze is voorzien van een in zijn algemeenheid cy-lindrisch gevormd huis 1, waaraan een handvat 2 is bevestigd. Het achterste deel van het huis 1 en het handvat 2 worden in beslag genomen door het activeermeehanisme be-5 stemd om een snelle voorwaartse beweging voor de injectie mogelijk te maken en een terugwaartse beweging naar de uitgangspositie na de injectie.
In het voorste gedeelte van het huis 1 is een verwisselbare samenstelling ondergebracht die in het bijzon-10 der een buis 3 bevat die op zijn plaats wordt gehouden door een moer 4 vastgeschroefd op het voorste uiteinde van het huis 1. De buis 3 draagt aan zijn achterste uiteinde een flaconsteun 5 die radiaal uitsteekt en voorzien is van een zitting 6 bestemd om het uiteinde van een omgekeerde flacon 15 te ontvangen. In het midden van de zitting 6 bevindt zich een dubbele naald 7 bestemd om de flacon te doorsteken, welke dubbele naald enerzijds in verbinding staat met een kanaal 8, dat loopt in de richting van de buis 3» en anderzijds in verbinding staat met een uitgang 9 naar de buiten-20 lucht. Teneinde de buis 3 met het onderdeel 5 op zijn plaats te kunnen brengen is het huis 1 aan zijn voorste uiteinde voorzien van een longitudinale sleuf 10 welke passage van het binnenliggende gedeelte van het onderdeel 5 mogelijk maakt.
25 Het onderdeel 3 bezit in het midden een boring waarin een verschuifbaar cylindrisch onderdeel 11 kan verschuiven, welk element aan zijn achterste uiteinde voorbij het achterste uiteinde van het onderdeel 3 wordt begrensd door een kraag 12, die kan schuiven in de boring in het huis 1 ge-30 volgd door een verlenging 13 voorzien van een cirkelvormige groef. In het onderdeel 11 bevindt zich, vastgeschroefd aan het achterste uiteinde, een steel 14 die in zijn middengedeelte een conische verdikking of achterste slagelement 15» direct gevolgd door een conische verdik-35 king of voorste slagelement 16. Op de steel 14 is in de boring van de buis 3 op verschuifbare wijze een buis 17 gemonteerd voorzien van een centrale vernauwing welke zodanig is uitgevoerd dat tussen deze buis 17 en de wand van de buis 3 een ringvormige groef open blijft waarin een ka-40 naai 19? aangebracht in de genoemde buis en gekoppeld met 8020017 11 de passage 8, uitmondt. Anderzijds heeft de steel 14 in het gedeelte dat in hoofdzaak correspondeert met de voorste helft van het element 17 een gedeelte met gereduceerde diameter zodat er tussen de steel en het genoemde gedeelte een 5 passage of ringvormige spleet 20 open blijft die leidt naar het achtervlak van het slagelement 15 en die in communicatieverbinding staat met de groef 18 via radiale passages 21 aangebracht in het onderdeel 17· Bovendien is het voorste uiteinde van dit onderdeel 17 uitgevoerd in de vorm van 10 een afgeknot conusvormige zitting 22 bestemd om samen te werken met het achtervlak van het slagelement 15*
Op dit niveau is de opening die aangebracht is in het onderdeel 5 vergroot teneinde een tussenliggende kamer 23 te vormen waarin het achteruiteinde 24 van een buis 29 zich 15 kan verplaatsen. Zoals blijkt uit de figuur bezit het achter-uiteinde 24 voor het voorste slagelement 16 een corresponderend conisch gevormde zitting 25·
Een buis 26 die een geheel vormt met het voorste uiteinde van de buis 3» vormt de laterale wand van de uitpers-20 kamer. Deze buis 26 is aan zijn voorste uiteinde af gedicht door een uitperskop 27 die in het midden voorzien is van een nauw uitperskanaal 28.
In de boring van de buis 26 kan met wrijving de buis 29 schuiven waarvan het voorste uiteinde 30 de uitpers-25 kamer 31 aan de achterzijde begrensd terwijl de voorzijde daarvan wordt begrensd door de achterwand van het onderdeel 27.
In de genoemde buis 29 schuift zonder wrijving het voorste verlengde deel 32 van de steel 14, welk verlengde 30 deel in het midden voorzien is van een passage 33 die vrij in verbinding staat met de kamer 31 en die eveneens in verbinding kan staan met de kamer 23 als het slagelement 16 in een daartoe geschikte positie staat.
De op deze wijze in de buis 3 ondergebrachte samenstel-35 ling of de daardoor ondersteunde samenstelling kan eenvoudig van het huis worden gescheiden door het simpel losschroeven van de moer 4 en het in voorwaartse richting uittrekken van de samenstelling.
Zoals blijkt uit figuur 2 bevatten de aandrijfmiddelen 40 geplaatst achter in het huis 1, een sterke veer 34 die 8020017 12 steunt tegen een vast onderdeel 35 dat verbonden is met het huis 1 en tegen een schuifelement 36, -waarvan het voorwaarts uitstekende verlengstuk 37 radiale kogels 38 draagt welke naar binnen worden gedwongen via geschikte elasti-5 sche middelen. Deze kogels 38 verlopen tot in de groef van het achterwaartse verlengstuk 13 van de verschuifbare buis 11. Het voorste uiteinde van het verlengstuk 37 rust aan tegen het achtervlak van de kraag 12, teneinde een directe overdracht te kunnen verzekeren van de duwkracht van de 10 veer op de genoemde kraag 12 en als gevolg daarvan op het onderdeel 11 en op de steel 14, terwijl tijdens de terug-waartse achterwaartse beweging, waarbij slechts een gereduceerde kracht nodig is, de samenhang tussen het onderdeel 11 en de steel 14 wordt verkregen door middel van de 15 kogels 38.
Het onderdeel 36 is verbonden met een lange steel 39 die kan schuiven in het onderdeel 35 en die een terugstel-zuiger 40 draagt nabij zijn achterste uiteinde. Voor de zuiger 40 bevindt zich een kamer 41, waarvan het voorvlak 20 wordt begrensd door een onderdeel 42 dat vastgekoppeld is met het onderdeel 35· Dit onderdeel 42 bevat een ringvormige groef 43 waarin een kanaal 44 uitmondt dat door middel van een flexibele leiding 45 verbonden is met een of ander aandrijfmiddel, bijvoorbeeld een pedaalpomp. Het 25 vasthouden van het onderdeel 36 wordt, ondanks de duwkracht van de veer als het apparaat is geladen, verzekerd door een ontspaninrichting, voorzien van een geschikte trekker, aangeduid met 46, en tussenliggende onderdelen die samenwerken met een hefboom 47 voorzien van een aangrijphaak 48.
30 Deze haak 48 is geschikt om, als het onderdeel 36 in achterwaartse richting wordt bewogen tegen de duwkracht van de veer in, aan te rusten tegen het voorvlak 49 van het onderdeel 36 om dit onderdeel onbeweeglijk vast te houden totdat men op de trekker drukt waardoor de haak 48 los komt 35 en de veer met het onderdeel 38, de steel 39 en de steel 14 vrij geeft.
De functie is als volgt:
Als de inrichting zich bevindt in de positie aan het einde van een injectie, zoals weergegeven in de figuren, 40 dan bedient de operateur de fluïdum pomp en het fluïdum 8020017 13 wordt onder druk toegevoerd via het kanaal 45 en de passage 44 naar de kamer 41 zodat de zuiger 40 in achterwaartse richting wordt geduwd welke zuiger samenwerkt met de steel 59 en het onderdeel 56 zodat de veer 54 wordt samengedrukt 5 totdat het voorvlak 49 van het onderdeel 56 wordt aangegrepen door de haak 48. Deze zelfde terugwaartse beweging neemt ook het onderdeel 11 en de steel 14 mee naar achteren, waarbij het onderdeel 17 op zichzelf onbeweeglijk blijft gedurende het begin van deze terugwaartse beweging als gevolg 10 van de wrijving tegen het onderdeel 5· Ondertussen wordt de ruimte tussen de zitting 22 en het achterste slagele-ment 15 snel tot nul teruggebracht en bij de verdere achterwaartse beweging wordt dus het onderdeel 17 ook achterwaarts meegesleept, waarbij de verbinding tussen de passa-15 ges 8, 19 en de kamer 25 dus wordt onderbroken.
Tijdens het eerste deel van deze achterwaartse beweging blijft ook de buis 29 onbeweeglijk als gevolg van de wrijving tegen het onderdeel 26, maar wordt al spoedig tyee-gesleept naar achteren door het als stuitorgaan gevormde 20 voorste uiteinde van het verlengstuk 52, dat in feite uitgevoerd is als een doorboorde moer 50· Deze kleine ongelijkheid tussen het begin van de terugwaartse beweging van de steel 14 en het begin van de terugwaartse beweging van de buis 29 maakt het mogelijk om het voorste slagelement 16 25 naar achteren te verwijderen en los te nemen van de zitting 25 waardoor de verbinding tussen de kamer 25 en de injectie-kamer 31 via de passage 53 vrij komt. Het volume van de kamer 25 wordt beperkt door de achterwaartse beweging van de zuiger 24 en de vloeibare medicamentmassa wordt via de 50 doorgang 53 naar de kamer 51 geperst, zodat deze wordt gevuld tijdens het vergroten van het volume ervan. Aan het einde van de terugwaartse beweging is het volume van de kamer 25 minimaal en is het volume van de injectiekamer 51 maximaal en is de medicamentmassa van de ene kamer naar 35 de andere kamer overgebracht.
Als de gebruiker op de trekker 46 drukt en het onderdeel 36 vrij geeft dan zal de teruggetrokken samenstelling (39» 36, 11, 14, 52) met kracht naar voren gaan bewegen. Tijdens het eerste deel van deze voorwaartse uitpersbeweging 40 blijft het onderdeel 17 onbeweeglijk als gevolg van de wrij- 8020017 14 ving totdat dit onderdeel wordt meegesleept door het onderdeel 11 dat ermee in contact is gekomen· In deze positie wordt de passage tussen het slagelement 15 en de zitting 22 geopend en de vloeistof die afkomstig is van de bron 5 of de flacon met de medicamentsubstantie wordt aangezogen via de naald 7» het kanaal 8, de passage 19» de groef 18, de passage 20 en de kamer 23 waarvan het volume toeneemt. Tijdens het gehele begin van de voorwaartse beweging blijft ook de buis 29 onbeweeglijk totdat het slagelement 16 het 10 korte interval dat dit element scheidt van de zitting 25 heeft afgelegd. Vanaf dat moment is de verbinding tussen de kamelen de kamer 23 onderbroken en in de kamer y\ » waarvan het volume snel afneemt, wordt een sterke druk opgebouwd en de vloeistof wordt via de opening 28 uitgeperst. 15 De in het bovenstaande beschreven inrichting is zeer eenvoudig te vervaardigen en te gebruiken, 2e kan worden gesteriliseerd door de aan de voorzijde aanwezige samenstelling naar buiten te trekken dankzij de snelkoppeling met de kogels teneinde een stoombad te ondergaan of de 20 sterilisatie kan in tegenstelling daarmee worden uitgevoerd door op üde naald 7 en in de zitting 6 een flacon met des-infectievloeistof te monteren en enkele hoeveelheden van deze vloeistof uit te spuiten.
Als men een eventuele variatie van het volume, ver-25 oorzaakt bijvoorbeeld door een modificatie van de flexibele leidingen, wil compenseren dan is het voldoende om op corresponderende wijze het volume van de kamer 41 te wijzigen door het regelen van de positie van de zuiger 40, hetgeen gebeurt door de moer 60 geschroefd op de achterzijde van 30 de steel 39, welke moer een schouder vormt waartegen de achterzijde van de zuiger 40 rust, meer of minder aan te draaien.
Figuur 3 toont een activeringsinrichting met een pedaalpomp, welke activeringsinrichting voorzien is van 35 een huis 51 waaraan een scharnierpen 52 is bevestigd rond welke een pedaal 53 scharniert. Deze pedaal heeft als verlengstuk een kleine hefboomarm 5^ geschikt om aan te drukken tegen een aandrukelement 55 dat bestemd is om zijn beweging over te brengen op de steel 56 van een zuiger 57, 40 welke zich bevindt in een pompcylinder 58» waarbij de pomp 8020017 15 bijvoorbeeld op afneembare wijze gemonteerd is op een verlengstuk 59 van bet buis 51 * welk verlengstuk 59 een horizontale doorsnede bezit in de vorm van een hoefijzer en voorzien is van een bovenrand voor bet aanrusten en vast-5 houden van het cylindrische huis van de pomp.
Voor het volgende wordt verwezen naar figuur 4. In de getoonde variant van de pomp vormt het inwendige van de cylinder 58a de kamer waarin de zuiger 57a zich kan bewegen welke zuiger bijvoorbeeld via een niet getoonde pedaal 10 56 analoog aan hetgeen getoond is in figuur 3 ban worden geactiveerd. Een enkel kanaal 45a loopt naar het apparaat. Op de cylinder 58a bevindt zich daarmee verbonden een com-pensatiecylinder 61 die in verbinding staat met de cylinder 58 via een kleine transversale passage 62. In de cy-15 Under 61 kan een secundaire zuiger 63 verschuiven welke zuiger gekoppeld is met een veer 64 op zodanige wijze dat de veer het volume van de kamer in de cylinder 61 tracht te verkleinen. Als, uitgaande van de in de figuur getoonde uitgangspositie, de gebruiker op de pedaal duwt, dan wordt 20 de zuiger 57a naar boven bewogen en zal al snel de passage 62 afsluiten. De vloeistof wordt dan door de leiding 45a gejaagd. Als de zuiger 57a terugkeert en er is sprake van vloeistofverlies (bijvoorbeeld als gevolg van een zeer klein lek of van een deformatie van de flexibele leidingen), dan 25 wordt vloeistof geleverd van de cylinder 61 naar de cylinder 58a om het vloeistofverlies te compenseren en in alle gevallen een constante actie van de zuiger 57a en als gevolg daarvan van het injectievolume te verzekeren.
Bovendien maakt deze configuratie een uitstekende aan-30 passing mogelijk aan modificaties van het volume, ofwel veroorzaakt door mechanische deformaties, ofwel veroorzaakt door variaties in de temperatuur.
Voor het volgende wordt verwezen naar figuur 5·
De getoonde injectiekop is voorzien van een huis 65 35 van een in zijn algemeenheid cylindrische vorm waarin een zuiger 66 kan bewegen waarvan het voorste deel 67 met gereduceerde diameter voorzien is van vlakke delen zoals 68.
De verbindingswand tussen het achterste deel en het voorste deel van de zuiger 66 vormt een slagvlak 69. In 40 het voorste uiteinde van de zuiger is een schroef 70 be- 8020017 16 vestigd waarvan de kop als aanslagelement is uitgevoerd en voorzien is van radiale inkervingen, zoals aangegeven met 71· Het voorste gedeelte van de zuiger kan verplaatst worden in de boring van de geleidingsklep 72 waarvan bet 5 voorste uiteinde voorzien is van een uitsparing voor opname van de kop van de schroef 70· De wand 73 aan het achteruiteinde van de geleidingsklep 72 vormt een zitting voor het slagvlak 69· Aan het voorste uiteinde van het huis 65 is door middel van een schroefbevestiging een 10 buis 74 gemonteerd voorzien van een klep 75 aangedrukt door een veer 76, welke klep een fluïdum (lucht, vloeistoffen) in een richting in uitpersende zin laat passeren. Het voorste uiteinde van de kop van de schroef 70 en het achterste uiteinde van de buis 74 en van de klep 75 be-15 grenzen een uitperskamer 77· Aan het voorste uiteinde van de buis 74 is door middel van een schroefbevestiging een injectiekanaal aangebracht voorzien van een filter 79 alsmede een nauwe passage 80.
Op het huis 65 is een zitting 81 gemonteerd voor de 20 voorraad van de medicamentsubstantie (bijvoorbeeld in een omgekeerde flacon). In figuur 5 is een losneembare be-schermkap 82 aangegeven die men op de genoemde zitting 81 kan plaatsen als de inrichting niet in gebruik is. Op de zitting 81 is een dubbele holle naald 83 bevestigd waarmee 25 het mogelijk is om de uitmonding van de omgekeerde flacon, die de medicamentsubstantie bevat, tijdens het gebruik te doorboren, welke dubbele naald enerzijds in verbinding staat met een luchtkanaal 84 en anderzijds met een kamer 85, die hier de rol vervult van de tussenliggende kamer welke in 30 het voorgaande deel van deze beschrlving is genoemd. Een afsluitend filter 86 maakt het mogelijk om te vermijden dat er in het bijzonder scherven van de hals van de flacon die de medicamentsubstantie bevat in de inrichting indringen.
De kamer 85 staat in verbinding met de cylindrische kamer 35 van het huis 65 via het kanaal 87*
Het achterste uiteinde van het huis 65 draagt een ver-grendelingshaak 88 en wordt omgeven door een van inwendige schroefdraad voorziene ring 89·
Vervolgens wordt verwezen naar figuur 6 waarin een 40 activeerstelsel is getoond waarop de losneembare injectie- 8020017 17 kop getoond in figuur 5 kan worden gemonteerd. Deze acti-veringsinrichting is voorzien van een cylindrisch huis 90 overgaande in een handvat 90a. In het cylindrische huis 90 kan een zuiger 91 , welke aan de voorzijde overgaat in een 5 steel 92 en aan de achterzijde overgaat in een steel 93 zich verplaatsen.
De zuiger 91 wordt geactiveerd door een hydraulisch fluïdum (olie) dat binnen komt in de kamer 94-» voorzien van een aftapschroef 95, via het kanaal 96 en de flexibele 10 leiding 97· De verbinding tussen deze twee laatste kanalen komt tot stand door tussenkomst van een terugslagklep 98 met een kogel die onder spanning wordt gehouden door een veer 99, waarbij de circulatie in de terugwaartse richting moge lijk wordt door op de drukknop 100 te drukken, welke 15 knop wordt geactiveerd via de trekker 101.
In de steel 92 is het tussenonderdeel 102 geschroefd, dat kan verschuiven in de kamer103 aangebracht in het voorste uiteinde van het huis 90. Een groef 104 in het onderdeel 102 en een pen 105 verhinderen een rotatie van 20 het onderdeel 102. Bovendién is het onderdeel 102 voorzien van groeven die complementair zijn aan de ribben die aangebracht zijn op het achterste uiteinde van de zuiger 66 uit figuur 5, een en ander zoals blijkt uit de figuren.
Aan het achterste uiteinde van het huis 90 is een los-25 neembare koker 106 bevestigd waarin een veer 107 is geplaatst die aandrukt tegen een blokkeerring 108 bestemd om demontage van de koker te vergemakkelijken. De steel 93 draagt een aanslagdeel 109 waarmee het mogelijk is de veer 107 samen te drukken wanneer de zuiger naar achteren beweegt.
30 Bovendien is aan het achterste uiteinde van de steel 93 een controlesteel 110 aangebracht die verloopt door de koker en door een centraal geplaatste opening aan het achterste uiteinde daarvan. De controlesteel 110 draagt een merkteken 111.
35 De flexibele leiding 97 is verbonden met een niet ge toonde hydraulische pomp.
Om de injectiekop, die getoond is in figuur 5, te plaatsen op de bedieningsinrichting die getoond is in figuur 6, is het voldoende om de haak 88 in te haken in de 40 corresponderende uitsparing aan het voorste uiteinde van 8020017 18 het huis 90 en vervolgens de ring 89 op de corresponderende uitwendige schroefdraad aan het voorste uiteinde van het huis 90 te schroeven. De zuiger 66 wordt gekoppeld met de zuiger 9Ί door middel van de steel 92 en het onderdeel 102.
5 De functie van de gereed gemonteerde inrichting is de volgende.
In de figuren 5 en 6 is de positie van de beweeglijke onderdelen weergegeven aan het eind van een injectie. Door activering van de (niet getoonde) pomp wordt olie onder 10 druk via de terugslagklep en het kanaal 96 ingevoerd in de kamer 94· waardoor een druk naar achteren wordt uitgeoefend op de zuiger 91 die de veer 107 samendrukt. Als het merkteken 111 verschijnt aan de uitgang van de centrale passage aan het achterste uiteinde 112 van de koker 106, dan bete-15 kent dit dat de terugloop van de zuiger voldoende is om een injectie met de gewenste dosis van de medicamentsubstantie mogelijk te maken.
Tijdens de achterwaartse beweging neemt de zuiger 91 de zuiger 66 mee. Aan het begin van de terugwaartse bewe-20 ging van de zuiger 66 wordt de wand 69 gescheiden van de wand 73 omdat het onderdeel 72 onbeweeglijk blijft als gevolg van de wrijving tegen het huis 65. Dit resulteert in het openen van een passage voor de medicamentsubstantie tussen het kanaal 87 en het voedingskanaal langs de steel 25 67, aanwezig dankzij het platte vlak.68. Als de zuiger 66 zijn teruggaande beweging vervolgt dan komt de kop van de schroef 71 aan te rusten tegen het vlak van de uitsparing aangebracht in het voorste uiteinde van het onderdeel 72, welk onderdeel vervolgens in deze teruggaande beweging net 50 als de zuiger 66 wordt meegenomen. Vanwege deze teruggaande beweging neemt het volume van de kamer 77 toe, maar de klep 75 laat geen lucht toe omdat er in de kamer 77 een lagere druk heerst dan in de tussenkamer 85. De beschermkap 82 is reeds weggenomen en vervangen door een flacon die voorzien 35 is van een medicamentsubstantie voor de aanvang van de operatie, welke genoemde medicamentsubstantie vanwege de genoemde lagere druk via het kanaal 87, de aangebrachte passage tussen de wanden 73 en 69 die zich van elkaar verwijderd bevinden, de vlakke kant 68 en de kerven 71 stroomt 40 naar de kamer 77 en deze vult. Aan het einde van de terug- 8020017 19 kerende beweging van de gehele mobiele samenstelling drukt de operateur op de trekker 101, die door tussenkomst van de drukknop 100 de kogel 98 naar rechts drukt, hetgeen de terugkeer van de olie, die onder druk aanwezig is in de 5 kamer 94-, via de leidingen 96 en 97 naar de pomp moge lijk maakt. Onder invloed van de veer 107 voeren de zuiger 91» het onderdeel 102 en de zuiger 66 een sterke voorwaartse beweging uit. Aan het begin van deze beweging blijkt de klep 72 onbeweeglijk als gevolg van de wrijving tegen het 10 lichaam 65· Als echter het slagvlak 69 in contact komt met de wand 73 dan wordt de verbinding tussen het kanaal 87 en het kanaal gevormd vanwege de vlakke kant 68 onderbroken en het onderdeel 72 zal vervolgens naar voren worden geduwd door de zuiger 66, die zijn beweging vervolgt. Het 15 volume van de kamer 77 neemt af en de verbinding met de tussenkamer wordt onderbroken, de druk in het inwendige van de kamer 77 neemt sterk toe waardoor de klep 75 wordt weggeduwd en de medicamentsubstantie doorgaand kan bewegen door de kamer 77 in de uitspuitbuis 78· Uiteindelijk wordt 20 de vloeibare substantie uitgespoten in de vorm van een straal door de nauwe passage 80.
De inrichtingen uit de figuren 5 en 6 bezitten voordelen boven de inrichtingen uit de figuren 1 en 2. Ze hebben onder andere voordelen wat betreft een eenvoudige 25 fabrikage, montage en demontage.
8020017

Claims (15)

1. Naaldloze injectie inrichting voor vloeibare medicament substanties, met het kenmerk, dat de inrichting in een cylindrisch huis voorzien is van 5 a) een uitperskamer waarvan de voorste wand een com municatieverbinding naar buiten heeft, tenminste een fijne uitperspassage, en waarvan de beweegbare achterwand wordt gevormd door een uitperszuiger, welke in zijn achterste gedeelte overgaat in een steel, welke genoemde uitperskamer 10 gesitueerd is in het voorste uiteinde van de genoemde behuizing, b) een tussenkamer, c) middelen voor het laten passeren van de medica-mentsubstantie tussen de medicamentvoorraad en de genoemde 15 tussenkamer, d) middelen voor het doen passeren van de medicament-substantie tussen de genoemde tussenkamer en de genoemde uitperskamer, e) een klep, bestuurd door de genoemde steel, waarmee 20 het mogelijk is om de passage tussen de tussenkamer en de uitperskamer tijdens tenminste het laatste gedeelte van de terugkeerbeweging van de uitperszuiger mogelijk te maken terwijl de passage tijdens het laatste gedeelte van de uitpersbeweging van de uitperszuiger wordt gesloten, 25 f) middelen voor het opwekken van een onderdruk in de uitperskamer ten opzichte van de tussenkamer tijdens het genoemde laatste gedeelte van de terugkeerbeweging van de uitperszuiger teneinde het vullen van de genoemde uitperskamer te verzekeren, 30 g) een zitting op het genoemde cylindrische huis be stemd voor ontvangst van een voorraadeenheid met de genoemde medicamentsubstantie en h) aandrijf middelen voor het activeren van de uitperszuiger.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de genoemde stuurklep is uitgevoerd als een buis waarin de steel van de uitperszuiger vrij kan bewegen tussen twee aanslagen, waarbij het contact met een van deze aanslagen het voor de genoemde steel mogelijk maakt 40 om in zijn terugkerende beweging de genoemde buis mee te 8020017 * slepen en het contact met de andere aanslag het voor de genoemde steel mogelijk maakt om in zijn beweging in voorwaartse richting de genoemde buis mee te slepen en daarbij de passage voor de genoemde medicamentsubstantie tus-5 sen de genoemde tussenkamer en de genoemde uitperskamer te onderbreken.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, 1 e t het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het opwekken van een onderdruk in de uitperskamer ten opzichte van de 10 genoemde tussenkamer bestaan uit een klep aangebracht tussen de uitperskamer en de genoemde fijne uitperspassage, welke klep alleen een fluïdum laat passeren in uitpersrichting.
4. Inrichting volgens een der conclusies 2 of 3, 15 met het kenmerk, dat het middengedeelte van de genoemde steel van de uitperszuiger en het achterdeel van de genoemde buis zodanig zijn gevormd dat een combinatie ontstaat van een aanslagelement en een corresponderende conisch gevormde zitting, en dat het contact tussen het ge-20 noemde aanslagelement en de genoemde zitting het voor de steel mogelijk maakt om de genoemde buis in voorwaartse richting mee te slepen en daarbij de passage voor de medicamentsubstantie tussen de genoemde tussenkamer en de genoemde uitperskamer te dichten. 25 3· Inrichting volgens een der conclusies 1, 2 of 4, met het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het opwekken van een onderdruk in de genoemde uitperskamer ten opzichte van de genoemde tussenkamer enerzijds bestaan uit een element, meegesleept door de steel van de 30 uitperszuiger, waarvan de verplaatsing in achterwaartse richting tijdens de terugkeerbeweging van de zuiger het volume van de tussenkamer doet verminderen en waarvan omgekeerd de verplaatsing in voorwaartse richting tijdens de uitpersbeweging het volume van de tussenkamer doet toene-35 men, en anderzijds voorzien is van een tweede bestuurbare klep waarmee het mogelijk is om de passage tussen de genoemde tussenkamer en de genoemde voorraadeenheid tijdens de genoemde achterwaartse beweging te sluiten en de genoemde passage tijdens de voowaartse beweging te openen.
6. Inrichting volgens conclusie 5» m e t h e t 8020017 V kenmerk, dat het genoemde onderdeel een modificatie van het volume van de tussenkamer moge lijk maakt en uitgevoerd is als een buis, soortgelijk aan de buis die gedefinieerd is in conclusie 2. 5 7· Inrichting volgens een der conclusies 5 of 6, met het kenmerk, dat de genoemde tweede bestuurbare klep is uitgevoerd als een buis waarin de steel van de uitperszuiger vrij kan bewegen tussen twee aanslagen, waarbij het contact met een van deze aanslagen het voor de 10 steel mogelijk maakt om in zijn voorwaartse beweging de genoemde buis mee te slepen en het contact met de andere aanslag het voor de steel mogelijk maakt om in zijn achterwaartse beweging de genoemde buis mee te slepen en daarbij de doorgang voor de medicamentsubstantie tussen de genoem-15 de voorraadeenheid en de genoemde tussenkamer te onderbreken.
8. Inrichting volgens conclusie 7* m e t het kenmerk, dat het middendeel van de genoemde steel en de genoemde tweede bestuurbare zuiger uitgevoerd zijn op zodanige wijze dat een samenstel ontstaat van een aanslag- 20 element en een corresponderende conische zitting, en dat het contact tussen het genoemde aanslagelement en de genoemde zitting het voor de steel mogelijk maakt om de genoemde tweede bestuurbare klep in achterwaartse richting mee te slepen en daarbij de passage voor de medicamentsub-25 stantie tussen de genoemde reservoireenheid en de genoemde tussenkamer af te sluiten.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorste gedeelte van de cylindrische behuizing, welk gedeelte de uitperskamer, 50 de uitperszuiger met zijn steel, de tussenkamer, de bestuurbare klep of kleppen en de zitting voor de voorraad medicamentsubstantie bevat, uitgevoerd is als een losneembare injectiekop die gekoppeld kan worden met de genoemde aandrijf middelen of daarvan ontkoppeld kan worden.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de genoemde aandrijf middelen voorzien zijn van een veer, een laadzuiger welke kan verschuiven in een laadkamer, middelen voor het toevoeren van een fluïdum onder druk naar de genoemde laadkamer ten-40 einde de genoemde laadzuiger in achterwaartse richting te 8020017 verplaatsen en daarbij de veer samen te drukken, middelen voor het handhaven van de genoemde veer in de samengedrukte positie, en middelen voor het vrijgeven van de genoemde veer teneinde de genoemde laadzuiger in voorwaart-5 se richting te laten springen, terwijl de inrichting verder middelen bevat voor het koppelen van de genoemde steel met de genoemde laadzuiger.
11. Inrichting volgens een der conclusies 9 en 10, met het kenmerk, dat de laadzuiger voorzien is 10 van een verlengstuk aan de voorzijde en dat het achterste uiteinde van de steel van de uitperszuiger en/of het huis van de genoemde injectiekop en het voorste uiteinde van het genoemde verlengstuk voorzien zijn van complementaire haakmiddelen waarmee het mogelijk is om de genoemde steel 15 en/of de genoemde injectiekop snel te koppelen of te ontkoppelen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, m e t het kenmerk, dat de genoemde complémentaire middelen zijn uitgevoerd als een haakbek en een gróef, of als een pal- 20 koppeling met kogels in een cirkelvormige groef, en/of als een ring met schroefdraad en een daarin indringend met corresponderende schroefdraad voorzien element.
13· Inrichting volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het samenge-25 drukt houden van de genoemde veer voorzien zijn van een terugslagklep voor het onder druk staande fluïdum en de genoemde middelen voor het vrijgeven van de genoemde veer bestaan uit een hefboom bestemd om met de hand te worden bediend en om in te werken op de genoemde terugslagklep 50 teneinde het mogelijk te maken dat het fluïdum onder druk daardoor terugkeert.
14·. Inrichting volgens een der conclusies 10 en 13, met het kenmerk, dat de genoemde laadzuiger voorzien is van een verlengstuk aan de achterzijde, ge-55 vormd door een steel voorzien van tenminste een merkteken, welke merktekens op hun beurt zichtbaar worden als maataanduiding voor het feit dat de laadzuiger terug loopt. 15* Inrichting volgens een der conclusies 10 tot en ' met 14, met het kenmerk, dat het genoemde onder 40 druk staande fluïdum bestaat uit een vloeistof en dat de 8020017 * 24 τ genoemde middelen voor het toevoeren van de genoemde vloeistof onder druk bestaan uit een zuigerpomp en een kanaal waarmee de genoemde pomp is verbonden met de laadkamer.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het 5 kenmerk, dat de genoemde zuigerpomp aan de zijde van de hoofdkamer van de pompbehuizing voorzien is van regel-middelen bestaande uit een compensatiekamer welke evenals de hoofdkamer gevuld is met de genoemde onder druk staande vloeistof en gekoppeld is met de hoofdkamer via een nauwe 10 passage, welke compensatiekamer constant onder druk wordt gehouden met behulp van een secundaire zuiger, voorgespannen door een veer, waarbij de genoemde nauwe passage uitmondt in de hoofdkamer op korte afstand van de rust-positie van de hoofdzuiger.
17. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de genoemde laadzuiger overgaat in een steel waarvan het achterste uiteinde een moer draagt welke a een schouder vormt voor het achterste uiteinde van de laadzuiger op zodanige wijze dat bediening van de genoemde moer 20 het mogelijk maakt om het volume van de laadkamer te regelen.
18. Inrichting volgens een der conclusies 10 en 17, met het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het handhaven van de genoemde gespannen veer bestaan uit een bek waarmee het moge lijk is om door middel van aanhaken 25 een voorste verlengstuk van de laadzuiger onbeweeglijk te houden en dat de genoemde middelen voor het vrijgeven van de genoemde veer bestaan uit een hefboom of een trekker waarmee het mogelijk is om de genoemde bek los te haken, dankzij welke handeling de genoemde veer de genoemde laad-50 zuiger in voorwaartse richting doet springen welke zuiger op zijn beurt de uitperszuiger activeert waarbij het fluïdum uit de laadkamer wordt verdreven. ************** * 8020017
NLAANVRAGE8020017,A 1979-01-30 1980-01-30 Naaldloze injectie-inrichting voor vloeibare medicamentsubstanties. NL178058C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7902295 1979-01-30
FR7902295A FR2447724A1 (fr) 1979-01-30 1979-01-30 Dispositif d'injection, notamment pour substances medicamenteuses

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8020017A true NL8020017A (nl) 1980-11-28
NL178058B NL178058B (nl) 1985-08-16
NL178058C NL178058C (nl) 1986-01-16

Family

ID=9221345

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8020017,A NL178058C (nl) 1979-01-30 1980-01-30 Naaldloze injectie-inrichting voor vloeibare medicamentsubstanties.

Country Status (17)

Country Link
AR (1) AR218193A1 (nl)
BE (1) BE881407A (nl)
BR (1) BR8006250A (nl)
DE (1) DE3030671T1 (nl)
DK (1) DK411580A (nl)
FR (1) FR2447724A1 (nl)
GB (1) GB2057890B (nl)
IL (1) IL59255A (nl)
IN (1) IN153760B (nl)
IT (1) IT1130919B (nl)
KE (1) KE3406A (nl)
NL (1) NL178058C (nl)
NO (1) NO150586C (nl)
OA (1) OA06449A (nl)
SE (2) SE436324B (nl)
SU (1) SU1135426A3 (nl)
WO (1) WO1980001539A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2474319B1 (fr) * 1980-01-29 1985-10-18 Merieux Inst Dispositif d'injection sans aiguille de substances medicamenteuses liquides

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3057349A (en) * 1959-12-14 1962-10-09 Ismach Aaron Multi-dose jet injection device
FR1518915A (fr) * 1967-02-15 1968-03-29 Injecteur direct sans aiguille pour l'administration de solution médicamenteuse
US3521633A (en) * 1967-11-13 1970-07-28 Scherer Corp R P Brake device for hypodermic jet injector
US3518990A (en) * 1968-05-02 1970-07-07 Oscar H Banker Gun type inoculator
FR2340713A1 (fr) * 1976-02-13 1977-09-09 Merieux Inst Injecteur de liquides a pression

Also Published As

Publication number Publication date
FR2447724A1 (fr) 1980-08-29
NO150586B (no) 1984-08-06
OA06449A (fr) 1981-07-31
BE881407A (fr) 1980-05-16
DK411580A (da) 1980-09-29
IN153760B (nl) 1984-08-18
IT8019572A0 (it) 1980-01-30
DE3030671T1 (de) 1981-03-26
IT1130919B (it) 1986-06-18
IL59255A0 (en) 1980-05-30
GB2057890A (en) 1981-04-08
DE3030671C2 (nl) 1988-03-03
KE3406A (en) 1984-06-08
NO802880L (no) 1980-09-29
SE436324B (sv) 1984-12-03
NO150586C (no) 1984-11-14
NL178058C (nl) 1986-01-16
SE8006796L (sv) 1980-09-29
FR2447724B1 (nl) 1982-08-13
BR8006250A (pt) 1980-12-30
IL59255A (en) 1983-11-30
GB2057890B (en) 1983-04-20
WO1980001539A1 (fr) 1980-08-07
SU1135426A3 (ru) 1985-01-15
AR218193A1 (es) 1980-05-15
NL178058B (nl) 1985-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0028557B1 (fr) Seringue d'injection
US5190523A (en) Disposable syringe and injector
US4007739A (en) Fluid-operated hypodermic syringe
US2547099A (en) Injection device and ampoule
US6475193B1 (en) Continuous injecting apparatus
TW387814B (en) Device for injecting medical product
DE2434474C2 (de) Nadellose Injektionspistole
US3461867A (en) Needleless injector
US2821981A (en) Multi-shot inoculant injector instrument with adjustable ejection pressure control
US7357781B2 (en) Needleless injector
US4381778A (en) Needle-loading multiple barrel syringe
NO338762B1 (no) Injeksjonsanordning
CA2758597C (en) Injection syringe plunger valve assembly
NO342250B1 (no) Autoinjeksjonsinnretning med nålbeskyttende deksel med ytre og indre hylse
KR960704588A (ko) 전방 후퇴 기구를 갖는 재사용 불가능한 의료기구(Nonreusable medical device with front retraction)
JP2000225186A (ja) 液体の高圧放出のための放出装置
WO2001089610A1 (fr) Doseur d'agent chimique a liberation prolongee
NL8020017A (nl) Naaldloze injectie-inrichting voor vloeibare medicament-substanties.
US6736795B2 (en) Device for administering an injectable product
US2017276A (en) Hypodermic syringe-air operated
US3675651A (en) Fluid-powered applicator for medicaments
USRE24419E (en) Ziherl et au
US3474787A (en) Hypodermic syringe
US2709433A (en) Fluid inoculating syringe or injector
GB863907A (en) Multiple injection inoculator instrument

Legal Events

Date Code Title Description
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee