NL8007047A - Fotografische produkten en werkwijzen, alsmede nieuwe xantheenverbindingen, die geschikt zijn om in dergelijke produkten of bij dergelijke werkwijzen te worden toegepast. - Google Patents

Fotografische produkten en werkwijzen, alsmede nieuwe xantheenverbindingen, die geschikt zijn om in dergelijke produkten of bij dergelijke werkwijzen te worden toegepast. Download PDF

Info

Publication number
NL8007047A
NL8007047A NL8007047A NL8007047A NL8007047A NL 8007047 A NL8007047 A NL 8007047A NL 8007047 A NL8007047 A NL 8007047A NL 8007047 A NL8007047 A NL 8007047A NL 8007047 A NL8007047 A NL 8007047A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
image
silver halide
photographic
formula
Prior art date
Application number
NL8007047A
Other languages
English (en)
Other versions
NL189269C (nl
NL189269B (nl
Original Assignee
Polaroid Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Polaroid Corp filed Critical Polaroid Corp
Publication of NL8007047A publication Critical patent/NL8007047A/nl
Publication of NL189269B publication Critical patent/NL189269B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL189269C publication Critical patent/NL189269C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03CPHOTOSENSITIVE MATERIALS FOR PHOTOGRAPHIC PURPOSES; PHOTOGRAPHIC PROCESSES, e.g. CINE, X-RAY, COLOUR, STEREO-PHOTOGRAPHIC PROCESSES; AUXILIARY PROCESSES IN PHOTOGRAPHY
    • G03C8/00Diffusion transfer processes or agents therefor; Photosensitive materials for such processes
    • G03C8/42Structural details
    • G03C8/44Integral units, i.e. the image-forming section not being separated from the image-receiving section
    • G03C8/48Integral units, i.e. the image-forming section not being separated from the image-receiving section characterised by substances used for masking the image-forming section
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09BORGANIC DYES OR CLOSELY-RELATED COMPOUNDS FOR PRODUCING DYES, e.g. PIGMENTS; MORDANTS; LAKES
    • C09B11/00Diaryl- or thriarylmethane dyes
    • C09B11/04Diaryl- or thriarylmethane dyes derived from triarylmethanes, i.e. central C-atom is substituted by amino, cyano, alkyl
    • C09B11/10Amino derivatives of triarylmethanes
    • C09B11/24Phthaleins containing amino groups ; Phthalanes; Fluoranes; Phthalides; Rhodamine dyes; Phthaleins having heterocyclic aryl rings; Lactone or lactame forms of triarylmethane dyes
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09BORGANIC DYES OR CLOSELY-RELATED COMPOUNDS FOR PRODUCING DYES, e.g. PIGMENTS; MORDANTS; LAKES
    • C09B11/00Diaryl- or thriarylmethane dyes
    • C09B11/28Pyronines ; Xanthon, thioxanthon, selenoxanthan, telluroxanthon dyes
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03CPHOTOSENSITIVE MATERIALS FOR PHOTOGRAPHIC PURPOSES; PHOTOGRAPHIC PROCESSES, e.g. CINE, X-RAY, COLOUR, STEREO-PHOTOGRAPHIC PROCESSES; AUXILIARY PROCESSES IN PHOTOGRAPHY
    • G03C1/00Photosensitive materials
    • G03C1/76Photosensitive materials characterised by the base or auxiliary layers
    • G03C1/825Photosensitive materials characterised by the base or auxiliary layers characterised by antireflection means or visible-light filtering means, e.g. antihalation
    • G03C1/83Organic dyestuffs therefor

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Silver Salt Photography Or Processing Solution Therefor (AREA)
  • Plural Heterocyclic Compounds (AREA)

Description

\ * * — VO 131^
Fotografische produkten en werkwijzen, alsmede nieuwe xantheenverbindingen, die geschikt zijn om in dergelijke produkten of hij dergelijke werkwijzen te worden toegepast.
De uitvinding heeft betrekking op nieuwe xantheenverbindingen, alsmede op hun toepassing, bij voorbeeld als licht afschermende kleurstoffen in fotografische produkten en bij fotografische werkwijzen.
Eet is bekend dat fotografische films en vooral meerkleurenfilms 5 van partij tot partij kunnen variëren en zulks meestal ook doen, ondanks de inspanningen die worden geleverd cm films te vervaardigen die identiek zijn aan eerder gemaakte films. Fabrikanten van fotografische meerkleurenfilms. hebben een aantal procédé1 s ontwikkeld cm de effecten van onvermijdelijke variaties tijdens de fabricage op het uiteindelijke meer-10 kleurenbeeld tot een, minimum, te beperken. Deze variaties zijn,vooral merkbaar in de vorm van verschuivingen in de kleurbalans, die een gevolg zijn van het. feit dat de D log E kranmen van de afzonderlijke rode, groene en..blauwe belichtingen niet op de juiste wijze bij elkaar passen.
De inrichtingen waarin, meerkleurenfilms worden gevormd werken bijzonder 15 nauwkeurig, maar toch zijn er dikwijls verschillen in de hoeveelheden zilverhalogenide en/of kleurstofbeeldvormende materialen die men wenst aan te brengen. Verschillende partijen zilverhalogenide-emulsies kunnen, wat hun fotografische eigenschappen betreft, onderling verschillen en doen dat: ook meestal. Afzonderlijke lagen kunnen in iets verschillende mate 20 zijn gedroogd. Nadat de films zijn vervaardigd worden ze een zekere tijd opgeslagen cm ze te laten "verouderen", waardoor· veranderingen in de sensitametrie na het gieten de gelegenheid krijgen een plateau te bereiken, waarbij de films klaar zijn om in de handel te worden gebracht. Indien < de film bestand is cm te worden ontwikkeld in een afwerkcentrale of in 25 een donkere kamer, wordt de ontwikkeling van de belichte meerkleurenfilm binnen zeer enge grenzen geregeld, nl. binnen +1/2 graad van een voorgeschreven temperatuur, teneinde sensitcmetrische variaties tussen verschillende films tot een minimum te beperken. Wanneer de meerkleurenfilm een film van het negatieve type is, kan de sensitcmetrie worden geregeld 30 bij het afdrukken van het uiteindelijke positieve beeld, tijdens welke bewerking het voor het afdrukken gebruikte licht door middel van kleur-filters op geschikte wijze kan worden gefilteerd.
8-0 0 7 0 4 7 -2-
De bovengenoemde belangrijkste oorzaken van sensitcmetrische variaties zijn uiteraard, ook van toepassing op meerkleurendiffusie-over-drachtsfilms, maar bij deze films kant er nog de moeilijkheid bij, dat de sensitcmetrische eigenschappen nagenoeg vastliggen, op het ogenblik 5 dat de film de fabriek verlaat. De gelegenheid cm de sensitcmetrische eigenschappen te regelen, tijdena de behandeling in de donkere kamer is niet aanwezig voor de gebruikers van zelfontvikkelende films.. Terwijl beroepsfotografen en. gevorderde amateurs voldoende bedreven kunnen zijn in het gebruik van kleurcorrectiefilters ten einde de kleurbalans ten— 10 minste, ten dele te herstellen, worden gewone gebruikers van de. film door dergelijke aanvullende handelingen alleen maar in de war gebracht.
Het is bekend cm licht af schermende kleurstoffen in fotografische elementen te gebruiken» Hen dergelijke kleurstof kan als filterkleurstof worden opgencmen in éên of meerdere lichtgevoelige emulsielagen of in 15 een laag die op één of meerdere lichtgevoelige emulsielagen of tussen twee voor een verschillende kleur gesensibiliseerde emulsielagen is aangebracht T ten einde de Üchtregistratie in de emulsielaag te modificeren of de spectrale samenstelling van licht, dat op de onderliggende lichtgevoelige laag invalt, te regelen, of kan als antihalokleurstof worden 20 opgencmen in een niet-lichtgevoelige laag, die is aangebracht op de ene of de andere zijde van een drager van de lichtgevoelige laag of lagen.
Behalve- dat zij de vereiste spectrale absorptie-eigenschappen voor de beoogde toepassing moeten hebben, dienen de voor deze doeleinden gebruikte kleurstoffen fotochemisch inert te zijn, hetgeen betekent dat zij 25 geen enkel nadelig effect mogen hebben op de eigenschappen van de lichtgevoelige emulsielaag of -lagen, en dienen zij tevens in staat te zijn cm tijdens de fotografische behandeling te worden ontkleurd of verwijderd, zodat er geen vlekken in het behandelde fotografische element te zien zijn». In fotografische werkwijzen waarbij de kleurstof wordt verwijderd 30 door oplossing in een behandelingsoplossing, heeft het gewoonlijkLde voorkeur dat de kleurstof tevens ontkleurt, ten einde vervuiling van de behandelingsoplossing te vermijden en vlekvorming als gevolg van in het behandelde lichtgevoelige element achtergebleven kleurstof te verhinderen.
Ofschoon diverse klassen van kleurstoffen zijn voorgesteld cm in 35 antihalo- en kleurcorreetiefilterlagen te worden gebruikt, zijn de tot dusver toegepaste kleurstoffen niet in alle opzichten bevredigend. Sommige van de kleurstoffen hebben de neiging de gevoeligheid te verlagen, sluier- 8007047 «. * . ' -3- vorming te veroorzaken of andere nadelige effecten op het lichtgevoelige materiaal uit te oefenen. Het belangrijkste nadeel van eerder gebruikte kleurstoffen is evenwel hun neiging om vlekken te veroorzaken als gevolg van een onvolledige ontkleuring of het terug overgaan van een deel van 5 de ontkleurde vorm in de oorspronkelijke gekleurde vorm. Sommige klassen van kleurstoffen berusten bij voorbeeld op de aanwezigheid van een reagens,, zoals een sulfiet, cm het "uitbleken”, nl.. het ontkleuren te bewerkstelligen en hun kleur zal dan na verloop van tijd opnieuw verschijnen, tenzij de kleurstoffen tijdens of na de behandeling uit het lichtgevoelige mate-10 riaal worden verwijderd.
Tot de klassen van lichtafschermende kleurstoffen die eerder werden gebruikt behoren de triarylmethaanverbindingen en de xanthenen. In bij, voorbeeld de. .Amerikaanse octrooi schrift en 1.879-537, 1.99^-.876, 2.350.090 en 3.005*711 is het gebruik van. kleurstoffen van het fuchson— 15 type in antihalolagen beschreven, en de Amerikaanse octrooischriften 3.406.069 en. 3.615.5^0 hebben betrekking op het gebruik, van metaalchela— ten van. fuchsonkleurstoffen als antihalokleurstoffen. Deze en andere soorten triarylmethaankleurstoffen hebben êén of meer· van de hierboven besproken nadelen en in het .bij zonder is het moeilijk cm bekende kleur-20 stoffen van dit type ontkleurd te houden bij de pH-waarden die normaal ontstaan tijdens de behandeling volgend op het "aitbleken" en in het uiteindelijke produkt. Xanthenen zijn toegepast in antihalolagen die tijdens de fotografische behandeling worden verwijderd. In bij voorbeeld de Amerikaanse octrooischriften 2.182.79^, 2.203.767 en 2.203.768 is 25 de toepassing beschreven van rhodaminekleurstoffen in bepaalde antihalolagen, die tijdens de behandeling worden verwijderd in een zuur bad of in een spoelbad met gewoon water, afhankelijk van de oplosbaarheids eigenschappen van de betreffende laag.
De op 26 december 1979 ingediende samenhangende Amerikaanse octrooi-30 aanvrage serial nr. 106.905 heeft betrekking op bepaalde 3,6-bis-(N-indoli-nyl.) -xantheenverbindingen. Deze verbindingen vinden toepassing als fotografische lichtafschermende kleurstoffen en bieden voordelen boven de eerder gebruikte lichtafschermende kleurstoffen vanwege hun vermogen cm volledig en irreversibel te ontkleuren tot een nagenoeg inert kleurloos 35 produkt. De kleurstoffen welke in die samenhangende octrooiaanvrage zijn beschreven omvatten met name xantheenverbindingen met de formule 1 van R’ het formuleblad, waarin X een groep voorstelt met de formule -SOg-lSf -COCH^ 8007047 -Λ- of -SOg-l-COgiCHg)^, waarin R' alkyl, Y een elektronen aantrekkende groep en A een anion voorstelt.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op sulfo-gesubstitueer-de xantheenverbindingen van dit type, die verbeterde eigenschappen be-5 zitten.»
Een eerste doel. van de uitvinding is daar cm. het verschaffen van nieuwe xantheenverbindingen.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van xantheen-kleurstoffen, die. geschikt zijn cm in fotografische produkten en werkwijzen 10 te worden toegepast.
Rog een ander- doel van de uitvinding is het verschaffen van fotografische produkten en werkwijzen,, waarin de xantheenverbindingen worden toegepast»
Andere- doelstellingen van deze uitvinding zijn ten dele zonder- meer 15 duidelijk en zullen ten dele. blijken uit de hierna volgende- beschrijving»
Volgens de onderhavige uitvinding worden derhalve 3,6-bis-(E-iado-linyl)-xantheenverbindingen verschaft, die zijn gesubstitueerd met 1 en bij voorkeur met 2 sulfogroepen, waardoor het "losse", nl». het uitwendige anion A® wordt geëlimineerd. Bovendien is verrassenderwijze gevonden, 20 dat de aanwezigheid van 2 sulfogroepen grotendeels de sterke verschuivingen in de >> opheft., die zijn waargenomen in aanwezigheid van verschil— lende bevochtigingsmiddelen en/of polymere bindmiddelen» Tevens bevordert de aanwezigheid van 2 van dergelijke groepen de -dispergeerbaarheid van de kleurstof in bindmiddelen, die uit waterige dispersies worden aange-25 bracht, en kan de tweede sulfogroep worden gebruikt als beitsgroep met ‘ bepaalde polymere bindmiddelen, ten einde migratie van de kleurstof in het fotografisch produkt-te verhinderen.
Volgens een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding dus 3»6-bis-(F-indolinyl)xantheenverbindingen, die een sulfogroep bevatten 30 op de 2-plaats en bij voorkeur een sulfogroep bevatten op de 2- en 7-plaat- sen en die op de 9-plaats een fenylgroep bevatten met de formule 2 van het formuleblad, waarin X een groep met de formule R' R» -SOg-N-COCH^ of -SOg-i-CO^CH^gï voorstelt, waarin R’ alkyl en Y een elektronen aantrekkende groep voorstellen. Volgens een andere uitvoerings-35 vorm worden fotografische werkwijzen en produkten verschaft, waarin de onderhavige xantheenverbindingen worden toegepast, welke verbindingen - irreversibel worden ontkleurd door de vorming van een nieuwe verbinding 8007047 , i * " ·........... -5- . · met gesloten ring bij contact met een alkalische fotografische behande- lingssamenstelling.
Ter verdere verduidelijking van de aard en de doelstellingen van de uitvinding wordt verwezen naar de hierna volgende gedetailleerde be-5 schrijving te zamen met de figuren van de tekening.
Fig.. 1 is een schematische vergrote doorsnede van een diffusie-overdracht sfilmeenheid , die een xantheenverbinding- volgens de uitvinding als- een bleekbare antihalokleurstoflaag bevat; en fig. 2 is een. schematische vergrote doorsnede van een andere diffu-10 sieoverdrachtsfilmeenheid, die een xantheenverbinding volgens de uitvinding als kleurcorrectiefilterkleurstof in de- beeldontvangstlaag bevat.
De- volgens de uitvinding toegepaste verbindingen beantwoorden met name aan. de fomule 3 van het formuleblad» waarin. X. een groep voorstelt met de formule
F F
15 -SO^-ÏT-COCH^ of -S0^-N-C0^(CH^)^Y» waarin Hr alkyl en Γ een elektronen— aantrekkende groep voorstellen, en. n een getal, is met een waarde van 0 of U Met een "elektronenaantrekkende groep" wordt een groep bedoeld met een positieve sigmawaarde als bepaald volgens de vergelijking van Hammett.
20 De elektronenaantrekkende groep Y heeft bij voorkeur een positieve sigmawaarde (d die groter is dan 0,6. Als bij voorkeur toegepaste elektronenaantrekkende groepen kunnen worden genoemd nitro, cyaan -SO^CEj, -SOg-fenyl, -SQg-p-tolyl,. -COCH^ en -SO^H(CH^-fenyl) ^. De sigmawaarde van deze en andere groepen, zoals -CHO, -C00H, -COOC^H^ en -CONE^ 25 zijn vermeld door Eugen Müller in "Methoden der Organischen Chemie",
Georg. Thieme Verlag, Stuttgart 1970, blz. 78, in termen van tf “-waarden, gebaseerd op de ionisatie van p-gesubstitueerde fenolen.
Xantheenverbindingen waar volgens de uitvinding de voorkeur naar uit gaat zijn de verbindingen met de formule 3, waarin X een groep met 30 de formule -SO^-f-COg(CHg)2 Y voorstelt en n een getal is met een waarde -van 1.
Zoals hierboven gezegd, zijn de onderhavige verbindingen aanvankelijk gekleurd, nl. in staat om zichtbare straling te absorberen, en worden zij bij een alkalische pH angezet in een kleurloos produkt doordat 35 zij een irreversibele splitsingsreactie ondergaan met base. Het gevormde kleurloze produkt is een nieuwe verbinding, die verschillend is van de gekleurde verbinding en door een verandering van de pH niet tot de gekleurde 8007047 -6- verbinding kan terugkeren. Ih het bijzonder is het de op de fenylgroep gesubstitueerde groep X, die in alkalische oplossing een irreversibele splitsingsreactie ondergaat» die binnen een bepaalde tijd bij een bepaalde alkalische pH is voltooid, waardoor de nieuwe kleurloze verbinding 5 ontstaat, nl- het cyclische sulfonamide, zoals blijkt uit het reactie-schema A» dat op het formuleblad is weergegeven. De daarbij getoonde structuren (i) en (ii) stellen_de splitsingsprodukten voor van de betreffende verbindingen, waarbij X resp. een groep is met de formule .
5' ?’ -SO^-fr-COCH^ of -SO^-N-CO^(Cïï^)^Y. Er wordt ook opgemerkt dat de bij-10 produkten, die bij de splitsing van de groep X worden gevormd, eveneens kleurloos zijn. Aangezien die splitsingsreactie sneller verloopt bij hogere ρΞ-waarden,. zijn. de betreffende verbindingen in het bijzonder geschikt voor toepassing in fotografische werkwijzen waarbij de pH boven ongeveer 10 wordt gehouden, ten minste zo lang als nodig voor de ontkleu— 15 ring tot het overeenkomstige produkt met gesloten ring -
De xaatheenkleurstoffen volgens de uitvinding kunnen bij voorbeeld als volgt worden bereid: (a) door omzetting van sulfonfluoresceihedichloride met indoline ter verkrijging van de di(indolinyl)-gesubstitueerde verbinding met de for- 20 mule it- van het formuleblad; (b) omzetting van de di( iadolinyl) -gesubstitueerde verbinding met fos-forpentachloride of thionylchloride ter verkrijging van het overeenkomstige sulfonylchloride met de formule 3 van het formuleblad; (c) omzetting van dat sulf onylchloride met ammoniak ter verkrijging van 25 het overeenkomstige cyclische sulfonamide met de formule 6 van het formuleblad; (d) omzetting van dat cyclische sulfonamide met een alkyleringsmiddel ter verkrijging van het overeenkomstige Ef-R' -sulfonamide met de formule 7 van het formuleblad; 30 (e) omzetting van dat N-R'-sulfonamide met een reductiemiddel ter verkrijging van het overeenkomstige reductieprodukt met de formule 8 van het formuleblad; (f) omzetting van dat reductieprodukt met een passend acyleringsmiddel, bij voorbeeld CICOCH^ of ClCO^CH^gY ter verkrijging van de verbin-35 ding met de formule 9 van het formuleblad, waarin X een groep met de formule -SOg-I-COCH^ of -SOg-i-COgiCH^Y, R' alkyl en Y een elektro- 8007047 I s -7- \ « nenaantrekkende groep voorstellen; (g) omzetting van de verbinding van trap (f) met cbloorsulfonzuur in een oplosmiddel, zoals methyleenchloride, ter verkrijging van in hoofdzaak bet monogesulfoneerde produkt,. of in een meer polair oplos-5 middel, zoals azijnzuur anhydride, ter, verkrijging van in hoof dz aak bet digesulfoneerde produkt met de fonaule 10 van bet formuleblad, waarin n een getal is met een waarde van 0 of 1 en X dezelfde betekenis beeft als hierboven vermeld; en •10 (h) axydatie van de gesulfoneerde verbinding, waarbij bij voorkeur o-chloor-anil als oxydatiemiddel wordt gebruikt, ter verkrijging van heb kleur-stofprodukt„ Eventueel kan de verbinding van trap (a) ook trapsge— • wijze worden, gesynthetiseerd door slechts eén van de chloorgroepen van bet. uitgangsprodukt sulfonfluorescexnedichloride te vervangen 15 door een indolinylgroep en daarna dit tussenprodukt om te zetten met indoline- ter vervanging van de andere chloorgroep.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de band. van de volgende voorbeelden, die evenwel geen beperkende betekenis hebben.
Voorbeeld I
20 Bereiding van de verbinding met de formule 11 van het fomuleblad.
(a) Een mengsel van 8t g (0,2 mol) sulfonfluorescexnedichloride (3, β-dichloorsulfof lucres ceine) met de formule 12 van het formuleblad en 100 g (Q,8k mol) indoline in 3300 cm absolute methanol werd 3 uur gekookt onder terugvloeikoeling. Na korte tijd begon het produkt uit de 25 oplossing neer te slaan. Het produkt werd heet gefiltreerd, gewassen met
O O
ethanol (2 x 500 cm' ) en met diëthylether (2 x 500 cm ), aan de lucht gedroogd tot de volgende dag en vervolgens onder vacuum gedroogd ter verkrijging van 107 Λ g van de verbinding met de formule 13 van het formuleblad.
O
30 (b) 100 g (0,175 mol) van de verbinding van trap (a) in 1500 cm chloroform werd behandeld met 73 g (0,35 mol) fosforpentachloride. Het geroerde mengsel werd ongeveer 5 uur onder reflux verhit, vervolgens geroerd tot de volgende dag en ondertussen af gekoeld op kamertemperatuur.
Het mengsel werd behandeld met 500 cm water (in dit stadium werd geen 35 exothermiciteit waargenomen) en vervolgens 10 minuten geroerd. Het meng-sel werd overgebracht in een scheitrechter van lj-000 cm en de chlorofoim-laag werd afgescheiden. De chloroformlaag werd gewassen met water 8007047 2 -8- (2 x 1000 est ) en gedroogd met watervrij magnesiumsulfaat. Het magnesium-sulfaat werd afgefiltreerd ea het filtraat» dat het overeenkomstige sulfo-nylchloride met de formule 1b van het formuleblad bevatte, werd gekoeld qp 0°C (bad vaa droog ijs en aceton).
5 (c) Het filtraat van trap (b) werd daarna verzadigd met watervrije ammoniak. Het mengsel werd gefiltreerd, ten einde het HH^Cl te verwijderen ea. het oplosmiddel werd verwijderd onder verminderde druk. Het residu werd continu geëxtraheerd met methanol met behulp van een scochlettoestel gedurende het weekend. Hét aldus verkregen lichtblauwe vaste produkt werd 10 onder vacuum gedroogd ter verkrijging van 71,8 g van de. verbinding met de foimule 18 van het formuleblad. Dit produkt vertoonde in hoofdzaak een enkele vlek bij DLC (chloroform) R^. — 0,1+1; een ondergeschikte component werd waargenomen bij het begin (uitgangsmateriaal). Smelttraject 258-6i?C (d) .· 15 (d) Een brij van de verbinding van trap (c), 60 g (0,11 mol), in 750. cmr diglime (vooraf gedroogd over hA moleculaire zeven) werd behandeld met H+,8 g (0,.132 mol) kalium-t-butaxyde en ongeveer k5 minuten geroerd bij kamertemperatuur, gedurende welke tijd een oplossing werd gevormd.
De donkerbruine oplossing werd gekoeld in een ijsbad en ineens behandeld
O
20 met 12,5 cm (16,65 g; 0,132 mol) dimethylsulfaat. Het verkregen mengsel liet. men op kamertemperatuur komen onder roeren tot de volgende dag.
Het mengsel werd in twee delen verdeeld. Ongeveer de helft van het reactiemengsel werd, onder roeren uitgegoten in 3500 cm water, dat 175 g natriumchloride bevatte. Na ongeveer 15 minuten roeren werd het produkt 25 gefiltreerd, rijkelijk gewassen met water en onder vacuum gedroogd.
De andere helft van het reactiemengsel werd op dezelfde wijze verwerkt ter verkrijging van 59,6 g van de verbinding met de formule 16 van het formuleblad. Dit materiaal vertoonde nagenoeg een enkele vlek bij DLC (chloroform),. maar er was een ondergeschikte component bij het begin.
30 (e) Een oplossing van de verbinding van trap (d), 59 9 6 g (0,10 mol), in 1000 cm^ ijsazijn werd onder een stikstofatmosfeer verwarmd op 50-60°C. Er werd zinkstof, 13 g (0,2 g atoem), toegevoegd en het verkregen.mengsel werd 5 uur geroerd bij ongeveer 6o°C. Het ruwe produkt (te zamen met de overmaat zinkstof en zouten) werd gefiltreerd, gewassen met azijnzuur '35 en tenslotte met ether.
3
Het residu werd opgenemen in 2000 cm chloroform, ongeveer 30 minuten geroerd en gefiltreerd, ten einde de overmaat zink en zouten te ver- 8007047 * « -9- wijderen. Het· oplosmiddel van het filtraat werd onder vacuum verwijderd, waardoor 32,8 g van de verbinding met de formule 17“ van het formuleblad werd verkregen. De werkwijze werd herhaald met het oorspronkelijke resi-du. en met nog eens. 500 cm chloroform, waardoor nogmaals 11,8 g van de 5 verbinding werd verkregen, zodat de totale opbrengst Ml·,7 g bedroeg.
. . Dit materiaal vertoonde in hoofdzaak: een enkele vlek bij DLC (chloroform) 'f er was evenwel een ondergeschikte component bij het begin.
(f) De verbinding van trap (e), 10 g (0,017 mol), en ClCO^CHg)^ SO^CH^, 15*9 g (0*085 mol), in 120 crn^ pyridine (vooraf gedroogd met Ml 10 moleculaire 2 even) werden onder een stikstof atmosfeer geroerd tot de 3 volgende dag. Het donkergroene mengsel werd uitgegoten in 1500 cm water, dat 75 g natriumchloride bevatte. Ha ongeveer 15 minuten roeren werd het reactieprodukt gefiltreerd, gewassen met water en onder vacuum gedroogd, ter verkrijging van 11,3 g van de verbinding met de formule 18 van het 15 formuleblad. Het materiaal vertoonde in hoofdzaak een enkele vlek bij DLC' (chlorofoimmethanol 100:1). Er waren 2 ondergeschikte componenten: de ene bij het begin en de andere die langzamer liep dan het produkt.
(g) Een suspensie van de verbinding· van trap (f), 19,42 g (0,026 q mol), in 195 cm azijnzuur anhydride werd druppelsgewijze behandeld met q 20 3,86 cm (6,77 S* 0,058 mol) chloorsulfonzuur onder een stikstofatmos-feer gedurende ongeveer 30 minuten. Het mengsel werd bij kamertemperatuur geroerd tot de volgende dag. Het neergeslagen produkt. werd gefiltreerd, gewassen met een weinig azijnzuur anhydride, ethylether en onder vacuum gedroogd ter verkrijging van 20,½ g van de verbinding met de formule 19 25 van het. formuleblad. De structuur van deze verbinding werd bepaald door CMR.
q (h) De verbinding van trap (g), 19,0 g (0,021 mol), in 550 cm methanol werd 15 minuten gekookt onder terugvloeikoeling en vervolgens gefiltreerd cm alle onopgeloste materiaal, te verwijderen. Het filtraat 30 werd ineens behandeld met 10,4 g (0,42 mol) o-ehlooranil en geroerd tot de volgende dag. Het produkt werd dan gefiltreerd, gewassen.met een weinig methanol, ethylether en onder vacuum gedroogd, waardoor 15*65 g van de beoogde verbinding werd verkregen. Dit materiaal vertoonde twee campo- q neuten bij DLC,. Het werd gezuiverd door 13,5 g materiaal in 675 cm metha-35 nol gedurende 2 uur te refluxen. Men liet het mengsel op kamertemperatuur kernen, waarna het produkt werd gefiltreerd, gewassen met een weinig methanol, ethylether en onder vacuum gedroogd ter verkrijging van 13*2 g kleur- 8007047 -10- stofprodukt, dat ia hoofdzaak een enkele vlek vertoonde, "behalve een zeer kleine vlek, die liep met een hogere Rf-
De "bleekJ'-snelheid voor de verbinding van voorbeeld I werd bepaald op 5 seconden bij pïï = 12 in termen van T 1/2. Met T 1/2 wordt de tijd 5 bedoeld die wordt gemeten voor de helft, van het gekleurde produkt cm te ontkleuren» Voor het uitvoeren, van deze bepaling werd een cel, die onge-
O
veer 3 cm pE — 12 buffer (waterig) bevatte, in een zichtbare spectro-' meter geplaatst» Een monster van de verbinding werd opgelost in methanol
O
en een kleine hoeveelheid (minder dan 0,1 cmJ) van elke oplossing werd 10 in de buffer geïnjecteerd. De optische dichtheid werd vervolgens geregistreerd bij een golflengte van 675 nm ten einde de T 1/2 te bepalen. Voorbeeld II
Bereiding' van de verbinding met de formule 20 van het formuleblad.
(1) Een oplossing van h^1 g (5*6 mmol) vaa.de verbinding met de . 3 15 formule 21 van het formuleblad m 50 cm droog methyleenchloride werd in
O
een ijsbad. gekoeld en 1,75 cmJ (1,3 g; 11,1b- mmol) chloorsulfonzuur werd druppelsgewijs toegevoegd. Ia deze toevoeging werd het mengsel. 30 minuten .
koud geroerd, waarna men het gedurende de. nacht op kamertemperatuur liet komen. Het methyleenchloride werd afgegoten en het residu werd gewreven 20 met ongeveer 60 cm methanol.. Het vaste materiaal werd gefiltreerd, onder 3 vacuum gedroogd en opgelost, m 100 cm methanol. De methanoloplossing werd. gemengd met voldoende silicagel cm een MPLC-reiniger van 25 mm x 250 mm te vullen. De methanol werd onder vacuum verdampt en daarna werd hetkengsel met silicagel onder vacuum gedroogd tot de volgende 25 dag. Het mengsel werd vervolgens in een kolcm van 25 mm x 250 mm gebracht, die was verbonden met een kolcm van 25 mm x 1000 mm, en geëlueerd met chloroformrmethanol (U:1). Fracties die overeenkwamen met materiaal met 0,3 werden samengevoegd en de oplosmiddelen werden verdampt onder verminderde druk, waardoor de verbinding met de formule 22 van het formule-30 blad werd verkregen. De structuur van deze verbinding werd bepaald door CMR.
(2) De verbinding van trap (1) (ongeveer 0,12 mmol) werd opgelost
O
in 20 cm methanol. Deze oplossing werd behandeld met 59 mg (0,2¾. mmol) o-chlooranil en geroerd tot de volgende dag. Het mengsel werd gefiltreerd, waardoor de beoogde verbinding werd verkregen in de vorm van een donker-35 blauw vast produkt, dat aan de lucht werd gedroogd.
De verbinding van voorbeeld II was oplosbaar in hete methanol, waardoor een cyaankleurige oplossing werd verkregen, die snel ontkleurde 8007047 > t ' -ii-............
"bij behandeling met waterig 1N natriumhydraxyde bij kamertemperatuur.
Sulfonf luores ceïnedichloride werd als volgt bereid: 1,5 1 ethylacetaat werd aangebracht in een driehalskolf van 5 1 met ronde bodem» die was- voorzien van een schoepenroer der, een reflux— 5 condensor en een thermometer, en werd vervolgens met behulp van een ijs-bad gekoeld op 0°C. 250 g sulfonfluores eelne werd toegevoegd, gevolgd door de toevoeging van 200 cm thionylchloride. De temperatuur liep een weinig op. De temperatuur werd terug op 0°C gebracht. Vervolgens werd
O
750 cm N,Ν-dimethylfoimamide (DMP) ineens toegevoegd. De temperatuur 10 steeg tot ongeveer 30°C. Nadat de toevoegingen waren voltooid werd het mengsel 1 uur geroerd. Het ijsbad werd verwijderd cm de temperatuur van het reactiemengsel op kamertemperatuur, te laten kernen, waarna het mengsel. op een stoembad werd geplaatst en onder roeren werd verwarmd tot refliKtemperatuur. Tijdens de verwarming werd het mengsel lichter van 15 kleur en dikker. (De kleur was bruin). Na. 10-15 minuten refluxen werd het reactiemengsel in een ijsbad geplaatst en onder voortgezet roeren gekoeld op 0°C. Het koude reactiemengsel werd gefiltreerd en gewassen met een gekoelde 15$”s oplossing van DMF/ethylacetaat totdat de kleur van het neerslag zo licht mogelijk werd, waarna werd gewassen met ether. Na af-20 zuigen onder een rubberdam werd het sulfonfluorescelnedichloride aan de lucht gedroogd. De opbrengst bedroeg 184,3 g (68$) en het produkt was voor 99ï1% zuiver volgens DLC.
Zoals eerder gezegd, wordt door de aanwezigheid van 2 sulfogroepen bij de onderhavige xantheenverbindingen het effect van verschillende 25 bevochtigingsmiddelen en polymere bindmiddelen op de A van de verbin— dingen tot een min-vm-nm beperkt en wezenlijk geëlimineerd vergeleken bij de grote verschuivingen in die worden waargenomen bij de mono- en max de niet-gesulfomeerde verbindingen. Ter illustratie werden monsters van de verbindingen van de voorbeelden I en II gedispergeerd in waterige 2%'s 30 polyvinylalcohol en in een oplossing van een entcopolymeer van Wvinyl-pyridine en vinylbenzyltrimethylammoniumdichloride, geënt op hydroxyethyl-cellulose in een gewichtsverhouding van 2,2/1/2,2 resp. waarbij diverse bevochtigingsmiddelen werden gebruikt, nl. Triton X-100 (octylfenoxy-poly ethoxy ethanol).. Aerosol T. (dioctylester van natriumsulfobarnsteenzuur) 35 en Pluronic P-127 (polyoxyethyleenpolypropeenblokcopolymeer). De polyvinylalcohol- en de entcopolymeerdispersies werden aangebracht op een transparante onderlaag en de X werd voor elk van de verkregen lagen bepaald.
8007047 ...... -12-
Ter vergelijking werden lagen op dezelfde wijze vervaardigd, waarbij de verbinding met de formule 23 van bet formuleblad werd gebruikt, behalve dat de vergelijkingsverbinding, zoals de verbinding van voorbeeld II, eerst werd opgelost in een oplosmiddel en de verkregen oplossing 5 werd toegevoegd aan de dispersies van polyvinylalcohol en entcopolymeer. Het. oplosmiddel en tevens het bindmiddel en het bevochtigingsmiddel,. die voor elke laag-werden gebruikt, zijn weergegeven in de onder staande tabel,, tezamen met de X
max 8007047 • -13-
TABEL
Oplos- Polymeer Bevochtigings- λ max.
Verbinding middel bindmiddel middel_ (am)
Vergelijk. MeOR^ polyvinyl— Pluronic F-127 675 alcohol m n tr n Qq ir IFE^^ " ' " 76Ο . ,r n Aerosol OT 670 " * " Triton X-100 7^5 ,r MeOH^ ent- Triton X-100 680 copolymeer
Voorbeeld X Hp0 polyvinyl- Aerosol OT 675 alcohol ,r H20 ent- Triton X-100 675 , copolymeer (c)
Voorbeeld IX H0Acvu; ent- Pluronic F-127 752 copolymeer 'r TFE^ ent- Triton X-100 758 copolymeer 'T MeCell^ polyvinyl- Triton X-100 676 alcohol (a) MeOR * methanol.
(b) TFE - 2, 2,2-trifluor ethanol (c) HOAc. = azijnzuur (d) MeCell = 2-methoxyethanol
Zoals eerder gezegd, bezitten de kleurstoffen volgens de uitvinding het vermogen cm volledig en irreversibel te ontkleuren in basen door het ondergaan van een irreversibele splitsingsreactie binnen een vooraf bepaalde tijd bij een vooraf bepaalde pH, waardoor een nieuwe kleurloze verbinding ontstaat, die kleurloos blijft bij de pH-waarden, die normaal optreden tijdens de behandeling volgend op het "bleken”, zodat de nieuwe verbinding in een fotografische filmeenheid, bij voorbeeld een lichtgevoelige element,, kan achterblijven zonder het risico dat op de duur weer kleur verschijnt. Op typische wijze kunnen kleurstoffen worden gekozen voor gebruik als antihalokleurstoffen, bij voorbeeld in een niet-lichtge-voelige laag, die tussen een lichtgevoelige zilverhalogenide-emulsielaag 8007047 -1U- , en. de drager is geplaatst» Ook. kunnen kleurstoffen, worden gekozen voor gebruik, als kleurcorrectiefilterkleurstoffen, wanneer absorptie van licht in. een bepaald golflengtegebied tijdens de belichting wenselijk is voor het verkrijgen van een geschikte kleurbalans.
5 Voorbeelden van filmeenheden waarin de-kleurstoffen volgens de uitvinding met succes kunnen, worden gebruikt als antihalokleurstoff en, zijn bij voorbeeld, beschreven in. het Britse octrooischrift 1 .^2.156.
Deze filmeenheden omvatten, in de volgorde waarin invallend licht erdoor passeert, een additief meerkleurenraster, een lichtgevoelige zilverhalo— 10 genide-emulsielaagj een antihalolaag, waarin de gekozen verbinding kan zijn aangebracht, en bij voorkeur een beeldontvangstlaag. Zoals daarin beschreven wordt de belichting van de zilverhalogenidelaag uitgevoerd via het raster,-dat optische filterelementen bevat, die vooraf bepaalde delen van. invallende- stralingibij voorbeeld rood, groen en blauw licht, selec-15- tief' doorlaten naar de onderliggende lichtgevoelige zilver halogenide-laag». Bij fotografische behandeling met een waterige alkalische behande— lingssamenstelling wordt oplosbaar zilverc ampler door diffusie o verg e-. dragen en afgezet in een gesuperponeerde beeldontvangstlaag als functie van de belichtingsgraad van zilverhalogenide achter elk filterelement.
20 Het aldus, gevormde zilverbeeld kan dan dienen voor het moduleren van de hoeveelheid licht, die door de filterelementen passeert in de angekeerde richting tijdens de projectie door een transparante drager.
De beeldontvangstlaag bevindt zich volgens een voorkeur suitvoe-ringsvorm tussen de lichtgevoelige zilverhalogenide-emulsielaag en het 25 additieve meerkleurenraster en blijft op zijn plaats als deel van een integrale filmeenheid, zowel véor, tijdens als na de vorming van het beeld. De- antihalokleurstof is aangebracht in een voor de behandelingssamenstel-ling permeabele laag, grenzend aan de lichtgevoelige laag aan de zijde tegengesteld aan het raster, en dient voor het verhinderen van reflectie 30 of terugkaatsing van. invallend licht, dat door de lichtgevoelige laag is gepasseerd,, waardoor de belichting van andere zilverhalogenidekorrels in de. lichtgevoelige_laag dan die gelegen in de beoogde belichtingsbaan wordt verhinderd.
Zoals eerder vermeld, zijn de kleurstoffen volgens de uitvinding 35 ook geschikt als kleurcorreetiefilterkleurstoffen in fotografische filmeenheden , die fotografische uit meerdere lagen samengestelde meerkleuren-elementen met een blauwgevoelige, een groengevoelige en een roodgevoelige 8007047 -15- zilverhalogenidelaag bevatten.» en in bet bijzonder in integrale negatief-positief diffusie-overdrachtsfilmeenheden, waarbij de beeldontvangstlaag, die het kleuroverdrachtsbeeld bevat, na de behandeling niet van de ontwikkelde lichtgevoelige lagen wordt afgescheiden, maar beide ccmponenten 5 als een permanent laminaat te zemen worden gehouden. Een deel- van- het - ------- ----------- laminaat wordt gevormd door een laag van lichtreflecterend materiaal,, bij voorkeur titaandiaxyde,. dat. zich bevindt tussen de. beelddragende laag en de ontwikkelde lichtgevoelige laag of lagen. De lichtreflecterende laag, die de beelddragende en lichtgevoelige ccmponenten van elkaar scheidt, 10 verschaft een witte achtergrond voor het overdrachtsbeeld en maskeert de ontwikkelde lichtgevoelige laag of lagen. Haast deze lagen bevat het. laminaat gewoonlijk dimensionaal stabiele buitenste lagen of dragers, waarvan er ten minste een transparant is, zodat het verkregen overdrachts-• beeld door reflectie kan worden· waargenomen tegen de achtergrond,, die door 15 de lichtreflecterende laag wordt verschaft.
Dergelijke filmeenheden zijn. bij voorbeeld beschreven in de .Amerikaanse octrooi schrift en 2.983.606, 3Λΐ5·61ώ,. 3. ^15*6^5, 3.^15*616, 3.59^.161, 3.59^«165 ejl 3.61Τ·^3Τ· De samenhangende Amerikaanse octrooiaanvrage serial, nr. 537 · 12.k heeft betrekking op meerkleurendiffusie-20 overdrachtsfilmeenheden, waarbij .een laag van een kleurstof,, bij voorkeur een door de behandelingssamenstelling bleekbare kleurstof , zodanig is geplaatst, dat de belichting door die laag wordt uitgevoerd, waarbij die kleur stoflaag werkzaam is als een kleurcorrectiefilter. De inhoud van 25 deze octrooiaanvrage wordt gemakshalve door deze verwijzing hierin opge— nemen.
Of de kleurstoffen volgens de uitvinding nu worden gebruikt als antihalokleurstoffen,. als kleurcorrectiefilterkleurstoffen of voor andere gebruikelijke fotografische lichtafscheimende toepassingen, wanneer zij 30 in een voor de behandelingssamenstelling permeabele laag worden aangebracht , worden zij volledig en irreversibel ontkleurd bij contact met een waterige alkalische behandelingssamenstelling in de tijd die nodig is om de gekleurde kleurstofverbinding cm te zetten in een nieuwe kleurloze verbinding met gesloten ring. De tijd die nodig is voor de ontkleuring, 35 nl. voor de omzetting van de gekleurde verbinding in een kleurloos pro-dukt via de genoemde irreversibele splitsingsreactie, kan worden gemeten bij een willekeurig gegeven alkalische pH en voor een gekozen ontkleurings-tijd dient de pH van de behandelingssamenstelling, die in contact komt met en in contact blijft met de gekleurde filterkleurstof, ten minste zo 8007047 ".............- ......... ' ...... -16- "·..............:............ “ hoog te zijn als. die welke vooraf is bepaald voor het verkrijgen van de gekozen ontkleuringsti j d. la termen van T 1/2 hebben de voorkeursverbindingen een. halfwaardetijd (l 1/2) in ongeveer 1N UaOH van ongeveer 30 seconden of minder r Met T 1/2 is de tijd bedoeld die wordt gemeten cm. de 5 helft- van. die gekleurde kleurstof te ontkleuren.
De kleurstoffen volgens de uitvinding kunnen volgens alle aan de vakman, bekende technieken in de' geschikte laag van de fotografische filmeenheid. worden opgencmen. De gekozen verbinding kan bij voorbeeld worden * opgelost in. een geschikt oplosmiddel en daarna, desgewenst in aanwezig-10 heid van een bevochtigingsmiddel, worden gedispergeerd. in een bekledings-oplossing, die een hydrofiel colloxdaal bindmiddel, bij voorbeeld gelatine bevat, en de verkregen bekledingsoplossing kan dan als de gewenste laag bij. voorbeeld worden aangebracht op een transparante drager ter verkrijging van een. antihalolaag, of worden aangebracht op de buitenste lichtge— 15 voelige laag van een uit meer lagen samengestelde lichtgevoelige meer-kleurenelement ter verkrijging van een kleurcorrectiefilterlaag, waardoor de belichting wordt uitgevoerd.. De concentratie aan verbinding in de laag zal variëren, afhankelijk- van het produkt waarin de filterlaag wordt gebruikt, en kan gemakkelijk proefondervindelijk worden bepaald ter ver-20 krijging van de optische, dichtheid die nodig is voor de beoogde specifieke toepassing. Er wordt opgemerkt, dat de onderhavige kleurstoffen kunnen worden gebruikt in onderlinge combinaties en tevens in combinatie met andere klassen van kleurstoffen,, die eerder werden toegepast in antihalo-, kleurcorrectie- en andere filterlagen.
25 Fig. 1 van de tekening, die een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toelicht, is een vergrote doorsnede van een integrale diffusie— overdrachtsfilmeenheid, die een transparante filmbasis of -drager 1 bevat, met op één oppervlak daarvan achtereenvolgens een additief meerkleu-renraster 3, dat een aantal in hoofdzaak rode kleur filter element en, een 30 aantal in hoofdzaak groene kleurfilterelementen en een aantal blauwe kleurfilterelementen bevat, diein een geometrisch repeterende verdeling in zij-aan-zij-verband zijn geplaatst in nagenoeg één enkel vlak, een niet-liehtgevoelige laag 5, die zilveraeerslaande kernen bevat, een lichtgevoelige laag 7» die zilverhalogenidekristallen bevat, en een antihalo-35 laag 9, die éên of meer lichtafschermende kleurstoffen volgens de uitvinding bevat.
Zoals in:het eerder genoemde Britse octrooischrift 1Λ82.156 is 8007047 ....................... ’ -17- "besproken,, kan de lichtabsorptiegraad van de antihalolaag "bij dergelijke filmeenheden over een betrekkelijk ruim gebied variëren,, maar de antihalolaag heeft gewoonlijk een transmissiedichtheidsgebied van ongeveer 0,U—1 jU·», De transmissiedichtheid is bij voorkeur groter dan 0,6, zodat, 5 wanneer' tijdens de belichting, een aantal filmeenheden op elkaar zijn gestapeld, de antihalolaag voldoende dichtheid,, nl. lichtabsorberend vermogen heeft cm. zowel, reflectie wezenlijk te verhinderen als. cm. belichting van onderliggende filmeenheden te beletten..
Bij het bepalen, van het geschikte lichtabsorberende vermogen voor 10 cyaan, magenta en. geel voor kleurcorreetiedoeleinden, kunnen "kleurcompensatie "-filters als gewoonlijk gebruikt voor de cameralens op de gebruikelijke wijze worden toegepast als een geschikt methode cm het type en de hoeveelheid licht filtratie te benaderen, die zou worden gewenst.
Een laag die de passende kleurcorrectiekleurstof(fen) in een overeenkom— 15" stige dichtheid bevat, kan. dan worden verschaft als laag waardoor de belichting moet worden uitgevoerd.
Meerkleurendiffusie-overdrachtsbeelden kunnen worden verkregen onder toepassing van een verscheidenheid aan constructies met de beeldontvangst— laag en de zilverhalogenide-emulsies. Deze lagen kunnen aldus door een 20 gemeenschappelijke drager worden gedragen en na belichting in superpositie worden gebracht.. Een. bij zonder geschikte filmconstructie is getoond in het Amerikaanse octrooischrift 3Λΐ5.6^4, waarbij de nodige lagen ziek in gesuperponeerd verband, bevinden voor en tijdens de belichting en deze lagen in een zodanig verband als permanent laminaat worden behouden 25 na de behandeling en de beeldvorming. Dergelijke filmeenheden bevatten in een typisch geval een buitenste transparante laag of drager, waardoor de belichting wordt uitgevoerd en het uiteindelijke meerkleurenbeeld wordt waargenomen, alsmede een andere buitenste laag of drager, die ten minste de lichtgevoelige lagen draag en die opaak is.. Ofschoon deze dragers 30 of bladvoimige elementen gewoon in. gesuperponeerd verband kunnen worden gehouden, bij voorbeeld door middel van een kleefband rond de randen, zijn deze elementen volgens een voorkeursuitvoeringsvorm aan elkaar gelamineerd voor het uitvoeren van de belichting. Deze voorafgaande lami-nering verschaft een aantal voordelen, zowel tijdens de fabrikage als 35 tij de belichting. Na de belichting worden de elementen gedelamineerd door hét uitspreiden van een vloeibare behandelingssamenstelling, die, na vastworden, de elementen aan elkaar bindt ter vorming van het gewenste 8007047 '....." .............................. -18-...........
permanente laminaat. Procédé’s voor het vormen van dergelijke geprelami-neerde filmeenheden, waarbij de twee elementen v66r het uitvoeren van een belichting met elkaar zijn gelamineerd, zijn bij voorbeeld beschre-. ven. inde Amerikaanse octroorschriften 3.625.231, 3.652.282 en 3.793.023.
: 5 Een verdere beschrijving van deze uitvoeringsvorm volgens de uit- . vinding kan worden vergemakkelijkt door verwijzing naar fig. 2 van de tekening, die. een diffusie-overdrachtsfilmeenheid. toont welke geschikt, is. voor het verschaffen van integrale negatief-positief reflectie-afdruk-ken. en waarbij ontwikkelkleurstoffen als beeldkleurstoffen worden gebruikt. 10 Pig. 2 toont een diffusie-overdrachtsfilmeenheid die een licht gevoelig element of een lichtgevoelige component 2, een breekbaar reservoir 30 en een beeldontvangstelement of -component ^ bevat. Het lichtgevoelige element 2 omvat een opake- drager 10 met daarop achtereenvolgens » een laag met een cyaan ontwikkelkleurstof 12, een roodgevoelige zilver-15 halogenide-emulsielaag 1U-, een tussenlaag 16, een laag met een magenta ontwikkelkleurstof 18, een groengevoelige zilverhalogenide-emulsielaag 20,. een tussenlaag; 22, een laag met een gele ontwikkelkleurstof 2kt een blauwgevoelige zilverhalogenide-smulsielaag- 26 en een hulplaag 28. Het positieve of beeldontvangende element b omvat een transparante drager i+0 20 met. daarop achtereenvolgens een laag van een polymeer zuur b2, een tijd-regelende laag ^ en. een beeldontvangstlaag U6, waarin een bleekbare xantheenkleurstof volgens de uitvinding als kleurcorrectiefilterkleurstof is gedispergeerd. De twee elementen worden in gesuperponeerd verband in register gehouden,, bij voorbeeld door middel van een niet getoonde kleef-25 band, zodat de belichting van. de zilverhalogenide-emulsielagen wordt uitgevoerd door de beeldontvangstlaag b6, die de bleekbare kleurstof bevat. Het breekbare reservoir 30 bevat een behandelingssamenstelling en is zodanig geplaatst, dat, bij het breken daarvan, de behandelingssamen-stelling wordt uitgespreid tussen de gesuperponeerde elementen 2 en U.
30 Door in de behandelingssamenstelling een lichtreflecterend pigment, bij voorkeur titaandiaxyde, op te nemen, kan een lichtreflecterende laag worden verschaft, waartegen het in de beeldontvangstlaag b6 gevormde overdracht sbeeld kan worden waargenomen. De ontwikkelde lichtgevoelige lagen worden aan het oog onttrokken of gemaskeerd door de lichtreflecterende 35 laag en blijven samen met de beeldontvangstlaag k6 deel vormen van een permanent laminaat. Het breekbare servoir 30 is van het type getoond in het Amerikaanse octrooischrift 2.5^-3.181 en is geplaatst aan de voorrand 8007047 -19- van de filmeenheid.
Bij de behandeling van de filmeenheid vordt deze ten opzichte van en tussen een paar persdruk uitoefenende organen gevoerd, die het breekbare reservoir 30 samenpersen, waardoor de vloeistofinhoud daarvan tussen 5 de. lichtgevoelige en beeldontvangende componenten 2 en 4 wordt vrijgemaakt en de vloeistofmassa vervolgens vortdt uitgespreid tussen de vellen in de richting van de achterste uiteinden- daarvan, ter vorming van een laag met een nagenoeg gelijkmatige, vooraf bepaalde dikte, die zich ten minste Over het gehele beeldgebied uitstrekt. Om te verzekeren dat er 10 voldoende behandelingsvloeistof is voor het vormen van een laag met de vereiste oppervlakte en dikte tussen de vellen, kan een overmaat vloeistof in het reservoir 30 worden verschaft en kunnen opvangelementen (niet getoond) worden verschaft voor- het opvangen en vasthouden van de overmaat behandelingsvloeistof » Meer gegevens over de diverse lagen van deze film— 15 eenheid en van de filmeenheid volgens fig. 1 zijn te vinden in de genoemde. oetrooischriften. en octrooiaanvragen en behoeven hier dus niet te worden herhaald.
De behandeling van filmeenheden van het type beschreven in fig. 2 wordt geïnitieerd door het uitspreiden van de behandelingssamenstelling 20 tussen vooraf bepaalde lagen van de. filmeenheid. In belichte en ontwikkelde gebieden zal de. ontwikkelkleurstof immobiel worden als functie van de ontwikkeling·. In onbelichte en niet-ontwikkelde gebieden blijft de ontwikkelkleurstof onomgezet en diffundeerbaar en wordt dus een beeldsgewijze verdeling van niet-geoxydeerde ontwikkelkleurstof verkregen, die diffun-25 deerbaar is in de behandelingssamenstelling, als functie van de beeldsgewijze belichting van de zilverhalogenidelaag. Eet gewenste overdrachts— beeld wordt verkregen door diffusie-overdracht naar de beeldontvangstlaag van ten minste een deel van deze beeldsgewijze verdeling van niet-geoxy-deerde ontwikkelkleurstof. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de pH 30 van het fotografische systeem geregeld en verminderd door het neutraliseren van alkali na een vooraf bepaalde tijd, overeenkomstig de leer van het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift 3.615*644, ten einde de alkaliniteit terug· te brengen tot een pH, waarbij .de niet-geoxydeerde ontwikkelkleurstof nagenoeg onoplosbaar en niet-diffundeerbaar is.
35 De details van dergelijke werkwijzen vormen geen deel van de onderhavige uitvinding, maar zijn op zichzelf bekend, zoals zonder meer duidelijk.is. Voor*.een meer uitvoerige bespreking van dergelijke werkwijzen kan bij voor- 8007047 -...... ' -20- beeld worden, verwezen naar de eerder genoemde Amerikaanse octrooischriften.
Meerkleurenbeelden kunnen worden verkregen door het verschaffen van het vereiste aantal verschillend heliehthare zilverhalogenide-emul-sies, die gewoonlijk worden verschaft als aparte lagen, die in gesuper-. 5 poneerd verhand op elkaar zijn aangebracht. Filmeenheden die bestemd zijn voor het verschaffen van meerkleurenbeelden omvatten twee of meer selectief gesensibiliseerde zilverhalogenidelagen* waarbij met elke laag een geschikt beeldkleurstofver schaf fend materiaal is geassocieerd voor het verschaffen van een beeldkleurstof, waarvan de spectrale absorptie-eigen-10 schappen nagenoeg- complementair zijn aan het licht waarmee het geassocieerde zilverhalogenide wordt belicht. De meest gebruikelijke negatieve componenten voor het vormen van meerkleurenbeelden hebben een z.g. "tripak^-constructie en bevatten blaavgevoelige, groengevoelige en rood-gevaelige zilverhalogenidelagen, waarbij met elk van deze lagen in dezelf— 15' ie of in een aangrenzende laag- een beêldkleurstofverschaff end materiaal voor resp. een geel, een magenta en een cyaanbeeld zijn geassocieerd. Tussenlagen, of sperlagen kunnen desgewenst zijn aangebracht tussen de respectieve zilverhalogenidelagen en daarmee geassocieerde beeldkleur-stofverschaffende materialen of tussen andere lagen. Integratie lichtge-20 voelige meerkleurenelementen van dit algemene type zijn beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.3^5.163 alsmede in de eerder genoemde Amerikaanse octrooischriften, bij voorbeeld in fig. 9 van het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 2.983.606..
Een aantal modificaties aan de constructies beschreven in verband 25 met fig. 2 zijn aan de vakman zondermeer duidelijk. Het uit meer lagen samengestelde meerkleurennegatief kan bij voorbeeld worden vervangen door een negatief van het rastertype als getoond in het Amerikaanse octrooi— schrift 2.968.55^ en in het eerder genoemde Amerikaanse octrooi-•schrift 2.983,606,. in het bijzonder onder verwijzing naar fig. 3 daarvan.
30 De beeldkleurstofverschaffende materialen, die bij dergelijke werkwijzen worden toegepast. kunnen in het algemeen worden gekenmerkt als (1) materialen die aanvankelijk oplosbaar of diffundeerbaar zijn in de behandelingssamenstelling, maar die selectief niet diffundeerbaar worden gemaakt volgens een beeldsgewijs patroon als functie van de ontwikkeling, 35 of als (2) materialen, die aanvankelijk onoplosbaar of niet-diffundeerbaar zijn in de behandelingssamenstelling, maar die selectief diffundeerbaar worden "8007047 -21— , gemaakt of een. diffundeert)aar produkfc verschaffen volgens een beeldsge— wijs patroon als functie-van de. ontwikkeling. Deze materialen kunnen volledige kleurstoffen zijn of kleurstoftussenprodukten, "bijvoorbeeld kleur-stofvoimers. Het vereiste verschil in mobiliteit of oplosbaarheid kan — - 5 bij voorbeeld worden verkregen door een chemische werking, zoals een.
. redox-reactie of' een koppelingsreaetie..
Voor voorbeelden van aanvankelijk oplosbare of diffundeerbare materialen. en de toepassing daarvan in kleurdiffusie-overdracht kan bij voorbeeld worden verwezen naar de Amerikaanse octrooischriften 2.77^.668, 10 2.968.55b»· 2.983.606 , 3.087.817, 3.185.567," 3.230.082 , 3.3^5.163 en 3-^+3.9^3- Voor voorbeelden van aanvankelijk niet-diffundeerbare materialen en hun. toepassing in kleur diffusie-over dracht s sy st anen kan bij voorbeeld worden verwezen naar de Amerikaanse octrooischriften 3.185-567,· 3-719-^89^ 3-W+3-939, 3-W+3-9H0, 3.227.550,- 3.227.552 en Ij·.076.529.
15· Vele. soorten beeldkleurstofverschaffende materialen en filmeenheden die geschikt zijn om daarmee te worden gebruikt, zijn besproken in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 3.6VT-437, waarnaar kan worden verwezen.
Ir wordt opgemerkt dat ook "direct positieve" zilverhalogenide-20 emulsies kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de toegepaste specifieke beeldkleurstofverschaffende stoffen en van het feit of hetzij een positief of een negatief kleuroverdrachtsbeeld wordt gewenst.
Een bij voorkeur gebruikt opaakmakend systeem om in. de behandelings-samenstelling te worden toegepast, ten einde de behandeling buiten een 25 camera te kunnen uitvoeren, is het systeem dat in het hierboven genoemde Amerikaanse octrooischrift 3.64-7.437 is beschreven. Dat systeem omvat een dispersie van een anorganisch lichtreflecterend pigment, die tevens tenminste een lichtabsorberende stof bevat, bij voorbeeld een optische filterstof, bij een pH boven de pKa van de optische filterstof in een 30 doelmatige concentratie cm, wanneer de behandelingssamenstelling is aan-• gebracht, een laag te verschaffen die een optische transmissiedichtheid heeft groter dan ongeveer 6,0 dichtheidseenheden met betrekking tot de invallende straling die aktinisch is voor het lichtgevoelige zilverhalo-genide en een optische reflectiedichtheid kleiner dan ongeveer 1,0 dicht-35 heidseenheden met betrekking tot invallende zichtbare straling.
In plaats- van het lichtreflecterende pigment aanwezig te hebben in de behandelingsvloeistof kan bet lichtreflecterende pigment, dat wordt 8007047 .......................-22- ............................ - - toegepst on de lichtgevoelige strata te maskeren, en on een achtergrond te verschaffen au het in de ontvangstlaag gevormde kleur over dracht sb eeld waar te. nemen, aanvankelijk, geheel, of ten dele als een vooraf gevormde laag. in. de- filmeenheid, aanwezig zijn. Als voorbeeld van. een dergelijke 5 vooraf gevormde laag -kan worden verwezen naar de laag beschreven" inrde·--------------
Amerikaanse octrooischriften 3.615.^21 en 3.620.72^- De reflecterende stof ^kan.ook. in.situ.worden gevormd als beschreven.in de Amerikaanse octrooischriften 3.617.^ en 3.6^7^35.
De ontwikkelkleurstoffen (of andere beeldkleurstofverschaffende 10 stoffen) worden bij voorkeur gekozen op grond van. hun vermogen cm kleuren te verschaffen die geschikt zijn voor het uitvoeren van substractieve kleurenfotografie, nl. cm het- eerder genoemde cyaan, magenta en geel. te verschaffen. zij kunnen, aanvankelijk zijn opgenomen in de respectieve zilverhalogenide-emulsie of, volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, in 15 een aparte laag achter de respectieve zilverhalogenide-emulsie. Een ont-wikkelkleurstof kan zich dus bij voorbeeld bevinden, in een bekleding of . laag achter- de. respectieve zilverhalogenide-emulsie en een dergelijke laag met. ontwikkelkleurstof kan worden aangebracht door toepassing van een bekledingsoplossing, waarin de respectieve ontwikkelkleurstof in een 20- concentratie berekend voor het verschaffen van de gewenste dekking aan ontwikkelkleurstof per oppervlaktegebied, is verdeeld in een film vormend natuurlijk of synthetisch polymeer, bij voorbeeld gelatine, polyvinyl-alcohol, enz.,. dat door de behandelingssamenstelling kan worden doordrongen.
25 Ontwikkelkleurstoffen zijn, zoals eerder gezegd, verbindingen die zowel het chrcmofore systeen van het kleurstof als een ontwikkelfunctie voor zilverhalogenide bevatten. Met een "ontwikkelfunctie voor zilver-halogenide” wordt een groep bedoeld die in staat is cm een belicht zilver-halogehide te ontwikkelen. Een bij voorkeur gebruikte ontwikkelfunctie 30 voor zilverhalogenide is een hydrochinonylgroep. Andere geschikte ont-wikkelfuncties zijn o-hydraxyfenyl- en o- en p-sminogesubstitueerde hydro-xyfenylgroepen. In het algemeen bevat de ontwikkelfunctie een ontwikkelfunctie van het benzenoxde-type, nl. een aromatische ontwikkelgroep die bij oxydatie chononoxde- of chinonverbindingen vormt.
35 De beeldontvangstlaag kan een of meer van de bekende materialen .bevatten, zoals polyvinylalcohol, gelatine, enz. Die laag kan ook middelen bevatten die in staat zijn cm de overgedragen beeldkleurstof(fen) 8007047 -23- , te beitsen of op een andere wijze te verankeren. Bij voorkeur gebruikte materialen zijn polyvinylalcohol of gelatine die een kleurstofbeitsmiddèl zoals poly-l*-vinylpyrxdine bevatten, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3 .ll*8.06l, en ent copolymer en die ^-vinylpyridine bevatten, ......- ..... 5 zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.758.81¼.
In de diverse kleurdiffusie-overdrachtssystemendie eerder zijn beschreven en waarbij een waterige alkalische behandelingsvloeistof wordt gebruikt,, is het wel· bekend cm een zuurresgerend reagens toe te passen in een laag van de filmeenheid anude cmgevings^pïL· ter-verlagen, 10 nadat wezenlijke kleur stof overdracht heeft plaatsgevonden, ten einde de beeldstabiliteit te vergroten en/of de pH van een eerste pH, waarbij de beeldkleurstoffen diffundeerbaar zijn, in te stellen op een tweede (lagere) pE, waarbij die kleurstoffen niet diffundeerbaar zijn. In het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 3 Λ15 *61*1* bij voorbeeld zijn systemen 13 beschreven, waarbij de gewenste pH-verlaging kan warden uitgevoerd door een laag van een polymeer zuur te verschaffen, grenzend aan het kleurbare stratum. Deze polymeren zuren kunnen polymeren zijn die zure groepen bevatten, bij voorbeeld carbcacylgroepen en sulfonzuurgroepen, die in staat zijn zouten te vormen met alkalimetalen of met organische basen, of poten-20 tieel zuur opleverende groepen, zoals anhydriden of lactonen. Het zure polymeer bevat bij voorkeur vrije carbaxylgroepenAnderzijds kan het zuurreagerende reagens zich bevinden in een laag, die grenst aan het zilverhalogenide dat het verst van de beeldontvangstlaag is verwijderd, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.573.0&3. Een ander 23 systeem voor het verschaffen van een zuurreagerend reagens is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.576.625·
Een inerte tussenlaag of sperlaag kan zijn aangebracht en is bij voorkeur ook aangebracht tussen de laag van een polymeer zuur en het kleurbare stratum, ten einde de pH-verlaging te regelen of te "timen", 30 zodat deze niet voortijdig plaatsvindt en interfereert met het ontwikkel-proces. Voor dit doel geschikte sperlagen of tijdregelende lagen zijn in bijzonderheden beschreven in de Amerikaanse octrooischrift en 3-362.819, 3.1*19.389, 3.1*21.893 , 3.1*55.686 en 3,575-701.
Ofschoon de,-, zure laag en de daarmee verbonden sperlaag zich bij 35 voorkeur bevinden in de positieve component, die wordt toegepast in systemen waarbij het kleurbare stratum en de lichtgevoelige strata zich op aparte dragers bevinden, bij voorbeeld tussen de drager voor het ontvangstelement 8007047 -2Ü- , en het kleurbare stratum;, of zijn. verbonden met het kleurbare stratum bij integrale filmeenheden, bij voorbeeld op de zijde van het kleurbare stratum, die is afgekeerd van de negatieve ccmponenten, kunnen zij desgewenst zijn geassocieerd, met de lichtgevoelige strata,' zoals bij voorbeeld 5 is beschreven in. de-Amerikaanse octrooischriften 3.362.821 ett 3*573.0^3 '
Bij filmeenheden als beschreven in de eerder genoemde- Amerikaanse octrooischriften 3-59^-16^ en 3-59^165 kunnen zij zich ook bevinden op het verdeelvel, dat wordt gebruikt cm het aanbrengen van de behandelingsvloei-stof; te vergemakkelijken.
10 Zoals welbekend is en bij voorbeeld is toegelicht in de eerder ge noemde octrooischriften, bevat de vloeibare behandelingssamenstelling, die wordt gebruikt voor het uitvoeren van meerkleurendiffusie-overdrachts— werkwijzen, ten minste een waterige oplossing van. een alkalisch materiaal,. bij. voorbeeld natriumhydroxyde,. kaliumhydroxyde. en dergelijke, en 15 heeft ze bij voorkeur een. pH hoger dan 12 en bevat zij liefst een verbinding cm de viscositeit te verhogen, die een filmvormend materiaal is van het type dat,, nadat de samenstelling is uitgespreid en gedroogd, een tamelijk stevige en tamelijk stabiele film vormt:-. De bij voorkeur toegepaste filmvoimende materialen omvatten polymeren met een groot molecuulgewicht, 20 zoals polymeren, in. water oplosbare ethers die inert zijn voor een alkalische oplossing, zoals hij voorbeeld hydroxy et hylcellulose of natrium-carboxymethylcellulose.. Andere filmvoimende materialen of verdikkings— middelen, waarvan het vermogen cm de viscositeit te verhogen nagenoeg ongewijzigs blijft wanneer zij lange tijd in oplossing worden gelaten, 25 zijn eveneens geschikt cm te worden gebruikt. Het filmvormende materiaal bevindt zich. hij voorkeur in zodanige geschikte hoeveelheden in de behan-delingssamenstëlling, dat deze laatste daardoor een viscositeit krijgt van. meer dan 100 cps. bij een temperatuur van ongeveer 2k°C en bij voor- keur een viscositeit van ongeveer 100.000-200.000 cps bij die tempera-30 tuur.
Bij bijzonder geschikte uitvoeringsvormen bevat de transparante polymere drager een kleine hoeveelheid van een pigment, bij voorbeeld roetzwart , ten einde sluiervorming als gevolg van lichtlekkage door interne reflectie in de transparante drager, gevolgd door uittreden uit 35 het drageroppervlak, dat défotografische lagen draagt, van aktinisch licht, dat op een rand daarvan invalt te verhinderen. Dergelijke elementen zijn beschreven in. het Belgische octrooischrift 777.^07. De transparante drager 8007047 -25— tan met voordeel een. ultraviolet licht absorberende stof bevatten.
, . Ter toelichting, van. de uitvinding werd een oplossing van een monster van de verbinding van. voorbeeld I opgenomen in de beeldontvangst- laag. 3 van een beeldontvangstcamponent met de hieronder beschreven con- 5 structie, door· de oplossing van de verbinding te mengen met een oplossing van het. entcopolymeer en dit mengsel aan te brengen bovenop de tijd» regelende laag, ten einde de beeldontvangstcamponent te completeren.
Een transparante filmdrager van polyethyleentereftalaat met een dikte van 0,t mm werd achtereenvolgens bekleed met: 10 1.. een laag van een polymeer zuur, bestaande uit een mengsel van ongeveer 9- delen van een partiele butylester van een copolymeer van etheen en maleinezuuranhydride en 1 deel polyvinylbutyral, aangebracht naar rato 2 van ongeveer 26,9 sfaz-'ï- 2.. een tijdregelende laag, bevattend een 1 k:1-verhouding van een 60-30-1— 15 6-tetrapolymeer van butylacrylaat, diacetonacrylamide, styreen en 2 methacrylzuur, en polyvinylalcohol,. met een dekking van 5.380 mg/m ; 3. 'een entcopolymeer van 4-vinylpyridine en vinylbenzyltrimethylaamonium-chloride, geënt op.hydroxyethylcellulose in een gewichtsverhouding van 2,2/1/2,2 resp., aangebracht naar rato van 3.228 mg/m , ter verschaffing 20 van een beeldontvangstlaag, die de gekozen kleurstofverbinding bevat 2 in een concentratie- van 118 mg/m (kleurstofdeeltjes waren in de bekleding aanwezig).
De;-beeldontvangst component, die de kleurstofverbinding bevatte, i werd op een stuk met gelatine beklede Mylar geplaatst en de transmissie-25 dichtheden voor rood (R), groen (G) en. blauw (B) werden gemeten met een transmissiedensitcmeter. Vervolgens werden enkele druppels waterige ITT K0ÏÏ toegevoegd aan het gelatinevel en werd de beeldontvangstcamponent licht tegen het gelatinevel geperst ten einde de kleurstofverbinding te bleken". ïïia ongeveer 60 seconden werden de transmissiedichtheden voor 30 rood (R), groen (G) en blauw (B) opnieuw gemeten voor de ’’sandwich".
De resultaten zijn hieronder weergegeven.
Transmissiedichtheden Voor bleken Na bleken
35 R G B R G_ B
0,21 0,03 0,02 0,01 0,00 0,00 8007047 -26-
De densitometer werd ingesteld op 0,00 voor R, 6 en B met twee met gelatine beklede Ifylar in de lichtbundel.
Uit deze resultaten kan worden, gezien dat de betreffende kleurstoffen effectief zijn voor het absorberen van straling· in een bepaald golf- 5 lengtegebied en dat zij bij behandellng:^et waterirge’adjcali'-wordenr nge^—-.........
bleekt", nl. ontkleurd.
Er wordt opgemerkt dat diverse oplosmiddelen kunnen warden gebruikt an. de kleurstoffen te dispergeren in de beeldontvangstlaag of een andere geschikte laag van het fotografische produkt en dat geschikte op-" 10 losmiddelen gemakkelijk. kunnen worden gevonden voor een bepaalde verbinding..
Er wordt ook. opgemerkt dat, bij toepassing- van de betreffende kleurstoffen voor. het corrigeren van de kleurbalans, bij voorbeeld in fotografische filmeenheden voor- een veelkleurendiffuaie-overdrachtsproces, 15' een lichtgevoelige element kan worden belicht aan een geschikte meerkleu— rentrapwig* en aan een diffus x e-overdrachtsbehandeling kan worden onderworpen, met een gegeven behandelingssamenstelling en beeldontvangstelement.
De blauwe, groene en rode D log E kranmen van het verkregen meerkleuren-overdrachtsbeeld (monsterbeeld) worden daarna bereid. Onderzoek van deze 20 D log E krommen zal aan de deskundige in het gebied van de fotografische kleurensensitcmetrie duidelijk maken op welke wijze en in welke mate de aparte D log E krammen afwijken van de gewenste vorm van de krammen.
Uit dit onderzoek kan men door routine-analyse en -proefneming bepalen hoeveel lichtfiltratie in welk golflengtegebied of -gebieden nodig zou 25 zijn voor het verkrijgen van een meer gewenste kleurbalans. Het lichtgevoelige element van een andere filmeenheid, die hetzelfde lichtgevoelige element en beeldontvangstelement en dezelfde behandelingssamenstelling heeft als gebruikt voor het verkrijgen van het monsterbeeld, krijgt ver-. volgens dezelfde belichting via eên of meerdere gebruikelijke kleurcor-30 rectiefliters met de kleur en dichtheid die nodig worden geacht voor het verkrijgen van de gewenste veranderingen in de D log E krommen van het monsterbeeld. De blauwe, groene en rode D log E kranmen van het verkregen proeflneerkleurenoverdrachtsbeeld worden dan gemaakt en vergeleken met het monster. Ofschoon meer dan êên "proef nodig kan zijn cm de meest effec-35 tieve kleurfiltratie voor het verkrijgen van de gewenste veranderingen in de vorm van de D log E krommen te bepalen, kunnen dergelijke proeven snel en gemakkelijk worden uitgevoerd. Wanneer de passende kleurfiltratie 8007047 ......................... -27- is bepaald, wordt een. laag, die een kleurcorrectiekleurstof of -stoffen die licht in ién of meer passende golf lengt egeb i eden absorberen, aange— bracht op een. transparante drager in een concentratie die berekend is voor het verschaffen van de vereiste dichtheid. Deze "proef"-kleürcorrec- ·— ·— · 5 tiekleurstoflaag wordt in de belichtingsbaaai-geplaatst en de eerdere be- ^ ' lichtingsproef wordt herhaald.. Analyse van de D log E. krommen van het verkregen meerkleurenoverdrachtsbeeld zal uitwijken welke veranderingen eventueel dienen te worden gemaakt in het spectrale absorptiegebied en de dichtheid alvorens een overeenkomstige kleurcorrectiekleurstoflaag op te 10 nemen in de diffusie-overdrachtsfilmeenheid.
Er wordt opgemerkt, dat het uitvoeren van de belichting door een laag, die de onderhavige kleurstof(fen) bevat, effectief is voor het "filtreren'V nl. verminderen van de belichting- van de zilverhalogenidelaag of -lagen, die kunnen worden belicht door licht dat door die kleurcorrec— 15 tiekleurstof(fen) wordt geabsorbeerd, en dat een of meer kleurstoffen, volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, te zamen met andere filter-kleurstoffen voor het verwezenlijken van veranderingen in.1, 2 of alle 3 de afzonderlijke rode, groene en blauwe H- en D-kranmen, ten einde de. gewenste kleurbalans te verkrijgen. Ofschoon de onderhavige kleurstoffen 20 in het bijzonder toepassing vinden in al dan niet voor diffusie-overdracht bestemde fotografische filmeenheden waarbij het wenselijk, is de kleurstof-(fen) te bleken tijdens de behandeling volgend op de belichting door de kleur stoflaag of -lagen, kunnen de onderhavige kleurstoffen eveneens worden toegepast in al dan. niet voor diffusie-overdracht bestemde filmeen— 25 heden, waarbij de kleurstof zodanig is geplaatst, dat geen kleurstof dichtheid wordt toegevoegd aan het overdrachtsbeeld of het uiteindelijke beeld. Wanneer de filterkleurstoflaag, door de welke de belichting is uitgevoerd, geen deel vormt van. het overdrachtsbeeld, of wanneer het uiteindelijke beeld voor het oog wordt gemaskeerd, zoals bij bepaalde integrale nega-30 tief-positief ref lectie^afldrukstructuren, mag de "niet-gebleekte" filter-kleurstof niet kunnen diffunderen naar de beeldontvangstlaag die het overdrachtsbeeld bevat. Het vereiste diffusievaste karakter kan worden verkregen door toepassing van een geschikt beitsmiddel, van ballastsub-stituenten of verankerende substituenten met een lange keten en/of van 35 andere bekende technieken.
Zoals in het bovenstaande .voorbeeld is aangegeven, kan (kunnen) de kleurcorrectiekleurstof(fen) bij integrale diffusie-overdrachtsfilmeen- .
8007047 ............. ........” .............-28-.................
. heden, worden, aangebracht. in de beeldontvangstlaag.. De keuze van de plaats van. de kleurcorrectiekleurstof (fen) is in belangrijke mate afhankelijk van in welk. stadium van het* fabricageproces is bepaald' om een dergelijke eorrectiekleurstof toe te passen. Zoals zonder meer duidelijk zal zijn, 5 heeft het aanbrengen van de-kleurcorreetieklenarstofffen)yin' een~aparte——....... .
laag- heb voordeel dat een modificatie kan warden uitgevoerd, nadat de componenten volledig "gerijpt"-zijn», en ook dat een verschillende modificatie kan worden uitgevoerd bij porties van dezelfde partij van de positieve component.
10 Als. dragers voor de diverse lagen kunnen, alle in de techniek als geschikt bekende dragers worden gebruikt. Bij de voorkeursuitvoeringsvormen, waarbij een integrale negatief-positief reflect!e-afdruk wordt' verkregen, dienen de dragers dimensionaal stabiel te zijn en kunnen zij zijn vervaardigd van polyethyleentereftalaat of een andere polymers ; 15 fündragerr zoals beschreven in de. octrooischriften waarnaar hierboven is. verwezen-
Er wordt opgemerkt y dat het overdrachtsbeeld dat wordt gevormd na belichting en behandeling van filmeenheden van het type getoond in fig.2, een geometrisch amkeerbeeld van het origineel zal zijn.. Voor het. ver-20 krijgen van niet-gecmetrisch omgekeerde averdrachtsbeelden dient de belichting van dergelijke filmeenheden derhalve te worden uitgevoerd via een beeldomkerend optisch systeem» zoals in een camera die een beeld-omkerend optisch systeem onder toepassing van spiegeloptiek bezit, zoals bij voorbeeld is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3. ^7.^37· 25 Waar de uitdrukking "positief beeld" is gebruikt,, dient deze uit drukking niet in een beperkte zin te worden verstaan, aangezien zij vooral ter toelichting is gebruikt, doordat zij het op de beelddragende laag gevormde beeld definieer! als zijnde omgekeerd, in de zin van positief— negatief , ten opzichte van het beeld in de lichtgevoelige emulsielagen.
30 Als voorbeeld van een andere betekenis voor "positief beeld", kan worden aangenomen dat het lichtgevoelige element door een negatief doorzichts-beeld wordt belicht met aktinisch licht. In dat geval zal het latente beeld in de lichtgevoelige emulsielagen positief zijn en zal het op de beelddragende laag gevormde kleurstofbeeld negatief zijn. De uitdrukking • 35 "positief beeld" is bedoeld au ook een dergelijk beeld dat op de beeld dragende laag is gevormd te omvatten, evenals overdrachtsbeelden die zijn verkregen door directe positieve zilverhalogenide-emulsies te gebruiken 8007047 . - " ” -29- voor het verkrijgen van een "positief* beeld van het gefotografeerde onderwerp.
Ofschoon de bruikbaarheid van de onderhavige xantheenkleurstoffen ia toegelicht aan de- hand van de toepassing bij integrale diffusie-over-5 dracht sfilmeenheden ,. waarbij het. overdracht sbeeld samen met' het ontwikkelde- lichtgevoelige elaaent als deel van een permanent laminaat wordt behouden* is het duidelijk, dat·· de xantheenkleurstoffen volgens de uitvinding ook kunnen worden gebruikt voor het verschaffen van antihalo-, kleur-correctie- of andere lichtfiltrerende lagen in diffusie-overdrachtsfilm-10 eenheden waarbij het overdracht sbeeld, hetzij in zilver of in kleurstof, na de behandeling wordt afgescheiden van de ontwikkelde lichtgevoelige laag of lagen. Ofschoon de beeldkleurstofverschaffende materialen bij voorkeur ontwikkelkleurstoffen zijn,, wordt opgemerkt dat andere soorten beeldkleurstoffèn en kleurstoftussenprodukten kunnen worden gebruikt voor ' . 15 het verschaffen van het kleurstofoverdrachtsbeeld.
Haast hun bruikbaarheid in fotografische diffusie-overdrachtspro— dukten en -werkwijzen, kunnen de xantheenkleurstoffen volgens de uitvinding ook worden gebruikt in filterlagen van gebruikelijke fotografische materialen, bij voorbeeld in antihalo- of kleurcorrectielagen van. gebrui-20 kelijke negatieven, en kunnen zij worden opgenomen in de geschikte laag of lagen in een voldoende hoeveelheid voor het verschaffen van het gewenste filtrerende effect-. De keuze en het verwerken van de xantheenkleur-stof' voor het gewenste filtrerende effect kan op tekende wijze worden uitgevoerd onder toepassing van gebruikelijke technieken en is aan de des-25 kundigea bekend. Voor kleurcorreetiedoeleinden bij voorbeeld kan (kunnen) de gekozen kleurstof(fen) licht absorberen in een specifiek golflengte-gebied, bij voorbeeld blauw, groen of rood licht, of in een combinatie van verschillende golflengtegebieden en zal (zullen) de kleurstof(fen) worden opgenemen in een laag waardoor de belichting wordt uitgevoerd.
30 Het kan nl. in een. bepaald geval gewenst zijn om licht van twee verschillende golflengtegebieden in een zodanige verhouding te filtreren, dat ëên zilverhalogenide-emulsie meer belichtingsfiltratie krijgt dan de andere. Zoals bij de diffusie-overdrachtsfilmeenheden wordt (worden) de voor kleurcorrectie gekozen, kleurstof(fen) met voordeel aangebracht nadat 35 het lichtgevoelige element tot "rijpheid" is verouderd, nl. de sensito-metrie van het lichtgevoelige element als vervaardigd geen verdere beduidende wijzigingen meer ondergaat bij bewaren. Wanneer de onderhavige 8007047 -30- kleurstoffen voor antihalodoeleinden worden gebruiktkunnen zij bij voorbeeld worden opgencmen in een laag op de ene of op de beide zijden van een drager, die de lichtgevoelige laag of lagen draagt, en wanneer zij als optische filterstoffen worden gebruikt, dan zullen zij op een 5 zodanige, plaats -worden aangebraefrfry -door » * tijdens de behandeling' in omgevingslicht wordt verhinderd, zonder dat evenwel interferentie optreedt met de beeldsgewijze belichting van de lichtgevoelige laag of lagen of met de waarneming van het uiteindelijke beeld.
8007047

Claims (30)

  1. 2. Fotografisch produkt volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat. de gekleurde verbinding is aangebracht in een voor de behandelingssamenstel-10 ling permeabele laag op dezelfde zijde van de drager als de zilverhalogenide-emulsielaag of -lagen..
  2. 3- Fotografisch produkt volgens· conclusie 2, met het kenmerk, dat het produkt achtereenvolgens de drager, de lichtgevoelige zilverhalogenide-emulsielaag en de laag waarin de gekleurde verbinding is aangebracht, 15 bevat. U. Fotografisch produkt volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het produkt een zilverneerslaande laag bevat, die is aangebracht op de genoemde- drager of op een tweede drager, en die zodanig is geplaatst, dat zij in staat is een zilverdiffusie-overdrachtsbeeld te ontvangen bij het 20 aanbrengen van een waterige alkalische behandelingssamenstelling voor het verschaffen van een ontwikkelstof voor- zilverhalogenide en een oplosmiddel voor zilverhalogenide.
  3. 5· Fotografisch produkt volgens conclusie met het kenmerk, dat het produkt achtereenvolgens de drager, een additief meerkleurenraster,. de 25 zilverneerslaande laag,, de lichtgevoelige- zilverhalogenide-emulsielaag en de laag met de gekleurde verbinding bevat, waarbij de drager transparant is.
  4. 6. Fotografische produkt volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de drager transparant is en de gekleurde verbinding is aangebracht in een 30 laag tussen de drager en de zilverhalogenide-emulsielaag of -lagen.
  5. 7. Fotografisch produkt volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het produkt bovendien een laag met de gekleurde verbinding bevat, welke laag is aangebracht op de lichtgevoelige zilverhalogenide-emulsielaag die het verst van de drager verwijderd is, en op het van de drager af gekeerde 8007047 ........ ........* ' -32— oppervlak-daarvan,
  6. 8. Fotografisch, produkt volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zilverhalogenide-emulsielagen een roodgevoelige zilverhalogenide-emulsie, een groengevoelige zilverhalogenide-emulsie en een blauwgevoelige zilver - _______ 5 halogenide^emulaie zijny-waarbij -mefc..el k -van- die.^mul3ielagea^en-b eeld*».~.— kleurstofverschaffende stof is. geassocieerd.,
  7. 9. Fotografisch produkt volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat_.de gekleurde verbinding- beantwoordt aan de formule 11 van het formuleblad.
  8. 10. Fotografisch produkt voor het vormen van een meerkleurendiffusie-10 overdrachtsbeeld, welk produkt een eerste bladvomig element omvat, dat een eerste drager bevat, waarop een roodgevoelige zilverhalogenide-emul-sielaag, een groengevoelige zilverhalogenide-emulsielaag en een blauwgevoelige zilverhalogenide-emulsielaag zijn aangebracht, waarbij met die zilverhalogenide-emulsielagen reap, een cyaan beeldkleurstofverschaffend 15 materiaal, een magentaibeeldkleurstofverschaffend materiaal en een geel beeldkleurstofverschaffend materiaal zijn geassocieerd; alsmede een tweede bladvomig element, dat een tweede drager bevat; waarbij de eerste en tweede bladvormige elementen zich in gesuperponeerd verband bevinden of in gesuperponeerd verband kunnen worden gebracht, waarbij de dragers zich 20 aan de buitenkant bevinden; ten minste éên van de dragers transparant is ten einde de fotobelichting van de zilverhalogenide-emulsies daar doorheen mogelijk te maken; een breekbaar reservoir, dat een waterige alkalische behandelingssamenstelling bevat, welke daaruit kan warden vrijgemaakt, met het fotografische produkt is verbonden, waarbij dat breekbare reservoir 25 zodanig is geplaatst dat het in staat „is cm de behandelingssamenstelling af te geven tussen een stel vooraf bepaalde lagen, die zich op de dragers bevinden; en een beeldontvangstlaag door een van. de dragers wordt gedragen, met het kenmerk, dat een gekleurde xantheenverbinding is aangebracht in een voor de. behandelingssamenstelling permeabele laag, die op êên van 30 die dragers is aangebracht, waarbij de xantheenverbinding beantwoordt aan de formule 3 van het formuleblad, waarin X een groep met de formule ψ Ψ -SO^-N-COCÏÏ^ of -SO^-N-COg(ΟΗ^)voorstelt, waarin R' alkyl en Y een elektronenaantrekkende groep voorstellen, en n een getal is met een waarde van 0 of 1. 35
  9. 11. Fotografisch produkt volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de gekleurde verbinding zodanig is geplaatst, dat de belichting van de zil- __ verhalogenide-emulsielagen daar doorheen wordt uitgevoerd. *· 8007047 -33-
  10. 12. Fotografisch, product volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de- tweede drager transparant is en de b eeldontvangstlaag alsmede de licht-afschermende kleurstof worden gedragen door de transparante tweede drager van het tweede bladvormige element. ··=-— 5 ' 13 . Fotografisohrprorhikt völgens'conclüsie 10 »mët~ het kenmerk,' 'dat'het' produkt middelen bevat voor het verschaffen van een laag van een wit pigment tussen de beeldoatvangstlaag .en de zilverhalogenide-emulsies. 1 kFotografisch produkt volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de middelen voor het verschaffen van een laag van een wit pigment een wit 10 pigment omvatten. dat is gedispergeerd in de behandelingssamenstelling.
  11. 15· Fotografisch·.-produkt volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de middelen voor het verschaffen van een laag van een wit pigment een vooraf gevormde laag; van een wit pigment omvatten..
  12. 16. Fotografisch, produkt volgens· conclusie 12, met het kenmerk,, dat de 15 gekleurde verbinding is aangebracht, in de. beeldontvangstlaag.
  13. 17- Fotografisch, produkt volgens conclusie 15» met het kenmerk, dat de gekleurde verbinding is aangebracht in de vooraf gevormde laag van een wit pigment.
  14. 18. Fotografisch produkt volgens conclusie 10, met het kenmerk^ dat elk 20 van de b eeldkleur stof ver s chaff ende materialen een b eeldkleur s t ofver s chaf-fend. materiaal is dat is gekozen uit beeldkleurstoffen en beeldkleurstof— tussenproduktea.
  15. 19· Fotografisch produkt. volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat elk van de beeldkleurstofverschaffende materialen een kleurstof is.
  16. 20. Fotografisch produkt volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat elk van de kleurstoffen een ontwikkelkleurstof is.
  17. 21. Fotografisch produkt volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de eerste en tweede bladvormige· elementen zich in gesuperponeerd verband bevinden.
  18. 22. Fotografisch produkt volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het tweede bladvormige element in superpositie met het eerste bladvomige element kan worden gebracht.
  19. 23. Fotografisch produkt volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de eerste drager opaak is. 35 2^. Fotografisch produkt volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de eerste en tweede dragers transparant zijn.
  20. 25. Fotografisch produkt volgens conclusie 10, mét het kenmerk, dat de 8007047 -3W gekleurde verbinding beantwoordt aan de formule 11 van het formuleblad. 26„ Fotografische werkwijze, waarbij een lichtgevoelige film, die een aantal, lagen bevat, waaronder ten minste een lichtgevoelige zilverhalogenide-emulsielaag,. die is. aangebracht op een. drager, wordt belicht en ver- 5": vnl gpns -τη — -------- lingssamenstelling, ten einde de. ontwikkeling van de lichtgevoelige zil-verhalogenide-emulsielaag of -lagen te bewerkstelligen, met het kenmerk, dat men een lichtgevoelige film gebruikt, waarvan ten minste één van de genoemde lagen een gekleurde xantheenverbinding bevat die beantwoordt aan 10 de formule 3 van het formuleblad, waarin X een groep met de formule ψ ψ -SOg-w-COCH^ of -S02-ÏÏ-C02(GH2)2Ï voorstelt, waarin R' alkyl en I een elektronenaantrekkende groep voorstellen, en n een getal is met een waarde-van, 0 of T_ 2T» Fotografische werkwijze volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat 15 de gekleurde verbinding is aangebracht in een voor de behandelingssamenstelling permeabele laag op dezelfde zijde van de drager als de zilverhalogenide-emulsielaag , en de pH van de behandelingssamenstelling in contact met de gekleurde verbinding op een alkalische pH wordt gehouden gedurende een voldoende tijd cm splitsing van de groep X te bewerkstelligen, 20 waardoor de gekleurde verbinding wordt cmgezet in een kleurloze verbinding met gesloten ring. .
  21. 28. Fotografische werkwijze-volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de drager transparant is en de gekleurde verbinding is aangebracht in een laag tussen de drager en de zilverhalogenide-emulsielaag of -lagen. 25 29· Fotografische werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de film een laag van de gekleurde verbinding bevat die is aangebracht op de zilverhalogenide-emulsielaag die het verst van de drager is verwijderd, op hef van de drager af gekeerde oppervlak daarvan.
  22. 30. Fotografische werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat 30 de zilverhalogenide-emulsielagen een roodgevoelige zilverhalogenidelaag, een groengevoelige zilverhalogenidelaag en een blauwgevoelige zilverhalo— genidelaag zijn, waarbij met elk van deze zilverhalogenidelagen een beeld-kleurstofverschaffend materiaal is geassocieerd.
  23. 31. Fotografische werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat 35 de behandelingssamenstelling van de filmeenheid wordt afgescheiden, nadat de ontwikkeling is uitgevoerd en de irreversibele splitsing van de — groep X heeft plaatsgevonden. 6007047 ' -. “................... .................-35- 32* Fotografische werkwijze, die de volgende trappen, in combinatie omvat: (a) het belichten van een lichtgevoelige filmeenheid die een aantal lagen omvat,, waaronder- een drager waarop ten. minste één lichtgevoelige __________„ 5___ - zilverhalogenide-emulsielaag is aaagebraeht,—waarmee een- -bee-ldver—-- - ·= -- - ---- schaffend materiaal is geassocieerd, een beeldontvangstlaag, die in staat is om een opgelost beeldverschaff end materiaal, dat daarheen N diffundeert,, op te nemen, waarbij ten minste één van die lagen op dezelfde zijde van de drager als de zilverhalogenidelaag. of -lagen 10 een gekleurde xantheenverbinding bevat die beantwoordt aan de formule 3 van het formuleblad, waarin X een groep met de formule Ψ Ψ -S02-1T-C0CH3 of -SOg^r-OOgCCHgJgX voorstelt, waarin H* alkyl en Γ een elektronenaantrekkende groep voorstellen, en n een getal is met een waarde van. 0 of 1; 15 (b) het in contact brengen van de zilverhalogenidelaag of -lagen, en de gekleurde verbinding met een behandelings samenst elling , die een alkalische. pH heeft;. (c) het daardoor ontwikkelen van de zilverhalogenidelaag of -lagen; (d) het houden van de pH van de behandelingssamenstelling in contact met 20 de gekleurde verbinding op een. alkalische pH gedurende een voldoende tijd ent irreversibele splitsing' van de groep X te bewerkstelligen, waardoor de gekleurde verbinding wordt omgezet irt een kleurloze verbinding met gesloten ring; (e) het vormen als gevolg van de ontwikkeling van een beeldsgewijze ver— 25 deling van een diffundeerbaar beeldverschaffend materiaal; en (f) het door diffusie..Overgedragen van ten minste een deel van de beeldsgewijze verdeling van de diffUndeerbare beeldverschaff end materiaal naar de laag die in staat is om dat materiaal op te nemen ten einde daarin een overdrachtsbeeld te voimen. 30 33.. Fotografische werkwijze volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat de filmeenheid intact wordt gehouden nadat de behandeling, is uitgevoerd. 3¾. Fotografische werkwijze volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat de behandelingssamenstelling een oplosmiddel voor zilverhalogenide bevat en het overdrachtsbeeld een zilverbeeld is. 35 35· Fotografische werkwijze volgens conclusie 3^·, met het kenmerk, dat de lichtgevoelige filmeenheid achtereenvolgens een transparante drager, een additief meerkleurenraster, een beeldontvangstlaag, aavattend een 8007047 -36- - · zilverneerslaande laag, een lichtgevoelige zilverhalagenide-emulsielaag en een laag met de gekleurde verbinding anvat *.
  24. 36- Fotografische werkwijze volgens conclusie 32, met het kenmerk* dat de gekleurde verbinding beantwoordt aan de formule 11 van het formuleblad.. 5 3T· Fotografische werkwijze voor het vormen van eemaeerkleurendiffu-sie-overdrachtsbeeld, welke werkwijze, de volgende trappen anvat: (a) het belichten van een lichtgevoelige filmeenheid, die in combinatie / bevat een eerste bladvormig-'element, dat een eerste drager-bevat met daarop een roodgevoelige zilverhalogenide-emulsielaag, een groenge-10 voelige zilverhalogenide-emulsielaag en een blauwgevoelige zilverhalo— genide-emulsielaag, waarbij met die zilverhalogenide-emulsielagen resp- een cyaan beèldkleurstofverschaffend materiaal, een mag enta-b eeldkleurstofver schaf fend materiaal en een geel beeldkleurstofver-schaffend.materiaal zijn geassocieerd; een tweede bladvoxmig element, 15 dat. een tweede drager bevat; waarbij de eerste en tweede bladvozmige elementen zich in &esuperponeerd verband bevinden of in staat zijn om. in gesuperponeerd verband te worden gebracht, waarbij de dragers, zich aan de buitenkant bevinden; ten minste één van de dragers transparant is ten einde de fotografische belichting van de zilverhaloge-20 nide-emulsies daar doorheen mogelijk te maken; een breekbaar reser·^· voirrdat een waterige alkalische behandelingssamenstelling bevat, die daaruit kan worden vrijgemaakt, waarbij het- breekbare reservoir zodanig is geplaatst, dat de behandelingssamenstelling kan worden vrijgemaakt tussen een stel vooraf bepaalde lagen, die zich op de dragers 25 bevinden; en een gekleurde verbinding is aangebracht in een voor de behandelingssamenstelling permeabele laag, die zich op één van de dragers bevindt, waarbij de gekleurde verbinding een xantheenverbinding is met de formule 3 van het formuleblad, waarin X een groep met de 9» B» formule -SOg-N-COCH^ of -SOg-N-SO^(CH^)^ voorstelt, waarin R’ alkyl ^ en Y een elektronenaantrekkende groep voorstellen, en n een getal is met een waarde van 0 of 1, waarbij de groep X een irreversibele splitsingsreactie ondergaat met base, die is voltooid in een vooraf bepaalde tijd bij een vooraf bepaalde alkalische pH; (b) het in contact brengen van de zilverhalogenidelaag of -lagen, en de 35 gekleurde verbinding met een behandelingssamenstelling die een alkalische pH heeft, die ten minste zo hoog is als de genoemde vooraf bepaalde pH; 8007047 Λ ·* i ’ · -· .-37- (c) liet daardoor uitvoeren van de ontwikkeling van de zilverhalogenide— laag. of -lagen; (d) het houden van de pH van de behandelingssamenstelling in contact met de. gekleurde verbinding ten minste zo hoog als de genoemde vooraf · - ...... 5 "bepaalde alkalische pH gedurende een tijd diê voldoende is om irrê- versxbele splitsingzvan de groep X te bewerkstelligen, waardoor de gekleurde verbinding wordt cmgezet in een kleurloze verbinding met gesloten ring;. (e) hetvormen als gevolg- van de ontwikkeling van een beeldsgewijze ver- 10 deling van.diffundeerbaar-bèéldkleurstofverschaffend materiaal; en (f) het door diffusie overbrengen van tenminste een deel van de beeldsgewijze verdeling van diffundeerbaar beeldkleurstofverschaffend materiaal., naar de beeldontvangstlaagy ten. einde daarin een over— . . drachtsbeeld te verschaffen. 15' 38. Fotografische werkwijze volgens conclusie 3T». met het kenmerk,, dat de gekleurde verbinding zodanig is geplaatst, dat de belichting van de zilverhalogenidelaag of -lagen daar doorheen wordt uitgevoerd.
  25. 39. Fotografische werkwijze volgens conclusie 38, met het kenmerk, dat de tweede drager transparant is en de beeldontvaagstlaag en de gekleurde 20 verbinding worden gedragen door de transparante tweede drager van het tweede bladvormige element.. 1)0. Fotografische werkwijze volgens conclusie 38, met het kenmerk, dat het produkt middelen bevat voor het verschaffen van een laag van een wit pigment tussen de beeldontvaagstlaag en de zilverhalogenide-emulsies. 25 1)1. Fotografische werkwijze volgens conclusie 1)-0, met het kenmerk, dat de middelen voor het verschaffen van een laag van een wit pigment een wit pigment cmvatten dat is gedispergeerd in de behandelingssamenstelling. 1)-2. Fotografische werkwijze volgens conclusie 1)0, met het kenmerk, dat de middelen voor het verschaffen van een laag van een wit pigment een 30 vooraf gevozmde laag van een wit pigment cmvatten. 1)3. Fotografische werkwijze volgens conclusie 39» met het kenmerk, dat de lichtafschermende kleurstof is aangebracht in de beeldontvaagstlaag. 1)1). Fotografische werkwijze volgens conclusie 37» met het kenmerk, dat elk van de beeldkleurstofverschaffende materialen een beeldkleurstofver-35 schaffend materiaal is, dat is gekozen uit heeldkleurstoffen en beelkleur-stoftussenprodukt en. 1)5· Fotografische werkwijze volgens conclusie 1)1), met het kenmerk, dat 8007047 -38- elk van de beeldkleurstofverschaffende materialen een kleurstof is. h6. Fotografische werkwijze volgens conclusie k$r met het kenmerk, dat elk. van. die kleurstoffen een ontwikkelkleurstof is. 1+7* Fotografische werkwijze volgens conclusie 37, met het.kenmerk, dat 5 de eerste en de tweede bladvoimige elementen zich ingesuperponeerd verhand, hevindenv 1+8. Fotografische werkwijze, volgens conclusie 37, met het kenmerk, dat het tweede bladvormige element in. staat· is cm op het eerste bladvormige element te. worden gesuperponeerd. 10 i+9- Fotografische werkwijze volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat de eerste drager opaak is.
  26. 50. Fotografische werkwijze volgens conclusie 37, met het kenmerk,, dat de gekleurde verbinding beantwoordt aan de formule 11 van het formuleblad.
  27. 51. Verbinding met de formule 3 van het formuleblad, waarin X een groep 15- Ψ ?r « met. de formule -SOg-N-COGH^ of -SQ^-R-CO^ (CH^) voor stelt, waarin Rf alkyl, en Y een elektronenaantrekkende groep voorstellen, en n een getal is met. een waarde van 0 of 1.
  28. 52. Verbinding volgens conclusie 51, met het kenmerk, dat X een groep met de formule -R’ . 20 -S02-&-C0CH3 voorstelt.
  29. 53. Verbinding volgens conclusie 51,. met het kenmerk, dat X een groep R' met- de formule -SOg-ïï-COg(CH^)^Y voorstelt. 5I+. Verbinding volgens conclusie 53, met het kenmerk, dat Y een elek-tronenaantrekkende groep met een positieve sigmawaarde groter dan 0,60 25 voorstelt.
  30. 55. Verbinding met „de.formule 11 van het formuleblad. 8007047
NLAANVRAGE8007047,A 1979-12-26 1980-12-24 Fotografisch produkt alsmede gekleurde xantheenverbindingen die daarin kunnen worden gebruikt. NL189269C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/106,938 US4258119A (en) 1979-12-26 1979-12-26 Novel xanthene compounds and photographic products and processes employing the same
US10693879 1979-12-26

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8007047A true NL8007047A (nl) 1981-07-16
NL189269B NL189269B (nl) 1992-09-16
NL189269C NL189269C (nl) 1993-02-16

Family

ID=22314050

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8007047,A NL189269C (nl) 1979-12-26 1980-12-24 Fotografisch produkt alsmede gekleurde xantheenverbindingen die daarin kunnen worden gebruikt.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4258119A (nl)
JP (1) JPS5699255A (nl)
AU (1) AU539316B2 (nl)
CA (1) CA1157025A (nl)
DE (1) DE3048164A1 (nl)
FR (1) FR2479496A1 (nl)
GB (1) GB2068400B (nl)
NL (1) NL189269C (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4602263A (en) * 1984-09-04 1986-07-22 Polaroid Corporation Thermal imaging method
JPS61170732A (ja) * 1985-01-25 1986-08-01 Fuji Photo Film Co Ltd ハロゲン化銀写真感光材料
US4781900A (en) * 1987-03-24 1988-11-01 Advanced Technology Materials, Inc. Process and composition for purifying arsine, phosphine, ammonia, and inert gases to remove Lewis acid and oxidant impurities therefrom
US4983363A (en) * 1987-03-24 1991-01-08 Advanced Technology Materials, Inc. Apparatus for purifying arsine, phosphine, ammonia, and inert gases to remove Lewis acid and oxidant impurities therefrom
US4761395A (en) * 1987-03-24 1988-08-02 Advanced Technology Materials, Inc. Process and composition for purifying arsine, phosphine, ammonia, and inert gases to remove Lewis acid and oxidant impurities therefrom
US5250384A (en) * 1988-12-20 1993-10-05 Fuji Photo Film Co., Ltd. Light-sensitive heat-sensitive composition and recording material comprising same and image formation process using same
JPH04166931A (ja) * 1990-10-31 1992-06-12 Fuji Photo Film Co Ltd ハロゲン化銀写真感光材料
US5264322A (en) * 1991-04-08 1993-11-23 Polaroid Corporation Sulfonated xanthene dyes, and photographic products and processes employing these dyes
US5187282A (en) * 1991-04-08 1993-02-16 Polaroid Corporation Sulfonated xanthene dyes, and photographic products and processes employing these dyes
US5278031A (en) * 1992-10-23 1994-01-11 Polaroid Corporation Process for thermochemical generation of squaric acid and for thermal imaging, and imaging medium for use therein

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE512613C (de) * 1929-10-31 1930-11-13 I G Farbenindustrie Akt Ges Lichthofschutzschicht fuer photographische Platten und Filme
US1994876A (en) * 1929-11-05 1935-03-19 Agfa Ansco Corp Photographic film free from halation
US2203767A (en) * 1938-01-25 1940-06-11 Du Pont Film Mfg Corp Antihalation photographic element
US2203768A (en) * 1938-01-25 1940-06-11 Du Pont Film Mfg Corp Antihalation photographic element
US2182794A (en) * 1938-12-13 1939-12-12 Du Pont Film Mfg Corp Photographic elements containing antihalation layers
US2350090A (en) * 1940-05-17 1944-05-30 Eastman Kodak Co Photographic layers containing dyestuffs
BE542750A (nl) * 1954-11-12
US3406069A (en) * 1965-06-03 1968-10-15 Du Pont Photographic element and process
US3615548A (en) * 1968-09-06 1971-10-26 Du Pont Photographic elements bearing light-absorbing layers containing an oxazole styryl dye and a metal chelate of a fuchsone dye
CH624981A5 (en) * 1977-03-21 1981-08-31 Ciba Geigy Ag Process for the preparation of salts of 1:2 metal complex dyes which are free from sulphonic acid groups
AU523247B2 (en) * 1977-09-23 1982-07-22 Polaroid Corp. Sulfam(na)phthalein derivatives
JPS639210A (ja) * 1986-06-30 1988-01-14 Casio Comput Co Ltd 発振周波数制御回路

Also Published As

Publication number Publication date
DE3048164A1 (de) 1981-09-17
FR2479496B1 (nl) 1985-04-12
JPS5699255A (en) 1981-08-10
JPH0132975B2 (nl) 1989-07-11
NL189269C (nl) 1993-02-16
GB2068400B (en) 1983-06-22
CA1157025A (en) 1983-11-15
GB2068400A (en) 1981-08-12
AU6557980A (en) 1981-07-02
FR2479496A1 (fr) 1981-10-02
AU539316B2 (en) 1984-09-20
NL189269B (nl) 1992-09-16
US4258119A (en) 1981-03-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR940009426B1 (ko) 색채 사진 부재
US4345017A (en) Photographic products and processes with a pH sensitive xanthene light screening dye
US4118228A (en) Photographic materials suited for the production of color separations
NL8007047A (nl) Fotografische produkten en werkwijzen, alsmede nieuwe xantheenverbindingen, die geschikt zijn om in dergelijke produkten of bij dergelijke werkwijzen te worden toegepast.
US3471293A (en) Antihalation and filter dyes for photographic materials
US4290955A (en) 3,6-Di(alkyl/phenyl)amino-9-carboxamidophenyl-xanthenes
US4258118A (en) Novel xanthene compounds and photographic products and processes employing the same
EP0031698B1 (en) Xanthene dyes and photographic products and processes utilising them
US4290951A (en) 3,6-Di(N-indolinyl)-9-sulfonamidophenyl-xanthenes
US4316950A (en) Novel xanthene compounds and photographic products and processes employing the same
JPH0612427B2 (ja) 写真銀錯塩拡散転写反転法
US4329411A (en) Multicolor diffusion transfer products
CA1211115A (en) Xanthene compounds and their photographic use
JPH0132974B2 (nl)
US4036643A (en) Diffusion transfer color process using lactone or sultone ring containing lipophilic non-diffusing color formers which yield diffusing dyes
EP0508341B1 (en) Sulfonated xanthene dyes
GB1596836A (en) Thiacyanine betaine blue sensitizing dyes
US4290950A (en) Sulfo-substituted-3,6-di(N-indolinyl)-9-sulfonamidophenyl-xanthenes
US4617402A (en) Novel xanthene compounds and their photographic use
US4429142A (en) Xanthene compounds
US5264322A (en) Sulfonated xanthene dyes, and photographic products and processes employing these dyes
US4203766A (en) Photographic products comprising dye developers and N-oxides
NL7908021A (nl) Fotografisch produkt dat een lichtafschermende kleurstof bevat, alsmede werkwijze voor het behandelen daarvan.
JPS63208846A (ja) ハロゲン化銀写真感光材料
JPS62503194A (ja) カラー拡散転写写真フィルム単位

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19960701