NL8006983A - Cilinderslot. - Google Patents
Cilinderslot. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8006983A NL8006983A NL8006983A NL8006983A NL8006983A NL 8006983 A NL8006983 A NL 8006983A NL 8006983 A NL8006983 A NL 8006983A NL 8006983 A NL8006983 A NL 8006983A NL 8006983 A NL8006983 A NL 8006983A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pin
- cavity
- auxiliary
- change
- key
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B27/00—Cylinder locks or other locks with tumbler pins or balls that are set by pushing the key in
- E05B27/005—Cylinder locks or other locks with tumbler pins or balls that are set by pushing the key in with changeable combinations
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B27/00—Cylinder locks or other locks with tumbler pins or balls that are set by pushing the key in
- E05B27/0003—Details
- E05B27/0017—Tumblers or pins
- E05B27/0021—Tumblers or pins having movable parts
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B15/00—Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
- E05B15/14—Tumblers
- E05B2015/146—Tumblers with parts movable to each other
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T70/00—Locks
- Y10T70/70—Operating mechanism
- Y10T70/7441—Key
- Y10T70/7446—Multiple keys
- Y10T70/7452—Selective shutout type
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T70/00—Locks
- Y10T70/70—Operating mechanism
- Y10T70/7441—Key
- Y10T70/7486—Single key
- Y10T70/7508—Tumbler type
- Y10T70/7559—Cylinder type
- Y10T70/7588—Rotary plug
- Y10T70/7593—Sliding tumblers
- Y10T70/7599—Transverse of plug
- Y10T70/7605—Pin tumblers
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T70/00—Locks
- Y10T70/70—Operating mechanism
- Y10T70/7441—Key
- Y10T70/7486—Single key
- Y10T70/7508—Tumbler type
- Y10T70/7559—Cylinder type
- Y10T70/7667—Operating elements, parts and adjuncts
- Y10T70/7689—Tumblers
- Y10T70/7701—Pin
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T70/00—Locks
- Y10T70/70—Operating mechanism
- Y10T70/7441—Key
- Y10T70/7729—Permutation
- Y10T70/7734—Automatically key set combinations
Landscapes
- Lock And Its Accessories (AREA)
Description
« T Tj/Se/Goal-1 Cilinderslot
De uitvinding heeft betrekking op een cilinderr-slot. Er zijn cilindersloten vervaardigd waarbij het in wezen onmogelijk is om de sleutelconfiguratie te wijzigen. Daarentegen zijn kortelings een aantal min of meer flexibe-5 le sloten vervaardigd, die anders ingesteld kunnen worden om met een andere sleutelconfiguratie te werken, om de oorspronkelijke, tijdens constructiewerkzaamheden gebruikte sleutel, onbruikbaar te maken. Een dergelijk bekend slot heeft echter nadelen zoals dat de wijziging beperkt is tot 10 slechts een eenmalige wijziging waarbij bovendien geen vrije wijzigingsmogelijkheden aanwezig zijn, zodat het bestaande slot vervangen moet worden wanneer de huidige sleutel verloren is of om te voorkomen, dat anderen trachten ongewenst binnen te komen. Onlangs zijn meer flexibele sloten beschik-15 baar gekomen, die na de vervaardiging meerdere malen gewijzigd kunnen worden. Het Amerikaanse octrooischrift 3.999.413 beschrijft bijvoorbeeld een slotconstructie van het wafel-cilindertype.
Alhoewel aan de andere kant ook een slotconstruc-20 tie van het pen-cilindertype beschikbaar is gekomen, dat meerdere malen gewijzigd kan worden, is het in principe ongewijzigd van constructie gebleven en is geen eenvoudige montage mogelijk zoals bij het wafeltype. De Amerikaanse octrooiaanvrage nr. 393.493 heeft bijvoorbeeld betrekking op 25 een- slotconstructie van het pen-cilindertype, maar het slot van deze aanvrage omvat een instelmechanisme waarmee de lengte van de pennen gewijzigd wordt en dat van buiten af bediend kan worden door middel van een voor exclusiever gebruik bedoeld speciaal element, waarbij dit slot het na-30 deel heeft van een ingewikkelde en omvangrijke constructie, zodat het niet geschikt is voor een goedkoop, eenvoudig slot.
Een doel van de uitvinding is middelen te verschaffen voor het eenvoudig vervangen van een sleutel voor 8 0 0698 3 -2- een slot van het pen-cilindertype.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is een slot van het pen-cilindertype te verschaffen, dat gewijzigd kan worden, met een eenvoudig inwendig mechanisme, 5 zodat een beter slot verkregen kan worden met betrekking tot de produktiviteit, fabricagekosten en duurzaamheid.
Een ander doel van de uitvinding is een slot van het pen-cilindertype te verschaffen met een aanzienlijk aantal ontgrendeltoestanden.
10 Een ander doel van de uitvinding is een slot van het pen-cilindertype te verschaffen waarmee een omkeerbare wijziging van de ontgrendeltoestand mogelijk is zonder dat het aantal ontgrendeltoestanden verminderd wordt door sleutels te vervangen.
15 Een ander doel van de uitvinding is een slotcon- structie van het pen-cilindertype te verschaffen waarbij een sleutel vervangen kan worden door de huidige sleutel te gebruiken of anders de instelsleutel, waardoor een ingewikkeld bedieningsmechanisme voor de exclusieve sleutelvervanging 20 overbodig wordt.
De uitvinding verschaft een cilinderholte in het binnenoppervlak van het cilindrische huis en een stopholte in de stop voor het opnemen van bovenste en onderste pennen, die radiaal in de holten kunnen verschuiven. Een hulpholte 25 welke een bovenste hulppen vrij verschuifbaar daarin opneemt, is aan het huis aangebracht en ligt bij een bepaalde rotatie ten opzichte van de huisholte tegenover de stopholte. Verder wordt een wijzigingspen zo gebruikt, dat deze uit'de stopholte naar de hulpholte en vice-versa verschuift, * 30 wanneer de stopholte en de hulpholte tegenover elkaar liggen.
Zoals in de voorgaande alinea werd beschreven, bevindt de wijzigingspen zich ofwel tussen de bovenste pen in de huisholte en de onderste pen in de plugholte of is 35 daarvan verwijderd. Meer in het bijzonder wisselt de geprojecteerde hoogte van een sleutel, die de onderste pen opdrukt, afhankelijk van de overeenkomst van de schuiflijn die de 8 0 069 8 3
* A
-3- grens vormt tussen de cilinder en de stop, met de grens-. lijn tussen de bovenste en onderste pennen of met de grenslijn tussen de bovenste pen en de wijzigingspen. Dit betekent een vervanging van de sleutel door een andere sleutel.
5 Om de sleutel te vervangen, wordt de huidige sleutel of anders de daarbij behorende sleutel voor vervangingsbewer-kingen (hierna een instelsleutel genoemd) verdraaid om de stop te roteren totdat de stopholte inde positie wordt gebracht op één lijn met de hulpholte, waarna de sleutel uit 10 die positie wordt verwijderd, en een nieuwe sleutel of bijbehorende instelsleutel ingestoken wordt en weer in de uit-gangsstand wordt teruggedraaid. In het geval dat een instelsleutel wordt gebruikt, kan worden voorkomen, dat de stop door een sleutel in een met de holte overeenkomende stand 15 wordt geroteerd. De wijzigingspen kan in de hulpholte naar binnen bewegen vanuit de stopholte waarbij de onderste pen wordt achtergelaten, maar de wijzigingspen kan niet uit de stopholte in de huisholte bewegen, enerzijds omdat de grenslijn tussen de wijzigingspen en de onderste pen niet op 20 één lijn wordt gebracht met de grenslijn tussen het cilindrische huis en de stop in de overeenkomende stand van de stopholte en de huisholte, en anderzijds omdat de grenslijn tussen de wijzigingspen en de onderste pen op êën lijn gebracht kan worden met de grenslijn tussen het huis 25 en de stop in de overeenkomende stand van de stopholte en de hulpholte. Een'dergelijke constructie is mogelijk door middelen te verschaffen voor de concavo-convexe aangrijping van. de wijzigingspen en de onderste pen en voor de ophef- r fing van de aangrijping alleen in de overeenkomende stand 30 van de stopholte en de hulpholte. Middelen om de aangrijping van de wijzigingspen en de onderste pen op te heffen kunnen gebaseerd zijn op het toepassen van een magnetische kracht of een terugstelkracht van een veer, of een compo-nentkracht van de verdraaiing van de stop, overgebracht op 35 de wijzigingspen om omhoog in de hulpholte te schuiven.
Zoals boven werd beschreven, is de stop roteerbaar wanneer het bovenste vlak van de wijzigingspen op êën ft η n R ö fi i -4- lijn wordt gebracht met de schuiflijn op de plaats waar de hulpholte en de stopholte samenkomen, en bovendien wanneer het onderste vlak van de wijzigingspen op êên lijn ligt met de schuiflijn. Deze plaats van samenkomst maakt dien-5 overeenkomstig het gebruik mogelijk , niet alleen van de gewone sleutel of de instelsleutel, maar een andere sleutel of de betreffende instelsleutel waarvan de hoogte van de nokken evenredig hoger of lager is als de lengte van de wijzigingspen. Daardoor kunnen in deze stand sleutels worden 10 gewisseld. Wanneer een andere nieuwe sleutel of de betreffende instelsleutel in het slot wordt gestoken en terug wordt gedraaid in de positie waarin de stopholte en de huisholte samenkomen, kan de oorspronkelijke sleutel of de betreffende instelsleutel de stop niet langer verdraaien. Dit is zo om-15 dat êên van de door de bovenste pen, de onderste pen en de wijzigingspen bepaalde randen niet langer op één lijn ligt met de schuiflijn tussen het huis en de stop door het in— ' steken van de oorspronkelijke sleutel, omdat de wijzigingspen ofwel verwijderd of toegevoegd is.
20 Volgens de uitvinding wordt een wijzigingspen gebruikt op de wijze waarin de stand daarvan onderling verwisseld wordt tussen de hulpholte en de stopholte zodat een instelmechanisme voor het wijzigen van de ontsluitingstoe-stand aanzienlijk vereenvoudigd kan worden. .. : v-1 25 Omdat de positie van een wijzigingspen omkeerbaar verwisseld kan worden, kan de ontsluitingstoestand ook omkeerbaar gewijzigd worden. Omdat met het slot volgens de uitvinding het wijzigen van de ontsluitingstoestand een onbepaald aantal malen uitgevoerd kan worden door gebruik te maken van een 30 sleutel of de betreffende instelsleutel, voor het wijzigen van de positie van de wijzigingspen, bestaat er absoluut geen noodzaak om het slot uiteen te nemen om dit opnieuw in te stellen. Wanneer de gebruikte sleutel wordt verloren, kan de eigenaar, door de ontsluitingstoestand te wijzigen 35 zonder het slot te vervangen, ervoor zorgen, dat de verloren sleutel niet meer het slot kan bedienen, waardoor een ongewenst gebruik wordt voorkomen. Wanneer het slot volgens de '8 0 069 8 3 ..........................
« Λ -5- uitvinding gemonteerd is in de deur van een hotelkamer, kunnen problemen die het gevolg zijn van een vermiste sleutel of een ongewenst gebruik van een duplikaatsleutel geëlimineerd worden door telkens de ontsluitingstoestand te 5 wijzigen, wanneer een gast uit het hotel vertrekt. Verder kan met het slot volgens de uitvinding een aantal omkeerbare insteltoestanden worden gekozen, hetgeen tot op heden niet bekend is, zodat het slot op gunstige wijze gebruikt kan worden met een hoofdsleutel op een bouwplaats, waar 10 de oorspronkelijke sleutel na het bouwwerk door een nieuwe sleutel moet worden vervangen. Het anders instellen van het slot is bijzonder eenvoudig, daar de ontsluitingstoestand gewijzigd kan worden door de oorspronkelijke sleutel of de daarbij behorende instelsleutel te draaien waardoor de 15 stop naar de positie van de hulpholte wordt geroteerd. Daarna wordt de oorspronkelijke sleutel of de oorspronkelijke daarbij behorende instelsleutel verwijderd en wordt een nieuwe sleutel of een nieuwe daarbij behorende instelsleutel in het slot gestoken, om de stop weer in de oorspronkelijke 20 stand terug te draaien. Daar in elke stand van de hulpholten een paar toestanden bestaat, zullen n hulpholten totaal 2n toestanden mogelijk maken. Door een wijzigingspen in twee-en te delen, zullen 3n toestanden beschikbaar worden en 4n door de pen in drieën te delen. Aan de andere kant zal 25 een fabrikant van de sloten een sterk verbeterde produktivi-teit bereiken met het slot volgens de uitvinding, omdat elk paar pennen voor pen-cilindersloten op dezelfde wijze vervaardigd en gemonteerd kan worden in een -cilinderslot dat een' aantal ontsluitingstoestanden mogelijk maakt door de 30 positie van de wijzigingspennen slechts te veranderen.
Verdere kenmerken van de uitvinding zullen gedetailleerder uiteengezet worden in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 is een langsdoorsnede van een uitvoe-35 ringsvorm van de uitvinding; 8006983 -6-
Figuur 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn I“I in fig.l, van het slot van fig.l waarbij de eerste sleutel in het slot gestoken is.
Figuur 3 is een met fig.2 overeenkomende doorsne- 5 de, waarbij de eerste sleutel echter over 90° in de richting van de klok is verdraaid om zijn langsas;
Figuur 4 is een met fig,3 overeenkomend aanzicht, waarbij de eerste sleutel vervangen is door de tweede sleutel; 10 Figuur 5 is een met fig.4 overeenkomende doorsne de, waarbij de tweede sleutel tegen de richting van de klok in over 90° om zijn langsas is verdraaid;
Figuur 6 is een vergroot schema van een langsdoor-snede van bepaalde onderdelen, die in fig.4 zijn getoond; 15 Figuur 7 t/m 11 'tonen een andere uitvoeringsvorm, waarbij fig.7 overeenkomt met de dwarsdoorsnede van het slot, in fig.l volgens de lijn I-I, waarbij de eerste sleutel in het slot gestoken is;
Figuur 8 is een met fig.7 overeenkomende door- 20 snede, waarbij de eerste sleutel over 90° om zijn langas in de richting van de klok is verdraaid;
Figuur 9 is een met fig.8 overeenkomende doorsnede, waarbij de eerste sleutel vervangen is door de tweede sleutel; 25 Figuur 10 is een met fig.9 overeenkomende door snede waarbij de tweede sleutel over 90° om zijn langsas in de richting tegen de klok in is verdraaid;
Figuur 11 is een vergroot schema van een langs-doorsnede van bepaalde in fig.9 getoonde onderdelen; 30 Figuur 12 toont een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, overeenkomend met de in fig.2 getoonde dwarsdoorsnede ;
Figuur 13 toont weer een andere uitvoeringsvorm overeenkomend met de in fig.2 getoonde dwarsdoorsnede; 35 Figuur 14 toont ook een andere uitvoeringsvorm overeenkomend met de in fig.2 getoonde dwarsdoorsnede;
Figuur 15 toont weer een andere uitvoeringsvorm 8 0 069 8 3 •J 4 -7- overeenkomend met de in fig.2 getoonde dwarsdoorsnede;
Figuur 16 t/m 18 tonen andere uitvoeringsvormen waarbij fig.16 overeenkomt met de in fig.2 getoonde dwarsdoorsnede; 5 Figuur 17 is een gedeeltelijke doorsnede waar in de wijze wordt getoond, waarop de vervanging van de sleutel wordt voltooid;
Figuur 18 is een gedeeltelijke doorsnede waarin de wijze wordt getoond waarop de oorspronkelijke sleutel in 10 het slot wordt gestoken; en
Figuur 19 is een perspektivisch aanzicht van een slot volgens de uitvinding.
Fig.l t/m 6 tonen de uitvoeringsvormen met de sterkste voorkeur van een slot volgens de uitvinding van 15 het cilindertype met aan twee zijden pennen. Met l is een cilindrisch huis aangegeven en met 2 een cilinderstop.
De cilinderstop 2 is roteerbaar in het cilindrische huis 1 gemonteerd langs de schuiflijn A en kan een in de tekeningen niet getoonde werkhefboom bedienen. Verwijzings-20 cijfer 3 heeft betrekking op een sleutelspleet. Het ver-wijzingscijfer 4 heeft betrekking op een aantal in het binnenoppervlak van het cilindrische huis 1 aangebrachte holten, die zich radiaal daarin uitstrekken ten opzichte van elkaar verschoven zijn aangebracht langs de langas 25 van het huis. Het verwijzingscijfer 5 heeft betrekking op een aantal in de cilinderstop 2 aangebrachte stopholten die overeenkomen met de daarmee samenwerkende huisholten 4.
De stopholten 5 zijn naar de daarbij behorende cilinderhol-teri; 4 toegericht in een bepaalde rotatiestand. Elke cilinder-30 holte 5 en stopholte 4 neemt een bovenste pen 6 resp. onderste pen 7 op en een wijzigingspen 8 is opgenomen in de vaste holte tussen de bovenste pen 6 en de onderste pen 7.
De bovenste pen 6 wordt in de huisholte 4 ondersteund, en wordt aan de onderzijde veerbelast door middel van een veer 35 9. De onderste pen 7 is verschuifbaar in de stopholte 5 aangebracht en voorzien van een aangrijpingsholte 7b aan het boveneinde 7a.
.De in fig.6 op grotere schaal getoonde wijzi- '8 0 069 8 3 -8- gingspen 8 omvat een cilinderisch lichaam 81 en een werk-pen 82 die in het lichaam 81 verschuifbaar is. De werkpen 82 is vervaardigd van een magnetiseerbaar materiaal zoals ijzer, om door een magneet aangetrokken te kunnen worden.
5 De werkpen 82 omvat een as 82a en een kop 82b, welke kop 82b afgeschuind is waardoor een afgeknotte kegel wordt gevormd. Het cilindrische lichaam 81 is voorzien van een gat 8la waardoorheen de as 82a van de werkpen 82 steekt en voorzien van een opneemholte 8lb waarin de kop 82b van de 10 werkpen 82 wordt opgenomen. Wanneer de werkpen 82 in het cilindrische lichaam 81 is aangebracht, bevinden het boveneinde van de kop 82b van de werkpen 82 en het boveneinde van het cilindrische lichaam 81 zich op hetzelfde niveau als de as 82a van de werkpen 82, die gedeeltelijk buiten 15 het ondereinde van het cilindrische lichaam 81 uitsteekt.
Het uitstekende deel 82a van de as komt in aangrijping met de opneemholte 7b van de onderste pen 7.
Daardoor is de onderste pen 7 altijd in aangrij- ·* ·*· ping met de wijzigingspen 8, wanneer de wijzigingspen 8 20 is aangebracht. Elk van de pennen 6 en 7 liggen op elkaar in de' holte 4 en 5, waarbij een grensvlak B wordt gevormd tussen de bovenste pen 6 en de onderste pen 7, een grensvlak C tussen de bovenste pen 6 en de wijzingspen 8 en een grensvlak D tussen de wijzigingspen 8 en de onderste pen 7. 25 Het grensvlak D tussen de wijzigingspen 8 en de onderste pen 7 blijft altijd opgesloten aan de zijde van de onderste pen 7.
Aangenomen wordt, dat de eerste sleutel 10 de passende sleutel of de daarbij behorende instelsleutel is 30 en in de sleutelspleet 3 is gestoken. Wanneer de bovenste geleidingsrand 10a en de onderste geleidingsrand 10b van de eerste sleutel 10 tegen elk van de onderste pennen 7 aandrukt, waardoor de grensvlakken B of C op één lijn komen te liggen met de schuiflijn A, wordt de stop 2 roteerbaar 35 in het cilindrische huis 1. Op een andere wijze kan de stop niet geroteerd worden.
Behalve van de huisholten 4, is het cilindrische j huis 1 eveneens voorzien van hulpholten 11, die aangebracht 8 0 069 8 3 Λ « -9- zijn onder een hoek van 90° ten opzichte van de positie van de cilindrische huisholten 4. De hulpholten kunnen zodanig zijn aangebracht, dat deze samen kunnen werken met alle cilindrische huisholten 4, maar dit zal niet altijd 5 noodzakelijk zijn. Bovendien hoeft de hoekafstand niet noodzakelijkerwijze 90° te zijn. Een bovenste hulppen 12 bevindt zich in de hulpholte 11 en is tenminste door een veer 13 ondersteund. Zoals op grotere schaal in fig.6 wordt getoond, omvat de bovenste hulppen 12 een magneet 121 10 en een huis 122 die de-magneet 121 opneemt, waarbij de binnenwand van het huis 122 afgeschuind is zodanig, dat een verzonken gat 122b wordt gevormd dat past op de afgeschuinde kop 82b van de werkpen 82, De magneet 121 is in het huis 122 opgenomen en in de uitsparing daarvan bevestigd om de 15 werkpen 82 en de kop 82b van de werkpen 82 gedeeltelijk in het huis 122 naar binnen te trekken.
' Zoals is beschreven, is het cilindrische huis 1 voorzien van een hulpholte 11 die samenwerkt met de huishol-te 4, waarbij de stopholte 5 een kanaal heeft dat niet al-20 leen met de korresponderende huisholte 4 is verbonden, maar ook met de daarbij behorende hulpholte 11. De wijzigingspen 8 bevindt zich ofwel aan de zijde van de stopholte 5 of wordt in de hulpholte 11 gehouden.
De werking van de uitvoeringsvorm zal nu aan de 25 hand van fig.2 t/m 5 worden beschreven, welke figuren bedrijf stoestanden tonen ter plaatse van de doorsnede volgens de lijn I-I infig.l. Zoals in fig.2 wordt getoond, drukt de bovenste geleidingsrand 10a van de eerste sleutel 10 de onderste pen 7 omhoog, wanneer de eerste sleutel 10 in de 30 sleutelspleet 3 wordt gestoken, waardoor het grensvlak B tussen de onderste pen 7 en de bovenste pen 6 op ëén lijn wordt gebracht met de schuiflijn A. Anderzijds drukt de onderste geleidingsrand 10b van de eerste sleutel 10 de onderste pen 7 naar beneden, waardoor het grensvlak B tussen 35 de bovenste pen 5 en de wijzigingspen 8 die in kontakt is met die onderste pen 7, op éën lijn wordt gebracht met de schuiflijn A. De cilinderstop 2 is roteerbaar wanneer ook 8 0 069 8 3 -10- op andere plaatsen, zoals in fig.l getoond, aan deze voorwaarde is voldaan.
Wanneer aangenomen wordt, dat de eerste sleutel 10, die aan deze voorwaarde voldoet over 90° naar rechts 5 wordt gedraaid, komen de stopholten 5 en 5 overeen met de hulpholten 11 resp. 11 in links resp. rechts van de tekening. Fig.3 toont een dergelijke toestand, waarbij de wij-zigingspen 8, die tezamen met de cilinderstop 2 is verdraaid, naar de hulpholte 11 '.toegekeerd is, die aan de lin-10 kerzijde wordt getoond, en waarbij de werkpen 82 door de magneet 121 wordt aangetrokken. Een deel van de kop 82b van de werkpen 82 wordt daardoor in het huis 122 van de bovenste hulppen 12 toegelaten en tegelijkertijd wordt de as 82a van de werkpen 82 uit de aangrijpingsholte 7b van de onder-15 ste pen 7 teruggetrokken.
De eerste sleutel 10 wordt nu uit deze stand teruggetrokken en de tweede sleutel 14, die een nieuwe sleutel of een nieuwe instelsleutel is, wordt in het slot gestoken, waarbij de toestand van de onderlinge componenten wij-20 zigt, zoals in fig.4 wordt getoond. Meer in het bijzonder is de radiale lengte tussen de rotatiehartlijn van de tweede sleutel 14 en de bovenste geleidingsrand 14a korter dan voorgesteld wordt door de bovenste geleidingsrand 10a van de eerste sleutel 10, waarbij het verschil de grootte van het 25 cilindrische lichaam 81 van de wijzigingspen 8 bedraagt, en de afstand tot. de onderste geleidingsrand 14b van de tweede sleutel 14 groter is dan voorgesteld door de onderste geleidingsrand 10b van de eerste sleutel 10, waarbij dit verschil gelijk is aan de grootte van hetcilindrische lichaam 30 81 van de wijzigingspen 8. Zoals in de tekening wordt ge toond, wordt daardoor de pen 8 losgenomen van de onderste pen 7 en in de linker hulpholte 11 gedrukt, waardoor het grensvlak D tussen de wijzingspen 8 en de onderste pen 7 op één lijn wordt gebracht met de schuiflijn A. IN de rechter 35 hulpholte 11 in fig.4 wordt de hulppen 8 uit de hulpholte 11 gedrukt, waardoor slechts een deel van de kop 82b van de werkpen 82 aangetrokken blijft door de magneet 121 in het huis 122. Wanneer !de tweede sleutel 14 teruggedraaid wordt 8006983 -11- over 90°, wijzigt de toestand tot de in fig.5 getoonde toestand. Bij een vergelijking tussen fig.5 en fig.2 is duidelijk dat de wijzigingspen 8 van plaats is verwisseld tussen de bijbehorende stopholte 5 en de hulpholte 11.
5 In het bijzonder is de ontsluitingstoestand gewijzigd.
Het slot volgens de uitvinding heeft een zodanige vorm, dat de cilinderstop 2 niet met een passende sleutel in de getekende stand geroteerd kan worden wanneer de stopholte 5 op êên lijn ligt met de hulpholte 11 in het geval dat een 10 instelsleutel wordt gebruikt. Wanneer de tweede sleutel 14 uit het slot wordt getrokken in de in fig.5 getoonde toestand, om in de plaats daarvan de sleutel 10 te gebruiken, komt de schuiflijn A niet op êên lijn met het grensvlak D en B, waardoor de cilinderstop 2 dus niet kan roteren.
15 Bovendien kan de eerste sleutel 10 uit de in fig.
3 getoonde stand of de tweede sleutel 14 uit de in fig.4 getoonde stand in de in fig.5 getoonde stand worden gedraaid, hetgeen het best beschreven kan worden aan de hand van fig.6 die een vergroot aanzicht van de in fig.4 getoon-20 de rechter hulpholte 11 is. Daar de werkpen 82 in de zijkant van de bovenste hulppen 12 is gedrukt, en daarbij over de schuiflijn A uitsteekt, lijkt het alsof de werkpen 82 niet beweegbaar is. Zowel de kop 82b van de werkpen 82 die uitsteekt van de· schuiflijn A en de verzonken boring 122b aan 25 het open einde van het huis 122 van de bovenste hulppen 12, zijn echter afgeschuind, waardoor bij het verdraaien van de cilinderstop 2 van buitenaf een krachtcomponent ontstaat in de .richting van het afgeschuinde vlak van de verzonken boring 122b, waardoor de kop 82b van de werkpen 82 tegen de 30 afgeschuinde verzonken boring 122b aangedrukt zal worden en in de richting van de schuiflijn A zal worden bewogen .waardoor de aantrekkingskracht van de magneet 121 op de werkpen 82 wordt overwonnen. De reden van het aanbrengen van de aangrijpingsholte 7b aan het boveneinde 7a van de onder-35 ste pen 7 is om het boveneinde 7a van de onderste pen 7 op êên lijn te brengen met de schuiflijn A wanneer de onderste pen 7 omhoog gedrukt wordt om de wijzigingspen 8 uit de stop- 8 0 069 8 3 -12- holt e 5 te verschuiven tot in de hulpholte 11, en om de aangrijping van de onderste pen 7 en de wijzigingspen 8 op te heffen. Gebleken is, dat de funktie van de onderste pen 7 en de wijzigingspen 8 in het algemeen niet succesvol is, 5 wanneer de hol-bol relatie omgekeerd wordt.
Fig.7 t/m 11 tonen een andere uitvoeringsvorm waarbij de bovenste pen 6 en de onderste pen 7 identiek zijn aan de hierboven beschreven uitvoeringsvorm maar waarbij een wijzigingspen 8, de bijbehorende hulpholte 11 en 10 de bovenste hulppen 12 anders zijn. Alle andere onderdelen zijn hetzelfde gebleven. De wijzingspen 8 omvat een uitsteeksel 83 met kleine diameter, dat opgenomen wordt door de holte 7b van de onderste pen 7, een lichaam 84 met een grote diameter dat verschuifbaar door de binnenwand van de stop-15 holte 5 wordt geleid en een afgeschuind gedeelte 85 dat zich uitstrekt tussen het lichaam 84 met grote diameter en het uitsteeksel 83 met kleine diameter. De hulpholte 11 heeft een getrapte vorm. Meer in het bijzonder heeft de hulpholte 11 een opening 111 waarvan de diameter gelijk is aan 20 die van de stopholte 5 en een vergroot gat 113 achter de rand 112 die zich op een kleine afstand van de schuiflijn A bevindt. Verder is een bovenste hulppen 12 een getrapte pen met een uitsteeksel 123 en wordt de magneet 121 of dergelijke niet. gebruikt. Het uitsteeksel 123 van de bovenste 25 hulppen 12 heeft een diameter die overeenkomt met de opening 111 en een lengte, die gelijk is aan de diepte van de opening 111 van de hulpholte 11. Hierna zal de werking van het slot volgens deze uitvoeringsvorm worden beschreven.
( Figuur 7 toont dat de eerste sleutel 10 in de 30 sleutelspleet 3 is gestoken, waarbij de bovenste geleidings-rand 10a van de eerste sleutel 10 de bovenste pen 7 omhoog drukt, waarbij het grensvlak C tussen de wijzigingspen 8 die in aangrijping is met de onderste pen 7, en de bovenste pen 6 op één lijn wordt gebracht met de schuiflijn A, en 35 anderzijds de onderste geleidingsrand 10b van de eerste sleutel 10 de onderste pen 7 naar beneden drukt, waardoor het grensvlak B tussen de onderste pen 7 en de bovenste pen 6 op één lijn wordt gebracht met de schuiflijn A. Wanneer in 8 0 069 8 3 -13- deze toestand de eerste sleutel 10 over 90° naar rechts wordt gedraaid, wordt het slot in de in fig.8 getoonde toestand gebracht. Zoals het geval was in de voorgaande uitvoeringsvorm liggen de hulppen 12, de wijzigingspen 8 en 5 de onderste pen 7 altijd op elkaar, wanneer het slot in de toestand is gebracht, waarin de hulpholte 11 samenwerkt met de hulpholte 5 door verdraaiing van de cilinderstop 2.
Het is mogelijk om de eerste sleutel 10 verder door te draaien uit de in fig.8 getoonde stand, hetgeen later zal 10 worden beschreven aan de hand van fig.ll.
Wanneer de eerste sleutel 10 uit het slot wordt genomen en de tweede sleutel 14 in het slot wordt gestoken in de in fig.8 getoonde toestand daarvan, zal het slot worden geconditioneerd op de in fig.9 getoonde wijze. De 15 bovenste geleidingsrand 14a van de tweede sleutel 14 drukt de onderste pen 7 omhoog waardoor de wijzigingspen 8 in de hulpholte 11 wordt geschoven, die aan de rechterzijde van de tekening is getoond, waarbij het boveneinde 7a van de onderste pen 7 op éën lijn wordt gebracht met de schuiflijn 20 A. Anderzijds neemt de afstand waarover de onderste pen 7 door de onderste geleidingsrand 14b van de tweede sleutel 14 wordt weggedrukt af, en wordt de wijzigingspen 8 uit de aan de linkerzijde in de tekening getoonde hulpholte 11 gedrukt, waardoor het grensvlak C tussen de wijzigingspen 8 25 en de hulppen 12 op één lijn wordt gebracht met de schuif-lijn A. Wanneer de tweede sleutel 14 teruggedraaid wordt o-ver 90° uit de in fig.9 getoonde stand, zal het slot zich in de in fig.10 getoonde stand bevinden. Uit een vergelijking tussen fig.10 en fig.7 zal het duidelijk zijn, dat de plaats 30 van de wijzigingspen 8 verwisseld is tussen de bij elkaar behorende stopholte 5 en de hulpholte 11. Dit betekent, dat de ontsluitingstoestand gewijzigd is. Het slot kan daarom in deze toestand niet langer door de eerste sleutel 10 worden verdraaid. Fig.ll is een vergroot schema van de rechter 35 hulpholte 11 zoals getoond in fig.9, die hetzelfde is als de linker hulpholte 11 in fig.8,waarin de cilinderstop 2 roteerbaar is vanwege het aan de wijzigingspen aangebrachte 8 0 069 8 3 -14- afgeschuinde gedeelte 85 en de rand 112 in de hulpholte 11. Wanneer de cilinderstop 2 verdraaid wordt langs de schuif-lijn A uitgaande van de in fig.ll getoonde toestand, komt meer in het bijzonder het afgeschuinde gedeelte 85 van de 5 wijzigingspen 8 in kontakt met de hoek 114 van de rand 112 tengevolge van de in de afgeschuinde richting opgewekte krachtcomponent, waardoor de wijzigingspen 8 omhoog wordt geschoven en het uitsteeksel 83 met kleine diameter van de wijzigingspen 8 los komt uit de holte 7b van de onderste pen 10 7. Alleen het bovenste einde 7a van de onderste pen 7 komt daardoor op één lijn te liggen met de schuiflijn A, waardoor rotatie mogelijk wordt. Wanneer in dit voorbeeld de hol-bol'' relatie wordt omgekeerd, blijft de rotatie verhinderd zelfs wanneer de onderste pen 7 los is van de wijzigingspen 8.
15 . De voor de twee hierboven beschreven uitvoerings vormen gemeenschappelijke faktoren zijn: de wijzigingspen 8 kan zijn positie omkeerbaar verwisselen door middel van de hulpholte 11 in het cilindrische huis 1; de wijzigingspen 8 kan in de hulpholte 11 worden gebracht door de cilin-20 derstop 2 te roteren, d.w.z. de vertikaal staande sleutel wordt over 90° gedraaid om de wijziging in een horizontale positie volgens de uitvinding mogelijk te maken; de sleutel wordt in deze horizontale positie verwisseld; niet alleen de eerste sleutel 10 en de tweede sleutel 14, maar alle 25 andere sleutels kunnen in de horizontale positie worden toegepast. Wanneer echter, in aanvulling op het voorgaande, een nieuwe sleutel, b.v. de tweede sleutel 14, in het slot wordt gestoken en teruggedraaid wordt in de rechtopstaande
-I
stand, is alleen de tweede sleutel 14 in deze vertikale 30 stand werkzaam. Bovendien zalhet aantal ontsluitingstoestan-den 2n zijn, wanneer het aantal hulpholten 11 n is en om-keerverwisselbaar is. Daardoor zullen, wanneer voor alle hulpholten 11 cilindrische huisholten 4 aanwezig zijn, 2^ omkeerbare ontsluitingstoestanden beschikbaar zijn met 1 huis-35 holten 4. Dit betekent, dat , wanneer er twaalf huisholten aanwezig zijn in het bovenste en onderste deel, zoals b.v.
12 in fig.l wordt getoond, er een slot 2 of 4.096 ontsluitings- 8 0 0 6 9 8 3 -15- toestanden mogelijk gemaakt worden. Bovendien kan een dergelijk slot vooórzien worden van een aantal combinaties met verschillende lengten van de wijzigingspen 8, de onderste pennen en de bovenste pennen, om bijvoorbeeld een groot 5 aantal groepen samen te stellen elk met 4.096 toestanden. Verder vindt, volgens de uitvoeringsvormen aangrijping van de onderste pen 7 en de wijzigingspen 8 plaats door de holte in de onderste pen 7 en het uitsteeksel van de wijzigingspen 8.
10 Een andere uitvoeringsvorm wordt in fig.12 ge toond. Deze uitvoeringsvorm lijkt sterk op de:-, uitvoeringsvorm die eerder werd beschreven aan de hand van fig.l t/m 6, met die uitzondering, dat de bovenste pen 6 voorzien is van een puntige rand 6a, dat de hulppen 12 geen magnetisch 15 materiaal hoeft te omvatten, dat een werkpen 82 van de wijzigingspen 8 veerbelast is, zodat de kop 82b resp. de as 82a van de werkpen 82 altijd op hetzelfde niveau als het cilindrische lichaam 81 van de wijzigingspen 8 liggen, d.w.z. dat de bovenzijde en de onderzijde van de wijzigingspen 8 20 altijd door middel van de veer 86 gelijk gehouden worden, en in afwijking van de voorgaande uitvoeringsvormen behoeft de kop 82b van de werkpen82 niet afgeschuind te worden tot een afgeknotte kegelvorm.
Het puntige uitsteeksel 6a van de bovenste pen 6 25 drukt.de werkpen 82 over die lengte naar beneden om de onderste pen 7 in aangrijping te brengen met de wijzigingspen 8, en wat betreft de relatie tussen de onderste pen 7 en de bovenste pen 6 evenals de relatie tussen de wijzigingspen i 8 en de bovenste pen 6, de bovenste pen 6 schuif het pun-30 tige uitsteeksel 6a omhoog in de huisholte 4, tegen de werking van de veer 9 in, wanneer de cilinderstop verdraaid wordt zodat rotatie van de cilinderstop 2 niet wordt gehinderd. Om een sleutel te vervangen wordt de sleutel 10 eerst over 90° naar rechts gedraaid, vanuit de in fig.12 35 getoonde toestand, De onderste pen 7 en de wijzigingspen 8 worden in de toestand gebracht zoals met stippellijnen in fig.12 is aangegeven. De eerste sleutel 10 wordt dan in deze -16- toes tand verwijderd en de tweede, in de tekening niet getoonde sleutel wordt in het slot gestoken en teruggedraaid over 90° om de instelling te voltooien. Zelfs wanneer de oorspronkelijke eerste sleutel 10 in het slot wordt gesto-5 ken, is rotatie in deze toestand niet mogelijk omdat de schuiflijn A niet overeenkomt met de grensvlakken B, C en D.
In fig.13 wordt weer een andere uitvoeringsvorm getoond. Deze uitvoeringsvorm komt sterk overeen met de eerder aan de hand van fig.l t/m 6 beschreven uitvoaings-10 vorm. De bovenste pen 6 is voorzien van een puntige rand 6a op dezelfde wijze als in de eerder genoemde uitvoeringsvorm die in fig.12 werd getoond. In plaats van een bovenste hulp-pen 12, is een werkpen 82 van de wijzigingspen 8 een magneet die dient om de werkpen 82 naar de bovenste hulppen 15 12 aan te trekken in de hulpholte 11. Om een sleutel te ver vangen, wordt de eerste sleutel 10 over 90° naar rechts gedraaid, vanuit de in fig.13 getoonde toestand, wanneer de onderste pen 7 en de wijzigingspen 8 in de cilinderstop 2 getoond in het onderste gedeelte van de tekening, de ge-20 punte rand 6a van de bovenste pen 6 in de huisholte 4 schuiven, tegen de kracht van de veer 9 in, bij de aanvang van de rotatie. De onderste pen 7 en de wijzigingspen 8 bevinden zich, na verdraaiing over 90°, in de met stippellijnen in de tekening getoonde toestand. De wijzigingspen 8 is op dit 25 moment los gekomen van de onderste pen 7. Nu wordt de eerste sleutel 10 verwijderd, terwijl de tweede, niet getoonde sleutel in het slot wordt gestoken en het slot over 90° terug wordt gedraaid, waardoor de verwisseling van sleutel vol- »- · tooid is.
30 Weer een andere uitvoeringsvorm wordt in fig.14 getoond. In deze uitvoeringsvorm is de onderste pen 7 voorzien van een uitsparing 7c, waarin een aangrijpingselement 71 wordt ondersteund door middel van een veer 72, die dit element in de richting buitenwaarts van de uitsparing 7c 35 belast. De spanning van de veer 72 is lager dan ^an de veer 9 in de huisholte 4. Het aangrijpingselement 71 omvat een staafmagneet en is zodanig aangebracht, dat de N-pool zich 8006983 -17- aan de buitenzijde en de Z-pool zich aan de binnenzijde bevindt. Anderzijds is de wijzigingspen 8 ook voorzien van een uitsparing 8a voor het opnemen van het aan-grijpingselement 71. De bovenste hulppen 12 omvat een mag-5 neet en de N-pool daarvan bevindt zich aan de binnenzijde en de Z-pool aan de buitenzijde. De polen zijn zodanig aangebracht, dat de bovenste hulppen 12 en het aangrijpings-element 71 elkaar afstoten. Om een sleutel te verwisselen, wordt de eerste sleutel 10 naar rechts gedraaid over 90°, 10 vanuit de in fig.14 getoonde toestand, waarin de sleutel in het slot is gestoken, en de onderste pen 7 en de wijzigingspen 8 worden in de toestand gebracht zoals in stippellijnen in fig.14 wordt getoond. In deze stand komt het aan-grijpingselement 71 niet in aangrijping met de wijzigings-15 pen 8, vanwege de magnetische kracht van de bovenste hulppen 12. Wanneer de eerste sleutel 10 in deze toestand wordt verwijderd en de in de tekening niet getoonde tweede sleutel in het slot wordt gestoken en teruggedraaid wordt over 90°, is de verwisseling van sleutel voltooid.
20 In de uitvoeringsvorm van fig.15 is een aan tal wijzigingspennen 8 tussen de bovenste pen 6 en de onderste pen 7 aangebracht, waarbij/^Sit voorbeeld maximaal drie wijzigingspennen 8 tussen de bovenste pen 6 en de onderste pen 7 zijn geplaatst. Alhoewel in de uitvoeringsvorm wordt 25 aangegeven, dat de wijzigingspen 8 in fig.14 verdeeld lijkt in drie stukken, is door het midden van de wijzigingspen 8 een aangrijpingsgat 8b aangebracht, waar het aangrijpings-element 71 zich doorheen uit kan strekken. Uitgaande van de 'in fig.15 getoonde slottoestand, waarbij de eerste sleu-30 tel 10 in het slot is gestoken, wordt de eerste sleutel 10 over 90° naar rechts verdraaid, zodat de hulpholte 11 en de stopholte 5 tegenover elkaar komen te liggen en de onderste pen 7 en de wijzigingspen 8 zich in de toestand bevinden zoals met stippellijnen in fig.15 is aangegeven. In de-35 ze toestand bevinden zich altijd drie wijzigingspennen 8 tussen de bovenste hulppen 12 en de onderste pen 7, waarbij het aangrijpingselement 71 dat door een magnetische kracht 8 0 06 9 8 3 -18- van de bovenste hulppen 12 wordt afgestoten, los komt van alle wijzigingspennen 8. Wanneer de eerste sleutel 10 in deze toestand wordt verwijderd en de tweede, in deze tekening niet getoonde sleutel in het slot wordt gestoken en 5 teruggedraaid wordt over 90°, is de verwisseling van sleutel voltooid. Op dit moment kan elk aantal wijzigingspennen 8 nl. 3 stukken, 2 stukken, 1 stuk of in het geheel geen stuk in de hulpholte 11 achtergebleven zijn. Met betrekking tot de ontsluitingstoestand zullen, daar er 4 ontsluitings-10 toestanden op elke plaats zijn, n;hulpholten 11 totaal 4n omkeerbare ontsluitingstoestanden zijn. Wanneer alle 12 huisholten 4 samenwerken met hulpholten 11, b.v. zoals weer- 12 gegeven in fig.l, zullen er 4 = 16.777.215 ontsluitings toestanden zijn.
15 Figuur 16 t/m 18 tonen weer een andere uitvoerings vorm. Hierbij is de onderste pen 7 voorzien van een aangrij-pingsholte 7b en is de wijzigingspen 8 voorzien van een gepunte rand 8c die omhoog kan schuiven om opgenomen te worden door de aangrijpingsholte 7b. Deze uitvoeringsvorm wordt 20 gekenmerkt doordat de diepte van de huisholte gëijk is aan de totale lengte van de bovenste pen 6 en de wijzigingspen 8 zonder de hoogte van de gepunte rand 8c. Om eensleutel te verwisselen, wordt de eerste sleutel 10 in de in fig.16 getoonde toestand over 90° naar rechts gedraaid om de on-25 derste pen 7 in de juiste stand te brengen en de pen 8 in de met stippellijnen in de tekening getoonde stand te brengen, zodat de wijzigingspen 8 in aangrijping komt met de onderste pen 7, waarbij slechts de gepunte rand 8c in de stopholte 5 uitsteekt vanuit een hulpholte 11. De eerste sleutel 10 30 kan natuurlijk verder worden gedraaid, omdat de gepunte rand 8c van de wijzigingspen 8 omhoog glijdt in de hulpholte 11. Wanneer daarna de eerste sleutel 10 bij deze over 90° geroteerde stand wordt verwijderd, en de tweede sleutel 14 in het slot gestoken wordt en teruggedraaid wordt over 90°, 35 is , zoals in fig.17 getoond wordt, de verwisseling van de sleutel voltooid. In dit voorbeeld kan, zelfs wanneer de tweede sleutel 14 uit het slot is genomen en de oorspronke- 8 0 069 8 3 -19- lijke sleutel 10 weer in het slot gestoken is, deze sleutel niet meer het slot roteert, omdat de bovenste pen 6 geblokkeerd wordt door de bodem van de huisholte 4, waardoor wordt voorkomen, dat de wijzigingspen 8 omhoog schuift in 5 de huisholte 4.
Verplaatsing van de pen 8 geschiedt automatisch door een sleutel te gebruiken volgens een van de voorgaande uitvoeringsvormen , waarbij bovendien andere middelen toegepast kunnen worden zoals b.v. het verschuiven van de wijzi-10 gingspen 8 tussen de stopholte 5 en de hulpholte 11, d.w.z. van de stopholte 5 in de hulpholte 11 of in omgekeerde richting, door van buiten af een magneetstaaf in een nabij de hulpholte 5 in het cilindrische huis 1 aangebrachte sleuf te steken, of met andere , van buitenaf bedienbare mechani-1 5 sche middelen.
De bovenbeschreven uitvoeringsvormen zijn beperkt tot een slot van het pen-cilindertype, maar een voorbeeld van de bruikbaarheid daarvan zal nu worden gegeven aan de hand van een deurslot van een hotelkamer. Met het 20 verwijzingscijfer 21 is een deur aangegeven, met 22 een dagschoot en met 23 een nachtschoot. Het slot 24 is uitsluitend bedoeld voor gebruik door een gast en een ander slot 25 voor het hotelpersoneel zodat de gast én het hotel niet hetzelfde sleutelgat gebruiken. Het cilinderslot vol-25 gens de uitvinding is bedoeld voor uitsluitend gebruik door • . de gast. Door het pencilinderslot volgens de huidige uitvinding te gebruiken, kunnen de ontsluitingstoestanden gemakkelijk worden gewijzigd zonder de cilinder daarvan te vervangen, en kunnen tegenmaatregelen voor verloren, gesto-30 len of gedupliceerde sleutels gemakkelijk en snel worden getroffen, waardoor veiligheidsmaatregelen mogelijk zijn voor een eventuele poging van een illegale binnendringing of dergelijke. Bovendien hoeven de sleutels voor het hotelpersoneel niet gewijzigd te worden zoals de gastsleutels, 35 waardoor de nadelen van een hoofdsleutel zoals een sleutel voor een kamermeisje, worden weggenomen of een noodsleutel niet langer voor een bepaalde kamer nodig is. Ook is het niet 8 0 0698 3 -20- meer nodig om de sleutels van alle hotelkamers te vervangen wanneer er één sleutel moet worden vervangen.
£ : 8 0 069 8 3
Claims (7)
1. Slot van het pen-cilindertype omvattende een huisholte in het binnenoppervlak van een cilindrisch huis en een stopholte in een ciinderstop, welke respektievelijk een bovenste pen en een onderste pen vrij verschuifbaar 5 daarin opnemen, en welke stop roteerbaar is wanneer het grensvlak tussen de bovenste en de onderste pennen op één lijn wordt gebracht met de schuiflijn die gevormd wordt door het grensvlak tussen het cilinderische huis en de stop, met het kenmerk, dat in het cilindrische huis een 10 hulpholte is aangebracht in een bepaalde rotatiepositie ten opzichte van de huisholte, welke hulpholte samen kan werken met de stopholte, en een tussen de bovenste en onderste pennen aangebrachte of daartussen uit verwijderde wijzigingspen omvat, zodanig dat de positie van de wijzi-15 gingspen verwisseld kan worden tussen de stopholte en de hulpholte wanneer de positie daarvan overeenkomt.
2. Slot van het pen-cilindertype volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in depositie waarin de huisholte en de stopholte tegenover elkaar liggen, de onderste pen 20 of de wijzigingspen aan de zijde van de stopholte vrij kan bewegen langs de schuiflijn en weg van de bovenste pen, maar de bovenste pen aan de zijde van de stopholte niet langs de schuiflijn, weg van de wijzigingspen aan de zijde van de huisholte kan bewegen, terwijl in de tegenover elkaar liggen-25 de stand van de stopholte en de hulpholte, de onderste pen of de wijzigingspen aan de zijde van de stopholte vrij langs de schuiflijn en weg van de bovenste hulppen aan de zijde van de hulpholte kan bewegen, en de onderste pen ook langs de schuiflijn beweegbaar is weg van de wijzigingspen aan 30 de zijde van de hulpholte.
3. Slot volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tussen de bovenste pen en de onderste pen geplaatste wijzigingspen zich op hetzelfde niveau bevindt als de bovenste pen en via een werkpen met de onderste pen is verbonden.
4. Slot volgens conclusie 3, met het kenmerk, 8 0 069 8 3 -22- dat in de overeenkomende stand van de stopholte en de hulp-holte de aangrijping van de onderste pen en de wijzigings-pen wordt opgeheven door de werkpen met een aan de bovenste hulppen in de hulpholte aangebrachte magneet aan te trekken, 5 en waarbij het in het slot steken van een passende sleutel in de overeenkomende stand, de wijzigingspen gepositioneerd wordt aan de zijde van de hulpholte, waarbij het grensvlak tussen de wijzigingspen en de onderste pen op één wordt gebracht met de schuiflijn, of waarbij de wijzigingspen ge-10 positioneerd wordt aan de zijde van de stopholte waarbij slechts de kop van de werkpen, die door de magneet wordt aangetrokken, in de bovenste hulppen uitsteekt aan de zijde van de hulpholte en vrij om daaruit te ontsnappen.
5. Slot volgens conclusie 4, met het kenmerk, 15 dat ontsnappingsmiddelen voor de wijzigingspen uit de bovenste hulppen aan de zijde van de hulpholte gevormd worden doordat de kop van de werkpen en het open einde van de bovenste hulppen waar de kop insteekt is afgeschuind zodat de kop van de werkpen naar buiten wordt geleid bij het 20 open einde van de bovenste hulppen, wanneer de cilinderstop langs de schuiflijn wordt verdraaid.
6. Slot volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de wijzigingspen een uitsteeksel met een kleine diameter heeft, welk..uitsteeksel door de onderste pen wordt opgeno- 25 men en waarbij het afgeschuinde gedeelte zich uitstrekt tot aan het uitsteeksel met kleine diameter, terwijl bij het in het slot steken van een passende sleutel in de overeenkomende stand van de stopholte en de hulpholte de wijzigings-peri aan de zijde van de stopholte zodanig wordt gepositio-30 neerd, dat het grensvlak tussen de wijzigingspen en de bovenste hulppen in de hulpholte op één lijn met de schuiflijn wordt gebracht, of de wijzigingspen aan de zijde van de hulpholte wordt gepositioneerd om alleen het uitsteeksel met kleine diameter van de wijzigingspen door de onderste pen 35 aan de zijde van de hulpholte aan te laten grijpen, vrij om daaruit te ontsnappen.
7. Slot volgens conclusie 6, met het kenmerk, 8 0 06 9 8 3 -23- dat middelen voor het uit de onderste pen laten ontsnappen van de aan de zijde van de hulpholte gepositioneerde wijzi-gingspen een hoek van de in de hulpholte aangebrachte dia-metervergrotingsrand omvat welke het afgeschuinde gedeelte 5 van de wijzigingspen geleidt bij het verdraaien van de cilinderstop langs de schuiflijn. -t 8 0 0698 3
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP54173814A JPS5844832B2 (ja) | 1979-12-28 | 1979-12-28 | ピンタンブラ−錠 |
JP17381479 | 1979-12-28 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8006983A true NL8006983A (nl) | 1981-07-16 |
Family
ID=15967641
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8006983A NL8006983A (nl) | 1979-12-28 | 1980-12-22 | Cilinderslot. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4403486A (nl) |
JP (1) | JPS5844832B2 (nl) |
CH (1) | CH642137A5 (nl) |
DE (1) | DE3048222C2 (nl) |
GB (1) | GB2066347B (nl) |
NL (1) | NL8006983A (nl) |
Families Citing this family (45)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS58170827U (ja) * | 1982-05-12 | 1983-11-15 | 日本ケミコン株式会社 | 電解コンデンサの封口構造 |
CH669632A5 (nl) * | 1986-03-13 | 1989-03-31 | Ernst Keller | |
DE3819099A1 (de) * | 1988-06-04 | 1989-12-07 | Karrenberg Fa Wilhelm | Schliessvorrichtung, bestehend aus flachschluessel und schliesszylinder |
US4966021A (en) * | 1988-11-04 | 1990-10-30 | Masco Building Products Corp. | Reprogrammable lock and keys therefor |
JPH02129723U (nl) * | 1989-03-31 | 1990-10-25 | ||
US5000019A (en) * | 1989-08-07 | 1991-03-19 | Foster Merle L | Cylinder lock and method for using same |
IT1236716B (it) * | 1989-10-17 | 1993-03-26 | Motta Benito Di | Pistoncini a struttura addizionale per serrature di sicurezza |
DE4205643C2 (de) * | 1992-02-25 | 1994-10-13 | Wilka Schliestechnik Gmbh | Profilzylinder |
MY137407A (en) * | 1992-03-31 | 2009-01-30 | Inventive Mind Marketing Sdn Bhd | A locking mechanism with master key and subordinate key |
DE4445491A1 (de) * | 1994-12-20 | 1995-07-20 | Danijel Golub | Schlösser, Zylinderschlösser und Sicherheitsschlüssel |
CH695574A5 (de) * | 1995-08-11 | 2006-06-30 | Ernst Keller | Zuhaltung für federbelastete Montage in einem Drehschliesszylinder für ein Sicherheitsschloss. |
ES2227576T3 (es) * | 1995-09-15 | 2005-04-01 | Ernst Keller | Pernos de bloqueo y cilindro giratorio de bloqueo con un perno de bloqueo semejante. |
US5966971A (en) * | 1995-09-15 | 1999-10-19 | Keller; Ernst | Lock bolt |
ATE244808T1 (de) * | 1998-02-23 | 2003-07-15 | Ernst Keller | Drehschliesszylinder für ein sicherheitsschloss |
SE9903631L (sv) * | 1999-10-07 | 2001-04-08 | Assa Ab | Cylinderlås |
EP1244862A1 (en) * | 1999-12-27 | 2002-10-02 | Henrik Dirk Stemmerik | Burglar-proof cylinder lock |
US6776017B2 (en) | 2001-11-08 | 2004-08-17 | Ez Change Lock Company, Llc | Adaptable radial tumbler lock |
US20030140668A1 (en) * | 2001-12-13 | 2003-07-31 | Chao Shui Shan | Lock assembly with a piece moved by a magnetic member in a key |
US7086259B2 (en) * | 2002-06-20 | 2006-08-08 | Mul-T-Lock Technologies, Ltd. | Pick resistant lock |
US7533550B2 (en) * | 2003-05-08 | 2009-05-19 | Ez Change Lock Company | Rapid-change lock |
US7272965B2 (en) * | 2003-07-31 | 2007-09-25 | Moshe Dolev | Method and assembly to prevent impact-driven manipulation of cylinder locks |
US7162901B2 (en) * | 2004-04-01 | 2007-01-16 | Newfrey Llc | Variable shear line lock cylinder |
EP1607553B1 (de) * | 2004-06-15 | 2016-08-03 | ASSA ABLOY (Schweiz) AG | Schliesszylinder |
US20060010945A1 (en) * | 2004-07-13 | 2006-01-19 | Herdman Rodrick A | Programmable lock with temporary access key |
US7290418B2 (en) * | 2004-07-30 | 2007-11-06 | Ez Change Lock Company, Llc | Programmable lock with a controlled programming position |
SI1632625T1 (sl) * | 2004-09-07 | 2013-10-30 | Assa Abloy (Schweiz) Ag | Cilinder ključavnice za varnostno ključavnico |
US20060059965A1 (en) * | 2004-09-17 | 2006-03-23 | Benstead Evan A | Rekeyable lock having 2-piece pin with rotatable member |
US7905125B2 (en) | 2005-02-25 | 2011-03-15 | Janaka Limited Partnership | Programmable lock with integral change tooling |
DE202005015298U1 (de) * | 2005-09-28 | 2007-02-08 | Drumm Gmbh | Verriegelungseinrichtung |
HK1093659A2 (en) * | 2006-12-01 | 2007-03-02 | To Yuen Man | Security pin tumbler lock |
US8438889B2 (en) * | 2007-02-22 | 2013-05-14 | Sargent Maufacturing Company | Shaped top pin for bump resistant cylinder |
US8166783B2 (en) | 2007-02-23 | 2012-05-01 | Master Lock Company Llc | Anti-tampering arrangements for pin tumbler cylinder locks |
WO2008136356A1 (ja) * | 2007-04-26 | 2008-11-13 | Goal Co., Ltd. | シリンダー錠及びシリンダー錠を用いたキーシステム |
US7802455B2 (en) | 2007-05-07 | 2010-09-28 | Janaka Limited Partnership | Programmable lock having incidental change control |
US20090173121A1 (en) * | 2008-01-03 | 2009-07-09 | Ben Cheng | Bump Proof Locks |
US20090178451A1 (en) * | 2008-01-16 | 2009-07-16 | Hsiu-Chuan Wu | Lock core assembly |
DE102008045739B4 (de) * | 2008-09-04 | 2021-12-30 | ABUS August Bremicker Söhne Kommanditgesellschaft | Schließzylindersystem |
CN101566021B (zh) * | 2009-05-20 | 2011-09-14 | 宁波永发集团有限公司 | 具有两个开启角度的弹子锁及具有该弹子锁的保险锁结构 |
JP5437731B2 (ja) * | 2009-07-31 | 2014-03-12 | 株式会社ゴール | シリンダー錠 |
US20130276492A1 (en) * | 2011-02-02 | 2013-10-24 | Tien-Kao Liu | High security lock core structure |
AU2011202516B2 (en) * | 2011-05-30 | 2015-09-10 | Liu, Tien-Kao Mr | High security lock core structure |
CN102900274A (zh) * | 2011-07-25 | 2013-01-30 | 吴宝富 | 一种防开锁器锁 |
ITBS20110107A1 (it) * | 2011-07-28 | 2013-01-29 | Facchinetti S R L Flli | Serratura a cilindro e valvola comprendente tale serratura |
DE102014001883A1 (de) * | 2014-02-10 | 2015-08-13 | Assa Abloy Sicherheitstechnik Gmbh | Schloss-Schlüssel-System |
US10167655B2 (en) | 2017-01-25 | 2019-01-01 | International Business Machines Corporation | Lock bypass detection |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2158501A (en) * | 1938-08-03 | 1939-05-16 | Independent Lock Co | Tumbler lock |
US2326358A (en) * | 1940-01-23 | 1943-08-10 | Homer L Hull | Tumbler type lock |
US2427837A (en) * | 1944-07-29 | 1947-09-23 | John A Connell | Lock |
US3090219A (en) * | 1960-05-03 | 1963-05-21 | Morris J Levin | Combination locks |
US3190093A (en) * | 1963-02-07 | 1965-06-22 | Schlage Lock Co | Pin tumbler cylinder and key system |
US3462983A (en) * | 1966-11-09 | 1969-08-26 | Michael A Evanish | Pin tumbler lock assembly |
US3516271A (en) * | 1968-09-26 | 1970-06-23 | Tool Research & Eng Corp | Magnetically converted pin-type lock construction |
US3595043A (en) * | 1969-02-10 | 1971-07-27 | Daniel A Williams | Keylock mechanism |
US3999413A (en) * | 1975-01-31 | 1976-12-28 | Raymond James W | Lock assembly |
US4116026A (en) * | 1977-04-14 | 1978-09-26 | Flint Orin Q | Key settable, pick proof lock |
-
1979
- 1979-12-28 JP JP54173814A patent/JPS5844832B2/ja not_active Expired
-
1980
- 1980-12-16 US US06/216,867 patent/US4403486A/en not_active Expired - Fee Related
- 1980-12-20 DE DE3048222A patent/DE3048222C2/de not_active Expired
- 1980-12-22 NL NL8006983A patent/NL8006983A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-12-29 GB GB8041348A patent/GB2066347B/en not_active Expired
- 1980-12-29 CH CH960680A patent/CH642137A5/fr not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2066347B (en) | 1983-12-21 |
CH642137A5 (fr) | 1984-03-30 |
US4403486A (en) | 1983-09-13 |
DE3048222C2 (de) | 1985-10-03 |
DE3048222A1 (de) | 1981-09-24 |
GB2066347A (en) | 1981-07-08 |
JPS5844832B2 (ja) | 1983-10-05 |
JPS5697075A (en) | 1981-08-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8006983A (nl) | Cilinderslot. | |
RU2184197C2 (ru) | Программируемый цилиндрический замок, снабженный мастер-ключами | |
US4942749A (en) | Interchangeable key lock with rolling tumblers | |
AU2006352762B2 (en) | Rekeyable lock assembly and method of operation | |
CA1145581A (en) | Magnetic key operated hotel door lock | |
US3910083A (en) | Combination changing cylinder lock | |
CA1194057A (en) | Tool-loadable biasing spring | |
AU2004303911B2 (en) | A key-changeable lock | |
US3837196A (en) | Key changing lock for safe deposit boxes | |
US3509749A (en) | Lock | |
US3837197A (en) | Key-operated locks | |
US1940789A (en) | Lock | |
US1092874A (en) | Combination-lock. | |
US2625032A (en) | Combination lock with tumbler upsetting mechanism | |
US2245741A (en) | Permutation lock | |
US2563215A (en) | Cylinder locking device | |
US1430176A (en) | Lock | |
US2115042A (en) | Lock | |
US1158152A (en) | Permutation-lock. | |
US1549581A (en) | Lock | |
JPH0810636Y2 (ja) | シリンダ錠のコード変更装置 | |
US964465A (en) | Lock. | |
US1520092A (en) | Combination padlock | |
US2019399A (en) | Key operable lock | |
US1447865A (en) | Lock |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |