NL8006743A - Inrichting en werkwijze voor het polijsten en koelen van walsrollen. - Google Patents

Description

P & C ' - i

W 2718-16 Ned.dB/LvD

Inrichting en werkwijze voor het polijsten en koelen van walsrollen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en op een· werkwijze voor het continu gladslijpen of polijsten en voor hét gelijkmatig koelen van het werkvlak van een walsrol, gemonteerd in 5 zijn walsstoel. De uitvinding kan worden toegepast bij het walsen van vlakke metaalprodukten en in het bijzonder bij het warmwalsen van stalen banden.

De gebruikers van staalprodukten worden steeds veeleisender met betrekking tot de kwaliteit van het oppervlak van gewalste banden 10 of stroken en daarom is het van belang bepaalde faktoren bij het walsen te verbeteren, welke invloed op deze kwaliteit hebben.

Onder deze faktoren moet worden genoemd de fysische toestand van het werkvlak van de walsrol, dat een juist profiel en een gelijkmatige en geschikte oppervlakte-ruwheid moet hebben, terwijl Ook de 15 warmte—toestand van het werkvlak van belang is, daar dit zo gelijkmatig mogelijke oppervlak-temperaturen moet hebben over het gehele aanrakings-gebied met het metaalprodukt.

Met betrekking tot de fysische toestand van het werkvlak moet worden opgemerkt dat bij het warmwalsen van stroken zich vaak 20 oxidekorsten hechten aan de rollen, in het bijzonder aan die van de eerste drie na-bewerkingsstoelen. Bij de aanraking van de stroken veroorzaken deze korsten tijdens de bewerking indrukkingen in het oppervlak van deze banden, waardoor de oppervlak-toestand daarvan duidelijk wordt gewijzigd. Het gevolg hiervan zijn veel afkeuringen en 25 uitval van het gewalste bandmateriaal. Bovendien beschadigen deze korsten het werkvlak van de rollen snel, zodat de rollen vaak moeten worden vervangen.

Teneinde het profiel van de rollen te behouden en de oxidekorsten de verwijderen is reeds een inrichting voorgesteld voor het 30 polijsten van het werkvlak tijdens de rotatie van de rol bij hét walsen. Deze bekende inrichting bestaat in hoofdzaak uit een puimsteen, bevestigd aan een ondersteuning met een schroefdraadboring waardoorheen een worm verloopt dwars op de rotatieas van de cilinder, over de gehele lengte van het rolvlak. Onder invloed van een omkeerbare electromotor 35 draait de worm langzaam om zijn langshartlijn in de ene richting over een slag overeenkomende met de lengte van de rol en in de tegengestelde richting bij de teruggaande slag. Hierdoor bestrijkt de puimsteen heen en weer gaand de rol over zijn gehele lengte en polijst meer of minder het werkvlak tijdens het walsen.

40 De puimsteen is echter bijzonder kort en ligt slechts over

Ann 74 3 - 2 - een vrij kleine lengte tegen het werkvlak aan. Anderzijds wordt de puimsteen langzaam langs het werkvlak verplaatst en komt in een willekeurig gebied daarvan eerst terug na een aantal rotaties van de rol. Dientengevolge kan de bekende inrichting het werkvlak slechts 5 plaatselijk en tijdelijk glad maken en neemt deze slechts periodiek en plaatselijk de oxidekorsten weg.

Wat betreft de warmtetoestand van de rol wordt opgemerkt, dat tijdens het walsen de rollen reeds worden gekoeld door een reeks waterstralen, die worden geworpen op een gebied van het werkvlak dat is ge-10 legen iets vóór het aanrakingsgebied met de staalband, gezien in de rotatierichting van de rollen.

Het op de rollen geworpen water wordt echter niet opgevangen en verspreid:zich nutteloos onder de rollen. De koeling met water van de rollen wordt dus uitgevoerd door een kort kontakt van het water 15 met het werkvlak en kan over de gehele lengte daarvan slechts onregelmatig zijn.

Het doel van de uitvinding is het belangrijk verbeteren van enerzijds da fysische toestand en anderzijds de warmtetoestand van de rollen tijdens het walsen, teneinde het werkvlak constant glad te 20 houden zonder wijziging van het profiel, en gelijkmatig gekoeld, zowel in de diameter^richting als over de lengte, zonder extra waterverbruik ten opzichte van de thans gebruikte waterhoeveelheid.

Hiertoe verschaft de uitvinding een inrichting die tenminste een ;schurend of slijpend wrijforgaan heeft. Het schurende wrijforgaan 25 is gemonteerd op een intrekbare steun, die verloopt evenwijdig aan de rotatieas van de rol, over de gehele lengte van het werkvlak daarvan.

Het schurende wrijforgaan kan met een bepaalde druk tegen de draaiende rol worden gedrukt. Hierdoor houdt het wrijforgaan het grootste deel van het koelwater vast, dat door de draaiende rol wordt meegenomen, 30 zodat zich een waterkussen in langsrichting vormt, waardoor de temperatuur van het werkvlak over de lengte ervan gelijkmatig wordt. Bovendien maakt het wrijforgaan het werkvlak glad en neemt er de oxidekorsten van weg.

Met de nieuwe inrichting kan men walsrollen beschermen tegen snelle slijtage en afname van kwaliteit tengevolge van oxidekorsten en 35 daardoor een beter oppervlak van de gewalste banden verzekeren.

Als gevolg hiervan kan men de stilstandstijden bij het walsen voor het verwisselen van walsrollen verkleinen en het tonnage vergroten van gewalst band, dat met een zelfde paar van deze rollen kan worden verkregen. •Eveneens kan men de frequentie voor het afslijpen van de walsrollen 40 8 00 6 74 3 - 3 - verkleinen. Bovendien kan men de snelheid bij het afbijten van de gewalste banden vergroten. Tenslotte kan men met beter rendement vlakke metaalprodukten walsen waarvan de oppervlak„gesteldheid aan hoge eisen moet voldoen.

5 In het algemeen heeft bij de nieuwe inrichting de steun een enkel slijpend wrijforgaan, dat zich uitstrekt over de gehele lengte van de walsrol.

Teneinde de nieuwe inrichting toepasbaar te maken voor walsrollen met verschillende diameter is de hoogte van het wrijforgaan 10 ten opzichte van de rotatieas van de rol regelbaar.

Teneinde de vorming te vermijden van cirkelvormige uitsteeksels aan het werkvlak aan de einden van het wrijforgaan, wordt dit enigszins heen en weer verplaatst in de richting evenwijdig aan de rotatieas van de rol tijdens de rotatie.

15 Voor het beletten van een kwaliteitsvermindering van het werkvlak wanneer het wrijforgaan voldoende is afgesleten draagt de steun van het wrijforgaan een slijt-detector die bij aanraking met de rol het van de rol verwijderen van het wrijforgaan veroorzaakt.

In het algemeen bestaat het wrijforgaan van de nieuwe in-20 richting, in verband met de vrij grote lengte van de walsrollen, uit opvolgende slijpelementen of schuurelementen, waarvan de aanligvlakken onderling,evenals de eindvlakken van de reeks, schuin staan ten opzichte van de langsrichting van de reeks. Door deze eigenschap kan het wrijforgaan tijdens het bedrijf geen cirkelvormige uitsteeksels doen ont-25 staan aan het rolvlak op de overgangspunten tussen de wrijfelementen en aan de einden van het wrijforgaan.

De samenstelling van het wrijforgaan kan willekeurig zijn.

Zo kan het wijforgaan of elk wrijfelement daarvan bestaan uit enerzijds een schuurblok of anderzijds uit een aantal schuurbladen, boven elkaar 30 geplaatst en tegen elkaar aangedrukt in hun opneemruimte van de steun.

Volgens een bepaalde montageeigenschap is de steun voor het wrijforgaan voor de onderste walsrol gemonteerd aan twee zijdelingse hefbomen, welke zwenkbaar zijn om twee zijdelingse draaipunten, welke 35 coaxiaal zijn en vastliggen ten opzichte van het frame van de inrichting.

De steun is daarbij scharnierend verbonden met de zuigerstangen van pneumatische cilinders, waardoor de steun kan worden verplaatst en het wrijforgaan tegen de rol kan worden aangedrukt. De huizen van de pneumatische cilinders hebben zijdelingse coaxiale tappen en zijn

40 zwenkbaar ten opzichte van de inrichting. In dit geval heeft de steun ft Λ Λ 1 /. T

- 4 - voor het wrijforgaan bij voorkeur de vorm van een hoekprofiel waarvan een der benen is verlengd met het wrijforgaan.

Volgens een ander montagekenmerk van de nieuwe inrichting, bestemd voor toepassing bij de bovenste walsrol, is de steun van het 5 wrijforgaan voor de bovenste rol zwenkbaar om zijdelingse draaipunten, die coaxiaal zijn en vastgelegd ten opzichte van het bovenste deel van het walsrolgestel, onder invloed van pneumatische cilinders die bovendien het wrijforgaan tegen de rol aandrukken. Deze pneumatische cilinders zijn met hun stangen scharnierend aangebracht aan de steun en met de 10 huizen van de cilinders aan twee andere zijdelingse coaxiale draaipunten, eveneens bevestigd aan het bovendeel van het gestel. In dit geval zijn de draaipunten voor de steun van het wrijforgaan en van de pneumatische cilinders bij voorkeur gemonteerd op een gemeenschappelijke plaat, bevestigd aan het gedeelte van het gestel, dat met name de bovenste 15 afstrijker en de spuitmondstukken voor de bovenste rol draagt.

Verder omvat de uitvinding ook een werkwijze voor het doen werken van de nieuwe inrichting. Volgens de nieuwe werkwijze drukt men een wrijforgaan met een bepaalde druk aan tegen het werkvlak van een roterende walsrol, enerzijds om het koelwater tegen te houden dat 20 door de rol wordt meegenomen en om daartegen een waterkussen in de langsrichting te vormen, waardoor de rol over zijti gehele lengte wordt gekoeld, en anderzijds om het werkvlak glad te maken en de oxidekorsten te verwijderen. Bij voorkeur verplaatst men het wrijforgaan iets heen en weer gaand in de richting evenwijdig aan de rotatieas van de rol tij-25 dens de rotatie.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 is een aanzicht van de rollen van een walsstoel, voor-30 zien van twee inrichtingen volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een eerste uitvoeringsvorm van het wrijforgaan.

Fig. 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van het wrijforgaan.

De weergegeven inrichtingen zijn in paren aangebracht aan de walsstoelen van een walsstraat, voor het warmwalsen vein bijvoorbeeld 35 staalbanden. De twee inrichtingen voor walsstoel 1 dienen voor het continu polijsten en gelijkmatig koelen van de beide walsrollen ervan, namelijk de bovenste rol 2 en de onderste rol 3, die samenwerken met twee steunrollen, namelijk een bovenste steunrol 4 en een onderste steunrol 5 van de stoel 1. De beide inrichtingen kunnen evengoed worden 40 aangebracht aan de rollen 2, 3 van een nawalsstoel als van een voorwalsstael.

8 00 6 74 3 - 5 -

Elke inrichting heeft een schurend wrijforgaan 6, dat zich uitstrekt evenwijdig aan de rotatieas van de rol 2 of 3, over de gehele lengte van het werkvlak daarvan. Tijdens het bedrijf is het wrijforgaan 6 aangedrukt tegen de roterende rol met een bepaalde verende druk.

5 Het wrijforgaan 6 is gemonteerd op een intrekbare steun 7, die zich uitstrekt evenwijdig aan de rotatieas van de rol 2 of 3 en die daardoor op gelijke afstand ligt van het werkvlak daarvan. De steun 7 is verplaatsbaar ten opzichte van de rol 2 of 3, terwijl de steun evenwijdig blijft aan zichzelf en evenwijdig aan de rotatieas van de rol.

10 In het algemeen strekt zich de steun 7 uit over de gehele lengte van het genoemde werkvlak.

In de praktijk draagt elke intrekbare steun 7 een enkel wrijforgaan 6, dat kan bestaan uit een enkel stuk of uit een rechtlijnige reeks opvolgende wrijfelementen, die tegen elkaar aanliggen. In elk 15 geval kan het wrijforgaan 6 of elk element daarvan bestaan uit een blok 8 van een schurend materiaal (fig. 3) of uit een samenstel van een aantal schurende bladen 9, die boven elkaar zijn geplaatst en tegen elkaar aan worden gedrukt in de opneemruimte van de steun 7. (fig. 2) Bij voorkeur liggen,wanneer het wrijforgaan 6 bestaat uit een aantal op-20 volgende elementen, de onderlinge aanligvlakken van deze elementen en de eindvlakken van de reeks schuin ten opzichte van de langsrichting van de reeks, d.w.z. ten opzichte van de as van de rol 2 of 3. Hierdoor bestrijken de overgangslijnen en de eindlijnen van de aanraking van de elementen met het werkvlak van de rol een voortschrijdend gebied van 25 het werkvlak tijdens de slijtage van het wrijforgaan 6 in aanraking met de rol.

- Zowel bij de bovenste rol 2 en bij de onderste rol 3 maakt het schurende wrijforgaan 6, dat tijdens het bedrijf continu wordt aangedrukt tegen het werkvlak van de roterende rol, dit werkvlak glad 30 en houdt het grotendeels het koelwater tegen dat op de rol 2 of 3 wordt geworpen. In feite vormt het wrijforgaan 6 langs zijn aanrakingslijn met de rol een koelwaterkussen, waardoor de temperatuur van het werkvlak beter gelijkmatig is over zijn lengte. Als voorbeeld kan worden genoemd een temperatuursverschil vein 5 tot 7° C tussen het middendeel 35 en de einden van de rollen 2, 3, welke een lengte hebben van 2,250 meter en zijn aangebrcht in de nawalsstoel van een continue walsstraat voor het warmwalsen van staalbanden. Anderzijds neemt het wrijforgaan bij het gladmaken van de rol de oxidekorsten weg, die niet alleen schadelijk zijn voor de gebruiksduur van de rollen, maar ook voor de kwaliteit van 40 de gewalste band. Met de nieuwe inrichting is een gebruiksduur bereikt - 6 - van de rollen 2, 3 voor 2300 tot 2500 ton gewalst band tegen vroeger 1500 tot 1800 ton.

Voor aanpassing aan rollen 2, 3 van verschillende diameter is de hoogte van de steun 7 van elk schurend wrijforgaan 6 ten opzichte 5 van de rotatieas van de rol instelbaar.

Opdat het werkvlak van de rol 2 of 3 tijdens de werking vein het wrijforgaan niet wordt gekrast, kan de inrichting mechanische organen hebben voor het overbrengen van een geringe heen en weer gaande verplaatsing op de steun 7 volgens de axiale richting van de rol tijdens 10 de rotatie daarvan.

Voor het vermijden van elke aanraking tussen het werkvlak van de rol 2 of 3 en de steun 7 is de inrichting voorzien van een slijtdetector voor het meten van de slijtage van het wrijforgaan 6. Deze detector is gemonteerd op de steun 7 en trekt het wrijforgaan 6 terug van de rol 15 wanneer de steun in aanraking komt met de rol.

Voor de bovenrol 2 is de steun 7 zwenkbaar cm twee zijdelingse coaxiale draaipunten 10, elk gedragen door twee evenwijdige voeten 11, bevestigd aan een gemeenschappelijke plaat 12, welke op zijn beurt is bevestigd aan het bovendeel 13 van het gestel van de stoel 1.

20 Daarmee is de plaat 12 gemonteerd op het bovendeel van het gestel dat met name de bovenste afstrijker 14 draagt en sproeimondstukken voor de rol 2.

Anderzijds wordt het zwenken van de steun 7 cm de draaipunten 10 bestuurd door pneumatische cilinders 15, welke synchroon worden 25 gevoed met samengeperste lucht. Elke pneumatische cilinder 15 is scharnierend bevestigd, enerzijds door zijn zuigerstang om een draaipen 16, vast verbonden met de steun 7 boven het draaipunt 10, en anderzijds door zijn cilinder om een draaipen 17, gedragen door twee evenwijdige voeten 18, bevestigd aan de gemeenschappelijke plaat : 12. Opgemerkt 30 wordt dat de beide zijdelingse beweegbare draaipunten 16 van de steun 7 coaxiaal op een lijn liggen, evenals de beide zijdelingse vaste draaipunten 17. De cilinders 15 besturen daardoor de verplaatsing van de steun 7 ten opzichte van de rol 2 en bepalen de pneumatische aanligdruk van het schurende wrijforgaan 6 op de rol. Het wrijforgaan is aangebracht in 35 een uitsparing 19 van de steun 7 en wordt daarin vastgehouden door een klemplaat 20, welke met bouten is bevestigd. Bij voorkeur heeft de steun 7 nabij de uitsparing 19 een groef 21, waarin zonder speling een rug 22 van de plaat 20 is geplaatst.

Bij de onderrol 3 heeft de steun 7 de vorm van een hoek- * 40 profiel waarvan een der benen is verlengd met het schurende wrijforgaan 6.

8006743 - 7 -

Dit been heeft een uitsparing 19 analoog aan de bovengenoemde, voor het opnemen van het wrijforgaan 6 en draagt een drukplaat 20, die met bouten is bevestigd, voor het vastklemmen van het wrijforgaan. Bij voorkeur heeft dit been van. het hoekprofiel een langsgroef 21, waarin zonder spe-5 ling een overeenkomstige rug 22 van de plaat 20 is geplaatst.

Het hoekprofiel is gemonteerd aan twee zijdelingse, onderling gelijke hefbomen 23, die naar omhoog uitsteken. De hefbomen zijn met hun boveneinden scharnierend bevestigd op twee zijdelingse coaxiale draai-pennen 24 en daardoor aan haaks gebogen zijdelingse steunen 25. Elke 10 gebogen steun 25 heeft twee evenwijdige verticale benen, die met bouten zijn bevestigd aan een I-profiel 26 en aangebracht tussen de flenzen van dit profiel aan weerszijden van het lijf. Het I-profiel 26 is verticaal vast bevestigd door lassen aan de.afvoertafel' 27 van de walsstoel 1.

Elke gebogen steun 25 heeft ook twee horizontale evenwijdige 15 benen, die aan de zijde tegenover rol 3 zijn verlengd met naar omlaag gebogen armen 28, welke armen een pneumatische cilinder 29 kunnen dragen. Hiertoe hebben de gebogen armen 28 twee coaxiale cirkelvormige openingen, welke dienen als legers voor twee tappen 30, bevestigd aan de cilinder 29, die hierdoor kan zwenken ten opzichte van de steun 25 en de afvoer-20 tafel 27. Elke cilinder 29 is met zijn zuigerstang scharnierend door een pen 31 verbonden met een voet 32, die is bevestigd aan de steun 7. Hierdoor kan de steun 7 zwenken om de horizontale as van de pennen 24, met name onder invloed van de pneumatische cilinders 29, met de zuigerstangen waarvan deze steun is verbonden, waarbij de cilinders 29 25 zwenken om de hartlijn van de draaipennen 30 en in feite de aanligdruk bepalen van het schurende wrijforgaan 9 tegen de rol 3.

De beschreven nieuwe inrichting maakt toepassing mogelijk van een nieuwe werkwijze voor het continu polijsten en gelijkmatig koelen van het werkvlak van een roterende rol 2 of 3. Volgens deze nieuwe 30 werkwijze legt men het schurende wrijforgaan 9 aan tegen het werkvlak van de bovenrol 2, resp. de onderrol 3 met een bepaalde pneumatische druk, veroorzaakt door de cilinders 15, resp. 29. Hierdoor houdt men het koelwater vast, dat door de roterende rol wordt meegenomen en vormt men tegen dit raakvlak een langswaterkussen, dat de rol over zijn gehele 35 lengte koelt. Tegelijk maakt men het werkvlak glad door het wrijforgaan 6 en neemt men daar met name de oxidekorsten van weg.

8006743

Claims (14)

1. Inrichting voor het continu, polijsten en gelijkmatig koelen van het werkvlak van een walsrol, gemonteerd in zijn walsstoel, gekenmerkt door tenminste een schurend wrijf orgaan(6),gemonteerd op een intrekbare steun (7),die zich uitstrekt evenwijdig aan de rotatieas van de rol(2)of(3), 5 over de gehele lengte van het werkvlak en die tegen dit werkvlak tijdens de rotatie daarvan kan worden aangelegd met een bepaalde druk, zodanig dat het wrijforgaan(6)grotendeels het koelwater tegenhoudt dat wordt meegenomen door het werkvlak van de roterende rol, voor het vormen van een langswaterkussen, dat de temperatuur van het werkvlak over zijn lengte 10 zoveel mogelijk gelijk maakt, terwijl het schurende wrijforgaan(6)het werkvlak glad maakt en daarvan oxidekorsten wegneemt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de steun (7)een enkel schurend wrijforgaan(6)bevat, dat zich uitstrekt over de g^ehele lengte van de rol(2, 3l·

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steun(7)van het schurende wrijforgaan(6)in hoogte instelbaar is ten opzichte van de rotatieas van de rol(2, 31*

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steun(7)met het wrijforgaan(6)enigszins heen en weer ver- 20 plaatsbaar is in de axiale richting van de rol(2)of(3)tijdens de rotatie van deze rol.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steun(7)van het wrijforgaan(6)een slijtdetector voor dit wrijforgaan draagt, die. bij aanraking met de rol(2, 3)het van de rol 25 wegbewegen van het wrijforgaan verzekert.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het wrijforgaan(6)bestaat uit een rechtlijnige reeks opvolgende schuurelementen, waarvan de onderlinge aanligvlakken en de eindvlakken van de reeks schuin staan ten opzichte van de langsrichting 30 van de reeks.

7. inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wrijforgaan(61,rep. elk wrijfelement daarvan bestaat uit een aantal schurende bladen(91,die boven elkaar zijn geplaatst en tegen elkaar worden gedrukt in hun opneemruimte in de steun(71.

8. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het schurende wrijforgaan(61,resp. elk wrijfelement bestaat uit een schurend blok(81.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 8 00 6 74 3 - 9 - kenmerk, dat de stem(7) voor het wrij forgaaniO) voor de onderrol (3) is gemonteerd aan twee zijdelingse hefbomen (23}, welke zwenkbaar zijn om twee zijdelingse coaxiale draaipunten(24^ >vast bevestigd ten opzichte van de afvoertafel(27)van het walswerktuig, welke stem(7) scharnierend is verbonden 5 met de zuigerstangen van pneumatische cilinders(291rdie de verplaatsing van de stem besturen en de aanligdruk veroorzaken van het wrijforgaan tegen de rol, waarbij de cilinders van de pneumatische eenheden(29)twee zijdelings coaxiale draaitappen(30) dragen, waardoor zij zwenkbaar zijn ten opzichte van de afvoertafel(27l .

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de stem (7)van het wrijforgaan(6)de vorm heeft van een hoekprofiel waarvan een der benen is verlengd-met het wrijforgaan.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de stem(7) van het wrijforgaan(6) voor de bovenrol(2) zwenk- 15 baar is om zijdelingse coaxiale draaipunten(10^,vast bevestigd ten opzichte van het bovendeel(13) van het gestel van de walsstoel, onder invloed van pneumatische cilinders(151,die bovendien de aanligdruk verzekeren van het wrijforgaan tegen de rol(2\,welke pneumatische cilinders met hm stangen scharnierend, .zijn verbonden aan de stem (7) en met hm cilinders 20 met twee andere zijdelingse coaxiale draaipennen(17) eveneens vast bevestigd ten opzichte van het bovendeel(13)van het gestel.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de draaipunten van de steun(7) van het wrijforgaan(6) en van de pneumatische cilinders(15) zijn gemonteerd op een gemeenschappelijke plaat(121, vast 25 verbonden met het deel(13)van het gestel van het walswerktuig, dat met name de bovenste afstrijker(14) en de spuitmondstukken voor de bovenrol(2) draagt.

13. Werkwijze voor het continu polijsten en gelijkmatig koelen van het werkvlak van een walsrol, gemonteerd in de walsstoel, met het 30 kenmerk, dat men een schurend wrijforgaan(6) aanlegt tegen het werkvlak van de roterende rol(2) of(31,met een bepaalde druk, enerzijds voor het vasthouden van het koelwater, dat wordt meegenomen door het werkvlak en daartegen een langswaterkussen vormt voor het koelen van de rol over zijn gehele lengte en anderzijds voor het gladmaken vm het werkvlak en 35 het daarvan wegnemen van oxidekorsten.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat men het schurende wrijforgaan(6) enigszins heen en weer beweegt volgens een richting evenwijdig aan de rotatieas van de rol(2) of(3) tijdens de rotatie daarvan. 4 0 - · h «006743