NL8006471A - Videoschijfhouder. - Google Patents

Videoschijfhouder. Download PDF

Info

Publication number
NL8006471A
NL8006471A NL8006471A NL8006471A NL8006471A NL 8006471 A NL8006471 A NL 8006471A NL 8006471 A NL8006471 A NL 8006471A NL 8006471 A NL8006471 A NL 8006471A NL 8006471 A NL8006471 A NL 8006471A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
record carrier
display device
sleeve
holder
pair
Prior art date
Application number
NL8006471A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rca Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/098,254 external-priority patent/US4266784A/en
Priority claimed from US06/098,412 external-priority patent/US4239108A/en
Application filed by Rca Corp filed Critical Rca Corp
Publication of NL8006471A publication Critical patent/NL8006471A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B17/00Guiding record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor
    • G11B17/02Details
    • G11B17/04Feeding or guiding single record carrier to or from transducer unit
    • G11B17/041Feeding or guiding single record carrier to or from transducer unit specially adapted for discs contained within cartridges
    • G11B17/049Insertion of discs having to be extracted from the cartridge prior to recording or reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B17/00Guiding record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor
    • G11B17/02Details
    • G11B17/022Positioning or locking of single discs
    • G11B17/028Positioning or locking of single discs of discs rotating during transducing operation
    • G11B17/032Positioning by moving the door or the cover
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B19/00Driving, starting, stopping record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor; Control thereof; Control of operating function ; Driving both disc and head
    • G11B19/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B19/10Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing presence or absence of record in accessible stored position or on turntable
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/03Containers for flat record carriers
    • G11B23/0328Containers for flat record carriers the disc having to be extracted from the cartridge for recording reproducing, e.g. cooperating with an extractable tray
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B33/00Constructional parts, details or accessories not provided for in the other groups of this subclass
    • G11B33/10Indicating arrangements; Warning arrangements

Landscapes

  • Feeding And Guiding Record Carriers (AREA)
  • Packaging For Recording Disks (AREA)
  • Holding Or Fastening Of Disk On Rotational Shaft (AREA)

Description

to VO 1220
Videoschïjfhouder.
De uitvinding heeft betrekking op een beschermende houder voor een videoschijf. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een videoschijfhouder, welke geschikt is om te worden toegepast bij weergeefmechanismen, waarbij een registratiedrager in 5 de weergeefinrichting kan worden ingébracht en daarna daaruit kan worden verwijderd zonder dat de gebruiker de registratiedrager aanraakt.
Bij bepaalde videoschijfstelsels wordt informatie op een schijfvormige registratiedrager opgeslagen in de vorm van geometri-10 sche variaties en wel volgens een continue spiraalvormige groef, die zich aan het oppervlak van de registratiedrager bevindt. De variaties in capaciteit tussen een elektrode, welke wordt ondersteund door een met de groef samenwerkende naald, en een geleidende eigenschap van de registratiedrager worden afgetast voor het weergeven 15 van de opgeslagen informatie. Een videoschijfstelsel van het capaci- teitstype is b.v. omschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.842.194.
Bij dergelijke stelsels is het gunstig de videoschijfregi-stratiedrager te omsluiten door een dunne kunststofhouder, welke 20 een huls en een, de registratiedrager vasthoudende rug omvat, die daarin verwijderbaar is aangebracht, teneinde de registratiedrager te beveiligen. De rug bestaat op zijn beurt uit een afsluitgedeelte en een verder gedeelte met een opening voor het opnemen van de omsloten registratiedrager. Voor het inbrengen van de registratiedra-25 ger wordt een volle houder in een in de weergeefinrichting aanwezi ge ingangsgleuf gestoken. Wanneer de houder volledig in de weergeefinrichting is ingébracht, vergrendelt een registratiedrager extrac-tiemechanisme, dat zich daarin bevindt, de rug met de weergeefinrichting en maakt de rug van de huls los, waardoor het registratiedra-30 ger/rugstelsel uit de huls wordt verwijderd en tijdens het daarop volgend verwijderen van de huls in de weergeefinrichtingywordt 8 00 6 47 1 - 2 - vastgehouden. De weergeefinrichting is voorzien van een plateau voor het ondersteunen van het vastgehouden registratiedrager/rug-stelsel. Om de vastgehouden registratiedrager naar een draaitafel voor weergave over te dragen, wordt de draaitafel ten opzichte van 5 het plateau naar boven bewogen. Voor het daaropvolgend terugwinnen wordt de draaitafel naar beneden bewogen, zodat de registratiedrager weer op het plateau wordt teruggebracht, dat in de in de rug aanwezige registratiedrageropening rust.Vervolgens wordt een lege huls in de weergeefinrichting gestoken om het registratiedrager/rug-10 stelsel weer in de huls te doen terugkeren. Bij het volledig inbren gen van de huls in de weergeefinrichting wordt de rug ten opzichte van de weergeefinrichting ontgrendeld en aan de huls bevestigd.
Door het daarna verwijderen van de houder uit de weergeefinrichting wordt de registratiedrager verwijderd. Voor bekende voorbeelden van 15 een videoschijfhouder en een registratiedragerextractiemechanisme, dat geschikt is om daarbij te worden toegepast, wordt verwezen naar de Amerikaanse octrooischriften 4.159.827 en 4.133.540.
Bij het bovenbeschreven stelsel is het gewenst om te beletten, dat een omsloten registratiedrager bij ongeluk uit de bescher-20 mende houder daarvan valt en om een onbeoogde toegang tot de omslo ten registratiedrager te beletten. Hiertoe is de, de registratiedrager vasthoudende rug voorzien van een paar integraal gevormde buigzame ruggrendelvingers, die uitstekende elementen ondersteunen, welke zich in, in de huls bevindende holten bevinden wanneer de rug 25 volledig daarin is opgenomen, waardoor de rug op zijn plaats wordt vergrendeld. Wanneer een volle houder in de weergeefinrichting wordt ingébracht om de omsloten registratiedrager in de weergeefinrichting te brengen, worden de buigzame ruggrendelvingers afgebogen om een scheiding van de rug ten opzichte van de huls mogelijk te maken. Ter 30 illustratie van een houder grendel- en ontgrendelmechanisme wordt verwezen naar het Amerikaanse octrooischrift 4.164.782.
Er wordt op gewezen, dat bij de werking van een houder van het in het laatstgenoemde Amerikaanse octrooischrift beschreven type, de ruggrendelvingers kunnen worden afgebogen in richtingen, die 35 onderling tegengesteld en loodrecht op het hoofdvlak van de rug 8 0 0 6 47 1 - 3 - staan. Het is gebleken, dat door een afbuiging van de ruggrendel-vingers in tegengestelde richtingen en loodrecht op het hoofdvlak van de rug deze laatste aan ongewenste buigkrachten kan worden onderworpen .
5 Volgens de uitvinding omvat het ruggrendelmechanisme een paar grendelorganen,. die op de rug zijn aangebracht voor een laterale beweging evenwijdig aan het hoofdvlak van de rug. Op elk van de rug-grendelorganen is bij het vrije uiteinde daarvan een uitstekend element aangebracht. De huls is voorzien van een paar holten voor het 10 opnemen van de uitstekende elementen wanneer de rug volledig in de huls is ingébracht. Door een dergelijke configuratie van de rug-grendelonderdelen wordt het bovengenoemde buigprobleem opgelost.
Een ander voordeel van het ruggrendelmechanisme volgens de uitvinding is, dat de holten waarin de uitstekende elementen van 15 de grendelvingers worden opgenomen, zich in de zijranden in plaats van aan de boven- en onderpanelen van de huls bevinden, zoals in het laatstgenoemde Amerikaanse octrooischrift is beschreven.
Een dergelijke configuratie van het ruggrendelmechanisme volgens de uitvinding maakt het mogelijk voor de huls dunnere hoofd-20 panelen te gebruiken.
Bij de houder, zoals deze in de Amerikaanse octrooischriften 4.159.827, 4.133.540 en 4.164.782 is beschreven, is het sluitgedeel-te van de, de registratiedrager vasthoudende rug voorzien van een uitsnijding in het midden, welke zich vanuit de voorste rand van het 25 sluitgedeelte naar het verdere gedeelte van de rug uitstrekt. De klauwachtige grijponderdelen van het registratiedragerextractiemecha-nisme worden tijdens het arriveren van de houder in de volledig ingebrachte positie in de weergeefinrichting in de uitsnijding opgenomen om de rug met de weergeefinrichting te vergrendelen, waardoor de 30 rug en de bijbehorende registratiedrager tijdens het daaropvolgend verwijderen van de huls in de weergeefinrichting worden vastgehouden. Door een dergelijke configuratie van de uitsnijding wordt de rug verzwakt en kan eeh onjuiste centrering van de rug in de weergeefinrichting optreden. Volgens de uitvinding is de rug bij elk uitein-35 de daarvan voorzien van een uitsnijding voor het opnemen van de grijponderdelen tijdens het inbrengen van de houder in de weergeef- 800 6 47 f - 4 - inrichting om de rug daarin te vergrendelen. De zich op een afstand van elkaar bevindende uitsnijdingen geven volgens de uitvinding niet slechts een oplossing voor hét stijfheidsprobleem doch dienen eveneens om de rug op een nauwkeurige wijze in de voor-naar-achter-5 richting in de weergeefinrichting te positioneren. Bij een bepaalde discrepantie van de positioneervlakken van de grijponderdelen en de uitsnijdingen blijkt, dat de mate van decentrering van de rug in de weergeefinrichting wordt gereduceerd wanneer de afstand tussen de uitsnijdingen wordt vergroot.
10 Voor een juiste werking van het registratiedrageroverdrachts- mechanisme in de weergeefinrichting is het van belang de, de regi-stratiedrager vasthoudende rug op een nauwkeurige wijze lateraal te positioneren naast de centrering vanaf de voorzijde naar de achterzijde. Volgens de uitvinding is de rug daartoe voorzien van een 15 paar gleuven waarin een zich in de weergeefinrichting bevindend po- sitioneeronderdeel wordt opgenomen tijdens het in’brengen van de houder om de rug nauwkeurig in laterale richting in de weergeefinrichting te positioneren.
Bij het bovengenoemde stelsel is het gebleken, dat tijdens 20 het inbrengen van een lege huls in de weergeefinrichting voor het terugwinnen van het registratiedrager/rugstelsel de huls de neiging heeft om de registratiedrager in voorwaartse richting te drukken, hetgeen ertoe kan leiden, dat de registratiedrager tussen de rug en de huls klem komt te zitten. Teneinde dit te vermijden is volgens de 25 uitvinding de omtreksrand van de rug, die de registratiedragerope- ning daarin bepaalt, voorzien van een ingevormde holte, waarin de registratiedragerkraal wordt ingevangen wanneer de registratiedrager tijdens het inbrengen van de huls naar voren wordt gedrukt.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder 30 verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig.l een videoschijfhouder voorzien van een huls en een re-gistratiedragervasthoudrug volgens de uitvinding; fig.2 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van de regi-stratiedragervasthoudrug volgens fig.l; 35 fig.3 een videoschijfweergeefinrichting met een registratie- 800 6 47 1 - 5 - dragerextractiemechanisme, dat geschikt is om bij de videoschijfhouder volgens fig.l en 2 te worden toegepastj fig.4 een gedeeltelijk bovenaanzicht van de weergeefinrich-ting volgens fig.3, waarbij het deksel daarvan is verwijderd; 5 fig.5 een gedeeltelijk zijaanzicht van de weergeefinrichting volgens fig.3 en 4; fig.6 een omgekeerd perspectivisch aanzicht van een rugposi-tioneeronderdeel, dat zich in de weergeefinrichting volgens fig.3 -5 bevindt; 10 fig.7 en 8 details van het registratiedragerextractiemecha- nisme van de weergeefinrichting volgens fig.3 - 5; en fig.9 het weer in de huls terugkeren van het registratiedra-ger/rugstelsel wanneer een lege huls in de weergeefinrichting volgens fig.3 - 5 wordt ingébracht.
15 Zoals aangegeven in fig.l, omvat de videoschijfhouder 10 een huls 12 met een randopening 14, welke in verbinding staat met een, een registratiedrager omsluitende holte 1B en een in hoofdzaak plenaire, de registratiedrager vasthoudende rug 18 met een hoofdvlak 20, welke rug in de huls langs een bepaalde baan kan worden inge-20 bracht. De rug 18 bezit een gedeelte 22, dat als een afsluiting dient wanneer de rug volledig in de huls is ingebracht, en een gedeelte 24 met een circulaire opening 26 voor het opnemen van een registratiedrager 28. De rug 18 is verder voorzien van een paar integraal gevormde, buigzame grendelvingers 30 en 32, die van vrije uit-25 einden 34 en 36 zijn voorzien, welke een laterale beweging evenwij dig aan het hoofdvlak van de rug kunnen uitvoeren. Elk van de vingers 30 en 32 bezit een uitstekend element 38 en 40. Elk van de uitstekende elementen 38 en 40 bezit resp. een vierkante rand 42 en 44, en resp. een hellende rand 46 en 48. De elementen 38 en 40 kun-30 nen worden opgenomen in holten 50 en 52, die zich in de huls 12 be vinden, om de rug 18 op zijn plaats te vergrendelen wanneer de rug volledig in de huls is ingébracht.
Zoals aangegeven in fig.2, is de rug 18 voorzien van een paar de zijden van de weergeefinrichting identificerende hellende 35 gedeelten 54 en 56, een paar uitsnijdingen 58 en 60, een paar de 800 6 47 1 - 6 - zijden van de houder identificerende lichamen 62 en 64, en een paar rugpositioneergleuven 66 en 68. De details hiervan zullen later onder verwijzing naar de beschrijving van de werking van de weergeef-inrichting nader worden toegelicht. Verder bevinden zich aan beide 5 zijden van de voorrand 74 van de rug 18 holten 70 en 72 voor het verschaffen van een constante wanddikte om het optreden van na het vormen aanwezige markeringen tegen te gaan.
Op het instrumentenpaneel 102 van de videoschijfweergeef-inrichting 100 bevindt zich een functiehefboom 104, als aangegeven 10 in fig.3. Deze hefboom 104 kan in één van drie posities daarvan wor den gebracht nl. "uit", "weergeven” en "inbrengen/verwijderen”. Een niet afgebeelde kl^3sluit de houderingangsgleuf 106 af wanneer de hefboom 104 zich in de uit- en weergeefposities bevindt. In de in-breng/verwijder-positie van de hefboom 104 is de klep open om b.v.
15 het inbrengen van een houder via de ingangsgleuf mogelijk te maken teneinde een omsloten registratiedrager in de wee'rgeefinrichting te brengen. Er is een drukknop 108 aanwezig om de weergeefinrichting in de "pauze”-modus te brengen. Op het paneel 102 is een stel drukknoppen 110, 112, 114 en 116 aanwezig om de weergeefinrichting in 20 een van de vier "zoek"-modes te brengen d.w.z. snel voorwaarts/ach- terwaarts en aftasten voorwaarts/achterwaarts. Een digitale uitlees-inrichting 118 verschaft een indicatie omtrent de weergeeftijd en andere functies, zoals pauze, inbrengen en einde. Er is een paar lampen 120 aanwezig voor het verschaffen van een indicatie van de 25 zijde van de registratiedrager, welke moet worden weergegeven b.v.
"zijde 1” en "zijde 2". Bij het deksel van de weergeefinrichting bevindt zich een toegangsklep 122 voor het verschaffen van toegang tot een naaldpatroon.
Zoals aangegeven in fig.4 omvat de weergeefinrichting een mo-30 tor 130, die een roteerbaar gemonteerde draaitafel 132 aandrijft door middel van een riem 134, welke om een riemschijf 136, die op de motoras 138 is gemonteerd, en een flens 140, die zich aan de onderzijde van de draaitafel bevindt, is geslagen. Op de draaitafel 132 bevindt zich een korte as 142 om een daarop geplaatste registra-35 tiedrager te centreren. Een wagen 144 met een compartiment voor het 8 0 0 6 4 7 1 - 7 - opnemen van het naaldpatroon 146 Kan tijdens de weergave een transla-tiebeweging vanaf de achterzijde van de weergeefinrichting naar de as 142 van de draaitafel uitvoeren in synchronisme met de beweging van een opneemnaald 148, die zich langs een spiraalvormige informa-5 tiegroef beweegt, welke in de registratiëdrager aanwezig is.
De weergeefinrichting is voorts voorzien van een paar rails 150 en 152, die met de ingangsgleuf 106 zijn gecentreerd, om het inbrengen van de houder in de weergeefinrichting langs een verdere baan te geleiden. Een stel onder veerwerking staande lichamen 154, 10 156, 158, 160 en 162 bevindt zich in de weergeefinrichting voor het ondersteunen van de rug en de registratiedrager daarin wanneer de huls uit de weergeefinrichting wordt verwijderd, een en ander zodanig, dat het registratiedrager/rugstelsel nauwkeurig met de center-lijn van de geleidingsrails 150 en 152 wordt gecentreerd.
15 De weergeefinrichting omvat voorts een registratiedragerzij- de- identificerend mechanisme 164, dat met de lampen 120 op het instrumentenpaneel 102 van de weergeefinrichting samenwerkt voor het verschaffen van een indicatie van de zijde van de registratiedrager, welke moet worden weergegeven. Details van een dergelijk iden-20 tificatiemechanisme vindt men in de Amerikaanse octrooiaanvrage No.
098411.
De weergeefinrichting is voorts voorzien van een registratie-dragerextractiemechanisme 170, dat eerst gedetailleerd zal worden beschreven. Om een registratiedrager in de weergeefinrichting in te 25 brengen, wordt de hefboom 104 in de inbreng/verwijder-positie ge bracht en wordt een opgeslagen houder langs de geleidingsrails 150 en 152 in de weergeefinrichting ingébracht. De houder buigt de voorste lichamen 154 en 156, de tussengelegen lichamen 158 en 160 en het achterste lichaam 162 uit wanneer de houder in de weergeefinrichting 30 wordt gevoerd. De identificatie-inrichting 164 stelt in responsie op de afwezigheid of aanwezigheid van de hellende gedeelten 54 en 56 aan de bovenzijde van de rug 18 de betreffende lamp van de lampen 120 b.v. zijde 1 of zijde 2, tijdens het inbrengen van de houder in werking. De houder werkt met de drager 144 samen wanneer de houder 35 in de weergeefinrichting wordt gedrukt, waardoor de wagen naar de 800 6 47 1 - 8 - startpositie bij de achterzijde van de weergeefinrichting wordt teruggevoerd .
Een positioneeronderdeel 172 met een afgeschuind inleidge-deelte 174 en een basisgedeelte 176 bevindt zich in de weergeef-5 inrichting voor opname in de betreffende gleuf van de gleuven 66 en 68, die zich in het sluitgedeelte 22 van de rug 18 bevinden , en wel wanneer de houder de volledig ingebrachte positie daarvan in de weergeefinrichting bereikt teneinde de rug op een nauwkeurige wijze in laterale richting in de weergeefinrichting te positioneren. Het 10 rugpositioneeronderdeel 172 bevindt zich op een vasthoudarm 178, die in de weergeefinrichting is gemonteerd, als aangegeven in fig.6.
Wanneer de houder de volledig ingebrachte positie in de weergeefinrichting bereikt, treden de wigvormige gedeelten van een paar grendelophefonderdelen 180 en 182 de huls binnen om de grendelvin-15 gers 30 en 32 van de rug 18 af te buigen teneinde de rug 18 en de omsloten registratiedrager 28 vrij te maken van de huls 12. De onderdelen 180 en 182 bevinden zich op een paar kragen 184 en 186, die star op een as 188 zijn gemonteerd. De as 188 is door middel van een paar steunen 190 en 192 roteerbaar in de weergeefinrichting gemon-20 teerd. Op de steunen 190 en 192 bevindt zich een paar onderdelen 194 en 196 om de rug 18 nauwkeurig in verticale richting te positioneren. De relatieve positie van het onderdeel 196 is duidelijk in fig.5 aangegeven.
Een grijparm 200 is door middel van een paar opstaande steu-25 nen 202 en 204 scharnierbaar in de weergeefinrichting ondersteund.
Op de arm 200 bevindt zich een paar klauwvormige grijponderdelen 206 en 208, als aangegeven in fig.7. De arm 200 wordt door een paar schroefveren 210 en 212 op de in fig.5 aangegeven wijze naar de onderdelen 194 en 196 voorgespannen. Een paar randgedeelten 214 en 216 30 op de arm 200 werken met de onderzijde van de kragen 184 en 186 sa men om de onderdelen 206 en 208 en de onderdelen 180 en 182 nauwkeurig in verticale richting te positioneren.
Wanneer de houder de volledig ingebrachte positie in de weergeefinrichting bereikt, beweegt de voorste rand van de houder zich 35 langs het hellende gedeelte 218 en 220 van de onderdelen 206 en 208 8 00 6 47 1 - 9 - om de grijparm naar beneden te buigen totdat de veren 210 en 212 veroorzaken, dat de grijponderdelen in de uitsnijdingen 58 en 60 snappen, die zich in het sluitgedeelte 22 van de rug 18 bevinden, teneinde de rug met de weergeefinrichting te vergrendelen. Een paar 5 niet afgebeelde bladveren, die zich in de weergeefinrichting bevin den, spannen de rug zodanig voor, dat de samenwerking tussen de vlakken 222 en 224 van de onderdelen 206 en 208 en de vlakken 59 en 61 van de uitsnijdingen 58 en 60 wordt verzekerd. Aangezien de rug 18 ten opzichte van de huls 12 wordt vrijgegeven door de werking 10 van de onderdelen 180 en 182 en met de weergeefinrichting wordt ver grendeld door de werking van de onderdelen 206 en 208, blijven bij het daarna verwijderen van de huls de rug en het registratiestelsel in de weergeefinrichting. De in de weergeefinrichting aanwezige onder veerwerking staande heflichamen en naar beneden houdende onder-15 delen dienen om het vastgenomen rug/registratiedragerstelsel op een nauwkeurige wijze met de juiste elevatie in de weergeefinrichting vast te houden. De laterale centrering van het rug/registratiedragerstelsel in de weergeefinrichting wordt verzekerd door het opnemen van het onderdeel 172 in de betreffende uitsnijding 66 resp. 68, die 20 zich in de rug 18 bevinden. De samenwerking tussen de positioneer- wanden van de onderdelen 206 en 208 en de uitsnijdingen 58 en 60, welke zich in de rug 18 bevinden, verzekert de centrering vanaf de voorzijde naar de achterzijde van het rug/registratiedragerstelsel in de weergeefinrichting.
25 Zodra de onderdelen 180 en 182 tijdens het verwijderen van de houder van de huls zijn vrijgemaakt, -veroorzaakt een paar schroef-veren 226 en 228, welke zich tussen de grijparm 200 en de hefbomen 230 en 232, die zich op de kragen 184 en 186 bevinden, zijn aangebracht, een naar beneden gerichte afbuiging van de onderdelen 180 30 en 182. De constructiedetails van de kraag 186 zijn aangegeven in fig.8. De constructie van de andere kraag 184 komt daarmede avereen· Om de vastgehouden registratiedrager voor weergave naar de draaitafel 132 over te dragen, wordt de hefboom 104 naar de weer-geefpositie bewogen, waardoor op zijn beurt de draaitafel naar boven 35 wordt bewogen en de draaitafelmotor 130 wordt gestart. De draaitafel 8 00 6 47 1 - 10 - 132 neemt de registratiedrager op wanneer deze naar boven wordt bewogen, waarbij de rug 1Θ op de lichamen 154, 156, 158, 160 en 162 rust. De opneemnaald 148 wordt geleidelijk in de spiraalvormige in-formatiegroef van de registratiedrager naar beneden bewogen en de 5 wagen 144 voert een translatiebeweging naar het midden van de regi stratiedrager uit in correlatie met de naar binnen gerichte- beweging van de naald. Het teruggewonnen signaal wordt verwerkt voor het opnieuw opbouwen van een samengesteld televisiesignaal, dat beeld- en geluidinformatie omvat.
10 Om de registratiedrager weer naar de lichamen 154 - 162 te rug te brengen, wordt de hefboom 104 weer naar de inbreng/verwijder-positie bewogen, waarbij de draaitafel 132 tot een hoogte onder de heflichamen naar beneden wordt bewogen. Om ervoor te zorgen, dat de registratiedrager op de' juiste wijze wordt teruggebracht naar de 15 opening 26, die zich in de rug 18 bevindt wanneer de draaitafel 132 naar beneden wordt bewogen, is het van belang de rug op .een nauwkeurige wijze in de weergeefinrichting te positioneren zowel in de richting vanaf de voorzijde naar de achterzijde, in laterale richting als in verticale richting. Zoals reeds is vermeld, zorgen de onder-20 delen 206 en 208 voor de centrering vanaf de voorzijde naar de ach terzijde, verzekert het onderdeel 172 de laterale centrering en voorzien de lichamen 154 - 162 in een nauwkeurige verticale centrering. Voor het verschaffen van een indicatie van de betreffende mate van nauwkeurigheid, vindt men hieronder de volgende ter illustratie ge-25 geven afmetingen - buitendiameter van de registratiedrager = diameter van de opening in de rug =
De bovenbeschreven houder en weergeefmechanismen kunnen met dergelijke kleine spelingen werken.
Als aangegeven in fig.9 is de huls 12 voorzien van een paar 30 liplichamen 13 en 15 om te voorkomen, dat stof en andere deeltjes de holte 16 van de huls binnentreden en om stof en andere deeltjes van de registratiedrager 28 te vegen wanneer deze in de huls wordt ingebracht en daaruit wordt verwijderd. Meer in het bijzonder bedraagt de speling tussen de liplichamen mm, en is de dikte van 35 de registratiedrager mm. Wanneer de lege huls 12 in de weer- geefinrichting wordt ingébracht om het registratiedrager/rugstelsel 800 6 47 1 7 i - 11 - terug te Krijgen, druKt de huls de registratiedrager 28 naar voren in de inbrengrichting in verband met de samenwerking tussen de lichamen 13 en 15 en de registratiedrager. Een dergelijke naar voren gerichte kracht heeft de neiging om te veroorzaken, dat de registra-5 tiedrager 28 over of onder de rug 18 glijdt, hetgeen op zijn beurt ertoe kan leiden, dat de registratiedrager tussen de rug en de huls 12 klem komt te zitten. Deze toestand doet zich meer in het bijzonder voor indien het vlak van de schijf 28 niet precies op één lijn ligt met het vlak van de rug 18 en de huls 12. Om een dergelijk klem 10 raken te voorkomen is volgens de uitvinding de omtrekswand van de rug 18, die de opening 26 bepaalt, voorzien van een ingevormde holte 25 waarin de registratiedragerkraal 29 wordt ingevangen wanneer de registratiedrager tijdens het inbrengen van de huls naar voren wordt gedrukt.
15 Om de registratiedrager uit de weergeefinrichting te verwij deren wordt een lege huls 12 via de gleuf 106 langs de geleidings-rails 150 en 152 in de weergeefinrichting ingébracht. Wanneer de huls 12 de volledig ingebrachte positie in de weergeefinrichting bereikt, werkt de voorrand daarvan samen met de onderdelen 180 en 20 182 om een verdere naar beneden gerichte afbuiging daarvan te ver oorzaken. Tijdens deze verdere afbuiging rusten de hefbomen 230 en 232, die zich op de kragen 184 en 186 bevinden, op de randgedeel-ten 214 en 216, welke zich op de grijparm 200 bevinden, teneinde een naar beneden gerichte verplaatsing daarvan te veroorzaken, waar-25 door de rug 18 ten opzichte van de grijparm wordt vrijgegeven. Wan neer de huls 12 volledig in de weergeefinrichting is ingébracht, snappen de vingers 30 en 32 terug in de holten 50 en 52 om de rug 18 met de huls te vergrendelen en derhalve wordt het registratie-drager/rugstelsel terug verkregen wanneer de houder wordt terugge-30 trokken.
800 6 47 f

Claims (6)

1. Beschermende houder voor een schijfvormige registratiedrager ten gebruike bij een weergeefinrichting voor een registratiedrager, welke weergeefinrichting is voorzien van een ingangsgleuf via welke gleuf de houder langs een baan wordt ingébracht om een omsloten re-5 gistratiedrager in de weergeefinrichting in te brengen, waarbij de weergeefinrichting verder is voorzien van een rugpositioneeronder-deel, een paar grendelophefonderdelen en een paar ruggrijponderde-len aan het eind daarvan, dat het verst van de ingangsgleuf is gelegen, gekenmerkt door een huls (12) met een randopening, welke 10 in verbinding staat met een, een registratiedrager (2B) omsluitende holte (16), en een in hoofdzaak planaire, een registratiedrager vasthoudende rug (18) met een hoofdvlak (20), die langs een andere baan in de huls kan worden ingébracht, waarbij de rug een eerste gedeelte (22), dat een afsluiting voor de randopening vormt, en een ver-15 der gedeelte (24) voor het bepalen van een planaire beweging van een omsloten registratiedrager ten opzichte van de rug omvat, waarbij het sluitgedeelte van de rug is voorzien van een gleuf (66, 68) voor het opnemen van het positioneeronderdeel (172), dat zich in de weergeefinrichting bevindt, bij aankomst van de houder in een 20 volledig ingebrachte positie in de weergeefinrichting om de rug daarin in laterale richting te positioneren, waarbij de rug is voorzien van een paar grendelonderdelen (30, 32) om de rug losneembaar aan de huls te bevestigen, waarbij elk van deze ruggrendelorganen is voorzien van een vrij uiteinde (34, 36), dat in een richting, 25 in hoofdzaak evenwijdig aan het hoofdvlak en loodrecht op de in- brengbaan van de rug kan worden afgebogen, waarbij elk van de ruggrendelorganen is voorzien van een uitstekend element (38, 40), dat zich bij het vrije uiteinde daarvan bevindt, waarbij elk van deze uitstekende elementen is voorzien van een hellend vlak (46, 48), dat 30 op een afstand van het vrije uiteinde van het respectieve ruggren- delonderdeel is gelegen, waarbij elk van de hellende vlakken zich in hoofdzaak loodrecht op het hoofdvlak en niet-loodrecht op de in- 8 0 0 6 4 7 f 9 V - 13 - brengbaan van de rug uitstrekt, een en ander zodanig, dat de samenwerking tussen het hellende vlak en een gedeelte van de huls bij de randopening een afbuiging van het ruggrendelorgaan veroorzaakt teneinde het mogelijk te maken, dat de rug in de huls wordt ingébracht, 5 waarbij elk van de uitstekende elementen is voorzien van een vier kant vlak (42, 44] bij het vrije uiteinde van het respectieve ruggrendelorgaan, dat zich in hoofdzaak loodrecht op zowel het hoofdvlak als de inbrengbaan van de rug uitstrekt, terwijl de huls is voorzien van een paar holten (50, 52] voor het opnemen van de uit-10 stekende elementen, die zich op de ruggrendelorganen bevinden, wan neer de rug volledig in de huls is ingébracht, waarbij elk van deze holten een oppervlak bij de randopening van de huls bepaalt, en elk van deze bepaalde vlakken in hoofdzaak loodrecht op de inbrengbaan van de rug staat, waarbij de loodrecht staande vlakken van de hol-15 ten met de vierkante vlakken van de uitstekende elementen kunnen sa menwerken bij het opnemen van het respectieve uitstekende element in de respectieve holte teneinde een verwijderen van de rug uit de huls tijdens de samenwerking te verhinderen, waarbij het vrije uiteinde van elk van de ruggrendelorganen bestemd is om in de baan van 20 het respectieve grendelophefonderdeel (1B0, 182], dat in de weer- geefinrichting is gemonteerd, aan te komen bij het inbrengen van de houder in de weergeefinrichting teneinde de ruggrendelonderdelen op een zodanige wijze af te buigenji dat de uitstekende elementen uit de holten worden teruggetrokken om de rug ten opzichte van de huls 25 vrij te geven, waarbij het sluitgedeelte van de rug een paar uitsnij dingen (58, 60] omvat voor het opnemen van de grijponderdelen (206, 208], die in de weergeefinrichting aanwezig zijn, in responsie op het aankomen van de houder in de volledig ingebrachte positie in de weergeefinrichting teneinde de rug zodanig met de weergeefinrichting 30 te vergrendelen, dat de rug, welke van de huls is vrijgemaakt, daar uit wordt verwijderd tezamen met de omsloten registratiedrager teneinde tijdens een daarop volgend verwijderen van de huls in de weergeefinrichting te worden vastgehouden.
2. Houder volgens conclusie 1 ten gebruike bij de weergeefinrich-35 ting, waarbij het positioneeronderdeel, dat zich daarin bevindt, een afgeschuind inleidgedeelte en een basisgedeelte met een bepaalde 8 00 6 47 1 4 - 14 - y breedte in de laterale richting omvat, met het Kenmerk, dat de afmeting van de gleuf in de laterale richting over het werkzame gebied daarvan in hoofdzaak constant is en in hoofdzaak gelijk is aan de bepaalde breedte.
3. Houder volgens conclusie 2 ten gebruike bij een weergeef- inrichting, waarbij het pasitioneeronderdeel, dat zich daarin bevindt, in laterale richting ten opzichte van de inbrengbaan van de houder is verschoven, met het kenmerk, dat het sluitgedeelte van de rug is voorzien van een paar gleuven voor het opnemen van het posi-10 tioneeronderdeel, waarbij de positie van de gleuven zodanig is, dat het positioneeronderdeel in de gleuf wordt opgenomen, welke zich aan dezelfde zijde van de inbrengbaan van de houder bevindt als het po- sitioneeronderdeel.
4. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsnij- 15 dingen zodanig zijn gevormd, dat daartoe slechts toegang mogelijk is in een richting, die in hoofdzaak loodrecht op het hoofdvlak van de rug staat.
5. Houder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de voorste rand van het sluitgedeelte in hoofdzaak loodrecht op de inbrengbaan 20 van de rug staat en dient om een toègang tot de uitsnijdingen in richtingen, welke verschillen van de genoemde richting, in hoofdzaak loodrecht op het hoofdvlak van de rug, te beletten.
6. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verdere gedeelte van de rug een omtrekswand heeft, welke een opening bepaalt 25 waarin de omsloten registratiedrager kan worden opgenomen, waarbij een gedeelte van de omtrekswand, dat zich tussen de omsloten registratiedrager en het sluitgedeelte van de rug bevindt, een holte bepaalt, die zodanig is gelegen, dat een omtreksgedeelte van de omsloten registratiedrager selectief in de holte kan worden opgenomen 30 in responsie op het inbrengen van een lege huls in de weergeef- inrichting, teneinde een juist terugwinnen van de registratiedrager te verzekeren. 8 00 6 47 1
NL8006471A 1979-11-28 1980-11-27 Videoschijfhouder. NL8006471A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US9841279 1979-11-28
US06/098,254 US4266784A (en) 1979-11-28 1979-11-28 Video disc caddy having disc entrapment
US06/098,412 US4239108A (en) 1979-11-28 1979-11-28 Video disc caddy
US9825479 1979-11-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006471A true NL8006471A (nl) 1981-07-01

Family

ID=26794523

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006471A NL8006471A (nl) 1979-11-28 1980-11-27 Videoschijfhouder.

Country Status (12)

Country Link
AR (1) AR222923A1 (nl)
AT (1) AT372208B (nl)
AU (1) AU534115B2 (nl)
BR (1) BR8007695A (nl)
DD (1) DD154857A5 (nl)
DE (2) DE3044916A1 (nl)
ES (1) ES497266A0 (nl)
FR (1) FR2471022A1 (nl)
GB (1) GB2064198B (nl)
IT (1) IT1134433B (nl)
NL (1) NL8006471A (nl)
PL (1) PL125732B1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS56111172A (en) * 1980-02-01 1981-09-02 Victor Co Of Japan Ltd Cartridge for disc shape information recording medium
US4436201A (en) * 1981-11-11 1984-03-13 Victor Company Of Japan Limited Disc cartridge having a detachable lid
US4451912A (en) * 1982-05-03 1984-05-29 Rca Corporation Record extraction mechanism for disc player
GB2422947B (en) * 2005-02-04 2007-03-28 Fariborz Eghtedari A holder for a storage medium

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3951264A (en) * 1974-10-29 1976-04-20 Dynastor, Inc. Flexible disc cartridge
FR2324089A1 (fr) * 1975-09-11 1977-04-08 Thomson Brandt Conteneur pour videodisque
DE2756840A1 (de) * 1976-12-20 1978-06-22 Rca Corp Bildplattenverpackung
JPS583312B2 (ja) * 1977-02-28 1983-01-20 日本ビクター株式会社 円盤状記録媒体用カ−トリッジ
US4138703A (en) * 1977-08-02 1979-02-06 Rca Corporation Video disc package
CA1138566A (en) * 1978-02-13 1982-12-28 Rca Corporation Video disc player
US4164782A (en) * 1978-08-21 1979-08-14 Rca Corporation Locking mechanism for record package
GB2046497B (en) * 1979-04-06 1983-04-20 Rca Corp Video disc player having record handling mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
AR222923A1 (es) 1981-06-30
IT1134433B (it) 1986-08-13
AU6460880A (en) 1981-06-04
ATA582580A (de) 1983-01-15
GB2064198B (en) 1984-08-08
DE3050894A1 (nl) 1985-06-27
ES8106373A1 (es) 1981-08-01
DD154857A5 (de) 1982-04-21
AT372208B (de) 1983-09-12
BR8007695A (pt) 1981-06-09
PL125732B1 (en) 1983-06-30
GB2064198A (en) 1981-06-10
FR2471022A1 (fr) 1981-06-12
DE3044916A1 (de) 1981-09-03
DE3044916C2 (nl) 1987-01-15
PL228141A1 (nl) 1981-08-21
AU534115B2 (en) 1984-01-05
IT8026195A0 (it) 1980-11-24
ES497266A0 (es) 1981-08-01
FR2471022B1 (nl) 1984-10-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0164772B1 (en) A combination of a storage case and a holder containing at least one information carrier
US4692916A (en) Disc-record player comprising a disc-loading mechanism and disc-holder for use in such a player
KR910008173Y1 (ko) 원형 정보 수록 디스크 수납 유지 장치
KR100471937B1 (ko) 디스크트레이와디스크수납장치및디스크드라이브장치
EP0315255A1 (en) Disc-record player comprising a disc-loading device for a disc supported on a tray
CA1154530A (en) Video disc caddy
US4811995A (en) Storage container for disc-form recording media
GB2159391A (en) Apparatus for storing recording media, particularly for installation in motor-vehicles
JPS6228501B2 (nl)
NL8100548A (nl) Schijfvormig opnamemediumweergaveapparaat.
NL8100466A (nl) Foedraal voor een schrijfvormig opnamemedium.
US4239238A (en) Record extracting mechanism for caddy type video disc player
NL8006471A (nl) Videoschijfhouder.
GB2187879A (en) Holder structure in a cassette player
NL8101227A (nl) Schijfvormig opneemmedium-weergeefinrichting.
NL192704C (nl) Cassettelaadinrichting.
JP3017239U (ja) 記録担体のための保管装置
US4272083A (en) Video disc player having record extracting mechanism
GB2047942A (en) Record Handling Mechanism for Caddy Type Record Disc Player
EP0040523B1 (en) Case for a disc-shaped recording medium
NL193094C (nl) Schijfcassette.
KR880001708B1 (ko) 디스크 플레이어용 레코드 추출장치
CA1147461A (en) Record handling mechanism for caddy type video disc player
GB2046497A (en) Video disc player having record handling mechanism
JPH0427533B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed