NL8006451A

NL8006451A - Videosignaalbewerkingsschakeling,

Info

Publication number: NL8006451A
Application number: NL8006451A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1979-11-26
Filing date: 1980-11-26
Publication date: 1981-06-16
Also published as: DE3044546C2; US4369466A; FR2470502A1; GB2065415B; CA1154152A; FR2470502B1; DE3044546A1; GB2065415A; JPS5675780A

Description

. C/Ca/eh/1196

Videosignaalbewerkingsschakeling. ^' Dé uitvinding -hééft betrekking op een video-signaalbewerkingsschakeling, en meer in het bijzonder op een dergelijke schakeling voor toepassing bij een televisie-ont-vanger.

5 Bij toevoer van een videosignaal aan de kathode van een kathodestraalbuis gaat men zodanig te werk, dat het beeldscherm maximaal donker wordt bij een stoepniveau van het videosignaal en maximaal helder wordt bij een witniveau V2 van het videosignaal, zoals figuur 1 van de bijbehorende 10 tekening laat zien. Wanneer het afsnijdniveau van de kathodestraalbuis gelijk aan het stoepniveau van het videosignaal wordt gekozen, zal bij volledig herstel van de gelijkspannings-component van het videosignaal de spreiding in instelniveau (set-up level), welke tussen verschillende stations of kanalen 15 optreedt, merkbaar worden als een spreiding in het zwarte niveau. Zo zal bijvoorbeeld bij ontvangst van een televisiesignaal met een betrekkelijk hoog instelniveau het zwarte of donkere gedeelte van het videobeeld als grijs of grijsachtig zichtbaar worden. Om die redenen wordt bij een televisie-ont-20 vanger de gelijkspanningsoverdracht met een factor van ongeveer 0,5-0,9 verkleind teneinde het effect van door spreiding in het instelniveau veroorzaakte schommelingen in het zwarte niveau te verminderen. Op die wijze kan echter geen geheel bevredigende eliminatie van schommelingen van het zwarte niveau 25 worden verkregen.

Overwogen zou kunnen worden om over te gaan tot detectie van dat videosignaalniveau, dat gedurende een beeldregelaftastperiode niet alleen het dichtst bij zwart doch tevens dichter dan een vooraf bepaald niveau bij zwart 30 ligt, waarna het aldus gedetecteerde niveau als "het" zwarte niveau wordt gekozen, dat. wil zeggen als afsnijdniveau voor de kathodestraalbuis.

Een dergelijke benadering, waarbij het gedurende de videoperiode het dichtst bij zwart gelegen niveau 35 van het videosignaal als het zwarte niveau wordt gekozen, vereist een signaalbewerking, waarbij eerét detectie plaatsvindt 8 00 6 45 1 w · i -2-.

1 · I

' U-- '· van dat videosignaalniveau gedurende een beeldregelaftast-periode, dat het dichtst bij zwart ligt en in figuur 2A met een gebroken lijn is weergegeven, en waarbij vervolgens het aldus gedetecteerde signaalniveau wordt verlaagd tot het 5 stoepniveau, zoals figuur 2B laat zien. Bij een dergelijke signaalbewerking zal echter een videosignaal met een betrekkelijk hoog gemiddeld beeldniveau en geringe niveaufluctuatie, zoals weergegeven in figuur 3A, worden omgezet in een videosignaal volgens figuur 3B, dat wat betreft luminantie of.

10 helderheid volledig afwijkt van het oorspronkelijke videosignaal. In verband daarmede zou men kunnen overwegen om een vooraf bepaald niveau, dat bijvoorbeeld overeenkomt met 20% van het gemiddelde beeldniveau en in figuur 3A met een gebroken lijn is weergegeven, van het oorspronkelijke video-15 signaal als drempelniveau Vth te bestemmen, detectie van de dichter dan dit drempelniveau Vth bij zwart gelegen video-signaaldelen uit te voeren en slechts deze gedetecteerde videosignaal delen aan een speciale bewerking te onderwerpen.

Zelfs in geval van een dergelijke signaalbe-20 werking kunnen zich problemen voordoen. Zo kan zicht het geval voordoen van een videosignaal met een abnormaal hoog. instelniveau, als weergegeven met een gebroken lijn in figuur 3C, waarbij het zwartste niveau van het desbetreffende videosignaal zelfs niet lager dan het genoemde drempelniveau Vth 25 komt. In een dergelijk geval zal het zichtbaar gemaakte beeld grotendeels wit worden en weinig contrast vertonen, zodat het zichtbaar gemaakte beeld zou kunnen worden verbeterd door - het het dichtst bij zwart gelegen signaalniveau te verlagen en op die wijze het instelniveau (set-up level) te verwijderen. 30 Een ander probleem doet zich voor in het geval, waarin het gemiddelde beeldniveau van een videosignaal donkergrijs is en minder dan 10% variatie laat zien, terwijl in het videosignaal bovendien een impulsvormig signaal van hoog niveau voorkomt, zoals figuur 3D laat zien. Indien in dat geval het 35 signaaldeel van lager niveau dan het drempelniveau Vth tot het stoepniveau wordt teruggebracht, zal bijna het gehele zichtbaar gemaakte beeld zwart worden, .waarbij heldere beeld- 8 00 6 45 1 1' J .

- 3 - delen een zodanig helderheidsverlies ondergaan/ dat men de indruk krijgt, dat de televisie-ontvanger defect is.

De onderhavige uitvinding stelt zich nu ten doel, een nieuw type videosignaalbewerkingsschakeling te ver-5 schaffen.

Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een videosignaalbewerkingsschakeling te verschaffen, waarbij detectie plaats vindt van dcit videosignaalniveau, dat gedurende een beeldregelaftastperiode niet alleen het dichtst 10 bij zwart doch tevens dichter dan eèn vooraf bepaald niveau bij zwart ligt, het aldus gedetecteerde niveau als het zwarte niveau bestempeld wordt en tot samenvallen met het afsnijdni-veau van een kathodestraalbuis wordt gebracht, terwijl het genoemde vooraf bepaalde niveau wordt gevarieerd met het alge-15 mene beeldniveau van het videosignaal, zodanig, dat de hiervoor genoemde nadelen zicht niet voordoen.

Daartoe verschaft de uitvinding een video-signaalbewerkingsschakeling, omvattende enerzijds: a) een golfvormcorrectieschakeling voor'in-20 stelling van het niveau van een ingangsvideosignaal, gedurende tenminste een onderdrukkingsinterval van het ingangsvideosignaal, op een eerste vooraf bepaald gelijkspanningsniveau, dat hoger dan.het stoepniveau van het ingangsvideosignaal ligt, en voor afgifte van een aldus golfvormgecorrigeerd signaal; 25 b) een piekwaardehoudschakeling voor vasthou ding van het niveau van een aan de zwarte zijde gelegen piekwaarde van het golfvormgecorrigeerde signaal en voor afgifte van een piekwaardehoudsignaal; en c) door het piekwaardehoudsignaal bestuurde 30 zwartniveauregelmiddelen voor zodanige regeling van het geli jkspanningsniveau van het ingangsvideosignaal, dat het donkerste niveau van het ingangsvideosignaal slechts met een tweede vooraf bepaald gelijkspanningsniveau komt samen te vallen wanneer in het ingangsvideosignaal een onder een voor-35 af bepaald drempelniveau gelegen piekwaarde aan de zwarte zijde voorkomt, en anderzijds het kenmerk heeft, dat het vooraf bepaalde drempelniveau varieert met het gemiddelde beeldniveau van het ingangsvideosignaal. 800 6 45 1 - 4 -

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe <fe'.uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: 5 figuur 1 een grafiek ter verduidelijking van de aandrijving van een beeldkathodestraalbuis, figuur 2A, 2B en 3A-3D enige golfvormen ter verduidelijking van de onderhavige uitvinding, figuur 4 een blokschema van een uitvoerings-10 vorm van een videosignaalbewerkingsschakeling volgens de uitvinding, figuur 5A-5G enige golfvormen ter verduidelijking van de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 6 een aansluitschema van een practische 15 uitvoeringsvorm van een videosignaalbewerkingsschakeling volgens de uitvinding, en figuur 7 een aansluitschema van een andere uitvoeringsvorm van de vergelijkingsschakeling, welke bij de uitvinding kan worden toegepast.

20 Figuur 4 toont het blokschema van een uitvoe ringsvorm van de videosignaalbewerkingsschakeling volgens de uitvinding. Bij deze uitvoeringsvorm wordt een van een niet in de tekening weergegeven videosignaaldetector afkomstig videosignaal via een ingangsaansluiting 1 toegevoerd aan een niveau-25 fixatieschakeling (damp circuit) 2, waaraan via een aansluiting 3 bovendien een fixatie-impuls wordt toegevoerd. De niveau-fixatieschakeling 2 geeft derhalve een videosignaal af, waarvan het stoepniveau door de fixatie-impuls op het vooraf bepaalde niveau Vg is gefixeerd, zoals figuur 5A laat zien. Dit 30 videosignaal wordt toegevoerd aan een onderdrukkingsscha- kéling 4, welke via een aansluiting 5 tevens een onderdrukkings-impuls volgens figuur 5B krijgt toegevoerd. Het videosignaal S1 wordt derhalve door de onderdrukkingsimpuls onderdrukt binnen een· gebied, dat enigszins breder is dan de horizontale 35 of beeldregelonderdrukkingsperiode; voor de aldus tot stand gebrachte onderdrukkingsperiode wordt het signaal bijvoorbeeld op de potentiaal nul gebracht, zodat de onderdrukkingsschakeling 4 het uitgangssignaal volgens figuur 5€ afgeeft. Dit uitgangs- 8 0 0 6 45 1 .-5- ' ' 1 signaal S£ wordt toegevoerd aan een piekwaardehoudschakeling of "bodemniveauhoudschakeling" 6, welke een piekwaardehoud-signaal afgeeft, dat overeenkomt met dat signaalpiekniveau, dat binnen de videosignaalperiode het dichtst bij zwart ligt, 5 zoals figuur 5D laat zien.

De uitgang van de piekwaardehoudschakeling 6 is via een diode 7 in voorwaartse richting gekoppeld met een punt van het drempelpotentiaalniveau'V^ + Vth. Indien de voorwaartse spanningsafval over de diode 7 wordt verwaarloosd, 10 kan worden gesteld, dat wanneer het piekwaardehoudsignaal S' lager dan het niveau Vq + Vth, de diode 7 in zijn blokkerings-toestand komt, zodat het piekwaardehoudsignaal met het videosignaal overeenkomt. Wanneer het piekwaardehoudsignaal hoger dan het niveau Vq + Vth ligt, komt de diode 7 in zijn 15 geleidende toestand, zodat het piekwaardehoudsignaal zelf het niveau Vq + Vth krijgt.

Het van de niveaufixatieschakeling 2 afkomstige signaal S1 en het van de piekwaardehoudschakeling 6 afkomstige piekwaardehoudsignaal worden toegevoerd aan een vergelijkings-20 schakeling 8, welke datgene van de beide signalen en doorlaat, respectievelijk als uitgangssignaal volgens figuur 5E afgeeft, dat het dichtst naar de witte zijde van het signaal is gelegen. Het uitgangssignaal wordt toegevoerd aan een niveaufixatieschakeling 9, waaraan via een aansluiting 10 te-25 vens een fixatie-impuls P^ volgens figuur 5F wordt toegevoerd, zodat de niveaufixatieschakeling 9 een videosignaal zal afgeven, waarvan-de onderdrukkingsperioden een vooraf bepaald signaalniveau laten zien, hetgeen in figuur 5G is weergegeven; het videosignaal komt aan een uitgangsaansluiting 11 ter 30 beschikking.

Het reeds genoemde drempelniveau Vth varieert nu volgens de uitvinding met het uitgangssignaal van de APL-öetectieschakeling 12, welke het gemiddelde beeldniveau van een via zijn ingangsaansluiting 13 ontvangen videosignaal de-35 tecteert en het drempelniveau Vth zodanig bestuurt of regelt, dat dit niveau een hoge waarde krijgt wanneer het gemiddelde beeldniveau van het videosignaal hoog is, doch een lage waarde 800 6 45 1 - 6 - U— - wanneer het gemiddelde beeldniveau van het videosignaal laag is. Indien de stoepniveauwaarde Vq van het videosignaal wordt aangewezen als het niveau 0% voor het gemiddelde beeldniveau,, zal, wanneer het gemiddelde beeldniveau hoog is, bijvoorbeeld 5 hoger dan 80% ligt, het drempelniveau Vth een waarde van ongeveer 35% krijgen, terwijl voor een laag gemiddeld beeldniveau, bijvoorbeeld een niveau van minder dan 20%, het drempelniveau Vth gelijk ongeveer 10% wordt gemaakt. Dit wil zeggen, dat het drempelniveau Vth binnen een gebied van 10-35% 10 wordt gevarieerd.

Zoals in het voorgaande reeds is beschreven, wordt volgens de uitvinding detectie uitgevoerd van dat niveau van een videosignaal, dat. niet alleen het dichtst bij zwart doch tevens dichter dan het genoemde drempelniveau bij 15 zwart ligt, zodat verhinderd wordt, dat de luminantie of helderheid van een zichtbaar gemaakt beeld in aanzienlijke mate ten opzichte van de beeldhelderheid van het oorspronkelijke videosignaal wordt verminderd, zoals in het aan de hand van de figuren 3A en 3B eerder beschreven geval.

20 Voorts kan worden opgemerkt, dat zelfs in het geval, waarin als gevolg van een hoog instelniveauverschil-tussén verschillende stations of kanalen (zie figuur 3C), een oorspronkelijk tamelijk zwart beeld bij weergave witter wordt, bij toepassing van de uitvinding het niveau Vth omhoog 25 gaat, waardoor het instelniveau wordt verminderd en het zichtbaar gemaakte beeld beter zichtbaar wordt.

Wanneer, zoals figuur. 3D laat zien, het gemiddelde beeldniveau van een ingangsvideosignaal laag ligt en het bij de achtergrond van een bepaald beeld behorend video-30 signaalniveau lager ligt dan het drempelniveau Vth, verhindert toepassing van de uitvinding bovendien, dat het drempelniveau Vth voor de achtergrondinformatie tot het zwarte niveau daalt, zodat een daling van de video-informatiekwaliteit wordt voorkomen.

35 Zoals uit het voorgaande blijkt, gaat de uit vinding uit van het feit dat, wanneer het niveau van het het dichtst bij zwart gelegen videosignaal hoog is, het gemiddelde 8 0 0 6 4 5 1 beeldniveau (APL) van het videosignaal hoog is, en dat, wan-neer het gemiddeld beeldniveau laag ligt, het niveau van het, het dichtst bij zwart gelegen videosignaaldeel eveneens laag ligt; van dit inzicht wordt door de uitvinding gebruik gemaakt 5 om het drempelniveau zodanig te variëren, dat een geschikte correctie van het videosignaalniveau wordt verkregen.

Figuur 6 toont het schema van een practische uitvoeringsvorm van de uitvinding, gebaseerd op het principe-schema volgens figuur 4. Bij deze practische uitvoeringsvorm 10 volgt op de niveaufixatieschakeling 2 een paar transistoren 14a en 14b, waarvan de emitters beide zijn verbonden met een uit een transistor 15, een diode 16 en een weerstand 17 bestaande bron van constante stroom. De via de aansluiting 5 ontvangen onderdrukkingsimpuls P1 wordt via een weerstand 17 aan 15 de basis van de transistor 15 toegevoerd, zodat gedurende de periode, waarin de transistor 15 door de onderdrukkingsimpuls P^ in zijn niet-geleidende toestand wordt gebracht, de collector van de transistor 14b het karakter van een voedings-spanningsbron van de potentiaal +Vcc krijgt. Het aan de col-20 lector van de transistor 14b verschijnende uitgangssignaal S2 wordt afgeleid via een stroomspiegelschakeling met een diode 18 en een transistor 19 van het PNP-type. Tot zover omtrent de blokkeringsschakeling 4. · '·

Tussen de collector van de transistor 19 en 25 aarde is een serieschakeling van twee weerstanden 20 en 21 opgenomen, waarvan het verbindingspunt is verbonden met de-basis van een transistor 22 van het NPN-type, waarvan de emitter is geaard en de collector is verbonden met deibasis van de transistor 14b en voorts met het verbindingspunt van 30 een weerstand 23 en een capaciteit 24. De serieschakeling van de beide laatstgenoemde componenten is opgenomen tussen het voedingsspanningspunt van de potentiaal +V en aarde en

OO

vormt te zamen met de transistor 22 de piekwaardehoudschakeling 6.

35 Wanneer de basispotentiaal van de transistor 14a hoger dan dié van de transistor 14b is, zal geen stroom doör de diode 18 en de transistoren 19 en 22 vloeien, zodat de capaciteit 24 via de weerstand 23 uit het punt van voedings- 8 00 6 45 1 - 8 - spanning wordt opgeladen, waarbij de tijdsconstante betrekke-' lijk groot is. Wanneer de spanning over de capaciteit 24, dat wil zeggen de basispotentiaal van de transistor 14b, tot boven de basispotentiaal van de transistor 14a stijgt, gaat stroom 5 door de diode 18 en de transistoren 19 en 22 vloeien. Bè capaciteit 24 wordt daardoor ontladen, zodat ook de spanning over de capaciteit daalt. Daardoor ontstaat een vorm van terugkoppeling, waardoor de basispotentialen van de transistoren 14a en 14b gelijk aan elkaar worden, zodanig, dat het het 10 dichtst bij zwart gelegen videosignaaldeel wordt vastgehouden in de vorm van het piekwaardehoudsignaal P^, dat aan de collector van de transistor 22 ter beschikking komt en aan de basis van een transistor 25a wordt, toegevoerd.

Het verbindingspunt van de weerstand 23 en de 15 capaciteit 24 is via de diode 7 gekoppeld met de emitter van een transistor 26; deze emitter is op zijn beurt geaard via een weerstand 27 van hoge weerstandswaarde, welke een bron van constante stroom vormt. De collector van de transistor 26 is verbonden met de voedingsspanningsaansluiting van de potentiaal 20 +V , terwijl de basis van de transistor met de niveaufixatie-spanningsbron Vq is gekoppeld via een weerstand 28 en voorts met het verbindingspunt van de weerstanden 29 en 30 is verbonden. De serieschakeling van deze beide weerstanden is opgenomen tussen de voedingsspanningsaansluiting van de poten- 25 tiaal +V „ en de collector van een transistor 31, waarvan de cc emitter via een weerstand 32 is geaard. Wanneer de spannings-val over de weerstand 28 wordt opgeteld bij de niveaufixatie-spanning ter waarde Vq, vertoont de emitter van de transistor 26 het drempelspanningsniveau + Vth.

30 De basispotentiaal van de transistor 31 va rieert met het gemiddelde beeldniveau (APL) van iet videosignaal. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 vindt geen rechtstreekse detectie van dit gemiddelde beeldniveau plaats, doch detectie van de gemiddelde waarde van de bundêlstroom van de kathode-35 straalbuis 33. De door de hoogspanningsopwekschakeling 34 van de kathodestraalbuis afgegeven, hoge spanning wordt aan de anode van de kathodestraalbuis 33 toegevoerd via de secundaire wikkeling 36 van een terugslagtransformator 35. Tussenhet ene 8 00 6 45 1 . ' - 9 - l--- uiteinde van de secundaire wikkeling 36 en aarde is een weerstand 37 opgenoxnen; de over deze weerstand 37 optredende spanningsval vertoont in relatie tot de bundelstroom van de kathodestraalbuis 33 de in figuur 6 weergegeven polariteit.

5 Het verbindingspunt van een weerstand 38 en een capaciteit 39, waarvan de serieschakeling is opgenomen tussen een voedings-spanningspunt van de potentiaal +B en aarde, is verbonden met het verbindingspunt van de secundaire wikkeling 36 en de weerstand 37 en brengt dit verbindingspunt op een positief 10 instelspanningsniveau, zodat aan het verbindingspunt van de weerstand 38 en de capaciteit 39 een spanning van laag niveau heerst wanneer de bundelstroom een hoge waarde heeft. Deze spanning wordt toegevoerd aan een integrerende schakeling 40, welke in figuur 6 door een gebroken lijn is omgeven; de ge-15 middelde waarde van de uitgangsspanning van de integrerende schakeling 40 wordt aan de basis van de transistor 31 toegevoerd, welke als element van variabele impedantiewaarde dient. Wanneer de gemiddelde waarde van de bundelstroomsterkte hoog is, wordt de uitgangsspanning van de integrerende schakeling 20 40 klein. De tussen de collector en de emitter van de transistor 31 aanwezige impedantie krijgt dan een hoge waarde, zodat de potentiaal in het verbindingspunt van de weerstanden 29 en 30 een hoge waarde krijgt, zodat het aan de emitter van de transistor 26 verschijnende drempelniveau + Vth hoger wordt.

25 Dit vormt het effect van de voor detectie van het gemiddelde beeldniveau dienende detectieschakeling 12.

In. .plaats van continue variatie van het drempelniveau Vq + Vth is ook stapsgewijze variatie van het drempelniveau in meer dan twee stappen door middel van een schakel-30 element mogelijk.

Bij de in figuur 6 weergegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding vindt toepassing plaats van een transistor 25b, waarvan de collector en de emitter met respectievelijk dié van de transistor 25a zijn verbonden. Het verbindingspunt 35 van de beide collectors is verbonden met de voedingsspanhings-aansluiting van de potentiaal +V , terwijl het verbindings- ν'-· punt van de beide emitters van de transistoren met een uitgangs- . aansluiting 8a is verbonden en via een weerstand 41 is geaard.

800 6 45 1 -10-.

De transistoren 25a en 25b vormen de vergelijkingsschakeling 8 volgens figuur 4. Het door de niveaufixatieschakeling 2 af-gegeven videosignaal wordt toegevoerd aan de basis van de transistor 25b, terwijl het piekwaardehoudsignaal aan de 5 basis van de transistor 25a wordt toegevoerd. Datgene van beide signalen en S^r dat een hoger niveau dan het andere vertoont, wordt als signaal door de vergelijkingsschakeling 8 naar de uitgangsaansluiting 8a doorgelaten.

Als niveaufixatieschakeling 9 kan een wille-10 keurig voor videosignaalterugkoppeling geschikte niveaufixatieschakeling aan de uitgangsaansluiting 8a worden aangesloten. .

Figuur 7 toont een uitvoeringsvariant van de bij de uitvinding toe te passen vergelijkingsschakeling 8. Bij deze uitvoeringsvariant krijgen twee dioden 42a en 42b aan hun 15 respectievelijke anoden de signalen en S toegevoerd, terwijl zij aan hun met elkaar doorverbonden kathoden zijn geaard via een weerstand 43 en tevens met de uitgangsaansluiting 8a zijn verbonden (vergelijk figuur 6).

Zoals uit het voorgaande blijkt, wordt volgens 20 de onderhavige uitvinding de door spreiding in het instelniveau van videosignalen veroorzaakte schommeling van het zwarte niveau geëlimineerd, terwijl ook de situatie wordt vermeden, dat de beeldhelderheid van een videosignaal aanzienlijk gaat afwijken van dié van het oorspronkelijke videosignaal, waardoor 25 de achtergrond van een zichtbaar gemaakt beeld te donker zou worden.

De onderhavige uitvinding leent zich niet alleen voor toepassing bij een televisie-ontvanger, doch kan voorts worden toegepast om het uitgangssignaal van een tele-30 visiecamer te bewerken. De door de uitvinding voorgestelde signaalbewerking vindt dan zodanig plaats, dat dat uitgangs- ' signaalniveau van de televisiecamera, dat niet alleen het dichtst bij zwart doch tevens dichter dan een vooraf bepaald niveau bij zwart ligt, wordt gedetecteerd en vastgehouden, 35 waarna het aldus vastgehouden signaalniveau tot samenvallen met het instelniveau van het afgegeven signaal wordt gebracht.

De uitvinding beperkt zich derhalve niet tot 8 00 6 45 1 i—..- · - 11 - de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm? verschil-lende wijzigingen kunnen in de verschillende componenten en hun onderlinge toepassing worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

8 00 6 4 5 1

Claims

4. h - 12 -CONCLUSIES

1. Videosignaalbewerkingsschakeling, omvattende: a) een golfvormcorrectieschakeling voor instelling van het niveau van een ingangsvideosignaal, gedurende tenminste een onderdrukkingsinterval van het ingangsvideosignaal, 5 op een eerste vooraf bepaald gelijkspanningsniveau, dat hoger dan het stoepniveau van het ingangsvideosignaal ligt, en voor afgifte van een aldus golfvormgecorrigeerd signaal; b) een piekwaardehoudschakeling voor vasthouding van het niveau van een aan de zwarte zijde gelegen piek- 10 waarde van het golfvormgecorrigeerde signaal en voor afgifte van een piekwaardehoudsignaal; en c) door het piekwaardehoudsignaal bestuurde zwartniveauregelmiddelen voor zodanige regeling van het geli jkspanningsniveau van het ingangsvideosignaal, dat het 15 donkerste niveau van het ingangsvideosignaal slechts met een tweede vooraf bepaald gelijkspanningsniveau komt samen te vallen wanneer in het ingangsvideosignaal een onder een vooraf bepaald drempelniveau gelegen piekwaarde aan de zwarte zijde \ , voorkomt, met het kenmerk, dat het vooraf bepaalde drempel- 20 niveau varieert met het gemiddelde beeldniveau van het ingangsvideosignaal.

2. Videosignaalbewerkingsschakeling, omvattende: a) een eerste niveaufixatieschakeling voor niveaufixatie van een ingangsvideosignaal op een van een 25 niveaufixatiespanningsbron afkomstig, vooraf bepaald geli jkspanningsniveau; b) een golfvormcorrectieschakeling voor instelling van het niveau van een ingangsvideosignaal, gedurende tenminste een onderdrukkingsinterval van het ingangsvidea- 30 signaal, op het genoemde vooraf bepaalde gelijkspanningsniveau, dat hoger dan het stoepniveau van het ingangsvideosignaal ligt, en voor afgifte van een aldus golfvormgecorrigeerd signaal; c) een piekwaardehoudschakeling voor vast- 35 houding van het niveau met een aan de zwarte zijde gelegen 8 00 6 45 1 ' - 13 - piekwaarde van het golfvormgecorrigeerde signaal en voor afgifte van een piekwaardehoudsignaal; d) een serieschakeling van een drempelniveau-spanningsbron en een tussen de piekwaardehoudschakeling en 5 de niveaufixatiespanningsbron opgenomen diode; e) een vergelijkingsschakeling voor niveau-vergelijking van het uitgangssignaal van de eerste niveau- fixatieschakeling met het van de piekwaardehoudschakeling afkomstige piekwaardehoudsignaal en voor afgifte van een met 10 het signaal van hoogste niveau van deze beide signalen overeenkomend uitgangssignaal, en f) een tweede niveaufixatieschakeling voor niveaufixatie van het uitgangssignaal van de vergelijkings-schakeling, 15 gekenmerkt cbor; g) een detectieschakeling voor detectie van het gemiddelde beeldniveau van het ingangsvideosignaal en voor variatie van ten minste een spanningscomponent van de drempelniveauspanningsbron met het gedetecteerde, gemiddelde 20 beeldniveau. 800 6 45 1