NL8006143A - Inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen. - Google Patents
Inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8006143A NL8006143A NL8006143A NL8006143A NL8006143A NL 8006143 A NL8006143 A NL 8006143A NL 8006143 A NL8006143 A NL 8006143A NL 8006143 A NL8006143 A NL 8006143A NL 8006143 A NL8006143 A NL 8006143A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- stack
- members
- retaining members
- last
- drive
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B43/00—Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
- B65B43/12—Feeding flexible bags or carton blanks in flat or collapsed state; Feeding flat bags connected to form a series or chain
- B65B43/14—Feeding individual bags or carton blanks from piles or magazines
- B65B43/145—Feeding carton blanks from piles or magazines
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G59/00—De-stacking of articles
- B65G59/06—De-stacking from the bottom of the stack
- B65G59/061—De-stacking from the bottom of the stack articles being separated substantially along the axis of the stack
- B65G59/062—De-stacking from the bottom of the stack articles being separated substantially along the axis of the stack by means of reciprocating or oscillating escapement-like mechanisms
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Stacking Of Articles And Auxiliary Devices (AREA)
Description
dW/M/12.965 -1- + i
Inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen, zoals kartonnen vouwdozen, voorzien van een schacht voor de stapel, in en uit het bereik van de stapel in de schacht 5 brengbare tegenhoudorganen en organen voor het ophouden van de stapel op het genoemde laatste voorwerp na.
Dergelijke inrichtingen zijn in vele vormen bekend en bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage : 80.03200.
i'Q De uitvinding beoogt een dergelijke inrichting in het bijzonder geschikt te maken voor voorwerpen, waarvan de rand een betrekkelijk grote hoogte heeft en/of die bij hun rand direct op elkaar liggen. In dat geval is het namelijk moeilijk zonder beschadiging van de voorwerpen, of wanneer 15 zij betrekkelijk stijf zijn, zonder vastlopen van de machine, scheidingsorganen tussen de voorwerpen te brengen, zoals bij de bekende inrichting.
Bij dergelijke voorwerpen kan het eveneens een moeilijkheid zijn, dat wanneer de organen voor het ophouden van de 20 stapel niet aan beide zijden van het voorwerp op de juiste wijze daarmede samenwerken het gevaar bestaat dat het voorwerp hetzij geheel blijft hangen, dus niet wordt afgevoerd, hetzij een ongewenste stand gaat innemen doordat het aan een zijde blijft hangen, hetgeen tot bedrijfsstoringen aan-25 leiding kan geven. Yerder bestaat het gevaar, dat meer dan één voorwerp wordt afgevoerd en bij maatonnauwkeurigheid van beschadiging van de voorwerpen.
De bovengenoemde moeilijkheden worden volgens de uitvinding opgelost door erin te voorzien, dat de organen voor het 30 ophouden van de stapel vasthoudorganen zijn met een naar de stapel toe gericht aanvatvlak voor de buitenzijde van tenminste het één na laatste voorwerp en op tegenover elkaar 3006143
» V
-2- gelegen randen van de voorwerpen in de stapel inwerken, waarbij van elk stel vasthoudorganen, die op tegenover elkaar gelegen randen inwerken tenminste die, die op één van de randen inwerken, een meegevencte aandrijving hebben.
5 De uitvinding voorkomt bij maatonnauwkeurigheid een beschadiging van de voorwerpen als zij aan de grote kant zijn en het naar beneden vallen, als zij aan de kleine kant zijn.
Een praktische uitvoeringsvorm hiervan bestaat daarin, 10 dat de meegevende aandrijving gevormd wordt door een pneumatische aandrijving.
In gevallen, waarin het aanbrengen van een pneumatische aandrijving minder eenvoudig of gewenst is kan er ook in worden voorzien, dat de meegevende aandrijving een mechanische 15 is met een elastisch meegevend aandrijforgaan.
Teneinde het voorwerp, goed te kunnen vasthouden wordt er bij voorkeur in voorzien, dat het aanvatvlak tanden of kartels heeft. Juist omdat de aandrijving van de vasthoudorganen meegevend is, is dit mogelijk zonder dat het tot een 20 buitensporige beschadiging van de voorwerpen kan leiden, bijvoorbeeld wanneer een voorwerp een maatafwijking heeft.
Voorwerpen van het type, waar de uitvinding bij voorkeur voor bedoeld is hebben veelal een betrekke lijk groot gewicht. Teneinde de vasthoudorganen niet het gehele gewicht van de 25 stapel te laten dragen, die in sommige gevallen een aanmerkelijke hoogte kan hebben, wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat boven de ophoud-organen stapelontlastingsorganen zijn aangebracht, die zijn ingericht een omhoog zwenkende beweging uit te voeren om 50 het boven hen gelegen deel van.de stapel te dragen.
Er wordt op gewezen, dat dergelijke stapelontlastingsorganen op zichzelf beschreven zijn in de eerder genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 80.05200.
Om, in het bijzonder bij maatverschillen van de voor-55 werpen te verhinderen, dat de vasthoudorganen te sterk afsteunen op één of meer boven het op te nemen voorwerp en daardoor dit laatste niet voldoende ophouden, wordt er bij voorkeur in voorzien, dat de vasthoudorganen een hoogte hebben, die bij benadering overeenstemt met het hoogte-40 verschil tussen twee opeenvolgende voorwerpen in de stapel.
8006143 -3-
De uitvinding wordt in liet volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin fig. 1 schematisch een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding toont; 5 fig. 2 een vooraanzicht is van de inrichting volgens fig. 1; en fig. 3 een schema is, waarin de bewegingen van de verschillende in de getekende inrichting aanwezige organen als fbhctie van de tijd zijn weergegeven.
10 In de tekening is met 1 een in doorsnede rechthoekige schacht aangeduid, waarin zich een stapel vouwdozen 2 bevindt, waarbij erop gewezen wordt dat de stapel aanmerkelijk hoger kan zijn dan in de tekening is aangegeven.
Deze stapel rust op tegenhoudorganen 3 die zoals in 15 fig. 2 duidelijk is aangegeven vanuit een stand, waarin zij de sfcapel ondersteunen (getrokken lijnen) bewogen kunnen worden tot in een stand, waarin zij zich niet binnen de schacht bevinden en de stapel ook niet kunnen ondersteunen.
Verder zijn om een as 4 scharnierend aan één zijde van 20 de schacht vasthoudorganen 5 aangebracht met een getand aanvatvlak 6.
Het orgaan 5 is gekoppeld met een bedieningsarm 7, die door middel van een bedieningsstang 8 beweging van het orgaan 5 vanuit de met getrokken lijnen aangegeven stand tot 25 in de met stippellijnen aangegeven stand en terug mogelijk maakt.
Aan de andere zijde van de schacht 1 in fig. 2 is een vasthoudorgaan 9 getekend, dat door middel van een pneumatische cilinder 10 kan bewegen van de met getrokken lijnen 30 aangegeven stand tot ëen uit dè_ stapël getrokken'stand en omgekeerd.
Stapeloh/tDastorganen 11 zijn beweegbaar om een as 12 en kunnen van de met getrokken lijnen aangegeven stand tot in de met stippellijnen aangegeven stand worden bewogen, 35 In de stand die met getrokken lijnen is aangegeven zijn zij niet werkzaam, maar wanneer zij naar boven gezwenkt worden tot in de met stippellijnen aangegeven stand komen zij onder één van de voorwerpen 2 en tillen dit, gezamenlijk met de daarboven gelegen stapel iets op, waardoor de organen, 40 die de stapel dragen of moeten vasthouden in aanmerkelijke 8006143
> V
- 4 - mate ontlast worden.
Verder zijn draaibaar om assen 13 kantelbaar klappen 14 aangebracht, die door middel van een bedieningsarm 13 en een bedieningsstang 16 vanuit de met getrokken lijnen weergegeven 5 stand in de met stippellijnen weergegeven stand gebracht kunnen worden en omgekeerd.
Aan de benedenzijde van de schacht bevindt zich een rollenbaan 17. Sen meeneemorgaan 18, dat in horizontale richting beweegtaar is, kan een op de rollenbaan 17 liggend 10 voorwerp naar links in fig. 1 afvoeren.
Verder zijn aan de benedenzijde van de schacht 1 (zie fig. 2) haken 19 aangebracht, die pneumatisch bediend kunnen worden door middel van pneumatische cilinders 20, die zélf door middel van een arm 21 zwenkbaar zijn om een as 22 vanuit 15 de met getrokken lijnen aangegeven stand in de met stippellijnen aangegeven standen en omgekeerd.
De werking van de in het bovenstaande beschreven inrichting wordt thans nader toegelicht aan de hand van het tijdschema van fig. 3.
20 In deze figuur zijn de verschillende lijnen aangeduid met de referentie die behoort bij de onderdelen, waarvan zij de beweging aangeven.
De lijn 3 geeft de stand van de tegenhoudorganen weer, waarbij de lage stand overeenkomt met de in getrokken lijnen 25 aangegeven stand in fig. 2 en het hoge deel van de lijn overeenkomt met de in stippellijnen in deze figuur weergegeven stand.
De vasthoudorganen 5 nemen in de tijdsperiode, die met de hoge ligging van deze lijn overeenkomt de ii^getrokken 50 lijnen weergegeven stand in, dus buiten de schacht 1 en in het lage deel van deze lijn 5 de stand, waarin zij met een voorwerp in de stapel samenwerken.
De lijn 9 toont eveneens in het hoge gedeelte van deze lijn de stand, waarin de organen 9 niet met de stapel samen-55 werken, terwijl zij in het lage deel van de lijn wel met de stapel samenwerken.
De wegbrenger 18 is in het lage deel van de lijn 18 in de getekende stand, waarbij een ho'ger gelegen deel van deze lijn een beweging naar links in fig. 1 aangeéft.
8006143 - Λ -5-
De haak 19 is in het lage deel van de lijn 19 in de ingetrokken stand, dus in de pneumatische cilinder 20 getrokken.
De lijn 20 geeft in zijn hoge deel de met 20" aangeduide 5 stand van de pneumatische cilinders 20 aan en in het lage deel de met 20' aangegeven stand.
Omdat de werkcyclus gedeeltelijk overlapt, dat wil zeggen dat reeds de tegenhoud- en vasthoudorganen samenwerken met een volgend voorwerp, wanneer de wegbrenger 18 nog met 10 een daaraan voorafgaand voorwerp bezig is, wordt gemeend dat'de bespreking het duidelijkst^ioor te beginnen bij de lijnen 3, 5 en 9. Daaruit blijkt, dat eerst de vasthoudorganen 5 geleidelijk naar de stapel toe bewogen worden en wanneer zij in hun eindstand gekomen zijn de vasthoudorganen 15 9 betrekkelijk snel naar de stapel bewogen worden. In deze stand wordt het één na onderste voorwerp tussen de organen 9 en 5 ingeklemd door middel van de bijbehorende getande aanvat oppervlakken.
In de tijd dat deze organen 5 en 9 het één na onderste 20 voorwerp van de stapel vasthouden zijn, zoals uit de lijn 11 blijkt de stapelontlastingsorganen 11 werkzaam en is de stapel dus betrekkëlijk onbelast.
In deze tijd bewegen de tegenhoudorganen 5 naar buiten en op een bepaald ogenblik, dat met een pijltje bij wijze 25 van voorbeeld is aangegeven valt het onderste voorwerp, meestal eerst aan één kant, naar beneden.
Ondertussen zijn de klappen 14 aan het eind van hun beweging vanuit de getrokken stand naar de met gestippelde lijnen aangegeven stand, zodat zij de randen van dit naar 30 beneden gevallen voorwerp ondersteunen en er in elk geval tijd is, tot de beide randen van het voorwerp door de tegenhoudorganen 3 zijn vrij gegeven.
Gebleken is dat bij het naar beneden bewegen van de klappen 14 deze het voorwerp zodanig vasthouden en geleiden, 35 dat het met een grote zekerheid nagenoeg horizontaal naar beneden valt, althans niet een scheve ongedefinieerde stand inneemt.
Met de pijltjes in de lijnen 3 en 14 zijn de momenten aangegeven, waarop het naar beneden vallen, eerst van de 40 tegenhoudorganen 3 en dan uit de klappen 14, gewoonlijk 8006143 -6- plaats heeft.
Het afvoerorgaan 18 is, voordat de klappen 14 het voorwerp laten vallen, in zijn in fig. 1 aangegeven stand teruggekomen zoals uit de lijn 18 blijkt, nadat het het 5 voorafgaande voorwerp heeft weggevoerd.
ïenslotte worden de vouwdozen opengewouwen door middel van de haken 19*
Deze haken met de kantelbare pneumatische aandrijving ervan hebben tot taak de vouwdozen te openen. Daartoe 10 zwenken zij, met uitgestoken haak naar benéden (stand 20'), waarna de haken worden ingetrokken en zij over de bodem schrappend de zijwanden van de doos pakken, waarna het terugkantelen van de pneumatische cilinders 20 tot in de met getrokken lijnen weergegeven stand ertoe leidt, dat de 15 zijwanden van de doos verticaal gesteld worden. Daarna worden de haken 19 uitgestoken en de cilinders 20 naar de met 20" aangegeven stand gezwenkt.
8006143
Claims (6)
1. Inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen, zoals kartonnen vouwdozen, voorzien van een schacht voor de stapel, in en uit het bereik van de stapel in de schacht brengbare tegenhoudorganen en 5 vasthoudorganen voor het vasthouden van de stapel op het genoemde laatste voorwerp na, met het kenmerk, dat de vasthoudorganen een naar de stapel toe gericht aanvatvlak voor de buitenzijde van tenminste het één na laatste voorwerp hebben en op tegenover elkaar gelegen randen van de 10 voorwerpen in de stapel inwerken, waarbij van elk stel vasthoudorganen, die op tegenover elkaar gelegen randen inwerken tenminste die, die op één van de randen inwerken, een meegevende aandrijving hebben.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de meegevende aandrijving gevormd wordt door een pneumatische aandrijving.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de meegevende aandrijving een mechanische is met een elastisch meegevend aandrijforgaan.
4. Inrichting volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aanvatvlak tanden of kartels heeft.
5. Inrichting volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vasthoudorganen een 25 hoogte hebben, die bij benadering overeenstemt met het hoogteverschil tussen twee opeenvolgende voorwerpen in de stapel.
6. Inrichting volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat boven de vasthoudorganen 50 stapelontlastingsorganen zijn aangebracht, die zijn ingericht een omhoog zwenkende beweging uit te voeren om het boven hen gelegen deel van de stapel te dragen. 8006143
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8006143A NL8006143A (nl) | 1980-11-11 | 1980-11-11 | Inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8006143 | 1980-11-11 | ||
NL8006143A NL8006143A (nl) | 1980-11-11 | 1980-11-11 | Inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8006143A true NL8006143A (nl) | 1982-06-01 |
Family
ID=19836145
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8006143A NL8006143A (nl) | 1980-11-11 | 1980-11-11 | Inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8006143A (nl) |
-
1980
- 1980-11-11 NL NL8006143A patent/NL8006143A/nl not_active Application Discontinuation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US11173686B2 (en) | Apparatus and method for accurate carton formation | |
US5628614A (en) | Continuous motion stacking apparatus and methods | |
EP0127379A2 (en) | Apparatus for packaging portions of elongate articles | |
EP2493766B1 (de) | Verfahren und vorrichtung zur kontrollierten entleerung eines mit stückgütern gefüllten transportbehälters | |
CN114261785A (zh) | 一种物流仓库自动卸货码垛机 | |
NL8006143A (nl) | Inrichting voor het afnemen van de laatste van een stapel platte voorwerpen. | |
RU2650407C2 (ru) | Усовершенствованное устройство для заполнения тарных емкостей плодоовощной продукцией | |
US4784566A (en) | Method for feeding bar-like materials | |
US3968623A (en) | Wrap-around carton forming machine | |
NL8006144A (nl) | Inrichting voor het opvangen en horizontaal loslaten van voorwerpen. | |
EP2700598B1 (de) | Vorrichtung zum Verschwenken von oben offenen, im Wesentlichen quaderförmigen Behältern | |
US6983580B1 (en) | Variable size product on edge packaging system | |
NL8006145A (nl) | Inrichting voor het openvouwen van vouwdozen. | |
US3999683A (en) | Wrap-around carton forming machine | |
US3974627A (en) | Apparatus for inserting objects into cartons | |
US4661034A (en) | Bar-like member supplying method and device | |
JP3377804B2 (ja) | 箱のシュート押上機構 | |
US3283931A (en) | Apparatus for removing dried products from a support structure | |
JP2799967B2 (ja) | 物品の箱詰装置 | |
US4514957A (en) | Bag loading machine | |
US20230356968A1 (en) | Automatic magazine loader for supplying carton blanks to carton magazine | |
JPH07329905A (ja) | 箱詰め方法およびその装置 | |
BE1010694A6 (nl) | Inrichting voor het aanbrengen van een te strijken laken in de insteektang van een insteekmachine. | |
US3802550A (en) | Conveyor gripping device and conveying method using same | |
NL1015230C2 (nl) | Inrichting voor het van elkaar scheiden van in een magazijn gestapelde producten. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |