<Desc/Clms Page number 1>
"Inrichting voor het aanbrengen van een te strijken laken in de insteektang van een insteekmachine"
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van een te strijken laken in de insteektang van een insteekmachine.
Met"insteekmachine"wordt een inrichting bedoeld die het te strijken laken ontvangt en dit in de juiste stand aan de strijkwals van een strijkmachine aflevert. Een dergelijke insteekmachine wordt beschreven in het Belgisch octrooi 905. 687 ten name van aanvraagster. Tot nog toe gebeurde dit manueel en het is dan een doel van de uitvinding dit volledig machinaal uit te voeren.
Om dit conform de uitvinding met een hoog ritme en met technisch betrouwbare structuren mogelijk te maken, is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat zij is uitgerust met een reeks eerste middelen om het in een willekeurige stand aangevoerd laken met een hoek aan te bieden aan een reeks tweede middelen die de hoek van het laken in het bereik van hogerbedoelde insteekstang brengen, welke tweede middelen het gegrepen laken in de gewenste stand met een rand aan de insteektang van de insteekmachine aanbieden.
In een uitvoeringsvorm die het in een eerste stadium gestelde probleem oplost, bestaan hogerbedoelde eerste middelen uit : a) een verticaal gestel waarlangs een eerste tang op en neer kan worden bewogen om het door een transportband aangevoerd laken te grijpen en in een eerste bovenste
<Desc/Clms Page number 2>
positie brengt en een ten opzichte van dit verticaal gestel in een verticaal vlak wentelende arm waarlangs een eerste klem met verdraaibare vingers op en neer wordt verplaatst om het door de eerste tang gegrepen laken te grijpen en tussen bedoelde vingers geklemd te houden ; b) een op en neer verplaatsbare en wentelende hefboom gemonteerde tweede tang om het door hogerbedoelde klem gevatte einde van het laken te grijpen en naar een bovenste positie te brengen ;
c) een transportband om het door bedoelde klem gevatte en door de eerste tang geloste laken over een bepaalde afstand te verplaatsen.
Steeds in de geest van de uitvinding bestaan hogerbedoelde tweede middelen uit : a) een op een scharnierende hefboom gemonteerde derde tang om het laken met een van zijn randen tussen hogerbedoelde klem en deze derde tang gestrekt te houden ; b) foto-elektrische cellen die de verticaliteit van het uit bedoelde derde tang hangend laken te verzekeren door in te werken op een vierde tang ; c) een vijfde tang die de rand van het tussen hogerbedoelde tang en bedoelde tang gestrekt gehouden laken vat ; d) twee foto-elektrische cellen die de horizontaliteit van de onder c) genoemde rand van het laken verzekeren ; e) een stel van twee tot een wentelend raam behorende tangen die de rand van het laken naar de tangen van een insteekmachine overbrengen.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een inrichting voor het aan een insteektang van een insteekmachine aanbrengen van een te strijken laken. Deze beschrijving wordt uitsluitend
<Desc/Clms Page number 3>
bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 onderverdeeld in Fig. la, lb en lc is volgens een perspectivische voorstelling een schematische reproductie van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuren 2 tot 17 vertonen, eveneens schematisch, de verschillende opeenvolgende standen van de inrichting tussen het vatten van een aangevoerd laken en het aan de insteektang van een insteekmachine overmaken van een hoek van dit laken.
De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een verticaal gestel 1 waarlangs een eerste tang 2 door een electrische motor 3 op en neer kan worden bewogen en wel door tussenkomst van een ketting 4. Ten opzichte van het verticaal gestel l is een beweegbare arm 5 gemonteerd die bovenaan ten opzichte van het verticaal gestel l kan wentelen. Langsheen de beweegbare arm 5 kan een klem 6 op en neer worden bewogen. Deze op-en neergande beweging van de klem 6 wordt door een motor 7 bevolen die de heen-en weergaande verplaatsing van een in de figuren niet voorgestelde ketting beveelt. De klem 6 is op een slede 8 gemonteerd en bezit twee rondom een horizontale geometrische as verdraaibare staafjes 9 met vingers 10. De functie van een dergelijke klem wordt verder onder verwijzing naar de figuren 4 - 8 verduidelijkt.
Zodra een laken 11 door een eerste transportband 12 is aangevoerd, daalt de eerste tang 2 tot deze het laken 11 kan vatten. Hierbij moet opgemerkt worden dat welk ook de plaats moge zijn waar het laken wordt gevat steeds een van de vier hoeken hiervan in de in figuur 3 voorgestelde uiterste onderste stand komt te staan. Deze stand wordt door een
<Desc/Clms Page number 4>
foto-elektrische cel 13 gedetecteerd. Hierbij daalt de klem 6 langsheen de beweegbare arm 5 die zieh op dit ogenblik in de verticale stand bevindt. De twee staafjes 9 van de klem 6 schuiven langsheen de tang 2. In zijn uiterste onderste stand, welk door de fotoelektrische cel 13 wordt bepaald, wordt de klem 6 verdraaid zodat de onderste hoek 111 van het laken 11 dat tussen de stangetjes 9 met vingers 10 wordt geklemd gehouden, naar omhoog is gericht (figuur 5).
De verdraaiing, in beide richtingen, van de klem 6 wordt bevolen door pneumatische cilinders 14 en 15.
Na deze verdraaiing van de klem 6 wordt de beweegbare arm 5 over een kleine hoek gewenteld en wordt het laken bovenaan door tang 2 gelost (figuur 6).
De wenteling van de arm 5 wordt veroorzaakt door de inwerking van een cilinder 16 (figuren 6,7 en 8). Het laken valt gedeeltelijk op de transportband 12 en wordt nu gevat door een derde tang, 17, waarvan het openen en sluiten bevolen wordt door cilinder 18.
De tang 17 is op een wentelende hefboom 19 gemonteerd waarvan de op-en neergaande beweging door pneumatische cilinder 20 worden bevolen.
Op te merken valt dat de tang 17 en de daarbijhorende elementen op een niet voorgesteld op-en neergaand raam zijn gemonteerd. ook zal men opmerken dat de voorstellingen volgens figuren 9-17 90 zijn verdraaid ten opzichte van de voorstelling volgens de figuren 2 - 8.
Het laken hangt nu in een stand waarin het wordt gegrepen door een vierde tang, 21, die op een wentelende arm 22 is gemonteerd die zelf onder de invloed staat van een pneumatische cilinder 23. Het openen en sluiten van de tang 21 wordt door de fotoelektrische cel 24'bevolen.
De verticale positie van de rand 11"
<Desc/Clms Page number 5>
van het laken 11 wordt door twee foto-elektriaehe cellen 24 en 25 (figuur 10) gecontroleerd. Deze fatsoelektrische cellen 24 en 25 beïnvloeden inderdaad de slag van de pneumatische cilinder 23. Een tang 26 kLemt de zijrand 11"van het laken 11 zodra zijn correcte verticale stand is bereikt (Figuren 11 en 12). In dose stand is het laken tussen tangen 17 en 21 gevat. Bij de volgende stap gaat de tang 21 het laken lossen terwijl de arm 22 met tang 21 over 900 wentelt zodat een 4eel van het laken 11 nu mooi opgespannen blijft tussen de tangen 17 en 26 (Figuur 13).
De juiste positie van de tang 26 wordt door de cilinder 27 bepaald terwijl de stand in de hoogte van de cilinder 27 door de cilinder 28 wordt ingesteld.
Bij het bereiken van de stand volgens Figuur 9 rust het laken onderaan op een transportband 12' waarvan de verplaatsingszin door de pijl uit doze figuur wordt voorgesteld. De verplaatsing van transportband 12'wordt in de tijd beperkt en duurt zolang tot klem 8 volledig vrijkomt.
De volgende fasen betreffen de laatete stappen waarbij de tijdens de voorgaande fasen geselecteerde hoek van het laken 11 de insteekmachine bereikt. Een tang 29 met een schuine koers wordt door de pneumatische cilinder 30 tot ter hoogte van de verticale rand 40 van het laken gebracht (figuur 14). Tang 29 vat de verticale rand van het laken dat gevat blijft door tang 17. Terwijl tang 26, met cilinder 27, het laken lost, wordt de tang 29 door cilinder 30 opgetrokken tot een horizontale stand van het laken is bereikt.
De horizontaliteit van de rand van het laken wordt gecontroleerd door twee foto-elektrische cellen 31 en 32. In deze stand wordt het laken gegrepen door twee tangen 33 en wordt tang 17 geopend. De tangen
<Desc/Clms Page number 6>
33 behoren tot een wentelend raam 34 dat in het punt 35 scharniert en waarvan de bewegingen door cilinders 36 worden bevolen. Cilinders 37 sluiten en openen de tangen 33.
Beide tangen 33 werken simultaan (zijzichten 16 en 17 laten slechts een van deze tangen zien). De tangen 33 die bevolen worden door de cilinders 37 brengen de rand van het laken in de tang 38 van de insteekmachine 39 waarvan de werking beschreven wordt in het eerder genoemd Belgisch octrooi 905. 687 ten name van aanvraagster.