NL8005974A - Rolklem. - Google Patents

Description

-1- 2157 5/CV/tl m Λ

Aanvrager: Baxter Travenol Laboratories ,Ine. te Deerfield,Illinois Verenigde Staten van Amerika.

Korte Aanduiding: Rolklem.

5

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op klemmen welke zijn te gebruiken bij uit kunststof vervaardigde buizen en meer in het bijzonder op rolklemmen voor het regelen van een fluidumstroom door uit kunststof bestaande buizen 10 Uit kunststof vervaardigde buizen worden veelvuldig toegepast in apparatuur voor het toedienen van medicinale vloeistoffen,welke worden gebruikt in ziekenhuizen. Talrijke inrichtingen zoals klemmen van het knijp, schroef en roltype zijn voorgesteld voor het regelen van de waarde van de fluidumstroom van de de patient bereikende oplossing 15 door het samendrukken van de buis ten einde de afmeting van de doortocht van de buis te variëren. Een terugkerend probleem met betrekking tot het handhaven van een constante stroomwaarde,welke voor een bepaalde patient gewenst is, is ontmoet ten gevolge van de neiging van de wand van de buis om koud te vloeien,indien deze wand onder druk wordt samengeperst. Het 20 verschijnsel van koud vloeien veroorzaakt een migratie van de wand van de buis waardoor een voortgaande wijziging in het dwarsdoorsnede oppervlak van de doortocht en dientengevolge in de stromingswaarde van het fluïdum wordt veroorzaakt. Bij enige bekende rolklemmen wordt de samen-drukkingskracht tegen de buis vergroot in een poging het koud vloeien te 25 regelen. Deze opgevoerde samendrukkingskracht heeft echter de moeilijkheden ten gevolge van koud vloeien groter gemaakt. Als gevolg van de noodzaak een nauwkeurige fluidumstroomwaarde te handhaven wordt een veelvuldig bewaken en opnieuw instellen van bekende rolklemmen vereist om de vooraf bepaalde stromingswaarde van het fluïdum voor een bepaalde patient 30 te waarborgen.

Er zijn rolklemmen voorgesteld waarbij voor het compenseren van het verschijnsel van koud vloeien de randen van de buis worden samengedrukt tegen een oppervlak dat een centraal opgesteld kanaal van variërende dwarsdoorsnede heeft voor het regelen van de stromingswaarde door het 35 kanaal. In het Amerikaanse octrooischrift 3.685.787 is bijvoorbeeld een klem beschreven voorzien van een rol,welke op afstand is gelegen boven een fi fl' 0 *; o 7 λ r ( -2- 21575/CV/tl aandrukoppervlak ten einde de tegenover elkaar gelegen randen van de buis samen te knijpen en het mogelijk te maken dat het centrale gedeelte van de buis vloeit in een langskanaal in het samendrukkingsoppervlak voor het vormen van een doortocht. De vormgeving en het dwarsdoorsnedeop-5 pervlak van het kanaal in die klem maakte een migratie ten gevolge van koud vloeien van de samengedrukte buiswand mogelijk in de overmaat aan kan-alruimte waardoor schommelingen in de gewenste stroomwaarde worden veroorzaakt. In de Amerikaanse octrooischriften 4.013.263 en 4.047.©4 zijn verbeteringen op het in het Amerikaanse octrooi 3.685.787 beschreven 10 uitvoeringsvoorbeeld aangegeven ten einde het koud vloeien weg te geleiden van de overmaat ruimte in het kanaal door een aantal ruggen aan te brengen langs het kanaal ter vergroting van de samendrukking op de buis in een poging de migratie ten gevolge van koud vloeien te blokkeren in het kanaal.terwijl verder een van een uitsparing voorziene rol is aan-15 gebracht om migratie in deze aanvullende ruimte mogelijk te maken. In een zekere mate hadden deze verbeteringen de neiging om de migratie ten gevolge van koud vloeien van de buiswand weg te geleiden van de overmaat ruimte in het kanaal,maar maakte de vorming mogelijk van secondaire doortochten aan de tegenover elkaar gelegen zijden van de buis. Indien de 20 wand van de buis begint te ontspannen en de migratie ten gevolge van koud vloeien wordt veroorzaakt wijzigt zich de afmeting van de secondaire doortochten met een overeenkomstige schommeling in de stromingswaarde van het fluïdum.

Bij rolklemmen is het vereist,dat de bediener met de hand een 25 kracht aanbrengt voor het in lengterichting bewegen van de rol naar de instelling voor. de gewenste stromingswaarde,zowel aanvankelijk als tijdens het opnieuw instellen van de stromingswaarde bij het comp.enseren voor schommelingen,die toe te schrijven zijn aan het verschijnsel van koud vloeien. Bij de beteide rolklemmen draagt de druk van de duim,die tijdens 30 het bedienen van de rol wordt uitgeoefend, bij tot de samendrukkingskracht op de buis,waardoor het voor de bediener moeilijkwrdt om de instelling van de stromingswaarde bij deze klemmen effectief te regelen. In het bijzonder nadat de bediener de klem instelt voor een gewenste stromingswaarde door het aanbrengen van druk met de duim voor het in lengterichting 35 opstellen van de rol heeft de stromingswaarde de neiging om onmiddeüijk een weinig toe te nemen. Het elimineren van de druk van de duim en de cor- 80 05 9 7 4 4- * -3- 21575/CV/tl responderende vermindering in de samendrukkingskracht van de rol tegen de buis veroorzaakt een vergroting van de afmeting van de doortocht waardoor een gewenste grotere stromingswaarde van het fluiduro .wordt veroorzaakt .

5 In het algemeen zijn bekende rolklemmen ontworpen met het oog op een goedkope vervaardiging uit goedkope kunststof materialen en in grote hoeveelheden,waarbij dergelijke klemmen wegwerpvoorwerpen vormen.

Het is echter moeilijk om hierbij op geschikte wijze vervaardigingstole-ranties te waarborgen,die binnen toelaatbare grenzen zijn gelegen en 10 daarbij nog steeds lage fabricagekosten te handhaven. Dientengevolge worden bij het gebruik van bekende rolklemmen problemen ontmoet met betrekking tot de schommelingen van de stromingswaarde ten gevolge van het koud vloeien en het niet aanwezig zijn van de mogelijkheid om de fluidum-stroom geheel af te sluiten ten gevolge van de moeilijkheden in het bewaken 15 van de kwaliteitscontrole tijdens de fabriacage.

Een oogmerk van de huidige uitvinding is het verkrijgen van een verbeterde rolklem voor uit kunststof bestaande buizen,welke in aanzienlijke mate schommelingen in de stromingswaarden ten opzichte van een vooraf bepaalde instelling regelt door het verschijnsel van koud vloeien 20 te verminderen.

Een verder oogmerk van de uitvinding is het elimineren van schommelingen in de stromingswaarde veroorzaakt door aanvullende aandrukkings-krachten tegen de buis tijdens de verplaatsing van de rol.

Nog een verder oogmerk van de rolklem volgens de huidige uitvinding 25 is het minimaal samendrukken van de buis binnen een omsloten gebied ter vermindering van een koud vloeien en het verkrijgen van een goedkope klem, welke gemakkelijk binnen acceptabele toleranties te vervaardigen is.

De onderhavige uitvinding voorziet in een gemakkelijk vervaardigde en doelmatige rolklem voor uit kunststof bestaande buis,waarbij de pro-30 blemen van het regelen van het koud vloeien worden opgelost en onnauwkeurigheden ten gevolge van de bedieningskracht tijdens de duur dat de bediener de klem op de gewenste stroomwaarde instelt worden geelimineerd.

De huidige uitvinding voorziet in een uit twee stukken bestaarie rolklem met een langgestrekt U-vormig lichaam en een in in de. zijwanden ven 35 het lichaam gevormde sporen opgestelde cilindrische rol. De basis-van het lichaam is uitgerust met een legeroppervlak voor de rol,dat gelijkmatig 8 0 0 5 8 7 4 -4- 21575/CV/tl op afstand is gelegen onder de sporen en is bemeten voor het verkrijgen van een onder voorspanning staande samendrukkingspassing tussen de nauw tegen de bovenste aslegeroppervlakken van de sporen in ingrijping zijnde rolas. De basis is verder uitgerust met een aandrukkingssleuf 5 voor de buis begrens^ door een gelijkmatig bemeten schouder welke een onderwand van de sleuf verbindt met het legeroppervlak van de rol, De samenwerking van de rol en de afmetingen van de sleuf voor het samendrukken van de buis in de basis voorziet in een gelijkmatige kracht waarmede de buis tegen de onderwand wordt aangedrukt indien de rol in de leng-terichting langs het lichaam wordt bewogen. De onderwand van de aandrukkingssleuf voor de buis heeft een kanaal van variërend dwarsdoorsnede oppervlak,dat in aanzienlijke mate de dwarsdoorsnede vormgeving van de stromingsdoortocht,wel^e in de buis wordt gevormd,bepaald. De stromings-waarde wordt gevarieerd door langsbeweging van de rol in onder voorspan-15 ning staande ingrijping met de legeroppervlakken voor de rol welke een loodrechte beweging van de bedieningskracht voorkomt. De rol druk gelijkmatig de zijkanten van de buis aan ten einde de dwarsdoorsnede van de buis te krimpen en op te sluiten binnen de andrukkingssleuf voor de buis en binnen de contouren van het kanaal. De aandrukkingssleuf is bemeten 20 voor het verkrijgen van een minimale mate van samendrukking voor het effectief krimpen van de buis maar vermindert toch het verschijnsel van koud vloeien.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de con-25 structie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont in perpsepctfef een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een rolklem volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een aanzicht op het rechter einde van de in fig.l weergegeven klem.

50 Fig. 3 toont een bovenaanzicht op het in fig.l weergegeven uit voeringsvoorbeeld, waarbij een deel van de klem met ^stippellijnen is aangegeven.

Fig. 4 toont een langsdoorsnede over fig.3,gezien volgens de lijn 4- 4 in fig.3.

35 Fig. 5 toont een dwarsdoorsnede over het in fig.l weergegeven uit voeringsvoorbeeld ,waarbij de klem in werkzame samenhang is weergegeven met

ft Π Ω R Q 7 L

*· -5- 21575/CV/tl de beperkte dwarsdoorsnede vormgeving van een uit kunststof vervaardigde buis

Fig. 6 en 7 tonen op grotere schaal dwarsdoorsnede! gezien volgens de lijn 6- 6 resp. 7 - 7 in fig.4 waarbij de rol in werkzame samenhang 5 met de beperkte dwarsdoorsnede vormgeving van de uit kunststof bestaande buis in deze instellingen is weergegeven.

Fig. 8 toont een verder uitvoeringsvoorbeeld van een klemlichaam voor een rolklem volgens de uitvinding.

Fig. 9 toont een aanzicht op het rechter einde van het in fig.8 10 weergegeven lichaam.

In de fig.'l - 5 is een uit twee stukken bestaande rolklem volgens de uitvinding weergegeven. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat de uit twee stukken bestaande rolklem volgens de uitvinding een U-vormig lichaam 10 met opstaande wanden 11,die met elkaar zijn verbonden 15 met behulp van een basis 12. Een rol 13 is opgesteld in langssporen 15, die zijn gevormd in zijwanden 11,waartoe centraal ten opzichte van de rol 13 opgestelde asnaven 14 in de sporen zijn gelegen. Bij voorkeur heeft de rol 13 op de weergegeven wijze een gekartelde buitenomtrek voor het verbeteren van de greepwerking op een stuk van een buis 16. De sporen 20 15 eindigen bij een einde 17 en verlopen een weinig taps naar beneden in de richting van de basis bij het tegenoverliggende einde 18 en in een verticaal vergroot gedeelte 19 van het lichaam 10,zoals weergegeven in de fig.l - 4. Ieder spoor 15 is voorzien van een legeroppervlak 20 voor een asnaaf waarbij dit legeroppervlak wordt begrensd door een verticale be-25 grenzing 21,die een weinig horizontaal naar binnen in het lichaam 10 uitsteekt en coplanair met elkaar zijn.

In de opstelling volgens fig.4 omvat de basis 12 een horizontaal legeroppervlak voor de rol of lijsten 22,die uitsteken naar het midden van het lichaam 10 vanaf de beide wanden 11.De lijsten 22 zijn gelijkma-30 tig op afstand gelegen onder de legeroppervlakken 20 van de sporen 15 langs de lengterichting van de sporen 15,zoals weergegeven in fig.4.

De gelijkmatige verticale afstand H tussen de legeroppervlakken 20 en de lijsten 22 is een weinig minder dan de afstand tussen het bovenste punt 23 op de asnaaf 14 en de buitenomtrek van de rol 13 voor het tot 35 stand brengen van een een kleine voorspanning bezittende passing,waarbij echter nog steeds een langsbeweging van de rol 13 in de sporen 15 mogelijk is. De lijsten 22 voorkomen een verticale beweging van de rol 13 -6- 21575/CV/tl indien deze in de lengterichting langs de basis wordt bewogen.

De fig, 2 en 5 geven een aandrukkingssleuf 30 voor de buis weer, welke wordt begrensd door twee verticale schouders 31, welke d^ijsten 22 verbinden met een onderste wand 32 van de sleuf 30. Zoals weergege-5 ven in de fig4- 7 is de onderwand 32 gelijkmatig over een vooraf bepaalde afstand opgesteld onder de lijsten 22 langs de lengte van de wand 32. Zoals weergegeven in fig. 4 begint de wand 32 bij een punt 33 nabij het vergrote gedeelte 19 van het lichaam 10; aan het tegenoverliggende einde is de wand 32 bij punt 34 nabij het einde 17 van de sporen 15 trapsge-10 wijs hoger liggend uitgevoerd. Zoals afgebeeld in fig.3 en 4 is een de vorm van een afgeknotte kegel bezittend conisch kanaal 35 centraal opgesteld in de onderwand 32 van de aandrukkingssleuf 30 voor de buis. Het dwarsdoorsnede oppervlak van het kanaal 38 vermindert geleidelijk vanaf het grootste punt bij het beginman de onderwand 32 naar het afgeknotte 15 einde bij het punt 34,waar de onderwand 32 trapsgewijs enigszins omhoog springt.

Nadat de buis 16 is verbonden met een bron voor het toedienen van een oplossing aan een einde en aan- het andere einde met behulp van een naald met een patient wordt de stromingssnelheid ingesteld door 20 langsverplaatsing van de rol.

Beweging van de rol 13 langs het lichaam 10 naar het einde 17 van de sporen 15 vermindert geleidelijk de afmeting van de fluidumdoortocht 36 in de samengedrukte buis tussen een verhoudingsgewijs volledige stroming mogelijk makende open stand zoals afgebeeld in fig.5 naar een klei-25 nere in fig.6 afgebeelde doortocht 37 (voor de duidelijkheid proportioneel vergroot),tot het punt waar de stroming volledig is geblokkeerd, zoals is £gebeeld in fig.7. De rol 13 drukt de buis 16 samen,zodat de buis zich althans nagenoeg aanpast aan de dwarsdoorsnedevormgeving van de aandrukkingssleuf 30 voor de buis rechtstreeks beneden de rol 13. De 30 tegenover elkaar gelegen zijwanden van de buis 16 worden gelijkmatig aangedrukt door de rol 13 om de zijkanten van de buis geheel te sluiten bij punten A tegen de onderwand 32.Het centrale gedeelte van de buis dwars op de samengedrukte zijkanten A past zich aan aan de dwarsdoorsnedeopper-vlakken van het kanaal 35 bij de desbetreffende stand van de rol 13.

35 De aandrukkingssleuf 30 voor de buis is bemeten om koude stroming minimaal te houden door de door de rol 13 uitgeoefende verticale kracht, 80 05 9 7 4 *- * < a -7- 21575/CV/tl welke de buis 16 tegen de vloer 32 aandrukt,minimaal te houden. De sleuf 30 is verder bemeten voor het beperken van de afmeting van de doortocht tot het dwarsdoorsnedeoppervlak van het kanaal 35 rechtstreeks onder de rol 13. De verticale afstand tussen de rol 13 opgesteld tussen de lijsten 5 22 en de onderwand 32 is ongeveer twee maal de wanddikte van de buis 16 of bij voorkeur een weinig minder. Deze verticale afmeting van de schouders 31 maakt het mogelijk,dat de dwars gerichte aandrukkingskracht • welke door de rol 13 uitgeoefend wordt op de buis,minimaal wordt gehouden, terwijl een volledige sluiting van de buis bij de punten A aan 10 weerszijden van het kanaal 38 wordt gewaarborgd. Deze minimaal gehouden aandrukkingskracht vermindert in aanzienlijke mate migratie van het materiaal van de buis ten gevolge van koud vloeien.Dienovereenkomstig is de aandrukkingssleuf 30 voor de buis bemeten voor het bevatten van de gehele dwarsdoorsnede van samengedrukte buis zonder de noodzaak voor een over-15 maat .ruimte voor het opnemen van migratie van de buis. De breedte van de sleuf 30 tussen de schouders 31 is ongeveer gelijk aan de gecombineerde afmeting van de helft van de inwendige omtrek van de buisboring plus twee maal de wanddikte van de buis. De minimale aandrukkingskracht uitgeoefend op de buis tussen de rol 13 en de onderwand 32 van de sleuf 30 maakt het 20 mogelijk dat de buis althans nagenoeg is opgesbten binnen de contouren van de sleuf 30 en een doortochtvormgeving aanneemt bepaald door het kanaal 35. Inden de rol nabij de trap 34 komt te liggen bij het afgeknotte einde van het kanaal 35 zal de afmeting van de doórtocht afnemen tot een volledige afsluiting bij een punt juist voor het trapvormige deel 25 34,zoals afgebeeld in fig.7. Volledige sluiting van de doortocht van de buis treed normaal op op een punt juist voor het einde van het kanaal doordat de verticale afstand tussen de rol 13 en de onderwand 32 van de sleuf 30 bij vooifeur een weinig minder dan twee maal de dikte van de buiswand wordt gehouden. Verder kunnen variaties van de dikte van de 30 buiswand bij de fabricage binnen acceptabele toleranties voor een bepaalde afmeting van de buis resulteren in een volledige sluiting,welke op een eerder punt langs de lengte van de klem plaatsvindt bij een buis met een een weinig grotere wanddikte. Alternatief zal,indien de dikte van de wand binnen de fabricage toleranties een weinig kleiner is ,het trap-35 vormige gedeelte 34 ,indien gewenst,een volledige skiting van de doortocht in de buis waarborgen door een geschikt opstellen van de rol 13.

n η n r a 7 δ -8- 2157 5/CV/tl

Zoals hierboven is omschreven waarborgt de opwaartse voorspan-kracht verkregen door de samenwerkende passing tussen de rol 13 en de lijsten 22, een gelijkmatige dwarsgerichte aandrukking door het elimineren van onnauwkeurigheden ,welke ontstaan ten gevolge van variaties 5 in afmetingen voortgebracht tijdens massaproductie.

In het bijzonder is de verticale afstand A zoals is weergegeven in fig.4,bemeten om een nauwe samenwerkende passing van de rol 13 te waarborgen ondanks kleine variaties in afmetingen tussen afzonderlijke in massa vervaardigde klemmen. Dientengevolge kan de rolklem volgens de 10 uitvinding gemakkelijk uit goedkope kunststof worden vervaardigd ,terwijl de betrouwbaarheid toch is gewaarborgd. Verder voorkomt de voor-spanningspassing van de rolA3 tegen de lijsten 22 een verticale beweging van de rol 13 tegen de buis 16 tijdens het verstellen van de klem.

De lijsten 22 handhaven de gelijkmatige aandrukkingskracht tegen de 15 buis 16 binnen de aandrukkingssleuf 30 tijdens het instellen van de klem.

Om een insteken van de rol 13 in het lichaam 10 mogelijk te maken zijn de lijsten 22 taps naar beneden toe verlopend uitgevoerd bij de einden 38 om overeen te'komen met het taps verlopende einde 18 van de sporen 15,zoals afgebeeld in fig.4. Zoale weergegeven in fig.l en 2 20 verbindt een horizontaal verlopende.5 dwarsstaaf 39 de wanden 11 bij het vergrote deel 19 van het lichaam 10. Voor het samenbouwen van de uit twee stukken bestaande klem maken de taps verlopende einden 18 van het spoor 15 en de taps verlopende einden 38 van de lijsten 22 het mogelijk om de rol 13 op zijn plaats te snappen door het vergrote deel 19 en 25 onder de dwarsstaaf 39. Indien eenmaal de naven 14 van de rol 13 in de sporen 15 zijn aangebracht voorkomt de dwarsstaaf 39 een verwijdering van de rol 13.

De buis kan hetzij voorafgaand of na het inbrengen van de rol 13 in het lichaam 10 worden aangebracht. Indien de klem is samengebouwd in 30 samenhang met een inrichting voor het toedienen van een medicinale vloeistof of dergelijke wordt de buis vaak onder de dwarsstaaf 39 en door het klemlichaam 10 gestoken voorafgaand aan het inbrengen van de rol 13. Anderzijds wordt,indien de rol 13 reeds in het klemlichaam 10 is ingébracht, de buis onder de rol 13 door gestoken,welke daarbij bij voorkeur 35 nabij het vergrote gedeelte 19 van het lichaam is opgesteld ten einde een insteken van de buis onder gebruikmaking van de taps verlopende einden 18 en 38 te vergemakkelijken.

80 059 7 4 -9- 21575/CV/tl

In de fig. 8 en 9 is een verder uitvoeringsvoorbeeld van een U-vor-rnig lichaam voor de klem volgens de uitvinding weergegeven. Dit U-vormige lichaam is hetzelfde als het voorgaande uitvoeringsvoorbeéH met uitzondering,dat de de opstaande wanden verbindende dwarsstaaf is weggelaten.

5 Daarbij heeft het U-vormige lichaam 60 een vergroot gedeelte 61 met een opening 62 in plaats van de dwarsstaaf.De opening 62 wordt begrensd door ópstaande wanden 63 van het lichaam 60. Verder heeft iedere wand_ 63 een verticaal plateau 64,dat zich een weinig in het lichaam 60 uitstrekt en op de in fig.9 weergegeven wijze een opening 62 begrenst. Twee taps ver-10 lopende sleuven 65 zijn in de zijwanden 63 aangebracht nabij het vergrote gedeelte 62 van het klemlichaam 60. De sleuven 65 zijn taps verlopend naar binnen in sporen 66 voor het opnemen van de niet nader weergegeven asnaaf van de rol tijdens het samenbouwen van de rolklem.

Het in de fig.8 en9 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld maakt een ge-15 makkelijk insteken van een buisstuk in de klem mogelijk,terwijl de rol gemakkelijk met het lichaam 60 kan worden gekoppeld door de asnaven van de rol in te snappen door de naar binnen taps verlopende sleuven 65. De binnenwaartse tapsheid van de sleuven in 66 en een niet nader weergegeven geschikt blokkeerorgaan bij het eind van de sporen 66 nabij het vergrote 20 gedeelte 61 voorkomt de verwijdering van de rol indien de klem eenmaal is samengebouwd. Met dit uitvoeringsvoorbeeld kan de klem direct worden samengebouwd met een stuk buis,welke aan beide einden is voorzien van koppelingen en die opgenomen is in ®n toedienapparaat voor medicinale vloeistof. De opening 62 maakt het mogelijk om de U-vormige buis 60 25 rechtstreeks over een buislengte in een dergelijke toedieninrichting aan te brengen.

Uit bovenstaande beschrijving van de specifieke constructies van enige uitvoeringsvoorbeelden zal het aan een vakman duidelijk zijn,dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding daarop talrijke 30 wijzigingen en/of aanvullingen mogelijk zijn.

en nc o 7 a 35

Claims (6)

1. RdDclem voor het regelen van fluidumstroming door een flexibele buis waarbij de klem is voorzien van een langgestrekt U-vormig lichaam met stijve tegenover elkaar gelegen opstaande wanden,die met elkaar zijn verbonden door een basis,terwijl een cilindrische rol is uitgerust 5 met een as,die met zijn uiteinden is gemonteerd in in de wanden gevormde sporen,welke legeroppervlakken voor de as bezitten,waarbij de legerop-pervlakken in een vlak en evenwijdig aan de basis zijn gelegen,met het kenmerk,dat de basis is voorzien van een legeroppervlak voor de rol, welk legeroppervlak gelijkmatig onder de legeroppervlakken voor de as 10 in de sporen is gelegen op een zodanige afstand,dat een voorspanningspas-eing wordt verkregen tussen de rol en het legeroppervlak van de rol doordat de as nauw in ingrijping is met, het legeroppervlak voor de as zodanig dat beweging van de rol loodrecht op de basis in aanzienlijke mate wordt voorkomen en slechts een langsbeweging van de rol wordt toegestaan bij 15 aanbrenging van een handkracht op de rol in een richting langs het lichaam en een aandrukkingssleuf voor de buis vormende oppervlakken zijn gevormd in de basis waaronder een onderste wand,die gelijkmatig onder het niveau van het legeroppervlak van de rol langs het lichaam is gelegen , terwijl de aandrukkingssleuf verder is voorzien van althans een schouder 2Ó welke de onderwand van de sleuf verbindt met het Igeroppervlak voor de rol,en een kanaal inde onderwand van de aandrukkingssleuf vormende oppervlakken welke kanaal een deel van de buis opneemt voor het vormen van een gecontroleerde doortocht met een dwarsdoorsnede vormgeving welke althans nagenoeg gelijk is aan die van de dwarsdoorsnede vormgeving van 25 het kanaal,en het kanaal verder een dwarsdoorsnede oppervlak heeft ,dat geleidelijk varieert van een plaats langs de basis naar een andere plaats, een en ander zodanig,dat een instelling van vloeistof stroming mogelijk is door de doortocht van de buis,welke is opgesloten binnen de aandrukkingssleuf voor de buis en het kanaal afhankelijk van de stand van de rol 30 langs het lichaam en wel van een grote stroming tot in het geheel geen stroming en althans nagenoeg zonder onbeoogde verticale beweging van de rol langs het lichaam en met minimale wijziging in stroming gedurende de tijd bij een gekozen stand van de rol.

2. Klem volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de aandrukkingssleuf 35 voor de buis centraal langs het lichaam is opgesteld en is voorzien van twee schouders,die aansluiten op de onderwand van de sleuf. 80 05 9 7 4 w ·? -11- 21575/CV/tl

3. Klem volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de breedte van de sleuf althans nagenoeg gelijk aan de gecombineerde afmeting van de helft van de inwendige diameter van de boring van de buis plus twee maal de wanddikte van de buis.

4. Klem volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het kanaal de vorm heeft van een afgeknotte kegel.

5. Klem volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de schouder van de aandrukkingssleuf voor de buis een hoogte heeft,die een weinig kleiner is dan of gelijk aan twee maal de wanddikte van de buis. 10

6. Klem volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het langgestrekte U-vormige lichaam in lengterichting langs zijn lengte geen obstakels bevat tegenover de basis ten einde een zijdelings insteken van de buis in het klemlichaam mogelijk te maken. 15 80 05 9 7 4