NL8005675A - Werkwijze en inrichting voor de automatische circu- latie in pompstations voor afvalwater. - Google Patents

Description

,. * xr~'+

Werkwijze en inrichting voor de automatische circulatie in pomp-stations voor afvalwater.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het tot stand brengen van een circulatie in pompstations, welke een deel vormen van een gemeentelijk rioolsysteem.

. In een pompstation, dat ook dienst doet als een opslagkamer 5 voor afvalwater, zullen slibbanken ontstaan nabij de bodem evenals aan het wateroppervlak. De banken worden meer frequent gevormd bij lage watersnelsnelheid en bij lange pomp-intervallen.

Er heeft een micro-biologische afbraak van het slib plaats, waarvan de snelheid afhankelijk is van de temperatuur. Wanneer de 10 zuurstof is verbruikt, vindt een fermentatie-proces plaats, waarbij H^S (zwavelwaterstof), GH^ (methaan) enz. wordt geproduceerd. Ook zuur wordt gevormd, wat resulteert in een lagere pH-waarde. Zwavelwaterstof stinkt en is ook giftig. Er zijn dodelijke ongevallen gebeurd bij onderhoudswerkzaamheden in met zwavelwaterstof gevulde 15 pompstations.

De zwavelwaterstof vormt tezamen met zuurstof zwavelzuur met een ρΞ-waarde in de buurt van 1. Dit betekent zware beschadigingen door corrosie aan onderdelen boven het wateroppervlak, zoals elec-trische uitrusting en armaturen. Bovendien corrodeert de buisleiding, 20 wanneer het water daardoor wordt gepompt. Buizen vervaardigd van beton kunnen door corrosie dicht klappen en zo de verbinding blokkeren.

Het methaangas kan gemakkelijk in brand raken, waardoor explosies kunnen ontstaan. Om dit te verhinderen is het noodzakelijk 25 dure explosie-veilige installaties te gebruiken.

De tot nu toe gebruikte werkwijzen om te verhinderen dat slibbanken worden gevormd, hebben slechte resultaten opgeleverd. Dit betekent in de praktijk dat de pompstations met regelmatige intervallen met schoon water gespoeld moeten worden, zodat de slibbanken wor-30 den afgebroken en worden gemengd met het water.

Deze werkwijze om septische slib kwijt te raken is echter zeer duur, daar de slib na 4 "tot 6 uur verrot is in Noord Europa en binnen 1 tot 3 uur in een tropisch klimaat.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en op inrich-35 tingen voor het tot stand brengen van circulatie en mengen van het water in een pompstation door een tijdelijk rond pompen met behulp van de pompen, die in het station aanwezig zijn.

8005675 -2-

De uitvinding wordt nader beschreven met verwijzing naar de tekeningen:

Fig. 1 toont een pompstation voorzien van een klep volgens de uitvinding.

5 Fig. 2 toont een pompstation, waarbij de klep anders is opge steld.

Fig. 3 toont een klep met een speciaal type regelinrichting.

Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm van de klep volgens de uitvinding.

10 In fig· 1 is een pompstation aangegeven met 1, voorzien van een inlaat 2 en een uitlaat 3· Met 4 is een dompelpomp aangegeven met een uitlaat 5» die verbonden is aan een afvoereenheid 6 op de uitlaatpijp 3· Met 7 is een klep aangegeven met een centrale inrichting 8, uitlaat (spreidstuk) 9 en uitlaatpijp of retourpijp 10.

15 11 en 12 geven water-niveaus weer. 13 geeft een klepzuiger weer, 14 een rolmembraan, 15 een nivelleertank, 16 een scheidingswand, 17 een terugbreng veer, 18 een klepnaald, 19 een klepsteel, 20 een pijp, 21 een verbindingspijp, 22 een klepplaat en 23 een hefboom,

In fig. 1 is een conventioneel uitgerust pompstation 1 voorzien 20 van een inrichting volgens de uitvinding. Volgens de bekende werkwijze start de pomp 4, wanneer het water-niveau 11 is bereikt. De pomp werkt dan door totdat het niveau 12 is bereikt en start opnieuw, wanneer het niveau 11 weer is bereikt. Br heeft dus geen echte meng-werking van het water in het pompstation plaats, waardoor het ge- 25 vaar, dat sibbanken worden gevormd, wordt vergroot.

Volgens de uitvinding is een klep 7 verbonden met de uitlaat 5 van de pomp 4* Vanneer de pomp start, is de klep open, hetgeen betekent dat het verpompte medium terug stroomt in het pompstation 1 en een sterke stroming en mengwerking daarin creëert, waardoor het 30 verpompte medium homogeen wordt gemaakt.

Na een bepaalde tijd wordt de klep gesloten en wordt het medium op de gebruikelijke wijze door de uitlaat 3 gepompt totdat het niveau 12 is bereikt. De klep wordt dan opnieuw geopend tot de volgende pomp start.

55 In fig. 2 is een andere aansluiting van de klep volgens de uit vinding getoond. Vanneer de klep 7 open is, wordt het verpompte medium teruggevoerd naar het pompstation via de pijp 10, welke uitmondt nabij de bodem, waar de slibbanken optreden. In ieder ander opzicht werkt de inrichting op dezelfde wijze als de inrichting 40 volgens fig. 1.

8005675 * . < -3-

De hierboven beschreven kleppen worden electrisch bestuurd. In fig. 3 is een hydrostatisch bestuurde klep getoond, welke op de volgende wijze werkt:

Wanneer de pomp start is de klep open, zodat een open verbin-5 ding aanwezig is tussen de pomp-uitlaat en het pompstation, zodat een hierboven beschreven terugstroming wordt verkregen. De zuiger 13 is dan in zijn bovenste stand onder invloed van de veer 17* Het rolmembraan 14 wordt omlaag gedrukt door druk in de pijp 20, wanneer deze is verbonden met de pomp-uitlaat. De snelheid van de neerwaart-10 se beweging, de sluittijd, wordt bepaald door een naaldklepinrichting, waarbij een lekgat in een scheidingswand en de naald 18 samenwerken.

De sluitsnelheid kan gevarieerd worden door een vernauwing op de : naald. Wanneer de zuiger 13 zijn onderste stand heeft bereikt, is de verbindingspijp 21 gesloten en blijft dit zolang de pomp werkt. Wan-15 neer de pomp stopt, neemt de druk in de pijp 21 af en de veer 17 drukt het rolmembraan 14 en de zuiger 13 terug naar hun oorspronkelijke standen voor een nieuwe meng-pompcyclus.

Ben uitvoeringsvorm volgens fig. 4 wordt de klep gevormd als een twee-weg draaiklep, die is opgesteld in de uitlaat 3* Wanneer 20 de pomp start, is de uitlaat gesloten door de middelen 22, terwijl de poort naar de terugvoerpijp 10 open is. De vloeistof wordt dan gevoerd door de roteerbare spreidstukpijp 9· He aandrijfeenheid 8, welke bestuurd wordt door een tijdrelais zal na een bepaalde tijd de middelen 22 zodanig verdraaien, dat de poort naar de terugvoer-25 pijp wordt gesloten, terwijl de poort naar de uitlaat open is.

Yolgens de uitvinding wordt dus een werkwijze en inrichtingen verkregen voor het automatisch besturen van de pompstroming en de terugvoerstroming (circulatie) in een pompstation. De uitvinding biedt vele voordelen wat betreft verbetering van de omgev^ing in 30 de pompstations en vermindert de gevaren van uitvallen, veroorzaakt door slibconcentraties.

De hierboven beschreven inrichtingen zijn slechts voorbeelden van geschikte uitvoeringsvormen. Verschillende andere oplossingen zijn mogelijk binnen het kader van de uitvinding.

8005675

Claims (7)

1. Werkwijze voor de automatische her-circulatie in pompstations voor afvalwater, die één of meerdere pompeenheden bevatten, met het kenmerk, dat de uitlaat(3) vanaf het pompstation (l) of de uitlaat (5) vanaf de pompeenheid (4) in het station voorzien 5 is van een klep (7)» welke gedurende een vooraf bepaald tijdinterval (intervallen) een verbinding opent tussen de uitlaten (3) of (5) en het pompstation (1), waardoor-een terugstroming wordt verkregen van het gehele of een deel van het verpompte medium.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de verbinding altijd open is wanneer de pomp start.

5· Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze voorzien is van een electrisch bestuurde klep (7), die is opgesteld in de uitlaat (5) van de pomp (4)·

4· Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat deze is voorzien van een electrisch bestuurde klep (7)» die is opgesteld in de uitlaatpijp (3) vanaf de pomp, indien mogelijk boven het maximum water-niveau (11), waarbij de klep (7) dan voorzien is van een pijpverbinding (10), die uitmondt nabij de bodem van het pompstation (1).

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze voorzien is van een verbindingspijp (21) aan de uitlaat (5) van de pomp (4)» welke pijp aangesloten is op een verstelbare verbinding met een uitlaat (9) evenals op een cilinder met een membraan (14), dat onder invloed staat van een veer (17) ia sen. openings-25 richting van de verstelbare verbinding en in een sluitrichting daarvan door de druk van de pomp-uitlaat (5)> waarbij besturings-middelen (15» 16, 17» 18, 19) aanwezig zijn, die het tijdsinterval besturen, dat nodig is voordat de pompdruk de veerkracht zoveel overheerst, dat de verstelbare verbinding wordt gesloten.

6. Inrichting volgens één van de conclusies 3 t/m 5» met het kenmerk, dat de uitlaat (9) vanaf de klep (7) naar het pompstation (1) draaibaar is.

7· Inrichting volgens één van de conclusies 3 t/m 5» met het kenmerk, dat de klep (7) een verdraaibare twee-weg 35 klep is. -—000O000--- 8005675