NL8005018A - Menginrichting. - Google Patents

Description

U.0.29.439

Menginri chting

De uitvinding heeft betrekking op een menginrichting met in het inrichtingshuis naar een mengkamer gevoerde, blokkeerbare kanalen voor de toevoer van warm en koud water en een afvoerbuis, waarbij een of twee andere blokkeerbare waterafvoeren vó<5r de 5 mengkamer met aftakkanalen zijn aangesloten op het toevoerkanaal voor koud water. Dergelijke inrichtingen worden toegepast voor de extra aansluiting van spoel- en/of wasmachines, die onmiddellijk nabij de afvoerinrichting zijn aangebracht.

Br is een van één gat voorziene menginrichting met een of twee 10 extra aansluitingen voor een andere waterafvoer bekend. Deze inrichting heeft een aangevormde insteekbare buisstomp waardoor de kanalen voor de toevoer van warm en koud water en de extra waterafvoeren zijn gevoerd. Aan het inrichtingshuis is een afvoerbuis aangebracht, waardoor gemengd water kan worden afgenomen. De extra 15 aansluiting of aansluitingen zijn telkens voorzien van blokkeer-kleppen en védr het toevoerkanaal van koud water op de mengkamer aangesloten. Zulke van één gat voorziene inrichtingen worden toegepast bij aanrechten, werkplaten of dergelijke, waarbij de aangevormde buisstomp door een boring in het opzetvlak wordt gestoken 20 en van onderaf met een opgeschroefde moer wordt vastgeklemd. Zulk een menginrichting is ontworpen op de extra blokkeerbare aftak-mogelijkheid van koud water.

In spoel- en wasmachines wordt ten minste voor enige behande-lingsfasen het verbruikswater elektrisch verwarmd. Daarvoor wordt 25 relatief dure hoogwaardige energie toegepast en bovendien vereist het verwarmen van het water een relatief lange tijdsduur. Om redenen van energiebesparing geldt bij energiebehoefte de grondregel om zoveel mogelijk aanwezige laagwaardige energie te gebruiken. Het betekent in alle gevallen, bijvoorbeeld in de huishouding, waar JO reeds goedkopere energie, bijvoorbeeld door verbranding van olie of kolen opgewekte energie, ter beschikking staat, dat deze -zoveel mogelijk wordt gebruikt. Het is derhalve zinvol bij spoelen wasmachines het reeds aanwezige warme water te gebruiken. Daarbij moet echter in beschouwing worden genomen, dat in enkele behandelings-35 fasen, in het bijzonder bij wasmachines, bepaalde temperaturen niet mogen worden overschreden.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een menginrichting van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de onafhankelijke rege- 2 ling van de extra waterafvoeren mogelijk is en waarbij reeds aanwezig warm water energiebesparend kan worden gebruikt.

Om dit doel te bereiken is de menginrieht ing volgens de uitvinding gekenmerkt door een of twee op het toevoerkanaal voor warm 5 water vdér de mengkamer aansluitende aftakkanalen waarvan telkens één met één van de naar een extra waterafvoer voerende aftakkanalen voor koud water, voortdurend of na het openen van de blokkeerklep voor deze waterafvoer in verbinding staat.

De gelijktijdige aftakking van de toevoer van koud water en 10 van de toevoer van warm water garandeert bij de overige stelsels en ongeveer gelijke afmetingen van de aftakkanalen een temperatuur van het gemengde water, die in beginsel voldoet aan alle optredende behandelingsfasen van spoel- of wasmachines. De opwarmtijd bij de daarachter geschakelde machines wordt daardoor verkort en een betere 15 gebruiksmogelijkheid wordt bereikt. Energiebesparingen ontstaan op grond van de toepassing van reeds aanwezige goedkopere energie.

Yolgens een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn telkens een aftakkamaal voor koud water en een aftak-kanaal voor warm water onafhankelijk van elkaar naaa/een gemeenschap-20 pelijke blokkeerbare mengklep gevoerd, die bij voorkeur werkt met een van een keramische schijf voorziene besturingsinrichting.

Bij zulk een waterbesturing zijn na het blokkeren van de klep de verschillende kringlopen ten opzichte van elkaar geblokkeerd. Om tijdens bedrijf retourstromen op grond van verschillende druk-25 omstandigheden te verhinderen, kan het doelmatig zijn hetzij in de blokkeerklep of in de toevoerkanalen, bijvoorbeeld in de hoekkleppen bij de aansluitplaats, retourstrooigin^i^IrSgen aan te brengen.

Yan één gat voorziene menginrichtingen van de bekende soort hebben insteekbare buisstompen met relatief hoge materiaalkosten.

50 Tot de uitvinding behoort echter ook het voorstel het inrichtings-huis zonder insteekbare buisstompen uit te voeren en de starre of flexibele toevoerbuizen of -slangen aan het opzetvlak van het inricht ingshuis te bevestigen. Yoor de bevestiging van zulk een meng-inrichting volgens de uitvinding op de opzetvlakken, bijvoorbeeld 55 van de werkplaat van een inbouwkeuken, dient een contraplaat en een door deze plaat gevoerde, aan het inrichtingshuis in of aan het opzetvlak te bevestigen kopschroef, met behulp waarvan het inrichtingshuis op de opzetplaat kan worden vastgeklemd. Zulk een bevestiging is eenvoudig en zeker en vereist relatief geringe 40 materiaalkosten.

8005018 ί 3

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

In de tekening tonen : fig. 1 een vooraanzicht van de inrichting gedeeltelijk in 5 doorsnede, die op een werkplaat is opgezet en vastgeklemd; fig. 2 een bovenaanzicht van de inrichting ; fig. 5 een doorsnede volgens de lijn I - I in fig. 1; fig. 4 een aanzicht in de richting "X” van fig. 3> en fig. 5 een aanzicht op de opneemboring van de blokkeerklep 10 in de richting "Y" in fig. 3·

Eet getoonde inrichtingshuis 1 is voorzien van de beide zijdelingse klepbuisstompen 13 en 14 voor het opnemen van de niet get-toonde bovendelen van de klep van de blokkeerkleppen voor de toevoer van koud water en warm water, alsmede de afvoerbuisstompen 15 15 voor het opnemen van de niet getoonde afvoerbuis. De onderzijde is afgevlakt tot een opzetvlak 11. Een van schroefdraad voorziene boring 12 is gecentreerd aangebracht in dit opzetvlak 11 waarin een kopschroef 7 kan worden ingeschroefd voor de bevestiging van de inrichting op bijvoorbeeld een werkplaat 4· 20 Eet toevoerkanaal 21 voor koud water verloopt via de bijbeho rende boring naar de opneemboring 22 in de klepbuisstomp 13· "Van daaraf verloopt het in fig. 3 zichtbare kanaal 23 naar de mengkamer 61 in het verlengde van de opneemboring 62 van de als geheel met 6 aangegeven inrichtingsafvoer. De gehele blokkeerklep van koud water 25 is met het referentiecijfer 2 aangeduid.

Een overeenkomstige watergeleiding is voor het warm water aangebracht, waarvan de blokkeerklep van warm water als geheel met het referentienummer 3 is aangegeven. Eet toevoerkanaal 31 voor warm water is met een overeenkomstige boring in de opneemboring 32 30 voor het klepbovendeel gebracht. Van daaraf verloopt het in fig.1 zichtbare verbindingskanaal 33 naar de mengkamer 61.

Zowel van het toevoerkanaal 21 voor koud water als van het toevoerkanaal 31 voor warm water af vertakken de in het bijzonder in fig. 2 getoonde kanalen 51a en 51b, die naar de opneemboring 52 35 van de als geheel met het referentienummer 5 aangegeven blokkeerklep van gemengd water zijn gevoerd voor een extra waterafvoer.

Van deze klep af, waarvan het bovendeel eveneens niet is getoond, verloopt het afvoerkanaal 53 voor warm water naar de extra waterafvoer 54 die bijvoorbeeld kan zijn aangesloten op een spoelmachine. 40 In deze uitvoeringsvorm is de blokkeerklep van gemengd water 8005018 4 gevormd door een besturingsinricht ing met een keramische schijf. Daarvoor is in de boring 52 een vaste keramische schijf 55 met boringen die overeenkomen met de inlaat- en de uitlaatboring, afgedicht ingezet. Yia een draaigreep 58 en een as 57 is daarvoor 5 een stuurschijf 56 uit keramisch materiaal draaibaar, die een overeenkomstig openen van de beide instroomboringen van de aftak-kanalen 51a en 51 "b en van de boring naar het afvoerkanaal 53 mogelijk maakt. ïïit de kanalen 51a en 51b instromend water stroomt door de beide schijven 55 en 58 heen en wordt in de mengkamer 59 met 10 elkaar gemengd. Bij gelijke drukstelsels en gelijke waterhoeveel-heden ontstaat een gemiddelde temperatuur van het mengsel. De temperatuur van het mengsel kan bijvoorbeeld worden beïnvloed door een extra smoorogaan van een van de toevoerkanalen, bij voorkeur van het toevoerkanaal voor koud water. Zulk een regeling is in de 15 meeste gevallen mogelijk bij de aansluitkleppen, de zogenaamde hoekkleppen. lier kan bij verschillende drukomstandigheden in de kringloop van warm en koud.water een voorinstelling van de temperatuur van gemengd water door de installateur geschieden.

Bij het volgen van de in aanmerking komende voorschriften 20 kunnen op voordelige wijze in het gebied van deze hoekkleppen nog extra terugslagkleppen worden ingezet, waarvan de inbouw echter in beginsel ook in de blokkeerklep van de extra waterafvoer mogelijk is.

Een tweede extra waterafvoer voor gemengd water kan in prin-25 cipe op dezelfde wijze worden uitgevoerd, waarbij hetzij de toevoerkanalen tweevoudig v<5<5r de mengkamer worden afgetakt, of in de blokkeerklep een overeenkomstige verdeling respectievelijk omzetting wordt toegepast. Bij zulk een constructie is derhalve het inzetten van een gemeenschappelijke blokkeerklep voor gemengd water 30 met een omzetting zinvol.

Om de getoonde inrichting op een opzetplaat, bijvoorbeeld een werkplaat 4 te kunnen bevestigen is aan de onderzijde daarvan het vlakke opzetvlak 11 gevormd, dat groter is dan de doorgaande boring 41 in de werkplaat 4. Door deze boring 41 worden de toevoerkanalen 35 21 en 31 alsmede de extra waterafvoer 54 naar beneden gevoerd door een van onder af tegen de werkplaat 4 geplaatste contraplaat 9 met overeenkomstige boringen. Yoor het op afstand houden van de afzonderlijke toe- en afvoerleidingen dient de opgeschoven afstandsring 8. De van onder af door de contraplaat 9 gebrachte kopschroef 7 40 kan in de van schroefdraad voorziene boring 12 in het inrichtings- 8005018 r 5 huis 1 worden ingeschroefd, waardoor de contraplaat en het inrich-tingshuis klemmen!tegen de werkplaat 4 wordt getrokken. Op bekende wijze worden tussen werkplaat 4 en opzetvlak 11 afdichtingen aangebracht .

8005018

Claims (9)

1. Menginrichting met in het inrichtingshuis naar een mengkamer gevoerde, blokkeerbare kanalen voor de toevoer van warm en koud water -en een afvoerbuis, waarbij een of twee andere blokkeer- 5 bare waterafvoeren v<5<5r de mengkamer met aftakkanalen zijn aangesloten op het toevoerkanaal voor koud water, gekenmerkt door een of twee op het toevoerkanaal voor warm water v<5<5r de mengkamer aansluitende aftakkanalen (51b), waarvan telkens één met één van de naar een extra waterafvoer (53» 54) voerende aftakkana- 10 len (51a) voor koud water voortdurend of na het openen van de blok-keerklep (5) voor deze waterafvoer (53» 54) ih verbinding staat.

2. Menginrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat telkens een aftakkanaal (51a) voor koud water en een aftakkanaal (51¾) voor warm water v<5<5r de blokkeerklep (5) van de 15 extra waterafvoer met elkaar zijn verbonden.

3. Menginrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat telkens een aftakkanaal (51a) voor koud water en een aftakkanaal (51b) voor warm water onafhankelijk van elkaar naar een gemeenschappelijke blokkeerklep (5) voor gemengd water zijn ge- 20 voerd.

4. Menginrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een blokkeerklep (5) voor gemengd water met een van een keramische schijf voorziene besturingsinrichüng (55» 56, 57» -58)·

5. Menginrichting met twee extra waterafvoeren volgens con- 25 clusie 1, gekenmerkt door een gemeenschappelijke omscha- kelbare blokkeerklep voor gemengd water voor de extra af voeren.

6. Menginrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat hetzij in de toevoeren (21, 31) of in de blokkeerklep (5) of blokkeerkleppen in de 30 richting van de extra waterafvoeren (53> 54) terugstroomblokkeer-inrichtingen zijn toegepast.

7. Menginrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies voor het opzetten op aanrechten, werkplaten enzovoort, waarbij de toevoeren en de extra afvoer of afvoeren aan de tegen- 35 over de afvoerbuis liggende zijde door de opzetplaat naar beneden zijn gevoerd, waarbij de inrichting met een schroefbevestiging aan de opzetplaat is bevestigd, gekenmerkt door een van de onderzijde van de opzetplaat (4) Aangebrachte contraplaat (9) en een door deze plaat gestoken, in het inrichtingshuis (1) in of aan 40 het opzetvlak (11) te bevestigen kopschroef (7)» met behulp waarvan 8005018 het inriehtingshuis (1) aan de opzetplaat (4) kan worden geklemd.

8. Menginrichting volgens conclusie 7» gekenmerkt door een oontraplaat (9) met "boringen die overeenkomen met de doorgevoerde kanalen respectievelijk huizen (21, 31, 53)· 5

9· Menginrichting volgens conclusie 7> gekenmerkt door een over de toevoerkanalen (21, 31)> het afvoerkanaal (53) voor gemengd water en de kopschroef (7) geschoven afstandsring (8) met overeenkomstige boringen. 8005018