NL8004499A - Inrichting voor het met behulp van lucht drogen van een waterige brij. - Google Patents

Inrichting voor het met behulp van lucht drogen van een waterige brij. Download PDF

Info

Publication number
NL8004499A
NL8004499A NL8004499A NL8004499A NL8004499A NL 8004499 A NL8004499 A NL 8004499A NL 8004499 A NL8004499 A NL 8004499A NL 8004499 A NL8004499 A NL 8004499A NL 8004499 A NL8004499 A NL 8004499A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
slurry
support means
steam
drying
Prior art date
Application number
NL8004499A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Amf Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Amf Inc filed Critical Amf Inc
Publication of NL8004499A publication Critical patent/NL8004499A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A24TOBACCO; CIGARS; CIGARETTES; SIMULATED SMOKING DEVICES; SMOKERS' REQUISITES
    • A24BMANUFACTURE OR PREPARATION OF TOBACCO FOR SMOKING OR CHEWING; TOBACCO; SNUFF
    • A24B3/00Preparing tobacco in the factory
    • A24B3/04Humidifying or drying tobacco bunches or cut tobacco
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B3/00Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat
    • F26B3/18Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by conduction, i.e. the heat is conveyed from the heat source, e.g. gas flame, to the materials or objects to be dried by direct contact
    • F26B3/22Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by conduction, i.e. the heat is conveyed from the heat source, e.g. gas flame, to the materials or objects to be dried by direct contact the heat source and the materials or objects to be dried being in relative motion, e.g. of vibration
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A24TOBACCO; CIGARS; CIGARETTES; SIMULATED SMOKING DEVICES; SMOKERS' REQUISITES
    • A24BMANUFACTURE OR PREPARATION OF TOBACCO FOR SMOKING OR CHEWING; TOBACCO; SNUFF
    • A24B3/00Preparing tobacco in the factory
    • A24B3/14Forming reconstituted tobacco products, e.g. wrapper materials, sheets, imitation leaves, rods, cakes; Forms of such products
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B17/00Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement
    • F26B17/02Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed by belts carrying the materials; with movement performed by belts or elements attached to endless belts or chains propelling the materials over stationary surfaces
    • F26B17/04Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed by belts carrying the materials; with movement performed by belts or elements attached to endless belts or chains propelling the materials over stationary surfaces the belts being all horizontal or slightly inclined
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B21/00Arrangements or duct systems, e.g. in combination with pallet boxes, for supplying and controlling air or gases for drying solid materials or objects
    • F26B21/004Nozzle assemblies; Air knives; Air distributors; Blow boxes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B3/00Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat
    • F26B3/18Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by conduction, i.e. the heat is conveyed from the heat source, e.g. gas flame, to the materials or objects to be dried by direct contact
    • F26B3/20Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by conduction, i.e. the heat is conveyed from the heat source, e.g. gas flame, to the materials or objects to be dried by direct contact the heat source being a heated surface, e.g. a moving belt or conveyor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Manufacture Of Tobacco Products (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)
  • Vaporization, Distillation, Condensation, Sublimation, And Cold Traps (AREA)

Description

- 1 - * i
Inrichting voor het met behulp van lucht drogen van een waterige brij.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met behulp van lucht drogen en meer in het bijzonder, op een inrichting voor het verwijderen van vocht uit een waterige brij. In het bijzonder is de 5 uitvinding gericht op een inrichting voor het drogen van gere-constitueerde tabaksbrij op een relatief snelle en gelijmatige manier.
Gangbaar toegepaste werkwijzen en inrichtingen voor het drogen van waterige brijen, zoals gereconstitueerde tabaks-brijen, maken gebruik van kostbare en moeilijk te 10 hanteren luchtkappen, kamers en geleidingswerk die boven en over een tabaks-velvormende band zijn geplaatst. De drooginrichtingen verdelen, verzamelen en vervoeren de lucht die is vereist voor het verwijderen van waterdamp van het oppervlak van de brij. Tot nu toe zijn deze kap-, 15 kamer- en leidingstrukturen noodzakelijk geweest ter verzekering van uiterst gelijkmatige droogsnelheden van gereconstitueerde tabsksprodukten van hoge kwaliteit, zoals sigaar-dekbladen en ombladen. Deze werkwijzen en inrichtingen zijn echter zo ingewikkeld in bouw gebleken, dat zij niet 20 effektief waren uit het oogpunt van kosten.
Van de apparaten van dit type is er één, waarbij een verhittingsmedium zoals stoom wordt toegediend onder een eindloze band, die een waterige brij zodanig transporteert, dat hij water van de brij doet verdampen. Een lucht-25 stroom is aangebracht over de brij heen, die het verdampte brijwater zal meeslepen en het uit het apparaat zal verwijderen. Deze eerdere inrichtingen maken toepassing noodzakelijk van ingewikkelde en massale kappen en leidingen, waardoor het moeilijk wordt de gelijkmatigheid van drogen 30 van de brij te controleren.
Ook zijn in de stand van de techniek verschillende types verhittings- en lucht-drooginrichtingen bekend, waarbij een warmte- en/of een luchtstraal zodanig op een waterige brij of doek wordt aangebracht, dat het vocht 35 daaruit wordt verdampt en verwijderd. De stand van de techniek wordt hierbij gevormd door de Amerikaanse octrooi- 800 4 4 99 - 2 - schriften 3.228.113; 1.373.396; 3.417.484; en 3.590.493.
Geen van deze oudere octrooischriften beschrijven een werkwijze of inrichting naar volledige tevredenheid voor de snelle en gelijkmatige verwijdering van vocht uit een 5 waterige brij tot een mate, die noodzakelijk is voor een gereconstitueerde tabaksbrij.
Voorts is een lucht-drooginrichting bekend, waarbij . een brij van gereconstitueerde tabak wordt getransporteerd onder een geperforeerde band, die het vocht uit de brij 10 door de band heen doet sijpelen. Dit loopt in wezen uit op een ongeoorloofd verlies van nicotine uit de brij, hetgeen de afscheiding van de nicotine uit het verwijderde vocht en het opnieuw aanbrengen van de nicotine in het gedroogde tabaksprodukt noodzakelijk maakt.
15 Bij het drogen van brijen, in het bijzonder wanneer dit wordt toegepast bij gereconstitueerde tabaksbrijen, is het van belang dat, teneinde een tabaksprodukt van hoge kwaliteit te verkrijgen, een snelle en gelijkmatige droging van de brij tot stand wordt gebracht door een inrichting 20 te benutten, die de gewenste resultaten zal verschaffen, welke resultaten in de stand van de techniek onbereikbaar waren, terwijl zij toch zo doeltreffend uit het oogpunt van kosten en economisch zijn dat zij op de markt concurrerend zijn.
25 Daarom is een doel van de onderhavige uitvinding het verschaffen van een eenvoudige en betrouwbare inrichting voor het drogen van een brij. Een meer bijzonder doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een lucht-drogingsinrichting, waarbij gebruik wordt gemaakt van lucht-30 stromen voor het op een snelle en gelijkmatige manier verwijderen van verdampt vocht uit een brij, zoals een gereconstitueerde tabaksbrij.
Weer een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een lucht-drogingsinrichting van 35 het beschreven type, waarbij een stoom-producerende opstelling is aangebracht beneden een eindloze beweegbare transportband, die de brij zodanig ondersteund, dat een stoomatmosfeer onder de band wordt geproduceerd, zodat het vocht uit de brij verdampt, en waarbij luchtstralen een 40 stroom drogende lucht over de brij voortstuwen ter ver- 800 4 4 99
* I
- 3 - wijdering van de waterdamp, die boven de brij aanwezig is.
Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een luchtdrogingsinrichting voor een brij zoals eerder is beschreven, die een gelijkmatige 5 en snelle droging van de brij zal verzekeren en waarbij de inrichting een eenvoudige en goedkope constructie heeft, die een minimum aan leidingswerk, onderhoud en regeling vereist,zodat hij uiterst economisch en uit het oogpunt van kosten doeltreffend is zowel in verband met kapitaals-10 investering als bij het in werking hebben van de inrichting.
Nu volgt een gedetailleerde beschrijving van voorkeuruitvoeringsvormen van een luchtdrogingsinrichting, geconstrueerd volgens de inrichting. Dit gebeurt aan de hand van bijgaande tekeningen: 15 fig. 1 is een algemeen schematisch aanzicht in perspectief van een luchtdrogingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding? fig. 2 is een bovenaanzicht van een stoomkast, die in de inrichting volgens de uitvinding wordt gebruikt? 20 fig. 3 is een vertikaal zijaanzicht van de stoom kast van fig. 3? fig. 4 is een doorsnede op vergrote schaal langs de lijn IV-IV in fig. 2? fig. 5 is een fragmentarisch aanzicht op vergrote 25 schaal van het omcirkelde gedeelte in fig. 2? fig. 6a t/m 6c zijn vertikale zijaanzichten van de luchtdrogingsinrichting; fig. 7 is een doorsnede op vergrote schaal langs de lijn VII-VII in fig. 6a? 30 fig. 8a t/m 8c zijn vlakke bovenaanzichten van de inrichting van de fig. 6a t/m 6c? fig. 9 is een vertikaal vooraanzicht van een luchttoevoerruimte, die wordt toegepast bij de inrichting volgens de uitvinding; 35 fig. 10 is een vlak bovenaanzicht van de lucht- to evo erruimte; fig. 11 is een dwarsdoorsnede langs de lijn XI-XI in fig. 9? fig. 12 is een vertikaal vooraanzicht van een 40 lucht-terugleidingsruimte, toegepast in de inrichting 800 4 4 99 - 4 - volgens de uitvinding; fig. 13 is een vlak bovenaanzicht van de lucht-terugkeerruimte; fig. 14 is een doorsnede langs de lijn XIV-XIV· 5 in fig. 12; fig. 15 is een schematische weergave van de inrichting van fig. 1; fig. 16 is een schematisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de lucht-drogingsinrichting; 10 fig. 17 is een schematische transversale doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van de lucht-drogings-inrichting; fig.18 is een vlak bovenaanzicht op verkleinde schaal van de inrichting van fig. 17; 15 fig. 19 is een schema in perspectief van nog een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 20 is een schematische dwarsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; en 20 fig. 21 is een vlak bovenaanzicht op verkleinde schaal van de inrichting van fig. 20.
Nu worden de tekening in detail besproken.
Fig. 1. De brij-drogingsinrichting 10 volgens de uitvinding heeft een ondoordringbare eindloze beweegbare 25 roestvrij stalen band 12, waarvan de vlakke horizontale bovenloop een brij in de vorm van een dunne laag ondersteund. De brij kan bijv. zijn samengesteld uit een tabaksblad van verkleind tabak zoals beschreven is in de Amerikaanse aanvrage 18.814. De inhoud wordt geacht in deze beschrijving 30 te zijn opgenomen. De bovenloop van de band 12 wordt getransporteerd in de richting van de pijl S met een vooraf-bepaalde snelheid.
Onder de bovenloop van de band 12 is ten minste ëên stoomkastsysteem 14 aangebracht, dat meer in detail 35 wordt beschreven aan de hand van de fig. 2, 3, 4 en 5 van de tekeningen. Het stoomkastsysteem is geschikt gemaakt om stoom te spuiten tegen het benedenoppervlak van de bovenloop van de eindloze band 12 zodat een atmosfeer van stoom wordt gevormd in de ruimte tussen de stoomkast 14 40 en het onderoppervlak van de bovenloop van de band, en 800 4 4 99 * i - 5 - als resultaat daarvan een continue film van condenseren damp boven de eindloze band 12 voort te brengen, welke stoom oprijst uit de brij, die daarop wordt gesteund.
Ten minste ëén lucht-drogingsopstelling 16 is 5 aangebracht langs beide randen in de langsrichting van de eindloze transportband 12, welke opstelling zich vrijwel axiaal uitstrekt met het stoomkast-samenstel 14 langs de lengte in de langsrichting van de band 12. De lucht-drogingsopstelling 16 bestaat uit ten minste één lucht-10 uitlaatruimte 18 die een stroom drogingslucht kan vóórtbrengen, die over en vlak bij evenwijdig aan het boven-oppervlak van de eindloze transportband 12 stroomt in de richting van de inlaat van een lucht-terugleidingsruimte 20, die geplaatst is aan de tegenovergestelde zijde van 15 de band 12 in, in het algemeen gesproken, hetzelfde vlak.
Zoals duidelijk zal worden uit de volgende detailbeschrijving van de brij-drogingsinrichting 10 zijn een aantal lucht-drogingsopstellingen 16 aangebracht langs de weg van voortbeweging van de eindloze transportband 12 20 zodat een verlengde drogingszone wordt gevormd, waarbij een stoomkastsamenstel 14 geplaatst is beneden resp. elke lucht-drogingsopstelling 16.
Nu wordt in het bijzonder verwezen naar de fig.
2 t/m 5. Elk stoomkast-systeem 14 heeft een paar op een 25 afstand zich bevindende lange gevulde kamers 22 en 24 die zich uitstrekken in de richting van de weg van voortbeweging van de eindloze transportband 12 onder de tegenovergestelde randen daarvan. Een geschikte stoomvoeding kan worden toegevoerd aan elk stoomkast-samenstel 14 30 via inlaat-aansluitstukken 26 die leid.en van een stoombron (niet zichtbaar) naar de geheel gevulde ruimte van kamer 24. De geheel gevulde ruimten van kamers 22 en 24 zijn onderling verbonden tot een starre struktuur door middel vari geschikte dwarsstaven 28 zodat een kastachtige struktuur 35 wordt gevormd. Als verbindingsmiddelen tussen de gevulde kamers 22 en 24 zijn een reeks transversale en evenwijdige, op afstand van elkaar staande geleidingsorganen 30, bij voorkeur van holle buisachtige constructie, elk waarvan is voorzien van een groot aantal naar boven gerichte stoom-40 uitlaatmondingen 32 van betrekkelijk geringe omvang, die 800 44 99 - 6 - zich op een afstand over de lengte daarvan bevinden. Zoals uit fig. 4 duidelijker wordt zijn de plenum-kamers 22 en 24 ook onderling verbonden via elk van de buisachtige leidingen 32 door middel van verbindingsstaven 34, die daar doorheen 5 steken en coaxiaal zijn geplaatst met de leidingen 32.
Met betrekking tot de constructie en onderlinge verbinding van de stoomleidingen 30 en de plenum-kamers 22 en 24 staat het aantal leidingen 30, die op afstand langs de lengte van elk stoomkastsamenstel 14 staan, afwisselend 10 in verbinding aan het ene eind met de plenum-kamer 22 ofwel de plenum-kamer 24 zoals te zien is in de constructie van fig. 4, zodat de stoom, wanneer die van het ene einde naar het andere einde door de buizen 30 heengaat, van het plenum 22 zal worden doorgeleid in de stoomleiding 30, 15 terwijl de volgende stoomleiding 30 de stoom in zich heeft, die binnenkomt uit het plenum 24.
Teneinde een luchtdicht verband te krijgen tussen de stoomkast 14 en het benedenoppervlak van de bovenloop van de eindloze transportband 32, waardoor ontsnapping van 20 stoom naar de omgeving wordt voorkomen, strekt zich langs de lengte van elk plenum 22 en 24 een afsluitstaaf 36 uit, bij voorkeur van rubber of synthetisch afdichtingsmateriaal, waarvan het bovenoppervlak 38 in glijdende en afdichtende aanraking is met het benedenoppervlak van de bovenloop 25 van de eindloze transportband 12 grenzend aan de randen van deze laatste. Verder zijn de in de lengterichting tegenover elkaar liggende einden van het stoomkastsamenstel 14, die zich transversaal over de b&nd 12 uitstrekken, elk voorzien van een zich op soortgelijke manier transversaal uitstrekkend 30 afdichtingsorgaan 40 in de vorm van een zwabber, zodat elk vocht, dat aan het benedenoppervlak van de eindloze band 12 condenseert en naar beneden loopt in het stoomkastsamenstel 14.
Een aantal vrij draaibare rollen 42 is taps aange-35 bracht (journaled) op de assen 44 die zich uitstrekken tussen de plenumkamer 22 en 24, waarbij het bovenste gedeelte van de omtreksoppervlakken van de rollen 42 in vrijwel hetzelfde vlak liggen als de bovenvlakken 38 van de afdichtings-staven 36 teneinde een in algemene zin horizontaal draag-40 stelsel ter ondersteuning voor de bovenloop van de eindloze 800 4 4 99 - 7 - transportband 12 te verschaffen wanneer de band met de daarop liggende brij over elk stoomkastsysteem 14 wordt geleid. Ter onderlinge verbinding van de plenum-kamers 22 en 24 bevindt zich aan de onderkant daarvan, terwijl hij zich 5 uitstrekt over de breedte daartussen, die bepaald is door de lengte van de leidingen 30, een pan 46 ter verzameling van condensaat bevindt, welke pan 46 een gesloten kast-constructie daarmee vormt en in het midden naar beneden helt op de manier van een trog in de richting van de ver-10 bindingsplaats met een condensaat-uitlaatverbindingsstuk 48 in het .laagste punt daarvan, zodat het water, dat gevormd is door gecondenseerde stoom in het stoomkastsysteem 14 gemakkelijk wegloopt.
Nu wordt in het bijzonder verwezen naar fig. 5.
15 Aan elk einde of elke hoek van het stoomkastsysteem 14 is een ondersteuningsstelsel 50 bevestigd, dat een eind-klamp 52 heeft, waaraan een vertikaal zich uitstrekkende oogbout 54 is vastgemaakt. Dit maakt het mogelijk, dat het stoomkastsysteem 14 is opgehangen aan een daar overheen 20 gespannen struktuur 56 zoals is toegelicht in fig. 7.
De struktuur 56 bestaat uit vertikale staanders 58, die aan de boveneinden onderling zijn verbonden door middel van een horizontale dwarsbalk 60, en aan hun ondereinden zijn vastgemaakt aan horizontale draagbalken 62 voor de 25 drooginrichting 10 zodat een star geraamte wordt gevormd.
Van de dwarsbalk 60 hangen oogbouten 64 naar beneden, welke oogbouten op hun beurt kabels 66 dragen, aan welke kabels 66 het gehele stoomkastsysteem is opgehangen beneden de bovenloop van de band 12 door middel van de oogbouten 54 30 die zijn aangehaakt aan de benedeneinden van de kabels.
Het gevolg daarvan is, dat zijdelingse bewegingen of verplaatsingen van de eindloze transportband 12 die loopt over de rollen 42, die de bovenloop van de band dragen en waarvan de beneden-bandloop wordt gedragen op de rollen 35 68, die taps zijn aangebracht op de assen 70, die op hun beurt worden gesteund op de beneden-draagbalken 62, niet zullen worden doorgegeven aan het stoomkaststelsel 14.
Nu wordt verwezen naar de luchtdrogingsopstelling 16, toegelicht in de fig. 6a t/m 6c en de fig. 8a t/m 8c.
40 De luchtdrogingsopstelling bestaat uit een aantal lucht- 800 4 4 99 - 8 - drogingssekties 16 die in serie zijn opgesteld langs de lengte van de bovenloop van de eindloze transportband 12 zodat een lange drogingszone voor de brij wordt gevormd. Elke luchtdrogingssectie 16 heeft één luchttoevoerplenum 5 18 die zich uitstrekt langs één zijde van de band 12 en een lucht-terugleidingsplenum 20, opgesteld aan de tegenover, gestelde zijde van de band zodat hij zich samen uitstrekt en in de lengterichting in één lijn staat met het luchttoevoerplenum 18, en opvolgende sekties 16 zijn opgesteld, 10 zodat elk luchttoevoerplenum 18 een luchtterugleidings- plenum heeft, dat stroomafwaarts daarvan aan dezelfde kant van de band 12 is opgesteld.
Elk luchttoevoerplenum 18 heeft een blaasinstal-latie 72, die wordt aangedreven door een motor 74, die 15 daarmee is verbonden voor het daarin transporteren van bij voorkeur verhitte, vochtvrij gemaakte lucht.
Zoals goed duidelijk wordt uit de fig. 9 t/m 11 is elk luchttoevoerplenum 18 in wezen gevormd uit een metalen plaat en heeft een verlengde vertikale plenumkamer 20 76 met zijwandafsluitingen 78 en 80, waarvan de laatste naar boven gekromd is, zodat hij zich uitstrekt tot een horizontale boven-afsluitplaat 82, terwijl de band-afsluiting 78 zich uitstrekt in een horizontale wand 84.
De eindwanden 86 en 88 leveren een vrijwel gesloten 25 plenumstruktuur op met de andere wanden, waarbij de configuratie daarvan, zoals te zien is in fig. 11, zorgt voor een zich horizontaal uitstrekkende spuitmond, die een in het algemeen nauwe, lange en rechthoekige lucht-uitlaatmonding 89 afgrenst. Een in het algemeen cirkel-30 vormige luchtinlaatverbinding 90 is voorzien aan het ondereinde van de plenumkamer 76 voor verbinding met een geschikte luchtinlaat-leiding 92 zoals is toegelicht in de fig. 6a t/m 6c en de fig. 8a t/m 8c, die naar de lucht-blaasinstallatie 72 leidt.
35 De in het algemeen horizontaal gerichte lucht- uitlaatspuitmond 89 strekt zich iets boven en evenwijdig aan het bovenoppervlak van de eindloze transportband 12 uit, die de waterige brij door de drogingszone van de inrichting 10 in de richting van de pijl S transporteert. Teneinde 40 er zeker van te zijn, dat de lucht, die komt uit de uitlaat 800 4 4 99 - 9 - monding 89 algemeen gelijkmatig daarin is verdeeld en bij benadering loodrecht op het vlak van de uitlaatmonding 89 zich uitstrekt leiden volgens een hoek geplaatste schotten 94 en 96 de lucht zodanig af, dat hij over de 5 lengte van de plenumkamer 76 wordt verspreid, terwijl de schotten 98, 100 en 102 er voor zorgen, dat de luchtstroom uit de luchtspuitmond 89 loodrecht staat op het uitgangs-vlak daarvan en transversaal en dichtbij en evenwijdig loopt met het bovenoppervlak van de eindloze transportband 10 12.
Het luchtterugleidingsplenum 20 zoals is toegelicht in de fig. 12 t/m 14 heeft een soortgelijke constructie als die van het luchtuitlaatplenum 18. In wezen is de totale breedte van het luchtterugleidingsplenum 20 vrijwel 15 identiek aan die van het luchtuitlaatplenum 18. Voorts is het luchtterugleidingsplenum 20 voorzien van zijwanden 104, die overgaan (fairing) in een horizontale wand 106 en een zijwand 108, die overgaat in een naar boven hellende zijwand 110 zodat een plenumkamer 112 en een in hoofdzaak 20 convergerende luchtinlaatmonding 114 wordt gevormd, van welke monding het bovenoppervlak 110 naar beneden helt naar het plenum 112 toe. Zoals uit de tekeningen duidelijk is, steekt de zich naar boven uitstrekkende wand 110 uit buiten de benedenwand 106 en is zodanig ontworpen, dat 25 een veel hogere monding wordt verkregen dan de hoogte van de luchtuitlaatspuitmond 89, met betrekking waartoe hij tegenovergesteld is aangebracht boven de bovenloop van de eindloze transportband 12. Eindwanden 116 en 118 leveren een gesloten plenumkamerconstructie op, waarbij de lucht 30 bestemd is om daaruit verwijderd te worden via een beneden-leidingsverbindingsstuk 120. Een aantal schotten of verdelers 122, 124 en 126 zijn zodanig in de terugleidings-monding 114 opgesteld, dat zij de lucht binnenwaarts in het plenum 112 richten in afwezigheid van ontoelaatbare 35 turbulenties of wervelingen van luchtstromen.
De terugleidingslucht, die via het leidings-verbindingsstuk 120 naar buiten komt, wordt via een elleboog 128 geleid in een leiding 130, die leidt naar een blaastoestel 72 van een daarbij geplaatst luchttoevoer-40 plenum 18.
800 4 4 99 - 10 -
De tegenover elkaar gelegen, op één lijn staande eindwanden 86, 118 en 88, 116 van de respectievelijke plena 18 en 20 zoals toegelicht is in fig. 7, zijn onderling verbonden door keerschotplaten 132, die zich dwars over de 5 band 12 uitstrekken en de verliezen aan lucht van hoge snelheid minder maken, welke lucht uit de uitlaatmondingen 89 komt en stroomt in de richting van de terugleidings-mondingen 114 aan de tegengestelde zijde van de eindloze transportband 12.
10 Het omleidingsplenum 20 voor de stroomafwaartse eindlucht, zoals zichtbaar is in de fig. 6c en 8c kunnen zijn voorzien van een uitlaatleiding 134 en een geschikte met een motor aangedreven afvoer-blaasapparaat teneinde de met vocht beladen drogingslucht af te voeren uit de 15 inrichting 10. Desgewenst kan de lucht worden vrijgemaakt van vocht, opnieuw worden verhit en teruggeleid naar het eerste stroomopwaarts gelegen luchtuitlaatplenum 18 van de inrichting om opnieuw te worden gebruikt.
De werking van de voorkeursuitvoeringsvorm van 20 de luchtdrogingsinrichting volgens de uitvinding verloopt in het algemeen als volgt.
Een waterige brij, of bijv. gereconstitueerde tabak wordt uitgegoten op de eindloze transportband 12, die zich voortbeweegt in de richting van de pijl S stroom-25 opwaarts van de inrichting 10, zodat een bekledingslaag ofwel een bij benadering 0,015 inch (0,38 mm) dikke brij op de bovenloop van de band wordt gevormd. De gereconstitueerde tabaksbrij kan een watergehalte hebben van 75 tot 90 gew. % of een samenstelling zoals beschreven is in de 30 Amerikaanse octrooiaanvrage 18.814.
De tabaksbrij kan op een eindloze transportband 12 worden uitgegoten door tussenkomst van een geschikte uitgietinstallatie (niet zichtbaar) die in de stand der techniek bekend is, of door middel van een tabaksbrij-35 bereidende inrichting zoals beschrijven is in de Amerikaanse octrooiaanvrage 1.248. De inhoud hiervan wordt in deze beschrijving geacht te zijn opgenomen.
De luchtdrogingsinrichting kan zijn samengesteld uit een aantal drogingssecties 16, die in serie zijn opge-40 steld langs de weg van voortbewegen van de band 12 zoals 800 4 4 99 - 11 - aangegeven in fig. l. Elke luchtdrogingssektie 16 heeft een paar luchtuitlaat- en terugleidingsplena 18, 20, die tegenover elkaar zijn opgesteld aan weerskanten van de band 12. In een voorkeursopstelling van de luchtdrogings-5 inrichting 10 zoals schematisch is toegelicht in fig. 15, zijn vijf drogingssecties 16 in serie geplaatst, zodat een lange zone voor het drogen van brij wordt gevormd.
Zoals te zien is wisselen luchtuitlaatplena 18 en lucht-terugleidingsplena 20 elkaar af langs dezelfde kant van 10 de band 12.
Wanneer de bovenloop van de eindloze transportband 12, die de brij steunt, de eerste drogingssectie 16 bij het stroomopwaarts gelegen of inlaateinde van de drogings-inrichting 10 binnenkomt, is het benedenoppervlak van de 15 band blootgesteld aan de stoomatmosfeer, die wordt voortgebracht door een eerste stoomkast 14, die onder de bovenloop van de band hangt. Stoom kan uit een geschikte bron (niet zichtbaar) worden toegevoerd aan een stoomkast bij een druk van 3 psig (21 kilopascal) en bij een stoomtempe-20 ratuur van 215 - 218°F (102 - 103°C). De ontstane stoomwolk beneden de band 12 zal deze laatste verhitten, eventueel tot een temperatuur van 200°F (93°C) bij de inlaat van de inrichting, en met behulp van de beschikbare warmteoverdracht vocht uit de brij doen verdampen, zodat een 25 continue film van condenserende damp boven de brij wordt gevormd.
Een stroom drogingslucht wordt gespoten over het oppervlak van de brij dwars op de richting van voortbeweging van de band 12 uit het eerste luchtuitlaatplenum 18 in 30 de richting van het luchtomleidingsplenum 20, dat direkt daartegenover is gelegen aan de andere kant van de band.
De lucht wordt bij voorkeur van vocht vrijgemaakt en opnieuw verhit tot een temperatuur van 230°F (110°C) door middel van een toestel, dat de lucht vooraf verhit of een 35 verhittingsspiraal (niet zichtbaar). De drogingslucht kan aan de inrichting 10 worden toegevoerd met een begin-volume van 65 ft^/min. (2,84 m^/sec) en waarbij de lucht uittreedt uit het luchtuitlaatplenum 18 met een snelheid 3 in het traject van 1000-10.000 ft/min. (0,473 - 4,73 m /sec) 40 met een voorkeurssnelheid voor tabaksbrij van 3.400 ft/min.
80 0 4 4 99 - 12 - (1,61 m^/séc).
De opwaartse helling van de inlaatspuitmond of voedingsleiding van het lucht-terugkeerplenum 20 en de keerschotplaten 132, die zich langs de wand 12 en de brij 5 zodanig uitstrekken, dat de einden van het plenum 18 en 20 aan tegenovergestelde zijden van de band onderling zijn verbonden, zorgen ervoor, dat verliezen van drogingslucht tot een minimum beperkt blijven.
Hoewel het bovenoppervlak van de band 12 niet 10 volledig vlak is ten gevolge van verwringingen onder invloed van warmte en ten gevolge van de werking van de band, en de brij zelf onregelmatigheden of hindernissen in het oppervlak daarvan blijkt te hebben, zal de stroom drogingslucht dicht bij het oppervlak aanhechten ten 15 gevolge van het Coanda-effekt van met hoge snelheid stromende lucht. In wezen is het Coanda-effekt het verschijnsel van het opnieuw aanhechten van fluïde stralen, zoals, luchtstromen met hoge snelheid, aan gladde grens-oppervlakken, waarbij de stroom van lucht rondom een ver-20 sperring zal kronkelen en zich daaraan zal proberen te hechten.
Wanneer de drogingslucht de breedte van de transportband doorloopt, wordt de bandfilm boven de brij daarin meegesleept en naar het luchtomkeringsplenum 20 geleid.
25 De teruggekeerde lucht kan daarna vanuit het plenum 20 worden getransporteerd naar de inlaat van een toevoegend stroomopwaarts luchtuitlaatplenum 18 aan dezelfde kant van de transportband 12 waarvandaan hij daarna wordt voortgestuwd over het oppervlak van de brij dwars op de 30 band in tegengestelde richting van de luchtstroom in de voorafgaande drogingssectie 16. Dit zal er inderdaad voor zorgen, dat lucht wordt geveegd over de band 12 en de brij in tegenrichting zodat een gelijkmatige opeenvolging van droging aan de brij wordt gegeven, wanneer deze laatste 35 door de luchtdrogingsinrichting 10 wordt getransporteerd.
Zoals in de tekeningen is toegelicht, zal de omkering of terugleiding van lucht uit de lucht-omkerings-plena 20 naar de luchtuitlaatplena 18 een volledige luchtdrogings cyclus binnen de inrichting tot stand brengen.
40 Verder is een afzonderlijke stoomkast 14 beneden elke 800 4 4 99 - 13 - drogingssectie 16 opgesteld, zodat een vereiste verdamping vanuit de brij plaatsvindt in elke sectie van de inrichting.
De in deze beschrijving toegelichte inrichting 10 bevat vijf luchtdrogingssecties 16 die bij voorkeur elk 5 een lengte van 12 ft (3,66 m) lang zijn, zodat een 60 ft (18,3 m) lange luchtdrogingsinrichting wordt verkregen.
Binnen het kader van de uitvinding is het echter ook mogelijk een groter of kleiner aantal drogingssectie in beschouwing te nemen, afhankelijk van het type in de brij gebruikte 10 materialen of de graad van vereiste droging. In dit verband is het mogelijk de werkzame lengte van de basisinrichting te variëren zonder structurele veranderingen door geschikte omleidingsleidingen op te nemen en tussen de afzonderlijke drogingssecties van de luchtdrogingsinrichting kleppen aan 15 te brengen, zodat werkzame drogingssecties worden uitgeschakeld of toegevoegd.
Verschillende veranderingen van de luchtdrogings-inrichting worden aan een deskundige vanzelf duidelijk aan de hand van de fig. 16 t/m 21, waarin dergelijke of 20 soortgelijke componenten zijn aangegeven met dezelfde cijfers.
In de uitvoeringsvorm van fig. 16 strekken een aantal luchtuitlaatleidingen 140 zich met tussenruimten uit over de transportband 12 zodat stromen lucht worden 25 uitgedreven en stromen langs de weg van voortbeweging van de band. Aangrenzend aan de leidingen 140 zijn lucht-omkeringsleidingen 142 geplaatst, welke leidingen omkerings-lucht en meegesleept vocht, dat uit de brij verdampt is, zullen opnemen.
30 De uitvoeringsvorm van de fig. 17 en 18 laat luchtuitlaatplena 15 zien, welke stromen van drogingslucht vormen ter stromen langs de zijden van de transportband 12 in de richting van de longitudinale centrumlijn daarvan loodrecht op de richting van voortbewegen van de band.
35 Terugleidingslucht met uit de brij meegesleept vocht wordt door de luchtomkeringsleiding 152 opgenomen, waaronder een afbuigorgaan de lucht in de leiding zal geleiden. Een geschikte kap 156 boven de luchtomkeringsleiding 152 zal de lucht afgeven aan de atmosfeer van de omgeving.
40 De in fig. 19 toegelichte struktuur laat een 800 4 4 99 - 14 - opstelling zien van luchtuitlaatleidingen 160 en 162, die zich uitstrekken dwars over de transportband 12, die droge lucht kunnen blazen over de brij in richtingen langs de weg van voortbewegen van de transportband en ook 5 in tegenstroom daarmee. Geschikte kappen 164 kunnen boven de band worden geplaatst tussen de leidingen 160 en 162 om de met vocht beladen terugkeer-drogingslucht te verleggen.
Zoals blijkt uit de fig. 20 en 21 richten vertikaal 10 hangende drogingsluchtuitlaatleidingen 170 lucht naar beneden en radiaal naar buiten naar de brij toe, waarbij vochtmeegesleepte omkeringslucht wordt gericht naar lucht-omkeringsplena 172, die zich uitstrekken langs beide zijden van de transportband.
15 Hoewel verscheidene uitvoeringsvormen van de inventieve luchtdrogingsinrichting in deze beschrijving zijn beschreven, vallen andere modificaties binnen het kader van de uitvinding en bijgaande conclusies.
- conclusies - 800 4 4 99

Claims (25)

1. Inrichting voor het verwijderen van vocht uit materiaal, dat bestaat uit een waterige brij, gekenmerkt door: a) in algemene zin horizontaal beweegbare onder- 5 steuningsmiddelen die de brij ondersteunen op een bovenoppervlak daarvan; b) stoom-spuitmiddelen, opgesteld onder de beweegbare steunmiddelen ter vorming van een stoomatmosfeer beneden het onderoppervlak van de beweegbare steunmiddelen, 10 zodat een continue film wordt gevormd van condenserende damp uit een brij boven de steunmiddelen; c) en middelen voor het geleiden van een stroom drogingslucht langs en boven het bovenoppervlak van de beweegbare steunmiddelen en de brij ter verwijdering van de 15 condenserende brij-damp en teneinde de damp in de drogings-lueht mee te slepen, zodat de brij bij een voorafbepaalde snelheid wordt gedroogd ter verschaffing van een gelijkmatig gedroogd materiaal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het 20 kenmerk, dat de stoomproducerende middelen ten minste êên stoomkast omvat, die evenwijdige op afstand staande eerste en tweede stoom-plenumkamers heeft, die zich uitstrekken onder de benedenranden van de beweegbare steunmiddelen; een aantal op een afstand van elkaar staande 25 stoomleidingen, die zich tussen de eerste en tweede plenum-kamers uitstrekken, waarbij de stoomleidingen afwisselend in verbinding staan met de eerste en tweede plenumkamers; en een aantal stoomuitlaatmondingen, die gevormd zijn in elk van de leidingen, waarbij de uitlaatmondingen naar 30 boven zijn gericht naar het onderoppervlak van de brij-steunmiddelen, zodat de stoomatmosfeer wordt verkregen beneden de steunmiddelen, teneinde de hitte daarvan mee te delen aan de steunmiddelen en de brij de film van condenserende damp te laten vormen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de brij-ondersteuningsmiddelen een 800 44 99 ” ίο — eindloze transportband omvatten met een vlakke bovenloop, waarbij de brij wordt ondersteund op de bovenloop van de band.
4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het 5 kenmerk, dat de eerste en tweede stoomplenumkamers zich uitstrekken onder respectievelijk de tegenover elkaar liggende randen van de bovenloop van de transportband in de richting van voortbeweging van de band, waarbij de stoomuitlaatleidingen zich uitstrekken dwars over de 10 band.
5. Inrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt door middelen voor het ophangen van de stoomkast onder de bovenloop van de eindloze transportband.
6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het 15 kenmerk, dat de ophangmiddelen voor de stoomkast oogbouten omvatten, die zijn vastgemaakt aan de stoomkast, waarbij de oogbouten kunnen worden verbonden aan ophang-kabels of kettingen voor het ophangen van de stoomkast aan een er overheen gespannen steunstruktuur.
7. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de beweegbare brijsteunmiddelen een ondoordringbaar.: eindloze band omvatten met een in het algemeen horizontale vlakke bovenloop van de band, waarbij de brij op de bovenloop van de band wordt gesteund.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de eindloze transportband is gevormd uit roestvrij staal.
9. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de middelen voor het geleiden van de 30 stroom van drogingslucht boven de brij ten minste één luchttoevoerplenum omvat met een luchtuitlaatspuitmond, die zich uitstrekt langs één zijde van de beweegbare brij-ondersteuningsmiddelen; en ten minste één luchtterug-leidingsplenum, dat zich uitstrekt langs de tegenover- 800 4 4 99 - 17 - gelegen zijde van de ondersteuningsmiddelen, die zich samen uitstrekt met de luchtuitlaatspuitmond, waarbij het luchtterugleidingsplenum een luchtinlaatleiding heeft voor het ontvangen van de stroom lucht uit de luchtuitlaat-5 spuitmond en de meegesleepte condenserende damp uit de brij tussen de luchttoevoer en de terugleidingsplena.
10. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt door blaasmiddelen in het luchttoevoerplenum voor het transporteren van onder druk gezette drogingslucht van hoge 10 snelheid naar de luchtuitlaatspuitmond.
11. Inrichting volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de luchtuitlaatspuitmond een verlengde nauwe uitlaatleiding omvat, die zich uitstrekt langs en boven de genoemde zijde van de beweegbare brij-onder- 15 steuningsmiddelen; en dat ten minste één keerschot is geplaatst in de uitlaatleiding voor het onderverdelen en richten van de stroomweg van daaruit stromende lucht.
12. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt door een aantal luchttoevoerplena en luchtterugleidings- 20 plena, opgesteld aan tegenover elkaar gelegen zijden van de beweegbare brij-ondersteuningsmiddelen, waarbij de plena op een afstand van elkaar staan langs de weg van voortbeweging van de ondersteuningsmiddelen, zodat een uitstrekte drogingszone voor de brij wordt bepaald, en waarbij 25 de luchttoevoerplena en de luchtterugleidingsplena zijn geplaatst in afwisselend verband langs de drogingszone, terwijl elk luchttoevoerplenum aan ëën zijde van de onder-steuningsmiddelen een luchtterugleidingsplenum heeft, dat daar tegenover geplaatst is aan de tegengestelde zijde 30 van de brij-ondersteuningsmiddelen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt door leidingsmiddelen, die ten minste enkele van de luchtterugleidingsplena verbinden met een aangrenzend stroomopwaarts geplaatst toevoerplenum, dat geplaatst is 35 aan dezelfde kant van de brij-ondersteuningsmiddelen, zodat een continue drogingsluchtstroomrondleiding wordt 800 44 99 - 18 - verkregen binnen de uitgestrekte brij-drogingszone.
14. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt door blaasmiddelen, die verbonden zijn aan elk lucht-toevoerplenum voor het toevoeren van drogingslucht van hoge 5 snelheid aan elke luchtuitlaatspuitmond,
15. Inrichting volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de stroom lucht uit de uitlaatspuitmond van het luchttoevoerplenum wordt gericht dicht bij en evenwijdig met betrekking tot het bovenoppervlak van de 10 brij-ondersteuningsmiddelen en vrijwel transversaal op de richting van de longitudinale voortbeweging van de ondersteuningsmiddelen.
16. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de stroom lucht uit de luchttoevoer- 15 middelen wordt gericht dicht bij en evenwijdig met betrekking tot het bovenoppervlak van de brij-ondersteuningsmiddelen en in het algemeen langs de richting van voortbeweging van de brij-ondersteuningsmiddelen.
17. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het 20 kenmerk, dat de stroom lucht uit de luchttoevoer- middelen wordt gericht dicht bij en evenwijdig met betrekking tot het bovenoppervlak van de brij-ondersteuningsmiddelen en zich uitstrekt van de randen van de brij naar het middelpunt daarvan,in het algemeen transversaal 25 ten opzichte van de richting van voortbeweging van de brij-ondersteuningsmiddelen .
18. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de stroom lucht uit de luchttoevoer-middelen wordt gericht dicht bij en evenwijdig met 30 betrekking tot het bovenoppervlak van de brij-ondersteuningsmiddelen en zich uitstrekt in radiale richtingen langs het oppervlak.
19. Inrichting volgens conclusie 12, m e t het kenmerk, dat de stoomuitwerpmiddelen een stoomkast 800 4 4 99 - 19 - omvatten, waarbij elk tegenover elkaar opgesteld paar luchttoevoer- en luchtterugleidingsplena êên, daarmee verbonden stoomkast heeft.
20. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het 5 kenmerk, dat de stoom wordt toegevoerd uit de stoomuitwerpmiddelen bij een druk van ongeveer 3 psig (21 kPa) en bij een temperatuur in het traject van 215 - 220°F (102 - 105°C).
21. Inrichting volgens conclusie 1, m e t h e t 10 kenmerk, dat de drogingslucht over de brij stroomt met een snelheid in het traject van 1.000 - 10.000 ft/min. (0,473 - 4,73 m^/sec).
22. Inrichting volgens conclusie 21, m e t het kenmerk, dat de drogingslucht een begintemperatuur 15 heeft van ongeveer 230°F (110°C) .
23. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de drogingslucht wordt toegevoerd 3 met een volumestroom van ongeveer 6.500 ft per min. (2,84 m3/sec.).
24. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de brij is samengesteld uit een gereconstitueerde tabaksbrij met een watergehalte van ongeveer 75 - 90 gew. %.
25. Inrichting zoals beschreven in de beschrijving. 800 44 99
NL8004499A 1979-08-15 1980-08-07 Inrichting voor het met behulp van lucht drogen van een waterige brij. NL8004499A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US6671179 1979-08-15
US06/066,711 US4306358A (en) 1979-08-15 1979-08-15 Air drying apparatus

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8004499A true NL8004499A (nl) 1981-02-17

Family

ID=22071214

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004499A NL8004499A (nl) 1979-08-15 1980-08-07 Inrichting voor het met behulp van lucht drogen van een waterige brij.

Country Status (18)

Country Link
US (1) US4306358A (nl)
JP (1) JPS5628699A (nl)
KR (1) KR850001164B1 (nl)
AR (1) AR223060A1 (nl)
AU (1) AU527874B2 (nl)
BE (1) BE884809A (nl)
BR (1) BR8005135A (nl)
CA (1) CA1128397A (nl)
CH (1) CH652199A5 (nl)
DE (1) DE3030604A1 (nl)
DK (1) DK352080A (nl)
ES (1) ES494232A0 (nl)
FR (1) FR2463373B1 (nl)
GB (1) GB2058314B (nl)
IT (1) IT1127878B (nl)
NL (1) NL8004499A (nl)
SE (1) SE451344B (nl)
ZA (1) ZA804965B (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5022166A (en) * 1990-06-07 1991-06-11 Union Camp Corporation Flutter suppression air foils
DE4239264A1 (de) * 1992-11-21 1994-05-26 Ltg Lufttechnische Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Behandeln von Werkstücken mit einem Gasstrom
GB9414856D0 (en) * 1994-07-22 1994-09-14 Tmci Uk Ltd Production of reconstituted tobacco sheet
US5835840A (en) * 1995-09-06 1998-11-10 Universal Air Technology Photocatalytic system for indoor air quality
KR19990036000A (ko) * 1995-09-06 1999-05-25 루이스 에이. 코헨 광촉매식 공기 살균 방법 및 장치
US6018886A (en) * 1996-06-25 2000-02-01 Eastman Kodak Company Effect of air baffle design on mottle in solvent coatings
US5906862A (en) * 1997-04-02 1999-05-25 Minnesota Mining And Manufacturing Company Apparatus and method for drying a coating on a substrate
US5993738A (en) * 1997-05-13 1999-11-30 Universal Air Technology Electrostatic photocatalytic air disinfection
DE19901087A1 (de) * 1999-01-14 2000-07-20 Hauni Maschinenbau Ag Vorrichtung zum Erzeugen eines ausgebreiteten Faserstromes aus Tabakfasern
US6216706B1 (en) 1999-05-27 2001-04-17 Philip Morris Incorporated Method and apparatus for producing reconstituted tobacco sheets
JP2004268392A (ja) * 2003-03-07 2004-09-30 Fuji Photo Film Co Ltd インクジェット記録用シートの製造方法及び塗布膜の乾燥装置
DE202007008362U1 (de) 2007-06-11 2007-09-06 Big Dutchman International Gmbh Trocknungsvorrichtung für pastöse oder körnige Stoffe
US20100213305A1 (en) * 2009-02-26 2010-08-26 Andritz Inc. Apparatus and method for stabilizing a moving web
CN102068028B (zh) * 2010-12-02 2013-01-16 云南省烟草农业科学研究院 一种气流交替运行式烤烟密集型烤房烘烤工艺
MX352735B (es) 2011-06-30 2017-12-06 Gallo Winery E & J Colorante cristalino natural y proceso para produccion.
KR101835292B1 (ko) * 2011-07-01 2018-03-06 카티바, 인크. 잉크로부터 캐리어 액체 증기를 분리하기 위한 장치 및 방법
JP6377126B2 (ja) * 2013-03-15 2018-08-22 イー アンド ジェイ ガロ ワイナリー 調節可能な空調空気流を用いた乾燥機
CN103549641B (zh) * 2013-11-14 2016-01-06 红塔烟草(集团)有限责任公司 一种造纸法再造烟叶生产过程中洗梗水循环使用的净化处理方法
US11221179B2 (en) * 2018-10-26 2022-01-11 E. & J. Gallo Winery Low profile design air tunnel system and method for providing uniform air flow in a refractance window dryer
WO2020127584A1 (en) * 2018-12-18 2020-06-25 Philip Morris Products S.A. Method for the production of a sheet of material containing alkaloids
CN110679981B (zh) * 2019-11-11 2023-05-16 云南中烟工业有限责任公司 一种多点进风式稠浆法制备再造烟叶的装置及其操作方法
CN111141105B (zh) * 2019-12-13 2022-01-04 铜陵群力机械有限公司 一种工业制冰机输送装置
CN112641124B (zh) * 2020-12-25 2022-10-25 河南中烟工业有限责任公司 烟草滚筒类增温设备加工强度一致性的控制方法及系统
CN112880350A (zh) * 2021-01-22 2021-06-01 曹苗苗 一种中药饮片制备残留物处理装置及其处理工艺
CN112806598B (zh) * 2021-02-02 2022-05-20 江西中烟工业有限责任公司 一种加香机的新型排潮系统
CN118189604B (zh) * 2024-04-22 2024-08-30 绍兴震元中药饮片有限公司 一种法半夏炮制的干燥装置及法半夏炮制生产工艺

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1071613B (de) * 1959-12-24 Werner iS. Pfleiderer, Stuttgart-Feuerbach Backofen-Heizung
US1373396A (en) * 1920-07-08 1921-04-05 Bernard R Andrews Drying apparatus
US1567023A (en) * 1920-10-30 1925-12-22 Norton Co Continuous drying kiln and method of drying ware
US3145716A (en) * 1960-08-09 1964-08-25 American Mach & Foundry Tobacco sheet forming apparatus
US3228113A (en) * 1960-08-18 1966-01-11 John J Fannon Products Co Heating apparatus and method
US3224108A (en) * 1962-07-02 1965-12-21 Flaming Walter System and means for automatically air drying vehicles
FR1408722A (fr) * 1964-02-12 1965-08-20 American Mach & Foundry Procédé et appareil de dessiccation
US3295222A (en) * 1965-05-17 1967-01-03 American Mach & Foundry Processing tobacco
US3417484A (en) * 1967-03-02 1968-12-24 Itek Corp Web drying apparatus
US3827639A (en) * 1972-01-04 1974-08-06 J Relue Drying chamber apparatus
SE7709332L (sv) * 1977-08-18 1979-02-19 Svenska Flaektfabriken Ab Anordning vid en anleggning for torkning av foretredesvis ett banformigt, luftburet material

Also Published As

Publication number Publication date
SE8005748L (sv) 1981-02-16
SE451344B (sv) 1987-09-28
JPS5628699A (en) 1981-03-20
GB2058314A (en) 1981-04-08
BR8005135A (pt) 1981-02-24
FR2463373A1 (fr) 1981-02-20
IT1127878B (it) 1986-05-28
KR850001164B1 (ko) 1985-08-16
KR830003710A (ko) 1983-06-22
ZA804965B (en) 1981-08-26
CA1128397A (en) 1982-07-27
DE3030604C2 (nl) 1991-06-20
AU6139580A (en) 1981-08-20
DE3030604A1 (de) 1981-03-26
BE884809A (fr) 1980-12-01
FR2463373B1 (fr) 1986-05-16
AR223060A1 (es) 1981-07-15
US4306358A (en) 1981-12-22
IT8049483A0 (it) 1980-08-13
ES8106365A1 (es) 1981-08-01
DK352080A (da) 1981-02-16
CH652199A5 (de) 1985-10-31
GB2058314B (en) 1983-07-06
JPS6144521B2 (nl) 1986-10-03
ES494232A0 (es) 1981-08-01
AU527874B2 (en) 1983-03-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004499A (nl) Inrichting voor het met behulp van lucht drogen van een waterige brij.
US4304053A (en) Steam and hot air operated drying device and method for textile articles of clothing
US6233844B1 (en) Dehydration method and device
US2352220A (en) Dehydrating machine
JPH06219552A (ja) 固形材料の処理装置
US6151798A (en) Process and apparatus for spray drying or spray cooling
US3805316A (en) Tray drying apparatus
US3635193A (en) Apparatus for coating and/or impregnating substantially planar articles
US4116756A (en) Spray drying on woven belt of monofilament synthetic fiber
US3096162A (en) Gaseous restraint of conveyed articles
US2506476A (en) Laundry drying and fluffing machine
US3793056A (en) Method for coating and/or impregnating substantially planar articles
US3648753A (en) Spray dryer air flow control
DE2011567C3 (de) Warrnebehandlungsvorrichtung fur Textilbahnen
US2523080A (en) Can drying apparatus
US2616188A (en) Web drying apparatus
US3068585A (en) Drier mechanism and method
US5365676A (en) Two-stage sludge drying apparatus and method
US1698545A (en) Drying apparatus
US3320676A (en) Method and apparatus for humidifying hydrophilic materials
US2654159A (en) Method for treating mixture containing materials and apparatus therefor
EP0194607A2 (en) Process and apparatus for the production of a dry, fibrous web comprising organic fibres and a binder
US3287822A (en) Drying apparatus
JP2008517597A5 (nl)
US3677038A (en) Fiber washing apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed