NL8004144A - Werkwijze voor het breien van sokken. - Google Patents

Description

.. ....... , ι

Werkwijze voor heb breien ven sokken.

Se uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het breien van werkstukken met een dubbel cilinder rondbreimachine die voorzien is van een inrichting voor het lostrekken van afzonderlijke werkstukken van een samenhangend gebreide streng van 5 werkstukken, die met elkaar zijn verbonden door scheidingssteken vervaardigd met een zwakke scheidingsdraad, welke breimachine in hoofdzaak bestaat uit een naaldencüinder en daaronder opgestelde aftrekrollen die worden bestuurd door een be stuurskett ing en een stuurtrommel, waarbij de daaronder opgestelde inrichting voor het 10 lostrekken van de afzonderlijke werkstukken is uitgerust met een stoter en met middelen om de voorwerpen tijdens de slag van de stoter vast te houden.

Indien met een dergelijke machine sokken worden gebreid, draaien de aftrekrollen gedurende het breien, van heb kokergedeel-15 te van de sok met dezelfde snelheid rond als de cilinders en staan gedurende het breien van de hiel en teen daarvan stil. De aftrekrollen zorgen ervoor, dat de sok onder de juiste aftrekspanning de machine verlaat teneinde de sok daarna in een vergaarbak te deponeren» De door de aftrekrollen geleverde aftrekspanning ver-20 gemakkelijkt heb gelijkmatig aftrekken van de steken van de naalden en verbetert de gelijkmatigheid van de steek^grootte.

Deze aftrekspanning werkt evenwel zo zwaar, dat er drie, vier of meer scheidings- of zogenaamde solvron draden in het tussen breisel, dat is de afscheiding, van de ene sok aan de boord met de 25 andere sok aan de teen, verwerkt moeten worden cm hierdoor uitvallen en dergelijke te voorkomen, voordat de separatie door de los-trekinrichting kan plaatsvinden.

De scheidingsdraad is in feite te zwak om bij toepassing van een laag aantal van dergelijke draden de aftrekspanning te weer- 8004 1 44 \ \ 2 A # staan, doch is speciaal voor dit doel zo gemaakt om naderhand in bijvoorbeeld de ververij gemakkelijk op te kunnen lossen, zelfs reeds hij onderdompeling in alleen maar water van k0° tot 50°C.

Een ander zeer veel voorkomend probleem bestaat uit het 5 zogenaamde opproppen of opdraaien van de sok in de afvoerpijp van de lostrekinrichting. Dat wordt veroorzaakt, doordat de bovenklep van de lostrekinrichting vastklemb en stilstaat terwijl de breimachine door blijft draaien.

De lostrekinrichting werkt namelijk met een bovenkleminrich-10 ting en een onderkleminrichting, waartussen de stoter van de lostrekinrichting zijn werk moet doen* De bovenkleminrichting of bovenklep houdt de sok vast die de machine aan het breien is, terwijl de onderste kleminrichting of onderklep de reeds gebreide en voor uitwerpen gereed zijnde sok vasthoudt.

15 Be kleminrichtingen hebben dus de taak om de twee sokken vast te houden en het meeschuiven te voorkomen, zodat de stoter zijn werk om de scheidingsdraad door te slaan, kan verrichten. Dit opdraaien heeft tot gevolg, dat de naalden en sliders in de cilinders het^niet meer kunnen verwerken en de machine uitvalt, meestal met 20 veel kapotte naalden en sliders.

De uitvinding beoogt nu de bekende werkwijze zodanig te verbeteren, dat de aftrékspanning niet meer leidt tot het moeten toepassen van relatief veel, dit vil zeggen drie of meer zogenaamde solvron draden, terwijl tegelijkertijd het opproppen of ópdraai-25 en van de sokken op doeltreffende wijze wordt voorkomen.

Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de aftrekrol-len door de stuurtrommel gedurende het breien van de scheidingsdraad van elkaar af beweegbaar zijn zodat de aftrekkracht aanzienlijk wordt verminderd, en doordat de middelen om de voorwerpen 30 tijdens de slag van de stoter vast te houden, bestaat uit één klep die in de voortbewegingsrichting van de voorwerpen achter de stoter is opgesteld.

Een mogelijke uitvoeringsvorm van éen machine voor het toepassen van de zojuist beschreven werkwijze heeft als kenmerkende 800 4 1 44 i Jr 3 maatregel, dat één der aftrekrollen op een veertelaste hefboom is gemonteerd en door een nnk op de stuurtrommel tegen de veer in beweegbaar is.

Door het aanbrengen van deze verbeteringen is het gelukt 5 om de aftrekspanning tijdelijk en op het gewenste ogenblik te verminderen, namelijk tijdens het breien van de afscheiding van de ene sok aan de boord met de andere sok aan de teen. De aftrekkracht wordt voor zeker 50% opgeheven, waardoor twee draden solvron perfect breien en de verbinding tussen de twee sokken wel tot stand komt, 10 doch door de twee draden zo zwak is, dat met de minste inspanning de lostrekinrichting met de stoter, de separatie gemakkelijk tot stand brengt. Tevens kan hierdoor de bovenklep van de lostrekinrichting vervallen, waardoor ook het opproppen of opdraaien voorkomen kan worden.

15 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin hij wijze van voorbeeld een machine voor het toepassen van de uitgevonden werkwijze is beschreven.

In de tekening toont:

Fig. 1 ia perspectief een dubbel cilinder breimachine, en 20 fig. 2 een schematisch en gedeeltelijk aanzicht in de rich ting van de pijl II van fig. 1.

In fig. 1 is een gedeelte van een dubbel cilinder rondbrei-machine van bekend type weergegeven die bij het breien van sokken en dergelijke voorwerpen wordt gebruikt. Er zal alleen naar die 25 onderdelen van de breimachine worden verwezen die noodzakelijk zijn vooreen goed begrip van de uitvinding.

De machine bestaat uit een gestel 10, waarop de stuurtrommel 11 voor de breimachine is gemonteerd» Voorts is een steuninrichting aangebracht voor een bestuursketting 12, die stapsgewijs rondloopt en 30 op bekende manier op de stuurtrommel 11 werkt, wanneer dit voor de verandering in de breicyclus noodzakelijk is. Gedurende een rondgang van de bestuursketting 12 wordt een breicyclus doorlopen.

Het gestel is voorzien van een bovendeel 13 met de stuurtrommel 11 en draagt tevens de (niet weergegeven) naalden-cilinder 8004 1 44 * r 9 k met b edi enings organ en hiervoor en een pree ent eerinricht ing met de hierbij behorende besturingsinrichting.

Aan de voorzijde van het gestel 10 zijn twee naar voren stekende steunen aangebracht, waarvan de ene, die met het ver-5 wijzingscijfer 1b is aangeduid, zichtbaar is en die een ring 15 draagt, waarop een steuninrichting 16 voor de gebruikelijke aftrekroliën 17 en 17' onder de draaibare naaldencilinder, draaibaar is ondersteund.

ken gegeven lengte van een kokervormig breiael strékt zich 10 vanaf de naaldencilinder naar beneden uit en is met het verwij- zingscijfer 18 aangegeven. Dit breisel wordt tussen de aftrekrollen 17 en 17' gevoerd, die voor de noodzakelijke aft rek spanning zorg dragen.

De steuninrichting 16 te samen met de aftrekrollen 17 en 17' 15 worden op békende wijze tegelijk met de draaiing van de naaldencilinder tot draaiing gébracht teneinde het rond breien te volvoeren. Wanneer op bepaalde ogenblikken wordt terug gebreid voor het vormen van de hiel- en teenstukken in het breisel 18, staat de draaiing van de steuninrichting 16 met de aftrekrollen 17 en 20 17' stil.

De bestuurskei ting 12 loopt met het bovenste gedeelte over een aangedreven tandwiel 19 en met het benedenste gedeelte om een tandwiel 20, dat op een as gemonteerd is die door een op het gestel 10 gemonteerd steunstuk is ondersteund. Eet geheel vormt een 25 onderdeel van de normale breimachine.

Op een tussenliggend gedeelte loopt de bestuursketting 12 tegen een klein tandwiel 21 op een as 22 die op het gestel 10 is bevestigd. De as 22 met het tandwiel 21 vormen het normale toestel voor het instellen van de bestuursketting 12 en voor dit doel 30 is de as 22 voorzien van een kruk 23 deep de as werkzaam is teneinde deze met de hand te kunnen draaien.

Onder de steun 1b bevindt zich een toevoerpijp 2b, een l°s-trekinrichting 25, en een afvoerpijp 26 waarin op schematische wijze nog een voltooide sok 8' is weergegeven.

35 Ce voor de uitvinding van belangzijnde details zijn het 80041 44

V

5 duidelijkst in fig. 2 weergegeven.

Èen van de aftrékrollen, namelijk aftrekrol 17» is vast op de steuninrichting 16 opgesteld, maar de andere aftrekrol 1? is geplaatst op heteae einde van een hefboom 27, waarvan het andere 5 einde door een veer 28 zodanig is belast dat de beide aftrékrollen 17 en 17' met een bepaalde kracht tegen elkaar aandrukken. Deze aandrukking kan worden opgeheven door een nok 29 op de stuurt rommel 11, welke nok op het juiste moment in aanraking komt met een nok-volgrol 30 die bijvoorbeeld via een Bawden-kabel 31 op het veer-10 belaste einde van de hefboom 27 is aangesloten. Met deze voorziening kan de werking van de aftrekrollen 17 en 17' tijdelijk worden uitgeschakeld.

De lostrékinrichting 25 bestaat volgens fig. 2 uit ee n stoter · 32 die op een stoterstang 33 is geplaatst, zodat hij bij-15 voorbeeld pneumatisch een heen en weergaande slag kan uitvoeren, waarbij de stoter 32 zoveel mogelijk precies tegen het sokgedeelte met de zwakke scheidingsdraden moet slaan. De stoter 32 beweegt heen en weer binnen een raam 31* dat bevestigd is aan de toevoerpijp 2k en de afvoerpijp 26. Eet bijzondere van deze lostrékinrichting 20 25 is nu, dat alleen in de afvoerpijp een klep 35 is opgenomen die 'het voorwerp juist voor de slag van de stoter 32 in de pijp 26 vast kiest.. De aandrijving van de- klep 35 kan pneumatisch plaatsvinden via een. leiding 36 die ook is aangesloten op de schakelmidde-len voor de stoter 32.

25 liet de beschreven inrichting kunnen op doelmatige en bedrijfs- zékere wijze sokken worden gebreid onder toepassing van slechts twee zogenaamde solvron draden van k5/2 den., hetgeen een grote vooruitgang ten opzichte van de stand der techniek betékent.

80 0 Λ 1 44

Claims (3)

1. Werkwijze voor het breien van werkstukken met een dubbel cilinder rondbreimachine die voorzien is van een inrichting voor het lostrekken van afzonderlijke werkstukken, van een samenhangend 5 gebreide streng van werkstukken, die met elkaar zijn verbonden door scheidingssteken vervaardigd met een zwakke ssheidingsdraad, welke breimachine in hoofdzaak bestaat uit een naaldencilinder en daaronder opgestelde aftrekrollen die worden bestuurd door een bestuur sketting en een stuurt rommel, waarbij de daaronder op 10 gestelde inrichting voor het lostrekken van de afzonderlijke werkstukken is uit gerust met een stoter en met middelen om de voorwerpen tijdens de slag van de stoter vast te houden, met het kenmerk, dat de aftrekrollen (17, 17') door de stuurtrommel (11) gedurende het breien van de scheidingsdraad van elkaar af beweeg-15 baar zijn zodat de aftrekkracht aanzienlijk wordt verminderd, en dat de middelen om de voorwerpen tijdens de slag van de stoter (32) vast te houden, bestaan uit één klep (35) die in de voortbewegingsrichting van de voorworpen achter de stoter is opgesteld.

2. Machine voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een der aftrekrollen (17) °P een veerbelaste hefboom (27) is gemonteerd en door een nok (29) opde stuurtrommel (11) tegen de veer (28) in beweegbaar is.

3. Werkwijze en inrichting zoals weergegeven in de tekening 25 en/of besproken aan de hand daarvan. 800 4 1 44