NL8004047A

NL8004047A - TO BE USED AS A TRAILING TEAM.

Info

Publication number: NL8004047A
Application number: NL8004047A
Authority: NL
Original assignee: Naud Expl Charrues
Priority date: 1979-07-31
Filing date: 1980-07-14
Publication date: 1981-02-03
Also published as: ATA354780A; DE3019348C2; GB2056234B; DE8013672U1; IT8068117A0; IT1147761B; LU82586A1; AT377891B; GB2056234A; DK303180A; CH636243A5; PT71575A; DE3019348A1; DK159361C; DK159361B

Description

P & c W 5716-1 Ned.P & c W 5716-1 Ned.

Als aanhangploeg te gebruiken keerploeg.Turning crew to be used as a support team.

De uitvinding heeft betrekking op een ploeg die bestemd is te worden gemonteerd aan de driepuntsbevestiging van een trekker, aangebracht aan de voorzijde van de trekker, waarbij de ploeg bij zijn werking wordt geduwd in plaats van te worden getrokken, zoals dit gebruikelijk is.The invention relates to a plow intended to be mounted on the three-point attachment of a tractor mounted on the front of the tractor, the plow being pushed in its action rather than being pulled, as is customary.

5 In het Franse octrooischrift 7430699 is een dergelijk type ploeg beschreven, bestaande uit een stijf chassis voorzien van een koppelkop en van een aantal door de ploegboom gedragen ploeglichamen.French type 7430699 describes such a type of plow, consisting of a rigid chassis provided with a coupling head and a number of plow bodies supported by the plow boom.

Een dergelijke ploeg heeft ten opzichte van de getrokken ploegen een aantal voordelen, met name bij het werken op een hellend terrein.Such a plow has a number of advantages over towed plows, especially when working on sloping ground.

10 Bij uitgevoerde proeven heeft men echter geconstateerd dat deze ploeg beperkt wordt in zijn afmetingen, met name door de moeilijkheden bij het rijden over wegen en verder doordat het keren van de ploeg een groot vermogen vraagt.However, in tests carried out it has been found that this plow is limited in its dimensions, in particular because of the difficulties when driving on roads and further because the turning of the plow requires a lot of power.

In het Duitse octrooischrift 1.216.597 is een combinatie be-15 schreven bestaande uit een trekker die zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde een driepuntsbevestiging heeft, waarbij de voorste driepuntsbevestiging een ploeg draagt waarvan de ploegboom aan één zijde ploegscharen en risters draagt, bestemd voor de duwende werking, en aan de andere zijde ploegscharen en risters bestemd voor de getrokken werking.German patent 1,216,597 discloses a combination consisting of a tractor that has a three-point attachment at the front as well as at the rear, the front three-point attachment carrying a plow whose plow on one side carries plowshares and risters. for the pushing action, and on the other side plowshares and rests intended for the towed action.

20 Aan de achterzijde van de trekker is een gelijke ploeg aangebracht.20 An equal plow is fitted at the rear of the tractor.

Deze ploegen staan onder een hoek met de langshartlijn van de trekker en deze verplaatst zich afwisselend in de ene en in de andere richting. Aan het eind van het terrein behoeft men de trekker niet over 180° te draaien, maar kan deze eenvoudig evenwijdig aan het bewerkte 25 terrein worden geplaatst op een afstand overeenkomende met de werkbreedte en daarna de ploegbomen zodanig worden gedraaid dat de ploeg die duwend werkte, nu wordt getrokken en de andere ploeg, die getrokken werkte, nu wordt geduwd.These plows are angled to the longitudinal axis of the tractor and it moves alternately in one direction and the other. At the end of the terrain, the tractor does not have to be turned through 180 °, but can simply be placed parallel to the cultivated terrain at a distance corresponding to the working width and then rotated the plows in such a way that the plow that worked pushing, now being pulled and the other plow that worked pulled is now being pushed.

Een dergelijke combinatie vraagt een trekker van groot vermogen, 30 neemt veel ruimte in en is praktisch niet te vervoeren over de wegen, terwijl ook niet op hellende terreinen kan worden gewerkt, slechts op wenig golvende terreinen. Verder is elke ploeg niet op zichzelf een keerploeg, maar een enkelvoudige ploeg omdat hij afwisselend geduwd en getrokken werkt.Such a combination requires a tractor of great power, takes up a lot of space and is practically impossible to transport on the roads, while working on sloping fields cannot be done, only on a few undulating fields. Furthermore, each team is not a turning team in itself, but a single team because it works alternately pushed and pulled.

35 Een der doeleinden van de uitvinding is het verschaffen van een keerploeg die kan worden bevestigd aan de voorzijde van een trekker en wordt geduwd, waarbij de bovengenoemde bezwaren zijn opgeheven.One of the objects of the invention is to provide a reversible plow that can be attached to the front of a tractor and pushed, removing the above drawbacks.

800 40 47 V ' ··* - 2 -800 40 47 V '·· * - 2 -

De ploeg volgens de uitvinding is van het type met een ploeg-boom die aan weerszijden ploegscharen en risters draagt en wordt gedragen door een ploeglichaam, verbonden met een koppelkop, voorzien van een hydraulische zuiger-cilindereenheid voor het keren en voorzien van organen 5 voor bevestiging aan de driepuntsbevestiging van een trekker, aan de voorzijde daarvan, waarbij de ploegboom zwenkbaar is gemonteerd om een vertikale as van het ploeglichaam, waarbij deze ploeg is gekenmerkt doordat de zwenkas van de ploegboom zijwaarts is geplaatst- ten opzichte van de as voor het keren van de ploeg een hydraulische zuiger-cilindereenheid 10 is aangebracht tussen een punt tussen de einden van de ploegboom en het ploeglichaam, organen zijn aangebracht voor het begrenzen van de hoekstand van de ploegboom in zijn werkstand, welke organen bestaan uit een ketting die met één einde is bevestigd aan de ploegboom nabij zijn vrije einde en met zijn andere einde aan het ploeglichaam aan de andere zijde dan waar 15 zich de zwenkas bevindt, terwijl verder organen zijn aangebracht voor het instellen van de lengte van de ketting.The plow according to the invention is of the type with a plow boom carrying plowshares and rests on either side and is carried by a plow body connected to a coupling head, provided with a hydraulic piston-cylinder unit for turning and provided with means 5 for attachment to the three-point linkage of a tractor, at the front thereof, the plow boom being pivotally mounted about a vertical axis of the plow body, this plow being characterized in that the pivot axis of the plow boom is arranged laterally to the axis for turning the plow a hydraulic piston-cylinder unit 10 is arranged between a point between the ends of the plow boom and the plow body, means are provided for limiting the angular position of the plow boom in its working position, which means consist of a chain with one end attached to the plow boom near its free end and with its other end to the plow body on the other side then where the pivot axis is located, while further means are provided for adjusting the length of the chain.

Door deze maatregelen kan men enerzijds bij het keren de ploegboom in een zodanige richting plaatsen dat deze is uitgebalanceerd, en anderzijds de werkhoek wijzigen om de combinatie van trekker met ploeg 20 te balanceren op hellende terreinen. Tenslotte kan men lange ploegbomen met een aantal werklichaam toepassen, waarbij de combinatie toch transporteerbaar is. Verder kan men door de ketting de tijdens het werken van de ploeg op de zuiger-cilindereenheid uitgeoefende kracht beperken, zodat deze eenheid niet wordt beschadigd.By these measures, on the one hand, when turning, the plow boom can be placed in such a direction that it is balanced, and on the other hand, the working angle can be changed to balance the combination of tractor and plow 20 on sloping grounds. Finally, one can use long plow booms with a number of working bodies, the combination being transportable nonetheless. Furthermore, the chain can limit the force exerted on the piston-cylinder unit during operation of the plow, so that this unit is not damaged.

25 Volgens een ander kenmerk van de uitvinding wordt de zuiger- cilindereenheid , welke is aangebracht tussen het ploeglichaam en een punt tussen de einden van de ploegboom, rechtstreeks gevoed door aftak-leidingen, verbonden met de voedingsleidingen van de zuiger-cilindereenheid voor het keren van de ploeg, zodanig dat wanneer wordt gekeerd 30 automatisch de ploegboom wordt gezwenkt in de richting van de as voor het keren. Hierdoor kan men zeer eenvoudig bereiken dat de ploegboom wordt gezwenkt tegelijk met het keren van de ploeg.According to another feature of the invention, the piston-cylinder unit, which is arranged between the plow body and a point between the ends of the plow boom, is fed directly by branch pipes, connected to the feed lines of the piston-cylinder unit for turning the plow such that when turning the plow boom is automatically pivoted in the direction of the axis for turning. This makes it very easy to ensure that the plow boom is pivoted at the same time as the plow is turned.

De kracht, welke nodig is voor het keren van de ploeg, is namelijk groter dan die voor het zwenken van de ploegboom, zodat wanneer 35 men olie onder druk toevoert aan de cilinder voor het keren en tegelijk, via de daartoe aangebrachte aftakleiding naar de cilinder voor het zwenken van de ploegboom, de ploegboom direct zwenkt vóór het keren. Wanneer de ploeg is gekeerd neemt de druk toe in de cilinder voor het keren daar de 300 40 47 - 3 - ploeg nu geblokkeerd is en hierdoor wordt automatisch via de aangebrachte aftakleiding de ploegboom gezwenkt door de daartoe aangebrachte zuiger-cilindereenheid, waardoor de ploegboom zijn werkstand inneemt.Namely, the force required for turning the plow is greater than that for pivoting the plow, so that when oil is supplied under pressure to the cylinder for turning and at the same time, via the branch pipe provided for that purpose to the cylinder. before pivoting the plow, the plow pivots immediately before turning. When the plow is turned, the pressure in the cylinder increases before turning because the 300 40 47 - 3 - plow is now blocked and this automatically pivots the plow boom via the fitted branch pipe through the piston-cylinder unit fitted for this purpose, so that the plow boom occupies the working position.

Een verder kenmerk van de uitvinding betreft een constructie-5 maatregel waardoor zonder wijzigingen in de fabrikage zowel een ploeg kan worden verkregen welke kan worden geduwd als een ploeg die kan worden getrokken. Hiertoe heeft de ploegboom aan elk einde organen voor bevestiging naar keuze met één van zijn einden aan de koppelkop.A further feature of the invention relates to a construction measure whereby, without changes in manufacture, both a plow which can be pushed and a plow that can be pulled can be obtained. For this purpose, the plow has, at each end, means for optional attachment with one of its ends to the coupling head.

Volgens een constructiekenmerk heeft de koppelkop een beugel 10 nabij één einde, tussen de benen waarvan een stang om een vertikale as schamierbaar is, welke stang eindigt in een flens aan zijn vrije einde, terwijl de ploegboom aan elk van zijn einden een overeenkomstige flens heeft.According to a constructional feature, the coupling head has a bracket 10 near one end, between the legs of which a rod is pivotable about a vertical axis, which rod ends in a flange at its free end, while the plow has a corresponding flange at each of its ends.

Tenslotte kan volgens een variant de koppelkop een beugel hebben 15 nabij één van zijn einden, terwijl nabij het andere einde van de koppelkop organen zijn aangebracht voor het aanhakenvan een instelorgaan voor de hoekstand van de ploegboom, bijvoorbeeld een zuiger-cilindereenheid of een schoor, waarbij de ploegboom aan zijn beide einden een lager draagt voor het naar keuze opnemen van een vertikale as, die samenwerkt met lagers 20 in de benen van de beugel, en in punten tussen de einden organen voor het aanhaken van het vrije einde van het instelorgaan. Hierdoor kan men door het gebruiken van het ene of het andere lager van de ploegboom een getrokken of geduwde ploeg verkrijgen.Finally, according to a variant, the coupling head can have a bracket near one of its ends, while near the other end of the coupling head means are arranged for hooking on an adjustment member for the angular position of the plow boom, for instance a piston-cylinder unit or a strut, wherein the plow carries a bearing at both ends for optionally receiving a vertical shaft cooperating with bearings 20 in the legs of the bracket, and points between the ends for hooking the free end of the adjuster. This makes it possible to obtain a drawn or pushed plow by using one or the other bearing of the plow boom.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand 25 van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld en een variant van de ploeg volgens de uitvinding zijn weergegeven.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, which shows an exemplary embodiment and a variant of the plow according to the invention.

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van de ploeg.Fig. 1 is a perspective view of the plow.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van een ploeg van fig. 1.Fig. 2 is a top plan view of a plow of FIG. 1.

Fig. 3 toont eveneens een bovenaanzicht van de ploeg, maar in 30 de stand waarin de ploegboom zodanig is geplaatst dat het keren van de ploeg of het transport ervan gemakkelijker zijn.Fig. 3 also shows a top view of the plow, but in the position in which the plow boom is positioned such that turning the plow or transporting it is easier.

Fig. 4 toont een uitvoering van een voor trekken bestemde ploeg met elementen voor een geduwde ploeg.Fig. 4 shows an embodiment of a pulling plow with elements for a pushed plow.

Fig. 5 toont een variant in perspectief.Fig. 5 shows a variant in perspective.

35 De weergegeven ploeg heeft een koppelkop 1 met twee assen 2, die bestemd zijn te worden bevestigd aan de trekstangen van een driepunts-bevestiging van een trekker, en een beugel 3 bestemd om naar keuze in de gaten 4 een as op te nemen voor de bevestiging van de derde trekstang 800 4 0 47The plow shown has a coupling head 1 with two shafts 2, which are intended to be attached to the tie rods of a three-point attachment of a tractor, and a bracket 3 intended to optionally receive an axle in the holes 4 for the attaching the third drawbar 800 4 0 47

VV

- 4 - van de driepuntsbevestiging. De kop 1 draagt een steun 5 waaraan een lager 6 is bevestigd voor een as 7, die vast is verbonden met een stang 8 welke is aangebracht binnen een U-profiel 9 en daarin bevestigd met bouten 10. De stang 8 en de as 7 zijn vast verbonden met een versterkingselement 5 11, waarmee het vrije einde van de zuigerstang 12 van een zuiger-cilinder- eenheid 13 is verbonden, voor het keren van de ploeg, welke eenheid bestemd is te worden verbonden met een op de trekker aangebrachte verdeler. Het profiel 9 vormt het ploeglichaam en de zuiger-cilindereenheid 13 is aan de koppelkop 1 scharnierend om een as 39 verbonden.- 4 - of the three-point mounting. The head 1 carries a support 5 to which is mounted a bearing 6 for a shaft 7, which is fixedly connected to a rod 8 which is arranged within a U-profile 9 and fixed therein with bolts 10. The rod 8 and the shaft 7 are rigidly connected to a reinforcing element 11, to which the free end of the piston rod 12 of a piston-cylinder unit 13 is connected, for turning the plow, which unit is intended to be connected to a distributor mounted on the tractor. The profile 9 forms the plow body and the piston-cylinder unit 13 is hingedly connected to the coupling head 1 about an axis 39.

10 Het profiel 9 heeft nabij één van zijn einden een beugel 15, in de benen waarvan zich een gat 16 bevindt dat het lager vormt voor een as 17.The profile 9 has a bracket 15 near one of its ends, in the legs of which there is a hole 16 which forms the bearing for a shaft 17.

De ploegboom 18 van de ploeg heeft zuilen 19, waaraan ploegscharen 20 en risters 21 zijn bevestigd. Zoals duidelijk blijkt uit fig. 1 is het 15 een keerploeg waarvan de verschillende elementen niet verder worden besproken, daar zij algemeen bekend zijn.The plow boom 18 of the plow has columns 19, to which plowshares 20 and rests 21 are attached. As is clear from Fig. 1, it is a reversing plow, the various elements of which are not further discussed, since they are generally known.

Aan het vrije einde heeft de ploegboom een flens 22 voor de bevestiging van een steun 23 voor een aanaardwiel 24. Dit wiel is in hoogte instelbaar afhankelijk van de aanaarding welke men wenst te verkrijgen 20 en wordt gedragen door een stang 25 welke over 180° kan zwenken om de steun 23 zodat het wiel, wanneer dit eenmaal is ingesteld, de aanaarding kan uitvoeren voor de dan werkende ploegscharen. De stang 25 is beweegbaar in de steun 23 en het wiel loopt tijdens het werken in de voor.At the free end, the plow has a flange 22 for the attachment of a support 23 for a ridging wheel 24. This wheel is adjustable in height depending on the ridging one wishes to obtain 20 and is supported by a rod 25 which can rotate through 180 ° pivot about the support 23 so that the wheel, once it is adjusted, can execute the earthing for the plowshares then operating. The rod 25 is movable in the support 23 and the wheel runs in the front while working.

Het profiel 9 heeft aan zijn andere einde dan waar zich de 25 beugel 15 bevindt oren 26 voor bevestiging van een as 27, waarmee scharnierend de cilinder is verbonden van een zuiger-cilindereenheid 28, waarvan de zuigerstang 29 met zijn vrije einde scharnierend is verbonden met een as 31, gedragen door oren 30, welke vast zijn verbonden aan de ploegboom 18.The profile 9 has at its other end than where the bracket 15 is located ears 26 for mounting a shaft 27, with which the cylinder of a piston-cylinder unit 28 is hingedly connected, the piston rod 29 of which is hingedly connected to its free end with a shaft 31, carried by ears 30, which are fixedly connected to the plow boom 18.

30 De zuiger-cilindereenheid 13 is duhbelwerkend en kan worden gevoed via een verdeler 52 op de trekker via twee leidingen 50, 51, waarbij met de verdeler naar keuze drukolie kan worden toegevoerd via de ene of de andere leiding, waarbij de niet als toevoerleiding dienende leiding dient als afvoerleiding.The piston-cylinder unit 13 is double acting and can be fed via a distributor 52 on the tractor via two lines 50, 51, with the distributor optionally supplying pressure oil via one or the other line, the non-supply line serving as pipe serves as a discharge pipe.

35 Aan de leiding 51, die uitmondt aan de stangzijde van de zuiger van de eenheid, is een aftakleiding 53 aangebracht die uitmondt in de cilinder van de eenheid 28 aan de stangzijde van de zuiger daarvan, terwijl aan de leiding 50 een aftakleiding 54 is aangebracht die is verbonden met de cilinder van de eenheid 28.35 A branch line 53 is provided on the line 51, which opens on the rod side of the piston of the unit, which branch into the cylinder of the unit 28 on the rod side of the piston thereof, while a branch line 54 is provided on the line 50 which is connected to the cylinder of the unit 28.

800 4047 - 5 -800 4047 - 5 -

''VQ.

Aan de as 27, gedragen door de oren 26, is scharnierend een plaatje 44 aangebracht, waarvan het verlengde een schroefstang 45 is, geschroefd in schroefdraad in de korte zijde van een rechthoek 42, waarbij een contramoer 46 is aangebracht. De korte zijde van de rechthoek 42 5 tegenover de zojuist genoemde heeft eveneens schroefdraad, met een tegengestelde spoed aan de schroefdraad voor de stang 45, en in deze laatstgenoemde schroefdraad is een schroef 41 geschroefd, waarvan een einde een ring 47 draagt, waarmee een einde is verbonden van een ketting 40 die met zijn andere einde aan een oor 35 is bevestigd. Een contra-moer 43 10 is voor de schroefstang 41 aangebracht. De rechthoek 42 vormt met de stangen 45 en 41 een eenvoudig instelmiddel voor de lengte van de ketting.Hinged on the shaft 27, carried by the ears 26, is a plate 44, the extension of which is a screw rod 45, screwed in screw thread in the short side of a rectangle 42, wherein a lock nut 46 is provided. The short side of the rectangle 42 opposite the one just mentioned also has a screw thread, with an opposite pitch to the screw thread for the rod 45, and a screw 41 is screwed into the latter screw thread, one end of which carries a ring 47, with which an end is connected from a chain 40 which is attached to an ear 35 with its other end. A counter nut 43 is provided in front of the screw rod 41. The rectangle 42 forms with rods 45 and 41 a simple adjusting means for the length of the chain.

Voor het keren van de ploeg, nadat deze geheven is, voert men met de verdeler 52 drukolie toe aan de eenheid 13 via de leiding 51. Daar er veel meer druk nodig is in de eenheid 13 voor het keren van de ploeg 15 dan in de 'eenheid 28 voor het zwenken van de ploegboom 18 volgens de pijl f van fig. 2, zwenkt de ploegboom eerst en neemt dan de hoekstand volgens fig. 3 in.To turn the plow after it has been lifted, pressurized oil is supplied with the distributor 52 to the unit 13 via the line 51. Since much more pressure is required in the unit 13 to turn the plow 15 than in the Unit 28 for pivoting the plow boom 18 according to the arrow f of Fig. 2, first pivots the plow boom and then assumes the angular position according to Fig. 3.

Wanneer het keren is begonnen bedient men de verdeler 52 zodanig dat de leiding 51 drukloos wordt gemaakt, terwijl de leiding 50 de 20 toevoerleiding wordt gemaakt, zodat het ploeglichaam in de uiterste keerstand wordt gedrukt, waarin het tegen een aanslag aankomt. De druk neemt dan toe in de eenheid 13 en via de leidingen 50 en 54 wordt de eenheid 28 bediend om de ploegboom in de werkstand te brengen (fig. 2).When the turning has begun, the distributor 52 is operated such that the line 51 is depressurized, while the line 50 is made the supply line, so that the plow body is pressed into the extreme turning position in which it comes into contact with a stop. The pressure then increases in unit 13, and through lines 50 and 54, unit 28 is operated to bring the plow boom into the working position (Fig. 2).

Het zwenken van de ploegboom 18 naar zijn werkstand wordt 25 begrensd door de ketting 40 waarvan de lengte tevoren is ingesteld teneinde de hoekstand van de ploegboom kleiner te doen zijn dan de maximale slag van de eenheid 28, waardoor wordt vermeden dat een reactie-kracht optreedt op de zuiger daarvan.The pivoting of the plow boom 18 to its working position is limited by the chain 40 whose length has been preset to make the angular position of the plow boom smaller than the maximum stroke of the unit 28, thereby avoiding a reaction force on the piston thereof.

De instelling met de ketting is eenvoudig en praktisch en dit 30 orgaan vormt een weinig ruimte in beslag nemende inrichting, die zeer doelmatig is.The adjustment with the chain is simple and practical and this member forms a little space-consuming device, which is very efficient.

Daar de hoekstand van de ploegboom 18 zeer gemakkelijk kan worden gewijzigd door bediening van de eenheid 28 kan men zelfs tijdens het werken met de ploeg de ploegboom verder van de langshartlijn van 35 de trekker af of dichter daarbij brengen, hetgeen bij bepaalde werkomstandigheden, met name op terreinen met een grote helling, toelaat de combinatie van trekker met ploeg beter uit te balanceren en deze te laten werken in overeenstemming met het hoogteverloop van het terrein.Since the angular position of the plow boom 18 can be very easily changed by operating the unit 28, even while working with the plow, the plow boom can be moved further away from or closer to the longitudinal axis of the tractor, which in certain working conditions, in particular on areas with a large slope, allows the combination of tractor and plow to be better balanced and to operate according to the height of the terrain.

Het profiel 9 kan zijn voorzien van een reeks gaten waardoor de 800 4047 - 6 - r oren 26 op een groot aantal verschillende plaatsen kunnen worden aangebracht, waardoor de instelmogelijkheden met een zelfde zuiger-cilindereenheid kunnen worden vergroot.The profile 9 can be provided with a series of holes through which the 800 4047-6 ears 26 can be arranged in a large number of different places, so that the adjustment possibilities can be increased with the same piston-cylinder unit.

De ploegboom 18 heeft nabij de flens 22 een oor 33 met een gat 5 34 voor het opnemen van de as 17. In een punt tussen de einden van de ploeg boom 18 is een oor 35 aangebracht, dat gelijk is aan het oor 30.The plow boom 18 has an ear 33 near the flange 22 with a hole 34 for receiving the shaft 17. An ear 35, which is equal to the ear 30, is arranged at a point between the ends of the plow boom 18.

Zoals blijkt uit fig. 4 kan men uitgaande van de elementen, waarmee men een geduwde ploeg kan verkrijgen, eveneens een getrokken ploeg verkrijgen. In dat geval brengt men het oor 33 tussen de benen van de beugel .10 15, na de steun 23 te hebben weggenomen, die in dat geval geen doel meer heeft, waarna men de as 17 zodanig aanbrengt dat hij steekt door het gat 34 en de gaten 16 in de benen van de beugel, terwijl men de hoekstand van de ploegboom 18 vastlegt door het aanbrengen van een schoor 36 tussen de oren 27 èn de oren 35. Men kan in dat geval eveneens de zuiger-15 cilindereenheid 28 aanbrengen, maar daar wanneer de ploeg als getrokken ploeg werkt het niet meer nodig is de hoekstand van de ploegboom te wijzigen, heeft een zuiger-cilindereenheid nu geen zin.As can be seen from Fig. 4, a drawn plow can also be obtained from the elements with which a pushed plow can be obtained. In that case, the ear 33 is placed between the legs of the bracket 10, after having removed the support 23, which in that case no longer serves a purpose, after which the shaft 17 is arranged so that it protrudes through the hole 34 and the holes 16 in the legs of the bracket, while the angular position of the plow boom 18 is determined by arranging a strut 36 between the ears 27 and the ears 35. In that case the piston-cylinder unit 28 can also be fitted, but since when the plow works as a drawn plow it is no longer necessary to change the angular position of the plow boom, a piston-cylinder unit now makes no sense.

In fig. 5 is een variant weergegeven waarbij tussen de benen van de beugel 15 op de as 17 een stang 37 scharnierend is aangebracht, 20 waarvan het vrije einde een flens 36 draagt. In dat geval is de ploegboom 18, behalve van de flens 22 aan één einde, bovendien aan het andere einde voorzien van een flens 38. Men kan dan een getrokken ploeg of een geduwde ploeg verkrijgen afhankelijk van de vraag of men met de flens 36 de flens 22 of de flens 38 verbindt. Het is duidelijk dat deze mogelijkheden 25 zeer gunstig zijn uit het oogpunt van de prijs van de ploeg.Fig. 5 shows a variant in which a rod 37 is hinged between the legs of the bracket 15 on the shaft 17, the free end of which carries a flange 36. In that case, the plow boom 18, besides the flange 22 at one end, is additionally provided with a flange 38 at the other end. It is then possible to obtain a drawn plow or a pushed plow depending on whether the flange 36 flange 22 or flange 38. It is clear that these options are very favorable from the point of view of the price of the team.

30 8 00 4 0 47 3530 8 00 4 0 47 35

Claims

1. A reversible plow of the type having a plow bearing on both sides plowshares and rests, which plow is carried by a plow body connected to a coupling head, provided with a piston-cylinder unit for turning which is intended through pipes to be connected to a distributor, the plow boom having means to be attached to the three-point attachment of a tractor, at the front thereof, the plow boom being pivotally mounted about a vertical axis on the coupling head, characterized in that the plow pivot axis is displaced laterally with respect to the plow return shaft, a piston-cylinder unit being disposed between a point between the ends of the plow and the plow body and means for limiting the angular position of the plow in its working position, which members consist of a chain attached to the plow boom with one end, near the free end one thereof, while the other end of the chain is attachable to the plow body on the side opposite the pivot shaft, and means are provided for adjusting the length of the chain.

Reversible plow according to claim 1, characterized in that the piston-cylinder unit arranged between the plow body and a point between the ends of the plow boom is arranged to be fed directly by branch lines connected to the supply lines of the piston-cylinder unit for turning, such that when the turning is actuated the plow boom is also automatically pivoted in the direction of the turning shaft 25.

Reversible plow according to claim 1, characterized in that the plow boom is provided at both ends with means for optionally fastening one of the ends to the coupling head.

Reversible plow according to claim 3, characterized in that the coupling head carries a bracket near one of its ends, wherein a rod is pivoted about a vertical axis between the legs of the bracket and ends in a flange on its free end, while the plow beam carries a corresponding flange at each end.

5. Reversible plow according to claim 3, characterized in that the coupling head 35 carries a bracket near one of its ends, while near the other end the coupling head is provided with means for attaching a means for adjusting the angular position of the plow boom , for example a piston-cylinder unit or a strut, wherein the plow carries at both ends a bearing for optionally receiving a vertical shaft, 800 4 0 47 t 5 - 8 - which interacts with bearings in the legs of the bracket, and, in points between its ends, carries means for securing the free end of the adjuster. 800 4 0 47