NL8003937A - Naalpositieaftastinrichting voor een videoplaat- afspeler. - Google Patents

Naalpositieaftastinrichting voor een videoplaat- afspeler. Download PDF

Info

Publication number
NL8003937A
NL8003937A NL8003937A NL8003937A NL8003937A NL 8003937 A NL8003937 A NL 8003937A NL 8003937 A NL8003937 A NL 8003937A NL 8003937 A NL8003937 A NL 8003937A NL 8003937 A NL8003937 A NL 8003937A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
needle
electrode
carriage
capacitance
holder
Prior art date
Application number
NL8003937A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rca Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/055,976 external-priority patent/US4280023A/en
Application filed by Rca Corp filed Critical Rca Corp
Publication of NL8003937A publication Critical patent/NL8003937A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B9/00Recording or reproducing using a method not covered by one of the main groups G11B3/00 - G11B7/00; Record carriers therefor
    • G11B9/06Recording or reproducing using a method not covered by one of the main groups G11B3/00 - G11B7/00; Record carriers therefor using record carriers having variable electrical capacitance; Record carriers therefor
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B21/00Head arrangements not specific to the method of recording or reproducing
    • G11B21/02Driving or moving of heads
    • G11B21/04Automatic feed mechanism producing a progressive transducing traverse of the head in a direction which cuts across the direction of travel of the recording medium, e.g. helical scan, e.g. by lead-screw
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B21/00Head arrangements not specific to the method of recording or reproducing
    • G11B21/02Driving or moving of heads
    • G11B21/04Automatic feed mechanism producing a progressive transducing traverse of the head in a direction which cuts across the direction of travel of the recording medium, e.g. helical scan, e.g. by lead-screw
    • G11B21/06Automatic feed mechanism producing a progressive transducing traverse of the head in a direction which cuts across the direction of travel of the recording medium, e.g. helical scan, e.g. by lead-screw the record carrier having mechanical means to ensure traverse movement of the head, e.g. grooves

Landscapes

  • Moving Of Heads (AREA)
  • Optical Recording Or Reproduction (AREA)
  • Measurement Of Length, Angles, Or The Like Using Electric Or Magnetic Means (AREA)

Description

s ' * ι [ VO 0592
Haaldpositieaftastinrichting voor een videoplaatafspeler.
Dé onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aftasten van de relatieve positie van een een spoor-volgende naald ten opzichte van een onafhankelijk aangedreven wagen, welke inrichting geschikt is om gebruikt te worden in een 5 vi deoplaatafspeler.
Bij een bepaald systeem voor het met hoge dichtheid opnemen van informatie, worden signalen opgenomen in de vorm van geometrische variaties in de bodem van een gladde spiraalgroef, welke aangebracht is op een plaat, waarvan het oppervlak geleidend ma-10 teriaal omvat, dat bedekt is met een dunne laag dielektrisch materiaal. De plaatafspeler omvat een arm, welke een op de golven aangrijpende naald aan het vrije uiteinde ervan draagt en waarvan het andere uiteinde door middel van een meegevende koppelinrichting aan een armwagen bevestigd is. Er is tevens voorzien in een draai-15 tafel voor het draaibaar ondersteunen van de plaat gedurende het o weergeven ervan. De armwagen wordt onafhankelijk van de zijwaartse beweging van de met de groef in aangrijping zijnde naald verplaatst, langs een baan, welke gedurende het weergeven van de plaat radiaal ten opzichte daarvan gelegen is. Er wordt gebruik gemaakt van op-20 neemketens voor het aftasten van de variaties in de het signaal vertegenwoordigende capaciteit, welke variaties tot stand komen tussen een elektrode die opgenomen is in de opneemnaald en het geleidende materiaal van de plaat, wanneer de plaat gedraaid wordt om tevoren opgenomen signalen weer te geven. Het Amerikaanse oc-25 trooischrift 3.8h2.19^ beschrijft een capacitief opneemsysteem van het voornoemde soort.
Bij een systeem vocrhet opnemen van informatie met hoge dichtheid, is het gewenst om de naaldcpbouw in een beschermende houder te plaatsen, van het soort, dat beschreven is in het Ame-30 rikaanse octrooischrift U.030.12*!·. Bij de inrichting die in dit octrooischrift beschreven is, is het andere uiteinde van de naald-arm bevestigd aan de behuizing van de houder door middel van een meegevende ^koppelinrichting. Een geleidende bladveer is geplaatst tussen de naaldelek-trode en een aansluitpunt, dat aangebracht is 35 op de houder. De houder voor de opneemnaald kan opgenomen worden in 8003937 -2- een ruimte, die aangebracht is in de verplaatsbare armwagen. Bij bet opnemen van de houder in de ruimte van de wagen bomt een elektrisch contact tot stand tussen de aansluitklem van de houder en de opneemketens. De bladveer voor de naald is meer gedetailleerd 5 beschreven in het Amerikaanse octrooischrift U.077*050.
.Bij het weergeven van plaatopnamen met een grote groef-dichtheid (bijv. ter grootte van 3600 tot 4000 groeven per cm), komt het geregeld voor, dat de aanwezigheid van een bepaalde discontinuïteit in de plaatgroef ervoor zorgt, dat de opneemnaald over 10 de groeven heenspringt in plaats van de opeenvolgende omwentelingen van de spiraalgroef voortdurend te volgen. Afhankelijk van de aard van een dergelijk defekt kan het in aanraking komen van de naald met dat defekt resulteren in een binnenwaarts verbuigen van de op-neemnaald (bijv. het naar voren toe verspringen) of een buiten-15 waartse verbuiging daarvan (d.w.z. een terugwaarts verspringen).
In bepaalde gevallen herhaalt het buitenwaarts verbuigen van de naald zich een aantal malen, waardoor de naald een of meer tevoren afgetaste omwentelingen opnieuw aftast, en daardoor voor een herhaald afspelen zorgt, hetgeen zowel bij beeld als geluidsweergave 20 hinderlijk is. Een dergelijk herhaald aftasten van groef omwentelingen wordt in het hierna volgende een "groefvergrendelings”-toestand genoemd.
Bij systemen van het voornoemde soort, is het gewenst om te voorzien in correctiemogelijkheden voor het groefvergrendelings-25 probleem, door bijv. te zorgen voor een binnenwaarts verplaatsen van de opneemnaald bij het optreden van een groefvergrendelings-toestand om de naald te herplaatsen op een punt van de spiraalgroef voorbij het defekt dat het terugwaarts springen in de groeven veroorzaakt .
30 De inrichting, welke gebruikt wordt voor het herplaatsen van de naald van een groef omwenteling naar een andere is naast het gebruik ervan ter correctie van de groefvergrendelingstoestand, ook geschikt voor bijv. langzaam/snelle voorwaartse beweging, lang-zame/snelle achterwaartse beweging, herhalingen en voor zoeken.
35 De Amerikaanse octrooiaanvrage 039*358 beschrijft een dergelijke inrichting voor het verspringen over sporen.
Het doelmatig laten werken van de spoorverspringsystemen 8003937 # * -3- van het beschreven soort maakt het nodig» dat er een vast ruimtelijk verhand gehandhaafd wordt tussen de opneemnaald en de arm-wagen. Hiertoe wordt een systeem beschreven voor het aftasten van de relatieve positie van de naald ten opzichte van de armwagen.
5 Het beschreven systeem omvat een capaciteit, die de posi tie van de opneemnaald aangeeft, en welke gevormd wordt tussen een eerste elektrode,. welke bevestigd is aan de naald en een tweede elektrode nabij de eerste elektrode aan de wagen bevestigd is. De signaalopneemketens van de afspeelinrichting dienen ook voor het 10 aftasten van de variaties in de capaciteit, die de positie van de naald aangeeft, om een signaal te verschaffen, dat de relatieve stand van de naald weergeeft.
De mate van verplaatsing van de wagen kan in reaktie op het signaal, dat de stand van de naald weergeeft, op zodanige wijze 15 gevarieerd worden, dat er een gunstig ruimtelijk verband gehandhaafd blijft tussen de naaldarm en de wagen. Bij wijze van voorbeeld worden de volgende afmetingen gegeven: (1) de aan de naald bevestigde beweegbare elektrode is gelijk aan 0,0125 x 0,1875 cm, (2). de aan de wagen bevestigde stationaire elektrode is gelijk aan 0,05 x 20 0,25 cm en (3) de laterale afstand tussen de elektrodes· is gelijk aan 0,0075 cm.
Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding dient de toevoerdraad voor de naald bovendien als een beweegbare elektrode van de capaciteit die de naaldpositie aangeeft.
25 Een instelling van de afstand tussen de aan de naald be vestigde elektrode en de aan de wagen bevestigde tweede elektrode zou nodig kunnen zijn na het installeren van de houder van de opnemer in het compartiment van de wagen, vanwege de bijzonder kleine afmetingen waarmee men van doen heeft. Volgens een andere eigen-30 schap van de uitvinding, is de tweede elektrode vast geplaatst in de houder. De afstand tussen de toevoerdraad en de in de houder bevestigde elektrode kan in de fabriek ingesteld worden en derhalve is een verdere instellingnaderhand overbodig.
De uitvinding zal in het hierna volgende nader beschreven 35 worden aan de hand van een uit voer ingsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening, hierin toont: figuur 1 een schematische weergave van een videoplaataf- 8 0 0 9 3 7 -4- speler van het capacitieve type, met de naaldpositieaftastinrichting volgens de uitvinding; figuur 2 schematisch de principes van het capacitieve signaalopneemsy st eem; 5 figuur 3 een aanzicht in perspectief van een houder voor een opnemer, welke geschikt is om gebruikt te worden met de naald-positieaftastinrichting van figuur 1, waarbij de houder terwille van de duidelijkheid onderstebove getoond is; figuur k een aanzicht in perspectief van een gedeelte van 10 de ondersteboven getoonde houder van figuur 3, waarbij gedeelten weggebroken zijn om details te tonen; figuur 5 een blokschema van de elektronica van de afspeel-inrichting omvattende schakelingen voor de naaldpositieaftastinrich-ting volgens figuur 1; 15 figuur 6 en T schematische ketendiagrammen voor het reali seren van de verschillende funkties van het naaldpositieaftast-systeem volgens figuur 5 en figuren 8-10 een naaldpositieaftastinrichting volgens de uitvinding, waarbij de figuren 8-10. resp. overeenkomen met de 20 figuren 1, 3 en U.
Figuur 1 toont schematisch een beeldplaatafspeler 1Q met een draaitafel 12, voor het draaibaar ondersteunen van een plaat ib. Een motor doet de draaitafel met een geschikte snelheid draaien. Het Amerikaanse octrooischrift 3*912.283 beschrijft een 25 dergelijk systeem voor het aandrijven van een draaitafel. Zoals sche-matisch in figuur 2 getoond is, worden videosignalen in de vorm van golvingen van een gladde spiraalgroef 16 opgenomen, welke op de plaat aangebracht is, waarbij het oppervlak van de plaat een dunne laag dielektrisch materiaal 18 omvat, dat gelegen is over geleidend 30 materiaal 19· Een opneemnaald 20 omvat een geleidende elektrode 22, die, wanneer de naald op de plaat geplaatst wordt voor weergave, samen met het geleidende materiaal van de plaat een een signaal vertegenwoordigende capaciteit vormt. De een signaal vertegenwoordigde capaciteit varieert overeenkomstig de signalen, welke op de 35 schijf opgenomen zijn wanneer een relatieve beweging tussen de naald en de plaat tot stand wordt gebracht. De af speler omvat opneemketens, welke kunnen reageren op de variaties in de een sig- 8003937 # * -5- naal vertegenwoordigende capaciteit om zo opgenomen signalen te reconstrueren.
De opneemnaald 20 is bevestigd aan bet vrije uiteinde van een naaldarm 2b door middel van een naaldhouder 26 op de wijze, 5 welke in de figuren 3 en getoond is. Het andere uiteinde van de naaldarm 2b is bevestigd aan een verbindingsplaat 28 door middel van een meegevende koppelinrichting 30. De verbindingsplaat is opgehangen in een opneemhouder 32 met behulp van een buigzaam diafragma 3^· Een U-vormige veer 36 dient ertoe om de kwetsbare 10 naaldopbouv binnen de begrenzingen van het houder-lichaam te houden gedurende de opslag en het hanteren ervan. Een geleidende blad-veer 38 (d.w.z de toevoerdraad) verbindt de opneemelektrode 22 met een aansluiting 1*0 op het lichaam van de houder. Een verlenging k2 is op de naaldhouder geplaatst op zijwaartse bewegingen van de 15 naald te beperken.
De afspeler omvat een armwagen kki welke verplaatst kan • worden langs een baan, die radiaal gelegen is ten opzichte van de plaat ik, die op de draaitafel 12 geplaatst is. Zoals schematisch in figuur 1 getoond is, zorgt een gelijkstroommotor bó men variabele 20 snelheid voor het met een geschikte snelheid verplaatsen van de wagen op de hierna volgend beschreven wijze.
De wagen Uk is voorzien van een compartiment k8 voor het losneembaar opnemen van de opneemhouder 32. De plaatsing van de houder in het wagencompartiment brengt een elektrisch contact tot 25 stand tussen de aansluiting Uo van de wagen en een aansluitklem 50 van een opneemketen 52. In de wagen is een inrichting 5b voor het strekken van de arm geplaatst. Wanneer de houder in de wagen geplaatst is, en een deksel 56 van de wagen gesloten is, duwt een mechanisme 58, dat reageert op de beweging van een deksel, de 30 armstrekinrichting naar de houder toe om te zorgen voor mechanische koppeling tussen de verbindingsplaat 28 van de houder en een verplaatsbare ondersteuning, welke op de armstrekinrichting geplaatst is. De armstrekinrichting 5b zorgt voor een zijwaartse beweging van de naald op een wijze, die tegengesteld is aan de cyclische 35 afwijkingen in de relatieve snelheid van naald ten opzichte van de plaat gedurende het weergeven. De cyclische afwijkingen in de relatieve snelheid tussen naald en plaat kennen een aantal oorzaken, 8003937 -6- bijv., het excentrisch zijn van de plaat, het kromtrekken ervan en dergelijke. Het .Amerikaanse octrooischrift 3.983.318 beschrijft een dergelijke armstrekinrichting.
In de wagen is ook een inrichting 60 geplaatst voor het 5 op-heffen en neerlaten van de naaldarm. De ophef/neerlaatinrichting dient (1) voor het zachtjes neer laten dalen van de opneemnaald op de plaat voor weergeven en ten tweede voor het opheffen van de naald van de plaat in een pauzemodus van de afspeler en ten derde voor het opheffen van de naald opdat deze vrijkomt van de plaat, 10 wanneer de wagen van een ruststand buiten de plaat beweegt naar een afspeelstand binnen de plaat. Wanneer het deksel 56 gesloten wordt, stelt een daarop aangebracht orgaan de veer 36, welke de naaldarm vasthoudt, buiten werking, waardoor de naaldarm 2k kan rusten op een ondersteuningselement 62 van de ophef/neerlaatinrichting. 15 De onderwand van de wagen bezit een opening 6k waardoorheen de opneemnaald voor het weergeven wordt neergelaten. Verwezen wordt naar het Amerikaanse octrooischrift 1<-.053. 161 voor een meer gedetailleerde beschrijving van de ophef/neerlaatinrichting voor de naaldarm.
20 De spoorverspringingsinrichting volgens de Amerikaanse octrooiaanvrage 039.358 omvat een klein$ lichtgewicht permanente magneet 66, die bevestigd is aan de achterzijde van het verlengstuk 1+2 en een paar luchtspoelen 68 en 70 met een grote diameter die geplaatst zijn rond plastic stootblokken 72 en 7^ 5 welke in de 25 wagen bevestigd zijn. Er zal opgemerkt worden, dat de stootblokken 72 en 7^ de zijwaartse uitslagen van het verlengstuk 1+2 dat op de naaldarm geplaatst is, begrenzen. De verspringingsspoelen zijn zodanig verbonden, dat zij bij bekrachtigingen magnetische hulp-velden opwekken. De permanente magneet is zo gedimensioneerd, dat 30 de noordpool ervan geplaatst is tussen de spoelen wanneer de naald neergelaten is voor weergave. De naaldarm wordt binnenwaarts of buitenwaarts geplaatst afhankelijk van de polariteit van de acti-vatiepulsen die aan de spoelen wordt aangelegd. Zoals eerder aangegeven is, dient de spoorverspringingsinrichting voor een aantal 35 funkties, zoals het opheffen van een groefvergrendelingstoestand, voor speciale effekten,voor het actief zoeken en dergelijke.
Figuur 5 toont in blokschema de elektronica van de afspeler 8003937 4 · -7- alsook ketens voor de naaldpositieaftastinrichting. De ketens,.
welke worden gebruikt om de signalen terug te winnen, die op de schijf opgenomen zijn, zullen eerst besproken worden. Zoals in figuur 5 getoond is, is de aansluitklem 50 van de opneemketen 52 5 gekoppeld met,de geleidende naaldelektrode 22. De opneemketen, die kan reageren op de variaties in de het signaal weergevende capaciteit 73, welke gevormd is tussen de naaldelektrode 22 en het * geleidende materiaal van de plaat 14, verschaft aan de uitgangs-klem j6 ervan audio- en videosignalen, die op de plaat opgenomen 10 zijn. Verwezen wordt naar de Amerikaanse octrooischriften 3.872.240.
en 4.080.625 voor beschrijvingen. *van illustratieve opneemketens;.
Het uitgangssignaal van de opneemketen 52 wordt afgegeven aan een paar banddoorlaatfilters 78 en 80. Het beelddraaggolf-b.anddoorlaat-filter 78' bezit een relatief brede doorlaatband, welke het gebied 15 van uitwijkingen van de hoogfrequente beelddraaggolf (bijv.. 4,3- 6,3 ftfez) omvat, alsook de vereiste aangrenzende zijwandgebied, en laat selectief de beelddraaggolfcomponent van het geregistreerde signaal door, waarbij de geluidsdraaggolfcomponent daarvan wordt uitgesloten. Het geluidsdraaggolf-banddoorlaatfilter 80 bezit een 20 relatief smalle doorlaatband, welke het gebied van uitwijkingen van de laag frequente geluidsdraaggolf, bijv. 716 kHz + 55 kHz] omvat alsook de vereiste zijwandgebieden en laat selectief de geluidsdraaggolfcomponent van het geregistreerde signaal door, waarbij de beelddraaggolfcomponent ervan wordt uitgesloten.
25 De uitgangssignalen van de resp. banddoorlaatfilters: Jd en 80 zijn gekoppeld met resp. de demodulatoren 82 en 84. De beeld-demodulator 82 ontwikkelt aan de uitgangsklem ervan de heeldsignaal-informatie alsook de synchronisatiecomponenten en de geluidsdemo-dulator 84 ontwikkelt aan de uitgangsklem daarvan de audiosignaal-30 informatie.
Een beeldsignaalverwerkingsinrichting 86, die gekoppeld is met de beelddemodulator zorgt voor de scheiding van de chromi-nantieinformatie en de iuminantieinformatie. Een samengestelde videosignaalgenerator 88 recombineert de chrominantie en de lumi-35 nantieinformatie in overeenstemming met bijv. het lïTSC-formaat. Een zendketen 90 ver-werkt de geluids, luminantie en chrominantieinfor-matie om een signaal te vormen, dat geschikt is om af te geven aan 8003937 -8- een conventionele kleurentelevisieontvanger, waarbij een weergave van kleurenbeelden verkregen kan worden, overeenkomstig de geregistreerde informatie. Het Amerikaanse octrooischrift 097,899 beschrijft een dergelijke transmissieketen.
5 De elektronica van de afspeler omvat ook ketens, die ge koppeld zijn met de uitgang van de signaalopnemer voor het detecteren van het optreden van groefvergrendelingstoestanden op de plaat. In de Amerikaanse octrooiaanvrage 908*516 is hijv. een groef-vergrendelingsdetectieschema beschreven. Het groefvergrendelings-10 correctiesignaal wordt toegevoerd aan de spoelen 68 en 70 om een opheffen van de groefvergrendeling te verkrijgen.
De naaldpositieaftastinrichting omvat een capaciteit 92, welke de naaldpositie aangeeft en welke tot stand gebracht is tussen een eerste elektrode 9^, die in vast verband bevestigd is aan de 15 naaldarm 2b en elektrisch verbonden is met de toevoerdraad 38 en een tweede elektrode 96, die gekoppeld is met een aansluitklem 98 die in de nabijheid van de eerste elektrode op de armwagen kb geplaatst is, zoals getoond in figuur 5* De eerste elektrode heeft bijv. als afmetingen 0,125 mm x 1,875 mm en de tweede elektrode van 20 0,5 mm bij 2,5 mm. De capaciteit 92 die de naaldpositie aangeeft is in serie opgesteld met een varactordiode 10G. De varactordiode is gekoppeld met de uitgangsklem 1QU van een 260 kHz referentie-oscillator 102 door middel van een weerstand 1Q6. De capaciteit 92, die de naaldpositie aangeeft, wordt gemoduleerd door de afstand 25 tussen de naald 20 en de wagen en de capaciteit van de varactor diode 100 wordt gemoduleerd door de referentieoscillator 102. Een schema van een keten, welke geschikt is voor het opwekken van een 260 kHz referentiedraaggolf is in figuur 6 getoond en de waarden van de verschillende daarin getoonde elementen zijn in een bijgaande 30 tabel weergegeven.
De signaalopneemketen 52 dient bovendien voor het aftasten van de variaties in de capaciteit, die gevormd wordt door de capaciteit 92, welke de naaldpositie aangeeft en de capaciteit van de varactordiode 100, die daarmee in serie geplaatst is. Dergelijke 35 variaties verschijnen aan de uitgangsklem 76 ervan als een 260 kHz signaal met een amplitude, die omgekeerd evenredig varieert met de afstanden tussen de elektroden $b en 96, welke de positie aftasten.
8003937 < ( -9-
Het signaal wordt van de rest van de signalen, welke aan de uit-gangsklem 76 van de opneemketen verschijnen, gescheiden door een banddoorlaatfilter 108, welke daarmee gekoppeld is. Het banddoor-laatfilter heeft een doorlaatband, welke het vereiste gebied van 5 uitwijkingen van de 260 kHz referentiedraaggolf omvat. De afgescheiden 260 kHz signalen worden versterkt door een versterker 110.
Een piekdetector 112, die gekoppeld is met de versterker 110 wekt aan de uitgang ervan een signaal op dat de relatieve positie van de opneemnaald 20 ten opzichte van de armwagen kk weergeeft. Het 10 uitgangssignaal van de piekdetector wordt toegevoerd aan de stuur- versterker 11¼ welke aan de uitgangsklem 116 daarvan een foutcorrec-tiesignaal opwekt, dat geschikt is om toe te voeren aan de motor ¼6, welke de wagen stuurt. De amplitude van het signaal, dat wordt toegevoerd aan de wagenmotor is zo, dat de afstand tussen de naald 15 en de wagen op een tevoren bepaald optimum niveau wordt gehouden.
Een schema van een keten, welke geschikt is voor het realiseren van » de voorgaande funkties, is in figuur 7 getoond, en de waarden van de verschillende elementen zijn eveneens in de bijgevoegde tabel weergegeven.
20 Zoals eerder vermeld, is het gewenst, om te vermijden, dat naderhand de naaldpositieaftastcapaciteiten moeten worden bijgesteld.
De onderhavige capaciteit, die de naaldpositie weergeeft, maakt niet alleen instellingen naderhand onnodig, maar maakt ook de noodzaak van een aparte aan de naald bevestigde elektrode. Een inrich-25 ting volgens de uitvinding zal nu onder verwijzing naar de figuren 8-10, welke overeenkomen met de eerder beschreven figuren 1, 3 en ^ beschreven worden. Zoals uit figuur 10 blijkt, is een elektrode 120 van het onderhavige apparaat vast geplaatst op de houder 32.
Een draad 122, die gevoerd is door een opening 12¼ in de wand van 30 de behuizing van de houder, verbindt elektrisch de aan de houder bevestigde elektrode 120 met een aansluitklem 126, die aangebracht is op de behuizing van de houder, op een wijze zoals aangegeven in de figuren 9 en 10. De aansluitklem 126 van de wagen koppelt elektrisch met de aansluitklem 98 bij het opnemen van de houder in het 35 wagencompartiment, zoals getoond is in figuur 8,
Volgens een aspect van de uitvinding dient de naaldtoevoer-draad 38, welke ertoe dient om een elektrische verbinding tussen -10- de naaldopneemelektrode 22 en de opneemketens 52 van de afspeler tot stand te brengen, bovendien als een tweede elektrode van de onderhavige de naaldpositie weergevende capaciteit, wanneer de naaldarm neergelaten wordt op de plaat voor weergave.
5 Er wordt opgemerkt, dat alhoewel de onderhavige naaldposi- tieaftastinrichting in het beschreven uitvoeringsvoorbeeld gebruikt wordt voor het variëren van de mate van verplaatsing van de arm-wagen op een wij ze, die een gewenste afstand tussen de opieemnaald en de armwagen tot stand houdt, de beschreven inrichting ook voor 10 andere doeleinden geschikt is, zoals het detecteren van groefver- grendelingstoestanden op de plaat. Het is bovendien belangrijk dat men begrijpt, dat alhoewel er een beschrijving gegeven is in samenhang met ge‘groefde schijven, het apparaat ook toepasbaar is bij vlakke schijven. Verschillende defecten op vlakke schijven 15 kunnen ervoor zorgen, dat de opneemnaald het-zelfde spoor opnieuw aftast. Het onderhavige systeem kan met voordeel gebruikt worden om dergelijke omstandigheden bij het weergeven van vlakke schijven te ondervangen.
20 8003937 -11-
WAABDEHTAEEL
Bij wijze van voorbeeld worden waarden van de verschillende elementen, welke in de figuren 5-7 gebruikt zijn, in het hierna volgende aangegeven.
5 1. Condensatoren: ' (1) Cl - 0,01 microfarad (2) C2 - 1,000 picofarad (3) C3 - 1,0 microfarad {h) C4 - 220 picofarad 10 (5) 05 - 0,01 microfarad (β) C6 - 2,2 microfarad (7) C7 - 10,0 microfarad II. Weerstanden: (1) R1 - 10,0 kilohm 15 (2) R2 - 10,0 kilohm (3) R3 - 7,5 kilohm (k) Bk - 100,0 kilohm (5) R5 - 13,0 kilohm 20 (6) Ré - 4,7 kilohm (7) R7 - 3,0 kilohm . (8) R8 - 39,0 kilohm (9) R9 - 2,0 kilohm (10) R10 - i+,3 kilohm 25 (11) R11 - 82,0 ohm (12) R12 - U,7 kilohm (13) R13 - 10,0 kilohm (lU) RlU - 10,0 kilohm (15) R15 - 62,0 ohm 30 (1-6) R16 - 510,0 ohm (17) R17 - 7,5 kilohm (18) R18 - 1,0 kilohm (19) R19 - 5,0 kilohm (20) R20 - 10,0 kilohm 35 III. Dioden: (l) VD1 - 1VT79^9 - 1 (2) D2-3 - IW60 (3) vk-5 - I3J911* 8003937 -12- IV; Transistoren: (1) Q1 .- 11H7330-3 (2) Q2-5 - MPSA17 (3) Q6 - MPSU05 5 V: diversen: (1) CF 1 - 26ο kHz. keramische resonator (2) CF2 - 260 kHz. keramische filter.
800393?

Claims (5)

1. Systeem voor het terugwinnen van tevoren opgenomen signalen van een opneemschijf met daarop opgenomen informatie langs een spiraalgroef op het oppervlak: daarvan, door middel van een 5 een spoor volgende inrichting, gekenmerkt door een wagen (W) die verplaatst kan worden langs een baan, die radiaal gelegen is ten opzichte van de opneemschijf (1*0; meegevende middelen (30) voor het bevestigen van de inrichting aan de wagen; eerste middelen, welke een capaciteit omvatten, die de positie van de inrichting 10 aangeeft en bepaald is door een eerste elektrode (9k) die in vast verband bevestigd is aan de· inrichting en een tweede elektrode (98)j die aan de wagen bevestigd is aangrenzend aan de eerste elektrode, en tweede middelen (50, 108, 112), die met de eerste elektrode gekoppeld zijn voor het aftasten van variaties in de 15 capaciteit, die de positie van de inrichting aangeeft, voor het opwekken van een signaal, dat de relatieve positie van de inrichting ten opzichte van de wagen langs de baan aangeeft,
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste middelen verder middelen omvatten, die gekoppeld zijn met 20 de tweede elektrode en met een bepaalde frequentie gemoduleerd wor den, en dat de gemoduleerde middelen een varactordiode omvatten, die in serie gekoppeld is met een bron voor oscillaties van de gegeven frequentie. 3.Systeem volgens conclusie 1, omvattende een opneemketen, 25 die gekoppeld is met een elektrode, welke opgenomen is in de naald voor het aftasten van de variatie in een het signaal weergevende > capaciteit, welke gevormd is door de opneemelektrode en geleidend materiaal, dat in deplaat gelegen is, om zo de tevoren opgenomen signalen aan de uitgangsklem ervan terug te winnen, met het kenmerk, 30 dat de inrichting die deel uitmaakt van de eerste middelen een naald is, waarbij de eerste elektrode aan de naald bevestigd is en gekoppeld is met de opneemketen; waarbij de eerste middelen verder middelen oranten, die gekoppeld zijn met de tweede elektrode en met een bepaalde frequentie gemoduleerd worden; en tweede midde-35 len, die gekoppeld zijn met de uitgangsklem van de opneemketen voor het afleiden van signalen met de gegeven frequentie onder uitsluiting van de tevoren opgenomen signalen voor het opwekken van het signaal, 8003937 -lil— dat de realtieve positie van de naald ten opzichte van de vagen langs de baan geeft. k. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de gemoduleerde middelen een varactordiode omvatten, velke in serie 5 gekoppeld is met een bron voor oscillaties van de gegeven frequentie.
5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen, die kunnen reageren op het signaal, dat de positie aangeeft voor het variëren van de mate van verplaatsing van de vagen op een zodanige vijze, dat een gevenste laterale afstand tussen 10 de inrichting en de vagen gehandhaafd blijft.
6. Systeem volgens-conclusie 1, met het kenmerk, dat de een spoor volgende inrichting een naald is, omvattende een opneem-elektrode, en vaarbij het systeem middelen omvat voor het aftasten van een het signaal aangevende capaciteit, die gevormd is tussen 15 de opneemelektrode en de opname voor het verschaffen van de tevoren opgenomen signalen aan de uitgangsklem ervan en een toevoerdraad voor het verbinden van de opneemelektrode met de de capaciteit aftastende middelen; gekenmerkt door een capaciteit, die de naaldpo-sitie aangeeft en bepaald is door de eerste elektrode, die bevestigd 20 is aan de naald en de tveede ëLe-ktrode , die aan de vagen aangrenzend aan de eerste elektrode bevestigd is; vaarbij de de signaal-capaciteit aftastende middelen dienen voor het aftasten van de capaciteit, velke de naaldpositie aangeeft voor het opvekken van signalen, velke de naaldpositie veergeven aan de uitgangsklem ervan 25 en vaarbij de toevoerdraad bovendien dient als de eerste elektrode van de capaciteit, velke de naaldpositie aangeeft.
7· Systeem volgens conclusie 6, omvattende een houder voor het volgen van de spoorvolgende naald; vaarbij de vagen een compartiment bezit voor het losneembaar opnemen van de naaldhouder; vaar-30 bij het meegevend element de naald aan de houder bevestigt, vaarbij de toevoerdraad met een uieinde ervan bevestigd is aan de opneemelektrode en met het andere uiteinde ervan aan de eerste aansluit-klem, die geplaatst is op de houder; en vaarbij de eerste aansluit-klem aangrijpt op een aansluitklem, die gelegen is in de vagen om 35 zo de opneemelektrode met de de capaciteit aftastende middelen te koppelen vanneer de houder opgenomen is in het compartiment van de T. vagen; met het kenmerk, dat de tveede elektrode een element omvat, 8003937 -15- dat vast bevestigd is aan de houder, z Gdat dat element gedurende het weergeven op een afstand gelegen is van de toevoerdraad; en dat de houder verder een tweede aansluitklem omvat, welke in contact staat met het element en aan kan grijpen op een andere aansluitklem, die j. gelegen is in de wagen, bij opname van de houder in het compartiment van de wagen. 8003937
NL8003937A 1979-07-09 1980-07-08 Naalpositieaftastinrichting voor een videoplaat- afspeler. NL8003937A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US5564879A 1979-07-09 1979-07-09
US06/055,976 US4280023A (en) 1979-07-09 1979-07-09 Stylus position sensing apparatus for video disc player
US5564879 1979-07-09
US5597679 1979-07-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003937A true NL8003937A (nl) 1981-01-13

Family

ID=26734479

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003937A NL8003937A (nl) 1979-07-09 1980-07-08 Naalpositieaftastinrichting voor een videoplaat- afspeler.

Country Status (11)

Country Link
AT (1) AT374945B (nl)
AU (1) AU539371B2 (nl)
DE (1) DE3026050C2 (nl)
DK (1) DK294680A (nl)
ES (1) ES493176A0 (nl)
FI (1) FI802125A (nl)
FR (1) FR2461325A1 (nl)
GB (1) GB2056721B (nl)
IT (1) IT1131334B (nl)
NL (1) NL8003937A (nl)
PL (1) PL135026B1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4375094A (en) * 1980-11-10 1983-02-22 Rca Corporation Apparatus for advancing a video disc pickup transducer beyond a disc record defect
JPS58188340A (ja) * 1982-04-28 1983-11-02 Sony Corp 光学式再生装置
US4504941A (en) * 1983-01-28 1985-03-12 Rca Corporation Stylus cartridge having stylus arm restraint
CA1241741A (en) * 1984-05-24 1988-09-06 Robert A. Scranton Variable impedance contrast in data storage media

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2915315A (en) * 1954-06-14 1959-12-01 Libman Max L Servo arm for phonograph pickups
DE2361793C2 (de) * 1973-12-12 1983-06-16 Ted Bildplatten Ag Aeg-Telefunken-Teldec, 6301 Zug Wiedergabeeinrichtung für einen scheibenförmigen Aufzeichnungsträger
JPS5936345B2 (ja) * 1977-04-28 1984-09-03 ソニー株式会社 直線移動型ト−ンア−ム装置

Also Published As

Publication number Publication date
AU6004780A (en) 1981-01-15
DE3026050C2 (de) 1986-01-16
PL225556A1 (nl) 1981-04-10
IT8022833A0 (it) 1980-06-17
ES8104619A1 (es) 1981-04-01
ATA355080A (de) 1983-10-15
DK294680A (da) 1981-01-10
GB2056721A (en) 1981-03-18
AU539371B2 (en) 1984-09-27
FI802125A (fi) 1981-01-10
AT374945B (de) 1984-06-12
GB2056721B (en) 1983-05-05
PL135026B1 (en) 1985-09-30
IT1131334B (it) 1986-06-18
FR2461325A1 (fr) 1981-01-30
ES493176A0 (es) 1981-04-01
DE3026050A1 (de) 1981-02-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3783196A (en) High-density capacitive information records and playback apparatus therefor
US4176378A (en) Signal pickup arm lifting/lowering and groove skipper apparatus
JPS5921104B2 (ja) 情報記録媒体再生装置におけるトラッキングサ−ボ装置
JPS5925300B2 (ja) 情報信号再生装置のフイ−ド自動追従装置
JPS5948447B2 (ja) 信号再生装置の利得補償回路
US3952145A (en) Pickup arm cartridge apparatus
US4280023A (en) Stylus position sensing apparatus for video disc player
GB2099202A (en) Rotary recording medium and reproducing apparatus therefor
NL8003937A (nl) Naalpositieaftastinrichting voor een videoplaat- afspeler.
US3917903A (en) Detachable pickup arm magnetic coupling
GB2071392A (en) Video disc with control signals for providing rapid head traverse
KR840000999B1 (ko) 스키퍼 보조능동탐색회로
US3956581A (en) Pickup arm apparatus
US4258233A (en) Track skipper apparatus for video disc player
US3961131A (en) Disc record locked groove escape apparatus
US4382292A (en) Video disc player having stylus position sensing apparatus
KR840000871B1 (ko) 비디오 디스크플레이어용 바늘위치 감지장치
CA1051354A (en) Apparatus for inhibiting a plurality of disc records from being disposed on a turntable and grounding a disc record disposed on the turntable
CA1133633A (en) Track skipper apparatus for video disc player
US4272786A (en) Video disc playback apparatus with non-linear aperture correction
US4262174A (en) Track skipper for video disc player
CA1131775A (en) Track skipper for video disc player
US3963864A (en) Pickup arm assembly
US4198658A (en) Recording/playback apparatus facilitating track skip detection
US4323998A (en) Video disc locked groove corrector

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed