NL8003654A

NL8003654A - Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van stof en vuil bij de invoerwals van een kaarde.

Info

Publication number: NL8003654A
Application number: NL8003654A
Authority: NL
Original assignee: Tno
Priority date: 1980-06-24
Filing date: 1980-06-24
Publication date: 1982-01-18

Description

Γ * Ν.0. 28.981 -1-

Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van stof en vuil bij de invoerwals van een kaarde.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van stof en dergelijk vuil uit de plukken of vezels op de tanden van de invoerwals respectievelijk vooropener van een kaardetrommel, welk vuil wordt verwijderd met behulp van tenminste één tegen de draairichting 5 in schuin op de omtrek van de trommel staand mes.

Een dergelijke werkwijze en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze zijn algemeen bekend. Men past daarbij één of meer voor de kaardetrommel geplaatste van tanden voorziene invoerwalsen of vooropeners toe waarvarv de rotatierichting tegengesteld aan die van de kaardetrommel 10 is. Ter plaatse van het ondergedeelte van deze invoerwals bevinden zich één of meer messen met tussengelegen ruimten welke messen met de zeer spitse snede zo dicht mogelijk bij de tanden van het beslag van de invoerwals zijn geplaatst. Ongewenste deeltjes stof, vuil en dergelijke die alsgevolg van de rotatie van de wals de neiging hebben naar buiten te 15 treden dienen door het mes of de messen te wprden afgeschraapt en naar beneden te worden afgevoerd in een ruimte waaruit zij doorgaans door middel van zuiging worden verwijderd.

Met deze bekende messen is het niet mogelijk een voldoende intensieve reiniging te bewerkstelligen ook niet wanneer meerdere van deze voorope-20 ners achter elkaar zijn geplaatst en met toenemende omtrekssnelheid werken.

Doel varide uitvinding is hierin verbetering te brengen en dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat achter de snede van het mes in de ruimte tussen mes en trommel druklucht wordt toegevoerd van zodanige overdruk dat nabij de snede van het mes de met de trommel meebewe-25 gende luchtstroom tussen mes en trommel wordt vertraagd

Door deze vertraging worden die deeltjes die niet door wrijving met de trommel verbonden zijn in mindere mate vastgehouden door centripetale krachten. De deeltjes gaan zweven en trachten hun eigen rechtlijnige baan of een door de luchtdeeltjes bepaalde baan te volgen. Deze laatste 3Ö wordt ten dele zodanig afgebogen dat deze via het voorvlak van het mes de hoofd-baan van de materiaalstroom verlaten. Er ontstaat dan een stromingsverhouding die anders is dan wanneer men niets doet, waardoor een grotere aandeel aan kleine deeltjes wordt verwijderd.

Volgens de uitvinding verdient het de voorkeur wanneer de overdruk 35 zodanig is dat de luchtstroom tussen mes en trommel vrijwel stilstaat res- 800 36 54 -2- * 'w pectievelijk in geringe mate tegen de draairichting van de invoerwals in naar buiten stroomt. Het hiervoor beschreven effekt wordt daardoor versterkt. Door dus achter met mes druklucht toe te voeren over de gehele breedte van het mes en wel tegen de draaiingsrichting van de 5 invoerwals of vooropener in ondervinden de stof- en vuildeeltjes en ongewenste vezels ter plaatse van de snede van het mes een verhoogde luchtweerstand waardoor deze deeltjes beter via de voorzijde van het mes worden afgevoerd. De lucht is daarbij niet alleen aanwezig in de zeer smalle ruimte tussen de snede van het mes en de toppen van de tanden maar 10 ook tussen de tanden en kan daar aanwezig vuil naar de buitenzijde drukken. Vindt uitstroming van de lucht tegen de draairichting in uit de spleet tussen mes en tanden plaats dan dient deze uitstroming toch zo gering te zijn dat de door de tanden meegenomen vezels niet daarvan af worden geblazen, maar blijven zitten.

15 De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvin ding kan een mes hebben dat evenwijdig aan de snede een in de draairichting van de wals achter de snede gelegen luchttoevoerspleet heeft. Het achter de luchttoevoerspleet gelegen gedeelte van het mes, due het van de snede afgekeerde deel, kan dan concentrisch of vrijwel concentrisch 20 met het oppervlak van de invoerwals verlopen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

Fig.1 toont schematisch een inrichting van het type waarbij de uitvinding kan worden toegepast.

25 Fig. 2 toont een klein gedeelte van de in fig. 1 getoonde inrichting en toont de uitvinding.

De in fig. 1 getoonde inrichting bestaat uit een kaardetrommel 1 die op bekende wijze is voorzien van met een onderbroken lijn aangegeven kaardbeslag 2 en op deze trommel sluit aan een afvoerwals 3.

30 Bij 4 bevindt zich de eveneens van tanden voorziene toevoerwals of vooropener waarvan de rotatierichting tegengesteld is aan die van de trommel 1 en waaraan vezels uit een niet nader getoonde toevoerinrichting via de transportrol 5 worden toegevoerd.

Onder deze toevoerwals 4 bevindt zich een door wanden 5’ en 6 35 begrensde kamer waarin twee messen 7 en 8 zijn geplaatst. Met deze messen kan vuil van het zich op de invoerwals 4 bevindende vezelmateriaal worden verwijderd in de richting van de met de pijlen 9 aangegeven afzuiging.

Dit vuil kan naar een niet verder getoonde inrichting gaan waaruit eventueel vezels worden afgescheiden die zonodig kunnen worden teruggevoerd.

40 Fig. 2 toont een deel van de omtrek van de wals 4· met de tanden 10.

800 36 54 ' ' -3-

Verder toont deze figuur een mes 7 welk mes met de punt of snede 11 zo dicht mogelijk bij het door de punten van de tanden 10 gevormde buiten-omtreksvlak van de wals 4- is geplaatst. Het naar de tanden toe gekeerde vlak 12 kan iets van de tanden afwijken zodat de ruimte tussen het vlak 5 12 en de tanden in de richting van de snede 11 steeds smaller wordt.

Bij 13 bevindt zich een toevoerspleet waarvan de zijkanten uiteraard gesloten zijn en waardoorheen lucht onder druk kan worden toegevoerd in de ruimte tussen de wand van de wals 4 en het vlak 12. Het vlak 14· dat een voortzetting kan vormen van het vlak 12 kan ten opzichte van de tanden 10 verder wijkend verlopen danwel concentrisch daarmee verlopen.

Van belang is dat de schuin naar voren tegen de draairichting van de invoerwals en daarmee van de tanden in gerichte uit de spleet 13 komende luchtstroom tussen de tanden en in de nauwe ruimte tussen de punten van de tanden en het vlak 12 een druk opbouwt die tot gevolg 15 heeft dat ter plaatse van de snede 11 de lucht tussen de tanden en in de spleet tussen de toppen van de tanden en het vlak 12 vrijwel stilstaand danwel een weinig tegen de draairichting in naar buiten treedt.

Daardoor worden vuildeeltjes naar buiten gedrukt en via het voorvlak van het mes 7 afgevoerd.

20 Het mes 8 getoond in fig. 1 is op soortgelijke wijze uitgevoerd.

Opgemerkt wordt nog dat het vlak 14· behalve concentrisch met het oppervlak van de invoerwals ook in de draairichting daarnaar toe lopend kan zijn teneinde het in de draairichting ontsnappen van de toegevoerde druklucht zoveel mogelijk tegen te gaan.

25 Verder wordt opgemerkt dat ter plaatse van de snede van het mes een naar buiten stromen van de lucht tegen de draairichting in slechts zeer gering kan zijn, bijvoorbeeld een snelheid voortvloeiende uit een overdruk van 1 mm waterkolom.

800 3 6 54

Claims

1. Werkwijze voor het verwijderen van stof en dergelijk vuil uit de plukken of vezels op de tanden van de invoerwals respectievelijk vooropener van een kaardetrommel welk vuil wordt verwijderd met behulp van tenminste één tegen de draairichting in schuift op de omtrek van de 5 trommel staand mes, met het kenmerk, dat achter de snede van het mes in de ruimte tussen mes en trommel druklucht wordt toegevoerd van zodanige overdruk dat nabij de snede van het mes de met de trommel mee bewegende luchtstroom tussen mes en trommel wordt vertraagd.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de overdruk zodanig is dat de luchtstroom tussen mes en trommel vrijwel stilstaat respectievelijk in geringe mate tegen de draairichting van de invoerwals in naar buiten stroomt.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 15 1, m e t het kenmerk, dat het mes evenwijdig aan de snede een in de draairichting van de wals achter de snede gelegen luchttoevoer-spleet heeft. 800 3 6 54