NL8003633A - Elektrische stofzuiger voor natte en droge stoffen. - Google Patents

Elektrische stofzuiger voor natte en droge stoffen. Download PDF

Info

Publication number
NL8003633A
NL8003633A NL8003633A NL8003633A NL8003633A NL 8003633 A NL8003633 A NL 8003633A NL 8003633 A NL8003633 A NL 8003633A NL 8003633 A NL8003633 A NL 8003633A NL 8003633 A NL8003633 A NL 8003633A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tank
vacuum cleaner
inlet
cleaner according
outlet
Prior art date
Application number
NL8003633A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Shop Vac Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Shop Vac Corp filed Critical Shop Vac Corp
Publication of NL8003633A publication Critical patent/NL8003633A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L7/00Suction cleaners adapted for additional purposes; Tables with suction openings for cleaning purposes; Containers for cleaning articles by suction; Suction cleaners adapted to cleaning of brushes; Suction cleaners adapted to taking-up liquids
    • A47L7/0004Suction cleaners adapted to take up liquids, e.g. wet or dry vacuum cleaners
    • A47L7/0009Suction cleaners adapted to take up liquids, e.g. wet or dry vacuum cleaners with means mounted on the nozzle; nozzles specially adapted for the recovery of liquid
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L7/00Suction cleaners adapted for additional purposes; Tables with suction openings for cleaning purposes; Containers for cleaning articles by suction; Suction cleaners adapted to cleaning of brushes; Suction cleaners adapted to taking-up liquids
    • A47L7/0004Suction cleaners adapted to take up liquids, e.g. wet or dry vacuum cleaners
    • A47L7/0023Recovery tanks
    • A47L7/0028Security means, e.g. float valves or level switches for preventing overflow
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L7/00Suction cleaners adapted for additional purposes; Tables with suction openings for cleaning purposes; Containers for cleaning articles by suction; Suction cleaners adapted to cleaning of brushes; Suction cleaners adapted to taking-up liquids
    • A47L7/0004Suction cleaners adapted to take up liquids, e.g. wet or dry vacuum cleaners
    • A47L7/0023Recovery tanks
    • A47L7/0038Recovery tanks with means for emptying the tanks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L7/00Suction cleaners adapted for additional purposes; Tables with suction openings for cleaning purposes; Containers for cleaning articles by suction; Suction cleaners adapted to cleaning of brushes; Suction cleaners adapted to taking-up liquids
    • A47L7/0004Suction cleaners adapted to take up liquids, e.g. wet or dry vacuum cleaners
    • A47L7/0042Gaskets; Sealing means

Landscapes

  • Electric Suction Cleaners (AREA)
  • Filters For Electric Vacuum Cleaners (AREA)
  • Nozzles For Electric Vacuum Cleaners (AREA)

Description

803152/Ke/cd * ™ 1~ ~ t ’
Korte aanduiding* Elektrische stofzuiger τοογ natte en droge stoffen.
De uitvinding heeft betrekking op een elektrische stofzuiger, in het bijzonder geschikt voor het verzamelen van droog materiaal, nat materiaal en zelfs vloeistof. In het bijzonder betreft de uitvinding een compakte, nat en droog-verkende stofzuiger.
5 Elektrische stofzuigers voor het verzamelen van natte en droge materialen en vloeistoffen zijn bekend. Yele van deze stofzuigers zijn van het mand vormige type, met een relatief stilstaande mand waarin materialen worden verzameld en met een slang die leidt naar een zuigmondstuk dat wordt gebruikt voor het verzamelen van de 10 materialen. Voor het gemak van het opslaan voor compaktheid is het gewenst om een stofzuiger van kleine afmetingen te verschaffen die in staat is om nat en droog materiaal te verzamelen en die gemakkelijk te hanteren is.
De gebruikelijke staande stofzuigers zijn voorzien van 13 middelen voer het verzamelen van de materialen, de zuigmotor, de houder voor de verzamelde materialen en de rechtopstaande greep om de stofzuiger te verplaatsen, dit alles in één eenheid. Zij zijn gewoonlijk niet goed geschikt om zowel nat als droog materiaal te verzamelen. Kat materiaal, speciaal vloeistof, kan in aanraking komen 20 met de elektromotor of de e&ktrisohe verbindingen naar de motor, waardoor deze wordt beschadigd. Staande stofzuigers hebben typisch geen houder die geschikt is voor het verzamelen van natte materialen of vloeistoffen.
Compakte, lichte stofzuigers, die aangebracht zijn aan 23 een lange steel en bewogen wordt langs het te reinigen oppervlak, zijn bekend als elektrische bezems. Ze zijn niet zo sterk of zo zwaar als staande stofzuigers en ze zijn niet zo effektief om vloerkleden te reinigen. Deze stofzuigers zijn ook niet goed geschikt voor het verzamelen van nat materiaal of vloeistoffen en soms hebben 30 zij daarvoor ook geen opzamelhouder.
Bovendien wordt, wanneer door een stofzuiger bepaalde materialen worden verzameld, speciaal natte materialen of vuile vloei- 800 3 6 33 't ^ _ 2 _ stoffen, de opzaaelhouder tanelijk vuil. Bekende stofzuigers hebben een houder die moeilijk los te nemen en te reinigen is, of in het geval van conventionele staande stofzuigers en die van het elektrische beze a type zijn er geen middelen on de houder te reinigen en te ver-5 vangen, en zal nat materiaal of vloeistof de houder ernstig beschadigen en hem onbruikbaar naken· Verder is een gemakkelijke verwijdering van een houder voor de opgezaaelde materialen van belang om hem te kunnen schoonmaken, speciaal wanneer die houder bedoeld is om opnieuw te worden gebruikt.
10 Aldus is het voornaamste oogmerk van de uitvinding het ver.
schaffen van een effektieve, nat en droog-werkende stofzuiger.
Be uitvinding heeft verder nog ten doel een stofzuiger te verschaffen met de volgende eigenschappens - relatieve coupaktheid! 13 - geschiktheid van de houder voor de opgezaaelde aaterialez om geaakkelijk te worden losgenomen om hem schoon te maken; - een minimale belasting van de ventilatoraotor, een geruisloze werking, een esthetisch aangenaam ui terlijk, en een vermindering van het gevaar van beschadiging als gevolg van spatten van ma- 20 terialen die worden verzameld.
-Volgens de uitvinding wordt een compakte, nat en droog-werkende stofzuiger verschaft. In het algemeen bestaat de stofzuiger uit een hoofdblaasventilator en een motor voor de aandrijving daarvan. Be blaasventilatormotor ie aangebracht in een motorhuis. Sen afzonder-25 lijke tank voor de opgezamelde materialen is geplaatst nabij het mo-torhuis en is daaraan losneembaar bevestigd door losneembare bevestigingsmiddelen die zich uitstrekken tussen de task en het huis. Be tanc kan daardoor van het motorhuis worden losgenomen om te worden geledigd, gereinigd enz. Be afzonderlijke bevestiging bestaat uit een 50 haak die vanaf de tank uitsteekt naar het huis en een geschikt middel aan het huia om de haak op te nemen en vaat te houden.
Be zuiginlaat naar de stofzuiger staat in verbinding met de tank* Be tank heeft een inlaatmondstuk. Het mondstuk heeft een inlaat onderin de tank bijde zuiginlaat en het mondstuk loopt langs de voor-55 zijde van de tank van een spuitstukuitlaat nabij de bovenzijde van de 800 3 6 33 * ·* — js _3 _ T'r tank* Eet inlaatmondstak is zo gevormd dat een gelijkmatige stromingssnelheid van de lucht wordt verkregen over de gehele breedte vaz de zuiginlaat, door een geschikte vernauwing van de doorsnede van het mondstuk dat naar buiten steekt in de richting van de zijkanten van 5 de tank· De mondstukuitlaat is een opening met betrekkelijk kleine dwarsdoorsnede nabij de bovenzijde van de tank·
Onmiddellijk achter de zuiginlaat, onder de tank, is een geschikte borstel aanwezig om materialen naar de zuiginlaat te leider · he borstel is geschikt voor het verplaatsen van deeltjesvormige ma-10 terialen, speciaal droge materialen, en ook natte, alsmede vloeistof, in de richting van de zuiginlaat.
Over de tank bevindt zich een deksel. Het deksel is voorzien van middelen voor het veranderen van de richting van de stroming van opgezamelde materialen volgens een bij voorkeur gebogen baan die 13 ervoor zorgt dat de opgezamelde materialen van de lucht worden gescheiden. he luchtuitlaat van de tank bevindt zich bovenaan en loopt door de bovenwand ervan. De uitlaat bevindt zich op afstand van de stromingsafbuigmiddelen en van de mondstukuitlaat die de tank ingaat· he tank heeft ook een hulpinlaat voor een slang. Er zijn middelen aan-20 wezig om te kiezen of de inlaat met de tank plaats zal vinden door het mondstuk in de bodem of door de hulpslang. he zuiginlaat bevindt zich onder een naar voren uitstekend gedeelte van de tank, met gerings hoogte, dat geschikt is onder laag meubilair enz. te worden gestoken.
Set motorhuis van de blaasventilator bevindt zich achter de 25 tank, he motor voor de blaasventilator is een omloopblaasmotor, vaar een afzonderlijke koelstroming is voor het koelen van de motor, en die afzonderlijke koelstroming wordt afgescheiden van de luchtstromin; die door de hoofdblaasventilator loopt. Een schot binnen het motorhuis scheidt de koellucht die het huis binnenstrooat van de koellucht 30 voor de motor die langs de motor is gegaan en het huis verlaat, he in- en uitlaat van het motorhuis voor de koellucht bevinden zich hoog ten opzichte van dat huis om spetteren van vloeistof om de motor te voorkomen en om de hoeveelheid stof die de motor binnenkomt minimaal te maken, he inlaat voor de koellucht voor het motorhuis bevindt zich 33 achteraan het huis, en dat is ook achteraan de stofzuiger. Er wordt 800 3 6 33 1* ' - 4 - omgevingslucht naar binnen gezogen on de aotor ran de blaas ventilator te koelen, waardoor beschadiging van de notor door vervuilde lucit wordt voorkomen. De uit het aotorhuis afgevoerde koellucht wordt naar beneden geblazen aan weerszijden van het aotorhuis achter de 5 wielen van de stofzuiger.
De hoofdblaa8ventilator van de stofzuiger bevindt zich boven het huis. Bij voorkeur is de centrifugaalventilator. Sr is een leiding aanwezig als verbinding tussen de uitlaat van de tank en de inlaat van de centrifugaalventilator. Deze wordt gevomd door een 10 plaat en zijwanden die rechtop staan ten opzichte van de plaat. Eet deksel van de stofzuiger bereikt de zijwanden en sluit deze verbin-dingsleiding af. Eet aotorhuis, de leiding en het deksel zijn tot een eenheid met elkaar verbonden.
Eet deksel loopt over het aotorhuis van de blaasventilator 15 ·η over de leiding en is groot genoeg om ook de tank te bedekken. Ee : deksel is beweegbaar tussen een stand waarin de tank is afgedekt en een stand waarin zij ten opzichte van de tank naar achteren is geklapt. Sr zijn grendelmiddelen aanwezig om het deksel op de tank gesloten te houden. Wanneer het deksel wordt opgelicht kan de tank ge-20 aakkelijk worden verwijderd oa te worden gereinigd.
In de verbindingsleiding is een veraogensregelaar aanwezig om naar keuze de stroming uit de tank naar de blaasventilator in wisselende mate af te sluiten oa daardoor het zuigvermogen van de stofzuiger te veranderen. De veraogensregelaar staat ook in verbin-25 ding met de omgevingslucht onder het deksel van de stofzuiger, zodat de stroming naar de blaasventilator een konstante snelheid kan verkrijgen en wanneer de stroming van-uit de tank minder moet worden zou ook de stroming van omgevingslucht evenredig worden verminderd.
Dit voorkomt spanningen op de aotor van de blaasventilator. Sr zijn 30 ondersteuningsaiddelen, bijvoorbeeld rollen, onder de tank en onder het huis aangebracht om de zuiginlaat op afstand te houden van het te reinigen oppervlak, en ook zodanig, dat zowel de tank als het aotorhuis een ondersteuning vormen voor de stofzuiger op het te reinigen oppervlak.
33 Een handgreep waardoor de stofzuiger wordt verplaatst is 800 3 6 33 - 5 - - ’· bevestigd aan hst deksel op een zodanige manier dat de handgreep kan draaien vanneer de stofzuiger normaal wordt gebruikt. Verder zijn grendelaiddelen aanwezig om de handgreep in een vaste positie te ver<> grendelen om de stofzuiger op te bergen.
5 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening.
Fig. 1 toont met uiteen genomen onderdelen een voorkeursuitvoering van de stofzuiger volgens de uitvinding;
Fig. 1a toont de stofzuiger perspektivisch van opzij met 10 gesloten deksel;
Fig. 2 toont de stofzuiger perspektivisch van opzij met open deksel;
Fig. 3 toont de stofzuiger perspektivisch van voren met geopende deksel; 15 Fig. 4 is een doorsnede in langsrichting met gesloten dek sel;
Fig. 5 is een bovenaanzicht met weglating van de deksel om te tonen hoe de stofzuiger er onder het deksel uitziet;
Fig. 6 is een doorsnede naar achteren gezien; 20 Fig. 7 is een achteraanzicht, waarbij een gedeelte in door snede is weergegeven;
Fig. 8 is een doorsnede, naar opzij gezien, door het motor-huis van de blaasventilator achterin de stofzuiger;
Fig. 9 is een bovenaanzicht van dit motorhuis met weglating 25 van de motor en de ventilator;
Fig. 10 is een zijaanzicht, gedeeltelijk doorsnede, volgens de lijn 10-10 in fig. 9;
Fig. 11 is een gedeeltelijke doorsnede van het huis volgens de lijn 11-11 in fig. 9» 30 Fig. 12 is een zijaanzicht van de afbuigmiddelen die zich bevinden in het huis van de blaasventilatormotor, gezien volgens de lijn 12-12 in fig. 13»
Fig. 13 is een bovenaanzicht van de afbuigmiddelen volgens fig. 12; 33 Fig, 14 is een bovenaanzicht van het motorhuis van fig. 9» 800 3 6 33 — 6 - waarbij de afbuigmiddelen van fig. 13 zijn geïnstalleerd; fig. 15 is een elektrisch schakelschema waarin de elektrische verbindingen van de blaasventilatoraotor zijn weergegeven; fig. 16 is een dwarsdoorsnede door de handschakelaar voor 5 het bedienen van de stofzuiger, volgens de lijnen 16-16 in fig, 17; fig. 17 is een bovenaanzicht van de schakelaar volgens fig. 16; fig.18 is een bovenaanzicht van de aontageplaat ende leiding voor de verbinding van de tank en de blaasventilator; 10 fig. 19 is een doorsnede door de leiding volgens de lijn 19-19 in fig. 18; fig. 20. is een eindaanzicht van de plaat en de leiding volgens fig, 18, gezien in de richting van de pijlen 20 in fig.18; fig* 21 is een gedeeltelijke doorsnede door de plaat en de 15 leiding volgens de lijn 21-21 in fig. 18; fig. 22 is een gedeeltelijke doorsnede volgens de pijlen 22-22 in fig. 18; fig. 23 is een bovenaanzicht van de veraogensregelaar die behoort bij de plaat en de leiding voor het instellen van de zuig-20 kracht van de stofzuiger; fig. 24 is een doorsnede door de veraogensregelaar volgens de lijn 24-24 in fig. 23; fig. 25 is nog een doorsnede door de veraogensregelaar volgens de lijn 23-23 in fig. 23; 23 fig. 26 is een zijaanzicht van de veraogensregelaar gezien in de richting van de pijlen 26-26 in fig. 22; fig. 27 is een zijaanzicht waarin het einde zichtbaar is van de leiding en waarin de veraogensregelaar weggebroken is oa de onderlinge relatie tussen die delen te laten zien; 30 fig. 28 is een bovenaanzicht van de leiding bij de verao gensregelaar en waarin die veraogensregelaar zichtbaar is; fig. 29 is een bovenaanzicht van de tank voor het opzamelen van de materialen; fig, 30 is een doorsnede van de tank volgens de lijn 35 _30-30 in fig. 29; 8003633 _ 7 _ ·~ν », fig. 31 ie oofc een doorsnede Tan de tank volgens de lijn 31-31 in fig. 29; fig· 32 is een doorsnede van de tank volgens de lijn 32-32 in fig. 29; 5 fig. 3? is een onderaanzicht van het voorste gedeelte van de tank, d.w.z. een aanzicht van de tank vannit een richting tegengesteld van die van fig. 29; fig. 34 is een bovenaanzicht van het vloermondstuk dat zici bevindt onder het voorste gedeelte van de tank; 10 fig, 33 is een onderaanzicht van het vloermondstuk; fig· 36 is een gedeeltelijk zijaanzicht van het vloermondstuk volgens de lijn 36-36 in fig. 34; fig.'37 is een doorsnede door het vloermondstuk volgens de lijn 37-57 ia fig· 54; 13 fig. 3ö is een doorsnede door het vloermondstuk volgens de lijn 36-38 in fig. 34; fig. 39 is eenzelfde doorsnede als fig* 37 waarin de onderlinge verbinding wordt getoond tussen het vloermondstuk en het voorste gedeelte van de tank; 20 fig. 40 is een bovenaanzicht van het deksel voor de tank; fig. 41 is een doorsnede door het tankdeksel volgens de lijn 41-41 ia fig· 40; fig. 42 is een doorsnede door de filtermand die wordt gebruikt voor het dragen van het filter aan de uitlaat van de tank; 23 fig. 43 is een bovenaanzicht van de filtermand in de rich ting van de pijlen 43-43 in fig* 42; fig. 44 is een doorsnede door de mand volgens de lijnen 44-44 ia fig. 42; fig* 45 is een doorsnede volgens dozijn 45-45 in fig. 42 30 waarin het onderdeksel van de filtermand in aanzicht is weergegeven; fig. 46 is een bovenaanzicht van de grendelplaat die bevestigd is aan het deksel en die wordt gebruikt om het deksel op de tank te vergrendelen; fig. 47 is een zijaanzicht van de grendelplaat uit fig. 46; 33 fig. 48 is een aanzicht van een bout die wordt gebruikt om 8003633 . i -fide grendelplaat nit fig. 46 aan het deksel te bevestigen; fig. 49 is een aanzicht van een bout die bevestigd is aan het voorste gedeelte van de tank en samenwerkt net de grendelplaat voor het vergrendelen van het deksel bovenop de tank; 5 fig. 90 toont met uiteengenonen onderdelen perspektivisch het geheel van het deksel boven de stofzuiger; fig. 51 ie een aanzicht van dén van de zij beugels die worden gebruikt om het motorhuis, de leiding en het deksel gezamenlijk boven de stofzuiger te bevestigen en dienend als as voor de stof-10 zuiger en als drager voor de handgreep ervan; fig. 92 is een zijaanzicht van de beugel uit fig. 51$ fig. 53 ie een bovenaanzicht van de beugel uit fig.51; fig· 34 is een aanzicht van de beugel vanaf de andere kant; fig. 53 is een zijaanzicht van de beugel uit fig. 54$ 13 fig. 56 is een bovenaanzicht van de beugel uit fig. 34$ fig. 57 is een doorsnede vanaf de achterzijde waarin de bevestiging getoond wordt van de wielen en de handgreep aan de stofzuiger;
Fig. 57* is een gedeeltelijke doorsnede volgens de lijn 57a-57* in fig. 57 waarin de bevestiging van de handgreep wordt ge-20 toond; fig. 58 is een gedeeltelijke doorsnede volgens de lijn 58-58 in fig 57, waarin de middelen worden getoond voor het regelen van de draaiing van de handgreep; fig· 59 is een aanzicht volgens de lijn 59-59 in fig. 57 25 waarin de middelen worden getoond voor het vergrendelen van de handgreep.
In de tekening is een stofzuiger volgens de uitvinding weergegeven. he 8tofzuiger omvat een hoofdblaasventilator 126 die aangedreven wordt door een ventilatormotor 120. ha ventilatormotor 120 is 50 geplaatst in het ventilatormotorhuis 50. Sen tank 500 voor opgezamelde materialen staat in verbinding met de blaasventilator 126. he tank heeft een zuiginlaat bij de bodemplaat 360 onder de voorkant vai de tank. Sen inlaatmondstuk 310-350 loopt langs de voorzijde van de _tank naar boven en eindigt nabij het deksel 410 bovenaan de tank, he 8003633 _ 9 _ *· middelen 452 in het deksel voor het veranderen van de richting van de opgezamelde materialen zorgen ervoor dat deze in de tank vallen.
Sr wordt lucht gezogen door de uitlaat 420 van de tank die beschermd wordt door het filter 470, 490. De verbinding tussen de tankuitlaat 5 420 en de tankinlaatopening 240 leidend naar het midden van de centra - fugaalblaasventilator 126 geschiedt door middel van de leiding die ontstaat boven de montageplaat 250. Sen vermogensregelaar 270 bepaalt in hoarerre het volle vermogen van de ventilator 126 lucht ui de tank zuigt en die tanklucht kombineert met omgevingslucht van onder het 10 deksel 340 in een variabele verhouding, waardoor het zuigvermogen vai. de stofzuiger wordt ingesteld·
Sen deksel 340 loopt boven over de montageplaat 230 en slui t de bovenzijde van de leiding 240, 242 af. Beugels 660, 700 houden hel motorhuis 30 stevig vast onder de montageplaat 230 en ze houden de 15 . ' montageplaat vast onder het deksel 540, waardoor het samenstel van motorhuis 30, montageplaat 230 en deksel 540 een eenheid wordt. Be beugels 660, 700 worden bij de assen 630, 704 gedragen op de wielen 730· Het deksel 540 kan klappen om de asstukken 630, 704 tussen een open stand waarin de tank 300 toegankelijk is en een gesloten stand 20 waarin de voorzijde van het deksel 540 door grendelmiddelen 576*626 vergrendeld is op de tank.
Be centrifugaalluchtstroming uit de ventilator 126 wordt naar boven gericht door een element 637 uit schuimmateriaal dat trillingen dempt, de luchtsnelheid verlaagt en dus geluid zachter maakt, welk element 637 zich onder de bovenwand 544 van het deksel 540 bevindt; vervolgens door gaten 545 ia de dekselwand 544» door een volge ad element 654 van schuimmateriaal dat de luchtsnelheid terugbrengt en geluid dempt en zich buiten de gaten 545 van het deksel bevindt, en dan in dwarsrichting naar buiten van «nader een afzuigdeksel 644 daar- 30 overheen.
Be tank 300 is bedoeld om uit de stofzuiger te worden verwijderd zodat hij kan worden geledigd, schoon gemaakt en vervangen.
Baartoe heeft de tank een paar haken 524 aan de achterkant, die aanga · bracht zijn op,de assen 630, 704 aan de binnenkant van de wielen 730.
35 Be rollen 404 onder de bodemplaat 360 aan de zuiginlaat werken samen 8003633 »* ·: - 10- met de baken 524 bij bet ondersteunen van de tank waaneer deze over het te reinigen oppervlak beweegt. Het buis 50 en het dekael 540 worden door de vielen 730 gedragen zodat ze over dat oppervlak verplaatsbaar zijn.
3 Sen handgreep bestaande uit het juk 734 an een greep 770 die door het juk werden gedragen, ia ook aan de beugels 660, 700 bevestigd bij de draaipunten 667. 2« geleidingsflens 690 aan de beugel 660 werkt samen met de verende pen 794 Tan de ontspanningsaiddelen 790 die aan bet juk 754 zijn aangebracht om verschillende schuine 10 spanden voor het handgreep en bet juk kunnen instellen ten opzichte « van het deksel 540.
He hierboven kort genoemde onderdelen van de inrichting zullen nu in bijzonderheden worden beschouwd.
2oals blijkt uit fig, 7-11 is het notorhuis 30 bovenaan 15 bij 52'open om de motor 120 op te nemen. Zoals blijkt uit lig. 9 is het huis in bovenaanzicht in hoofdzaak rechthoekig, waarbij de achterste randen om nog te beschrijven redenen afgeschuind zijn. Het huis 30 is zo ontworpen dat een maximale doorlaa*jfcogelijk is voor de koellucht waarmee de motor 120 in het huis wordt gekoeld, terwijl 20 gelijktijdig het binnentreden van water of uit deeltjes bestaande verontreinigingen of vuil in het notorhuis wordt voorkomen. He wand 34 aan de inlaatzijde van het huis is gekeerd naar de achterzijde van de stofzuiger. In dwarsrichting over de bolle breedte van het bovenste stuk van de wand 34 aan de inlaatzijde loopt een rechthoekige opening 25 36 voor het binnentreden van koellucht. He ingangsopening 3évoor koel lucht bevindt zich bij de bovenkant 32 van het huis 30 om te voorkom* n dat door die opening deeltjesvormig of vloeibaar materiaal in het huis komt dat tijdens het gebruik van de stofzuiger opgespetterd kan worden. Boven de opening 36 bovenaan de wand 34 bevindt zich een naai’ 30 buiten stekend dragend stuk of plank 42. He plank 42 loopt langs dri* van de vier zijden van het huis 30. He plank 42 heeft een naar beneden gerichte lip 43 aan de rand.
Sen dekselwand 44 steekt ver genoeg vanaf de plank 42 naar beneden om rechtstreekse mechanische toegang tot het gat 36 te voor-55 komen. He naar beneden hangende wand 44 strekt zich over de volle 8003633 - 11- *·' breedte van de opening 36 uit en de wand 44 eindigt bij zijranden 46 die lopen tot in de achterwand 34 ran het huis. De onderdelen 42, 44J 46 sluiten de toegang en de inlaat 36 af en zorgen ervoor dat de enige toegang tot die inlaat loopt via de opening 50 onderin de wand 5 44« Hierdoor wordt voorkomen dat de vingers van de gebruiker of afval de iniaatopening 56 van het huis binnen kunnen komen.
De dichtbij elkaar liggende, evenwijdige, naar achteren stekende ribben 52 lopen vanaf de plank 42 naar beneden voorbij de onderzijde 44 van de opening 56 om te voorkomen dat grote voorwerpen 10 het aotorhuis binnentreden.
In het huis 30 onder de opening 36 zijn aan de huiswand 34 vertikaal staande panelen 47 bevestigd om de hierna te beschrijver, elektrische leidingen 176, 178 te beschermen en om te voorkomen dat grote voorwerpen het motorhuis invallen, en speciaal ook om de dradez 15 enz. weg te houden vanaf de eindkap 142 aan de ingang naar de koel-ventilator. De panelen 47 hebben binneneinden die op afstand liggen van de buitenzijde van het’ nog te beschrijven schot 164 tot het nog te beschrijven schot 140, zodat de trilling van de motor niet op het huis 30 wordt overgebracht.
20 Br zijn iuchtuitlaatniddelen 58 en 62 aan weerszijden van het huis 30. Het huis 30 heeft een voorzijde 64 die om de zijkant var het huis is geslagen en de tegenover elkaar liggende zijwanden 66, 67 vormt. Zoals weergegeven in fig. 9 heeft de zijwand 66 het smallere ! geribbelde gedeelte 68, het naar buiten gekeerde gedeelte 72 en dan 25 het bredere gedeelte 74* De ongebruikelijke uitsparing bij 69 dient voor het onderbrengen van een uitsteeksel uit de stofzuigermotor 120, ] dat een onderdeel vormt van de motor bedoeld om te worden geplaatst i in het buis 30. De andere zijwand 76 van het huis 30 heeft het dien- j overeenkomstig smallere gedeelte 78, het naar buiten gekeerde gedeelte I 30 82 en het verbrede gedeelte 84· 1 Bij de nitlaat 58 loopt de bovengenoemde plank 42 bovenaan | het huis 30 door langs de zijkant 66 van het huis, en speciaal langs het verbrede gedeelte 74 en het versmalde gedeelte 68 daarvan.
Zoals blijkt uit fig» 11 loopt bij het versmalde gedeelte 35 68 van de zijwand 66 die zijwand niet helemaal tot aan de plank 42 8003633 - 12- , J -.-- bovenaan, «aar heeft inplaats daarvan een boveneinde 86 dat in hoofd- -zaak onder de bovenplank 42 ligt. Hierdoor wordt de uitlaatruinte 88 gevornd waardoor koellucht het huis 30 kan verlaten. De uitlaatopening 88 is bovenaan het huis 30 geplaatst on ongewenst binnentreden 5 te voorkomen van deeltjesvozaig materiaal of vloeistof die opgespetterd of opgeworpen kan zijn onder de stofzuiger.
Onder de bovenplank 42 loopt naar beneden toe een bescher-ningswand 92, waarvan het ondereinde 94 aanzienlijk lager ligt dan de onderkant van de opening 88 aan de bovenkant 86 van het gedeelte 10 68 van de wand. Bovendien loopt de wand 92 tot a*n en eindigt hij aan één zijde daarvan bij de voorste wand 64 van het huis 30 en aan het andere einde ervan bij het naar buiten gekeerde gedeelte 62 van de wand van het huis. Boor de aanwezigheid van de.beschermende wand 92 en de gesloten stokken daarvan bij 64 en 72 is de uitlaat 88 13 voor de koellucht beachemd tegen het naar binnenkomen van vingers, vuil enz. Be koellucht verdwijnt eenvoudig door de uitlaat 96· Zoals later nog duidelijk zal worden is de onderkant van de stofzuiger nie1 afgesloten, waardoor de lucht die uit de uitlaat 96 verdwijnt eenvoudig onder de stofzuiger wordt geblazen en gemakkelijk naar de 20 omgeving verdwijnt.
Op afstand tussen het deel 68 van de huiswand en de buitenste beschermingswand 92 is een enkele ribbe of grilelenent 98 met zijn einde bevestigd aan de wanden 64, 72 van het huis. Be ribbe 98 maakt toegang van de vingers van een gebruiker of van vuil naar het 23 huis ónmogelijk.
Zoals weergegeven in fig. 7 en 9 heeft de uitlaat 92 voor koellucht aan de andere kant van het huis 30 een soortgelijke vorm als de uitlaat 38. Baar is de uitlaat opening 99 aanwezig bovenaan het deel 78 van de wand. Be uitlaatopening 99 wordt beschermd door de na«r 30 beneden gerichte beschermingswand 102 en door de ribbe 104t Be koellucht gaat naar buiten door de uitlaat 106.
Be plaatsing van de koelluchtinlaat 48 aan de achterkant van het huis 30 en de plaatsing van de koelluchtuitlaat 38, 62 aan de 'zijkanten van het huis dienen om ruimte te sparen, waardoor de hele 33 stofzuiger een zo oompakt mogelijke eenheid wordt.
8003633 _ 15- ^ "
Aan de beden 112 van het huls 54 zijn eet endexlinge af-» standen verheginges 114 ssngegeten die, seals neg zal werden beschre·» ▼en, samesverken net de heugels 700, 46 aan weerskanten Tan de stofzuiger, en de plaats v~n het fanis 50 in te stellen ten opzichte tji 5 de heugels en en het te bevestigen aan het deksel 45 hoven de stofzuiger·
Ss zijn vier naar heven wijzende uitsteekselsels 116 aanwe·· zig, bovenop de plank 42, twee aan de voorste hoeken van het huis en twee die a n de achterste wand 64 liggen es vÓ6r de schuine stukken 10 117, 119 van de zijwanden 66, reep· 76 van het huis· Se verhogingen 116 hebben elk de vom van een holle aof waardoorheen een bont 27 kan worden gestoken (fig. 7)· Se verhogingen 116 werken saaen net verhogingen 546 onder het deksel 540 van het huis (fig· 5» 7 en 50) on de diepte te bepalen van de ruiste in het huis 50 waarin zich de hoofd-15 blaasventilator 126 van de stofzuiger bevindto
Zoals blijkt uit fig· 8 is de netor 12 in het huis 50 een conventionele blaasnotor net onloopstroning voor een stofzuiger, waarbij er een hoofdluchtstroning aanwezig is voor het aanzuigen van materiaal n ar de stof zuiger tank es een secundaire keellach ts troning 20 voor de koeling van de noier* en waarbij het de bedoeling is dat er afzonderlijke luchtstronisgen ontstaan· Voorbeelden van motoren van het oalooptype in stofzuigers zijn bekend en worden daaron niet nadejr beschreven·
De blaasnotor omvat een ingelaten kast 142 net daarin (een ^ niet weergegeven) wisselspanningsmotor· De sotor drijft een as 144 aan# Bovwnaan de aandrijf-as 124 is de conventionele centrifugaalven·· tilator 126 bevestigd net de noer 128« Onderaan de as 124 is de conventionele ventilator 152 bevestigd net axiale stroming en een oaloo]»-luchte troning voor koeling van de aotor· De ventilatoren 126 en 152 50 draaien gezamenlijk» De stroningsbaan voor lucht die loopt door de centrifugaalventilator 126 en de niddelen waardoor de stroning door de ventilator 126 gescheiden wordt van de koelluchtstroning door het huis 50 worden in het onderstaande beschreven· De volgende beschrijving betreft de koelluchtstroning door hst motoxhuis 50· 55 _ Binnen het huis 50 dient de koelluchtstroning naar de in- 8003633 % J r— - H _ laatkant (onderaan) de ventilator 1J2 te werden gescheiden van de uitlaatlluchtstreaing die door de notazkast 122 en langs de netor is geblazen*
Daartoe wordt na het in fig* 8» 12, 15 en 14 weergegeven 5 schot 140 besproken» Het schot 140 oasluit de eindkap 142 toot de kast 122« De eindkap 142 oasluit de bengel 144 die één geheel romt net de eindkap 142» De ventilator 152 bevindt sioh binnen het veren aide onderste gedeelte 146 van de eindkap 142·
Inplaats van dat de beugel 144 ingesleten is in de eindkap 10 142 kan de kenstrok tie van die kap zelf zo worden gewijzigd dat de as 144 Tan de netor rechtstreeks gedragen wordt in een onderdeel dat de eindkap I42, 144 vervangt en in hoofdzaak op dezelfde wijze funk-tioneert* Zoals blijkt uit de koabinatie van fig· 9 ®n 13 zal het gehele schot 140 het huis 50 op af dichtende wijze verdelen in twee ^ kaners aan weerszijden van het schot I4O0
De doorlaat aan koellucht door het uoterhuis 50 bestaat in het binnenkoaen van de luoht door opening 46, 53 en tegen de rechter kant in fig· 12 en 15 Tan de opstaande wand 164 van het schot 14G, naar beneden langs de wand 184, het bovenste stok 143 Teun de eindkap 20 en de eindkap 142, naar binnen door de boden Tan de eindkap 142, binnen de eindkap naar boven langs de koelventilator 152, binnen het bovenste deel 148 van de eindkap langs de afdichtingsplaat 154 voor het huis en dan naar buiten door de bovenkant van het gedeelte 148 van de bovenste eindkap· lij hot passeren van het stuk 148 zal de 25 lucht het anker en de veldwikkelingen van de netor koelen· Dan vult de lucht het deel van het huis 50 boven de plaat 154 en, links in fig· 12 en 15» van de rechtop staande plaat 134, 133, 138, Dan verlaat de lucht het huis door de uitlaten 53, 32,
Zoals blijkt uit fig· 12, 15 en 15» die een uitvoering net 53 een tweedraadsaansluiting laten zien, bestaat de elektrische verbinding van de aotor 120 uit de twee leidingen 178, 178 die af naar de motor konen, naar boven lopen uit de ruin te links van de wand I84 van het schot, naar de achterkant van het huis $0 in hoofdzaak bij ee& af geschuinde zijde 117 daarvan, naar beven en ever de bovenkant van 55 de bovenplaat 170 heen en dan naar beneden door het ovale gat 182 in 8003633 _ 15 _ die plaat* San zijn de draden aangesloten op het aansluitblok dat bestaat uit de klemmen 186, 188 waaraan de aansluitleidingen worden bevestigd* Zoals blijkt uit fig* 15 is de draad 176 uit de motor verbondei net de kien 186» Anderzijds laat de draad 17e voor de motor naar de 5 net de hand te bedienen aan-uitschakelaar 199 (figo 14"17) Tan de stofzuiger* Uit de schakelaar 190 is er de verbinding I92 naar de kien 188* Se klennen 186, 188 zijn verbonden net de hoofdvoedingskabel 196 die aangesloten is op een bron van elektrische spanning* Se klennen 186, 188 houden de hoofdaansluitleiding stevig op het huis vast 10 on te voorkomen dat die kabel uit de stofzuiger getrokken wordto Se stofzuiger kan ook aan energie worden voorzien volgens een driedraads-uitvoering, net kleine wijzigingen ten opzichte van de geïllustreerde schakeling, zoals de vakman duidelijk zal zijn*
Qtp&a£ de draden 176, 178 door de plaat 170 lopen bij het • 15 gat 182 bevinden alle draad aansluitingen voor de motor zich in de binnenstranende koellucht, met inbegrip van de verbindingen naar de schakelaar 190* Verder bevinden alle verbindingen zich aan de achterkant van het huis 50 en dus achteraan de stofzuiger, waardoor de i schakelaar 150 voor de gebruiker makkelijker toegankelijk is en de 20 stofzuiger een heel oompakte konstxuktie krijgt*
Zoals weergegeven in fig* 14 en 15 bevindt de hoofdaansluit» kabel 196 voor de stofzuiger zich achteraan het huis en bij de schuim> zijwand 117 daarvan, waardoor de kabel I96 geen aanleiding geeft tot grotere lengte of breedte van de stofzuiger en het dus een kompakte 25 eenheid blijft* Verder zal het onderstaande duidelijk maken dat het huis bedoeld is om achterover te kantelen wanneer de tank 500 moet worden verwijderd; de plaatsing van de kabel 196 zorgt er dan voor dat deze kabel bij het kantelen van het huis geen hinder vormt*
Zoals blijkt uit fig* 14 is de schakelaar 199 geplaatst bij 50 de andere schuine zijwand 119 aan de achterkant van het huis* De plaa >-sing daar zorgt ervoor dat door de schakelaar de lengte of breedte van de stofzuiger niet groter worden* Verder is de plaatsing aan de achterkant van de stofzuiger bevorderlijk voor de toegankelijkheid vaz. ie schakelaar* 55 Zovel de voedingskabel 196 (fig* 7) als de schakelaar 190 8003633 _ 16_ *1 (fig· 4) bevinden zich hoog aan het huis 50» sedat, wanneer de stofzuiger door een plas water loopt of wanneer het water opspettert^ de elektrische onderdelen niet nat zullen worden· Se elektrische inrich·» ting zkl daardoor tegen spetteren beveiligd zijn· Hetzelfde geldt voor 5 de hoge plaatsing van de inlaat en de uitlaat voor de koelluohtstro-zing voor het huis, zoals hierboven besproken·
Zoals blijkt uit fig· 14» 16 en 17 is de elektrische schakelaar 190 spettervrij aangebracht· Se schakelaar 190 is aangebracht aan de zijwand van het huis 50 net de bevestigingsonderdelen 202 die 10 de beugel 204 vasthouden; de beugel 204 neemt de bevestigingselenen- * ten 206 op voor het vasthouden van het schakelmeohanisme 208 van de schakelaar 190 aan het huis 50e* Het schakelmeohanisme 208 wordt bediond net een gewone uitstekende schuif 210 die in fig· 16 naar links en naar rechts kan worden geschoven· 15 Hen knop 212 uit kunststef is verplaatsbaar door de sleuf 214 in de huiswand 50 waardoor de eindstanden van de knop 212 worden bepaald· Se knop bestaat uit de eigenlijke sohakelarn 216 en de naar binnen stekende vingers 218 die de schuif 210 grijpen· Se beugel 204 is voorzien van een geleidingssleuf 220 veer de bedieningsknop, en do 20 knop heeft zijarmen 222 die in die sleuf worden geleid als geleiding van de heen en weergaande beweging van de knep 212« Se zijarmen 222 vonten ook een afsluiting tegen watervuil enz· dat op de schakelaar 208 terecht kont waardeer een extra isolatie van de schakelaar wordt gevormde
Be luchta troming naar de hoofdblaasventilator 126 loopt langs een leiding uit de tank 500 en onder het hoofddeksel 540 langs, Uit fig· 5, 6 en 18«t22 blijkt dat de weg van de luchtstrosdng uit de tank gaat lange de gecombineerde nontageplaat en dekselinrichting 250 van de hoefdblaasventilator· Zoals uit fig· 4» 6, 8, 18 en 19 ^ ia het betrekkelijk ondiepe deksel 252 blijvend boven over de hoofd-blaamventilator 126 geplaatst· Het deksel 252 heeft een ringvormige zijwand 254 oen de ontrek die naar beneden loopt zodat gedeeltelijk de ontrek van de blaasventilator wordt bedekt, maar daarbij blijft het ouders te deel van de ventilator onbedekt zodat door centrifugaal·" 55 werking lucht naar buiten kan worden gedreven· Het deksel 252 vervul| 800 3 6 33 v t -17 -
de funk tie Tan een conventioneel deksel bovenop een centrifugaal ventilator in een blaasmotor· Be deksel 232 bevindt zich boven de ventilator 126, en de onderkant van de zijwand 234 bevindt zich op afstand boven de bovenzijde van het deksel 238 van het huis van de. hoofdblaas-3 ventilator, dat onder de ventilator 126 ligt, on een juiste centrifugaals troming van de lucht uit de ventilator 126 te krijgen· Het dekseL
238 van het hoofdventilatorhuis naakt deel uit van de kast 122 voor de notor 120·
Bovenop de plank 42 van het notorhuis 30 ligt een pakking 10 239 (fig· 6-8) die de notor geheel ongeeft· Het deksel 238 van de no-torkast rust vervolgens op de pakking 239» Lekkage van lucht uit de kast wordt door deze pakking vooxkonen en de koellucht voor het notorhuis kan het huis alleen naar binnentreden door do bovengenoemde inlaat 239 en verlaten door de uitlaten 56» 62· Zo voorkomt de pakking ^ 239 otic menging van de koeler voorde notor net de lucht die de hoofd-blaaeventilator 126 in en uitstroont· Bovendien bestaat de pakking 239 uit flexie bel materiaal en is hij dik genoeg on iets nee te geven, waardoor de trilling van de notor en het huis 122, die aanleiding geeft tot trilling van de plaat 238 welke deel uitnaakt van de notor 2q en het huis, door de pakking 239 wordt geabsorbeerd voordat hij naar het huis 30 kan worden overgedragen, waardoor het geluid van de notor aanzienlijk wordt teruggebracht·
In het midden heeft het deksel 232 een opening 240, die de hoofdluehtinlaatopening vormt naar het midden van de centrifugaalven-tilator 126·
Zoals weergegeven in fig· 19 is het deksel 232 boven het open gebied 241 geplaatst dat zich bevindt binnen de ruimte die ontstaat aan de onderzijde van het deksel 232 en het gebied dat omgeven 30 wordt door de ringvormige wand 234* door de ventilator 126 wordt lucht naar buiten gestuwd tot in het open gebied 241· Het deksel 232 houdt de binnenstronende lucht voor de centrifugaalventilator, die door de opening 240 naar beneden komt, gescheiden van de lucht die door het open gebied 241 naar buiten gaat· Be opening 241 geeft eenvoudig 35 verbinding naar het grotere volume onder het deksel 540, en uittredenc.e lucht stroont rustig naar boven en naar buiten door het deksel 540, 8003633 - 18-
*J
zoals hierna wordt beschreven,»
Sen vlakke Hens 242 loopt van het deksel 232 uit in de richting van de voorzijde van de stofzuiger* De flens 242 draagt de opstaande, in hoofdzaak ovale zijwand 244 die naar boven loopt tot 5 aan de onderkant van het nog te beschrijven deksel 340· Het deksel 340 sluit de bovenkant af van de luchtleiding, de zijwand 240 sluit de zijkanten af van de leiding en het deksel 232 en de flens 242 de onderzijde ervan· De zijwand 244 loopt naar achteren om de opening 240 heen en naar voren om de opening 26o heen· ^ Aan de andere kanten van de leiding 242, 244 in het deksel 232 bij de opening 240, zijn verhogingen 245 aanwezig voorzien van openingsn met schroefdraad, om samen te werken met verschillende naar beneden uitstekende delen 547 onder het buitenste deksel 540, zoals hierna beschreven aan de hand van fig· 50· Terder naar voren ^ langs de zijwanden 244 zijn verschillende uitstekende oren 246 aanwezig, met verhoogde delen voorzien van schroefdraadepeningen· Ook deze werken samen met verschillende naar beneden gerichte uitsteeksels 548 onder het buitendeksel 540, zoals hierna beschreven aan de hand van fig· 50· De uitsteeksels 547, 540 onder het deksel 540 hebben een 20 zodanige lengte dat de omtrekswand 234 van het deksel 232 de gewensto ruimte doet ontstaan boven het deksel 238 als uitlaat van de ventila·· tor 126*
Een opening 260 met betrekkelijk grote middellijn is aange·· bracht in de flens 242 als inlaat voor lucht uit de tank 300 naar de 2·* leiding die naar de blaasventilator 126 loopt· De middellijn 260 is groter dan die van het gat 240 in het deksel 232· Hierdoor daalt de snelheid van lucht door het gat 260, en ook in de leiding die de gaten 260 en 240 verbindt·
Zoals blijkt uit fig· 18 en 19 wordt het inlaatgat 260 gevormd door een ringvormige mof 262 die zich onder de flens 242 naa:: beneden uitstrekt· De mof is voorzien van een binnenwaartse lip 263 aan de onderkant waarin een verende pakking 263a wordt opgenomen (zie fig· 1 en 19) die een meegevende verbinding vormt tussen het in·· laatgat 260 en het gat 420 in het deksel 4I0 van de tank 300· Aldus 35 wordt verkeerde onderlinge plaatsing van de mof 262 en het gat 420 8003633 - 19- opgevangen sondes vermindering ran de afdichting»
De mof ia voorzien van een deel 264 dat zich achteraan de mof bevindt tassen de zijwanden 244; dit deel 264 loopt vanaf de fiers 242 naar beneden naar de trede 263· Zo vormt het deel 264 seen ob-3 stake! voor de luchtstroning tossen de gaten 260 en 240· Het deel 264 van de aof 262 gaat over in het deel 263 van die mof, dat ook deel uitmaakt van de zijwand 244 en naar beneden loopt tot aan de trede 263.
In het gedeelte 263 bevindt zich een venster 266, dat in 10 verbinding staat set het uitwendige van het mofdeel 263 en naar de ruiste onder het deksel 340· Vanneer het venster Open is wordt lucht binnengezogen door het venster naar de leiding. Omdat de ventilator 126 een bepaalde stromingscapaciteit heeft afhankelijk van zijn kon~ struktie en werkeigenschappen, wordt set het venster 266 open het 13 volume aan de lucht dat door de opening 260 in de leiding wordt ge-trokken en uit de tank 300 wordt gehaald, verkleind, waardoor de zuigkracht wordt verminderd aan het mondstuk van de stofzuiger· Vanneer het venster 266 verder wordt gesloten, waardoor het luchtvolume wordt verminderd dat aangetrokken wordt van onder het deksel 340» 20 neemt de zuigkracht dosr de opening 260, en dus de zuigkracht een het sondstuk, dienovereenkomstig toe·
Sr dient een konstante stromingssnelheid te zijn van de lucht door de hoofdblaasventilator 126, afhankelijk van de construktie van de ventilator, de snelheid en de andere werkeigenschappen ervan· 23 Dit garandeert dat de ventilatormotor niet variabel zal worden belasl en niet zal worden overbelast· Anderzijds is het gewenst om aan de zuiginlaat van de stofzuiger de zuigkracht te kunnen variëren, voor verschillende situaties· De zuigkraehtregelaar 260 van de stofzuiger die weergegeven is in fig· 3 os 23-28 verdeelt de luchtstroming door 30 de inlaat 240 naar de hoofdventilator 126 tussen lucht die aangetrokkén wordt door de tank 300 en omgevingslucht die aangetrokken wordt door het venster 266 uit de grote open ruimte onder het deksel 310·
De vermogensregelaar 2^0 bestaat uit een schijf 272 met eet middellijn die groter is dan die van de mof 262· De schijf heeft een 33 _ondersneden ringvormige omtreksrand 264 die terecht komt bovenop het 8003633 _ 20 _ gedeelte 276 van de zijwand 244 van de leiding· Se zijwand 244 is bovenaan, bij het gedeelte 276, iets lager dan de rest van de zijwanL, «at de hoogte van de schijnrond 274 te kunnen opnamen· Vanneer het deksel 540 gesloten is (zie fig0 5 en 28) bevindt de schijf 272 zich 5 onder het deksel en sluit de schijf de toegang tot de leiding door het deksel 540 af, ondat de middellijn van de schijf groter is dan de aiddellijn van de opening 654 boven door het deksel· Poor de opening 634 wordt toegang verkregen tot de schijf 272» langs een hoeksegaent ervan draagt de onderkant van de 10 schijf 272 aan de rand 274 een naar beneden gerichte, boogvormig gekromde flens 2J8 die, zoals blijkt uit fig· 27, naar beneden loopt rondom de buitenkant van het deel 265 van de mof» De flens 2J8 heeft een hoeklengte die minstens even groet is als de hoeklengte van het venster 266, zodat hij een bepaalde draaistand van de schijf 272 15 de flens 278 het deksel 266 geheel kan bedekken· Het venster 266 neei t minder dan ién kwart rand in van de hele ringvormige mof 262, en de inlaat kan dus naar keuze groter of kleiner worden gemaakt door ver* draaiing van de schijf 272, waarbij het verminderde luchtvolume dat uit de tank 500 naar de inlaat 240 van de ventilator loopt wordt ge-20 compenseerd door een toegenomen hoeveelheid omgevingslucht die de ventilatorinlaat bereikt·
Zoals hierboven werd opgemexkt loopt de inlaat voor de centrifugaal ventilator vanaf de uitlaat 266 die een verbinding vormt naar de uitlaat van de tank naar de ventilatorinlaat· 25 Be tank 500, waaruit lucht de leiding binnenkomt, ziet men in fig· 1-6 en 29-53» De tank 300 omvat een bodemeend 502, een voorwand 303» een aohterwand 304 en tegenover elkaar liggende zijwanden 305, 306· Bovenaan wordt de tank afgesloten door het nog te beschrijven tankdeksel 410» Be tank is een in hoofdzaak rechthoekige doos· 30 Als één geheel aangegoten aan de voorwand 304 van de tank is een inlaat»ondstuk 3I0 aanwezig. Pit inlaatmendstuk 310 bevindt zich aan de voorzijde van de stofzuiger, omdat bij de voornaamste plaatsing vaar vuil wordt verwacht door diegene die de stofzuiger gebruikt· Bovendien heeft het mondstuk 310 een geringe hoogte en steekt 33 het naar voren uit ten opzichte van de voorwand 303 van de tank en 8003633 — 21_ naar voren ten opzichte vande hele stofzuiger, zoals weergegeven in fig· 30 en 31, zodat de voorzijde van de stofzuiger onder lage neubeJs kan worden geduwd· Het voorste gedeelte 310 van de tank heeft een stel plaats be palingga ten 311 bovenin waarin een nog te beschrijven 5 plaatsbepalingsschroef kan worden opgenomen·
Zoals blijkt uit fig» 33 wordt de zuiginlaatopening onderaan de tank en aan het aondstokdeel 3I0 gevormd door het voorste deel 312 van de zuiginlaat, de zijwanddelen 314, 316, de tegenover liggende achterwanddelen 318, 322 van korte lengte, de naar voren lopende korte 10 wanden 324, 326 die leiden naar het overgangsdeel, de achterste geleidelijk schuin verlopende wanden 328, 330 die* onder een hoek staan ten opzichte van de achterkant van het mondstuk en naar elkaar toelopen, en het deel 332 waar de schuinlepende wanddelen 328, 330 bij elkaar konen· Be schuinlopende wanddelen 328, 330 vormen de respek tieve 13 achterzijden van de overgangsdelen 334· 338 van het aondstok· Be zuiginlaatopening wordt gedeeltelijk af gedekt door het nog te beschrijven deksel 380·
Be overgangsdelen 334» 338 bevinden zich achter en boven het inlaatnondstak 310· Het overgangsdeel 334 wordt aan de achterzijde 20 daarvan gevormd door de wand 328, en aan de voorzijde door de voorwand 303 van de tank· Be bovenkant van het overgangsdeel 334 wordt gevormd door de wand 340 die, zoals blijkt uit fig· 32, geleidelijk schuin naar boven loopt in de richting van het middelste deel 33Ο·
Op soortgelijke wijze wordt het overgangsdeel 338 aan de 23 achterkant gevormd door de wand 330, aan de voorkant door de voorste wand 303 van de tank en bovenaan door de schuine wand 348 die ook geleidelijk schuin naar boven loopt in de richting van het middelste deel 350.
Be overgangsdelen 334, 338 gaan over in het rechtopstaande 30 , middelste inlaatdeel 330 met rechthoekige dwarsdoorsnede aan de vóórkant van de tank· Be voorste wand 332 van het middelste deel van het inlaatmondstuk, die zich bevindt bij de voorwand 303 van de tank, loopt door tot hij in aanraking is met de onderkant van het deksel 410 van de tank· Be achterwand van het middelste deel loopt door tot 33 bij 334 tot een hoogte waar het in staat is om het inlaatmondstuk af- 8003633 . i t - _ 22_ dichtend te bereiken roer het sluiten en openen Tan de in het onderstaande nog te beschrijven (fig· 5) keuseplaat 446 voor de stroming aan het deksel van de tank» Zoals nog wordt beschreven kan hierdoor het inlaatmonds tuk 350 af dichtend worden gesloten of geopend, afhanke -5 lijk van de vraag of de zuiginlaat moet worden gebruikt of een afzonderlijke inlaat voor een slang·
Zoals blijkt uit fig· 29, 32 en 33 worden de overgangsdelei.
334» 336 vooraan en achteraan in brede richting smaller en in hoogte- richting korter bui tenwaar tsgaande in de richting van de zijden 305, 10 306 van de tank, en speciaal weggaande van het middelste in dat deel 330 van het mondstuk· Zoals bekend is op het gebied van stofzuigen wordt het door versmalling van de opening op grotere afstand van de vacuumbron mogelijk om de snelheid van de binnenkomende lucht konstax.t te laten blijven over de gehele breedte van het inlaatmondstuk, in-15 plaats van dat de snelheid in de richting van de uiteinden van het mondstuk afneemto
Aan het inlaatdeel 310 van de tank is een vloermondstuk 360 aanwezig, weergegeven in fig· 34-39» Bit vloermondstuk bestaat uit een plaat 262 die lange de hele omtreksrand omhoog gezet is, waar-20 door de randflens 364 ontstaat· In het algemeen in de richting van de voorkant van de plaat 362 is die voorplaat voorzien van een stel naar boven gerichte uitstekende delen 366, zodanig dat die geplaatst kunnen worden onder de plaatsbepalingsgaten 311 in het voorste gedeelte 310 van de taak, en waarmee de voerplaat 362 aan dat deel 3I0 25 van het mondstuk wordt bevestigd· Zoals weergegeven in fig· 39 steekl een nog nader in bijzonderheden te beschrijven bevestigingsschroef 370 door het gat 311 in bet voorste gedeelte 310 van het mondstuk om dan te worden ingeschroefd in de opening 372 in elk uitstekend deel 366· Be schroef 370 dient ook als onderdeel van de middelen voor het 30 vergrendelen van het deksel 340 boven de tank 300 (zoals nog nader zal worden beschreven)·
Be onderkant van de vloerplaat 362 is in hoofdzaak emn gesloten vlakke plaat· Sr is een inlaatsleuf 376 met geringe breedte aanwezig die zich door de voorplaat uitstrekt over de hele breedte 33 _grvan nabij de voorste zijkant, en wanneer de vloerplaat zich onder 8003633 - 23 - het mondetak bevindt ligt de sleuf 376 onder het voorste gedeelte 310 van het inlaatmondstuk en ook vdór en In rechtstreekse verbinding met het inlaatmondstuk 334, 336, 330 naar de tank 300· Ito sleuf 37^ wordt overspannen door een aantal ribben 377· 3 Onmiddellijk achter de inlaatopening 376 in de vloerplaat 362 is de tborplaat omgezet zodat een sleuf 378 ontstaat die zich over de hele breedte van de inlaatopening 376 in die vloerplaat uit-» strekt· In de sleuf 378 wordt de vloerborstel 380 opgenomea die zich uitstrekt over de volle lengte van de sleuven 378· Se vloerborstel 10 300 bestaat uit een strip net geringe hoogte van een geperst, vezelig weefselaateriaal waarvan de dikte zodanig is dat het vastgezet wordt deor de voorwand en de achterwand van de sleuf 378 en met een zodanige hoogte dat het de bovenkant van de sleuf 378 bereikt en ziet uitstrekt onder de onderzijde van de vloerplaat 362 zodat de vloer 13 of het andere te reinigen oppervlak wordt geraakt· Het materiaal waaruit de borstel 380 bestaat is een speciaal daarvoor vervaardigd materiaalo Sat materiaal hoeft de eigenschap dat op een droge vloer of droog oppervlak de borstel het op te zuigen materiaal naar de inlaatsleuf 376 duwt om naar binnen gezogen te worden» Op een natte 20 vloer neemt het materiaal van de vloerborstel water of vloeistof onder de plaat 362 op om het onder de inlaat 376 te brengen waar de vloeistof kan worden opgezogen· Tenslotte kan de borstel 36Ο op tapijt dienen als tapijtborstel· Bij stofzuigers volgens de bekende techniek moet de borstel bij de inlaatsleuf telkens worden verwisseld omdat 23 elk van deze drie verschillende funkties moeten worden vervuld· hier is de borstel 380 permanent geïnstalleerd en dient hij alle drie de funktiee·
De omgezette bovenwand 382 van de plaat 362, waardoor de sleuf 378 wordt gevormd, heeft een aantal doorlopende insnijdingen 30 384« Door die insnijdingen 384 heen is het mogelijk om de borstel in de sleuf 378 te lijmen·
Ito vloerplaat 362 dient bevestigd te worden onder het tank» mondstuk 310* Daartoe bevindt zich, zoals weergegeven in fig· 39» de naar beneden gerichte voorste lip 386 van het voorste deel 3I0 33 van het mondstuk in de sleuf 390, het filter 490 en de filterkooi 470, 8 0 0 3 6 33 ' - 24- zoals nog nader beschreven. Omdat het wenselijk is dat het filter zo hoog mogelijk boven de bodem 302 van de tank ligt als redelijkerwijs mogelijk is cm het filter uit het water te honden en om aan de stofzuiger een grote capaciteit voor nat materiaal te geven, zorgt de 3 verhoogd liggende schacht 4H daarvoor o Be schacht 4I4 wordt afgeslo* ten door de bovenwand 4^6. In deze wand is een gat 420 aangebracht dat gericht ligt met de opening 26o in de onderflens 242 waardoor de verbinding ontstaat naar de hoofdblaasventilator 126« Be verhoogd liggende ribbe 422 om de opening 420 ie zo gevormd dat hij terecht 10 komt in de opening 260 on daarmee een afdichting te vormen· Be bovenbeschreven pakking 263a ligt nog af in het geval van een verkeerde onderlinge gerichtheid tussen ribbe 422 en de onderkant van de opening 260· ffabij de opstaande schacht 4H bevindt zich een gebogen ^ deel 450 van de stremingsrichter, in hoofds&ak bestaande uit het gebogen vlak 432 dat gevormd is bovenin het tankdeksel (fig. 4?40 en 41)· Het deel 430 van het tankdeksel bevindt zich boven en heeft de·* zelfde breedte van zijkant tot zijkant als het bovenste deel van het stuk 350 van het inlaataondstuk en dient eigenlijk als verlenging ΛΛ daarvan (fig· 4 en 6)« Be ingangszijde 434 van de gebogen wand 432 bevindt zich aan de uitgang van het inlaatmondstukdeel 330· Be wand 432 geeft een richtingsverandering van lucht, vloeistof en afval op weg naar de tank 300 door het mondstuk· Be gebogen vorm van de wand 432 is bevorderlijk voor het mfscheiden van water van de binnenstro·* 25 mende lucht wanneer ze beide de tank inkomen· Omdat het water zwaarder is dan de lucht loopt het water om het oppervlak van de wand 432 en valt in de tank 300 voor de achterwand 304 van de tank· Be lucht die stroomt door de inlaat 330 en onder de afdekkende wand 432 beweegt eenvoudig naar beneden langs de verdeelwand 436 waardoor het deel 430 30 van de richtinrichting gescheiden wordt van de sohacht 414, en loopt mee met de lucht onder de schacht 4H waar de lucht in staat is om verder te gaan naar het hierna te beschrijven filter 490· Als de bovenwand 412 van de tank niet gebogen was bij 432, en als de inlaat 330 naar de tank 30 bij de uitlaat 420 van de tank zeu liggen, en dus .dichter bij het filter 490, zou het filter veel sneller nat worden 35 8003633 -25- door water dat in de taak wordt gezogen. Behalve de verdelende zijwand 456, waarvan de funktie beschreven is, heeft het stuk 450 aan de andere kant een zijwand 438 die verbonden is net de plaat 412 ter completering van het atuk 430 van het tankdeksel 41Q* 5 De plaat 418 heeft ook een ronde hulpinlaatopening 440 voor de slang, gevormd door de ringvormige naar beneden gerichte mof 442 die de opening 440 omgeeft en een geleiding en ondersteuning biedt voor een (niet weergegeven) ingestoken slang. Bij bevestiging van die slang aan de inlaatopening 440 kan materiaal in de tank 300 wor-10 den gezogen door de opening 440*
Zoals blijkt uit fig. 5 en 6 is een plaat 448 aanwezig om de keuze te maken of het instromen naar de tank 300 zal plaatsvinden cborhet vloermondstuk 334» 338, 350 of door de hulpslangopening 440«
Door in het algemeen vlakke en in hoofdzaak met het profiel van een 15 rechte driehoek uitgevoerde selektieplaat 448 zit bovenop de plaat 412 van het tankdeksel en bevindt zich dus onder het deksel 540, De plaat 448 is draaibaar om de schamieras 448 op de plaat 412 tussen de met getrokken lijnen getekende stand van fig« 5» vaar hij zich bevindt boven de hulpslanginlaatopening 440 en deze afsluit, en de 20 met gebroken lijnen getekende stand links waar het inlaatstuk 350 vanuit het vloermondstuk wordt afgesloten. De plaat 446 bevat het gedeelte 452 nabij de rand 453, welk gedeelte zo gevormd is dat het boven over het inlaatstuk 350 ligt. Zoals weergegeven in fig. 4 ligt de plaat tegen de bovenkant 354 van de achterwand van de opening van 25 het inlaatstuk 350 en strekt zich ook naar voren uit naar de bovenkant 352 van de voorzijde van het inlaatstuk 350.
Ter .vergemakkelijking van draaiing van de inlaatselektie- plaat 448 tussen de getekende standen is de zijwand 438 van het stuk 430 van de richter van de tank voorzien van een sleuf 458, in lengte-30 richting lopend met een zodanige hoogte dat de plaat 446 erdoor heen kan, maar waardoor ook de wand 438 kan af dichten tegen de plaat, waar·· door lek wordt voorkomen.
Een extra plaat 457 is bevestigd aan de rand 458 van de plaat 4489 deze plaat 457 vormt een stijver deel van de plaat 446 om 35 met de hand te kunnen worden beetgepakt cm de plaat 448 tussen zijn 8003633 - 26 - t r ' twee standen te draaien<> Be uitsnijding 459 in de rand 458 verschaft ruimte voor een slang die in gat 440 geplaatst moet worden*, Vanneer men toegang wil verkrijgen tot de plaat 446 eist dit dat het deksel 5 540 opgedeeld wordt, zoals in het onderstaande wordt beschrevene
Een klinkopening 462 in de plaat 446 werkt samen met de klinkpen 464 die uitsteekt uit de plaat 412, zodat de opening 462 snappend op de pen 464 de plaat kan vergrendelen in de met getrokken lijnen getekende stand· Voor de plaat 446 is in de andere, met ge·· broken lijnen getekende stand niet een dergelijke klinkinrichting 10 aanwezig, omdat door een in de opening 440 gestoken slang zal worden voorkomen dat de plaat 446 terugkeert en de opening afsluit· Be in-laatselektieplaat 446 zorgt ervoor dat de stroom die de task binnenkomt ofwel door het vloezmondstuk komt ofwel deer een hulpslang, maas1 niet door beide·
Bet deksel 41Q wordt op zijn plaats op de tank gehouden door de klemwerking van de onderkant van de mof 262, 263, 263a (fig· 19) om de inlaat 260 die naar beneden drukt op de oatxeksrlbbe 422 rond de opening 420 (fig· 41) in het tankdeksel (fig· 4)· Tender werkt de omtreksflens 46e langs de hele omtrek van het deksel 410 20 samen met de omtrekswanden van de tank waarop het zich bevindt· Het gedeeltelijke vacuum dat door de zuigkracht in de tank wordt opgewekl zuigt de zijwanden van de tank met zekerheid tegen de omtreksflens 468 van het tankdeksel·
Be ribbe 460 dient ook om het deksel 4I0 op zijn plaats 25 te houden en hij is vorder bevordelijk voor de geluide afdichting# deze ribbe staat met een korte hoogte op en loopt langs het achterste gedeelte van het deksel 4l0(zie fig. 4, 8 en 40)* Aan de voorkant van het motorhuis 30, tussen de flens 43 on de voorwand 64 van het huis, is een inkeping 469 aangebracht (zie fig, 8, 9 en 10)· In die inkeping 30 is een strook 471 van veerkrachtig schuimrubber, met een grotere dikte dan de afstand tussen de flens 43 en wand 64, en naar beneden hangend ten opzichte van de onderkant van flens 43# aangebracht over de lengte van de ribbe 460 (zie fig· 8)· Be lengte van de strook is groter dan die van de ribbe 460, omdat de strook 471 moet doorlopen 35 en de benen 337 neet raken van het afdichtelement 356 langs de zijkan· 8003633 - 27- ten Tan het tankdeksel» Eén ran de oppervlakken van de strook 471 is voorzien van een kleeflaag waarmee de strook in de inkeping 4&9 is bevestigd» De strook 471 werkt samen met het ü-vormige luchtaf dicï -tingselement 556 dat in het onderstaande wordt beschreven, om af te 5 dichten tegen lekkage van-uit de hoofdblaasventilator 126 afkomstige lucht langs de binnenkant van het deksel 540 naar beneden» Ook ligt de kombinatie van strook en afdichtelement 471» 556 af tegen het dooi-* laten van geluid naar het uitwendige van de stofzuiger» Vanneer het deksel 540 gesloten is, drukt dit naar beneden op het notorhuis, als 1Q gevolg van de verbinding tussen het deksel en het, notorhuis, en het notorhuis drukt naar beneden op de strook 471 en vervormt die strook ook verend over de ribbe 460» Bit is bevorderlijk voor het omlaag houden van het tankdeksel 410 en vermindert ook het doorlaten van geluid vanuit het stijve en dus voor trilling vatbare notorhuis 50 15 naar de eveneens stijve en voor trilling vatbare tank 500»
Be luchtstroon uit de tank 500 en door de tankuitlaatopening 420 naar de hoofdblaasventilator 126 wordt gefilterd om deeltjesvor-mige materie te verwijderen»
Sen kooi 470 on het filter te dragen (fig« 5» 4» 6, 40, 42, 20 45 en 44) is geplaatst binnen de schacht 4I4 onder de bovenzijde 4I6 daarvan» Be filtexksei is in horizontale doorsnede in hoofdzaak ovaalvormig» Be filterkooi heeft een ringvormige bovenste draagrand 472 en een ringvormige onderste draagrand 474o Be randen geven de in het algemeen ovale vorm aan de filterkooi» Be bovenzijde van de filterkoo.. 25 is open, terwijl de onderrand 474 ervan verbonden is met een onder-· plaat 475 die de onderzijde van de filterkooi afsluit»
Sen reeks axiaal verlopende ribben 476, 478 strekt zich uit tussen en wordt gedragen door de boven-* en onderrand 472, 474» Zoals blijkt uit fig» 45 en 44 hebben de ribben een verschillende radiale 50 lengte, waarbij de ribben 478 aan het smalle einde van de kooi de gruiste radiale lengte hebben» Tussen naburige ribben 476, 478 bevinden zich grote openingen 480 waardoorheen de aangezogen lucht kan passeren» Zoals blijkt uit fig» 4 en 6 geven de ribben 476, 478 de filterkooi een zodanige hoogte dat de onderkant ervan zich boven de bodem 502 55 van de tank bevindt» 8003633 — 28~
Voordat de filterkooi in de schacht 4H wordt geïnstalleerd voxdt een drijvende kogel 484 in de kooi geplaatst* Be koge^fcust normaal op de Boden Tan de kooi, naar vanneer de tank 300, net een filterkooi geplaatst is, zich net Tloeistof vult kont de kogel in de 5 kooi 470 bovendrijven, totdat hij de uitlaatopejing 420 uit de tank afsluit, waardoor de inlaat naar de blaasventilator en de notor ervar wordt afgesloten* Be radiale lengten van de ribben 476, 478 sijn so gekozen dat ze helpen <n de kegel op te sluiten, zodat de beweging is hoofdzaak beperkt is tet vertikale beweging binnen de filterkooi 470* 10 Yanaf de bovenzijde van de bovenrand 472 van de filterkooi 470 steken drie pennen 486 uit, die zo zijn gevormd en geplaatst dat ze opgenomen worden in samenwerkende gaten 488 in de bovenzijde 416 van de schacht 4Ho Hierdoor wordt de filterkooi onniddellijk onder de tankuitlaatopening 420 geplaatst* Vanneer de pennen 486 door de 13 gaten 488 steken worden zij eenvoudig door vasnte vastgehouden om de filterkooi blijvend in zijn stand in de schacht te houden*
Zoals weergegeven in fig« 42 en 43 ie een ringvormig filter 490 strak om de buitenzijde van de filterkooi 470 geslagen, rakend aan de buitenomtrek van de ribben 476, 478* Het filter is een eenvou-20 dige ring bestaande uit ongeweven, vezelig materiaal dat aamengeperst is tot een filter* Het materiaal dat gekozen is voor de filtervleugel-moer 512 wordt op de schroef 506 strak gezet tegen het deksel 500 om het deksel in zijn stand tegen de nippel 504 te houden*
Om te zorgen voor de gewenste oriëntatie van het onderste 25 deksel 500 ten opzichte van de filterkooi 470 heeft het deksel holten 514 voor orientatiepennen, waarin samenwerkende pennen 516 passen die vanaf de onderkant van de bodem 473 van de filterkooi naar beneden steken*
Be tank 300, het tankdeksel 410, het filter en de filterkooi 30 470, 490, het inlaatmondstuk naar de tank 334, 336, 350 en de vloerplaat 360 vormen tezamen een enkele eenheid (zie fig* 1)* Het is de bedoeling dat deze hele eenheid losgenomen kan worden van de rest van de stofzuiger*
Zoals blijkt uit fig* 4 en 29 is aan de buitenzijde van de 33 .achterwand 304 van de tank 300 een paar uitsteeksels 520 als één geheel 8003633 _ 29 _ aangevormd op plaatsen met onderlinge aistand0 Een uit een paar identieke haken 924 bestaande heugel is bevestigd aan de uitsteeksels 920 en loopt ten opzichte van de tank 304 naar achteren# Se haken 924 zijn integraal verbonden door de verbindingsplaat 926 ertussenin# 3 Se veetigingsflenzen 328, 930 bovenaan resp# onderaan de haken 924 lopen over het boven- en ondereinde van de uitsteeksels 920o De uitstekende delen zijn reep# voorzien van openingen 932 die erdoor heen lopen om de verschillende bouten 934 op te nemeno De moeren 338 die op de bouten 934 zijn gedraaid zorgen voor de vastzetting van de haak-10 beugel 324-330 aan de uitstekende delen 920#
De haken 324 zijn voorzien van haakdelen 338 die achter de respektieve asstukken 680 haken# aan de binnenkant van de hoofdvielen 730 van de stofzuiger# De haken 338 worden op de asstukken 680 niet te vast gezet maar kunnen ervan worden losgenomen# Eet hierna te be-13 schrijven deksel 340 op de stofzuiger en de uitstekende delen 682 houden de tank echter naar beneden in de juiste stand en houden de haken met zekerheid in de juiste stand boven de asstukken# Het gewicht van de tank 300 wordt verdeeld tussen de asstukken 680 en het bovenbeschreven vloexmondstuk 380» 20 Vanneer het deksel 340 naar boven wordt geklapt, zoals hierna beschreven, wordt de toegang tot de tank 300 gemakkelijk# De tank is niet bedoeld om op dezelfde manier te klappen als het deksel 340* Vanneer het deksel eenkeer opgeklapt is kunnen echter de tank 300, de beschreven elementen die eraan bevestigd zijn, en de haken 23 324# 338 eenvoudig worden opgetild van de wielassen# Bij verwijdering van het deksel 410 boven de tank 300 wordt ook het filter 490 van de tank verwijderd» Dit geeft toegang tot het filter in het geval dit moet worden vervangen of af genomen om schoon te maken» De vloeistof en het vuil in de tank kunnen eenvoudig worden weggeworpen of wegge-30 spoeld» Dan wordt de schoon-gemaakte tank weer geplaatst en kan het deksel 410 weer boven de tank worden gebracht»
Sr is een hoofddeksel 340 over de hele stofzuiger (fig» 1-8 > 90 en 37)» Het deksel heeft een bovenste deel 342 dat rechthoekig van vorm is, met de vlakke bovenwand 344 die een zodanige hoogte heeft 33 dat de onderkant ervan rust tegen de bovenkanten 343 van de beschreven
:_J
8003633 _ 30_ zijwanden 244 van de leiding die loopt tussen de uitlaat 420, 260 ▼an de tank en de inlaat 240 ran de blaas ventilator 126 (zie fig» 4), Zo sluit de bovenwand 544 van het deksel de bovenzijde van de leiding 240 af o 5 Zoals weergegeven in fig» 5 en 50 is de bovenwand 344 van het deksel voorzien van een gebogen stel doorlopende gaten 344 die zich bevinden boven de plaat 232 van de leiding, en waardoor de luchi die naar buiten gedreven wordt door de centrifugaal ventilator 126 nasr de open ruiste 241 onder de plaat 232 uiteindelijk uit de stofzuiger 10 verdwijnt· Se gaten 343 bevinden zich aan de binnenkant van de ontrek van de plaat 232 wanneer de plaat aan het deksel is gerouteerd»
Zoals weergegeven in fig» 5* 7 ea 50 bevinden zich de vier uitstekende delen 546» die als één geheel zijn aangegoten zodat ze zowel onder de bovenwand 544 van het dekseldeel 542 uitsteken als 15 ook enigszins boven de bovenzijde van de bovenwand; deze vier uitstekende delen bevinden zich voorbij de ontrek van de plaat 232» Se uitstekende delen 546 werken samen met de uitstekende delen 547 aan het hierna te beschrijven afvoerdeksel 644» dat zichhiiten het deksel 540 bevindt, om het afvoerdeksel 644 op het deksel 540 van de stof-» 20 zuiger te houden» Se lichte verhoging van de bovenzijde van de uitsteeksels 546 geleidt de ondereinden 648 van de uitsteeksels 657 in de juiste stand»
Se onderkant van de bovenwand 544 van het dekseldeel 542 draagt ook twee stellen naar beneden gerichte uitstekende 547» 348 25 (fig· 4» 3 en 50) die respektievelijk komen te rusten op de naar boven stekende uitsteeksels 245» 246, die zich juist buiten de zijwanden 244 van de leiding 240 bevinden (fig» 5 en 18)» Geschikte schroeven 548a steken door de openingen in de verschillende delen 243» 246 en zijn vastgezet in de openingen in de delen 547 » 348» Bit vormt 30 een extra vastzetting van de leiding en de plaatinrichting 230 aan het deksel 540»
Tenslotte zijn er uitstekende delen 549 (fig» 4, 5» 8 en 50) die zich bevinden nabij de zijranden van het bovenste deel 542 van het deksel 540» Se delen 549 bevinden zich aan de uiteinden van de 35 hierna te beschrijven dekselflenzen 530» Se delen 549 lopen vanaf de 8003633 -51 - bovenwand 554 naar beneden zodat ze terecht komen bovenop de op corresponderende plaatsen aangebrachte delen 116 die uitsteken ten opzichte van de bovenzijde van het motorhuis 30· Nog te beschrijven schroeven 720 steken door deze samenwexkende uitstekende delen en 5 houden het motorhuis 30 en het deksel 43 permanent bij elkaar· De motor 120 binnen het huis wordt met zekerheid in de juiste stand gedrukt omdat de zijwanden 244« 343 die de leiding vormen naar boven drukken tegen de onderkant van de bovenwand 544 van het dekseldeel 542 en de onderkant 232 van de montageplaat dient als bovenwand van 10 het huis voor de hoofd blaas ventilator 126·
Verder zijn er flenzen 550 aanwezig (zié figo 5» 6 en 50), die als één geheel zijn gegoten en die naar beneden lopen vanaf de bovenwand 544 van het deksel; ze zijn gebogen en dienen voor het naar beneden drukken van de motor, en ook om geluidsoverbrenging van 15 het motorhuis naar het deksel 540 te dempen· Zoals weergegeven in fig· 6 en 50 zijn de flenzen 530 gebogen en zo geplaatst dat ze zowel liggen op als lopen om de omtrek van de plaat 232, die de bovenwand vormt v n het motorhuis zelf en rechtstreeks onder de hoofdblaasven-til tor 126 ligt· Verende geleiders 551 voor de aateriaalrand zijn 20 aangebracht aan de onderzijden van de flenzen 530 die aandrukken tegen de plaat 238· Hierdoor wordt de trilling van de motor enigszins gedempt· Ook wordt het motorgeluid geabsorbeerd door de randgeleiders 551, waardoor het van de stofzuiger afkomstige geluid enigszins wordt gedempt· Tenslotte zorgt dit kontakt voor plaatsbepaling van de motor 25 en het huis 122 in vertikale richting in het huis, waardoor de juiste plaatsing van de hoofdblaasventilator 126 gewaarborgd is0
Achter het deel 542 heeft het deksel 54Ο een naar beneden lopende achterwand 56Ο waardoor een plat vlak ontstaat dat schuin gericht is zodanig dat, wanneer het huis 540 naar achteren open geklapt 30 wordt, zoals hierna beschreven (fig· 2) het vlak 56Ο plat op de grond rust om het deksel stil te houden terwijl het open is· De naar beneden lopende achterwand 560 van het dekseldeel 542 loopt vooraan bij de zijwanden 562 van dat dekseldeel door om uitlaatlucht vast te houden om te voorkomen dat voorwerpen het mechanisme van de stof-35 zuiger binnenkomen· 8003633 ” _ 32_
Het is nodig on lekkage beneden het deksel 540 te voorkomer*» Later wordt de afdichting 556, 571 rond de tank 300 beschreven voor de voorkant van het deksel 340« Sr is ook een afdichting onder het achterste deel van het verhoogde gedeelte 542 van het deksel 340 in 5 de omgeving van het notorhuis· Men ziet nit fig· 7 en 8 dat de plank 42 een breedte heeft die zo gekozen is dat de naar beneden gerichte lip 43 aan de rand van de plank ligt nabij - en mag raken maar bij voorkeur op een kleine afstand ligt van - de binnenzijde van de achterwand 630 en de zijwanden 361 van het dekseldeel 342« De aanraking 10 tassen de lip 43 on het deksel 340 geschiedt beneden de hoofdblaas-ventilator 126« Leze aanraking vormt een afdichting tegen lekkage en tegen motorgeluid dat door de lucht wordt meegenomen· Le vierde zijde van de lekafdichting wordt gevormd door de strip 471 61e over de vóórkant van het huis loopt (fig· 8)· 13 Aan beide zijden van het deel 342 van het deksel bevinden zich de zijstukken 332 van geringe hoogte die de taak afdekken· Le bovenste wand 333 van het deel 33? heeft een zodanige hoogte dat het dicht bij de bovenste wand 4I2 van de tank 400 wanneer het deksel 340 gesloten ie» Bovendien heeft het bovenste deel 342 van het deksel 20 340 een voorwand 334 die zich naar beneden uitstrekt tot aan de onder ste bovenwand 333* juist achter het onderste voorste deel 364 van het deksel, waardoor de smalle overgang 333 ontstaat bij de onderste bovenwand 333 van het deksel·
Zoals blijkt uit fig· 1a, 4* 3* 6 en 50 bestaat een U-vormig 23 luchtafdichtingselement 336 uit schuimmateriaal dat geplakt is aan de onderzijde van de onderste bovenwand 333 van het deksel rondom de rand van het deel 342 van het deksel· Zoals blijkt uit fig· 4 loopt het lijf van de IJ onder de overgang 333 in het deksel en boven de bovenzijde 410 vooraan de tank» Le armen 337 van de U lopen naar ach-30 teren langs het tankdeksel en naar binnen ten opzichte van de randen van het tankdeksel 410, totdat de einden 338 van de benen 337 stuiten tegen de hierboven beschreven strip 471 (fig· 4 en 8)· Le volledige strip 336* 471 vormt een afdichting onder het deksel 340 waardoor het naar buiten treden van lucht en geluid uit de uitlaat van de hoofdbla is-35 ventilator 126 naar beneden en uit het verhoogde dekseldeel 542 en dan 8003633 _ 33- langs de tank 300 onder het deksel 340 wordt voorkomen*
Het materiaal waaruit het element 556 alsmede de strip 471 bestaat wordt gevormd door een geschuimd kunststof materiaal; de onaei-delen zijn dik genoeg om tegen elkaar gedrukt te worden, zodat een 5 luchtafdichting wordt geschapen, wanneer het deksel 540 wordt gesloten·
Ook om esthetische reden en om te voorkomen dat de vingers van de gebruiker of andere voorwerpen het mechanisme van de stofzuiger van opzij binnenkomen, hebben de delen 552 van het deksel 540 zijwanden 561 en achterwanden 563 en zijn ze aan de voorkant afgesloten 10 door het voorste deel 564 van het deksel, dat zich over de hele breed Ie ervan uitstrekt· hit is verbonden met de enigszins dempende, slingerende weg die de uit het huis 30 komende lucht noodzakelijkerwijze moet volgen, zoals geïllustreerd door de uitlaatmiddelen 58, 62 in fig· 7 en 110 Se uittredende lucht is vrij om rond te bewegen onder het dek-15 sel 540· Lucht treedt naar beneden uit de stofzuiger door een grote ruimte, waardoor de snelheid van die uittredende lucht wordt verlaagd en het erdoor opgewekte geluid wordt verminderd·
Aan de voorkant van het voorste deel 564 van het deksel bevindt zich een afdekkend gedeelte 566 dat v66r het voorste deel 310 20 van het inlaatmondstuk hangt* Het schuine gedeelte 568 verbindt de delen 564* 566 van het deksel 540· Twee uitstekende delen 572 zijn naar beneden gericht onder het gedeelte 566 van het deksel 540«
Sen grendelplaat 576, weergegeven in fig· 2-4, 6, 46 en 47, is bevestigd aan de onderkant van de uitstekende delen 572 met schroe-25 ven 577 die vanaf de onderkant 576 van de grendelplaat 576 door de langwerpige, in lengterichting lopende sleufopeningen 580 steken en dan vastgezet zijn in de van draad voorziene boringen 562 van de uitstekende delen 572» Zoals weergegeven in fig· 43 heeft elke schroef 577 een van draad voorziene schacht die opgenomen wordt in de van 30 draad voorziene boring 562, en een kop 586 waarmee de schroef 577 in de boring wordt vastgezet· Be kop 586 heeft een grotere middellijn dan de breedte (van voren naar achteren) van een opening 580, zodat de grendelplaat 576 niet van de delen 572 zal afvallen waarop de grendelplaat is aangebracht· Tussen de kop 586 en de schacht 584 heeft de 35 jschroef een schouder 588 die een kleinere dwarsdoorsnede heeft dan de 8003633 ί β _ 34_ breedte van een opening 380 en groter dan de dikte van de grendelplas t 376 waardoor, wanneer de schroef 377 wordt aangedraaid, het vlak 592 van de schouder 388 aangedrukt wordt tegen de onderkant van het uitsteeksel 372, waardoor de onderkant 394 van de kop 386 op afstand 3 wordt gehouden van de onderkant van het uitsteeksel 372» zodat er ruimte ontstaat voor zijdelingse verplaatsing van de grendelplaat 576, Zoals blijkt uit fig, 6, 46 en 47 steekt ten opzichte van de bovenzijde van de grendelplaat 578 een uitsteeksel 596 uit, dat geschikt is om te worden gegrepen door de dekselgrendelknop 597· He t 10 uitsteeksel 596 is zo groot dat de te bedienen drukknop 597 op het uitsteeksel boven het gedeelte 568 van het deksel 540 wordt gehouden.
Het uitsteeksel 596 steekt door het gat 601 in het gedeelte 568 van het deksel 540o
He met de hand te bedienen drukknop 597 Heeft een rij naar 15 beneden gerichte vingers 599» en tussen twee daarvan wordt het uitsteeksel 596 opgenomen. Daardoor wordt de knop 597 een deel van het uitsteeksel 596 en van de grendelplaat 576» Het met de hand bedienen van de drukknop 597 maakt een zijdelingse verplaatsing mogelijk van de grendelplaat 576» He buitenste vingers 599 raken de zijkanten van het 20 gat 601 om deze zijdelingse beweging van de grendelplaat 578 te begrenzen» Hoor de grendelplaat 578 lopen ook twee gaten 598 die over de koppen 602 van de bouten 370 worden gestoken, weergegeven in fig» 4» 6 en 49· He bouten 370 steken door de grendelplaat 576 en door de gaten 311 ia het voorste gedeelte 310 van het mondstuk en in de uit-25 stekende delen 566 van de vloerplaat 362» He kop 602 is afgerond en heeft steile kanten voor het geleiden van de grendelplaat 576 wanneei die eroverheen wordt gebracht, He schacht 604 van de bout 370 heeft een niet van draad voorzien gedeelte 606 dat loopt door de gaten 311 in het voorste deel 310 van het mondstuk en daaronder bevindt zich eea 30 van draad voorzien deel 607 dat vastgezet wordt in het uitsteeksel 366, totdat de bovenzijde van het uitsteeksel aandrukt tegen de ondex-zijde van het voorste gedeelte 310 van het inlaatmondstuk tot aan de tank, He schouder 610 tussen de kop 602 en het schachtgedeelte 606 heeft een kleinere middellijn dan de opening 598, Wanneer de bout 370 33 _wordt aangetrokken, wordt de onderzijde 612 van de schouder 610 aan* 8003633 -35- ge trokken tegen de buitenkant bovenaan bet voorste deel 310 van het tankaondstuk· Se hoogte van de schouder 610 is zo gekozen dat de grer -delplaat 576 vrij in dwarsrichting beweegbaar is ten opzichte van het voorste deel 310 van het mondstuk en dus ten opzichte van de bouten 5 370.
Sen gevouwen bladveer 620 is vaatgezet aan het uitsteeksel 572 dat bevestigd is aan het deksel 540» 568« De naar beneden gerichle arm 622 van de veer grijpt het naar beneden gerichte onderdeel 624 aan het einde van de grendelplaat 576« De veer 620 drukt normaal de 10 grendelplaat 576 naar links in figo 6 en 46« Wanneer de grendelplaat 576 naar links beweegt onder invloed van de veer 620 worden ook de openingen 598 naar links verschoven en liggen ze verkeerd gericht onder de koppen 602 van de bouten 370. Zo stoten de onderkanten 626 van de koppen 602 tegen het bovenvlak 579 van de grendelplaat, en 15 hierdoor wordt voorkomen dat het deksel 540, waaraan de grendelplaat 570 is bevestigd, wordt opgetild en naar achteren omsluit, zoals hierna beschreven«
Yoor het ontgrendelen van het deksel 540 vanaf het voorste deel van het inlaatmondstuk 310 van de tank wordt de drukknop 597 naar 20 rechts verschoven in fig· 6 , waardoor de veer 620 wordt gespannen·
Hu liggen de gaten 598 gericht onder de houtkoppen 602 en kan het deksel 540 worden opgetild en naar achteren worden omgeslagen, waarbij de grendelplaat 576 mee naar boven gaat» Wanneer het deksel 540 naar voren wordt geklapt om te worden gesloten kost de grendelplaat 576 om-25 laag totdat hij terecht komt op de koppen 602 van de bouten 570, Sr is slechts een gering verschil in gerichtheid tussen de gaten 598 en de houtkoppen 602, en de gepunte koppen 602 van de bouten steken in de gaten 598 vanaf de onderzijde van de grendelplaat 576« Een op het deksel 540 uitgeoefende geringe benedenwaartse druk zorgt ervoor 30 dat de houtkop 602 de grendelplaat 576 naar rechts drukken in fig» 6, waardoor de veer 620 wordt gespannen, totdat de gaten 598 volledig gericht liggen ten opzichte van de houtkop 602« De grendelplaat kan dan over de houtkoppen heen glijden tot in de ruimte onder de onderzijde 626 van de houtkoppen» Daarna brengt de veer 620 de grendelplaa ; 35 naar links terug in fig» 6 en vergrendelt hij het gesloten deksel wee::· 8003633 - 36 -
Zoals weergegeven in fig* 5 loopt door de bovenwand 553 van het deel 552 met de kleinste hoogte van het deksel 540 een rond gat 650, dat zich rechtstre&s hoven de slanginlaat 440 in het tankdei-sel 4I0 bevindt en daartoe toegang geefto be plaat 446 is dienover-3 eenkomstig gevormd zodat hij in de met getrokken lijnen getekende stand, waarin de inlaatopening 440 voor de hulpslang wordt afgeslotei* ook de hele opening 630 in het huisdeksel 340 wordt afgesloten, om daardoor lekkage van lucht door de bovenwand 344 van het deksel te voorkomen wanneer dit niet gewenst is* 10 De vermogensregelaar 270, waardoor het mengsel wordt geregeld van de luchtstroming naar de inlaat 240 van de hoofdblaasventilator, tussen stroming vanuit de tank en stroming van omgevingslucht van onder het deksel 340, moet vanaf het uitwendige van het deksel 340 vsn het huis in de juiste stand worden gebracht» Zoals blijkt uit fig» U 13 en 3 heeft het deksel 340 van het huis een vrijwel ronde opening 634 die zo geplaatst is dat hij ligt boven de omtrek 280 van de vermogens-· regelaar, zodat die knop 280, die op de bovenwand 412 van de tank 300 zit, erdoorheen kan steken» Be handgreep 280 is vrij om de schijf 272 boven de mof 262 te verdraaien, behalve dat hij vastzit tussen de 20 naar beneden gerichte zijwanden van de flens 278 op de vermogensregelaar 270» Sen draaibeweging van de handgreep 280, en dus van de schijf 272, wordt echter nog meer beperkt tussen een volledig open stand van het venster 266, waarin de greepindicator 282 wijst naar de "nat" indicator op het deksel 340 en waarin de zijkant van de hand-23 greep stoot tegen het vlakke deel 635 iu de opening 634, en een geheel gesloten stand waarin de indicator 282 wijst naar de "droog" indicatie op het deksel 340 en waarin de zijkant van de handgreep aanligt tegen de vlakke kant 636 in de opening 634«
Zoals blijkt uit fig» 4» 5 en 30 is het gewenst dat de lucht 30 die in hoofdzaak radiaal wordt afgevoerd uit de centrifugaalventila-tor 126, de stofzuiger verlaat door het deksel 540 en de gaten 545 daarin* Beze lucht beweegt betarekkelijk snel en er wordt een aanzienlijk geluid opgewekt» Het is dus gewenst ca de snelheid van de lucht te verlagen en om het erdoor opgewekte geluid te dempen» Yoor dit doel 35 ia het schuimelement 637 geplakt aan de onderzijde van de bovenwand 544.. Trim hat dalcnal, -welk element zlr.h bevindt op afstand boven de 8003633 - 37- plaat 232 boven de ventilator 126« Zoals weergegeven in fig· 50 ie bet schuimelement 657 zo geprofileerd dat het door de gebogen omtrek 658 terechtkomt boven, maar iets naar binnen ten opzichte van de rand van de plaat 232« Het deksel schnimeleaent 637 heeft een in hoofdzaak 5 radiale opening 639» waarin de plaat 242 en de zijwanden 244 ervan nauw passen, waarbij de uitstekende delen 243 terecht komen in de uil-gespaarde ruimten 641 langs de zijden van de opening 639» Sen geboger stel gaten 642 loopt door het schuimelement 637· De gaten 642 zijn zc geplaatst dat ze gericht liggen met de gaten 545 erboven, waardoor 10 lucht die de gaten 642 bereikt verdwijnt door de dekselgaten 545·
Het materiaal waaruit het schuimelement 637 bestaat wordt gevormd door een poreus schuimkunststofmateriaal« Se in dit materiaal aanwezige luchtruimten hebben de neiging om geluid te dempen en de snelheid van de erdoor lopende lucht te verdragen· Se hoogte van het 15 schuimelement 637 is zo gekozen dat, wanneer het deksel 540 gesloten is boven de inrichting 230 en de onderzijde van het schuimelement 637 zich op afstand bevindt van de plaat 232, de uit de ventilator 126 komende lucht, die opgesloten is in de ruimte onder het dekseldeel 542, over de plaat 232 wordt gericht en door de gaten 642 en 545 20 gaat« Se bochten in de baan van de luchtstroming, plus de doorgang νεη de lucht door gaten in het schuimelement 637» dempen het geluid van de ontsnappende lucht·
Zoals blijkt uit fig· 4 ·η 50 blaast de afvoerlucht die uit de gaten 545 komt niet eenvoudig recht naar boven vanaf de boven-25 zijde van de stofzuiger· Inplaats daarvan is er een extra uitlaatdek-sel 644 boven de openingen 545 geplaatst en het dichte oppervlak van dit deksel 644 buigt de luchtstroom af die uit de openingen 545 komt. Het uitlaatdeksel 644 heeft een naar beneden gerichte omtreksflens 645 aan alle kanten, die loopt tot aan de onderzijde 646 van die fiers· 30 Sr zijn de vier naar beneden gerichte uitsteeksels 647 aanwezig in de hoeken van het deksel 644, en de ondereinden 64e van die uitsteeksels 647 worden in de juiste stand geleid door de enigszins opgehever liggende delen 546, en de uitsteeksels 647 worden dan bovenop de bovenrand 544 gesteund, gericht ten opzichte van de uitsteeksels 546e Ge-35 _schikte bevestigingsmiddelen 651 steken door de uitsteeksels 546 en 800 3 6 33 Λ' 4 -58 - χη de gaten in de uitsteeksels 647 om het uitlaatdeksel boven de bovenwand 544 van het deksel vast te zetten· hoor de lengte van de uitsteeksels 647 ontstaat een kleine tussenruimte 652 om de gehele onde:-zijde 646 van de flens 645 en loopt de lucht die afgevoerd wordt door 5 de gaten 545 in het deksel 540 door die tussenruimte 652 naar buitens Onder de bovenzijde van het uitlaatdeksel 644» en met het omtreksprofiel dat wordt bepaald door het inwendige van de flens 645 is een schuiauitlaatdksel 654 aanwezig· he hoeken van dit schuimuit-laatdeksel 654 zijn bij 655 uitgesneden voor het opneaen van de uit-10 steeksels 647 onder het deksel 644« he omtrek van het deksel 654 zorgt ervoor dat verschuiving onder het uitlaatdeksel 644 wordt voor· komen* he hoogte van het deksel 654 ie kleiner dan de hoogte van de bovenzijde van het uitlaatdeksel 644 boven de bovenwand 544 van het deksel, waardoor een tussenruimte onder het schuimdeksel 654 ontstaal 15 waardoor de uitstromende lucht naar de uitlaatruimte 652 gaat· Het materiaal waaruit het schuimdeksel 654 bestaat is van hetzelfde type geschuimd materiaal als het bovengenoemde dekselelement 657« hoordat de uitstromende lucht over het schuimdeksel 654 loopt wordt het met die lucht meegenomen motorgeluid gedempt· 20 Hen stel beugels 660 , 700 zorgt voor het bij elkaar houden van het motorhuis 50, de motor 122 en de kast 120 daarvan binnen dit motorhuis 30, de montageplaat 250 en de daaraan bevestigde elementen alsmede het deksel 540 boven de motor en het huis,zodat ze tot één geheel worden verenigd· Verder maken de beugels het mogelijk dat de 25 hele komhinatie kan zwaaien tussen een open stand waarin de tank bereikbaar is om te worden uitgenomen, en een gesloten stand waarin de stofzuiger volledig gemonteerd is·
Fig· 1, 7, 51-55 en 57 tonen de beugel 660 aan de ene kant van de stofzuiger, en fig· 1 en 54-56 tonen de corresponderende beugel 50 700 aan de andere kant van de stofzuiger* Zoals blijkt uit fig* 51-53 omvat de beugel 660 de vlakke plaat 662* Aan één kant daarvan heeft de plaat 662 een naar beneden gericht been 664 met drie vouwlijnen 666, 668, 669 waardoor het been enigszins een V-vorm krijgt* De vouwen 666, 668, 669 maken het mogelijk dat men draagflens 670 aan het einde 55 _yan been 664 onder de onderwand 112 van het motorhuis steekt, welk 8003633 - 39- - ’ i huis door de beugel wordt gedragen· Haast het been 664 en doorlopend in de richting van de andere zijrand van de plaat 662, is het materiaal van de plaat omgezet zodat de plaat 671 ontstaat die luchtstroming voorkomt, en die ligt onder de ruimte die leidt naar de plaat 230* Het 3 brede lijf 662 van deze beugel tussen de zijranden, en de plaat 671 voorkomen tezamen terugstroming naar boven langs de beugel 660 van nu verwarmde, vervuilde lucht die afkomstig is uit de uitlaat 38, 62 voor koellucht van het motorhuis· Ook voorkomen de vlakke plaat 662 ea de plaat 671 dat vuil en vloeistof naar boven spetteren tot aan de 10 plaat 230.
Aan de van het been 664 af gekeerde andere kant van de plaat 662 is een tweede naar .beneden gericht been 674 aanwezig, waarbij 676 is omgezet zodat de draagflens 678 ontstaat· Se draagflens 6^Q strekt zich ook uit onder de onderwand 112 van het motorhuis· Se vorm 13 van het motorhuis 30 en speciaal de zijwand 112 van het motorhuis· Se vorm van het motorhuis 30 en speciaal de zijwanden en de bodem daarvan bepaalt de lengte en de vorm van de benen 664» 670 en 674, 678·
Sen van draad voorziene asstomp 660 is bevestigd aan en steekt naar buiten uit (naar rechts in fig» 32) ten opzichte van de 20 buitenzijde van de plaat 662 om te dienen als voor het nog te beschrijven wiel 730·
Een uitsteeksel 682 is aan de buitenzijde van de plaat 662 aangebracht en dient als middel om de haak 524» 538 op de as 680 vast te houden, zodat de tank 300 op zijn plaats blijft wanneer de 25 stofzuiger wordt gebruikt· Het uitsteeksel 682 kan bovenwaartse beweging van de haak voorkomen, maar voorkomt niet dat hij omhoog gaat om de tank te verwijderen·
Bovenaan is de beugel 660 naar buiten omgezet, waardoor de plank 684 ontstaat· Sen schamierstomp 686 heeft een achterste gedeelte 30 dat aan de onderkant van de plank 684 is vastgelast en een van draad voorzien voorste gedeelte dat buiten de stofzuiger uitsteekt voorbij de plank 684· Deze stomp werkt samen met een gat 738a in de nog te beschrijven juktrommel 738, en deze dient als scharnierende steun voor het juk 754 en de handgreep 770 van de stofzuiger, die nog worden be-35 schreven· 8003633 >* · · _ 40_
Aan de andere einden van de plank 664 zijn gaten 687, 688 aanwezig die respektievelijk gericht kannen werden ten opzichte van de onderzijden van de uitsteeksels 116 langs een zijde yan het motor-5 huis 30» zoals weergegeven in fig· 7»
Achteraan de heugel 660 is de ópstaande flens 690 gevormd· Deze helpt hij het vergrendelen van de handgreep 734, 770 van de stofzuiger in een aantal verschillende standen· De flens 690 heeft de algemene vorm van het bovenste rechter kwadrant van een cirkel· Lange 10 de vertikale straal van de flens 690 is een gat 692 aanwezig· Sen sleuf 694» die gekromd is met de stand 686 als middelpunt, loopt naar beneden langs de flens 69Ο· Het juk 734 is voorzien van een nog te beschrijven snap ontspanner, die in het gat 692 kan snappen om de handgreep in de rechtopstaande stand vast te houden, of in de sleuf 694, 13 waardoor de handgreep dan door de sleuf kan lopen bij verschillende standen wanneer de stofzuiger tijdens het verbruik wordt verplaatst·
De beugelflens 690 loopt in de stofzuiger naar voren, boven de vertikale middenlijn, naar het gedeelte 693 ervan· Eet gedeelte 693 draagt een kleine stootflens 696 die zo geplaatst is dat de verregaande kanteling 20 van het juk 754 naar voren wordt voorkomen·
Zoals blijkt uit fig· 1, 54» 55 en 5^ is de beugel 700 aan de andere kant van de stofzuiger aangebracht dan de beugel 660· De beugel 700 is in wezen een spiegelbeeld van de beugel 660· De beugel 700 bestaat uit de plaat 702, de van draad voorziene stand 704 die 25 dient als de andere as van de stofzuiger, de plank 706 waaronder de van draad voorziene scharoieras ligt met het voorste gedeelte 708 dat aangelast is om te dienen als schamierstomp welke samenwexkt met de andere arm J60 van het juk 754, dienend als scharnier voor het juk en de handgreep, en het been 7^0 dat ligt tegen de voorkant van het mo-30 torhuis 30» de plaat 711 die luchtstroming voorkomt naast het been 7I0, het been 712 dat ligt tegen de achterkant van het huis 30, het uitsteeksel 7H voor het vasthouden van de haak van de tank ondersteuning, de gaten 716 in de plank 706 die overeenkomen met de gaten 687, 688 enz· Het voornaamste onderscheid tussen de beugels 766 is de af-35 wezigheid in beugel 700 van een flens die funktioneert zoals de flens 690, omdat er slechts één enkele flens nodig is voor het regelen van I_ 8003633 _ 41_ de 8tand van de handgreep van de stofzuiger·
Zoals blijkt uit fig· 7 wordt, om het geheel van het motor-huis 450, de motor 120, de montageplaat 2 50 en het deksel 540 als eenheid bij elkaar te houden, bij elk stel uitsteeksels 116, 546 onder 5 elk van de gaten 687, 688, 716 en de beugelplanken 684, 706, een bout 720 van onderen de betreffende beugelplank 684, 706 door het desbetreffende gat gestoken in de beugelplank, door het uitsteeksel 116 bovenaan het huis 50, welk uitsteeksel voorzien is van een opening om met ruimte de bout 720 door te laten; deze bout 720 wordt geschroeid 10 in het van draad voorziene gat 722 in het uitsteeksel 549 in het deksel 540o hoor aandraaien v^n de bout 720 wordt het geheel bij elkaar gehouden· Op deze manier worden ook het huis 50 en het deksel 540 stevig aan de as 680 bevestigd» Eet is duide'lijk dat evenals de nog te beschrijven wielen 750 kunnen draaien om de as 680, 704» het huis $0 15 en het eraan bevestigde deksel 540 om de as 680 kunnen zwenken tussen de in fig» 1a weergegeven gesloten dekselstand en de in fig· 2 weerge * geven open dekselstand»
Zoals blijkt uit fig» 57 ie een bus 726 geplaatst op de van draad voorziene as 680 en is deze bus vrij draaibaar om de stilstaand» 20 as 680· he bus 726 dient als leger voor het wiel 750» Het wiel 750 bestaat uit een schijf met een buitenzijde 752, een ringvormig band-gedeelte 734 waarop het wiel loopt, en een naafdeel 736 voorzien van een doorlopende opening die zo gedimensioneerd is dat hij over de bus 726 geperst wordt» Een tussenring 758 en een moer 740 die vast ge-25 draaid is op de van draad voorziene as 680 zijn zo bemeten dat ze aanliggen tegen de buitenzijde 742 van de naaf 758 om het wiel 750 met zekerheid op de bus 726 te houden» Een sierdeksel 744 bedekt het uitwendige van het wiel· Wanneer de stofzuiger verplaatst wordt rijden de beide wielen 750# Wanneer het motorhuis 50 en het deksel 540 naar 50 voren en naar achteren kantelen (fig, 1 en 2) blijven de wielen 750 daarentegen stilstaan»
Er is een handgreep voor de stofzuiger aanwezig· Om de handgreep te dragen hebben de steunen 686, 708, zoals blijkt uit fig,57, een lengte die voldoende is om uit te steken voorbij de desbetreffend') 55 wielen 750, ’00 3 6 33 -
Het vervolgens te beschrijven juk 754 is hetzelfde aan weerszijden van de stofzuiger, zodat slechts de bijzonderheden van hot juk aan één zijde zijn weergegeven en worden beschreven»
Zoals blijkt uit fig« 1 en 57*·59 is het juk 754 in het 5 algemeen U-vormig» Zoals blijkt uit fig» 57 heeft het juk een opstaal Ld axmgedeelte 758 net een doorlopend gat 758a waarin de stoop 686 kan worden opgenomen0 Hoor een nof in die opening kan de stoap in het gat 758a draaien» He stomp steekt door het jukaxmdeel 758 en wordt op zijn plaats gehouden door de moer 761» He juk arm kan zwenken om to de stomp 686»
He ara 758 helt enigszins naar binnen toe wanneer aen naar boven gaat langs het juk 754» Het juk heeft een horizontaal lijf deel dat aansluit op de arm 758 en de andere ara 760« He andere ara 76Ο heeft ook een soortgelijk gat voor het opneaen van de andere schar** 15 nierstoap 708»
In het lijf 759 wan het juk is in het midden een opening 762 aanwezig, met zodanige maat dat de bevestigingsklea 784 voor de handgreep in de juiste stand kan worden vastgezeto He klem 764 is U-vormig met benen 755 dis respektievelijk gericht zijn naar de zij*· 20 kanten van het lijf 759 van het juk» Onderaan elk been van de klem is een flap 766 aanwezig die uitsteekt in de richting van de aangrenzende rand van het lijf 759, en deze flappen 766 zijn gepuntlast aan de onderkant van het lijf 759» waardoor de klem 784 aan het juk is bevestigd» 25 He klem 784 dient voor het opnemen van het einde van de handgreep 770 en om de handgreep in die stand te dragen»
He zwenking van het juk 754 geschiedt om een as die wordt bepaald door de stompen 686, 708, die draaibaar zijn in de gaten 758a in het juk» 30 He handgreep 770 bestaat uit een holle as met een rechthoe kige dwarsdoorsnede, zodat de handgreep op en boven de klem 764 kan komen te liggen» Een bout 772 steekt door de handgreep 770 en een gat in de klem 784»
Een hol sierdeksel 780, met een gat 782 bovenaan dat zo ge-35 jprofileerd is dat men de as 770 van de handgreep daaronder kan vast- 8003633 %' - , _ 45- houden, past ovex de handgreep, en de onderzijde 784 Tan de om trek s-wand 786 ligt bovenop het lijf 759 van het juk. Een schroef 788 steekt door een gat in het deksel 780 en door de handgreep 770 in de klem 764 er binnen waardoor het deksel in de juiste stand wordt vastgezet 5 en de handgreep met twee schroeven aan de klem, en dus aan het juk wordt vastgehouden· Be handgreep 770 is hierdoor als έέη geheel verbonden met het juk 754 en ze bewegen tezamen als eenheid. Be handgreep 770 loopt door tot aan de gebruikelijke greep 776 (fig. 1a).
Zoals werd opgemerkt kan de handgreep 770 zwenken. Het is 18 gewenst om de hoekafstand waarover de kombinatie .van handgreep en juk kan worden gezwenkt te kunnen instellen. Verder is het gewenst dat de handgreep rechtop kan worden vergrendeld om de stofzuiger op te bergen. Daartoe is een onder veerwexking staande ontspanningsinrich-ting 790 aangebracht op de jukaxm 758. Het is een zeer eenvoudige 15 eenheid die bestaat uit een huis 792 dat bevestigd is aan de jukarmer 758 en een plunjer binnen het huis met een ontspanningspen 794 die uit het huis steekt in de richting van de beugelflens 690. Be (niet weergegeven) veer drukt de pen 794 steeds in de richting van de flens 690o Be pen 794 Is lang genoeg om ervoor te zorgen dat hij of-20 wel de wand van de flens raakt of terecht komt in het gat 692 om de sleuf 694 van de flens· Het einde van de pen 794 is afgerond zodat, wanneer de pen de randen van het gat 692 of de sleuf 694 ontmoet, de pen 794 in Het huis 792 wordt gedrukt en het hier zich vrij kan verplaatsen. Het is de bedoeling dat met de pen 794 in Het gat 692 25 het juk en de greep rechtop worden gehouden· Be sleuf 694 geleid en regelt de afstand waarover de handgreep tijdens het normale gebruik kan zwenken. Be eerder genoemde flens 696 op de flens 690 bepaalt het voorste punt van de zwenkbeweging van de handgreep 770 waar de arm 758 van het juk tegen die flens terecht komt. Wanneer het gewenst is 30 om de voorzijde van de stofzuiger op te lichten tijdens het gebruik, wordt de handgreep 770 naar achteren en naar beneden gedrukt. Be pen 794 raakt uiteindelijk het ondereinde 812 van de sleuf 694 en door verdergaande beweging kantelen de beugel 690 en de hele stofzuiger naar achteren. Evenzeer zal, wanneer het deksel 540 losgemaakt is van 55 het mondstuk 210 van de tank, door corresponderende zwenking van de 8003633 'r . ' _44_ ' handgreep 770 naar achteren het deksel 540 van de tank 500 worden ge·· licht zonder dat het mondstuk 3^0 van de vloer wordt gelicht· -Conclusies» 8003633

Claims (42)

  1. 5. Stofzuiger volgens conclusie 4i n e t het ken-5 merk, dat deze verder een hulpinlaat heeft voor de tank, welke zich bevindt op afstand van de zuiginlaat en het inlaatmondstuk, sluitmiddelen voor het naar keuze afsluiten van het inlaatmondstuk voor de tank of de hulpinlaat voor de tank, terwijl dan de andere inlaatopening van het stel open blijft· ^0 6. Stofzuiger volgens conclusie 5, m e -t het ken merk, dat de afsluitmiddelen gevormd worden door een plaat die be<· weegbaar is tussen een stand waarin het inlaatmondstuk wordt geblokkeerd en een stand waarin de hulpinlaat wordt geblokkeerd, en waarbij deze afsluitmiddelen zo zijn gevormd en geplaatst dat een van de inlaat-15 openingen wordt afgesloten*
  2. 7· Stofzuiger volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zuiginlaat ingericht is om zich te verplaatsen over een schoon te zuigen oppervlak, met het kenmerk, dat de tank voorzien is van eerste middelen voor oppervlaktekontakt, om in aan-20 raking te komen met het schoon te zuigen oppervlak, waardoor de tank een ondersteuning vormt voor de stofzuiger op het te zuigen oppervlak· Stofzuiger volgens conclusie 7»met het kenmerk, dat deze verder voorzien is van tweede middelen voor opper-23 vlaktekontakt, die verbonden zijn met het huis van de blaasventila-tormotor, en die ook dienen om in aanraking te zijn met het schoon te zuigen oppervlüc, waardoor zowel de tank als het huis een ondersteuning vormen voor de stofzuiger op het te zuigen oppervlak·
  3. 9· Stofzuiger volgens conclusie 7 of 8, met het ken-30 merk, dat de eerste oppervlaktekontaktmiddelen de zuiginlaat ondersteunen op een bepaalde hoogte boven het te zuigen oppervlak. 10® Stofzuiger volgens één der conclusies 7-9» me t het kenmerk, dat de losneembare verbinding tussen de tank en ~het huis gevormd wordt door een uitsteeksel aan de tank of aan het 8003633 - 47“ huis, welk uitsteeksel samenwerkt met een ondersteuning aan het andere onderdeel van het stel»
  4. 11, Stofzuiger volgens één der conclusies 7"10, waarbij de stofzuiger een voor» en een achterzijde heeft, met het 5 kenmerk, dat de tank zich bevindt nabij de voorzijde van de stofzuiger, en dat de tank een voorste zijwand heeft waarin zich de genoemde zuiginlaat bevindt nabij de voorzijde van de stofzuiger, en dat het motorhuis geplaatst is aan de achterzijde van de tank,
  5. 12, Stofzuiger volgens conclusie 11, gekenmerkt 10 doordat deze verder een borstel omvat aan, en zich uitstrekkend onder de bodem van de tank en over de bodem heen tussen de zijden van de tank, terwijl hij zich achter de zuiginlaat bevindt, voor het geleiden van materiaal op het te zuigen oppervlak naar de zuiginlaat 13» Stofzuiger volgens conclusie 12,met het k e n -15 merk, dat de borstel bestaat uit een strook materiaal die zich uitstrekt over de bodem van de tank en achter dezuiginlaat,
  6. 14, Stofzuiger volgens één der conclusies 4-13, met het kenmerk, dat de tank een voorste wand heeft aan de voor*· zijde van de stofzuiger en dat de zuiginlaat naar voren uitsteekt ten 20 opzichte van die voorste tankwand, met als gevolg dat de zuiginlaat zich bevindt bij en onder een naar voren uitstekend deel van de tank met geringe hoogte, 15» Stofzuiger volgens conclusie 14» met het kenmerk, dat de tank zich bevindt aan de voorzijde van de stofzuiger, 25 waarbij de voorste zijwand van de tank zich aan de voorzijde van de stofzuiger bevindt en de zuiginlaat zich bevindt aan de voorste zijwand van de tank9 terwijl het motorhuis geplaatst is aan de achterzijde van de tank,
  7. 16, Stofzuiger volgens één der conclusies 4-15» g e k e n - Λ 4 © 30 merkt door een borstel zxch bevindt bij en zich uitstrekt onder de bodem van de tank achter de zuiginlaat om materialen op het te zuigen oppervlak te geleiden naar de zuiginlaat. _ 17. Stofzuiger volgens conclusie 16, met het ken- 8003633 _ 48 _ merk, dat de borstel bestaat uit een strook materiaal die zich uitstrekt over de bodem van de tank en achter de zuiginlaat» 18o Stofzuiger volgens conclusie 17, m 8 t het k e n-m e r k, dat de borstel bestaat uit een materiaal dat in staat is 5 om deeltjes en vloeistof op het te zuigen oppervlak in de richting van de zuiginlaat te duwen»
  8. 19. Stofzuiger volgens één der conclusies 4-18, met h ejt kenmerk, dat deze verder een filter omvat dat zich bevindt aan de luchtuitlaat van de tank om de lucht te filteren die uit de tank 10 stroomt naar de blaas ventilator,» 20» Stofzuiger volgens conclusie 19, methetken-m e r k, dat de tankuitlaat zich in hoofdzaak bovenaan de tank bevindt, waardoor zich in de tank afzettende materialen zich onder de tankuitlaat zullen bevinden totdat de tank in hoofdzaak vol is»
  9. 21. Stofzuiger volgens conclusie 20* met hetken- m e r k, dat het filter bestaat uit een filtermand om de tankuitlaat, een filterelement om en gedragen door de mand, en dat de mand zich naar beneden uitstrekt in de richting van de bodem van de tank met enige afstand ten opzichte van die bodem. 20 22, Stofzuiger volgens conclusie 2), met het ken merk, dat door de uitgang van het inlaatmondstuk de lucht en andere materialen in de richting van de bovenzijde van de tank worden gedreven en dat de tankuitlaat zich bevindt in de bovenwand van de tank. 25 23» Stofzuiger volgens conclusie 21,met het ken merk, dat de tankuitlaat zich in dwarsrichting op afstand bevindt van de uitgang van het inlaatmondstuk in de tank, waardoor de daardoorheen uitgedreven materialen in de tank kunnen vallen inplaats van rechtstreeks naar de tankuitlaat te bewegen.
  10. 24. Stofzuiger volgens één der conclusies 4-23, met het kenmerk, dat de tank een afdekkende wand heeft waarbij de uitgang van het inlaatmondstuk uitkomt, zodanig dat lucht en materialen die uit dit inlaatmondstuk de tank inkomen eerst die afdek-"kende tankwand treffen»___ 8003633 - 49-
  11. 25· Stofzuiger volgens conclusie 24« met het ken·» merk, dat de tankuitlaat zich in dwarsrichting op afstand bevindt van de uitgang van het inlaatmondstuk in de tank, waardoor d» daardoorheen uittredende materialen in de tank kunnen vallen inplaats 5 van rechtstreeks naar de tankuitlaat te bewegen*, 26» Stofzuiger volgens conclusie 25* met het kenmerk* dat deze verder een hulpinlaat heeft voor de tank, welke zich bevindt op afstand van de zuiginlaat en het inlaatmondstuk sluitmiddelen voor het naar keuze afsluiten van het inlaatmondstuk voor 10 de tank of de hulpinlaat voor de tank* terwijl dan, de andere inlaat-opening van het stel open blijft· 27* Stofzuiger volgens conclusie 26, methetken-m e r k, dat de afsluitmiddelen gevormd worden door een plaat die beweegbaar is tussen een stand waarin het inlaatmondstuk wordt geblok-• 15 keerd en een stand waarin de hulpinlaat wordt geblokkeerd, en waarbij deze afsluitmiddelen zo zijn gevormd en geplaatst dat een van de in-laatopeningen wordt afgesloten* 28e Stofzuiger volgens één der conclusies 24-27, met het kenmerk, dat de af dekkende wand voorzien is van middelen 20 voor het wijzigen van de richting van materialen die erin zijn gevormd en zo zijn geplaatst dat de uit de uitgang van het inlaatmondstuk tredende materialen eerst deze richtingsveranderingsmiddelen treffen, welke richtingsveranderingsmiddelen zo zijn gevormd dat de uit de uitgang van het inlaatmondstuk tredende materialen van rich-25 ting veranderen wanneer ze de middelen treffen om er aldus voor te zorgen dat deze materialen in de tank vallen en gescheiden worden van de binnenkomende lucht die uit de uitgang van het inlaatmondstuk komto 29» Stofzuiger volgens conclusie 28, met het ken-50 merk, dat de afdekkende wand de bovenwand van de tank is en dat de tankuitlaat in die bovenwand is gevormd»
  12. 50. Stofzuiger volgens conclusie 29,met het ken-m € v k, dat de uitgang van het inlaatmondstuk open is in de richting -van de genoemde bovenwand, en dat de richtingsveranderingsmiddelen 8003633 - 50- voor de materialen bestaan uit een gebogen oppervlak dat hol is in de richting van de uitgang van het inlaatmondstuk en naar de tank, waarbij de uitgang van het inlaatmondstuk materialen in hoofdzaak richt naar één einde van de kromme van de richtingsveranderingsmiddelen· 5 31* Stofzuiger volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk, dat de tankuitlaat zich in dwarsrichting op afstand bevindt van de uitgang van het inlaatmondstuk in de tank, en op afstand van de richtingsveranderingsmiddelen voor dematerialen, waardoor de daardoorheen uittredende materialen in de tank kunnen vallen 10 inplaats van rechtstreeks naar de tankuitlaat te bewegen· 32o Stofzuiger volgens conclusie 31,met het kenmerk, dat deze verder een hulpinlaat heeft voorde tank, welke zich bevindt op afstand van de zuiginlaat, het inlaatmondstuk en de richtingsveranderingsmiddelen voor de materialen sluitmiddelen voor het 15 naar keuze afsluiten van het inlaatmondstuk voor de tank of de hulpinlaat voor de tank, terwijl dan de andere inlaatopening van het stel open blijfto 33« Stofzuiger volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen gevormd worden door een plaat die be-20 weegbaar is tussen een stand waarin het inlaatmondstuk wordt geblokkeerd en een stand waarin de hulpinlaat wordt geblokkeerd, en waarbij deze afsluitmiddelen zo zijn gevormd en geplaatst dat een van de in-laatopeningen wordt afgesloten. 34o Stofzuiger volgens één der conclusies 24-33» met 25 het kenmerk, dat het inlaatmondstuk begint bij de zuiginlaat aan de tankbodem, welke zuiginlaat bestaat uit een opening die zich over de tank uitstrekt in de richting tussen de zijwanden ervan, en dat de afmeting ervan kleiner zijn tussen de voor- en achterwand van de tank gaande naar de zijwanden van de tank, terwijl het inlaatmond-30 stuk, gaande vanaf de zuiginlaat naar boven ten opzichte van de tank, geleidelijk smaller wordt tussen de zijwanden, maar dieper tussen de voor- en achterwand van de tank, en dat het inlaatmondstuk doorloopt tot een gedeelte ervan dat zich bevindt nabij de bovenzijde van de -tank· 8003633 _ 51- 55o Stofzuiger volgens conclusie 54» met het kenmerk, dat de af dekkende wand voorzien is van middelen voor het wijzigen van de richting van materialen die erin zijn gevormd en zo zijr geplaatst dat de uit de uitgang van het inlaatmondstuk tredende ma-5 terialen eerst deze richtingsveranderingsmiddelen treffen, welke richtingsveranderingsmiddelen zo zijn gevormd dat de uit de uitgang van het inlaatmondstuk tredende materialen van richting veranderen wanneer ze de middelen treffen om er aldus voor te zorgen dat deze materialen in de tank vallen en gescheiden worden van de binnenkomende 10 lucht die uit de uitgang van het inlaatmondstuk kpmt.
  13. 36. Stofzuiger volgens conclusie 35» m e t het kenmerk, dat de tankuitlaat zich in dwarsrichting op afstand bevindt van de uitgang van het inlaatmondstuk in de tank, en op afstand van de richtingsveranderingsmiddelen voor de materialen, waardoor de 15 daardoorheen uittredende materialen in de tank kunnen vallen inplaats van rechtstreeks naar de tankuitlaat te bewegen,, 37«> Stofzuiger volgens έέη der conclusies 34-36, met het kenmerk, dat de tank voorzien is van eerste middelen voor oppervlaktekontakt, om in aanraking te komen met het schonn te zuigen oppervlak, waardoor de tank een ondersteuning vormt voor de stof-?Q zuiger op het te zuigen oppervlak·
  14. 38. Stofzuiger volgens conclusie 37» m e t het kenmerk, dat de tank zich bevindt nabij de voorzijde van de stofzuiger, en dat de tank een voorste zijwand heeft waarin zich de genoemde zuiginlaat bevindt nabij de voorzijde van de stofzuiger, en dat het 25 motorhuis geplaatst is aan de achterzijde van de tank· 39« Stofzuiger volgens conclusie 37» ® e· t het kenmerk, dat deze verder voorzien is van tweede middelen voor oppervlaktekontakt, die verbonden zijn met het huis van de blaasventilator-motor, en die ook dienen om in aanraking te zijn met het schoon te ^ zuigen oppervlak, waardoor zowel de tank als het huis een ondersteuniag vormen voor de stofzuiger op het te zuigen oppervlak.
  15. 40· Stofzuiger volgens conclusie 39»met het k e n -~m e r k, dat de eerste oppervlaktekontaktmiddelen de zuiginlaat onder- 8003633 _ 52- steunen op een bepaalde hoogte boven het te zuigen oppervlako 41* Stofzuiger volgens conclusie 34» met het kenmerk, dat de tank een voorste wand heeft aan de voorzijde van de stofzuiger en dat de zuiginlaat naar voren uitsteekt ten opzichte 5 van die voorste tankwand, met als gevolg dat de zuiginlaat zich bevindt bij en onder een naar voren uitstekend deel van de tank met geringe hoogtes
  16. 42· Stofzuiger volgens conclusie 35» met het kenmerk, dat deze verder een borstel omvat aan, en zich uitstrekkend 10 onder de bodem van de tank en over de bodem heen tussen de zijden van de tank, terwijl hij zich achter de zuiginlaat bevindt, voor het geleiden van materiaal op het te zuigen oppervlak naar de zuiginlaat, 43* Stofzuiger volgens conclusie 42,met het kenmerk, dat de borstel bestaat uit een strook materiaal die zich 13 uit strekt over de bodem van de tank en achter de zuiginlaat» en dat de borstel bestaat uit een materiaal dat in staat is pm deeltjes en vloeistof op het te zuigen oppervlak in de richting van de zuiginlaa-; te duwen· 44« Stofzuiger volgens conclusie 24» met het ken-20 merk, dat de tank zich bevindt nabij de voorzijde van de stofzuiger, en dat de tank een voorste zijwand heeft waarin zich de genoemde zuiginlaat bevindt nabij de voorzijde van de stofzuiger, en dat het motorhuis geplaatst is aan de achterzijde van de tank· 45« Stofzuiger volgens conclusie 44»met het ken-23 merk, dat de afdekkende wand de bovenwand van de tank is en dat de tankuitlaat in die bovenwand is gevormd· 46« Stofzuiger volgens conclusie 44 of 45» met het kenmerk, dat deze verder voorzien is van veerkrachtig materiaal dat geplaatst is tussen de voorkant van het huis en de afdekkende 30 wand van de tank, en dat zowel het huis aan de voorkant als de afdekkende wand voor de tank in aanraking zijn met dit veerkrachtige materiaal· _ 47« Stofuuiger, omvattend: 800 3 6 33 - 53 — een zuiginlaat; een blaas ventilator in verbinding met de zuiginlaat om lucht en andere materialen de inlaat in te zuigen» een uitlaatbaan voor de lucht uit de blaasventilator, en een motor voor het aandrijven van de 5 blaasventilator; een tank die geplaatst is tussen de zuiginlaat en de blaasventilator voor het opnemen van door de zuiginlaat naar binnen gezogen materialen, «elke tank een inlaatmonds tuk heeft dat in verbinding staat met de zuiginlaat, en welk inlaatmonds tuk een kleinere dwars» 10 doorsnede heeft dan de tank, waardoor de luchtstroming in de tank wordt vertraagd zodat verzamelde materialen zich in de tank afzetten, terwijl een luchtuitlaat uit de tank in verbinding staat met de blaasventilator; gekenmerk t door een huis voor de motor van de 15 blaasventilator, welk huis een inlaat heeft voor een stroom koellucht naar het huis voor de koeling van de motor, en een uitlaat voor de koellucht die langs de motor is gegaan, en verder een schot in het huis om de lucht die het huis binnengekomen is voor het koelen van de motor te scheiden van de lucht die langs de motor is gegaan en die 20 het huis verlaat·
  17. 48· Stofzuiger volgens conclusie 47, met het kenmerk, dat de tank zich bevindt aan de voorzijde van de stofzuiger, en dat de zuiginlaat zich bevindt aan de voorzijde van de tank en het motorhuis aan de achterzijde van de tank· 25 49, stofzuiger volgens conclusie 48, m e t het ken- m e r k, dat de motor in het huis ingesloten is in een motorkast en dat de kast zich in het huis bevindt, terwijl een koelventilator zich in de kast bevindt om koellucht langs de motor te blazen, en dat de kast een inlaat heeft naar de koelventilator en een uitlaat die zo 30 geplaatst is dat de lucht die door de koelventilator langs de motor geblazen is zal verdwijnen door de uitlaat van de kast, en dat het schot in het huis dit huis verdeelt in een kamer die in verbinding staat met de inlaat van de kast en een andere kamer die in verbinding staat met de uitlaat ervan» 8003633 {i -54-
  18. 50. Stofzuiger volgens conclusie 43 of 49» m 0 t het k e n m e r k, dat de tank losneembaar bevestigd is aan het huis en dat de tank van het huis kan worden gescheiden.
  19. 51. Stofzuiger volgens één der conclusies 48-50» met 5 het kenmerk» dat de zuiginlaat zich bevindt aan de bodem van de tank» dat het tankinlaatmondstuk zich vanaf de zuiginlaat uitstrei t in de richting van de bovenzijde van de tank» en dat dit mondstuk eindigt op een punt in de richting van de bovenzijde van de tanks 52« Stofzuiger volgens conclusie 5l,methetken-10 merk» dat de inlaat van het motorhuis zich bevindt achter aan de stofzuiger en de uitlaat van het motorhuis aan een zijkant van het huis die loopt vanaf de achterzijde van de stofzuiger naar de voorzijde ervan o 53* Stofzuiger volgens conclusie 52,met het k e n -15 merk, dat de in- en uitlaat van het motorhuis zich beide bovenin het huis bevinden, zodat wordt voorkomen dat materiaal dat zich bevindt op het te zuigen oppervlak het huis binnenkomt door de inlaat en de uitlaat· 54* Stofzuiger volgens conclusie 53»met het ken-20 merk, dat de motor in het huis ingesloten is in een motoxkast en dat de kast zich in het huis bevindt, terwijl een koelventilator zicb in de kast bevindt om koellucht langs de motor te blazen, en dat de kast een inlaat heeft naar de koelventilator en een uitlaat die zo geplaatst is dat de lucht die door de koelventilator langs de motor 25 geblazen is zal verdwijnen door de uitlaat van de kast, en dat het schot in het huis dit huis verdeelt in een kamer die in verbinding staat met de inlaat van de kast en een andere kamer die in verbinding staat met de uitlaat ervan, 55* Stofzuiger volgens één der conclusies 48-54» met 30 het kenmerk, dat de blaasventilator gedragen wordt nabij de bovenzijde van het motorhuis.
  20. 56. Stofzuiger volgens één der conclusies 47“55, met het ke nmerk, dat deze verder voorzien is van een leiding 8003633 ( . - 55- die de tankuitlaat en de blaasventilator verbindt0
  21. 57· Stofzuiger volgens conclusie 56, met het kenmerk, dat de tank losneembaar bevestigd is aan het huis en dat de tank van het huis kan worden gescheiden» en dat de leiding bevestigd 5 is aan het motorhuis, waardoor de tank gescheiden kan worden van de leiding en de leiding kan worden bevestigd aan de tankuitlaat· 58« Stofzuiger volgens conclusie 57,met het kenmerk, dat de blaasventilator gedragen wordt nabij de bovenzijde v£n het motorhuis, en dat de inlaatzijde van de blaasventilator gekeerd 10 is naar de bovenzijde van de stofzuiger terwijl dé uitlaat van de tank gevormd is in de bovenwand ervan, en dat de leiding gelegen is bovenop de bovenwand van de tank en ook op de inlaatzijde van de blaasventilator om de tankuitlaat en de inlaat voor de blaasventilator te verenigen· 15 59· Stofzuiger volgens conclusie 58, met het ken merk, dat deze verder voorzien is van een vermogensregelaar voor de leiding, om de stroming uit de tankuitlaat naar de inlaat van de blaasventilator voor een te kiezen gedeelte af te sluiten·
  22. 60. Stofzuiger volgens conclusie 59> o e t het ken-20 merk, dat de leiding ook in verbinding staat met het uitwendige van de tank, en dat de vermogensregelaar een in hoofdzaak konstante stroom lucht naar de inlaat voor de blaasventilator verdeeld tussen een stroming door de leiding vanuit de uitlaat van de tank en een stroming vanuit het uitwendige van de tank· 25 61 o Stofzuiger, omvattend een zuiginlaat; een blaasventila tor in verbinding met de zuiginlaat om lucht en andere materialen de inlaat in te zuigen, een uitlaatbaan voor de lucht uit de blaasven-tiiator, en een motor voor het aandrijven van de blaasventilator; een huis voor de motor van de blaasventilator, terwijl de blaasventilator 50 wordt gedragen nabij een wand van zijn huis; een tank die geplaatst is tussen de zuiginlaat en de blaasventilator voor het opnemen van dojr de zuiginlaat naar binnen gezogen materialen, welke tank een inlaat-mondstuk heeft dat in verbinding staat met de zuiginlaat, en welk in-"iaatmondstuk een kleinere dwarsdoorsnede heeft dan de tank, waardoor 8003633 _ 56_ waardoor de luchtstroming in de tank wordt vertraagd zodat verzamelde materialen zich in de tank afzettenj een luchtinlaat en een lucht· ^ uitlaat uit die tank, en waarbij de tankuitlaat zich in een «and van de tank bevindt, en dat een leiding de tankuitlaat en de blaasventils-5 tor verbind t<, 62» Stofzuiger volgens conclusie 61,met het kenmerk, dat de blaasventilator geplaatst is nabij de bovenzijde van het huis, dat de blaasventilator een inlaatzijde heeft die naar bover gericht is naar de bovenzijde van de stofzuiger, dat de tankuitlaat 10 geplaatst is in de bovenwand van de tank, dat de leiding zich uitstrekt tussen de bovenwand van de tank en de bovenzijde 'van het huis, dat de leiding gelegen is bovenop de bovenwand van de tank en ook boven de inlaatzijde van de blaasventilator om de tankuitlaat en de inlaat van de blaasventilator te verenigen*
  23. 63. Stofzuiger volgens conclusie 61,met het ken merk, dat deze verder voorzien is van een vermogensregelaar voor de leiding, om de stroming uit de tankuitlaat naar de inlaat van de blaasventilator voor een te kiezen gedeelte af te sluiten· 64o Stofzuiger volgens conclusie 63, met het k e n -20 merk, dat de leiding ook in verbinding staat met het uitwendige van de tank, en dat de vermogensregelaar een in hoofdzaak konstante stroom lucht naar de inlaat voor de blaasventilator verdeeld tussen een stroming door de leiding vanuit de uitlaat van de tank en een stroming vanuit het uitwendige van de tank· 25 65· Stofzuiger volgens conclusie 64, met het ken merk, dat de leiding voorzien is van een venster voor een verbind!ag met het uitwendige van de tank, dat de vermogensregelaar voorzien is van flensmiddelen voor het afsluiten van het venster en van middelen om de flensmiddelen naar keuze te verplaatsen om het venster te slui-30 ten en te openen* 66« Stofzuiger volgens één der conclusies 62-63, met het kenmerk, dat deze verder voorzien is van een deksel boven en op afstand ten opzichte van het huis van de blaasventilator, terwijl de -leiding zich uitstrekt tot aan het deksel en de deksel de bovenzijde 8003633 * * -57 - van de leiding vormt*
  24. 67· Stofzuiger volgens conclusie 66, m e t het kenmerk, dat de leiding ook in verbinding staat met het uitwendige van de tank, en dat een vermogensregelaar voor de leiding aanwezig is 5 om de stroming uit de tankuitlaat naar de blaasventilator voor een te kiezen gedeelte af te sluiten, en dat de vermogensregelaar een in hoofdzaak konstante luchtstroom naar de blaasventilator verdeelt tussen een stroming door de leiding vanuit de tankuitlaat en een stroming vanuit het uitwendige van de tank» 10 68* Stofzuiger volgens conclusie 67, m ë t het ken merk, dat de leiding in verbinding staat met het uitwendige van de tank onder het dekselo
  25. 69· Stofzuiger volgens één der conclusies 63-68, met het kenmerk, dat deze verder voorzien is van een deksel 15 boven en op afstand van het huis van de blaasventilator, dat de leiding wordt gevormd door een bodemplaat die zich uitstrekt tussen de tankuitlaat en de blaasventilator aan de inlaatzijde ervan, dat de plaat in verbinding staat met deze beide delen, en verder zijwanden die de leiding afsluiten en die op de plaat staan tot aan het deksel, 20 waarbij de leiding wordt gevormd en afgesloten door de genoemde zijwanden, de bodemplaat en het deksel·
  26. 70· Stofzuiger volgens conclusies 66, 68 of 69, met het kenmerk, dat het deksel zich ook uitstrekt over de tank om zowel het huis als de tank af te dekken· 25 71» Stofzuiger volgens conclusie 70» met het ken merk, dat deze verder voorzien is van een schamierbevestiging voor het deksel om het deksel te kunnen zwenken tussen een stand waarin het deksel zich boven de tank bevindt en een stand waarin het van de tank gescheiden is, waarbij het deksel aan het huis bevestigd 30 blijft·
  27. 72· Stofzuiger volgens conclusie 70 of 7% m e t het kenmerk, dat het motorhuis bevestigd is aan het deksel en dat de leiding ingesloten is tussen het huis en het deksel· 8003633 »* _ 58 _ 73« Stofzuiger volgens conclusie 72, met het kenmerk» dat deze verder voorzien is van grendelmiddelen om het deksel losneembaar aan de tank te vergrendelen en om het deksel van de tank te ontgrendelen zodat de tank gescheiden kan worden van het deksel ec 5 daardoor van het huis0 74* Stofzuiger volgens conclusie 72» o e t het kenmerk, dat deze verder voorzien is van een schamierbevestiging voor het deksel om het deksel te kunnen zwenken tussen een stand waai-in het deksel zich boven de tank bevindt en een stand waarin het van 10 de tank gescheiden is, waarbij het deksel aan het'huis bevestigd blijft·
  28. 75· Stofzuiger volgens conclusie 69,methetken-m e r k, dat het motorhuis bevestigd is aan het deksel en dat de leiding ingesloten is tussen het huis en het deksel· 76* Stofzuiger volgens conclusie 75, met het ken-15 merk, dat deze verder voorzien is van grendelmiddelen om het deksel losneembaar aan de tank te vergrendelen en om het deksel van de tank te ontgrendelen zodat de tank gescheiden kan worden van het deksel en daardoor van het huis· 77« Stofzuiger volgens één der conclusies 69-78, met 20 het kenmerk, dat deze verder een juk omvat dat kantelbaar bevestigd is aan het deksel en een handgreep die door het juk wordt gedragen, en verder met het deksel verbonden middelen om het juk een beheerste kanteling te laten maken ten opzichte van het deksel·
  29. 78· Stofzuiger volgens conclusie 1,met het ken-25 merk, dat deze verder omvat: een leiding die de tankuitlaat en de blaasventilator met elkaar verbindt, dat de blaasventilator geplaatst is bovenin het huis, dat de blaasventilator een inlaatzijde heeft die naar boven gericht is 30 in de richting van de bovenzijde van de stofzuiger, en dat de tankuitlaat geplaatst is in de bovenzijde van de tank, terwijl de leiding loopt vanaf de plaats tussen de bovenzijde van de tank en de bovenzijde van het huis aan de inlaatzijde van de 8003633 - 59- blaasventilat®r, en dat een deksel aanwezig is boven de bovenzijde van het huis o
  30. 79· Stofzuiger volgens conclusie Ί8, m b t het k e n -5 merk, dat deze verder een juk omvat dat kantelbaar bevestigd is aaa het deksel en een handgreep die door het juk wordt gedragen, en verder met het deksel verbonden middelen om het juk een beheerste kanteling te laten maken ten opzichte van het deksel* 80» Stofzuiger volgens conclusie 78 of 79» m e t h e t 1Q kenmerk, dat deze verder voorzien is van grendelmiddelen om het deksel losneembaar aan de tank te vergrendelen en om het deksel van . de tank te ontgrendelen zodat de tank gescheiden kan worden van het deksel en daardoor van het huis*
  31. 81. Stofzuiger volgens conclusie 80, met het k e n -15 merk, dat deze verder voorzien is van een scharaierbevestiging voor het deksel om het deksel te kunnen zwenken tussen een stand waar* in het deksel zich boven de tank bevindt en een stand waarin het van de tank gescheiden is, waarbij het deksel aan het huis bevestigd blijft. 20 82* Stofzuiger volgens conclusie 81,met het ken merk, dat deze verder een juk omvat dat kantelbaar bevestigd is aan het deksel en een handgreep die door het juk wordt gedragen, en verder met het deksel verbonden middelen om het juk een beheerste kanteling te laten maken ten opzichte van het deksel* 25 83* Stofzuiger volgens conclusie 80,met het ken merk, dat het motorhuis bevestigd is aan het deksel en dat de leiding ingesloten is tussen het huis en het deksel* 84* Stofzuiger volgens conclusie 80,met het kenmerk, dat de leiding wordt gevormd door een bodemplaat die zich 30 uitstrekt tussen de tankuitlaat en de blaasventilator aan de inlaat-zijde ervan, dat de plaat in verbinding staat met deze beide delen, e;i verder zijwanden die de leiding afslid.ten en die op de plaat staan tot aan’ het deksel, dat het deksel zich bevindt boven de zijwanden die het deksel afsluiten, waarbij de leiding wordt gevormd en afgeslo- 800 36 33 _ 60- X 1 ten door de genoemde zijwanden, de "bodemplaat en het deksel# 85# Stofzuiger volgens conclusie 84» met het kenmerk, dat het motorhuis "bevestigd is aan het deksel en dat de leiding ingesloten is tussen het huis en het deksel* 5 86# Stofzuiger volgens conclusie 85, met het ken merk, dat deze verder voorzien is van een vermogensregelaar voor de leiding, om de stroming uit de tankuitlaat naar de inlaat van de hlaasventilator voor een te kiezen gedeelte af t^éluiten* 87# Stofzuiger volgens conclusie 86, met het ken-10 merk, dat de leiding ook in verbinding staat met het uitwendige van de tank, en dat de vermogensregelaar een in hoofdzaak konstante stroom lucht naar de inlaat voor de hlaasventilator verdeeld tussen een stroming door de leiding vanuit de uitlaat van de tank en een stroming vanuit het uitwendige van de tank. 15 88# Stofzuiger volgens conclusie 84 of 87» m e t het k e n m e r k, dat de inlaat van de hlaasventilator bestaat uit een gat in de bodemplaat dat naar boven gericht is in de richting van de bovenzijde van de stofzuiger, en dat de vermogensregelaar wordt gevormd door een flens die langs dat gat kan worden geschoven om het 20 dwarsdoorsnede-oppervlak van het gat dat in rechtstreekse verbinding staat met de leiding te verkleinen. 89# Stofzuiger omvattendj een zuiginlaat; een hlaasventilator±1 verbinding met de zuiginlaat om luchi 25 en andere materialen de inlaat in te zuigen, een uitlaatbaan voor de lucht uit de hlaasventilator; en een motor voor het aandrijven van de hlaasventilator; een huis voor de motor van de hlaasventilator, terwijl de hlaasventilator wordt gedragen nabij een wand van zijn huis; een tank die geplaatst is tussen de zuiginlaat en de blaas-50 ventilator voor het opnemen van door de zuiginlaatanaar binnen gezogen materialen, welke tank een inlaatmondstuk heeft dat in verbinding staat met de zuiginlaat, een luchtuitlaat uit de tank, welke zich bevindt in een wand van die tank; ~_een leiding die de tankuitlaat en de hlaasventilator met 8003633 _ 61 _ elkaar verbindt} een deksel boven en op afstand van de bovenzijde van het huis} en dat de blaasventilator ingericht is om lucht te verdrij-5 ven nabij en onder het deksel voor het afbuigen van de lucht uit de blaasventilator door het deksel, terwijl het deksel ingericht is om lucht door te laten*
  32. 90· Stofzuiger volgens conclusie 89,met het kenmerk, dat deze verder voorzien is van een eerste element dat 10 trillingen absorbeert en de luchtsnelheid verlaagt, geplaatst tussen de uitlaat van de lucht uit de ventilator en het deksel, zodat de door het deksel lopende lucht eerst door dit eerste element loopt·
  33. 91· Stofzuiger volgens conclusie 90, met het kenmerk, dat een tweede element aanwezig is dat trillingen absorbeert 15 en de luchtsnelheid vermindert, buiten het deksel, zodat de door het deksel lopende lucht daarna door het tweede element loopt, en dat een afzuigdeksel boven het tweede element aan vast ts houden ten opzichte van het deksel·
  34. 92, Stofzuiger volgens conclusie 89, met het ken-20 merk, dat dit voorzien is van een element dat trillingen absorbeert en de luchtsnelheid verlaagt, buiten het deksel, zodat de door het deksel lopende lucht vervolgens door dit element loopt»
  35. 93· Stofzuiger volgens êén der conclusies 89-92, m e t het kenmerk, dat de middelen om lucht door het deksel heen 25 te laten worden gevormd door gaten in het deksel· 94* Stofzuiger volgens conclusie 93, met het kenmerk, dat de blaasventilator een centrifugaalventilator is·
  36. 95· Stofzuiger volgens conclusie 90 of 91» ^ 6 t het kenmerk, dat de blaasventilator een centrifugaal ventilator is, 30 en dat het eerste element ook doorlopende gaten heeft die aan de onderzijde gericht liggen ten opzichte van de gaten in het deksel·
  37. 96· Stofzuiger volgens conclusie 89,met het kenner k, dat de blaasventilator geplaatst is nabij de bovenzijde van 8003633 — 62 — het huis, dat de blaasventilator een inlaa+zijde heeft die naar boven gericht is naar de bovenzijde van de stofzuiger, dat de tank· uitlaat geplaatst is in de bovenwand van de tank, dat de leiding zich uitstrekt tussen de bovenwand van de tank en de bovenzijde van 5 het huis, dat de leiding gelegen is bovenop de bovenwand van de tank •en ook boven de inlaatzijde van de blaasventilator om de tankuitlaat en de inlaat van de blaasventilator te verenigen.
  38. 97· Stofzuiger volgens conclusie 89, m e t het kenmerk, dat het deksel zich ook boven de tank uitstrekt om zowel ^0 het huis als de tank te bedekken, en dat afdichtihgsmiddelen aanwezig zijn onder het deksel en zo geplaatst dat de lucht die uitgedreven wordt door de blaasventilator onder het deksel daarvandaan niet naar buiten kan gaan, zodat de door de blaasventilator uitgedreven lucht verdwijnt door het deksel. ^5 98. Stofzuiger volgens conclusie 97» me t het ken merk, dat de genoemde afdichtingsmiddelen gevormd worden door middelen om een aanraking tot stand te brengen tussen het motorhuis van de blaasventilator en het deksel op een plaats onder de blaasventilator in het deksel, om daardoor effektief de doorgang te voorkomen 20 van lucht die uitgedreven wordt door de hoofdblaasventilator langs de middelen voor het tot stand brengen van de genoemde aanraking.
  39. 99· Stofzuiger volgens conclusie 98,met het kenmerk, dat de genoemde afdichtingsmiddelen zich uitstrekken boven de tank en een aanraking tot stand brengen tussen de tank en het 25 deksel wanneer het deksel boven de tank gesloten is, om daardoor te voorkomen dat lucht die door de hoofdblaasventilator worden uitgedreven langs de tank tot buiten het deksel stroomt.
  40. 100. Stofzuiger volgens conclusie 99» m e t het kenmerk, dat de blaasventilator geplaatst is nabij de bovenzijde van 50 het huis, dat de blaasventilator een inlaatzijde heeft die naar boven gericht isnaarde bovenzijife van de stofzuiger, dat de tankuitlaat geplaatst is in de bovenwand van de tank, dat de leiding zich uitstrekt tussen de bovenwand van de tank en de bovenzijde van het _huis, dat de leiding gelegen is bovenop de bovenwand van de tank en 8003633 -63 _ ook boven de inlaatzijde van de blaasventilator om de tankuitlaat en de inlaat van de blaasventilator te verenigen.
  41. 101. Stofzuiger volgens conclusie 99 of 100» met het kenmerk, dat het deksel een kamer heeft waaroverheen zich de 5 genoemde leiding uitstrekt, waarin zich de tankuitlaat bevindt en waarin de blaasventilator uitsteekt, waarbij het gedeelte van het deksel met de kamer het gedeelte is van de kamer dat ingericht is om lucht door te laten, en dat de afdichtmiddelen zo geplaatst zijn dat ze effektie f 10 het deksel raken om de zijde van de kamer die open is naar het huis en de tank geheel te omgeven en daardoor te voorkomen dat door de hoofdblaasventilator uitgedreven lucht vanuit de kamer naar buiten gaat. 102.Stofzuiger volgens conclusie 101, met het ken-15 merk, dat de blaasventilator een centrifugaalventilator is.
  42. 103. Stofzuiger volgens conclusie 101, met het kenmerk, dat de motor in het huis ingesloten is in een motorkast en dat de kast zich in het huis bevindt, terwijl een koelventilator ziet in de kast bevindt om koellucht langs de motor te blazen, en dat de 20 kast een inlaat heeft naar de koelventilator en een uitlaat die zo geplaatst is dat de lucht die door de koelventilator langs de motor geblazen is zal verdwijnen door de uitlaat van de kast, waarbij de in- en uitlaat van de kast zodanig zijn geplaatst dat de afdichtingsmiddelen lucht die uitgedreven wordt door de hoofd-25 blaasventilator onder het deksel scheiden zowel van de in- als van de uitlaat van de kast. 104* Stofzuiger volgens conclusie 98» met het kenmerk, dat de motor in het huis ingesloten is in een motorkast en dat de kast zich in het huis bevindt, terwijl een koelventilator 30 zich in de kast bevindt om koellucht langs de motor te blazen, en dal de kast een inlaat heeft naar de koelventilator en een uitlaat die zc geplaatst is dat de lucht die door de koelventilator langs de motor geblazen is zal verdwijnen door de uitlaat van de kast, _ waarbij de in- en uitlaat van de kast zodanig zijn geplaatst 8003633 _ 64- dat de afdichtingsmiddelen lucht die uitgedreven wordt door de hoofd· blaasventilator onder het deksel scheiden zowel van de in- als van de uitlaat van de kast. sasssss è 800 3 6 33
NL8003633A 1980-03-28 1980-06-23 Elektrische stofzuiger voor natte en droge stoffen. NL8003633A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US13477680 1980-03-28
US06/134,776 US4334337A (en) 1980-03-28 1980-03-28 Compact wet-dry electric vacuum cleaner

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003633A true NL8003633A (nl) 1981-10-16

Family

ID=22464943

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003633A NL8003633A (nl) 1980-03-28 1980-06-23 Elektrische stofzuiger voor natte en droge stoffen.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4334337A (nl)
JP (1) JPS56151014A (nl)
AU (1) AU526154B2 (nl)
DE (1) DE3018645A1 (nl)
FR (1) FR2478992A1 (nl)
GB (1) GB2072496A (nl)
IT (1) IT1134125B (nl)
NL (1) NL8003633A (nl)
SE (1) SE8002841L (nl)

Families Citing this family (35)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4361928A (en) * 1981-07-01 1982-12-07 Parise & Sons, Inc. Muffled exhaust system for hot water vacuum extraction machine
US4413372A (en) * 1981-11-12 1983-11-08 Shop-Vac Corporation Shoe attachment for wet/dry electric vacuum cleaner
US4475265A (en) * 1983-06-13 1984-10-09 Shop-Vac Corporation Shoe attachment for wet/dry electric vacuum cleaner
DE8428799U1 (de) * 1984-09-29 1985-02-14 Engel, Sabine Staub-, nasssauger und spruehextrahierer
US4701975A (en) * 1984-10-09 1987-10-27 National Union Electric Corp. Vacuum cleaner assembly
AU587113B2 (en) * 1986-03-21 1989-08-03 Specialized Cleaning Services Pty. Ltd. Cleaning machine
US4967443A (en) * 1989-01-09 1990-11-06 Black & Decker, Inc. Filter assembly for a vacuum cleaner
US5353469A (en) * 1992-07-01 1994-10-11 National Super Service Company Wet/dry vacuum cleaner with noise reducing housing structure
US5820574A (en) * 1993-04-15 1998-10-13 Henkin; Melvyn Lane Tap water powered massage apparatus having a water permeable membrane
US5500977A (en) * 1994-01-14 1996-03-26 The Hoover Company Upright carpet extractor
CA2136505C (en) * 1994-04-21 2004-08-17 Robert C. Berfield Motor mounting apparatus
US5479676A (en) * 1994-05-12 1996-01-02 Electrolux Corporation Vacuum cleaner
US6167587B1 (en) 1997-07-09 2001-01-02 Bissell Homecare, Inc. Upright extraction cleaning machine
US6041472A (en) * 1995-11-06 2000-03-28 Bissell Homecare, Inc. Upright water extraction cleaning machine
US5784755A (en) * 1996-01-18 1998-07-28 White Consolidated Industries, Inc. Wet extractor system
US6012200A (en) * 1997-01-10 2000-01-11 Royal Appliance Mfg. Co. Upright vacuum cleaner
US5983442A (en) * 1997-06-06 1999-11-16 The Hoover Company Carpet extractor with automatic conversion
US6842942B2 (en) 2001-09-18 2005-01-18 The Hoover Company Nozzle assembly removal arrangement
US7303182B2 (en) * 2002-10-30 2007-12-04 John Ash System for raising, lowering & precision positioning of surveillance, security and communications equipment
WO2005032735A2 (en) 2003-09-29 2005-04-14 Electrolux Home Care Products, Ltd. Floor cleaning device
US20050279008A1 (en) * 2004-06-21 2005-12-22 Rolando Hernandez Armband fishing pole holder
US8448295B2 (en) * 2010-03-12 2013-05-28 Electrolux Home Care Products, Inc. Vacuum cleaner with rotating handle
US8656552B2 (en) * 2010-03-12 2014-02-25 Electrolux Home Care Products, Inc. Vacuum cleaner with movable wheel
US8667644B1 (en) 2010-10-27 2014-03-11 Greg Marion Vacuum cleaner attachment
EP2827754B1 (en) 2012-03-19 2021-09-22 Aktiebolaget Electrolux Upright vacuum cleaner having a support
DE102013215198A1 (de) 2013-08-02 2015-02-05 I-Mop Gmbh Handgeführtes Bodenbearbeitungsgerät
US10702108B2 (en) 2015-09-28 2020-07-07 Sharkninja Operating Llc Surface cleaning head for vacuum cleaner
WO2017070492A1 (en) 2015-10-21 2017-04-27 Sharkninja Operating Llc Surface cleaning head with dual rotating agitators
US11647881B2 (en) 2015-10-21 2023-05-16 Sharkninja Operating Llc Cleaning apparatus with combing unit for removing debris from cleaning roller
US11202542B2 (en) 2017-05-25 2021-12-21 Sharkninja Operating Llc Robotic cleaner with dual cleaning rollers
KR102369220B1 (ko) * 2017-08-24 2022-03-02 샤크닌자 오퍼레이팅 엘엘씨 진공 청소기용 표면 청소 헤드
CN116158688A (zh) 2018-10-19 2023-05-26 尚科宁家运营有限公司 真空清洁器和用于真空清洁器的搅拌器
US11992172B2 (en) 2018-10-19 2024-05-28 Sharkninja Operating Llc Agitator for a surface treatment apparatus and a surface treatment apparatus having the same
JP7198104B2 (ja) * 2019-02-06 2022-12-28 株式会社マキタ クリーナ
RU2749221C2 (ru) * 2020-10-21 2021-06-07 Борис Петрович Кузьмин Промышленный коммунальный пылесос и способ его использования

Family Cites Families (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2522882A (en) * 1945-08-14 1950-09-19 Electrolux Corp Vacuum cleaner
US2635277A (en) * 1948-02-16 1953-04-21 William J Belknap Suction-operated device for scrubbing and drying floors
GB877778A (en) * 1959-07-01 1961-09-20 Cimex Ltd Improvements in vacuum floor-cleaning machines
US3055161A (en) * 1960-03-09 1962-09-25 Hallstrom Olof Henrik Vacuum cleaner
US3056994A (en) * 1960-08-18 1962-10-09 John W Noble Vacuum cleaning and mopping apparatus
GB937296A (en) * 1961-02-01 1963-09-18 Ernst Faber A carpet beating and suction cleaning machine with a dust bag
NL277178A (nl) * 1961-05-30
DE1208457B (de) * 1962-09-20 1966-01-05 Siemens Elektrogeraete Gmbh Staubsauger mit unmittelbar am Gehaeuse sitzender Saugduese
US3277511A (en) * 1964-04-15 1966-10-11 Nat Super Service Company Adjustable width floor treating machine
US3277512A (en) * 1964-07-30 1966-10-11 Westinghouse Electric Corp Vacuum cleaner
GB1048338A (en) * 1964-08-24 1966-11-16 Westinghouse Electric Corp Vacuum cleaner
SE349472B (nl) * 1967-08-04 1972-10-02 Altenburg Elektrowaerme
US3484890A (en) * 1968-03-12 1969-12-23 William H Case Pressure-vacuum cleaning and treating device
US3619850A (en) * 1969-05-22 1971-11-16 Proctor Silex Inc Vacuum cleaner
DE1928713A1 (de) * 1969-06-06 1970-12-10 Mauz & Pfeiffer Fussbodenreinigungsgeraet
US4114229A (en) * 1971-06-30 1978-09-19 Clarke-Gravely Corporation Surface cleaning apparatus
US3939527A (en) * 1973-10-12 1976-02-24 Clarke-Gravely Corporation Portable surface cleaner
US3974541A (en) * 1973-11-01 1976-08-17 Silvis Donahue B Apparatus for cleaning a floor cover
GB1483261A (en) * 1974-10-09 1977-08-17 Melford Eng Ltd Suction cleaning apparatus
GB1497709A (en) * 1975-06-20 1978-01-12 Steam Vacuum Extraction Ltd Steam and vacuum cleaning apparatus
US4114231A (en) * 1977-03-04 1978-09-19 Nauta Jelle G Motor ventilation system for wet/dry vacuum cleaner
US4167800A (en) * 1977-03-28 1979-09-18 Herbert Tribolet Unitary wet and dry vacuum cleaner
DE2806681C2 (de) * 1978-02-16 1982-06-16 Werner & Mertz Gmbh, 6500 Mainz Teppichentwässerungsgerät
US4216563A (en) * 1979-04-06 1980-08-12 Chemko Industries, Inc. Combined dry and wet carpet cleaner

Also Published As

Publication number Publication date
IT8025694A0 (it) 1980-10-31
FR2478992A1 (fr) 1981-10-02
IT1134125B (it) 1986-07-24
AU5807880A (en) 1981-10-01
JPS56151014A (en) 1981-11-21
SE8002841L (sv) 1981-09-29
GB2072496A (en) 1981-10-07
US4334337A (en) 1982-06-15
DE3018645A1 (de) 1981-11-19
AU526154B2 (en) 1982-12-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8003633A (nl) Elektrische stofzuiger voor natte en droge stoffen.
US11969137B2 (en) Vacuum cleaner
AU2009227855B2 (en) Vacuum cleaner and cyclone module therefor
US10986968B2 (en) Vacuum cleaner
US8857012B2 (en) Robot cleaner with improved dust collector
US9681787B2 (en) Dual stage cyclone vacuum cleaner
US4831685A (en) Wet and dry vacuum cleaner
US6146434A (en) Cyclonic dirt cup assembly
US6012200A (en) Upright vacuum cleaner
EP1853150B1 (en) Removable internal air diffuser
US7134164B2 (en) Vacuum cleaner nozzle assembly having edge-cleaning ducts
US4462137A (en) Electric vacuum cleaner
KR100260369B1 (ko) 진공 청소기에 사용하기 위한 흡입 노즐체 및 흡입 노즐체를 구비한 진공 청소기
US5105505A (en) Hand-held vacuum cleaner
JP3163287B2 (ja) 吸込み口体及び電気掃除機
JP3470100B2 (ja) 吸込み口体及び電気掃除機
JPS6137391Y2 (nl)
KR20050119739A (ko) 진공청소기의 집진어셈블리
JP3482139B2 (ja) 吸込み口体及び電気掃除機
JPH07124082A (ja) アプライト形電気掃除機
KR20050042571A (ko) 진공청소기의 버튼
JPH0669431B2 (ja) 電気掃除機

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed